AMEftSFÖOUïSCH DAGBl AI) TWEEDE BLAD Woensdag 1 Februari 1928 HET FAILLISSEMENT DER VEENDAMMER HYPOTHEEKBANK FEUILLETON, Martin's Verjongingskuur. „or riep de Séndchal verrukt uit. „Een mooie vrouw een edele, een prachtige stouw" 26e JAARGANG ..DE EEMIANDER" No. 183 HET APPEL INGETROKKEN EEN VERGADERING VAN PANDBRIEFHOUDERS In de gister gehouden vergadering van pandbriefhouders der Veendammer Hypo theekbank heeft de voorzitter der Vereeni ging voor den Effectenhandel, de heer J Stroeve J.Gzn. meegedeeld dat het bij hei Gerechtshof aanhangig gemaakt cppèl inzake de fnilJissementsverklaring der Veendammer Hypotheekbank is ingetrokken. Onder leiding van het Bestuur der Vereeni ging voor den Effectenhandel werd heden te Amsterdam een vergadering van pandbrief houders ven de Veendammer Hypotheekbank gehouden. De voorzitter der Vereeniging voor den Effectenhandel, dc heer J. StToeve J.Ezn presideerde Bij de opening herinnerde hij eraan, dat in den laatsten tijd herhaaldelijk klachten bij het Bestuur der Vereeniging voor den Effecten handel over de geste van de Veendammer Hypotheekbank zijn binnengekomen Was er aanvankelijk geen reden tot ingrij pen, laten toen de klachten ernsiiger werden en de pandbrieven ongeveer 65 pot. noteer den, heeft het Bestuur contact gezocht met de Bank. Een onderhoud heeft plaats gehad met de heer Schim van der Loeff, die ge durende acht dagen president-commdssriris der Bank was. Intusschcn werd de Veendam mer Hypotheekbank failliet verklaard, doch er werd tegen dit faillissement verzet aonge- teekend. Daarom moest het Bestuur der ver eeniging zijne actie voortzetten. Nu is ech ter het appèl ingetrokken en in dit verband deed zich de vraag voor, of het nog "wel noodig was de actie voort te zetten. Na raadpleging van de curaroren heeft het Bestuur der Vereeniging besloten deze vergadering toch te loten doorgaan teneinde een comité te kunnen vormen ter behartiging van de belangen van pandbriefhouders. Het comité, dat consultatief zal optreden, zal bestaan uit zeven leden, waarvan drie zul len worden benoemd door de aanwezige pand briefhouders, die echter in gcenerlei verband gestaan mogen hebben met de Veendammer Hypotheekbank of met eenig Comité, dot rich voor deze zaak geinteresseerd heeft. De heer Biese, accountant te Veendam, merkte op, dat deze vergadering een wassen neus is. Als de drie hceren benoemd worden, die het Bestuur der Vereeniging voor den Effectenhandel daartoe heeft uitgekozen, zal het comité bestaan uit zeven vertegenwoor digers van Banken en de Vereeniging voor den Effectenhandel. De pandbriefhouders zullen dan niets te zeggen hebben. De Voorzitter antwoordt den heer Bie- ze, dat het bestuur de candidaten niet noemt, maar de vergadering. Hij wijst er op dat voor 4J4 millioen pandbrieven is aangemeld, doch dat er voor 2.500.000 ingeleverd is. Laat de heer Bieze candidaten noemen. De heer Ten Have uit Scheemda wil gaarne aan de uitnoodiging van den voor zitter voldoen en noemt als candidaten de hceren Dieze te Veendam, rar. Gezelle Meer burg te Utrecht en Notaris Bolt te Nieuwe Pekcla. Namens het bestuur der Vereeniging voor 'den Effectenhandel in de provincie Groningen noemde de heer mr. v. d. Berg als de can didaten dezer vereenigingNotaris Bolt, W. 'J Bulder te Veendam on J. J. Thijssen te Gro ningen. Spr was het niet eens met den heer Bieze, dat deze vergadering een wassen neus is. De heer B o s s i n g a vroeg waarom deze vergadering slechts drie leden in het Comité mag aanwijzen, terwijl de Vereeniging voor den Effectenhandel vïct leden kan aanwijzen De Voorzitter zeide, dat de door de Vereeniging aan te wijzen leden in het Comité zitting k.ijgcn, om daarin leiding te geven. De heer Bernhard zeide zich er over te verwonderen dat de heeren in het Noorden, die eigenlijk het vertrouwen niet verdiend hebben, de zetels in het Comité opeischcn. Uit dc plaatsing van de pandbrieven voor millioen in het Noorden blijkt, dat men in Holland een beteren kijk op den gang van zaken heeft gehad. Nadat de heer Bieze het verwijt van den heer Bernhard van de hand had gewezen, drong de heer Joosten (Haarlem) er op aan, met kracht xn te grijpen, opdat het vertrouwen in de hypotheekbanken weer herwonnen wordt. De heer Feenstra uit Zwolle vroeg hoe de heer Bernhard, die zoo'n wantrouwen in de Groningers heeft uitgesproken, het kan ver klaren, dat de Ned. Bonk in 1920 nog pand brieven in beleening heeft aangenomen. De heer Bernhard verwees den heer Feenstra naar den heer Vissering. De heer Kloppenburg zeide op deze vergadering te zijn gekomen, om zich hier als „auctor intellectuals" te komen verdedigen. Reeds in November heeft hij pogingen gedaan, om de noodige gegevens tegen de Veendam mer Hypotheekbank te verzamelen. Op 24 December heeft hij den Haagschen hoofdcom missaris van politie op de hoogte gesteld en op 26 December toen spr. zijn rapport gereed had heeft hij zijn aanklacht ingediend. Hem komt dus de eer toe, dat uitsluitend als ge volg van het door hem ingediende rapport dc zaak aan het rollen is gebracht. Een verzoek van een beschermingscomité te vormen, kwam reeds lang nadat spr. bezig was met het op stellen van zijn rapport. Naast de gegevens, door hem neergelegd In het rapport, zijn hem uit de talrijke besprekin gen met dc schuldigen diverse zaken bekend geworden, die voor pandbriefhouders in de praktijk zeer nuttig zouden blijken. Niet de heer Bernhard, maar spr. heeft de zoak geëntameerd en hij meende dat het voor hem een slechte bclooning is, dot het bestuur der Vereeniging voor den Effectenhandel hem en andere pandbriefhouders, die zich voor deze zaak geïnteresseerd hebben, uit het te benoe men comité wil uitsluiten. De voorzitter merkte op, dut het comité met een schoone lei moet komen. Er moeten „frissche" menschen in en geen personen, die allerlei ongecontroleerde praat jes hebben uitgebazuind. De heer Kloppenburg meende daar tegenover te moeten opmerken, dat hij het comité belangrijke diensten kan aanwijzen, daar hij over nieuwe gegevens beschikt. Interruptie: „Die gegevens hadt u al long te bevoegder plaatse moeten deponee- ren". De heer Kloppenburg hield vol, dat het standpunt van het bestuur der vereeniging on juist is. De heer mr. Bos, voorzitter van de Ver eeniging van Hypotheekbanken, zeide zich niet te kunnen begrijpen, dat de heer Kloppenburg, die alles kon doen in de Veendammer Hypo theekbank een beschermingscomité noodig had. Spr wees erop, dat na het bestuur van de heeren Woltman c.s., wier aanhouding de heer Kloppenburg heeft verzocht, dc boel is weg gesleept, doch vergat te zeggen dat een nieuwe directie zou worden benoemd, die den heeren Woltman c.s. 2/4 millioen zou uitkeeren. De heer Licberman was tot in het laatste oogenblik in gebreke gebleven de vereischtc som te storten voor de couponbetaling, on danks hetgeen de heer Kloppenburg beweerde. Spr. betwijfelde of dc heer Kloppenburg wel zoo'n druk op dc heeren Woltman c.s. heeft uitgeoefend. De Vereeniging van directeuren heeft ervoor gewaakt, dat het gebeurde met de Veendam mer op een lijn zou worden gesteld met crisis- of marken-verliezen, welke er niets mede te maken had. Spr. vroeg welke andere hypotheekbanken volgens den heer Kloppenburg nog gevaar loopen. De heer De Vries, uit den Haag, memo reerde wat er olzoo gezegd is, doch wij zitten hier als pandbriefhouders. Niet als nieuwsgieri gen, doch om te zien wat er nog te redder, volt. De honden blaffen, maar de karavaan trekt voorbij. Door RAFAEL SABATINI. Uit het Engelsch door C. M. G. d. W. 6 De Sénéchal maakte een deftige buiging en mijnheer de Garnache ging voort „Deze jongere zoon ik geloof dat hij nog geen een-en-twintig jaar is is zoo iets van een deugniet geweest". „Een deugniet? Lieve hemel neen! Dat is een strenge naam dien u hem geeft. Een weinig onverstandig nu en dan, een weinig onbezon nen, dat zijn de jongelui wél meer.' Hij zou nog wel meer gezegd hebben, maar «Je man uit Parijs was niet van plan zijn tijd te vermorsen met spitsvondigheden. „Nu goed dan", viel hij hem in de rede. „Wij zullen dus zeggen wat onverstandig. Mijn op dracht heeft niets te maken met de moraliteit van mijnheer Marius of wel zijn gemis aan moraliteit. Deze onbezonnenheden <öe u zoo w 'V telt, schijnen toch voldoende geweest te rijn om hem van zijn ve^er te vervreemden, Iets dat hem aan ziin moeder nog dierbaarden maakte. Ik heb gehoord dat zij een buitenge, woon mooie vrouw is, det haar zoon haar bij- zonder vereert. I „Hmf' Garnache nam de extase en den glimlach met een boos oog op. Daarno ging hij voort „De overleden markies was zeer bevriend met zijn buurman, nu eveneens overleden, den heer de la Vauvrage. Deze mijnheer de la Vau- vi age had oen cenig kind, een dochter, de erfgename van zijn zeer belangrijke bezittingen, waarschijnlijk de rijkste in heel Dauphiné, in dien ik goed ben ingelicht. Het was zijn dier baarste wensch, hetgeen een levenslange vriend schap geweest was in zijn eigen geslacht te veranderen in een hechter betrekking voor het volgende geslacht, een wensch die weerklank vond in het hart van mijnheer de Condillac. Florimond de Gondillac was toen zestien jaar en Valérie de la Vauvrage veertien Hoe jong zij ook waren, zij werden verloofd en zij groei den op met de gedachte dat zij elkaar zouden liefhebben en de plannen ten uitvoer brengen die hun vaders voor hen gemaakt hadden „Mijnheer, mijnheer" kwam de Sénécnal ius- schenbeiden. „Hoe kunt u met mogelijkheid zulke gevolgtrekkingen maken? Hoe kunt u zeggen dat zij elkaar lief hodden? Op welke gronden kunt u beweren te weten, wat in hun hart omging?" „Op grond van de getuigenis van mademoi selle de la Vauvrage", was het onverantwoorde lijke bescheid. „Ik vertel u min of meer, wat zij zelf aan de koningin geschreven heeft." „O! goed, goed ga voort mijnheer". „Door dat huwelijk zou Florimond dc Con dillac de rijkste en machtigste edelman wor den van Dauphiné een van de rijkste van heel Frankrijk. En dat denkbeeld behaagde dct. ouden markies te meer, daar het verschil, dat er zou bestaan tusschen de wereldlijke bezit tingen van zijn twee zoons zijn afkeuring zou te kennen geven van het gedrag van den jong ste; Maar voordat hij zich in Dauphiné neer zette gaf Florimond den wensch te kennen de HAAGSCHE ONTRUIMINGS KWESTIE DE DEURWAARDER EN DE GEMEENTELIJKE VERORDENINGEN DE DEURWAARDER IN HET GELIJK GESTELD De Hooge Raad heeft bij vervroeging arrest gewezen in*de bekende Haagsche ontruimings- kwestie. Zooals men zich herinneren zal, is 30 Nov 1926 proces-verbaal opgemaakt tegen deur waarder H. L. C. v. d. Groen wegens het op de openbare straat neerzetten en laten staan van in de Zuiüngstraat 94 in beslag genomen goederen zonder vergunning van B. en W De deurwaarder voerde te zijner verdediging o.m. aan, dat hij het feit had begaan bij uit voering van een wettelijk voorschrift. Het vonnis van den kantonrechter was gebaseerd op art. 1 der Alg. Politieverordening van s Gravenhage, o.m. verbiedende zonder ver gunning von B. en W. iets op de openbare straat plaatsen. De kantonrechter was van meening, dat de deurwaarder de meubelen had kunnen opslaan op een niet openbare plaa's. In hooger beroep heeft de Rechtbank net vonnis van het kantongerecht vernietigd, G. niet strafbaar geoordeeld en ontslagen van rechtsvervolging. De Rechtbank overwoog o.a. dat de deurwuarder verplicht was de goederen, die zich in de woning, welke ont ruimd moest worden, bevinden, buitenshuis te brengen. Ook overwoog de rechtbank, dat, daargelaten of de deurwaarder bevoegd zou zijn de meubelen mede te nemen, de opslag op een niet openbare plaats noodzakelijk kos ten zou meebrengen, welke dc deurwaarder niet op zijn lastgever zou kunnen verhalen. In het belang der wet had de procureur bij den Hoogen Raad vernietiging gevraagd van dit vonnis. Indien de zienswijze der Rechtbank juist is, zou z.i. de deurwaarder zich bij een ontruiming niet hebben te storen aan al die bepalingen, welke in 't belang van dc veilig heid en ten behoeve van het verkeer op de openbare straat zijn vastgesteld. De procureur- generaal was tevens van meening, dat de kos ten van het opslaan op een niet openbare plaats verhaald kunnen worden evenals alle andere ontruimingskosten. Practische bezwaren moch ten z.i. den deurwaarder geen bevoegdheid geven, wettelijke bepalingen- op zijde te zetten. De Hooge Raad heeft zich vereenigd met het oordeel der Rechtbank en overwoog o.m., dat een deurwaarder in den regel en afgezien van bijzondere omstandigheden, van welk ten deze niet is gebleken, mag en moet volstaan met de meubelen, en2. te laten brengen buiten de woning, gewoonlijk dus naar den aan- grenzenden openbaren weg of straat gelijk ook in dit geval is geschied; dat nu wel art. I der Alg. Politie Verorde ning van 's-Gravcnhage in verband met art. 45 dier verordening- op straffe verbiedt om zonder verguning van B. en W. iets op de openbare straat te plaatsen, doch dat een deur waarder, die, als in de onderhavige zaak, eenige meubelen uit de te ontruimen woning op de aangrenzende openbare straat laat neder zetten, geacht moet woïden niet anders te doen dan wat redelijkerwijs noodig is om de hem bij wettelijk voorschrift opgedragen taak van ontruiming te vervullen, m.o.w. dan te han delen ter uitvoering- van een wettelijk voor schrift en alzoo in het midden kan worden gelaten of bij de te loste gelegde er. bewezen verklaarde handeling van een „plaatsen" in den zin van evenbedoelde bepaling sprake is. Het beroep is mitsdien verworpen. Omtrent het verdere verloop der vergade» ring seinde men ons nog dat door mr. Bos werd medegedeeld, dat hij geen benoeming wenschte te aanvaarden. De uitslag was dot tot leden van het comité zijn gekozen de heeren J. W. Bolt, te Nieuwe- Pekela; J. Bulder, advocaat te Veendam; J. J. Thysse, dir. der Bankassociotie te Veendam. De Vereen, voorn Effectenhandel heeft be noemd dc heeren mr. E. Fennema en H. ven Balveren; de Rotterdamsche Vereeniging den heer H. van Donselaar en de Bond van effecten bezitters in de provincie dc heer Schullcr tot Peursum. wereld in te gaan, hetgeen zeer natuurlijk was in een jongmensch. Hij moet wat van de we reld gezien hebben voordat hij zulk een groote verantwoordelijkheid als hem wachtte, op zich nam. Zijn vader begreep hoe verstandig dit was en maakte dus geen bezwaar en zoo ver trok Florimond toen hij twintig jaar oud was en nom deel aan den oorlog in Italië. Twee jaar daorna, nu bijna zes maanden geleden, is zijn vader gestorven; eenige weken daarna stierf ook diens vriend, monsieur de le Vauvrage. De ze laatste heeft het karakter van de douairière van Condillac niet doorzien en dit is de ooi- zaak van de tegenwoordige moeilijkheden. Hij heeft haar dc zorg opgedragen voor zijn doch ter Valérie gedurende de afwezigheid vun Flo rimond. Zoodra deze terugkeerde zou het hu welijk natuurlijk dadelijk voltrokken worden. Alles wat ik u vertel, weet u zelf waarschijnlijk reeds. Maar dat heeft u aan u zelf te wijten: u heeft mijn vragen niet willen beantwoorden". „Neen, neen mijnheer, ik verzeker u dat veel van hetgeen u mij vertelt volkomen nieuw voor mij is". „Het doet mij genoegen dat te hooren, mijn heer de Tressan", zei Garnache met den groot- sten ernst. „Want had u al deze feiten ge» weten dan zou hare majesteit het recht hebben te vragen waarom u in 't geheel niet tusschen- beiden gekomen is in hetgeen op Condillac geschiedt. Maar laat mij voortgaan. Madame de Con dillac en haar dierbare Benjamin deze Marius waren dus gedurende Florlmonds af wezigheid heer en meester over den toestond en hebben zich beijverd doarvan tot hun eigen voordeel partij te trekken Mademoiselle de In Vauvrage, onder voogdij van de markiezin is feitelijk een gevangene en men wil hoor nood zaken met Marius te trouwen. Indien dit af schuwelijke plan gelukt, dan zou de weduwe DOOD DOOR SCHULD? HET AUTO-ONGELUK BIJ OEGSTGEEET DE BELGISCHE CHAUFFEUR VRIJGESPROKEN De Haagsche rechtbank heeft vrijgesproken den chauffeur O. P. Av wonende te Iseghen. (België), beschuldigd van het veroorzaken van dood door schuld, n.l. het aan zijn schuld te wijten hebben, dat op 2 Augustus j.l. dc door hem bestuurde automobiel bij den Haagschen Schouw onder de gemeente Oegstgcest in aan rijding is gekomen met een Ncderlandschen Ford-wagen, bij welke aanrijding een meisje werd gedood en twee dames en een heer vrij enstig werden gewond. Het O. M. had tegen verdacht© 4 maanden gevangenisstraf geeischt Raadsman van verdachte was mr Rocpci Bosch, die naar men zich zal herinneren bij dc behondcling dezer zaak de film in de rechtzaal introduceerde om de onschuld van zijn cliënt aannemelijk te maken. PRINS HENDRIK Z.K.H. de Prins is als eerste lid toegetre den tot de „Stichting dc Jeugd", uitgegeven onder Redactie van het NederlandsCbe Jeugd leiders Instituut te Amsterdam. RAAD VAN STATE. De afwezigheid van Mr. van Leeuwen- Tijdens de afwezigheid van den vice-presi dent van den Raad van State, Mr. Dr. W. F van Leeuwen, die tot herstel van gezondheid buitenslands vertoeft, treedt ols voorzitter van dc voltallige vergaderingen von dit hooge Staatscollege op de Staatsraad Mr J. J. I Harte van Tecklenburg, oudste lid naar an ciënniteit. Als voorzitter van de afdecling voor de geschillen van Bestuur, treedt op Staatsraad Mr. A. D. W. de Vries. PROF. THIERRy. In Leiden terug. Men meldt ons uit Leiden Prof. Dr. G. J. Thierry, hoogleeroar in de Hebreeuwsche taal- en letterkunde*, die tot herstel van zijn gezondheid gerüimen tijd in Zuid-Frankrijk heeft vertoefd is teruggekeerd en zal Donderdag zijn colleges hervatten. TUINBOUW EN PLANTKUNDE. De wintcrbijccnkomst te Groningen. De Koninklijke Nederl. Mij. voor Tuinbouw en Plantkunde zal op Donderdag 23 Fe bruari o.s. in „Harmonie" te Groningen haai winterbijeenkomst houden. EEN TRAMWAGEN IN BRAND. Een gevölg von kortsluiting. Zaterdagochtend omstreeks elf uur is op den hoek van Bezuidenhout en Schenkweg te 's Gravenhage door kortsluiting brand ontstaan op het achterbalcon van een motorwagen van de N. Z. H. T. M., die uit Katwijk was ge komen. De vlammen sloegen eerst uit de scha kelkast. De passagiers konden nog tijdig den wagen verlaten. De brandweer werd dadelijk gealarmeerd. Toen deze kwam, stond het ach ter' ulcon in lichte laaie. Met een kleine straal - p de motorspuit werd het vuur binnen korten 'ijd gebluscht. Het balcon was geheel uitge brand, terwijl ook het dak vernield was. De wagen werd op dood spoor gereden en is later aan een anderen trein gekoppeld en naar de werkplaats te Leiden gereden. DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN. Een paard gedood. Zaterdagochtend reed de landbouwer H. Boot, van Hoornaar, met poard en kar den on- bewaakten overweg te Schelluinen over op het oogenblik dat er een trein passeerde. Het paard werd door den trein gegrepen en ge dood. De voerman is ongedeerd gebleven. niet alleen haar zoon een schoone toekomst verschaffen, een weelderig en eervol leven, maar tevens voldoening geven aan haar opge kropte hoet jegens huar stiefzoon. Maar Mademoiselle verzet zich tegen haar plannen; een toevallige omstandigheid komt haar daarbij tc hulp, 'een gevolg vun de aan matigende verwaandheid, die de belangrijkste karaktertrek van madame schijnt te zijn. Na den dood van den markies had Condillac ge weigerd tienden te betalen aan de Kerk en den bisschop bespot en belecdigd. Dc prelaat wiens vermaningen ijdcl bleken, heeft deze be handeling beantwoord door Condillac onder een interdict te plaatsen cn al de bewoners dc zegeningen der Kerk te onthouden. Het is hun dus niet gelukt een priester te krijgen die zich binnen dc muren van Condillac zou wagen, zoodot het hun onmogelijk zou wezen Marius een huwelijk te laten sluiten met mademoiselle al hadden zij haar daartoe willen noodzaken Florimond is nog steeds afwezig. Wij hebber» allen grond te gclooven, dat men hem den dood van zijn vader niet heeft bekend gemaakt Brieven, die nu en dan van hem komen, be wijzen dot hij leefde ten minste drie maanden geleden. Er is een bode naar hem toegezonden om hem ernstig tc verzoeken dadelijk naar huis terug te keeren. Maar voor dat hij hier kan wezen heeft de koningin besloten de noodzake lijke stappen te doen om mademoiselle de la Vauvrage uit haar gevangenschap te verlossen, opdat zij niet langer gekweld zal worden dooi madame de Condillac en hoor zoon in één woord, opdat zij niet langer gevaar behoeft te loopen. Het is mijn taak, mijnheer, u van deze feiten op de hoogte te brengen en u te verzoeken u naar Condillac te begeven cn mademoiselle de la Vauvrage van daar weg te voeren, zoodot ik haar naar Parijs kan geleiden en onder be- NEDERLANDER IN ZUID FRANKRIJK BEROOFD VAN EDELGESTEENTEN EN BAAR GELD Naar dc Temps mededeelt, is de heer Ra* moer, een Nederlander, in een hotel tc Ro- quibrune bij Kaap Martin in de buurt von Nice beroofd von een aantal edelgesteenten ter waarde van TOO.000 francs, en vnn 10.000 francs in baar geld. Tevens fc» gestolen een credieibrief op een bonk te 's-Gravenhag*. A HOOGENDUK Jz. Bekend reedcr. Te "s-Gravenhage is. 67 jaar oud, overleden de heer A. Hoogendijk Jz. Voor hij te 's-Gra- venhage ging wonen, was de overledene te Vlaardingen een bekend reeder, o.m. oprichter van de Rcedcrij „Doggermnotschappij", waan- van hij moer don 30 jaar directeur was. Ja renlang is hij lid geweest van den Vlaarding- schen gemeenteraad, terwijl hij voorts deel heeft uitgemaakt van het college der zecvis- schorijen. Ook was hij verscheidene jaren lid van het hoofdbestuur van Volksonderwijs, ten- wijl hij in tal van corporaties te Vlaardingen een functie als bestuurslid heeft vervuld. UIT DE ARTSENWERELD. Jubileum dr. J. Hankes Driclsma. Dr. J Hankes Drielsma te Den Haag heeft gisteren zijn zilveren artsjubilcum gevierd. In het wijkgebouw aan dc Gedempte Sloot werd de jubileerende medicus des ochtends namens tal van fondspatiënten door een hun ner toegesproken. Een fraai geschenk werd den jubilaris aangeboden. Een koortje van oud-patiënten had hem tevoren een welkomst lied toegezongen. In den namiddag werd dr. Drielsma tc zij nen huize aan het Sweelinckplein gehuldigd, waartoe zich een comité had gevormd, namens hetwelk generaal J. H. Borel hem toesprak, onder annbieding eener enveloppe voor een door den jubilaris te kiezen bestemming. DE VLASINDUSTRIE IN ZEEUWSCH- VLA AN DEREN. Een permanente ambtelijke commissie. Bij besch. van den min. van binnen), zaken en landbouw is de commissie, welke een on derzoek heeft ingesteld naar den toestand van de vlasindustrie in het Oostelijk deel van Zeeuwsch*-Vlaanderen onder dankbetuiging voor den belangrijken verrichten arbeid ont bonden. Ingesteld is een commissie, genaomd: „Permanente ambtelijke Vlascommissie", aan welke commissie is opgedragen bij voortduring do vlosindustrie in het bijzonder die in het Zuiden der lands te bestudeeren en de regeé- ring daaromtrent van advies te dienen. Tot leden dezer commissie zijn benoemd dc heeren Ir. A. H. Straatman, hoofdinspec teur van den arbeid, te Arnhem; Mever de Vries, rijksinspecteur der werkverschaffing, te Den Haag en ir. Corn. Stevens, rijkslandbouw- consulcnt, te Goes. HET SCHEEPVAARTKUNDIG MUSEUM. Een gemeentelijk subsidie Noot de N. R. Ct. verneemt, ligt een voor stel van B. en W. van Rotterdam gereed om aan het Nationaal technisch hcheepveertkun- dig instituut en museum een subsidie toe te kennen van 20.000 per jaer, welk subsidie, gevoegd bij het bedrog, dat door de instelling zelve zal worden bijeengebracht, het voortbe staan mogelijk zou maken. HET KAMERLID VAN ZADELHOFF. De heer J. van Zadelhoff, lid van de Tweede Kamer voor de S.D.A.P., wordt vandaag zestig jaar. TROELSTRA'S GEZONDHEIDSTOESTAND Naar Het Volk verneemt voelt Troelstra, wiens toestand in den laatsten tijd minder goed was, zich thans weer aanmerkelijk beter scherming plaatsen van hare majesteit totdat de tijd gekomen is wanneer de nieuwe markies haor zal opeischen." Toen hij had uitgesproken leunde mijnheer de Garnache achterover in zijn stoel, wierp het eene been over het andere, vestigde de oogen op het gelaat van den Sénéchal cn wachtte zijn antwoord af. Hij zag het dikke gelaat betrekken. Hij was verslagen. Tressan voelde zich allerellendigst gestemd, de roode gloed die gewoonlijk zijn wangen bedekte, verbleekte aanmerkelijk. Hij trachtte er iets op te bedenken. „Is het niet bij u opgekomen mijnheer, dot er misschien te veel gewicht wordt gehecht aan de woorden van dat kind, van mademoiselle de la Vauvrage?" „Is het bij u opgekomen, dat dit het geval is geweest, dot zfj het geval overdreven heeft klonk de wedervraogvan mijn de Gar nache. „Neen, neen, dot zeg ik niet Maar maar zou het niet beter zijn meer bevredigend voor alle partyen, als u Zelf naar Cohdillac ging, mademoiselle te spreken vroeg en uw boodschap persoonlijk overbracht De Parijzenaar zag hem een oogenblik aan, toen stond hij plotseling op en schoof zijn degen op zijn plaats. Hij fronste de wenkbrau wen waaruit dc Sénéchal opmaakte dat zijn voorstel niet In goede aarde vieL (Woidt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1928 | | pagina 5