BINNENLAND,
DE GRIJZE DAME
TWEEDE BLAD
Maandag 4 Juni 1928
^.V. COMPAGNIE LYONNAISE
Mooie collectie voile japonnen.
FEUILLETON.
26e JAARGANG -DE EEMLANDER" j
No. 285
UIT DE STAATSCOURANT
Bij K3. is aan Mej. M. F. Hoe vers op hoa-
verzoek met ingang van I Juni 1928 eervol
ontslag verleend uit Kaar betrekking ven
secretaresse van den Voogdijraad te 's-Gra-
vcnhage; is met ingang van 24 Juni eervoi
ontslag verleend uit zijn betrekking van sta
tionscommandant aan den gepensioneerden
kapitein van het leger in Ned Indië M. Kine
man aan wien sedert den titulairen rang van
luitenant-kolonel is toegekendis benoemd bij
het reserve personeel der landmacht bij he:
dienstvak der intendance tot reserve eerste
luitenant voor speciale diensten de reserve
eerste luitenant der militaire administratie P
J. de Jong van ht 3e regiment infanterie.
Mr. W. M. A. Wietjens, advocaat en procu
reur te Helmond, waarnemend griffier bij dr
arrond'sscments rechtbank te Roermond is ais
tijdelijk lid van het Hof van Justitie ter be
schikking gesteld van den gouverneur van
Curacao.
DE AMSTERDAMSCHE BRANDWEER.
Een nieuwe drijvende motorspuit.
Naar wij vernemen, 2al het materieel der
Amsterdamsche brandweer binnen afzienbaren
tijd worden uitgebreid met een drijvende mo
torspuit. De plannen voor deze boot, welke
zal worden uitgerust met twee motoren, dde
zoowel voor de voortstuwing als voor de be
diening der pompen zullen worden gebruikt,
zijn thans in bewerking. Deze nieuwe brand
spuit zal voornamelijk dienst doen in de Am
sterdamsche haven en daarvoor worden uitge
rust met de modernste hulpmiddelen tot het
blusschen van scheepsbranden Zooals bekend
beschikt de Amsterdamsche brandweer thans
over twee drijvende stoomspuiten, nl. de „Jan
van der Heijden" en de „Jason". De nieuwe
boot zal een veel gTOotere verplaatsingssnel
heid en gTootere blusschingscapaciteit hebben.
INDISCHE DIENST.
Bestemd voor uitzending naar Ncd.-Indië
mr. A. Dirkzwager, rechterl. ambt, Amersfoort;
mej. W. Bokma, leerares M.O., Leeuwarden
mej. L. Olsen, veipl. Iste kl. bij het Krankzin-
rugenw., Santpoort
BEROOVING VAN EEN MARKT
KOOPMAN.
6000 ontrold.
Een marktkoopman, zekere W. v. S.f uit Rot-
teidam, heeft bij de politie aangifte gedaon dat
hem een portefeuille met 6000 aan bank
papier ontrold is op zijn reis van Schiedam
naar Rotterdam, gedurende welken tijd hij
cenige malen door een flauwte bevangen was
Hij werd tenslotte teruggevonden op eer»
Stoepje in de binnenstad.
NIEUWSBLAD VAN HET NOORDEN.
Een jubileum-nummer.
Bij gelegenheid van het 40-jarig bestaan van
het „Nieuwsblad van het Noorden" is een
jubileum-nummer verschenen. De geheele
voorpagina is aan dit feest gewijd en verschil
lende medewerkers, o.a. W. N. v. d. Hout
uit den Haag, de schrijver van het boek „Over
de Krant'richten hartelijke woorden van ge-
lukwensch aan het adres van de directie en
redactie, terwijl de redactie gaarne een plaats
\rerlecnde aen een uit eigener beweging aan
geboden feestartikel van een lezer, die speciaal
den directeur-uitgever, den heer R. Hazewin-
kei, huldigt als de man, die het „Nieuwsblad"
gemaakt heeft tot wat het werd en blijven wil.
GEHEIME DISTILLEERDER!!.
Opnieuw is te Schcrpenisse een geheime
distilleerderij ontdekt, thans bij den landbou
wer M. B. Het toestel werd door de rijks
politic uit St. Maartensdijk in beslag genomen.
DE OPIUMKWESTIE
ACTIE VAN DEN VROUWENBOND VOOR
VREDE EN VRIJHEID
EEN ADRES AAN DEN MINISTER
VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN
Door de Ned. afdeeling van den internatio
nalen Vrouwenbond voor Vrede en Vrijheid is
aan den Minister van buitenlandsche zaken
een adres gezonden, waarin ze o.m. te kennen
geeft, „dat de Internationale (onti)-opiumcon-
gresscn het bewijs hebben geleverd dat dc gv
hccle beschaafde wereld de opiatcnvergifttging
als een afkeurenswaardige zaak beschouwt en
dat landen en natiën zinnen op middelen zich
van het gebruik van deze genotmiddelen te
bevrijden dat thans dc Ncderlandsche Rege
ring weder voor de keuze staat om een dooi
de internationale opiumconferentie te Gcnève
voorgestelde conventie te ratificeerendot
echter, neer adr. vaste overtuiging, deze con
ventie geen waarborgen biedt tot de spoedige
bereiking van het doel van verlossing van de
wereld, en in het bijzonder de onder dc Nc
derlandsche Regeering staande landen, van de
stelselmatige opiatenvergiftigingdot immers
op bovengenoemde opiumconfcrcnrie de Ne-
derlondsche Regeering vertegenwoordigd
wordt door een gewezen chef van den dienst
der opiumregie, waarvan alom bekend is. dat
hij volstrekt geen voorstonder van de afschaf
fing van het opiummiddcl in Neder'andsch-
Indië is, hetgeen dan ook hoost niet te ver
wachten is van iemand, die zijn gansche car
rière en die zijner collega's bij dien dienst aan
dat opiumverbruik dankt dat uit de onlangs
teT sprake gekomen afdoende blijkt, dat in den
Nederlandschen vertegenwoordiger niet de
waren opiotenbestrijder spreekt, maar de opi
um-monopolist, die het eigen monopolie tegen
lastige concurrentie wenscht te beschermen
dat toch in de ambtelijke rapporten van den
dienst van het opiummiddel meermolen is ge
klaagd over achteruitgong in verkoop door dc
insluipende pharmaceutische opiaten, waaruit
duidelijk blijkt, dat onze Regeering belang
heeft bij stopzetting van deze concurrentie var
particuliere zijde en toename van eigen ver
koop"
Adr verzocht tenslotte „voor het heil van
Nederlur.dsch-Indië en voot don eerlijken naam
van het Nederlondsche Regeeringsbe'eid
Te. aan thans voorliggende door cene met
oprechte conferentie voorgestelde verdragen,
die de bereiking van het einddoel niet bevor
deren, hare ratificotie te onthouden
2e. zich niet langer door een ambtenaar bi]
den Dienst van de Opiumdistr'butie in NedcT-
landsch-Indië op de Internationale Conferenties
te deen vertegenwoordigen, doch hiervoor een
of meer vertegenwoordigers te kiezen, die te
goedertrouw trillen streven naar middelen om
aan dc vergiftiging van de menschheid met
opaten, zoowel de pharmaceutische als de
door de eigen Regeeringen bereide, ten spoe
digste een behoorlijk einde te maken
3e. goede aandacht te schenken aan het
door de (niet financieel geintressccrde) Ame-
rikaanschc groc-p ter conferentie aangevoer
de".
HET VREEMDELINGENBEZOEK TE
AMSTERDAM.
Het Hotel-schip „Oranje Nassau"
in dc hoven.
Met het oog op het tc verwachten druk be
zoek bij de Olympische Spelen ligt thans in
het Oosterdok het hotel-schip „Orunje Nassau"
van de Stoomvaart-Mij. „Zeeland" re Vlissin-
gen.
Meer dan 400 bedden zijn in het hotel
schip, waar alle hutten cn eetsalons proper en
gezellig uitzien, aangebracht.
Het wachten is slechts op de vreemdelingen,
die in de hoofdstad verwacht worden en bij
gebrek aan voldoende hotelruimte op het hotel
schip een behoorlijk logies kunnen vinden.
ach!sc*r.evweg 10 Tel 179 Amersfoort
VOLKSHUISVESTING
EN STEDEBOUW
VERGADERING VAN HET
NEDERLANDSCH INSTITUUT
DE VOLKSHUISVESTING
VERWAARLOOSD?
Gistermiddag werd te Amsterdam de jaar
vergadering gehouden van het Ned. Instituut
voor Volkshuisvesting cn Stedenbouw. Bij de
bespreking van het jaarverslag merkt de heer
Stiglitz, bestuurslid van de woningbouwvere
niging Rochdale, op. dat er zoo weinig in het
verslag staat omtrent de volkshuisvesting. De
volkshuisvesting toch schijnt men te willen
stopzetten Dat zou toch zijn in strijd met dit
Instituut. Spr. gelooft, dat er nog wel een weg
zal zijn te vinden, die volkshuisvesting weer
voortgang doet vinden Spr. vraagt of er niet
een financieele commissie kan komen, die deze
zaak der volkshuisvesting onder het oog kan
zien.
De voorzitter, de heer Bloem- r;, merkt op,
dat het jaarverslag geen propagandageschrift
is, maar een verslag van hetgeen gebeurd is.
De verschillende woningbouwaanvrngen zijn
behandeld, echter niet altijd met goed gevoig
De woningwet wordt nog steeds uitgevoerd
Den Haag heeft zijn suborders ir getrokken,
maar of het bestuur van dit Instituut daar
tegen nu een recalsitrante houding moet aan
nemen, gelooft Spi, niet. Hij meent dat meer
'angs anderen weg zal bereikt worden.
De heer Douwes is van oordeel, dat wel een
woord van critiek mag gehoord worden, al is
misschien niet het jaarverslag de aangewezen
plaats. Spr. is ook van oordeel dat er groote
ontstemming heerscht over deze kwestie tegen
over dc regeering De toepassing van de
woningwet door de regeering neemt een beden
kelijk karakter aan. Spr. dringt er dan ook op
aan, dat men dit eens onder het oog van de
regeering zal brengen. In zijn repliek zegt de
heer Stiglitz, dat het in Amsterdam onmogelijk
is voor dc woningbouwverenigingen voort te
gaan met dit pionierswerk.
Het jaarverslag wordt daarop goedgekeurd
De aftredende bestuursleden, de heeren Jhr
M. J. I. de Jonge van Elicmeet en prof. Ir. M.
J. Granpré Molière, werden bij acclamatie als
bestuursleden herbenoemd Op voorstel van het
bestuur werden daaraan als leden toegevoegd
de heeren F. M Wibaut uit Amsterdam en
prof. Van der Grinten uit Nijmegen.
De vergadering werd hierna gesloten.
SPOOR- EN TRAMPERSONEEL EN
PERSONEEL IN OVERHEIDSDIENST.
Samensmelting der organisaties.
Naar wij vernemen, heeft dezer dogen een
bespreking pluots gevonden tusschen vertegen
woordigers van de Ncderlandsche Vcrccniging
van Spoor- en Trampersoneel en den Alge-
meenen Bond van Overheidspersoneel in Ne
derland, teneinde de wenschelijkheid ^e bespre
ken, over het in één organisatie samengaan
van al het Overheids- cn Semi-Overheidsperso-
neel in Nederland.
Behoudens enkele stemmen tegen, vond het
denkbeeld algemeene instemming en zal in
beide orgarnisaties nader worden behandeld
Het ligt in de bedoeling dat de nieuwe organi
satie zoowel ambtenoren als beambten zal or-
ganisecren en haar werkzaamheid over het ge
heele land zal uitstrekken.
Wanneer in beide organisaties het voorstel
tot samensmelting zal worden aanvaard, don
ligt het in de bedoeling de samensmelting op
kerten termijn aan de orde te stellen.
EMIL LüNING f
Te Rotterdam is in den ouderdom van 92
jaar overleden de heer Emil Lüning, oprichter
en oud-directeur van de N.V. Nederlandsche
Maatschappij tot algemeene dienstverrichting
aldaar.
De heer Lüning, die indertijd te Rotterdam
een bekende figuur was, heef» zich in 1903
uit de zaken teruggetrokken. Hij woonde
sindsdien te 's Gravenhage
Zijn geboortestad Essen in Vestphnlen had
hem naar aanleiding van het vele dut hij voor
deze gemeente hnd gedaan het eereburger-
schep verleend.
DE OORZAKEN VAN DEN
WERELDOORLOG
EEN VERGADERING VAN HET
NEDERLANDSCHE COMjTE
VAN ONDERZOEK
DE OORLOG VAN 1870
Het Nederiandsche comité tot onderzoek
»an dc oorzaken van den wereldoorlog hield
Zuterdugmiddeg onder voorzitterschap van dr
N. Japikse een algemeene vergaderinc te
s Gravenhage.
Mr. dr. L. J. G. \nn Gorcom. uit 'sHcrto
enbosch, hield een lezing over het ontstaat
an den oorlog van 1870.
Het groote conflict tusschen Frankrijk en
Juitschland gaat aldus spr. om de no-
uurlijkc grenzen, om de vraag wie er heer
chen zal op den Imker-Rijnoever, ook in he
Ncderlundsche gebied. Ook het Belgisch
mnexionismc is volgens spr. niets anders dar
'en uiting van het streven van Fiunkrijk orr
aan den linker-Rijnoover een hecrschende
T.aoht te kunnen uitoefenen.
Belgic was dan ook sterk bet rokken bi| der
lorlog van 1870, een oorlog, die door Nopo-
eon III was geprovoceerd, met het doel, d-r
inker Rijnoever tc herwinnen De tegenwer-
ring, dut niet het Franschc- volk als zoodunio
'ic napoleontische politiek goedkeurde, kor
-preker niet nunvoarden.
Ook was er geen snrnVe van. dot no dc over-
vinning door Duitvhlond van ziin tegenstan-
'cr ii» 1870 dc Elzas cn het Duitschc ge
deelte van Lotharingen onn Frankriik kond-u
worden gelaten. Sor. verschilt in dit speciale
opzicht van mcening met dr. Jnpiksc, die ir
'ijn werk daaromtrent nog voorbehoud
maakt Voor de Duitscht-rs staat het zoo
betoogde spreker met Straatsburg evenzoc
als te onzent met Vlaanderen, in t bizonder
Gent
De zaak van den oorlog van 1870 heeft een
diepe octuecle bctcekcnis Spreker ziet in den
oorlog een der groote oorzaken van den wc-
reldkrijg van 1914'18, cn hij zou daarbij
nog wel verder willen teruggaan, n.l. tot den
tijd van den stadhouder Willem III. die de
ziel was van het groote bondgenootschap te
ren Frankrijk uit de 17e eeuw.
Bij de op de voordrecht volgende gedachten-
wisseling vroeg kolonel Schuurman, waorui»
dr. Van Gorcom meende te mogen concludee-
ren, dat Nederland zoo Fransch gezind zor
zijn. Noor sdt.'s meening is toch ook de Duit-
sche invloed, evenals de Duitsche sympathi'
in ons land zeer groot, en bij den oorlog was
-lit verdeeld in drie kampen het neutrale, he*
Franschgezinde en het Duitsdhgezinde. Spre
ker zou het betreuren, dot men ging zoeken
oorlogsschuld in plants van oorlogsoorzaken
\roar zijn opvatting, heeft dr. Van Gorcom te
'eer den schuldige willen zoeken.
De heer Piknar achtte geenszins vaststaand
•lat Napoleon 111 den oorlog met Duitschland
provoceerde en hij wees op dc moeilijkheid om
\ast.e historische documenten te verkrijgen.
Nadat nog enkele andere sprekers korte op
merkingen hadden gemaakt, antwoordde dr
Van Gorcom niet te hebben betoogd, dot Ne
derland zoo Franschgezind is, maar dat mer
hier Frankrijk niet de waarheid wil zeggen
Deed men dit laatste in het algemeen wèl. dan
zou daurmee naar spreker's meening de poci-
'istische strooming worden gediend.
LE1DSCHE HOOGLEERAREN NAAR
RUSLAND.
Prof. Ehrenfcst en Do Haas.
De Leidschc hooglceraren prof. Ehrenfcst
cn De Haas zijn uitgenoodigd het congres van
natuurkundigen, dot in Augustus in Rusland
zal worden gehouden, bij te wonen.
Het congres zal worden gehouden op een
stoomboot, welke de Wolga zal bevaren en
daarbij verschillende plaatsen zal aandoen,
waar met aldaar wonende physice besprekin
gen zullen worden gehouden.
TROELSTRA'S HERINNERINGEN.
Bij Em. Querido's Uitgevers Maatschappij
tt Amsterdam zal dit jaar verschijnen het
tweede deel van mr. P. J. Troelstra's Gedenk
schriften, getiteld „Gioei", verlucht met ruim
40 illustratiën.
DE KWESTIE DER
LOUISE-GROEVE
DE ZIENSWIJZE VAN DEN
MINISTER VAN FINANCIEN
Het Nederlandsen Corrcspondentieburenu in
Den Haag meldt
Op onze vraag aan den minister van finam*
ciën, of hij ons zijn zienswijze wilde doen ken
nen over het geschil, dot sedert den oorlog
bestaan heeft tusschen den Staat en de direc
tie van dc Louise-groeve en dat dezeï dogen
in een adres weer naar voren is gekomen',
heeft die bewindsman ons de volgorde inlich
tingen verstrekt.
De minister verklaarde over de zaak ten
principale geen oordeel te kunnen geven, daar
hij haat niet voldoende kende en tot nu toe
geen aanleiding gehad had, haai grondig tc
onderzooken Op 27 April 1925 was immers
door zijn ambtsvoo-gangcT met de directie een
„acte van compromis" getcekend, waarin de
zaak ter beslechting non arbiters werd opge
dragen.
Bij een dergelijke acte van compromis, ze>i-
de dc minister, plegen vooral twee punten van
belang te zijn Te. dc wijze van benoeming
det arbiters2e. de formulecring der vraag
punten. Beide punten waren in de acte gore-
geld Eenige reserve was daarbij niet gemaakt.
Verwacht mocht dus worden, dat mot de ar
bitrale uitspraak het geschil definitief zou zijn
vereffend
Met bevreemding heeft de minister dan ook
gezien, dat, nadat de uitspraak gevallen was,
de directie der Louise-Groeve de zaak niet
beëindigd achtte, maar de stelling verdedigde,
dat de formuleering der vraagpunten, zooals
deze door de arbiters was verstoon, niet het
geheele geschil omvatte
Weliswaar was reeds tijdens het proces ge^
bleken van verschil van gevoelen omtrent dc
strekking deï vraagpunten, maar het spreekt
vanzelf, dat ook daarvoor het beslissende
woord aan de arbiters toekwam.
De Louise-Groeve ontkent dit dan ook niet;
Zij verklaart ook in dit opzicht de uitspraak
te willen aanvaardenmaar zij voegt daar
aan toe, dat, nu de arbiters de bepe-rktc op
vatting huldigden, hieruit mag worden afge
leid dat het geschil slechts ten drvle aan do
arbiters onderworpen is geweest en dus de
rest van het geschil open is gebleven.
Het zal intusschcn duidelijk zijn merkte
de minister op dat daarvooT dc arbitrage
niet is aangegaan Beide partijen hebben bij
het aangaan der arbitrage de bedoeling ge
had, het geschil een volledig en definitief ein
de te doen rinden Zonder dezen opzet zou het
compromis door 's ministers ambtsvoorgan
ger niet gesloten zijn.
De minister acht het geen eerlijk spel, adti-
teraf met dezen opzet in strijd te handelen.
Ten overvloede kon de minister meededen,
"Vit bij het aangaan van hei compromis do be
perkte opvatting ook aan de directie van de
Louise-Groeve duidelijk voor oogen heeft ge
staan Dit blijkt o.a uit een schrijven van den
directeur aan zijn raadsman, overgelegd aan
den Landsadvocaat, waarin deze woorden voor
kwamen; „Ik meen, dat wij zeer ver zijn ge
gaan in onze tegemoetkoming door goed te
keuren, dat de beide eerste vraagpunten van
de commissie-van Veen" (d.w.z. de billijkheid
der overeenkomsten zelve, afgescheiden van da
toepassing) „als directe grondslag voot even
tueel toe te wijzen nabetalingen zijn uitge
schakeld, en ik meen uit de houding van den
Landsodvooaat te mogen opmaken, dat Z.E.G.
dit op prijs heeft gesteld.
Dat de Louise-Groeve het tijdens het proces
en ook nu achteraf doet voorkomen, alsof zij
in dc meening verkeerde, dat haar geheele
eisch ann arbitrage werd onderworpen, acht
de minister dus bevreemdend.
Z.Ex voegde aan een en ander nog hot vol
gende toe.
In de achterliggende jaren hebben dc beide
partijen in het onderhavige geding elkaar bit
tere verwijten gedaon. Wie daarbij het gelijk
aan zijn zijde had, laat de ministei in het
midden, omdat hij de zaak, zoools Z Ex. reeds
hiervoren opmerkte, op 't oogenblik rrfet vol
doende kent Maar wel staat voor hem vost,
dat zijn ambtsvoorganger den juist en weg
heeft bewandeld door tot arbitrage te besluiten
en dat wie na de arbitrage uitspraak den strijd
weer van voren af aan begint, aan de hoog
heid van het arbitrage-beginsel afbreuk doet-
Wachten is "t beste geneesmiddel tegen den
toorn.
Uit het Engelsch van
HENR7 SETON MERRIMAN.
„Zijt ge klaar?" vroeg hij.
„Ja, de hemel zij denk! Een letterkundig
beroep zou niets voor mij zijn. Dat is num
mer vier, en ik wordt niet betaald ik word
niet betaald, daar zit dc angel."
„Nummer vier, ja, twee uitgegeven en twee
in henden," antwoordde John. Craik. Zijn geest
was elders bezig, bij de schepselen van zijr»
eigen verbeelding.
De graaf stond op en liep ernstig naar den
haarde terwijl hij de drukproeven in zijn hand
hield.
„Nummer vier" herhaalde hij weer. „Worden
zij nog lang vervolgd, mijn vriend?"
Hne„tig keek John. Craik op.
„Neen.'
„Hoeveel wilt gc er nog aannemen?"
„Hoogstens twee, zes in 't geheel. Het pu
bliek heeft veel van een begeerig kind, het
moet weerhouden worden, voor het zichze'f
ziek maakt Onpasselijkheid laat een blijvender»
afkeer na, voor wat er aan vooraf ging.
De graaf knikte.
,En spreekt uit deze wereldwijsheid dc re
dacteur of de man
„De redacteur. De redacteur is een man,
die leeft door „Neen" te zeggen. „En zult ge
„Neen" zeggen voor meer van de hand van
deze schrijfster
„Voor meer over Spanje zal ik dot zekei
doen
De graaf, dacht een oogenblik na Het beet
je daglicht, dat Londen binnendringt, viel vol
op zijn lang, smal gelaat, op de spitse Velas-
quez-kin, op het recht naar achteren gekam
de grauwzwarte haar, dat hoog op het voor
hoofd geplant was.
„En het feit, dat de schrijfster zichzelf en
een afgelcefden oom door haar pen onder
houdt, zal geen verschil maken
John Craik aarzelde even.
„Niet in het minst," zeide hij toen. „Gc
schijnt de schrijfster te kennen."
„Juist, en ik stel veel belang in haar"
„Een dameJ"
„Inderdaad."
„En arm?"
„Ja, en trotsch als
„Een Spanjaard", opperde John. Craik.
„Zoo ge wilt Het is een ondeugd, die haast
tot deugd geworden is in deze democratische
dagen"
John Craik keek op.
„Ik zal doen, wat ik kan, Lloscta," zeide hij
„Een groot schrijfster is zij echter niet en zal
zij nooit worden."
„Dat weet ik Eenmaal zal zij een groote
dame worden, of ik begrijp de jonge marnen
nipt
Craik was nog bezig met nazien van zijn
manuscript.
„Ik heb haar nooit gezien," zeide hij„Maar
uit haar geschriften krijg ik den indruk, dat
zij een meisje is, dat een eenvoud:g levsn on
der een eenvoudig volk geleid heeft. Veel van
de natuur heeft zij gezien, de natuur in de
open lucht, die zuiver is en niet te diep kan
worden bestudeerd.
Haastig stond de graaf op en nam zijn hoed
Terwijl hij zijn hand uitstak om goeden dag"
te zeggen, werd er aan dc deur geklopt De
bediende kwam binnen cn overhandigde John
Craik oen stukje papier, waarop een naam ge
schreven stond
Ciuik los het opschrift, vei frommelde het
papier en wierp het in de prullemend.
„!n een minuut", zeide hij, en de man ve
rf ween.
Cipriani de Lloseta bukte, r-x I een bedasrd-
Leid die soms iets dramatisch had, over den
papiermand en haalde er he» ve kreukte stukje
napier uit, Hij vouwde hot nic-t open, man.
hield het in zijn uitgestoken gesloten vuist
„Miss Eva Challoner?" zeide hij.
^John Ci nik knikte.
De Lloseia lachte en wierp het papier in het
\ui,r
„Ik moet niet gezien worden. Waar denkt
ge mij te stoppan?"
„Ga naar boven, in pinots van naar bene
den" antwoordde John Craik, alsof dezelfde
vraag hem al vroeger gedaan was „Wacht op
het volgend poitaal, tot je deze deur hoort
sluiten; dan kun je veilig ontsnappen".
„Dank goeden dag"
„Goeden dag'
Teen Eva de kamer binnen kwam. zat John
Ciaik te schrijven. Hij stond op met een bui
ging, een beleefder eeuw dan de onze kenmer
kend, en bood zijn hand aan.
„E'ndelijk", zeide hij, „heb ik er u toe ge
bracht mij te bezoeken. Wilt u plaats nemen?
De stoel is knal, doch er hebben groote man
nen en vrouwen in gezeten."
Hij sprak minzaam, met zijn eigenaardiger
lach, en toen Eva gezeten was, nam ooi: hij
langzaam en behoedzaam plaats. Hij docht
niet zoozeer aan wat hij zeide, als aar. zijn
toehoorster. Hij zog, djat Eva onloochenbaar
schoon was de man zag dat. De roman
schrijver zag dat zij woorschijnlijk interessant
was. Zoouls hij juist verteld had, hadden
groote vrouwen in dicnzelfdpn stoel gezeten, en
John Craik voelde neiging Eva voor die pas
vermelde grootheid te behoeden. No een
schitterende jeugd in Oxford, wos hij als 't
ware gedompeld in letterkunde. Al de groote
mannen en vrouwen had hij gekend en hij hnd
zich een zeer scherp eigen oordeel gevormd
John Craik was van meening. Hot grootheid
niet good is voor vrouwen. Dot het niet voot
hun eigen geluk is, wist hij Dat het niet is
voor het geluk van hun omgeving, daarvan
hnd hij een sterk vermoeden Eenigen van
Eva's beroemde voorgangsters in dien stoel,
hadden John Craik niet volkomen begiepen.
Allen vonden, dat hij niet genoeg onder der»
indruk was namelijk, niet zoo onder den in
druk van hen, nis zij zelf woren, wanneer zij
over hun eigen beroemdheid nadachten.
Aanmoedigend keek hij Eva aan. terwijl hij
zijn handen wreef.
„Mag ik, nis oud man, een'ge onbeschaam
de vragen doen vroeg hij met een opge
wektheid, die vreemd afstak bij zijn ziekelijk
gelaat.
„Ja".
„Waarom schrijft gij? zeide hij. „Geef u den
tijd, denk na, voor ge antwoordt."
Eva keek peinzend, terwijl de redacteur Ir.
het vuur staaide.
„Om geld te verdienen", sprak zij tenslotte
Hij zag op en bemerkte dot zij eenvoudig
naar waarheid antwoordde.
„Mooi zoo."
Hij vertelde haar nic-t, dat hij walgde van het
gewauwel over kunst om den wil van de kunst,
letteren om den wil van de letteren.
„Voelt ge in u zelf den aanleg on» een groot
schrijfster te worden?"
Eva lochte, een spontanen meisjesachtige*
Inch, waardoor Craik haar vijf jaar jonger gaf,
dan hij haar geschat had.
„Neen", antwoordde zij.
Hij ging rechtop zitten cn keek haar vrien
delijk en vol bewondering aan.
„Ge zijt bepaald verfrisschend," zeide hij,
„zeer in 't bijzonder voor een man, die dikke
bejaarde vrouwspersonen in dienzelfden stoel
heeft zien zitten om, als haar overtuiging tc
verkondigen, dat zij tot George Elliotts of
Charlotte Brontes bestemd waren, vrouwen,
die een enkelen onjiristen of goddeloozen ro
man hadden geschreven, waarmee zij in dwazo
kringen een zeker succes hadden behaald".
„Denkt u, dat ik den vroeg Eva „den
aanleg heb om een inkomen te verdienen
John Craik peinsde.
„Een klein", zeide hij kortaf.
„Dat is al wat ik noodig heb."
Craik trok zijn wenkbrauwen op.
„En vermaardheid?" zeide hij, „verlangde
gc dut
„In het minst niet, behalve om haar inner
lijke waarde".
Craik sloeg zijn hand op de armleuning van
zijn stoel en lachte luid.
„Dat is prachtig I" riep hij uit. „Ik hob nog
nooit zulk een practisch mensch ontmoet: Dus
ge zoudt tevreden zijn met werken voor een
voldoende inkomen, zonder ooit door de we
reld te ziin gekend
„Ja, mits het werk echt en mij niet uit lou
ter liefdadigheid gegeven was."
„O, ge zijt trotschl" zeide hij, en plotseling
herinnerde hij zich de woorden van Cipriani de
Lleseto
Eva lochte en schudde ontkennend haar
hoofd.
(Wordt vervolgd)