AMEDSFOOIttSCH DAGBLAD
BINNENLAND.
ONRECHTMATIG BEZIT
TWEEDE BLAD
Dinsdag 10 Januari 1928
FEUILLETON.
26e JAARGANG ,.DE EEMLANDER." No. 164
SPOORWEGONGEVAL
TE LEIDEN
EEN GOEDERENTREIN UIT DEN HAAG
RIJDT OP EEN PERSONENTREIN
UIT UTRECHT
GROOTE MATERIEELE SCHADE
Vanmorgen omstreeks kwart voor zeven heeft
op het stationsemplacement te Leiden een
spoorwegongeval plaats gehad. Een goederen
trein uit de richting Den Haag kwam even na
de aankomst van een personentrein uit Utrech'
te Leiden aan. De goederentrein reed te vei
door en liep doordoor dwars op do beide ach
terste goederenwagens van den trein uit
Utrecht.
De locomotief en vijf wagons van den goe-
derentrein uit Den Haag en de beide laatste
wagons van den Utrechtschen trein ontspoor
den. De moterieelc schade is niet zeer groot.
De hoofdgeleider van den goederentrein uit
Den Haag kreeg eenige niet ernstige verwon
dingen aan het been. Het treinverkeer in de
richting Utrecht ondervond in den morgen
eenige vertroging. Er wordt een onderzoek naar
de oorzaak ingesteld
G. P. ROUFFAER. f
Oud-secretaris van het Kon.
Ned. Aardr. Genootschap.
Gisteren is op 67-jarigen leeftijd in Den
Haag overleden de heer G. P. Rouffaer, <vud-
SPCTOiaris van het Kon. Ned. Aardrijkskundig
Genootschap, oud-adjunct-secrctaris van het
Kon. Instituut voor de Taal-. Land- en Vol
kenkunde van Ncd.-IndiÖ
De hoer G. P. Rouffaer wns iemand, die
zich vooral bezig heeft gehouden met de stu
die der Indische kunstnijverheid, waarover hij
oen breede kennis had. Daarnaast stond hij
bekend als kundig historicus en ethnoloog. Als
particulier ondernam hij verschillende reizen
naar Ned.-Indië. In 1904 schreef de heeT
RouffaeT, als onderdeel van een rapport over
den economischen toestand op Java en Mn-
doera, welk rapport werd samengesteld op
verzoek van minister Idenburg, een nota over
de inheemsche kunstnijverheid, een nota, wel
ke veel bekendheid verwierf en nog steeds
gelezen wordt. Hij vervulde jaren geleden de
functie van bibliothecaris van het Indisch
Genootschap te 's-Gravenhage.
De begrafenis is bepaald op Donderdag tc
T2 uur op de begraafplaats te Diepenveen bij
Deventer.
INBRAAK.
De inbreker dooT de dienst
boden gestoord. Niets ont
vreemd.
In den nacht van Zaterdag op Zondag is
ingebroken in de villa van den heer S Menko
aan de Rembrondtlaan te Enschede. Toen de
dienstboden thuis kwamen, bemerkten ze, dat
alles overhoop v/os gehaald. Vele laden wa
ren uitgetrokken en verschillende kasten,
v/elke men tevergeefs getracht had met een
beitel te openen, waren beschadigd. Uit het
onderzoek der politie is gebleken, dat er
niets ontvreemd is. De inbreker blijkt gestoord
te zijn door de thuiskomst vari de meisjes.
Hij vertoefde op de bovenverdieping en is
ijlings naar beneden geloopen en door een
raam van de eetkamer ontvlucht. Hij is bin
nengekomen door een W.C.-roampje, na eerst
tevergeefs getracht te hebben eenige deuren te
forceeren.
IN DE SLOOT GEREDEN.
Gistermorgen is in de bocht tusschen Ovpr-
schie en Rotterdam de heer M. Dijkxhoorn uit
Ovcrschie met zijn auto in volle vaart in de
sloot gereden cn over den kop geslagen. Met
groote moeite is hij gered, nadat een ruit van
de auto was verbrijzeld.
DE BEMANNING DER
„ALHENA"
EEN HULDIGING OP HET
ROTTERDAMSCH STADHUIS
EEN NIEUWE GIFT VAN
F 2500 VOOR DE BEMANNING
Gistermorgen is ten kantore van de notaris
sen Schadcc en Lambert te Rotterdam de
schcepsverklering van de Alhena afgelegd.
Alvorens daanoe werd overgegaan, heeft -
mr. P. L. M. Driebeek nis dispacheur van Van
Nievch Goudrinan en Co.'s Stoomvaart Maat
schappij sedert haar oprichting, tot kapitein
Smoolenaars, mede namens zijn confrators mrs
Dutilh en Nolst Trénité den kapitein en zijn
bemanning van haite hulde gebracht mer do
mooie, echt Nederlnndsche daad dor redding
van de schipbreukelingen der Principessa Ma-
fnlda.
Mede namens mrs. Dutilh en Nolst Trénité
bood hij een zilveren krans aan, bestemd voor
het stoomschip Alhena.
Notaris mr. G. H. Lambert voegde zijn ge-
lukwenschcn bij die van mr. Driebeek.
Kapitein Smoolenaars dankte voor dc harte
lijke ontvangst en voor het huldeblijk.
Vervolgens werd de scheeps vork la ring afge
legd.
t
Gistermiddag heeft Prins Hendrik op het
kantoor van Van Nievelt Goudriaan's Scheep
vaart- maatschuppif te Rotterdam, namens do
Ned. Mij. tot Redding van Drenkelingen, waar
van hij Beschermheer is, aan kapitein Smoolp-
naars en alle leden dor dokbemanning van de
„Alhena", dc reddingsmedailles der maatschap
pij uitgereikt en in een korte toespraak heeft hij
den kapitein en bemanning gehuldigd. Hun
kloeke daad is een nieuwe bladzijde in de ge
schiedenis von het zeewezen. Ook namens de
Koningin heeft de Prins daarvoor hartelijk dank
gebracht.
Daarna heeft op het Stadhuis te Rotterdam
een officieele ontvangst van de gehecle beman
ning door het gemeentebestuur plaats gehad
De Burgemeester, Mr. DrJ. Wytcmn,
heeft in een redevoering allereerst herdaoht dc
kapitein en die leden van dc „Principessa Mn-
fnlda", die tot het laatst op hun post zijn ge
bleven en met het schip zijn ondergegaan.
In de jaren, gedurende welk ik mijn ambt
bekleed, zeide de Burgemeester, heb ik mij zel
den, zooal ooit, zoo gedragen geweten door de
onverdeelde instemming van de Rotterdamsche
bevolking, van alle lagen, van alle richtingen,
als op dit oogenblik. Het gemeentebestuur van
Rotterdam heeft gemeend voor dc doden van
moed en zelfopoffering, door de bemanning
betoond, een klein bewijs van waardoering te
moeten aanbieden. Op de fabriek „De Porce-
leine Fles'' te Delft is een bord gemaakt, waar
van de Burgemeester allen een exemplaar unn-
bood, als blijvend bewijs, dot de gemeente
groote daden weet te eeren.
Daarna heeft gesproken Baron Swccrts
de Londasz Wyborgh, ondcr-voovzittcr
vnn de ZuiJ-Hollandsohe Maatschappij tot redr
ding van Schipbreukelingen, die een bedrog van
2500 beschikbaar stelde ter bolooning van
de bemanning.
De Italiaansche gezant, graaf Fran
cisco Barburo, heeft daarna gesproken over den
eeuwigen dank ven Italië voor de prachtige
daad van de „Alhena." De Italiaansche minis
ter van Verkeerswezen, Cinno, heeft telegra
fisch medegedeeld, dat hij den kapitein zal
voordragen voor een ridderorde els de enquête
naar den ramp van de „Principessa Mafalda" is
afgcloopen.
Namens alle zeeliedenorganisoties heeft Mr.
Saret, voorzitter van de Ned. Ver. van Ge
zagvoerders cn Stmrrlieden ter koopvaardij, een
eerbiedigen groet gebracht onn de bemanning,
benevens den dank van alle Nederlnndsche zee
lieden. Hij bood ter herinnering aan de daad
Nievelt Goudriaan's Scheepvaart-muetschoppij
een gouden gedachtenispenning ann.
De belangstelling voor het Stadhuis was
enorm.
-
Prins Hendrik heeft kapitein Smoolenaars nog
gevraagd naar bijzonderheden betreffende de
ramp van de „Principessa Mafala" en de red
ding der schipbreukelingen, waarop kapitein
Smoolenaars een uitvoerig relaas van het ge
beurde heeft gegeven.
Het meeste hiervan is reeds uit vroegere be
richten bekend. Vermelding verdient echter
nog, dat, nadat om kwart over 8 dc booten
van do „Alhena" teruggeroepen waren, de
„Alhena" tot op 15 Meter afstand de
„Principessa Mafalda" nadeide om den nog aan
boord zijnden menschcn gelegenheid te geven
voor boord te springen. Lijnen en zwemvesten
waren toen aan boord vnn de „Alhena" klaar
gelegd. Toen de laatste passagicre van de
„Mafalda", een zieke dame, van boord was gc-
gaan, begaven de kapitein en de eerste officier
zich terug naar de brug van de „Mafalda De
kapitein stak een sigaret aan, liet vier malen do
stoomfluit gillen, als om afscheid te nemen en
verdween daarna met zijn schip in de diepte
Vanuit Rio dc Janeiro hebben kapitein cn
officieren van de „Alhena" aan de familie van
den Itali'nanschen kapitpin, eersten officier en
marconist een schrijven vnn deelnoming ge-
zorden.
Ook von dc verzorging aan boord van de 531
geredde passagiers, vertelde kapitein Sloome-
Inars aan den Prins Hij had een lijst '.aten
maken met de namen van alle geredden, doch
deze lijst was bij aankomst in de Brazillnanscho
haven door den politieprefect in beslag geno
men, onder voorgeven, dat ze niet in orde zou
zijn. Kapitein Smoolenaars had 2ich daarover
verbitterd gevoeld, evenals over het feit, dat
men hem uit de haven van Rio heeft laten ver
trekken, zonder een wonrd van dank te spreken
«oor de volbrachte redding.
Ter gelegenheid van de huldiging van den
kapitein, de officieren en de bemanning vatt
de Alhean was gisteren te Rotterdam hier en
daar de vlag uitgestoken. Dc trams droegen
vlaggetjes non de beugels, zooals op natio
nale feestdagen gebruikelijk is.
tc
Zondagavond waren kapitein Smoolenntrs
en eenige leden van de bemanning van de
Alhena do gast vnn de Rotterdamsche Vrij
willige Brigade tot het redden van drenke
lingen, die in Odeon haar tweejarig bestaan
herdacht.
Zij werden door den voorzitter, den heer
Van Riet, in zijn openingsrede in hartelijke
bewoordingen gehuldigd voor hun werk, dat
ook het doel van de reddingsbrigade is. Dnor
na bracht dr C. H Hvrmondes. voorzitter
vun de Reddingsbrigade te Noordwijk, hun
namens het hoofdbestuur van den Noderiand-
Schen Bond tot het redden van drenkelingen
een ecresoluut.
Aan kapitein Smoolenaars en zijn cchtge-
noote werd een prachtig bloemstuk aangebo
den
Latei cm den avomd werden hij en dc leden
van do bemanning aan het publiek voorge
steld, dat hen donderend toejuichte.
In een korte toespraak zei kap:tein Smoo
lenaars,. dot de Hollanders toch nog wel eens
uit hun slof kunnen schieten, cn dat hij zich
ten diepste getroffen gevoelde.
Ten slotte droeg dc heer J. v. d. Horst een
toepasselijk gedicht voor, waarna het publiek
staande het Wien Neerlonds Bloed zong.
Kapitein Smoolenaars met zijn vrouw en
een aantal leden van de bemanning van do
Alhena hebben Zondagmiddag in Tivoli de
voorstelling van „Dc meneer van vijf uur",
door het Nieuwe Rotterdamsche Tooneelge-
zelschap, bijgewoond
Mevrouw Tartnud heeft in de pauze in
hartelijke woorden den kapitein toegosprok* r
cn er o.o. ean herinnerd, dot het ook kapitein
Smoolenaars was, die op 4 April 1916 de be
manning van het stoomschip Letho heeft ge
red.
Van den Tivoli-Schouwburg woei de vlag,
Smoolenaars en de zijnen werden bij hun bin
nenkomen met het Wilhelmus ontvangen en
ann mevrow Smoolenaars werden bloemen met
linten in de Rotterdamsche kleuren aangebo
den
Na de huldiging door mevrouw Tortoud
heeft de volle zool den kaoitcin enthousiast
toegejuicht.
WERKGEVERS EN WERK
NEMERS
MEER SAMENWERKING BIJ PARALLEL-
GAANDE BELANGEN NOODIG
EEN STAP VAN HET VERBOND
VAN NED. WERKGEVERS
Het Verbond van Ned. Werkgevers heeft
dd.. 6 dezer den volgenden brief gericht aan
het Nedcrlandsch Verbond van Vnkvereeni-
glngen, het R. K. Werklieden Verbond, het
Christelijk Nationaal Vakverbond en hot
Algemeen Nederlandsch Vakverbond
Meermolen is bij ons de gedachte opgeko
men, dot het betreurenswaardig is. dot tus
schen de organisaties von werkgevers en
werknemers zoo weinig overleg cn samen
werking bestaat, ook op heden, waar beider
belangen, van een breed standpunt bezien,
toch eigenlijk geheel parallel loopen.
In dien gcdachtengnng noodlgcn wij Uwen
voorzitter en secretaris uit tot een gemeen
schappelijke bespreking tusschen de voorzit
ters en secretarissen van het R.K. Werklie
den Verhond in Nederland, het Christelijk
Notiononl Vokverbond in Nederland, het Al
gemeen Nederlandsch Vakverbond, het Nc-
derlondsch Verbond van Vnkvereénigingcn en
het Verbond van Nederlnndsche Werkgevers,
teneinde vast te stellen in hoeverre Uwe in
zichten in dezen met de onzen overeenkomen.
Het zol ons aangenaam zijn von u te mogen
vernemen op welken dag een samenkomst als
bovenbedoeld u het meest aangenaam zal zijn.
Onzerzijds worden voorloopig vrijgehouden
Maandag 23 Januari a.s. in den ochtend
D'nsdog 24 en Woensdag 25 Januari a.s,
zoowel 's ochtends als 's middags.
Het zou ons oargenaam zijn, indien de be
spreking op ons kantoor. Mauritskade 5, 's-
Gravcnhage, zou kunnen worden gchoudcn>
moor indien u oon een andere plaats de voor
keur mocht geven, zal onzerzijds daartegen
zeker geen bezwaar worden gemaakt.
Wij vleien ons met de hoop, dat wij inv
gunstig antwoord spoedig tegemoet mogen
zien."
W, g. Aug. Philips, algemeen voorzitter
Molenaar, olgemeen secretaris.
GIFTEN EN LEGATEN.
Mevr. TensenNobel, onlangs overleden tc
Schillinkhout, heeft aan de Ned Herv. Kerk
en Diaconie aldaar elk 1OC0 vermaakt, non
de Hoornsche Ziekenverpleging „De Villa"
3000 en haar verzameling oud porceleln
aan het Wcst-Priesch Museum te Hoorn.
Voorts kregen verschillende personen legaten.
Wijlen de heer R. Westra, te Achlum
fFr.), hoeft aan de Gereformeerde Kerk aldaar
en ann de Diaconie dier kerk eenige onrocren*-
dc goederen vermaakt, woarvan de geldswaar
de wordt geschat op onderscheidenlijk 4500
*»n 5500.
Door wijlen mej. G J. Prinsen, te Almelo,
is geleguteord aan de Gerof. Kerk te Almelo
500; de Diaconie der Geref. Kerk aldaar
500; de Geref. Kerk vnn Amsterdam 500;
de Diaconie dor Geref. Kerk aldoor 500: aan
de Vrije Universiteit te Amsterdom 500.
GENERAAL J. TEN BOSCH.
Bij een val een been gebroken.
De gep. generaol-majoor J. V. ten Bosch Is
Zaterdagmiddag bij verlaten van de trom op de
Waldeck Pyrmontkode tc Den Haag gevallen
heeft daarbij een zijner beenon gebroken
Door den Geneeskundigen dienst word do heer
ten Bosch noar zijn woning aan do Koningin
Emmakade overgebracht.
DE NOOD IN MAAS EN WAAL.
Het veertiende huis.
De veertiende gever van een huisje voor
Maas cn WaaJ heeft zich naar de Tel. be
richt gister gemeld: de heer N. N. zijn
naam wil hij niet vermeld zien heeft het
comité-Ketelaar een bedrag van T800.— toe
gezegd, onder voorwaarde, dat het daarvoor te
bouwen huisje „Zuidlond" zal worden ge
naamd.
„KOOPLIEDEN IN DE ROODE AUTO".
Een oude truc, waar nog velen
invlogen.
Bij de politic tc Breda is aangifte gedaan van
een uitgebreid geraffineerde oplichterij, waar»-
von vooral lieden uit dc betere standen, rijks
ambtenaren, ingenieurs- ja zelfs advocaten en
leden der rechterlijke macht de slachtoffers
zijn geworden.
Een 4-tal weken geleden deden twee Amstcr-
damsche „kooplieden" in een sierlijke roode
auto Breda c.o. dc eer non van oen bezoek. Zij
vervoegden zich bij de mccr-gcgocdon en
toonden mooie stoffen Zij zouden hun voor 30
h 40 gulden een prachtig costuum op moot 1c*-
veren. Bij zeer velen slaagden zij en zij waren
uiterst coulant Natuurlijk moest vonwege de
risico de stof betaald worden, moor dc kleer
maker en alles wat er bij behoorde, zooals
voering, knoopen enz. zou later wel in orde
komen. De „hoeren" vertrokken weer noar
Amsterdom en lieten vele Bredonaars in de
blijde verwachting (wont 't was omstreeks St.
Nicoiaas) van een mooi, soiled cn goed
koop costuum Moor 't kloppen der horten van
blijde verwachting en 't wachten duurde
uren dagen weken Men kreeg
reeds argwaan, manr geen enkel der vele gedu
peerden had den moed zich tot de politie of
justitio te wenden. Niemand wilde het voor
zich weten op deze wijze door „dc hoeren van
do roode auto" bij den neus te zijn genomen
Totdat eindelijk, één moedige, do stoute
schoenen aantrok en van 't geval aangifte deed
bij de polltic te Breda. Al spoedig bleek, dat
men het slachtoffer was geworden van een ge
raffineerde oplichterij, die sterk herinnerde
aan de indertijd hier met zooveel succes door
gevoerde oplichterij met de „Perzische tapij
ten". Bij „risjes" stroomden bij de politie naar
aanleiding vnn een verder door de recherche
ingesteld onderzoek, de namen der gedupeerden
binnen. Want de oplichters waren systematisch
te werk gegaan; bij eiken nieuwen klant vroe
gen zij, bij wijze von introductie een naam
kaartje voor 't bezoek aan den volgende. Het
werd een soort sneeuwbal-systeem. Een verder
onderzoek heeft uitgewezen, dat de door zoo
vele Brcdasche burgers betaalde stoffen roeds
eenige weken beleend zijn in de Amsterdom-
scho lommerd!
Do „hoeren in dc roode auto" hebben dus
wel eon goeden slog geslagen, en voor velen
moge dit een les zijn om niet te lichtzinnig In
te gaan op aanbiedingen van „vreemde kooye-
lieden", ook al vervoegen deze zich in een
roode auto. Naar wij vernemen is tegen deze
„kooplieden" een vervolging ingesteld en zal
de zaak eerlang dienen voor de Amsterdam-
schc rechtbank.
DE VOENDAMMER HYPOTHEEKBANK.
Ook in Noord-Hollond on andere
provincies slochtoffers.
Men schrijft uit Noord-Holland oan de N
R. Ct.:
Dat er alleen of wol in hoofdzaak in Gronin
gen cn Drente slachtoffers zoudcii zijn gevallen
van d»- gestie van de Veendammer Hypotheek
bank, kon niet .juist zijn. Ook in Noord-Holland
cn in andere provincies toch zijn er indertijd
heel wat pandbrieven gcplootst Verschillende
kassiers. Vooral ook de kantoren der Coöpera
tieve Boerenleenbanken, werden herhaaldelijk
aangezocht tot het koopen van deze pondbrie-
ven. Ook werden meermalen circulaires ver
zonden als antwoord op een waarschuwing van
de bekende, reeds in 1890 door mr. N. F. Wil-
kons en dr. D. Bos opgerichte, Nederlondsche
Hypotheekbank tc Vccndam, om deze niet te
verwarren met de 12 jaar later opgerichte
Veondammer Hypotheekbank, die nu in décon
fiture verkeert.
Do voorspiegeling was altijd zóó mooi, dat
ongetwijfeld velen er doordoor zijn Ingeloopen.
Veelal kwamen inspecteurs de kossiers be
zoeken,-om hen op dc soliditeit dor thans in
moeilijkhedon gerookte hypothoekbank tc wij
zen. Verschillende faciliteiten werden don ver
leend aan hen, die pandbrieven konder
plaatsen.
MINISTER WASZINK.
Mr. A. Waszink, minister von onderwijs,
kunsten en wetenschappen, zal 10 Februari zijn
ambtsbezigheden hervatten.
Doen is een kunst; loten is een grootere
kunst.
Naar het Engelsch. van H- i G-
Door Mr. G KELLER.
57
Toen Katya achter Dembowski de kamer be
trad, richtte zich een kring van oogen op
haar, waarin verwondering en nieuwsgierigheid
om den voorrang streden. Toen zij in het licht
der lamp waren gekomen, stonden de mannen
op, sommigen haastig, onderen met .tegenzin
hun voorbeeld volgend, terwijl de beide vrou
wen op den achtergrond even ophielden mei
werken en haar oogen wijd opensperden bij
deze onverwachte verschijning.
„U heeft ons iets te zeggen, wil plaats ne
men," zei de man aan het hoofd der tafel, naa»
een onbezetten stoel wijzend.
Katya ging zitten en keek naar de gezichten
voor haar. Een wonderlijke verzameling I Ei
waren nobele gezichten onder en verloopen,
roekeloosheid sprak uit sommige blikken, ande
ren maakten zenuwachtige geboren. Alles bij
eengenomen deden zij denken aan een handvol
avonturiers van verschillende herkomst, mooi
zij hadden allen dien trek gemeen, welke
dweepzucht kenmerkt.
Doch de man aan het hoofd van de tafel
was geen avonturier, of het moest zoo diep
in hem verborgen liggen, dot het niet was na
te gaan. Een groote, vloschblonde man, netjes
maar eenvoudig gekleed, met een kalm, Ietwat
olledaogsch gezicht, dat allen schijn had von
onverstoorbaar van uitdrukking te zijn. Hij
had Katya verzocht te gaan zitten en nu, toen
hij zag, dat zij het nog steeds te kwaad had
met haar zenuwen, op zeer kalme wijze zijn
vraag herhaald, of zij wat te zeggen had, on-
dertusschen zijn horloge voor den dag halend
als om haar er aan te herinneren, dat de tijd
kostbaar was. Terwijl zij trachtte op adem te
komen, begon zij daarop te spreken, aanvan
kelijk zoo zacht, dat zij, die aan het einde
van de lange, smalle tafel zaten, zich naar
voren bogen om haar tc verstaan. Haar liefde
voor Tadeusz Swigello, do verbreking der
verloving en de reden daarvan, haar besluit
om hem, 't koste wat het wil, te redden, dot
alles werd door haar voor die vreemden ont
huld, onbarmhartig zonder eenig schaamte
gevoel, zonder oan zich zelve te denken, en
kel met de bedoeling om hen warm te moker»
voor hem. Toen de woorden sneller over haar
lippen kwamen, duidelijker waren te verstaan,
welsprekender waren, begonnen de oogen der
mannen, allen gericht op haar sprekend ge-
lant, dat zooveel meer zei dan zij zelfs in
woorden kon uitdrukken, te glinsteren, enke
len te fonkelen, en de beide vrouwen kwamen
dichter bij, keken haar aan met een belang
stelling, die, wat meer kritisch, toch niet min
der oprecht was.
Toen zij ophield, met smeekende oogen om
zich heen ziende, hcerschte er eerst een oogen
blik stilte, daarna veranderde men algemeen
von houding, verschoof zijn stoel, alsof een
betoovering was geweken.
„Gij alleen kimt hem redden door hem op
uw lijst te zettén. Ge zult dat niet weigeren,
ge kunt het niet I"
Er volgde niet onmiddellijk antwoord. Zij
keken naar den vlasblonden leider, olsof met.
von hem voorlichting verwachtte. Katya, die
begreep, dot hij in de eerste plants de geeste
lijke leider was, keek heel over de lange tafel
mede naar hem Hij alleen had geen spiei
op zijn gelaat vertrokken onder haar woor
den, hoewel zijn lichtblauwe oogen haar even
eanduchtig als de anderen hodden aangekeken
Hij sprak nu, rustiger don ooit.
„Wij zouden hem redden als wij het konden,
geloof dat wel. Maar de grens moet ergens
getrokken worden cn dat is reeds gebeurd.
Zelfs tien is een groot getal om in den be
schikbaren tijd er door te slcepen."
„Welk verschil kan nu één opleveren, één
enkele persoon
„Het verschil van dien eenen passagier, die
de reddingsboot tot zinken brengt."
„Maar er moet iets op gevonden worden,
dot moet 1"
De leider schudde ernstig het hoofd
„Persoonlijke overwegingen zijn door onze
beginselen uitgesloten. Alleen de nood beslist."
„En waar is grooter nood denkbaar, waar
grooter recht Hij is onschuldig, dat weet u."
„De anderen ook."
„En bovendien een Pool, een dor uwen. Bij
na nog moer Litauer dan Pool. Vergis ik mij
in het vermoeden, dat u zelf een Litauor Is
Zij durfde dit zeggen, was overtuigd, zich
niet te vergissen, met het oog op dat bekende
blonde haar, op die heldere, en echt blauwe
oogen.
„Ik heb u al gezegd, dat persoonlijke over
wegingen hier evenmin gewicht in de schaal
loggen als patriottische."
„U weigert dus?"
„Ik vrees, dat wij dat moeten doen."
Katya keek een oogenblik met somberen blik
naar het zeildoek op de tafel. Toen zij haar
oogen weer opsloeg, was er iets anders, iets
boosaardigs in tc lezen.
„Durft u dat inderdaad? En als ik nu eens
heen ging om u te verraden'"
„Als u eens heelemoal niet meer heenging?"
„Wat bedoelt u?" vroeg Katya, een Oogenblik
dupe van den knlmen toon, waarop dat was
gezegd.
„Dc bedoel, dat de vriend, die met u is mee
gegaan, behoort tot onze partij en volkomen
op de hoogte is vnn hoor beginselen. Ik bedoel
ook, dot wij veertien zijn en hij alleen is."
Katya keek hen die naast haar zaten aan,
met een docr hoor angst ingegeven vraag op
de lippen Zij verhordden reeds hun trekken,
als t ware als antwoord op haar bedreiging
Ja, dot waren geen mannen om voor iets, dat
zij op hun weg vonden, op zij te gaan Vrees
kon hun niet worden aongejaagd, maar mis
schien kon men 2e vertecderen. Met angstig
hort wrong zij haar handen in haor schoot,
terwijl zij zich voorovci boog, ze niet uit
tartend, mnar bereid om voor hen te knielen,
mits zij slechts toestemden Tadeusz te redden.
„Hoor mij aan, wat ik u bidden mOg! Uw
harten zijn niet van steen! Gij zijt mcnschen
en hij is een medemensch van u, achter dit?
verschrikkelijke muren een onverdienden dood
afwachtend. Ais ik niet de oorzaak ware ge
weest, Jot ziin leven in verwarring was ge
bracht, zou hij nooit in dit dolzinnige avon
tuur gemengd zijn geweest. O, weest vriende
lijk, weest goed voor hemcn voor
mijl O gij, naar wien zij luisteren, zeg hun
hem te reddenen mijl"
Toen zij zich halverwege vertxief om hoor
samengeklemde handen uit te strekken neor
den man aon het andere eind von de tafel,
gleed haar de zwóre mantel van haar schou
ders. Toen doordoor haar schitterende witte
japon en de juweelen om haar ontbloote armen
en hals zichbnar werden, keken de mannen met
verbijstering er naar, terwijl de beide vrouwen
nieuwsgierige blikken noar haar wierpen, zelfs
op dut oogenblik zich afvragend, hoe dergelijke
strooktn waren gemaakt en of het zilver op
den japon wel echt was.
Hun horten zouden inderdaad van steen zijn
geweest en hun gevoelens van lood, als zi.i
voor die bede niet woren bezweken. Wcdei
werd die smeekende blik gericht naor den lei
der, wiens gelaat niet meer zoo onvorstoorbaot
scheen, terwijl de kalmte van den toon zijnci
stem, toen hij sprak, eenigszins geforceerd
klonk.
„Ik stel voor de zaak in stemming te brengen
bij hen, die aan de expeditie deel zullen nemer».
Zij loopen het gevaar en daarom laat ik hun
de keuze. Wat zeg jij, Melinski?'
„Ik vind het best," verklaarde een glimla
chende jonge kerel met blonde snor even opge
wekt alsof de gonsohe onderneming een school-
jongensgrop was. en intusschcn met geestdrift
naor Katya kijkend.
..Ik ook Ik ook I"
Ze vonden het allen best, niet, eerlijk gezegd
ontdar Tadeusz een kameraad was, maar om
dat Katyo's schoonheid hen hod veroverd.
„In dot geval vind ik het ook goed, al is
het een dwoashcid
Katya ging weer zitten, nu plotseling over
haar gansche lichaam bevend
„Heeren. ik donk u ui» het dippst von mijn
hart Ge hebt mij aón het leven teruggegeven."
„Laten we hopen, dat zulks mOTgen om de
zen tijd het geval zal zijn Nu is het nog zoo
ver niet. Weet ge wel goed, waarvoor u ons
denk -zegt
„En toch hoopt ge te slagen, anders zoudt
ge het niet beproeven Zpg mij wat ge van plan
zijt. Tot nog toe weet ik ongeveer niets."
(Wordt vérvolgdj