#MEPSFÖÖ11B"CH BAGBLAB' BINNENLAND. TWEEDE BLAD 27e JAARGANG ..DE EEMLANDER" - Dinsdag 3 Juli 1928 M.V. COMPAGNIE LYONNAISE SEIZOEN-OPRUIMING. FEUILLETON. Be Verdwenen Noodmunten No. 2 UIT DE STAATSCOURANT Toegekend de zilveien cere-mcdaillc der Oranjc-Nassau-oide aan J. H. Maan, chef van het station Maaswijk der Westlandschc Stoom tramweg-Maatschappij cn aan J. Grocnevcld, letterzetter bij de firma W. J. Thieme on Co. te Zutphen, P. Kraaycr, vroeger meesterknecht thans zager bij de N.V. Enkhuizer Houthandel, v.h. C. Kuyper, te Enkhuizen; de bronzen idem aan S. Faber, arbeider in dienst van den heer M. Kingma Hzn., te Mak- kum gem. Wonscradeel, K. Elenbaas, wonende te Zwanenburg gem. Haarlemmermeer, suiker- koker bij de suikerfabriek „Holland" tc Half weg. Benoemd tot ridder der Oranje Nassau-ordc P. J. Tcrwoert Sr., secretaris-penningmeester van het burgerlijk armbestuur van Koudekerke. Toegekend dc gouden cere-medaille der Oranje Nossau-orde aan mej. M. E. Keilman (zuster Hermina), verplacgster in het St. Ger- trudisgesticht (gesticht voor oude mannen cn vrouwen) te Wervcrshoef. GYMNASIUM GORINCHEM. Voordracht conrector. Voor conrector aan het gymnasium te Go- rinchem dragen B. en W. voor dr. J. W. Ber- kelbach v. d. Sprenkel. NED. ISRAEL. GEMEENTE. De cppcr-rabbinale vacature in het ressort Rotterdam. De opperrabbijn van Overijsel, de heci S. J. Hirsch, 'heeft zich bereid verklaard het interi- maat, ontstaan door dc ontslagneming van dr. Ritteiwaar te nemen. TRAGISCH ONGELUK. Twee schipperskinderen ver dronk en. Gisteravond is in de Wijnhaven te Rotter dam een ernstig ongeluk gebeurd, dat twee meisjes het leven heeft gekost. De 18-jarige M. v. d. S., thVisbchoorend aan boord van hel in de Wijnhaven liggende schip Arisje, was in een roeiboot langszij gegaan om waschgocd uit te spoelen, cn haJ haar 5-jorig zusje C v. d. S. bij zich in de boot genomen. Toen zij klaar was en haar zusje weer aan boord van de Arisje wilde tillen is dc roeiboot vermoe- dclijk onder haar uitgegleden cn zijn beiden t'- water geraakt, zor.dev dot iemand dit heeft opgemerkt. Toen de vader even later aan boord kwam miste hij zijn beide kinderen. Twee schippers van de in de buurt liggende vaartuigen hebben met behulp van vaai boo- in cn d< beide lijken opgehaald. Zij blijven voorloopig aan boord. Dc reddingsbrigade heeft gedurende meer dan een uur tevergeefs getracht dc levensgeesten op tc wekken DE GASBEDRIJVEN. Dc directeur te Dokkum ge handhaafd. De gemeenteraad van Dokkum heeft met 9 tegen 8 stemmen besloten den directeur van de gasfabriek te handha\cn. ZEILJACHT VERBRAND. Dc opvarenden gered. Het zeiljacht Elbe, van den heer B. G. N., uit Amsterdam, is Zondagavond even buiten de Ketel, bij het Kampereiland, verbrand. De oor zaak is vermoedelijk het omvallen van een snel koker. De opvarenden konden zich redden. Al les was verzekerd. HET VEENDAMMER STRAFPROCES DE TWAALDE DAG VAN BEHANDELING HET PLEIDOOI VAN Mfe. KOKOSKY DE UITSPRAAK OP 16 JULI Men meldt ons uit Amsterdam Op dezen twaalldcn dag van het „Vecndam- mer" strafproces ving de laatste pleiter, Mr. F. A. Kokosky zijn pleidooi aan ten behoeve van verd. A. C. M. Evenals zijn confrère Mr. Muller Mosis, bracht p). allereerst hulde aan de leiding der Rechtbank in deze zaak, speciaal aan die van den president. Daarnaast richtte p!. woorden van waardeering tot den Officier, in welke waardeering hij ook den icchter-commissaris betrok, hoewel ook pi. het bleef betreuren dat de verdedigers niet bij de verhooren in de in structie aanwezig hadden mogen zijn. Tot dc zaak zelve komende zeide ph: hoe kan men kwade trouw aannemen nis er om trent het gebeurde in deze zaak niets vast staat Men gaet hier uit van de veronderstel ling dat Liehermann een aartsoplichter cn een schurk was. Als een axioma woidt dat aange nomen. Hoe kan men deze verdachten veroor- deelen voordat men zekerheid heelt omtrent Licbermann's plannen Zoolang Lieberrr.ann's kwade trouw niet vaststaat, ken er nimmer een veroordecling volgen van zijn medeplichtigen. PI. achtte het een onherstelbare fout dot men Liebermann hier niet heeft willen laten komen. Het is pleiter bekend, dat Lieber- inann een tweede request heeft i ngediend. Zondei bewijzen mag niet worden aan genomen, dat Liebermann e?n zwendelaar is. PI. heelt Donderdagavond 1.1. van Mr H. P Merchant een brief ontvangen, waarin hij zijn meaning uiteen zet over het geval-M. PI. las enkele tirades voor, o.m. cén dat Mr Mui chant vreest dot de Rechtbank op ongefundeerde vermoedens kwade trouw ten opzichte van M. zal aannemen. In rechte, zcide pk, staat geens zins vast, dat Liebermann de Bank wilde leeg* rooven. Mocht de Rechtbank inderdaad aan nemen, dot Liebermann de greote zwendelaar was, dan rijst de vraag of M niet is geweest het willige werktuig, het slachtoffer M. vormt in deze zaak een kleine schakel, hij leidde al tijd een rustig en sober leven. P'otseh'ng wordt hij directeur van do „Veendammcr". na be sprekingen tusschen merischen. omtrent den loop waarvan niets vaststaat. M. was daarbij niet aanwezig: hij weet niets van do gesprek ken tusschen W. Sr. cn Liebermann. Plots staat M., 14 of 15 Juni, tegenover Liebermann, en hem wordt gevraagd het bekende kessierscon- tract tc teckencn. De handige oplichter geeft niet den ti.id om te denken, men vertelt M. niet de finesses. Zoo komt de 25 Juni, op welken dag M. ten kantore van de „Veendammcr" menscben aantreft, tegen wie hij opziet, als kleinere man. Hij merkt aan dot hij de verschillende hy potheken aan het nieuwe bestuur moet over dragen. Hij informeert bij de raadslieden, zij zeggen hein dót alles in orde is, cn. zondei dat men hem don tiid laat om ne tc denken, willigt hij zijn opdracht in. Hij kende toen al leen het hoofdcontract, van het aanvullend contract wist hij niets. Ook mag niet vergeten worden, dol M. de gelden deponeerd bij de Bank. die de aan- deelen van de „Vendammer" had. Vervolgens bestreed pl. dat M. na de overdracht te kwa der trouw zou zijn geweest. Hij deed datgene, waartoe hij verplicht was op grond van hei dooi hem medc-geteekende contract. Zoo kwam men tot 21 September, tot het contract-Pacrdenkcoper. 't Is misschien een ongelukkig moment dezen naam thans uit te spreken, gezien de arrestatie van dezen man 1 (onderdrukt gelach), 't Is echter tc bezien of die arrestatie zul leiden tot een verooidceling. Thans gaat het er alleen over hoe M. Pnardcn- kooper beschouwde. Pk herinnerde er aan, dat de Haogschc Rechtbank in haar breed gemoti veerd vonnis betreffende mr. Denekamp uit drukkelijk heeft gezegd, dat het contract-Paai- denkooper zeker geen schijncontract is ge weest,. Heeft bovendien op 3 September Lie bermann niet aan M. geschreven, dot hij niet veel voor Paardenkoopcr voelde, doch dot Mr. Spaargaren er op aandrong, dot hij in Paar denkoopcr de „Messias" zag, die de pand brieven naar boven zou helpen. Zóó schrijft men niet aan een medeplichtige, aan een werk tuig. Hij had moeten nadenken, heeft de Officier gezegd. Hij had nog terug gekend. Dit argu ment gaat echter alleen op als verd. op het oogenblik zelf had kunnen beseffen dal dc pandbriefhouders do dupe van de overdracht zouden worden. Bovendien wist verd. M. toen niets van den toestand der „Veendammcr". Liebermann hed hem toch gezegd, dat hij slechts enkele weken directeur zou zijn. Ten kantore, te midden van al die hoog er ge plaatste menschen, heeft M. nooit kunnen be grijpen dat het contract een schijncontract was, dat alles op zwendel berustte. Die stelling kan, meende pleiter, de Officier nooit volhou den En al staat vast dat verdachte intellect heeft, daaruit mag toch niet volgen, dat hij geen vertrouwen mag hebben in zijn mede- menschen I Geruimen tijd stond pleiter hierna stil bij hei zoogenaamd kassieiscontract, waarna hij het contract Schim v. d. Loeft kort besprak. Deze laatste was volgens pleiter in elk geval dienstig om M. vertrouwen in dc zaak in te boezemen Bovendien was dit contract geen definitief koopcontract. Sprekende over den borgtocht, van der Toorn wees pleiter erop, dat ook Lie bermann volhoudt dat van der Toorn een twee de stuk gcteckend heeft. Nu zegt men wel dat M. had moeien begrijpen dat Liebermann en van der Toom niets waren, doch dit gnnt niet op. Toen pleiter den naam van der Toorn hoorde, dacht hij dadelijk: dat is de grooic ree- der uit Scheveningen. En van Liebermann wist men vóór deze zaak niets. Dat M. geheel on der den invloed van Liebermann, den giooten charmeur, stond, behoclt geen verwondering to baren ook mr. Waghto, een man van intellect en or besproken gedrag ging mede met de „Atlas"-plannen. Pl. zeide niet te weten of dc Rechtbank over tuigd is van M.'s onschuld. Bij Pl. zelf bestaat cr crr.stigcn twijfel of men M. wel eenigszins schuldig kan noemen. Laat men toch in M. niets anders zien dan een eenvoudige, die mis schien gedwaald heeft, maai dan omdat men hem in het duister heeft iaten rondtasten. Ir de eenzaamheid van zijn cel zit deze man, die nooit is veroordeeld, de toekomst voor zich. Hij bezit niets meer, de honger bedreig: zijn vrouw en kinderen. Zijn gezin zal volkomen ten ondergaan, als men dezen man niet vooiloo- pig in vrijheid stelt. Pi. vertrouwt er op, dat de Rechtbank zal aannemen, dat M. niet te kwader trouw is ge weest en hem zal vrijspreken. Er zijn in deze zaak zoovel en geweest, van wie men dc goede trouw heeït aangenomen. Pl. wilde dan nog niet eens aan dc advocaten denken. Nogmaals drong Pl hicma aan op dc onmiddellijke invrijheidstelling van zijn cliënt. Na raadkamer deelde president Meckmann mede, dat naar het oordeel der rechtbank geen termen aanwezig zijn om aan dit verzoek ge volg te geven. De zitting werd hierna geschorst tot twee uur Ulrechlscheneg 10 Tel. 179 Amersfoorj Bij de voortgezette behandeling der zaak stel den de president mr. Meckmann cn rechter mr. Van Berckcl den verdachten eenigc vra gen, o.m. over dc wijze waarop op 25 Juni het nieuwe bestuur gekozen is. Ook verd. Möhring werden nog* enkele vragen gesteld. Repliek van het O. M. Hierna ving het O. M. mr. O. R c i 1 i n g h W z n., zijn repliek nan naar aanleiding van hetgeen dc verdedigers mrs. Muller Massis cn Kokosky in hun pleidooien te berde hudden gebracht. Met ulle waardeering voor hetgeen beide pleiters betoogd hadden, had Spr. daarin niets gehoord, dat hem aanleiding zou kunnen geven om zijn standpunt ten aanzien van het bewijs van dc strafmaat te wijzigen. Uitvoerig bestreed het O. M. alle punten van verweer, door mr. Muller Massis naar voren gebracht. Wet de juridische bezwaren van laatstgenoemde tegen dc dagvaarding betreft, meende Spr. dat men daar geenszins tegen kan aanvoeren, dal er niet duidelijk uit blijken zou, waar het in deze zaak om gaat. Mr. Kokosky heeft gezegd, dat het opzet van Liebermann moet worden aangetoond. Spreker meende dat gedaan te hebben. En wat de we tenschap van verd. M. ten opzichte van Lie bermann aangaat, kan Spr. M. voor de voeten werpen, hetgeen op de zitting is gebleken. Spr. herinnerde in verband hiermede aun de Gooi- sche Hypotheekbank. Wel degelijk heeft M. eenigc* malen minder gunstige informaties van Liebermann ontvangen. Ten slotte richtte Spr. woorden van dank en waardeering tot den president voor zijn lei ding, die allen bij deze zaak betrokken par tijen ten goede is gekomen. Ook aon dc overige leden van het college komt een deel van deze hulde toe Duplieken der verdedigers. Hici na kreeg mr. Muller Massis het woord om te dirplicecrcn. Het speet Pl. dat dc Officier niet op zijn cisch van zes jaren tegen W. Sr. is teruggekomen, na alles wat cr is geschied. Pl. kon niet begrijpen, dat dc offi cier de goede trouw zóó verwerpt. Tusschen den Officier en mr. Muller Massis ontstond een debat naar aanleiding van dc mate van goede trouw dc-r advocaten, die bij deze zaak betrokken zijn geweest. Pl. zeide aan die goede trouw niet to twijfelen. Dat voorts de Discontobank niet goed geweest zou zijn voor de vordering, de beide verdachten W. wisten daarvan absoluut niets. Wil men hun grove onvoorzichtigheid verwijten, het zij zoo, doch hen beschuldigen van kwade trouw zou op een onjuiste voorstelling van zaken neer komen. De officier cn de redrtbank zullen zich in dc sfeer van vertrouwen moeten verplaat sen, die indertijd hcerschte. Ten opzichte van de dagvaording handhaafde PI. zijn meening. dat de verdachten daaruit niet op duidelijke wijze het hun ten laste gelegde hebben kunnen opmaken. Pleiter zeide aun het slot van zijn dupliek, die twee UTcn in beslag nam, dut hij bleef pci- sisteer.cn bij zijn conclusie, dat de verdochten Woitmon niiet zullen kunnen worden veroor deeld. Nogmaals drong pleiter cr op aan, dat de rechtbank zal overwegen speciaal den jong- sten Woitmon uit dc preventieve hechtenis te ontslaan. Hierna dupliceerde mr. Kokosky. Pleiter bleef erbij, dat dc kwade trouw van Möhring niet is bewezen. En toen de accountant Smits, die eerst bedenkingen had, op 15 Juni het contract mee parafeerde, heeft M. niet an ders kunnen denken dan dat de zaak in orde was. Pleitei kan zich niet indenken, dat de rechtbank, na alles in raadkamer overwogen te hebben, twijfel aan vcrdachte's schuld uit sluit Mocht de rechtbank verdachte echter schuldig achten, laat zij hcrm dan voldoende gestraft achten door den tijd, dien hij in pre ventieve hechtenis heeft doorgebracht. Dc verdochten aan het woord. Hierna betoogde verdachte W. Sr., dut hij niet anders dan tc goedei trouw geweest kan zijn. „Wij hebben niets weggemaakt, niets ver bergen", zeide hij. „Eerst door de geheim zinnigheid na 25 Juni merkten wij dat er iels niet in orde was." Verdachte heeft volkomen geloofd in dc „Atlas" Hypotheekbank. „En als gij toch kwa de trouw wilt aannemen, doe het dgn niet ten opzichte van mijn zoon", aldus verdachte, die zijn ontroering niet langer meester was. „Laat de heeren rechters niet twee gezinnen onge lukkig maken, één is voldoende." Ook verdachte M. betoogde zijn onschuld. Ten slotte kreeg verdachte W. Jr. gelegen heid tot een laatste woord. Indien hij te weel derig geleefd mocht hebben, heeft hij dat niet ten koste der aandeelhouders gedaan, maar in de overtuiging, dat dit mogeiijk was, dat di rectie en aandeelhouders recht hadden op de winst. Met klem wees verdachte er op. dat hij niets heeft willen achterhouden, ook niet voor den rechtcr-commissoris Door aandoening overmand, kon verdachte ccnigc oogenblikkcn niet voortgaan. Verdachte zeide ten slotte, dot hij zich thans volkomen bewust is hoe onverantwoordelijk hij DE TAAL DER OUDHEID „Poorten cn Wallen" in Flchitc. Als 'n grijsaard vertelt van 't verleden. Dan zijn wc vaak één en al oor. Zijn duid'lijk verstoenbore woorden, Zc dwingen aandachtig gehoor. Moor als hij ons eens zou verhalen, In spreektaal, die wij niet verstoon, We blijven dien grijsaard bewond'ren. Maar 't mooiste dat zou ons ontgaan Precies zoo zal 't goon, S'tadgcnootca, Bij d'oudc gebouwen der Stad, Wij zien wel dat mooie, dat grootsche, Mcor meestal ontbreekt 'er nog wat. Want poorten cn wallen vertellen. Een leerrijk cn boeiend verhaal, Maer spreken, helaas voor zeer velen, Een gansch onbeg»jjp'lijke taal! w'Aanschouwen zc wel in hun glorie U:t 't 'eeuwen vervlogen verschiet. Maar 't mooie, het werk'lijke schoont». Begrijpen zeer velen nog niet. Flchitc wil ons lot een tolk zi|n. Als d'oudhcid ons doet hoar verhaal. Ze gaat het mysterie verlichten Door duid'lijkc, zaak'Jijkc taal. En nis wc daar ééns gaan studccrcn, Zal niets meer van 't schoons ors ontgaan. Wij zullen de roemrijke tale Der poorten cn wallen verstaan GROEGROE. (Aile rechten voorbehouden). EEN AGENT MISHMANDELD Relletje bij een ondcrslcunings- bureau. Dondeiduga vervoegde zich aan 't ondcr- stcuningsbureau aon de Kostverlorenkade te Amsterdam een man, die al meermalen om steun had aangeklopt, hoewel hij daar niet voor in aanmerking kwam. Ditmaal hoorde hij op nieuw dc mededeeling, dat zijn beroep ver- gcefsch was. Hij ontstak daarop in woede cn begon een reeks lieflijke woorden naar het hoofd van de ambtenaren te slingeren De dienstdoende agent verwijderde den man uit het bui eau, maar deze daad van den politie man deed de woede van den telcurgcstelden aspirant-steuntrekker tot het kookpunt stijgen. Dc man gaf den agent een kopstoot, waarop dc dienaar van het gezag zijn gummistok trok. De booze man wist echter den agent dc stok te Ontrukken en hij begon ermee re slaan. De agent trok zijn sabel en een worsteling ont stond. Dc woeste man diende den agent met dc gummistok eenige krachtige slagen toe. Ambtenaren van het bureau hadden inmiddels aan het posthuis Borgerstraat om assistentie gevraagd. Eenige agenten verschenen spoedig cn ontzetten hun makker, die vol blauwe plek ken zdt cn eenigc bloedende wonden had De agent is per auto van den G D naar het Wilhelmjna-gasthuis vervoerd. Gevaarlijke wonden heeft hij niet. Dc woesteling is nnor het bureau Overtoom gebracht cn zal ter be schikking van dc justitie worden gcssteld. (Hbl.) DE MOORD OP EEN BRUILOFT. Dc dader gearresteerd. Dc moordenaar van den landbouwer Haar man te Do Luttc is door de marechaussee tc Oldenzaal gearresteerd. Het is de 22-jarige bakkersknecht H. K., wonende te Losser. Hij heeft bekend. gehandeld heeftindertijd had hij dit echter niet gevoeld. Te ruim zes uur werden het onderzoek en de zilting gesloten en dc uitspraak op Maan dag 16 Juli u.s. tc 10 uur voormiddag be paald. Hij die kruipt, bereikt den top niet. Door J. S. FLETCHER. Geautoriseerde vertaling, uit het Engelsen door MR. G. KELLER. 13 „Hè!" riep Stevencge uit. „Wat dan?" „Een voorwerp," antwoordde Oswald. „Waar is het7." vroeg dc detective. „Heeft u het bij u „Pus si bete, waarde vriendl" zei Oswald cynisch. Ik heb het vuil en wel laten liggen. Maar ais u er lust in hcett, zal ik het u laten zien." Stevenege stond onmiddellijk op. „Ga ir.ee", zeide hij, „dadelijk er heen!" Oswald nam hem mede naar buiten en voer de hem over d~ oude Lrug, langs de rivier en langs het pad door het bosch, dat Lij des morgens met Barbara Lansdale had bewan deld. Op de plaats van den mooid haalde hij een electrische zaklantaarn voor den dag cr\ liet het licht daarvan schijnen óVer don grond aan den voet van den in puin gevallen muui, terwijl hij tegelijkertijd met de punt van zijn schoen naar oen glinsterend voorwerp wees, dut tusschen het gras lag. Stevencge bukte zich en raapte het op „Een schopjcsguinje, een muntstuk uit 1787—1799, op welker keerzijde een schop- vormig schild is te zien, die aan een horloge ketting heeft gehangen," riep hij uit. „Van wien kan die zijn?" „Dat is nu juist iets, wat ik u raad uit te zoeken," merkte Oswald kalmpjes op. Hij knipte zijn lantaarn uit cn stak haar weer in den zak. „Nu", ging hij voort, „u heeft het ding, cn ik ga verder dcor het bosch naar de villa van don ouden heer Sheffield om met Berbie een praatje te maken. Dag Ik zie u morgen wel weer." Zondt-r zich verder om hem te bekommeren verdween hij tusschen dc boomen en Steve ncge keerde alleen raar dc stad terug Na ■ven nagedacht te hebben, ging hij naar Detterling en legde hem de schopjcsguinje voor. „Kent u deze munt?" vroeg hij. „Heeft u haar wel eens zien hangen aan iemands hor logeketting DetterÜng wierp een blik op *t geldstukje en liet een uitroep van verbazing hooien. „Lieve hemelDie guinje is van Steven Whatmo/c! Ik heb hem het'ding zelf cadeau gedaan I" HOOFDSTUK VII Er komt wat licht in de duisternis. Stevcnegc's speurdersinstinct kreeg door die verklaring een hernieuwden prikkel, maar zijn aangeboren voorzichtigheid deed hem tevens het hoofd als in' twijfel schudden. „Schopjcsguinjcs ziet men zeker niet eiken j dag", opperde hij, „moor ze zijn toch' niet zoo erg zeldzaam. Is u wel zeker van wat u daai zegt „Zoo zeker als wot I" antwoordde Detter- ling met overtuiging. Hii draaide het munt stuk op zijn geopende hand om cn m«*t een beslist gebaar er zijn vinger opleggend, ver klaarde hij nadrukkelijk „Dit is dc schopjesguinje, die ik aan Steven Whatmorc heb gegeven! Ik zou haar onder duizend herkennen. Zo was van miin v ader, die haar van zijn vader had geërfd Er staat een hoofdletter D op, en zie, daar is zc. Ze was erg afgesleten, toen ik haai bezat en u kan zien hoe ze is losgeraakt van het ringetje, waarmede ze nan den horlogeketting gemaakt. Aan den rand is ze hcelemaa! uitge sleten Neen zeker, het is de guinje van What morc, daar valt niet aan te twijfelen! Maar heeft u hoor gevonden? En waar Stevencge achtte: hit laadzaam voor het oogenblik Oswald Qeverley's naam r iet in dc zaak te mengen en antwoordde enkel, dat hij de munt had gevonden tusschen het gras op de plek van den moord. Detterling trok een bedenkelijk gezicht. „Dat ziet cr slecht voor hem uit." bromdc hij, „dat ziet cr heel slecht voor hem uitIk heb op verschillende manieren nagegaan wat Whatmorc dien dag heeft uitgevoerd, ge tracht uit te vinden hoe de dief het kasteel en het museum is binnengekomen zop.der door Whatmorc of zijn huishoudster tc zijn opge merkt en ik ben cr niet precies achter kunnen komen. Ongetwijfeld kr.n men van meer dan één kant het kasteel binnengaan; maar door gaans komen de bezoekers langs de portiers loge binnen cn zetten hun naam in het vrcem- dclingcnboek. Maar dat heeft de dief niet ge daan. Hij moet binnengekomen zijn door on- gemeiht aan het andere einde over een muur tc zijn geklommen Maar ik ben cr niet achter kunnen komen wat Whatmore dien morgen heeft uitgevoerd. Als conservator had hij pre sent moeten zijn; cr was voor hem geen re den tot afwezigheid. En hij was er niet, heelt zelf erkend, dat hij een tijdlang weg is geweest. Waai voor? We zullen dnt nu moeten uitzoe ken". „Dus ii kon bewijzen dat de guinje hem toe behoort?" „Wis cn drie I Ik heb hem het muntje een tijd geleden gegeven", antwoordde Detterling. „Hij had wet voor me gedaan, het een en an der in orde gebracht, kerkregisters voor me nagezocht en daar hij er liefhebberij in heeft oudheden tc verzamelen, gaf ik hem het stukje T-i Ha Het op tc ber gen, hing hij het aan zijn ketting. Ik heb hem zelfs meer dan eens gewaarschuwd, dnt hij- op deze monier kans liep het te verliezen!" „Wat is die Wathmoro eigenlijk voor een man vroeg Stevencge. „De heer Oiiard deel de mij vanmiddag mede, dat bot hem in zaken tegcngcloopen was of zoo iets en dat het ge meentebestuur hem zijn tegenwoordig baantje heeft gegeven a's een soort van tegemoetko ming" „Ja, dat is inderdaad het geval", vcrklaaidc Detterling „Zoo is hij aan zijn betrekking ge komen. Hij was altijd iemand, die goed op dc hoogte was van de geschiedenis en de oud heden der stad en hij heeft zich een goed en bekwaam conservator getoond. Wat intus- schen zijn karakter betreft, heeft hij éér. on deugd er. die is zijn ongeluk geweest". „En wat is dnt voor ondeugd? Drinkt hij?" vroeg Stevencge. „Neen, 't is een matig mensch, maar hij <Joet aan wedden. Ik vermoed niet, dat hii daar te genwoordig ver 1 aan doet met zijn gering inkomen is hem dat niet mogelijk maar ik vermoed, dat hij nu cn dan nog wel eens gokt. 't Is altijd zijn zwak geweest. Gek hé. van zoo'n bedaarden, stillen kerel? Maar wat is er aon te doen! En wat moeten wij nu deen Stevenege dacht een paar minuten zwijgend na „Ondci gewone omstandigheden", zei hi] ten slotte, „zou Whatmore zeer waarschijnlijk de politic in kennis hebben gesteld van zijn verlies, in dc hoop, dat, als iemand de schop jes guinje mocht hebben gevonden, hij de munt bij de politie zou hebben gedeponeerd. Blijkboor heeft hij dot niet gedaan. Toch moet hij we! bemerkt hebben, dat hij de guinje miste. Nu, ik geloof niet, dat er voor 't oogen- hlik iets behoeft gedaan te worden, zeker niet vanavond nog. Morgenochtend zou ik giaag met u een rondgang door het kasteel maken, inspecteur, teneinde me er een juiste voorstel ling van te maken, hoe iemand binnen kan ko men zonder dc portiersloge te pnsseeren. Ver volgens moeien wij wat meer tc weten komen omtrent het doen cn loten van Whutmore g« - duiendc dezen morgen. Maar laten wij zorgen, dot !uj zelf niets vermoedt, dat men hem ver* denkt of bewaakt." Na aan Detterling beloofd te hebben den volgenden morgen vroeg na 't ontbijt bij hem te komen, kuierde Stevencge naor het Markt plein. Het was half tien en het was doodstil in het stadje. Alleen dc bovenramen van dc schilderachtige oude huizen waren verlicht: de inwoners van Alanschester gingen naar bed. Doch Stevenege had nog volstrekt geen slaap cn in plaats van naar zijn hotel over te steken, richtte hij zijn schreden naar de oude brug Het was dien avond bijna volle maan cn dc hemel was onbewolkt en Stevenege bleef een tijdje over de leuning van dc brug hangen, keek, hoe het maanlicht weerspiegeld werd door de rivier, die zich kabbelend een weg zocht tusschen de steenen en rotsen van haar ondiepe bedding. Er heerschtc alom de diepste stilte, slechts begeleid door het rui* schen van het water. Plotseling werd dc stilte verbroken. Langs de nairwe steile straat, die van het Marktplein naar de rivier afliep, kwam iemand aangestapt; toen Stevenege bij het hooien van voetstappen zich omkeerde, zag hij dc gestalte zich aftcekcnen tegen dc witte muren der huisjes. Instinctmatig liep hij snel verder en vei school zich achter een hulst- boschjo aan het einde van de brug. Terwijl hij zich daar schuil hield, passeerde hem op nog geen cl afstand een haastig voortschrij dend persoon. Het maanlicht scheen dezen vlak in het gelaat en hij hcricendeWhat more I (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1928 | | pagina 5