AM ËBSFÖO0ÏS CH DAGBIAff
TWEEDE BLAD
Maandag 5 Maart 1928
JAN TOOROP f
FEUILLETON.
Martin's Verjongingskuur.
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
Mantelcostuums, ook naar maat.
26c JAARGANG -DE EEMLANDER" No. 211
DE LEVENDE, DE VITALE IS HEENGEGAAN MYSTICUS,
REALIST, IMPRESSIONNIST EN CUBIST TEGELIJK
DE DRIE PHAZEN UIT ZIJN RIJK GESCHAKEERDE OEUVRE
Jan Toorop is Za
terdagmiddag om zes
uur in het Roede Kruis
Ziekenhuis te Den
Haag op 69-jarigen
leeftijd overleden.
Na zijn zeer lang.
durig lijden, waarom
trent onze lezers
voortdurend zijn inge
licht was de schilder
de laatste dagen niet
meer tot bewustzijn
gekomen en vererger
de zijn toestand gaan
deweg. Zaterdagmid
dag om 6 uur over
leed hij, kalm en rustig, zonder eenigen uiter-
1 ijken doodsstrijd. Zijn naaste familieleden ston
den om zijn bed geschaard, teen hij den laat-
sten adem uitblies.
De kunstenaar werd 20 December 1858 ge
boren in Ird'ë Van zijn jeugd weten wij
weinig. Hijzelf herinnert zich een reis, toen
hij 9 jaar oud was. van Banka naar Butaviu.
Als jongen kwam hij naor ons land op kost
school te Driebergen Hij was 'n echte Indische
jongen met levendigen aard en donker uiter
lijk, een echte robbedoes Maar van aanleg
of neiging tot teekenen heeft niemand toen
iets vermoed.
Zijn studie te Delft brak Toorap of Hij trok
naar Amsterdam, waar een kunstverzamelaar
Ahn hem ontdekte. Hij sloot fc'ch aan bij St
Lucas en kwam in kennis met Derkinderen,
van dei Valk, Jac. van Looy.
In T880 trok hij naar Brussel, daarna tot
'84 te Mechelen, waar bij den Belg de Greux
leerde kennen. In dezen tijd ontstonden „De
begrafenis". „De Magiër" en „De gauwdief',
waarin bet academische werken nog over-
b^er^c^^nd is. Hii verd er mede-oprichter van
„Les XX", een schildergenootschap waartoe
ook Meunier, van Riissclbcrghe, Verhaeren,
Cam. Lemonnier toetraden. Zij vormden een
vereenigïng van impressionisten, die hun
room ontleencn aan een toevallige uitspraak
Van C'aude Monet-
In T885 was Toorop te Londen, waar hij
zün letere vrouw, Janet Hall. leerde kennen
Zij was kathol'ek, hij protestant. De kunst
van Turner maakte diepen indruk op hem
Uit dezen tijd is o.a. „Before the door of the
hou«e of Refuge" waarop reeds een me'si es-
kcp:e voorkomt in deo^elfdon geest als die,
welke hii later veel teekende.
Naar België teruggekeerd, leefde hij «terk
mee mot het volk, niet olleen als schilder.
Zijn kunst van zwart en wit ontwikkelde hij
steeds verdc-r. In 1890 kwom hij te Ka tv/ijk,
wanr hij de zee toekende. die een bliivenden
indruk maakte. Het symbol:«chp element weid
in de Kotwijker jsren (tot *92) steeds sterker.
Hier teekende hii „De drie Bruiden", dat
worderschoonc zelfportret van ziin innerlijken
toestand Met B-rlage in aanraking gekomen,
werkte hij aan de versiering van eon villa te
Schevenirgen. In den Hna" rchtte hii met
de Bock en orderen d-n H«ng?chen Kunst-
kr:"g op, tegenover „Pu'chri".
EVm komt het be'nngrijke werk aan Ber-
lage's beurs, waarom zooveel te doen is ge
weest. Het nubl'rk ontving deze teekeningen,
d:e het leelirk 'vond. met zooveel haat, dat
Toorop's positie even wankel werd Men
lachte om ziin symboliek, men schold hem
voor gek, en de storm van verontvaard'ging
dreigde zijn werk te doen verwijderen. De
Zonder arbeid is inspiratie niets.
WILLIAM HUNT.
Door RAFAEL SABATINI
Uit het Engelsrh doot C. M. G cL W.
33
„En zouden ze wel betalen die lui waar
we voor werken moeten zouden ze wel be
talen die vijftig pistolen?"
„Zij vragen tot nu toe mijn hulp. Misschien
kunnen ze jou gebruiken als ik het hun vraag".
„En dat wil je wel, je bent een landgenoot
Van mij. Je wil wel hè? Wij zijn kameraden;
wij zijn vrienden, en we zijn landgenooten in
oen vreemd land. Er is niets wat ik niet voor
je zou willen doen. Battista. Kijk, ik zou voor
je willen sterven als het noodig was. B'j
Baci^usl dat zou ik best do^nl Zoo her; ik
als ik van iemand houd".
Garnache klopte hem op den schouder. „Je
bent oen beste kerel, Arsenio!"
„En wil je een goed woord voor mij doen
„Maar je weet nog niet wat er van je ge
vraagd wordt. Je weigert misschien als het je
ten slotte aangeboden wordt
„Vij'tig pistolen weigeren Dat ik zoo n
arme drommel ben, zou mijn eigen schuld
wezen als ik zoo iets gewoon was te doen. Het
mag wezen wat het wil, 't kon mij niet schelen,
mijn geweien laat mij niet met rust zoolang ik
in dienst ben te Condillac. Vertel mij hoe ik
die vijftig pistolen verdienen kan, en je kunt
op mij rekenen."
Garnache was voldaan. Maar hij vertelde ei
mannen van de Beurs en den Raad hebben
echter stond gehouden, en hem verded'gd.
In 1905 ging Toorop over tot het katho
lieke geloof, waortoc h'i eigenliik altijd, on
bewust, heeft gehoord. Reeds vóór zijn cver-
garg, toen hijzelf nog niet wist, waarheen
h'j ff'rgr vindt men in zijn werk aanwijzin
gen. dnt hij naar het katholicisme gaat.
U't T905 is de Kersttriptiek, die zijn over
gang begeleidt Veel vijandschap heeft de
kunstenaar er door uitgelokt Velen vielen
hem of, maar niet degenen, op wie hijzelf
prijs st<°de. Na een tijd van tasten en zoeken
komt dan de symbolische kunst, waarin
Toorop vele bijzonder mooie kunstwerken
heeft geschapen Daaronder nemen zijn apos*
telfi-ruren een eerste plaats in, zijn Dunte
(T9T3), de teekeningen van Brugge, en «rit
het oorlogsjaar .Het Heilige Schreed". Dan
volgen vele portretten N^ast de oudere van
dr. Aliens, douair de Vos van Steenwijk,
Houtens, staan dip van Verriert. Miek Jansen
In de jaren 19I6-'T7 maakt hij de kru:sweg-
stutics voo. de kerk re Oocterbcek. op pa-
neden van frio'ex cederhout.
In de periode van 19181920 volgt een
reis naar Lourdes en een tocht door de Pyre
neeën (teekeningen Grot van Lourdes, „de
H. Maegd van Lourdes" en ..de Baskisrhe
Herder") Het jaar 1918 bracht den 00-
jnrigen het schoon festiin van eene zeer com
plete Eere-tentoonstelÜng van zijn werk in
het S'cdeliik Museum te Amsterdam, door
vriend"n ingericht.
De kunctenoar kon zich in latere jaren
niet zoo goed meer bewegen doch ziin werk
kracht is onverzwakt gebleven, tot dat het
liiden kwam, hetgeen een einde maakte aan
dit rijke en diepbezieldc leven.
De heer W. Jos de Gmyter schrijft het vol-
gei de
Toorop, de levende, de vitale, is heen ge
gaan. Het beweeglijke en bewogene vond uit
eindelijke rust. Het zware en forsche lijf, sedert
hoeveel jaren reeds niet door hevigste pijnen
gekweld, maar dat bedwongen en tot steeds
grootcre activiteit werd aangezet door den fel-
wakkeren geest, het onwillig lijf heeft op
gehouden te bestaan. Het heeft zijn dienst ge
daan, zijn taak glorieus volbracht; het was. een
leven lang, allereerst: instrument in han
den von den (immer hei'igen 1) geest Een ge
brekkig instrument in later jaren, naar den
schijn I maar dit is hier het meest heugelijke:
dat Toorop in waarheidzijn roem geen dag
heeft oveHeefd. Recente portretten zijn daarvan
het leverde bewijs.
Het is hier niet de plaats een blografie te ge
ven. evenmin wil ik trachten de plaats oan te
duiden, die deze markante gestalte inneemt in
de historie der kunsten, in de hiërarchie der
beteekenis\olle persoonlijkheden Men zol deze
plaats later beter en bij benadering ook juister
'•unnen bepalen. Dat Toorop echter een be
langrijke figuur was behoeft niet te worden
gezegd Hij was en hiermede constoteeren
wij het minste dat geconstateerd kan worden
een der levendigste en boeiendste geesten in
de moderne kunstwereld. Hij boeide allereerst
Joor dit levend.ige dat echter ook levend was.
kón zijn althans, in dieperen en diepsten zin
Het hvper-beweeglijke was hem eigen, hei
steeds wisselende, het vernieuwend verrassen
de, dat ons evneens frappeert in het werk van
'«in begenadigde dichter Charley. Steeds zocht
hij naar nieuwe technieken en greep hii greti"
naar elk middel, waarin hij bij mogelijkheid
Arsenio dien dag niets verder van, hij verze
kerde hem alleen dat hij een goed woord voor
hem zou doen en het hem morgen laten weien
Maar den volgenden dog, toen zij op het
onderwerp terug kwamen op Arsenio's aan
dringen namelijk, vertelde Garnache hem nog
niet alles, zelfs niet dat het een dienst was aan
Mademoiselle bewezen. Hij beweerde dat het
iemand in Grenoble was, die twee mannen noo
dig had.
„Ik heb er een boodschap over gekregen'
zei hij geheimzinnig. „Je moet niet vragen
hoe."
„Maar verduiveld I hoe kunnen wij in Gre
noble komen."
„De kapitein zal ons nooit willen laten gaan",
zei Arsenio op boozen toon.
„In den nacht dot jij de wacht hebt. Arsenio,
zuïlen wij samen heengaan zonder verlof aan
den kapitein te vragen Jij moet de kleine deur
opendoen wanneer ik bij je kom op het binnen
plein."
„En dc man aan de deur daar ginds En hij
wees met zijn duim naor den toren waar made
moiselle gevangen en w-.-ar Battist..
's nachts met haar opgesloten werd Aan dc
deur naar het hofplein stond voor grooter
securiteit altijd een schildwacht. Die deur en
die schildwocht waren hinderpalen die Gar
nache zelfs niet zou trachten te boven te komen
zonder hulp Daar zog hij de onmogelijkheid
van in. Daarom had hij besloten Arsenio tc
hulp te roepen.
„Daar moet jij voor zorgen, Arsenio", zei hij
„Op die manier vroeg Arsenio koelbloe
dig en hij maavte het gebaar van iemand zijn
hols of te snijden.
Garnache schudde het hoofd.
„Neen", zei hij, „dot zal niet noodig zijn
Een slag op het hoofd zal voldoende zijn
Daarenboven zal dat minder leven maken. Je
kans zag zich uit te zeggen of uit te zingen.
Een wezenlijke baanbreker was Toorop nooit
(ook zijn dochter is dat niet I), maar hij bezat
een welhaast verbijsterend assimilatie-vermo
gen, een assimilatie-vermogen dat elk minder
krachtig talent onvoorwaardelijk ten ondergang
gedoemd zou hebben. Dat ook Toorop weieens
verdwaalde in virtuoze opzettelijkheden, wie
zal het ontkennen Niet geheel ten onrechte
schreef Just Havclnar mij jaren geleden (de
niet-gedateerde brief was naar ik meen uit '15):
„Heel het „moderne leven" zie je in dit werk
weerspiegeld. En Egypte, Indië, de Middel
eeuwen gaan er samen met Liberty I Een genie
en een kwast in èènen. Maar met dat alles zoo'n
charmeur, dat zelfs 't kwasterige geniaal schijnt
en 't misschien ook werkelijk is. Mysticus,
realist, impressionist en cubist tegelijk...
Inderdaad is Toorop's veelzijdigheid bijkans
onbegrijpelijk. Men vindt in dit werk alles
maar dan ook alles I Een ieder vindt er in wat
van zijn gading isde schilder het schilder
'ijke, de humanist het cthisch-menschelijke; de
Boeddhist hot Boeddhistische, de Christen het
katholieke; de dichter het poëtische en wat vo
olotsetinge invallen der snelle verbeelding is
de psycholoog het indringend-psychologische
in een oog I in een mond I de architect
tenslotte het onovertroffen decoratieve vullet-
van een bepaald vlak, want ook daarin muntte
Toorop uit.
De vraag is hier alleen was dit humanitaire
of phontastische, dot religieuze of decoratieve,
was dit alles van-buitcn-af of van-binnen-uit
Was het aanwensel of dwang en noodzaak
Een daad van het grillig en verwend intelleci
■>f een daad van het spontane hort? Wij
mogen daarop antwoorden: het was vrijwel
altijd van-binnen-uit, een noodwendige daad
van het stuwend hart, schoone kristallisatie
van een fel of teeder ontroeringslcven. Toorop
was altijd Toorop, bezat altijd iets eigens niet
alleen moor ook iets, dot inimitable is. Hij woc
m. a. w. Tooropsch humanitair, Tooropsch
nhantastisch, Tooropsch religieus, Tooropsch
JecoratieL
En dat is het belangrijke. Dat behoedde hem
voor het immer dreigend gevaar van de vir
tuositeit en van de versnippering. Dat gaf aoe
rijn arbeid, cp hoe andere wijze dan ook tel
kenmale, ecnze'fdc innerlijke kracht, eenzelfde
mnerlijke betcckenis. Dat schept verbanden tus-
Tijn sterkst gevarieerde, meest uiteenloopendc-
uitingen.
Zijn edel spel was veelal staccato en onge
durig, bet tempo snol, abrupt en wisselend
moor het was altijd een éénheid het was al-
t"d het spM von Jan Toorop, den zeldzaam
vitalen en diep menschelijken kunstenaar.
Globaal gencrnliseerend mogen wij het zoo
rijk-geschakeerde oeuvre van Toorop in drie
phazen verdoelende Londensche phaze, d»
r/rozc der symbolische phontaziecn en de
phaze der latere, hooge en nobele portretten
In het Londensche tijdperk was hij impres
sionist, maar ook mèèr dan impressionist. Hii
was een zeer menschclijk impressionist en te
dien opzichte een uitzondering dus op den
regel Ook toen reeds beteekende het schilde
ren hem meer dan een zwelgen in alle heerlijk
heden van verf en olie, meer dan eene bestu-
decring der problemen van het licht en van de
'•leuren, het beteekende. en niM in de twee
de plaats het vertolken van psychisch-psycho-
logïsche waarden. Ook toen reeds stond de
mensch in het centrum van zijn aandacht (Hot
grootschc doek van de Theems, met de dei
nende zwalping van water en de duistere be
drijvigheid der vaartuigen, heel deze wereld
van een breed-vlagcnd en dwarrelend leven
mag een der weinige zeer schoone excepties
heetcn). Reeds in '85 schildert hij met nalct-
mes zijn geniale„Londensche Bedelares", dur
niets is don een brok onomwondene aangrij
pende menschelijkheid. Het medelijden is daar
in, het nict-weeke maar scherpe medelijden mei
de „bottomdog", het medelijden dat tot verzei
opzweept. Veel van een sociaal protest, var-
een bittere aanklacht heeft don ook /.iin „Vooi
de deur van een House of Refuge" ('88), deze
synthetische samenvatting der Misdec'den ei
Verwordenen Gepointilleerde werken ols „hei
Delirium", „Vóór de Werkstaking" ademen
eenzelfde sfeer van donkere opstandigheid.
In zijn tweede phaze liet Toorop niet af te
zult den sleutel van den toren in zijn gordel
virden. Als je hem neergeslagen hebt, dan
krijg je den sleutel en doe de deur open, en
daarna fluit je mij even. De rest gaat gemak
kelijk."
„Weet je zeker dal hij den sleutel heeft?"
„Ik heb het van Madame zelf gehoord Ze
moesten hem den s'eutel wel geven in geva!-
von plotselige gebeurtenissen. De poging van
Mademoiselle om door het raam te ontsnappen,
had de noodzakelijkheid daarvan bewezen."
Hij voegde er niet bij, dot het onvoorwaarde
lijke vertrouwen dat zij in Battista hadden, hun
den tegenzin had doen ove* winnen den sleutel
oan den schPdwocht te geven.
Om den koop of de afspraak te bekrachtigen
en als onderpond als 't ware van al het goud
dat komen zou, gaf Garnache hem een paai
goudstukken te leen, die hij terug moest heb-
jen wanneer hun ongenoemde lastgever hem in
Grenoble zijn vijftig pistolen zou uitbetalen.
Het gezicht van het goud dat hij voelde in
zijn hand, overtuigde Arsenio dot het alles geen
droom was Hij meende, zei hij, dat hij den vol
genden Wrrns^agnacht, hef was nu vritdag, de
nachtwacht had zij stelden dus de uitvoering
van hun plannen uit tot Woensdag, tenzij <r
verandering kwam in de verdeeling der wacht
posten.
HOOFDSTUK XIII.
Garnache was tevreden over den uitslag
van zijn afspraak met Arsenio.
Dien avond vertelde hij aan Valérie „Made
moiselle, ik had gelijk te gelooven aan mijn
goed gesternte, ik had gelijk te denken dat de
vloed begint op te komen Alles wat wij op 't
oogepblik noodig hebben is c-en beetje geduld;
illrs gaat best
Het was tijd voor het avondeten. Valérie zat
aan tafel in haar voorkamer, en Battista moest
streven naar dc grootst mogelijke intensiteit
van het menschelijk-uitdrukkingsvolle, maat in
de vertolking hiervan bcfach-re hij een on-
middelijker spiritualiteit; de voordracht werd
m. o. w ideëeler, abstracter, ook bewus er en
exotischer, in bepaalden zin literair (daar di:
woord niet longer in de mode is, probeer men
ten onrechte dit letterkundige element bij Toor.
op weg te redeneerenHet schilderlijke ver
dween allengs om plaats te maken voor strak
kere gcstijldheid; instee van atmospherischc
toonaarden kwam het spel der naakte of wei
nig-geënveloppeerde lijnen en rythmischi
'cleurgroepeeringen. De voorstelling werd ir
meer of mindere mate tot het vlok terugge
bracht. Een en onder was in Holland onge
hoord en verwekte veel sensatie
„De Hetaire" f89) schijnt reeds een ovei
'ang tc vormen naar dit tweede tijdperk, man:
Jan is Toorop in het volgende groote werk
Vervoer van een Bomschuit" ('90) wcct gun
schelijk de realist, ook al verraadt deze ernn
'ioze en dramatische verbeelding hie en dan'
»en meer expressionistis :he en monumentale
gerichtheid.
Deze gesteldheid komt pos tot volledige ver
wezenlijking in de werken van omstreeks '91
•n '92 ols daar zijn: „De Jonge Generatie'
.Tijd en Eeuwigheid", „Les Rodeurs", „Tui'
Jer Weeën", „O Grove, where is :hy Victory"
De Drie Bruiden" e. o. Deze gekleurde tec
keningen (want dot zijn het voornamelijk: be
grijpelijkerwijze voelde Toorop zich hier niei
gedreven tot het schilderen als zoodanig) zijr
•e begrijpen als illustruties van ziclstoestunden
Plasschnert bezigt hier het woord „stem
ming". doch dit dunkt mij voor deze toch zee
gekristalliseerde en veel-omvattende phonta
-ieën 'n weinig ontoereikend Het is echter i«
/ooverre stellig juist, dat deze virionnni-e. we'
ken geboren zijn mèèr uit de sfeer' var. hei
menschclijk gemoed dan uit die van het philo-
-ophisch begrip.
Alhoewel grenzend aan gebieden van tie*
mysterieus-tragische zijn d-»ze wei ken .niet zoo
Juister als die der voorafgaand-» periode. Wel-
'swoar speelt het element der subjectieve biecht
een grootere rol, weliswaar schijnen enkele
-ch er pin "en r -dingen var
Ie bitter-zoete folteringen van 't onheimelijk
sexueele leven des menschcn. maar Toorop
scheen reeds bij machte zich van het aardschf
meer los te zingen, daar was niet langer hei
blinde en smartelijke storen tegen-de-dingen
aan De geest stond nog niet richting-gevend
tegenover de stof, maar overzag reeds een ei
ander.
En von dit standpunt uit gezien word'
Toorop's derde phase: zijn#katholicisme be-
Trijpelijker. Het waseen oplossing en uit
komst. Het was, voor hèm de volledige be
vrijding van geest uit stof. En ik zeg niet, dar
dat het voor mij ooit zou kunnen zijn de op-
'ossing I maar wèl zeg ik, dat de lieden di
Toorop hiervan een verwijt hebben gemankt
hem onrecht aandeden. Zulke evolutie was bi'
Toorop te voorzien (Inderdaad verdiep ik mi:
in dit werk, dan wordt véél, dat eerst bedenke
'ijk scheen, dat op grillige willekeur geleek,
begrijpelijk, aannemelijk, zelfs volstrekt logisch)
Ik zal deze katholieke werken niet uitvoeri
bespreken Gij allen kent het „Heilige Brugge"
met dc stijgende strakke lijnen der biddend'
huizen, ge kent wel'icht enkele van die uiters'
subtiele teekeningen als bijv. het „Kind me*
het Heilige Hort" (1905), waar klassieke een
voud werd gepaard oon hyper-nerveus raffine
ment en die ontroerender zijn von innigheid
Jan veel grotieuze werken van Botticelli. (Ge
zegende dochter, om zóó geportretteerd te wor
den I) Gij kent de gebeeldhouwde koopen var
Dante, donker-steilo gevaarten tegen witte berg
toppen, alsook de vurige koppen der apostelen.
de*e stoppelboardige visschers gewone vis-
schcrs, maar toch nog niet „gewoon" genoeg
om ganschelijk te overtuigen; om tc overtuigen
althans in evenredigheid tot Toorop's schoon
sten arbeidzijn portretten uit alle phazen
maar vooral uit latere cn laatste jaren.
Want ziehier den ess°ntiëelsten Toorop.
Toorop den portrettist I Ziehier in deze langr
reeks konterfeitsels van geestelijken en nict-
geesteliP'ende eenvoud die soms subliem
werd I Ziehier geen sooor van het perverse or
decadente, als bij enkele werken der tweede
periode; geen tragische ontladingen, als bij en
kele werken der eerste periode; geen h
ook van het religieuze schema, ols bij enkele
werken der laatste en katholieke periode
Ziehier niets dan zuiverste menschelijkheid
„unadulterated humanity", gegoten in stille,
strakke, sterke vormen door een wien in het
leven niets ontging op psychologisch gebied.
W. JOS. DE GRIT/TER.
it
Dc begrafenis van het stoffelijk overschot
van den heer Jan Toorop zol Woensdag o.s.
plaats hebben op de Roomsch-Katholicke Be
graafplaats oan de Kcrkhoflaun tc den Haag.
Om 10 uur v.m. zal or in dc R K. kerk
oan de Elandstraat een plechtige Requiem-mis
worden opgedragen, waarna dc uitvaart plaats
heeft
HENRI TER HALL
ZIJN 30 E REVUE
HET AFSCHEID
Uit Amsterdam meldt men ons
Hcnri ter Hall is hier gisteravond ter gele*
genheid van zijn dertigste revue allerhartelijkst
gehuldigd. Hij werd o.a. toegesproken door
wethouder Ketelaar.
Aan het eind van de tweede acte, toen allo
artisten met bloemen gehuldigd waren, trad de
wethouder van de Kunstzaken, de heer Theo
Ketelaar naar voren, om Ter Hall toe te spre
ken. Een onschuldig, degelijk vermaak, hebt ge,
zegt hij, 30 foren lang door boel ons land ge
bracht. Ge hebt daarbij bet geluk gehad den
steun van uw vrouw te mogen ontvangen. La
ten we hopen, dat ge nog tol van jaren met
stiigend succes, een nieuwe revue ons zult
schenken (Fanfares)
De directeur, c'e heer Meyer, vertolkt ver
volgens dc gevoelens van de feestcommissie.
De kracht van een adelaar, zegt hij, hebt gij
meneer Ter Hall, en donrom wilden we ols
herinnering non dezen avond dezen bronzen
vogel op een piëdestal aanbieden.
Tal van telegrammen en tevens het vers van
Lion van Lier zijn ingekomen.
De heer Cooomon (Marchond) uit Mille Co- -
lonnes. roemt het hoog zedelijk peil van dit
soort revues. Hij brengt Ter Hall huHc als di
recteur, regisseur. Kamerlid en weldoener cn
vereert hem oen fraai boekwerk.
Toen was het woord aan den jubilaris, die
begon met dc erkentelijkheid, welke hem ge
bracht is, over te dragen non de artisten Tol
ven gropnigo momenten uit het verleden wor
den opgehaald
Men kwom te hooren hoe Ter Hall met vijf
oersonen (één, Louis Contran zat :n de zool)
een revue is gaan opvoeren, hoe hij door de
studenten gepest is en met welke moeilid'hodon
men in den aanvang (het décor werd in dc
trapleuning geborgen) te kampen heeft. "chad.
In zijn woord van dank deelde hij mede, dat
leze mijlpaal tevens de eindpaal zal zijn,
Buziou en Kohier nemen de directie van hem
over
haar bedienen. Het was een nieuwe bezigheid
die hem was opgelegd, want sedert hoar poging
om te ontsnappen was de gevangenschap van
mademoiselle vrij streng geworden. Geen
enkele bediende van het kasteel mocht verder
dan de deur van de tweede voorkamer komen,
een vertrek dat gewoonlijk de wachtkamer van
den toren genoemd werd Va'érie dineerde
iederpn dog in de eetkamer met mevrouw de
Condillac en Marius, maai ze gebruikte de
andere maaltijden in haar eigen appartementen
De bedienden die de spijzen uit de keuken bin
nenbrachten. gaven ze over oan Battista in die
wachtkamer, en hij dekte de tafel en bediende
Mademoiselle Eerst had deze nieuwe plicht
hem meer geërgerd don iets wat hij tot nu toe
had moeten verduren Was hij Martin Ma
rie Dagobcrt de Garnache, geboren om het
werk van een lakei te verrichten, om schotels
te dragen naor de tafel van een dame en in
hoor nabijheid te blijven om haar te bedienen
De gedachte alleen had hem woedend ge
maakt Maar hij werd er spoedig mee ver
zoend. Het verschafte hem bijzonder goede
gelegenheid om in de nabijheid te wezen \on
Mademoiselle en met haar te kunnen praten
en ter wille van zulk een voorrecht mocht hii
ce onaangename zijde van de zaak wel ver
dragen.
Een zestal kaarsen stond op tafel te branden
in twee glimmende zilveren kandelabers; Ma
demoiselle zat in een leeren stoel met hoogen
rug, zij at en dronk weinig, terwijl Garnache
vertelde van de toebereidselen die hij gemaakt
had.
„Als mijn gesternte mij gunstig blijft to:
aanstaanden Woensdag" zei hij tot slot van
zijn verhaal, „dan kunt u er op rekenen dien
nacht goed en wel uit Condillac te komen Ar
senio heeft er geen flauw vermoeden van da*
u met ons meegaat, als hij dus van plan mocht
veranderen, dan hoeven wij niet voor verraad
te vreezen Maar hij zal niet vei onderen Het
vooruitzicht vijftig pistolen te verdienen heeft
hom standvastig gemaakt".
Zij sloeg do oogen naar hem op schitterend
van hoop; zijn optimisme wakkerde ook haar
moed aan.
„U hpeft het prachtig bedacht", zei ze be
wonderend „Indien wij succps hobben
„W a n n e e r wij succes hebben, mademoi
selle, verbeterde hij lachend.
„Goed dan Wanneer het ons gelukt is Con-
Jillac uit te komen, waar ga ik dan naar toe?"
„Wel, met mij naar Parijs, zooals bepaald
was Mijn bediende wacht mij re Voiron met
geld cn paarden G'-en hinderpalen zullen ons
verder ophouden als wij maar eerst de leelijke
muren van Condillac. achter den rug hebben.
De Koningin za! u welkom heeten en u onder
haar bescherming nemen, totdat mijnheer Flo-
imond zijn bruid komt opeischen"
Zij zette even haar wijnglas aan den mond,
zette het neer en leunde met haai elleboog op
tafel met de fijne, blanke hand onder de kin.
„Madame zegt dat hij dood is", zei ze;'G**-
noche was verbaasd over de kalmte waarmee
ze dot zeide Hij keek haar met aandacht oan
van onder zijn geverfde, vuile wenkbrauwen.
Was zij dan toch niet anders dan alle andere
vrouwen? vroeg hij zich af Was zij koud en
berekenend, en had zij even weinig hart als
andere vrouwen, zoools hij gewoon was te ge
inoven? Zou zii anders zoo kalm kunnen spre
ken over de mogelijkheid dat haar aanstaande
echtgenoot dood was? Hii had haai vooi beter
aangezien, natuurlijker, grootrrjoediget en rei
ner Dat had hem moed gegeven om haar bij
te sinan in haar moeilijkheden, zonder te let-
'en op het minderwaardige van den toestand
voor hem zelf Hij begon te vreezen dat zijn
opvatting verkeerd geweest was.
(Wordt vervohrdJ
U'rech'sc' e weg 10 -> Tel 179 Amersfoorl