AMEftSFÖOUïSCH DAGBl AI)
TWEEDE BLAD
Woensdag 1 Februari 1928
HET FAILLISSEMENT DER VEENDAMMER
HYPOTHEEKBANK
FEUILLETON,
Martin's Verjongingskuur.
„or riep de Séndchal verrukt uit. „Een
mooie vrouw een edele, een prachtige
stouw"
26e JAARGANG ..DE EEMIANDER" No. 183
HET APPEL INGETROKKEN
EEN VERGADERING VAN PANDBRIEFHOUDERS
In de gister gehouden vergadering van
pandbriefhouders der Veendammer Hypo
theekbank heeft de voorzitter der Vereeni
ging voor den Effectenhandel, de heer J
Stroeve J.Gzn. meegedeeld dat het bij hei
Gerechtshof aanhangig gemaakt cppèl inzake
de fnilJissementsverklaring der Veendammer
Hypotheekbank is ingetrokken.
Onder leiding van het Bestuur der Vereeni
ging voor den Effectenhandel werd heden te
Amsterdam een vergadering van pandbrief
houders ven de Veendammer Hypotheekbank
gehouden. De voorzitter der Vereeniging voor
den Effectenhandel, dc heer J. StToeve J.Ezn
presideerde
Bij de opening herinnerde hij eraan, dat in
den laatsten tijd herhaaldelijk klachten bij het
Bestuur der Vereeniging voor den Effecten
handel over de geste van de Veendammer
Hypotheekbank zijn binnengekomen
Was er aanvankelijk geen reden tot ingrij
pen, laten toen de klachten ernsiiger werden
en de pandbrieven ongeveer 65 pot. noteer
den, heeft het Bestuur contact gezocht met
de Bank. Een onderhoud heeft plaats gehad
met de heer Schim van der Loeff, die ge
durende acht dagen president-commdssriris
der Bank was. Intusschcn werd de Veendam
mer Hypotheekbank failliet verklaard, doch
er werd tegen dit faillissement verzet aonge-
teekend. Daarom moest het Bestuur der ver
eeniging zijne actie voortzetten. Nu is ech
ter het appèl ingetrokken en in dit
verband deed zich de vraag voor, of het nog
"wel noodig was de actie voort te zetten.
Na raadpleging van de curaroren heeft
het Bestuur der Vereeniging besloten deze
vergadering toch te loten doorgaan teneinde
een comité te kunnen vormen ter behartiging
van de belangen van pandbriefhouders.
Het comité, dat consultatief zal optreden,
zal bestaan uit zeven leden, waarvan drie zul
len worden benoemd door de aanwezige pand
briefhouders, die echter in gcenerlei verband
gestaan mogen hebben met de Veendammer
Hypotheekbank of met eenig Comité, dot rich
voor deze zaak geinteresseerd heeft.
De heer Biese, accountant te Veendam,
merkte op, dat deze vergadering een wassen
neus is. Als de drie hceren benoemd worden,
die het Bestuur der Vereeniging voor den
Effectenhandel daartoe heeft uitgekozen, zal
het comité bestaan uit zeven vertegenwoor
digers van Banken en de Vereeniging voor
den Effectenhandel.
De pandbriefhouders zullen dan niets te
zeggen hebben.
De Voorzitter antwoordt den heer Bie-
ze, dat het bestuur de candidaten niet noemt,
maar de vergadering. Hij wijst er op dat voor
4J4 millioen pandbrieven is aangemeld, doch
dat er voor 2.500.000 ingeleverd is.
Laat de heer Bieze candidaten noemen.
De heer Ten Have uit Scheemda wil
gaarne aan de uitnoodiging van den voor
zitter voldoen en noemt als candidaten de
hceren Dieze te Veendam, rar. Gezelle Meer
burg te Utrecht en Notaris Bolt te Nieuwe
Pekcla.
Namens het bestuur der Vereeniging voor
'den Effectenhandel in de provincie Groningen
noemde de heer mr. v. d. Berg als de can
didaten dezer vereenigingNotaris Bolt, W.
'J Bulder te Veendam on J. J. Thijssen te Gro
ningen.
Spr was het niet eens met den heer Bieze,
dat deze vergadering een wassen neus is.
De heer B o s s i n g a vroeg waarom deze
vergadering slechts drie leden in het Comité
mag aanwijzen, terwijl de Vereeniging voor
den Effectenhandel vïct leden kan aanwijzen
De Voorzitter zeide, dat de door de
Vereeniging aan te wijzen leden in het Comité
zitting k.ijgcn, om daarin leiding te geven.
De heer Bernhard zeide zich er over te
verwonderen dat de heeren in het Noorden,
die eigenlijk het vertrouwen niet verdiend
hebben, de zetels in het Comité opeischcn.
Uit dc plaatsing van de pandbrieven voor
millioen in het Noorden blijkt, dat men in
Holland een beteren kijk op den gang van
zaken heeft gehad.
Nadat de heer Bieze het verwijt van den
heer Bernhard van de hand had gewezen,
drong de heer Joosten (Haarlem) er op aan,
met kracht xn te grijpen, opdat het vertrouwen
in de hypotheekbanken weer herwonnen wordt.
De heer Feenstra uit Zwolle vroeg hoe
de heer Bernhard, die zoo'n wantrouwen in de
Groningers heeft uitgesproken, het kan ver
klaren, dat de Ned. Bonk in 1920 nog pand
brieven in beleening heeft aangenomen.
De heer Bernhard verwees den heer
Feenstra naar den heer Vissering.
De heer Kloppenburg zeide op deze
vergadering te zijn gekomen, om zich hier als
„auctor intellectuals" te komen verdedigen.
Reeds in November heeft hij pogingen gedaan,
om de noodige gegevens tegen de Veendam
mer Hypotheekbank te verzamelen. Op 24
December heeft hij den Haagschen hoofdcom
missaris van politie op de hoogte gesteld en
op 26 December toen spr. zijn rapport gereed
had heeft hij zijn aanklacht ingediend. Hem
komt dus de eer toe, dat uitsluitend als ge
volg van het door hem ingediende rapport dc
zaak aan het rollen is gebracht. Een verzoek
van een beschermingscomité te vormen, kwam
reeds lang nadat spr. bezig was met het op
stellen van zijn rapport.
Naast de gegevens, door hem neergelegd In
het rapport, zijn hem uit de talrijke besprekin
gen met dc schuldigen diverse zaken bekend
geworden, die voor pandbriefhouders in de
praktijk zeer nuttig zouden blijken.
Niet de heer Bernhard, maar spr. heeft de
zoak geëntameerd en hij meende dat het voor
hem een slechte bclooning is, dot het bestuur
der Vereeniging voor den Effectenhandel hem
en andere pandbriefhouders, die zich voor deze
zaak geïnteresseerd hebben, uit het te benoe
men comité wil uitsluiten.
De voorzitter merkte op, dut het comité
met een schoone lei moet komen.
Er moeten „frissche" menschen in en geen
personen, die allerlei ongecontroleerde praat
jes hebben uitgebazuind.
De heer Kloppenburg meende daar
tegenover te moeten opmerken, dat hij het
comité belangrijke diensten kan aanwijzen, daar
hij over nieuwe gegevens beschikt.
Interruptie: „Die gegevens hadt u al
long te bevoegder plaatse moeten deponee-
ren".
De heer Kloppenburg hield vol, dat het
standpunt van het bestuur der vereeniging on
juist is.
De heer mr. Bos, voorzitter van de Ver
eeniging van Hypotheekbanken, zeide zich niet
te kunnen begrijpen, dat de heer Kloppenburg,
die alles kon doen in de Veendammer Hypo
theekbank een beschermingscomité noodig had.
Spr wees erop, dat na het bestuur van de
heeren Woltman c.s., wier aanhouding de heer
Kloppenburg heeft verzocht, dc boel is weg
gesleept, doch vergat te zeggen dat een nieuwe
directie zou worden benoemd, die den heeren
Woltman c.s. 2/4 millioen zou uitkeeren.
De heer Licberman was tot in het laatste
oogenblik in gebreke gebleven de vereischtc
som te storten voor de couponbetaling, on
danks hetgeen de heer Kloppenburg beweerde.
Spr. betwijfelde of dc heer Kloppenburg wel
zoo'n druk op dc heeren Woltman c.s. heeft
uitgeoefend.
De Vereeniging van directeuren heeft ervoor
gewaakt, dat het gebeurde met de Veendam
mer op een lijn zou worden gesteld met crisis-
of marken-verliezen, welke er niets mede te
maken had.
Spr. vroeg welke andere hypotheekbanken
volgens den heer Kloppenburg nog gevaar
loopen.
De heer De Vries, uit den Haag, memo
reerde wat er olzoo gezegd is, doch wij zitten
hier als pandbriefhouders. Niet als nieuwsgieri
gen, doch om te zien wat er nog te redder,
volt.
De honden blaffen, maar de karavaan trekt
voorbij.
Door RAFAEL SABATINI.
Uit het Engelsch door C. M. G. d. W.
6
De Sénéchal maakte een deftige buiging en
mijnheer de Garnache ging voort
„Deze jongere zoon ik geloof dat hij nog
geen een-en-twintig jaar is is zoo iets van
een deugniet geweest".
„Een deugniet? Lieve hemel neen! Dat is
een strenge naam dien u hem geeft. Een weinig
onverstandig nu en dan, een weinig onbezon
nen, dat zijn de jongelui wél meer.'
Hij zou nog wel meer gezegd hebben, maar
«Je man uit Parijs was niet van plan zijn tijd
te vermorsen met spitsvondigheden.
„Nu goed dan", viel hij hem in de rede. „Wij
zullen dus zeggen wat onverstandig. Mijn op
dracht heeft niets te maken met de moraliteit
van mijnheer Marius of wel zijn gemis aan
moraliteit. Deze onbezonnenheden <öe u zoo
w 'V telt, schijnen toch voldoende geweest
te rijn om hem van zijn ve^er te vervreemden,
Iets dat hem aan ziin moeder nog dierbaarden
maakte. Ik heb gehoord dat zij een buitenge,
woon mooie vrouw is, det haar zoon haar bij-
zonder vereert.
I „Hmf' Garnache nam de extase en den
glimlach met een boos oog op. Daarno ging
hij voort
„De overleden markies was zeer bevriend
met zijn buurman, nu eveneens overleden, den
heer de la Vauvrage. Deze mijnheer de la Vau-
vi age had oen cenig kind, een dochter, de
erfgename van zijn zeer belangrijke bezittingen,
waarschijnlijk de rijkste in heel Dauphiné, in
dien ik goed ben ingelicht. Het was zijn dier
baarste wensch, hetgeen een levenslange vriend
schap geweest was in zijn eigen geslacht te
veranderen in een hechter betrekking voor het
volgende geslacht, een wensch die weerklank
vond in het hart van mijnheer de Condillac.
Florimond de Gondillac was toen zestien jaar
en Valérie de la Vauvrage veertien Hoe jong
zij ook waren, zij werden verloofd en zij groei
den op met de gedachte dat zij elkaar zouden
liefhebben en de plannen ten uitvoer brengen
die hun vaders voor hen gemaakt hadden
„Mijnheer, mijnheer" kwam de Sénécnal ius-
schenbeiden. „Hoe kunt u met mogelijkheid
zulke gevolgtrekkingen maken? Hoe kunt u
zeggen dat zij elkaar lief hodden? Op welke
gronden kunt u beweren te weten, wat in hun
hart omging?"
„Op grond van de getuigenis van mademoi
selle de la Vauvrage", was het onverantwoorde
lijke bescheid. „Ik vertel u min of meer, wat
zij zelf aan de koningin geschreven heeft."
„O! goed, goed ga voort mijnheer".
„Door dat huwelijk zou Florimond dc Con
dillac de rijkste en machtigste edelman wor
den van Dauphiné een van de rijkste van
heel Frankrijk. En dat denkbeeld behaagde dct.
ouden markies te meer, daar het verschil, dat
er zou bestaan tusschen de wereldlijke bezit
tingen van zijn twee zoons zijn afkeuring zou
te kennen geven van het gedrag van den jong
ste; Maar voordat hij zich in Dauphiné neer
zette gaf Florimond den wensch te kennen de
HAAGSCHE ONTRUIMINGS
KWESTIE
DE DEURWAARDER EN DE
GEMEENTELIJKE VERORDENINGEN
DE DEURWAARDER IN
HET GELIJK GESTELD
De Hooge Raad heeft bij vervroeging arrest
gewezen in*de bekende Haagsche ontruimings-
kwestie.
Zooals men zich herinneren zal, is 30 Nov
1926 proces-verbaal opgemaakt tegen deur
waarder H. L. C. v. d. Groen wegens het op
de openbare straat neerzetten en laten staan
van in de Zuiüngstraat 94 in beslag genomen
goederen zonder vergunning van B. en W
De deurwaarder voerde te zijner verdediging
o.m. aan, dat hij het feit had begaan bij uit
voering van een wettelijk voorschrift. Het
vonnis van den kantonrechter was gebaseerd
op art. 1 der Alg. Politieverordening van
s Gravenhage, o.m. verbiedende zonder ver
gunning von B. en W. iets op de openbare
straat plaatsen. De kantonrechter was van
meening, dat de deurwaarder de meubelen had
kunnen opslaan op een niet openbare plaa's.
In hooger beroep heeft de Rechtbank net
vonnis van het kantongerecht vernietigd, G.
niet strafbaar geoordeeld en ontslagen van
rechtsvervolging. De Rechtbank overwoog
o.a. dat de deurwuarder verplicht was de
goederen, die zich in de woning, welke ont
ruimd moest worden, bevinden, buitenshuis te
brengen. Ook overwoog de rechtbank, dat,
daargelaten of de deurwaarder bevoegd zou
zijn de meubelen mede te nemen, de opslag
op een niet openbare plaats noodzakelijk kos
ten zou meebrengen, welke dc deurwaarder
niet op zijn lastgever zou kunnen verhalen.
In het belang der wet had de procureur bij
den Hoogen Raad vernietiging gevraagd van
dit vonnis. Indien de zienswijze der Rechtbank
juist is, zou z.i. de deurwaarder zich bij een
ontruiming niet hebben te storen aan al die
bepalingen, welke in 't belang van dc veilig
heid en ten behoeve van het verkeer op de
openbare straat zijn vastgesteld. De procureur-
generaal was tevens van meening, dat de kos
ten van het opslaan op een niet openbare plaats
verhaald kunnen worden evenals alle andere
ontruimingskosten. Practische bezwaren moch
ten z.i. den deurwaarder geen bevoegdheid
geven, wettelijke bepalingen- op zijde te
zetten.
De Hooge Raad heeft zich vereenigd met
het oordeel der Rechtbank en overwoog o.m.,
dat een deurwaarder in den regel en afgezien
van bijzondere omstandigheden, van welk ten
deze niet is gebleken, mag en moet volstaan
met de meubelen, en2. te laten brengen buiten
de woning, gewoonlijk dus naar den aan-
grenzenden openbaren weg of straat gelijk ook
in dit geval is geschied;
dat nu wel art. I der Alg. Politie Verorde
ning van 's-Gravcnhage in verband met art. 45
dier verordening- op straffe verbiedt om
zonder verguning van B. en W. iets op de
openbare straat te plaatsen, doch dat een deur
waarder, die, als in de onderhavige zaak,
eenige meubelen uit de te ontruimen woning
op de aangrenzende openbare straat laat neder
zetten, geacht moet woïden niet anders te doen
dan wat redelijkerwijs noodig is om de hem
bij wettelijk voorschrift opgedragen taak van
ontruiming te vervullen, m.o.w. dan te han
delen ter uitvoering- van een wettelijk voor
schrift en alzoo in het midden kan worden
gelaten of bij de te loste gelegde er. bewezen
verklaarde handeling van een „plaatsen" in den
zin van evenbedoelde bepaling sprake is.
Het beroep is mitsdien verworpen.
Omtrent het verdere verloop der vergade»
ring seinde men ons nog dat door mr. Bos
werd medegedeeld, dat hij geen benoeming
wenschte te aanvaarden.
De uitslag was dot tot leden van het comité
zijn gekozen de heeren J. W. Bolt, te Nieuwe-
Pekela; J. Bulder, advocaat te Veendam; J. J.
Thysse, dir. der Bankassociotie te Veendam.
De Vereen, voorn Effectenhandel heeft be
noemd dc heeren mr. E. Fennema en H. ven
Balveren; de Rotterdamsche Vereeniging den
heer H. van Donselaar en de Bond van effecten
bezitters in de provincie dc heer Schullcr tot
Peursum.
wereld in te gaan, hetgeen zeer natuurlijk was
in een jongmensch. Hij moet wat van de we
reld gezien hebben voordat hij zulk een groote
verantwoordelijkheid als hem wachtte, op zich
nam. Zijn vader begreep hoe verstandig dit
was en maakte dus geen bezwaar en zoo ver
trok Florimond toen hij twintig jaar oud was en
nom deel aan den oorlog in Italië. Twee jaar
daorna, nu bijna zes maanden geleden, is zijn
vader gestorven; eenige weken daarna stierf
ook diens vriend, monsieur de le Vauvrage. De
ze laatste heeft het karakter van de douairière
van Condillac niet doorzien en dit is de ooi-
zaak van de tegenwoordige moeilijkheden. Hij
heeft haar dc zorg opgedragen voor zijn doch
ter Valérie gedurende de afwezigheid vun Flo
rimond. Zoodra deze terugkeerde zou het hu
welijk natuurlijk dadelijk voltrokken worden.
Alles wat ik u vertel, weet u zelf waarschijnlijk
reeds. Maar dat heeft u aan u zelf te wijten: u
heeft mijn vragen niet willen beantwoorden".
„Neen, neen mijnheer, ik verzeker u dat veel
van hetgeen u mij vertelt volkomen nieuw voor
mij is".
„Het doet mij genoegen dat te hooren, mijn
heer de Tressan", zei Garnache met den groot-
sten ernst. „Want had u al deze feiten ge»
weten dan zou hare majesteit het recht hebben
te vragen waarom u in 't geheel niet tusschen-
beiden gekomen is in hetgeen op Condillac
geschiedt.
Maar laat mij voortgaan. Madame de Con
dillac en haar dierbare Benjamin deze
Marius waren dus gedurende Florlmonds af
wezigheid heer en meester over den toestond
en hebben zich beijverd doarvan tot hun eigen
voordeel partij te trekken Mademoiselle de In
Vauvrage, onder voogdij van de markiezin is
feitelijk een gevangene en men wil hoor nood
zaken met Marius te trouwen. Indien dit af
schuwelijke plan gelukt, dan zou de weduwe
DOOD DOOR SCHULD?
HET AUTO-ONGELUK BIJ
OEGSTGEEET
DE BELGISCHE
CHAUFFEUR VRIJGESPROKEN
De Haagsche rechtbank heeft vrijgesproken
den chauffeur O. P. Av wonende te Iseghen.
(België), beschuldigd van het veroorzaken van
dood door schuld, n.l. het aan zijn schuld te
wijten hebben, dat op 2 Augustus j.l. dc door
hem bestuurde automobiel bij den Haagschen
Schouw onder de gemeente Oegstgcest in aan
rijding is gekomen met een Ncderlandschen
Ford-wagen, bij welke aanrijding een meisje
werd gedood en twee dames en een heer vrij
enstig werden gewond. Het O. M. had tegen
verdacht© 4 maanden gevangenisstraf geeischt
Raadsman van verdachte was mr Rocpci
Bosch, die naar men zich zal herinneren
bij dc behondcling dezer zaak de film in de
rechtzaal introduceerde om de onschuld van
zijn cliënt aannemelijk te maken.
PRINS HENDRIK
Z.K.H. de Prins is als eerste lid toegetre
den tot de „Stichting dc Jeugd", uitgegeven
onder Redactie van het NederlandsCbe Jeugd
leiders Instituut te Amsterdam.
RAAD VAN STATE.
De afwezigheid van Mr. van
Leeuwen-
Tijdens de afwezigheid van den vice-presi
dent van den Raad van State, Mr. Dr. W. F
van Leeuwen, die tot herstel van gezondheid
buitenslands vertoeft, treedt ols voorzitter van
dc voltallige vergaderingen von dit hooge
Staatscollege op de Staatsraad Mr J. J. I
Harte van Tecklenburg, oudste lid naar an
ciënniteit.
Als voorzitter van de afdecling voor de
geschillen van Bestuur, treedt op Staatsraad
Mr. A. D. W. de Vries.
PROF. THIERRy.
In Leiden terug.
Men meldt ons uit Leiden
Prof. Dr. G. J. Thierry, hoogleeroar in de
Hebreeuwsche taal- en letterkunde*, die tot
herstel van zijn gezondheid gerüimen tijd in
Zuid-Frankrijk heeft vertoefd is teruggekeerd
en zal Donderdag zijn colleges hervatten.
TUINBOUW EN PLANTKUNDE.
De wintcrbijccnkomst te
Groningen.
De Koninklijke Nederl. Mij. voor Tuinbouw
en Plantkunde zal op Donderdag 23 Fe
bruari o.s. in „Harmonie" te Groningen haai
winterbijeenkomst houden.
EEN TRAMWAGEN IN BRAND.
Een gevölg von kortsluiting.
Zaterdagochtend omstreeks elf uur is op
den hoek van Bezuidenhout en Schenkweg te
's Gravenhage door kortsluiting brand ontstaan
op het achterbalcon van een motorwagen van
de N. Z. H. T. M., die uit Katwijk was ge
komen. De vlammen sloegen eerst uit de scha
kelkast. De passagiers konden nog tijdig den
wagen verlaten. De brandweer werd dadelijk
gealarmeerd. Toen deze kwam, stond het ach
ter' ulcon in lichte laaie. Met een kleine straal
- p de motorspuit werd het vuur binnen korten
'ijd gebluscht. Het balcon was geheel uitge
brand, terwijl ook het dak vernield was.
De wagen werd op dood spoor gereden en
is later aan een anderen trein gekoppeld en
naar de werkplaats te Leiden gereden.
DE ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
Een paard gedood.
Zaterdagochtend reed de landbouwer H.
Boot, van Hoornaar, met poard en kar den on-
bewaakten overweg te Schelluinen over op het
oogenblik dat er een trein passeerde. Het
paard werd door den trein gegrepen en ge
dood. De voerman is ongedeerd gebleven.
niet alleen haar zoon een schoone toekomst
verschaffen, een weelderig en eervol leven,
maar tevens voldoening geven aan haar opge
kropte hoet jegens huar stiefzoon.
Maar Mademoiselle verzet zich tegen haar
plannen; een toevallige omstandigheid komt
haar daarbij tc hulp, 'een gevolg vun de aan
matigende verwaandheid, die de belangrijkste
karaktertrek van madame schijnt te zijn. Na
den dood van den markies had Condillac ge
weigerd tienden te betalen aan de Kerk en
den bisschop bespot en belecdigd. Dc prelaat
wiens vermaningen ijdcl bleken, heeft deze be
handeling beantwoord door Condillac onder een
interdict te plaatsen cn al de bewoners dc
zegeningen der Kerk te onthouden. Het is hun
dus niet gelukt een priester te krijgen die zich
binnen dc muren van Condillac zou wagen,
zoodot het hun onmogelijk zou wezen Marius
een huwelijk te laten sluiten met mademoiselle
al hadden zij haar daartoe willen noodzaken
Florimond is nog steeds afwezig. Wij hebber»
allen grond te gclooven, dat men hem den dood
van zijn vader niet heeft bekend gemaakt
Brieven, die nu en dan van hem komen, be
wijzen dot hij leefde ten minste drie maanden
geleden. Er is een bode naar hem toegezonden
om hem ernstig tc verzoeken dadelijk naar huis
terug te keeren. Maar voor dat hij hier kan
wezen heeft de koningin besloten de noodzake
lijke stappen te doen om mademoiselle de la
Vauvrage uit haar gevangenschap te verlossen,
opdat zij niet langer gekweld zal worden dooi
madame de Condillac en hoor zoon in één
woord, opdat zij niet langer gevaar behoeft te
loopen.
Het is mijn taak, mijnheer, u van deze feiten
op de hoogte te brengen en u te verzoeken u
naar Condillac te begeven cn mademoiselle de
la Vauvrage van daar weg te voeren, zoodot
ik haar naar Parijs kan geleiden en onder be-
NEDERLANDER IN ZUID
FRANKRIJK BEROOFD
VAN EDELGESTEENTEN
EN BAAR GELD
Naar dc Temps mededeelt, is de heer Ra*
moer, een Nederlander, in een hotel tc Ro-
quibrune bij Kaap Martin in de buurt von Nice
beroofd von een aantal edelgesteenten ter
waarde van TOO.000 francs, en vnn 10.000
francs in baar geld. Tevens fc» gestolen een
credieibrief op een bonk te 's-Gravenhag*.
A HOOGENDUK Jz.
Bekend reedcr.
Te "s-Gravenhage is. 67 jaar oud, overleden
de heer A. Hoogendijk Jz. Voor hij te 's-Gra-
venhage ging wonen, was de overledene te
Vlaardingen een bekend reeder, o.m. oprichter
van de Rcedcrij „Doggermnotschappij", waan-
van hij moer don 30 jaar directeur was. Ja
renlang is hij lid geweest van den Vlaarding-
schen gemeenteraad, terwijl hij voorts deel
heeft uitgemaakt van het college der zecvis-
schorijen. Ook was hij verscheidene jaren lid
van het hoofdbestuur van Volksonderwijs, ten-
wijl hij in tal van corporaties te Vlaardingen
een functie als bestuurslid heeft vervuld.
UIT DE ARTSENWERELD.
Jubileum dr. J. Hankes Driclsma.
Dr. J Hankes Drielsma te Den Haag heeft
gisteren zijn zilveren artsjubilcum gevierd.
In het wijkgebouw aan dc Gedempte Sloot
werd de jubileerende medicus des ochtends
namens tal van fondspatiënten door een hun
ner toegesproken. Een fraai geschenk werd
den jubilaris aangeboden. Een koortje van
oud-patiënten had hem tevoren een welkomst
lied toegezongen.
In den namiddag werd dr. Drielsma tc zij
nen huize aan het Sweelinckplein gehuldigd,
waartoe zich een comité had gevormd, namens
hetwelk generaal J. H. Borel hem toesprak,
onder annbieding eener enveloppe voor een
door den jubilaris te kiezen bestemming.
DE VLASINDUSTRIE IN ZEEUWSCH-
VLA AN DEREN.
Een permanente ambtelijke
commissie.
Bij besch. van den min. van binnen), zaken
en landbouw is de commissie, welke een on
derzoek heeft ingesteld naar den toestand van
de vlasindustrie in het Oostelijk deel van
Zeeuwsch*-Vlaanderen onder dankbetuiging
voor den belangrijken verrichten arbeid ont
bonden. Ingesteld is een commissie, genaomd:
„Permanente ambtelijke Vlascommissie", aan
welke commissie is opgedragen bij voortduring
do vlosindustrie in het bijzonder die in het
Zuiden der lands te bestudeeren en de regeé-
ring daaromtrent van advies te dienen.
Tot leden dezer commissie zijn benoemd
dc heeren Ir. A. H. Straatman, hoofdinspec
teur van den arbeid, te Arnhem; Mever de
Vries, rijksinspecteur der werkverschaffing, te
Den Haag en ir. Corn. Stevens, rijkslandbouw-
consulcnt, te Goes.
HET SCHEEPVAARTKUNDIG MUSEUM.
Een gemeentelijk subsidie
Noot de N. R. Ct. verneemt, ligt een voor
stel van B. en W. van Rotterdam gereed om
aan het Nationaal technisch hcheepveertkun-
dig instituut en museum een subsidie toe te
kennen van 20.000 per jaer, welk subsidie,
gevoegd bij het bedrog, dat door de instelling
zelve zal worden bijeengebracht, het voortbe
staan mogelijk zou maken.
HET KAMERLID VAN ZADELHOFF.
De heer J. van Zadelhoff, lid van de Tweede
Kamer voor de S.D.A.P., wordt vandaag zestig
jaar.
TROELSTRA'S GEZONDHEIDSTOESTAND
Naar Het Volk verneemt voelt Troelstra,
wiens toestand in den laatsten tijd minder
goed was, zich thans weer aanmerkelijk beter
scherming plaatsen van hare majesteit totdat
de tijd gekomen is wanneer de nieuwe markies
haor zal opeischen."
Toen hij had uitgesproken leunde mijnheer
de Garnache achterover in zijn stoel, wierp
het eene been over het andere, vestigde de
oogen op het gelaat van den Sénéchal cn
wachtte zijn antwoord af.
Hij zag het dikke gelaat betrekken. Hij was
verslagen. Tressan voelde zich allerellendigst
gestemd, de roode gloed die gewoonlijk zijn
wangen bedekte, verbleekte aanmerkelijk. Hij
trachtte er iets op te bedenken.
„Is het niet bij u opgekomen mijnheer, dot
er misschien te veel gewicht wordt gehecht aan
de woorden van dat kind, van mademoiselle
de la Vauvrage?"
„Is het bij u opgekomen, dat dit het geval
is geweest, dot zfj het geval overdreven
heeft klonk de wedervraogvan mijn de Gar
nache.
„Neen, neen, dot zeg ik niet Maar maar
zou het niet beter zijn meer bevredigend
voor alle partyen, als u Zelf naar Cohdillac
ging, mademoiselle te spreken vroeg en uw
boodschap persoonlijk overbracht
De Parijzenaar zag hem een oogenblik aan,
toen stond hij plotseling op en schoof zijn
degen op zijn plaats. Hij fronste de wenkbrau
wen waaruit dc Sénéchal opmaakte dat zijn
voorstel niet In goede aarde vieL
(Woidt vervolgd)