Schelpkalk DERDE BLAD Zaterdag 23 Juni 1928 NED. MAATSCHAPPIJ VOOR NIJVERHEID EN HANDEL Wie moet adverteeren Blijft 'n „KEITJE" begeeren. A. N. HINDRIKS Groote Koppel 11 - Tel. 1135 Handel in Bouwmaterialen CONFLICT AAN EEN AMSTERDAMSCHE SCHOOL '26e JAARGANG Ï-DE EEMLANDERIi ZONDER 1NDIE GEEN VOLKSWELVAART VOoR NEDERLAND EEN SCHEIDING NIET ALLEEN EEN RAMP VOOR ONS LANDDOCH OOK VOOR NEDINDIE DE OPENINGSREDE VAN MR. GUEPIN Gister kwam te Middelburg de I5Tste jaar- üjksche algemeene vergadering bijeen van de Nederlandscho Maatschappy voor Nijverheid en Handel. Met hét oog hierop waren gisterenmiddag reeds een groot aantal bestuurdercn en leden naar Zeeland's hoofdstad gekomen, om geza menlijk de stad en de beroemde Donderdagsche markt te beziohtigen. Om acht uur heeft de heer Berdenis van Berlekom, voorzitter van het departement Mid delburg de deelnemers aan de algemccne ver gadering in de Sociteit „De Vergenoeging" als gastheer toegesproken in een rede, waarin hij, met enkele grepen uit de geschiedenis, den arbeid illustreerde sinds 1815 door het departe ment Middelburg verricht. Tot het heden ko mende wees spr. op den grooten bloei van handel en nijverheid in zijn districtalles ont wikkelt zich nog in stijgende lijn, zoodat de Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel in deze phase van ontwikkeling van onschatbaar nut kan zijn. Na een dankwoord van den algemeenen voorzitter, mr. Guépin, vereenigde men zich in het oude stadhuis, waar het gemeentebestuur van Middelburg ter begroeting van de alge- meene vergadering aanwezig was. Over en weer werden hartelijke toespraken gewisseld. Na deze ontvangst bood het depar tement Middelburg in het Schuttershof een concert aan, terwijl Zeeland's jeugd iets van Zeeuwsche folklorie liet bewonderen Gistermorgen om 9 uur werd de jaarverga dering geopend. Bij de opening van de T5Iste jaarvergadering te Middelburg der Nederlandscho Maatschap pij voor Nijverheid en Handel heeft de heer mr C. H. Guepin een rede gehouden, waaraan het navolgende ontleend is: Nu ik, aldus Spr., de eer heb als voorzitter de algemeene vergadering te leiden, nadat ik in de maand September van het afgeloopen jaar, dank zij uw keuze, deze leiding heb over genomen van dr. Posthuma, die gedurende een aantal jaren uw voortreffelijke voorzitter is geweest, volt mij tevens het voorrecht te beurt een oogenblik uwe aandacht te mogen vragen voor een onderwerp, dat ik persoonlijk be langrijk oordeel. Be ben er inderdaad trotsch op voorzittel te zijn van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel en daartoe heb ik verschillende redenen, waarvan wel de voor naamste is, dat ik hierdoor den leider ben ge- v/orden van duizenden Nederlanders, die in onze Maatschappij zijn samengekomen tot be vordering van het doel der Maatschappij: ver meerdering van de volkswelvaart. Mijn onderwerp, vervolgde Spr., zou ik kun nen betitelen: „Zonder Indië geen volkswel vaart in Nederland". Wellicht had ik zelf ook een ander onder werp gekozen om met u te behandelen, indien het mij niet juist in de laatste maanden zoo bijzonder getroffen had, dat er blijkbaar nog groote groepen onder de bewoners van ons Nederland zijn, die het aanhouden van de innige relatie tusschcn Nederland en Neder- Inndsch-Indië beschouwen als een uitsluitend belang van slechts een enkele groep, die niet de hunne is en daarom hun interesse niet be hoeft. De uiting, door een overigens verdienstelijk leider van een onzer politieke groepen, dat de Nederlandsche arbeider zal juichen, zoodra Indië van Nederlandschen invloed bevrijd zal zijn, heeft mij diep geraakt en heeft zekei medegewerkt tot het zich vormen van de op vatting, dat het nog steeds noodig is actie te voeren om het waandenkbeeld te doen ver dwijnen, alsof het beho.ud van onze koloniën alleen zou beteekenen het belang van den werkgever of wat hier dikwijls mee vereenzel vigd wordt, van den Nederlandschen kapitalist En juist hier, waar wij samenkomen met het doel onzer Maatschappij „de bevordering der Nederlandsche volkswelvaar" voor oogen mag de stem gehoord worden die zegt: Een zoodanige opvatting, dat slechts een deel van Nederland hierdoor welvaart en niet Nederland in al zijn lagen, is valsch, is onjuist. Het zich voortplanten von een dergelijke valsche en onjuiste opvatting zal voor de Nederlandsche welvaart de grootste en meest vérstrekkende schade tengevolge hebben. Er wordt vooral in de laatste decennia doot sommigen een voorstelling gegeven van onzo verhouding tot Nederlandsch-Indië alsof de voorspoed, die wij, dank zij Indië, genieten, ten koste van de bewoners van Indië zou zijn ver kregen, Ook deze theorie is onjuist en indier» deze theorie ingang blijft vinden, dan kan dit slechts geschieden uit onkunde omtrent den waren toestand. Want dit is merkwaardig, juist onder degenen, die zulke theoriën verkon digen, zijn er zoovelen die zich nimmer moeite hebben gegeven zich van Indië een duidelijk beeld te maken. Het zou voor de bewoners van Neder- Iandsch-Indië gedurende dc eerste reeksen van jaren geheel onmogelijk zijn het werk, dat door Nederlanders in Indië verricht is en wordt en waarmede onze welvaart ten nauwste samenhangt, over te nemen. Men kan gerust zeggen, dat een scheiding van Nederland en Nederlandsch-Indië zou zijn een ramp voor Nederlandsch-Indië, en dat, om cJe uiting van dien politieken leider nog eens in herinnering te brengen, de juichende arbei der niet alleen een romp voor Nederland, maai gelijktijdig ook een lamp voor Nederlandsch- Indië zou toejuichen. Een t© vToeg verkregen zelfstandigheid van tik der volkeren, welke Nederlandsch-IndiS bewonen, zou tengevolge hebben bet ingrijpen door andere natie. Een toegejuicht „los van Nederland" zou voor dc juichenden spoedig een teleurstelling worden, want het zou nooit kunnen opleveren hetgeen deze daarmede gewenscht hebben. Spr. verwijst in dit verbond naar de dooi den algemeen secretaris eenige jaren terug uit gegeven brochure, waarin hij in schrille kleu ren heeft geschetst de consequenties van di' voortdurende belangrijke toeneming der bevol king van Nederland, ruim 100 000 per jaar Met dien aanwas der bevolking voor oogen en er ons rekenschap van gevend, dat over hel algemeen dc grenzen der andere naties zich voor emigreerende Nederlanders gaan sluiten, mogen wij dankbaar zijn, dat Nederlandsch Indië jaarlijks duizenden werkwilligen wil ont van als medewerkers tot haar opbloei. Hedenmiddag zullen wij „De Schelde" be zoeken. Wij zullen daar een groot bedrijf zfen, schepen in aanbouw of reeds afgebouwd. Weel men wel, dat ruim 95 van de binnenkomende oiders in dit werfbedrijf afkomstig zijn van die reederijen, dio op Indië varen of afkomstig zijn van die reederijen, die op Indië varen of afkomstig zijn van het Nederlandsch-Indische Gouvernementdat dus bijkans allen, die bij die werf betrokken zijn, zoowel de staf van Ingenieurs, het technisch en administratief per soneel, alsmede dc ongeveer 2000 werklieden met hun gezinnen direct leven van de relatie, die wij hebben met Nederlandsch-Inciië Ja, zullen wij dientengevolge niet reeds kunnen zeggen, dat het grootste gedeelte van dc stad Vlissingen leeft, dank zij ons Nederlandsch- Indië Dat ook zij dus belang hefft bij het behoud van de thans nog bestaande verhou ding Ruim 180 suikerfabrieken werken op Java. Al deze fabrieken zijn, om de concurren tie te kunnen volhouden, geheel up to date in gericht. Jaarlijks worden uit de winst zeer belangrijke bedragen afgezonderd voor nieuwe machinerieën en herstellingen aan de reeds be staande. De belangrijkste onderdeelen dier installaties worden voor een zeer groot deel in Nederland gemaakt. Heeft men wel eens nagegaan, welk het percentage der bestellingen is, dat de ma chinefabrieken van Stork te Hengelo en van Werkspoor te Amsterdam, van Figee te Haar lem, van die Indische suikerfabrieken jaarlijks ontvangen en hoeveel minder technisch en ad ministratief personeel, maar ook hoeveel min der arbeiders er werk zouden vinden bij deze cn soortgelijke fabrieken, als deze" bijkans re gelmatig jaarlijks terugkeerënde belangrijke bestellingen eens ophielden binnen te komen Spr. staat dan geruimen tijd stil bij dc ver schillende takken van handel, industrie en scheepvaart, die alle op Ned.-Indië betrekking hebben of er gevestigd zijn. Komende tot het einde zijner rede zijde spr. Indien wij, mijne heeren, werkzaam willen zijn in het belang der Nederlandsche volkswelvaart dan moeten wij het oog richten op de toekomst, begrijpen, dat het leven voortschrijdt, dat de groote maatschappij niet stilstaat, dat het maat schappelijk bestel zich vervormt, verandert, dat wij de verplichting hebben mede te werken in opbouwenden zin. Doch dan moeteit wij, om de verkregen volkswelvaart te behouden, het oog blijven houden tevens op het heden, dan moeten wij ook medewerken om valsche leuzen als waarvan ik U sprak, te bestrijden, haar siechten invloed te beperken. Het welzijn van het Nederlandsche volk zal nog steeds het meest gebaat worden door dit heden te hand haven, dat bestaat in het aanhouden van den innigen band, die bindt de beide deelen van het groote Nederland. Dit te doen is ook een groote plicht die op ons rust in het belang van de geheele Neder landsche gemeenschap, van onze kinderen, en van het niet alleen, maar ook van de kinderen van den Nederlandschen arbeider. Na de toesprank van den voorzitter, welke met groote bijval door de aanwezigen werd aangehoord, ging de vergadering over tot de behandeling der agenda punten. Onder meer werd een commissie benoemd tot voorbereiding en herziening der wet van de Maatschappij. Het voorstel in zake een studiereis naar het Duitsche Museum te Mün- chen werd aangenomen. Vervolgens was het woord aan den heer A. Spanjaard, voorzitter van de Centrale Com missie voor Bezuiniging, die er op wees, dat, hoewel velen uit de cijfers der Rijksmiddelen misschien zouden opmaken, dat krachtige be zuinigingsmaatregelen niet meer noodig zullen zijn, hij van meening is, dat de bezuiniging in het bestuur van Rijk, provincies en gemeenten nog lang niet genoeg wordt doorgevoerd. De Staetsbegrooting voor 1929 zal, aldus spre ker, een vrij somber beeld tonen. Er is dus reden genoeg voor de commissie met het werk voort te gaan. Spr. drong op een der meest noodzakelijke maatregelen aan nl. op de in stelling van een bezuinigingsinspecteur in de gemeenten, die in staat zou zijn meer efficien cy bij het financieel beheer toe te passen. In verband met het spoedig vertrek van de vertegenwoordigers van de Nederlandsche K. v. K. in het buitenland, kregen vervolgens eeni ge dezer buitenlandsche afgevaardigden het woord. Tc voren sprak eerst mr. Guépin eeni ge woorden van hulde tot den heer Jo seph Asscher, die uit Parijs gekomen was. Dc heer Roosegaardc Bisschop, vertegen woordiger van de Ned. K. v. K te San Fran cisco, bracht daarop de belastingheffing van Nederlanders in het buitenland cn de succes sieheffing van nalatenschappen van Nederlan ders in den vreemde ter sprake. Spr. drong er met kracht op aan, een commissie in te stel len om al deze ontwerpen op fiscaal gebied in studie tc nemen. Hierover ontstond een uit voerige discussie. De vergadering besloot geen commissie in te stellen. Op voorstel van oud-minister Dr. RECLAMES. Van 1—4 regels 4.05, elke regel meer Posthuma, voorzitter van de federatie van ver tegenwoordigers van Nederlandsche Kamers van Koophandel in het buitenland, zal de be studeering van dit onderwerp overgelaten wor den aan deze federatie. Het volgende onderworp: „Omkooperij in den handel", werd ingeleid door den heer Van Spaendonck, uit Tilburg, die betoogde, dat de corruptie niet alleen in het gasbedrijf, doch in alle takken van nijverheid en handel is door gedrongen, hetgeen hij met tallooze voorbeel den toelichtte. Als gevolg van de enquête, welke de depar tementen van dc Mij. van Nijverheid en Han del te dezer zake hebben ingesteld, stelde het hoofdbestuur aan de vergadering een motie voor. waarin zij nis haar overtuiging uitsp'celct, dat alle omkooperij in den handel o m. het geven van steekpenningen en dergelijke vol strekte afkeuring verdient; voorts dat het euvel van omkooperij in cenigen vorm. zoowel voor de persoonlijke als de maatschappelijke moraal, de ergste gevolgen dreigt op te le veren, de belangen van eeh eerlijken handel benadeelt en met kracht moet worden bestre den. Het hoofdbestuur stelde verder voor, om eventueel in overleg of samenwerking met an dere lichamen een commissie te benoemen, die tot taak zal hebben, naar de vormen en den omvang van de omkooperij in den handel een nader onderzoek in te stellen» en maatregelen ter bestrijding te beram°n en het hoofdbestuur te machtigen orn maatregelen te treffen ter uitvoering van de eventueel? voorstellen der commissie, Prof. Ir. F. K. van Itersory die als verte genwoordiger von de Staatsmijnen protesteer de tegen generaliseering der omkooperij, ont kende met stelligheid, dot deze corruptie inde steenkoolhandel algemeen zou zijn De voorzitter deelde nog mede, dat het Ver bond van Ncd. Werkgevers- verzocht had, te dezer zake met de Maatschappij sumen te werken. Na uitvoerige discussies werd do motie van het hoofdbestuur met algemeene stemmen aan genomen. De vergadering werd daarop geschorst. In de mi 'dagvergadering werd behandeld de kwestie der Oeververbinding van de groote moeren. Inleider was de heer H. W. O. de Bruyn, secretaris van de Vereeniging „Het Nederl- W cgencongres". Spreker kwam tot de volgende conclusies Te. Een zoo spoedig mogelijke tot standko- ming van alle bruggen over de groote rivieren is dringend noodig 2o. De voorbereiding van dezen bouw moet zoo krachtig mogelijk worden ter hand geno men 3o. In volgorde van urgentie zijn noodig Ta de brug bij Veen, de bruggen bij Nijmegen en Gorichem en alle bruggen in de verbinding van Rotterdam naar het Zuiden, de bruggen bij Arnhem en Vianen cn dan de overige bruggen 4o. De op bet Rijkswegenplan voorkomende wegen zullen zijn aan te vullen met een rug- weg Noordelijk van Rotterdam, een aanslui ting van den ontworpen BitumewegOoste lijk van Dordt van den weg DordtMoerdijk, een weg van den Bosch (Vucht) via Heusden naar Gorinchem. een weg van Dordt via Kop van 't Land naar Gorinchem (of naar Keizers- veen) en een weg- van Bergen op Zoom met zijtak naar Zijpe 5o. In afwachting van de totstandkoming van de vaste oeververbindingen en de Rijks wegen behoort het gebruik van de bestaande overgangsmiddelen vrij te zijn cn behoort tot de exploitatie van die middelen te worden be kostigt uit het Rijksaandeel uit het wegen fonds. De vergadering vereenigde zich unaniem met de volgende motie De algemeene vergadering enz., gehoord de besprekingen inzake het vraagstuk der ocver- erbinding' over de groote rivieren, is van oordeel, dat de eenheid der zuidelijke provin ciën met het overige deel van ons land voi- dert, dat zoo spoedig mogelijk met de uitvoe ringen dezer, verbindingen een aanvang wordt gemaakt en droogt het hoofdbestuur op dit oordeel ter kennis van dé bevoegde autorite'- ten te brengen. Hierna deelde dc voorzitter mede. dat het helaas niet mogelijk is een bezoek te bren gen aan het voormalige Staatsvlaanderen, waar men toch zoo gaarne zou getuigd heb ben de belangen v$n dat deel van ons land ook de warme belangstelling der maatschap pij. Spreker vraagt daarom of de vergadering kan goedkeuren, dat het bestuur de burge meesters der gemeenten in Zeeuwsch-Vlaande- ren en de vertegenwoordigers van de Kamer van Koophandel aldaar heeft uitgenoodigd te gen Za terdag. De vergadering gaf blijken van instemming met de uitnoodiging". De burgemeester van Terncuzen, dc lieer J. Huizinga, bracht dank voor de woorden aan Zecuwsch-Vlaandcren gewijd en zeidc o.a. dat ook dat deel van Ne derland belang heeft bij goede verbinding tus- schen dc oevers van dc Schelde cn hij hoopte, dat ook daar do overtocht nog eens gratis zal plaats hebben. Hierna werd dc vergadering verdaagd tot Zaterdagmorgen cn namen de leden plaats in de -auto's waarmede over Koudekerke naar Vlissingen werd gereden. Daar werd' in twee ploegen een bezoek gebracht aan den in de buitenhaven liggenden torpedoboot jager de Ruijter cn werd door den heer Guepin namens de Maatschappij aan den commandant een ets aangeboden. Spr. bood den commandant een plaat aan, naar een oude kopergravure van De Ruytcr, met zijn schip op de Theems, met het verdoek dit stuk als een roemrijke herinnering in een der vertrekken van het schip op le hangen. Spr. wenschte den commandant .een voorspoe dige reis naar de koloniën toe, waar hot schip dienst zou doen. De commandant, luit. Ferwerda, zegde den heer Guépin dank voor dit geschenk. Alleen dc eerste groep kon na het bezoek aan het oorlogsschip de werf von de Mij. „Do Schelde" gaan bezoeken. Tc 6 uur waren allen aan boord van de mail boot „Prinses Juliana", o. o. de Minister van Arbeid, de commissaris der Koningin in Zee land, en de burgemeesters van Vüssingen en Middelburg. Tijdens dezen tocht, die aangeboden werd door de Kon Mij. „De Schelde", werd gedi neerd. Aan tafel wijdde de voorzitter van de maatschappij een dronk aan de Koningin en aan het koninklijk huis. Zich richtende tot den minister drukte spreker zijn spijt uit over het aannemen van het wetsontwerp op de N V en achtte het een juist inzicht van dezen minister, zich op de hoogte te stellen, door contact met vereenigm- gen. Minister Slotcmnker de Bruine sprak zijn groote belangstelling uit voor de maatschappij, en sprak de hoop uit, dat de voorzitter nog jaren de leiding mag hebben. De Commissaris der Koningin wees er o. a. op, dat ook Zeeland groot belang heeft bij het werk der maatschappij. Dr F. E. Posthuma dronk op den nieuwen voorzitter en wenschte den gastheeren kracht toe in den moeilijken tijd waarin zij verkeeren De heer Honig, ondervoorzitter der Mij., herinnerde er aan, dat de tegenwoordige voor zitter een afstammeling is van Michiel Adrioonsz. de Ruyter en stelde een dronk in op den commandant van den torpedobootjagcr „De Ruyter". Commandant Vcrwerda spiak nogmaals zijn blijdschap uit over het heden verkregen con tact tusschen de nijverheid en de Kon Ncd- Marine cn besprak in een geestige rede het bczuinigingsstreven der maatschappij voor nij verheid, waarvan hij hoopte dat het niet in den weg zou staan aan de belangen der marine, die meer van zulke schepen als de „De Ruyter" ■floodig- heeft. De Marine moet hebben,'wat zij noodig heeft, en wat zij noodig heeft moet doordeskundigen uitgemaakt worden. (Groote vrooüjkheid). Te ongeveer TO uur was de ..Prinses Julia na" na een tocht langs de Walchersche en Belgische kusten te Vüssingen terug. SMADELIJKE DISOUALIFICATTE VAN POLITIEBEAMBTEN. Verklaringen die een „alerellen- digslen" indruk maken. Voor de rechtbank te Breda is behandeld een zaak tegen een rijksklerk te Zundert, die eenige maanden geleden terecht stond wegens het niet- voldoen aan een verordening van de rijks politie om door te loopen. Hij werd toen door den kantonrechter vrijgesproken. De ambtenaar van het O. M. kwam daarvan in hooger beroep Bij de behandeling dezer zaak voor de recht bank op 27 October j.l. werd tegen één van de getuigen een vervolging ingesteld wegens meineed, welke echter tot vrijspraak van den verdachte leidde. Er werden in deze zaak verschillende getui gen gehoord, o.a. rijksklerken, evenals de rech ter van instructie mr. Ch. J. M. H. Roebroeck, die de meineed-zaak contra den verdachte had onderzocht. Zeer uitvoerig gaf mr. Roebroeck weer, hoe tijdens de instructie meer en meer de indruk post vatte, dat de beide verdachten niet gelogen hadden. De verklaringen der poli tie waren onwaarschijnlijk en er was veel on- begrijpelijks in. Bovendien was de verklaring van den wachtmeester der maréchaussee van zooveel ongedecidecrdhcid, dat deze niet door den beugel kon. Op grond hiervan kwam mr. Roebroeck tot de overtuiging, dat de lezing van den verdachte de juiste was. Allerellendigst was ook de indruk, dien de rijksveldwachter maakte. Deze stond, aldus mr. Roebroeck, on der voortdurende controle van den wacht meester. Spr. wraakte diens optreden tegenover getuige, dien hij moest oproepen. De ellendige indruk, dien de rijksveldwachter maakte, versterkte volgens mr. Roebroeck den indruk uit stukken, dat het gebeurde niet kan zijn geschied, zooals het door den wacht meester werd voorgesteld. Dit alles bracht mr. Roebroeck tot dc overtuiging, dat het gelijk aan de zijde van verdachte is en dat de politie mannen een lezing gaven, die in strijd is met de werkelijkheid. De officier van justitie vroeg daarna bevestiging van het vrijsprekend von nis van het kantongerecht. De rechtbank ging daarna in raadkamer Teruggekomen deed zij direct uitspraak cn be vestigde, conform den eisch, dat het vrijspre kende vonnis van den kantonrechter. EEN ONEERLIJKE KANTOORBEDIENDE. Zesduizend gulden verduisterd. Dc Rottcrdamsche politie heeft den 2T-jari- gen kantoorbediende F. M. aangehouden, die een bedrag van zesduizend gulden heeft ver duisterd ten nadeele van een vleeschhandelaar G. B. aan de Boezemstraat. Het is niet komen vast te staan dat de jonge man dit bedrag ge heel ten eigen bate heeft gebruikt In den loop van de laatste vier jaar heeft hij om het oor spronkelijke kleine tekort te dekken allerlei bedragen die binnenkwamen luk raak inge boekt. SCHOOLBESTUUR EN ONDERWIJZERS TEGEN EEN SCHOOLHOOED RELLETJES VOOR TiET GEBOUW Het Volk bevat een relaas over een con-* flict aan dc Prinses Julianaschodl in de Fahren- heitstraat te Amsterdam. Wij ontleencn aan dit verhaal het volgende De Prinses Juüunaschool wordt geëxploiteerd door de vereeniging voor Lager onderwijs op gereformeerden grondslag. Het is de eenigo school, die voor dc kinderen uit.de De Wet- buurt gunstig is gelegen. Het aantal kinderen van gereformeerde ouders in deze buurt is ech ter onvoldoende om do.school te bezetten. Dies zijn ook kinderen van ouders, die niet-gerefor- meerd zijn, toegelaten. Het aantal niet-gerefor- meerde kinderen is zelfs tweemaal zoo grboi als dat der gereformeerden. De ouders dezer kinderen zijn tot nu toe géén Üd van de school- verceniging Zij hebben zich voor het lidmaat schap aangemeld, maar wérden door het bo stuur niet als leden toegelaten. De drang, om Üd te worden, doteert van do laatste maanden, Voor dien was het bestuur der schoolvereeniging oppermachtig cn voeldo zich zóó zeker, dat het de reglementaire jaar- üjksche vergadering, waarin volgens het regle ment het bestuur telkens vernieuwd moet wor den, het vorige jaar niet hield. Daaruit spruiten ten deele de moeilijkheden voort, waarvoor men nu staat. In den herfst van het vorig jaar n.l. meende het schoolbestuur, dat het hoofd der school in zijn plichten ernstig was te kort geschoten, zóó ernstig, dat het be stuur het schoolhoofd deswege meende te moe ten ontslaan. Hij werd althans geschorst en deed sedert T Januari geen dienst meer. Het schoolhoofd mankte zijn zaak aanhangig bij de commissie van beroep. Deze commissie onderzocht de zaak cn na twee langdurige zit" tingen er aan gewijd, te hebben, besliste zij j J. Zaterdag, dat het bestuur wclteüjk niet bevoegd was ontslag tc verlccnen en werd dit dus onge daan gemaakt. Deze beslissing werd, zijn wij goed ingelicht, genomen op formeele gronden dc jaarlijkscho vergadering, die het bestuur later herkoos, had het bestuursmandaaf, toen het ontslag gegeven was, nog niet vernieuwd gezien cn was het niet gerechtigd ontslag te verleenen. Dit is dc voorgeschiedenis. Het schoolhoofd hervatte, na de beslissing van de commissie. Maandag zijn werk aan de school. De buurt bewoners hooiden hem op fc-cstelijke wijze in< De vlaggen werden uitgestoken en bloemen aangeboden. Want het schoolhoofd is in do buurt zeer gezien en algemeen verheugde men zich in de beslissing van de commissie van be roep. Het schoolbestuur dacht er evenwel anders over cn ook het onderwijzend personeel was met de beslissing niet ingenomen. Dat lnatsto bleek uit de tegenwerking, die het schoolhoofd moest ondervinden. En 'eenige leden van het schoolbestuur waren gistermorgen naar dc Fahrcnhcitstranl gekomen, om het schoolhoofd te beletten, zijn werk tc verrichten. In den corridor ontsponnen zich, begrijpe lijkerwijze, heftige discussies. Het schoolhoofd liet zich maar niet zoo maar uit de school zet ten. Natuurlijk trok dit alles in deze afgelegen buurt, waar men elkander als in een dorpje, van haver tot klaver kent, de aandacht. De moeders, gewaarschuwd door de strubbelingen, die de eerste dagen der week binnen dc schoolmuren waren voorgevallen, liepen voor de school te hoop Toen een der onderwijzers de voor de school verzamelden hoonde, bestormden dc vrouwen de school en haalden hun kinderen terug. Dat gaf een heele consternatiein de herrie viel een der kinderen zelfs flauw en werd weggedragen. Het onderwijs kon ten gevolge van dit alles in dc morgenuren niet doorgaan. Het schoolhoofd bleef evenwel op zijn post en dus meester van het terrein. Hij waar schuwde de onderwijzers, die er uit wilden loo pen, voor deze onrechtmatige daad, met als gevolg, dat het personeel aanwezig was, maar de leerlingen ontbraken. Voor de school bleven nog langen tijd vela moeders samenscholen en uit de gesprekken, die wij afluisterden, bleek, dat hun sympathie volledig aan den kant van het schoolhoofd is. Gistermiddag is de school op de gc.vono wijze geopend. Toen de bel voor het begin der lessen luidde, bleek, dat een groot aantal kin deren niet was opgekomen. Zij die er waren, kregen onderwijs. Naar wij vernemen, hield dc schoolvereeni ging gisteravond een ledenvergadering, echter niet, zooals gewoonlijk, in het gymnastiek lokaal, doch in de zaal van Nieuw-Oost-Indië. De gymnastiekzal was voor gisteravond ver huurd vooreen bruiloft f Bij informatie bleek ons, dat zooiets herhaaldelijk is voorge komen en dat de vaatjes bier voor dergelijke festiviteiten gewoon de voordeur van de school worden binnengerold. Voor vergaderingen van andere dan gereformeerde organisaties is het lokaal evenwel'niet beschikbaar. HOE HARD MAG EEN RAADSLID SCHREEUWEN Van Burink weet nog niet. Het RoUerdamsche raadslid, de heer Van Burink, heeft thans naar de Tel. meldt, een na der omschreven acte van beschuldiging ont vangen naar aanleiding van dc incidenten in de raadszitting van 29 Maart van dit jaar. Daar in wordt hij verdacht „in dc openbare verga dering van den gemeenteraad opschudding l« hebben veroorzaakt door opzettelijk hard te schreeuwen en te schelden, zoodat de Rqad in de werkzaamheden werd gehinderd." Bij den aanvang der zitting heeft de heer Van Burink den voorzitter, mr. A. dc Jong, waar nemend burgemeester, verzocht, even tc de- monstrecren hoe hard hij schreeuwen mag zon der in aanraking tc komen met den „Noord- singel" (het Paleis van Justitie). De voorzitter heeft aan deze uitnoodiging .geen gevolg gege ven. Doch telkenmale als in dezo zitting een der raadsleden de stem wat luid verhief, kreeg hij van den h^^r Von Burink de welgemeende raad geving „U mag wel wat zachter spreken, an ders komt u nog op den „Noordkingel" ten recht 1" a

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1928 | | pagina 9