AMERSFTHHOSCR DAGBlAB
binnenland.
8.v. compagnie lyonna3se
"feuilleton^
Woensdag 11 Juli 1928
TWEEDE BLAD
27e JAARGANG -DE EEMLANDER"?
No. 9
UIT DE STAATSCOURANT
AUTO-ONGELUK IN BELGIE
Opruiming Sport-, Strand- en Reiskleding.
De Verdwenen Noodmunten
ZONNESCHERMENPLAAG.
Wet ingang van 10 Juli wegens langdurigen
dienst eervol ontslagen uit den zeedienst de of.
flcier van den marine stoomvaartdienst le klas
se A. P. Noorlander en die der 2e klasse D
•Houthuysen; onder toekenning van levenslang
pensioen
bevorderd tot officier van den marine stoom
vaartdienst 1c klasse die der 2e klasse W N
Bart
verleend den titulaircn rang van officier van
den marine stoomvaartdienst der Ie klasse aan
die der tweede klasse H. van der Brugge;
benoemd tot officier van gezondheid 2de
klasse van de zeemacht de artsenPI. B. N
van Kreel en J. La Croix
benoemd tot voorzitter van den Raad van
Beroep voor de directe belastingen I te Rot
terdam mr. dr. H. J. D. van Lier te Rotter
dam
op verzoek eervol ontslagen als zoodanig
met dank voor de belangrijke diensten mr. H.
H. C Castendijk te Rotterdam.
PROF. DR. A. SCHWEITZER.
Constante financiecle hulp uit
Nederland
Men meldt aan het Hbld.:
„Aan predikanten en besturen van vereeni-
gingen,^ die in prof. Schweitzer's arbeid belang
siellenis dezer dagen een door 21 personen
uit verschillende deelen des lands onderteckende
circulaire verzonden, waarin de wenschelijkheid
wordt betoogd om aan den financieelen steun
dien het werk van barmhartigheid uit Neder
land krijgt, een meer constanten vorm te geven,
eventueel tot het slichten van een nieuw zen
dingshospitaal. Aanbevolen wordt het slichten
van vereenigingen van contribuanten, zooals
cenige ptcdikanten die reeds in hun gemeenten
hebben gesticht. Ieder contribuant zou zelf elk
jaar zijn bijdrage kunnen bepalen.
De circulaire vermeldt verder, dat het werk
van prof. Schweitzer nog steeds onder finan-
cieele zorgen gebukt gaat „Als b.v. een uitste
kende verpleegster of dokter zich gedwongen
ziet tot het zoeken van betaalden arbeid, dan
moet Lambarcne zulk een kracht, al is die nog
zoo onmisbaar geworden, latr-n schieten."
Het stuk besluit aldus
Mocht de offervaardigheid op deze wijze tot
onverwacht groote resultaten leiden, dan zou
prof. Schweitzer daardoor wellicht in staat ge
steld worden, ook elders een station voor medi
sche zending te stichter..
„Is het niet, of we met luider stem geroepen
worden vraagt Schweitzer in „Aan den zoom
van het oerwoud." En hij besluit: „lk hoop dat
er spoedig meer artsen naar alle deelen der
v/ereld uitgezonden zullen worden. Wellicht
kunt gij aan de vervulling van die wenschen
medewerken
MINISTER KAN OP REIS.
Naar Dordt cn Zierikzee.
Minister Kan zal zich heden naar Dordrecht
begeven. Vandaar zal hij aan boord van het
visscher-inspectievaartuig V. I. 4 naar het Hol-
landsch Diep varen tor bezichtiging van de
ankerkuil-, aal- en botvisscherijcn Na afloop
daarvan verblijft de minister aan boord en be
geeft hij zich den volgenden dag naar Zie
rikzee voor het openen van de daar te houden
tweedaagsche landbouwtentoonstelling.
DE KONINGIN NAAR DRENTHE.
Men meldt aan de „N. R. Ct.", dat de Ko
ningin voornemens is, op 27 Augustus een be
zoek aan Zuid-Oost-Drente te brengen.
DE STAKENDE HAAGSCHE TAXI
CHAUFFEURS.
Een motie over het
der verkeerspolitie.
optreden
De stakende taxi-chauffeurs te Den Haag
hebben gistermiddag in het Volksgebouw ver
gaderd. De voorzitter, de heer Sormani, heeft
hen toegesproken en de houding van de politii
tegen de chauffeurs gehekeld. In tegenstelling
met andere plaatsen wordt te Den Haag Dij
elke belangrijke standplaats een agent ge
posteerd om de chauffeurs op de vingers n*
kijken en dan op alle slakken zout te leggen
Daarnaast worden allerlei overbodige vooi-
schriften gehandhaafd, zooals het afgeven van
tarieven, terwijl met tarief in eiken wagen
hangt, het invullen van rapporten direct na
het uitlaten der passagiers, het handhaven
van het verplichte standplaatsensteisck
Aan het slot der vergadering werd een motie
aangenomen waarin de vergadering als haar
mcening uitspreekt, dat het oprreden der politie
voor de chauffeurs krenkend is en tegenover
volwassen en hun plicht bewuste arbeider* on
geoorloofd. Er wordt bij de betrokken autori
teiten op aangedrongen zoodanige maatrege
len te treffen, dat den chauffeurs een arbcids^-
waardige behandeling van dc zijde der politii
is verzekerd.
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM.
Benoeming reclor-magnificus.
Tot rector-magnificus der universiteit van
Amsterdam is voor het studiejaar 1926'29
benoemd prof. dr. J. C- H. dc Meyere.
HET HERMAN-COSTERFONDS.
Verslag over 1927.
Verschenen is het jaarverslag van het Her
man-Costerfonds over 1927. Door ernstige on
gesteldheid van twee leden van het bestuur en
door een toevalligen samenloop van omstan
digheden, is het ditmaal later verschenen dan
gewoonlijk. Het verslag vangt aan met woor
den van weemoed, gewijd aan den heer Jhr.
Mr. J. A. de Jonge, die sedert April 1905 vooi-
zitter van het fonds was. Het voorzitterschap
werd xoorloopig aangenomen door prof dr. P.
J. Blok.
Het ledental ging door het bedanken van vier
leden weer achteruit. In het afgeloopen jaar
meende het bestuur geen nieuwe beurzen te
moeten uitreiken. Een aanzoek moest daarom
worden afgewezen.
Een bemoedigend teeken mag het zeker hce-
tcn, dat er onder de Afrikaners, die hiei in Ne
derland gestudeerd hebben, een beweging is
ontstaan tot stichting van een fonds, waardoor
Af.ikaansche studenten in staat gesteld zullen
worden om eveneens in Nederland hun studie
te komen voortzetten en voltooien.
Ook wordt het een verheugend feit gevonden,
dat er een kentering in Zuid-Afrika te ccnsta-
tecrcn valt ten opzichte van de beoefening der
Nederlandsche taal en dë ,v f rhouding van' het
Afrikaansch tot het Nedcrlandsch.
Aan de bij het verslag gevoegde verantwoor
ding van het geldelijk beheer ontleenen wij, dat
het effectenbezit vun het fonds op 51 December
1927 16.991.55 bedroeg, dc balans sloot
met een bedrag van 18309 59, terwijl het
saldo van de winst- en verliesrekening
1344 29 was. De inkomsten in 1927 bedroe
gen aan giften 100 contributies 4^1.65
cn interest 822.64.
VAN DE HAAN, HET HONDJE EN DE
JUFFROUW.
Beten in plaats van eitjes.
Gistermorgen wilde te Ij/Oen een juffrouw
eieren uit haar kippenhok halen. Dit scheen
de haan zoo weinig naar don zin te wezen, dat
hij de juffrouw aanvloog. Van den weeromstuit
geraakte het hondje dat de juffrouw bij zi^h
had zóó overstuur, dat het tegen zijn meesteres
opvloog en haar verschillende beten toebracht
cn wel zóódanig dat de juffrouw naar het Aca
demisch Ziekenhuis te Leiden moest worden
vervoerd.
TWEE NEDERLANDSCHE FABRIKANTEN
l HET SLACHTOFFER
TWAALF KINDEREN IN ROUW
Bij de betreffende families te Neuen (N.B.) is
gisterochtend een telegram binnengekomen uit
Zonhoven in België, waaruit blijkt, dat de 55-
jarige heer W. P. van Wijk, kousenfabrikant
en wethouder der gemeente Neuen en de 43-
jarige heer P. de Groot, houtfabrikant, bij een
auto-ongeval aldaar zijn gedood.
Uit het teleg'ram, waarin voorts den families
verzocht wordt de lijken aan het station Zon
hoven af te halen, kan worden opgemaakt, dat
men hier te doen heeft met een ongeluk op een
onbewaakten overweg.
De familieleden zijn direct vertrokken. Nader
vernemen wij nog, dat de auto door een goe
derentrein zou zijn aangereden cn vernield, en
dat beide inzittenden op slag gedood werden.
Dc hoer Van Wijk laat een vrouw met drie
kinderen en de heer de Groot een vrouw met
negen kinderen achter.
Nadere bizonderheden.
Omtrent het ernstig ongeluk to Zonhoven,
waarbij twee Nederlanders om het leven zijn
gekomen, kan de Tel. nog dc volgende bij
zonderheden melden
De auto, welke uit dc richting Hasselt kwam,
weid dos nachts om één uur op den overweg
tc Zonhoven door een goederentiein in dc
flank gegrepen cn letterlijk doormidden ge
broken
De bewuste overweg wordt alleen overdag
bewaakt. Daar cr een wachtershuisie staat en
dc chauffeur in den nacht dc ufsluitboomen,
welke natuurlijk opgehaald waren, heeft gezien,
verkeerde hij als vreemdeling vermoedelijk in
de meening, dat er geen gevaar dreigde. De
beide Nederlanders moeten, gelijk reeds ge
meld, op slag gedood geweest zenn. Dit is het
derde doodc-lijk ongeval, dat in enkele maan
den tijds bij denzclfden overweg gebeurt is.
Het ongeluk is veroorzaakt door trein no.
5956, komende uit de richting van Bourg Leo
pold en rijdende naar Hosselt. Dc auto werd.
500 M. meegesleurd en vatte vlam. De heer
Dc Groot werd over een afstand van 50 Meter
er den weg geslingerd, terwijl de heer Van
Wijck zich nog met een verbrijzeld linkerbeen
in den nuto bevond, toen hij door den sta
tionschef, der. heer Dorpmans, uit hot bran
dende voertuig gehaald werd.
U'rechïsc'eweg 10 Tel 179 Amersfoor
DE REIS DER 1NSULINDE.
Een bericht uit Port Said.
Een bericht uit Port-Said d.d. 10 Juli meldt:
Het stoomschip „Insulinde" is hier van Sa-
bang aangekomen en in quarantaine gegaan.
Bij een passagier deed zich een keelziekte voor;
hij overleed na verloop van 48 uren. Alle per
sonen, die verschijnselen van dc ziekte ver
toonden, werden onmiddellijk in uitstekende
vu'.blijven geïsoleerd, doch er stierven nog ze
ven personen. Te Suez heeft een bacteriolo
gisch onderzoek plaats gehad. De uitkomst
daarvan 7*.' 'nter worden medegedeeld. Seder*
de laatste* vijf dagen hebben zich geen nieuwe
getallen voorgedaan. Alle aangetaste perso
nen gaan bevredigend vooruit. Het stoomschip
ze4- hedenavond de reis voort.
Rectificatie.
Een der namen van de overledenen aan boord
van het sS. Insulinde is niet Mevr. ter Horst
van Hooven, doch Mevr. ter HoovenHorst-
kamp.
Ds. G. UBBINK
Geschorst door de Gercf. Kerk.
De kerkeraad der Geref. Kerk te Zwccloo
heeft ds. G. Ubbink, die beroepen is door de
Gcref. m hersteld verband te Utrecht-Tienho
ven, in verband daarmede geschorst.
AUDIËNTIES.
De gewone audiëntie van den minister van
koloniën zal op Vrijdag 15 Juli a.s. niet plui is
hebben.
BIJSTAND VAN MILITAIREN.
In welke gevallen deze kan wor
den verleend.
Eenigen tijd geleden is een voorschrift vast
gesteld betreffende het verleenen van militai
ren bijstand Deze kan worden verleend
a. tot handhaving of herstel van dc open
bare orde en rust
b. tot handhaving of ter uitvoering van wet
telijke voorschriften en in het belang van po
litie en justitie
c. bij rampen en ongevallen of wanneer deze
dreigen te ontstaan, voor reddings-, bescher-
mings-, opruimings- en controlemaatregelen.
d. tot het opheffen van storingen van ver
keer of gemeenschap, waardoor het algemeen
belang wordt bedreigd.
Tot het verleenen van militairen bijstand kan
worden beschikt over het personeel en het
materieel van de landmacht en het hier te
lande aanwezige personeel en materieel van dc
zeemacht.
Over het personeel van de Koloniale reserve
kan worden beschikt, wanneer de minister van
Koloniën dat personeel ter beschikking van
den minister van oorlog (na 1 September a.s.
minister van Defensie) heeft gesteld.
De commissarissen der Koningin en do bur
gemeesters hebben de bevoegdheid dezen
stand te vorderen ^ot handhaving of herstel
der orde. Dc burgemeester is bevoegd alle
bevelen, die hij tot handhaving der orde noo-
dig acht, te gever».
Maatregelen van geweld kunnen worden aan
gewend a. op ambtelijk bevel, gegeven door
het daartoe bevoegde gezag
b. tot noodzakelijke verdediging van eiger
of eens anders lijf, eerbaarheid of goed, tegen
oogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding
c. tot het uiteendrijven van samcnscholin-
cn.
liet gebruik maken van geweld dient be
perkt tc blijven tot de gevallen waarin het b';
zonder gewicht van het te bereiken doe! zulks
noodzakelijk maakt en wanneer op het gege
ven oogenblik geen andere middelen tot het
bereiken van dat doel ten dienst slaan.
Voor hot uiteendrijven van samenscholingen
rnoet eerst worden gewaarschuwd. Dit is niet
noodig bij een aanval op de militaire macht
of tot wettige zelfverdediging.
Tot het verleenen van militairen bijstand of
tot handhaving en uitvoering der wettelijke
voorschriften moeten voor zooveel mogelijk
militairen van het wapen der Kon. Marechaus
see gebruikt w orden of van het corps politie-
trocpen.
Militaire bijstand kan worden verleend bij
rampen en ongevallen, ongeacht de zijde van
welke de aanvrage om bijstand komt on ook
zonder dat een daartoe strekkende aanvrage is
ontvangen, wanneer de omstandigheden daar
toe aanleiding geven en de militaire dienst-,
belangen het verleenen van bijstand toelaten.
De te verleenen militaire bijstand kan h
staan in het beschikbaar stelien van personeel,
materiaal en hulpmiddelen van allerlei aard,
en in het verschaffen van huisvesting, genees
kundige verzorging enz. Evenzoo wordt bü-
stand verleend bij veen-, heide- of boschbran-
den.
Wanneer tengevolge van ophooping van
sneeuw of andere belemmeringen storing van
het verkeer op de Ned Spoorwegen dreigt oh
reeds is ontstaan, en de beschikbare werk
krachten niet toereikend zijn, kunnen dc garni
zoenscommandanten op aanvrage van de daar
bij betrokken sectie-ingenieurs, de verHsrv
manschappen en het voor het toezicht benoo-
digdc kader beschikbaar stellen.
ONDERSCHEIDINGEN.
Bij K B. is benoemd tot ridder in de orde
van Oranje-Nassau H. W F Struben, opper-
brandmeester in dienst van de Vrijwillige
BrandwceT te Venlo cn is do zilveren 'eerc-
medaille, verbonden aan die orde, toegekend
aan J. M. Hccker, brandweerman in dienst van
die brandweer.
Bij K B. is aan den luit. ter zee der Te kl.
van de Koninklijke Marine-reserve J. van der
Meer, in betrekking bij de stoomvaartmaat
schappij Rotterdamschc Lloyd, vergunning ver
leend om op het koopvaardijschip onder zijn
bevel dc reservevlag als natievlag te voeren.
Bij K. B is aan den luit. ter zee der Ie kl.
C. C F. Jager vergunning verleend tot het
aannemen en dragen der versierselen van rid
der in 'do Dannebrogsorde van Denemarken.
Een moeilijk leven is een goede leerschool.
Door J S FLETCHER
Geautoriseerde vertaling, uit het Engelsch door
MR. G. KELLER.
22
„Precies!" antwoordde de kassier. „Dat zou
in overal hei kennen I Een groote klodder inkt
dwars over de figuur van Brittannië".
Stevenege ging met Detterling weer weg en
zij keken elkander eens aan.
„Nu, er valt niet meer te twijfelen," merkte
hij op. „Dit is onmiskenbaar een der biljetten,
welke Hicking op den ochtend van den moord
even na elf uur aan Tyson heeft ter hand ge
steld. Twee uur later geeft Whatmore het aar»
Maidment! Is het mogelijk daaruh een andere
conclusie te trekken danhé?
Na de zaak nog wat besproken te hebbén,
keerden zij tot Maidment terug, drukten heir»
op 't hart het gevlekte biljet goed te bewaren
en begaven zich op weg naar de portierswo
ning van het kasteel om Whatmore op te zoeken
Een vrouw deed open en keek hen met eenige
achterdocht aan.
„Hij is niet thuis, meneer Detterling, hij is
niet thuis komen eten; zijn eten houd ik in
de keuken warm. Ik heb hem sinds vanmorgen,
toen hij vertrok om het gerechtelijk onderzoek
bij te wonen, niet teruggezien cn ik begrijp
niet, waar hij blijft."
HOOFDSTUK'X.
Tusschen het heesterboschje.
Stevenege zag duidelijk, dat zijn metgezel
pp dat antwoord niet verdacht tsas geweest.
Detterling keek de vrouw ten minste hoogst
ongeloovig aan.
„Wat zegt u?" riep hij uit. „Sinds vanmor
gen niet teruggezien? Hoe laat is hij vanmor
gen de deur uitgegaan
„Nu, dat is vlak na het ontbijt geweest,
mijnheer Detterling. Hij ontbeet erg laat, om
negen uur. Daarop deelde hij mij mede, dat
hij naar het onderzoek van den coroner moest
en dut hij tegen etenstijd, om één uur, terug
zou zijn. Maar, zooals ik zei, hij is niet meer
teruggekomen en het is nu al half twee."
„Zeg hem, als hij thuis komt, dat ik hem op
mijn bureau verwacht"; zei Detterling,
zich omkecrend. „Ik hoop niet dat wij daaruit
moeten afleiden, dat hij er van door is",
meikte hij op toen hij en Stevenege de por
tierswoning haddon verlaten. „Ik wou. dat ik
een van mijn agenten had bevolen hem in
het oog tc houden! 't Is lang niet uitgesloten,
dat hij weggcloopen is, V is er juist iemand
voor. Als ik maar vóór de- zitting van den
coroner had geweten, wat wij nu weten
„Laten we in ieder geval probeeren hem op
te sporen", zei Stevenege. „Hij kan zeker niet
ver weg zijn of ergens heen zijn gevlucht zon
der dat iemand hem heeft gezien. De spoor
wegverbindingen
„Och wat, de spoorwegverbindingen!" riep
Detterling uit.
„Neen, den trein heeft hij niet genomen
dat zou binnen vijf minuten zijn ontdekt!
Wanneer hij werkelijk er van door is. dan is
hij het dal in of de heide opU heeft nog
geen kijkje genomen in het dol of op de hei
de Anders zou u hebben kunnen constatee-
ren, dat iemand er zich met goed gevolg
maanden lang in kan verstoppen".
Maar hoe komt hij dan aan voedsel
„Och, daar is altijd wel wat op tc vindenl"
antwoordde Detterling met ccn veel betee-
kenende uitdrukking op zijn gelaat. „Het is me
meer dan eens gebeurd, dat iemand de plaat
heeft gepoetst naar het dal om aan een arres
tatie te ontkomen en dat alle' pogingen om
hem op te sporen vergeefsch waren. Op 't
oogenblik bijv. zoeken wij naar een strooper,
die zich ergens in het dal ophoudt cn er is
geen spoor van hem te vinden. TI heeft geen
idee van de woestheid van de streek Maar
wat moet die kerel van ons hebben Hij doet
al zijn best om onze aandacht te trekken".
Hij weesnaar een man, die in een bocren-
boezeroen aan het graven was op oen terrein
in de buurt van de poort van het kasteel cn
die, toen zij naar hem toegingen, zijn schop
in defi grond stak, zijn jas van een in zijn
nabijheid staande bank opnam en hun tege
moet stapte, terwijl hij in een zijner zakken
naar iets zocht. Met een grijns van een goe
den bekende begToettc hij den hoofdinspec
teur. y
„Wel, wat is er, Travis vroeg Detterling.
„Heb je mij noodig?"
De man grinnikte, keek eens om zich heen
en kwam toen met een air van vertrouwelijk
heid wat dichter bij.
„Nu, ais meneer Whatmore thuis was ge
komen, had ik het hem laten zien", zei hij,
„maar zijn huishoudster zegt, dat hij niet
thuis is komen eten en zij niet weet. wanneer
hij zal terugkeeren. Daarom kan ik het u, nu
u hier toch is, ook wel laten zien, mijnheel
de hoofdinspecteur. Ik heb zoo gehoord, dat
die oude noodmunten een paar dagen geleden
uit het museum zijn gestolen zou u denken
dat dit iets daarmede te maken had Ik had
zoo gedacht van wèl."
Hij haalde zijn hond uit den zak, waarin
hij naar iets had gezocht en vertoonde eenige
stukjes bordpapier, waarop Stevenege, al had
den regen en mist de kleuren doen verblce-
ken, iets dat met groote zwarte en roode let
ters geschreven wos, meende te onderkennen.
Detterling nam ze den daglooner uit de hand
cn deed, toen hij ze omdraaide, een uitroep
van verrassing hooren.
„Alle goden I Dat is de kaart, waarop de
noodmunten waren bevestigd I"
„Ja, dat dacht ik ook zoo", merkte Travis
op „Ik meende dat reeds direct, zoodra mijn
oog er op viel. „Wel", dacht ik zoo bij me-
zolvcn, „op dat soort papier waren de verdwe
nen munten vastgemaakt, zooals ik meer dan
eens in het gïndsche museum heb gezien I Ik
ben natuurlijk geen geleerde, chef. zoodat ik
die letters niet kan lezen, maar ik wist, dut
er met roode cn zwarte inkt wat bij dc mun
ten was geschreven, toen zij daar tentoonge
steld lagen".
„Je hebt gelijk", bromde Detterling. Hij
paste de brokken van het verscheurde karton
als een legkaart weer samen en wendde zich
tot Stevenege. „Dat is de kaart, waarop de
munten waren gemonteerd", ging hij voort.
„Kijk maar eens wat er geschreven staat bes
ven en onder de gleuven waarin de munten wa
ren bevestigd„Uniek stel zilveren munten,
geslagen door de verdedigers tijdens het beleg
van het kasteel van Alanschester. Mei-Decem-
ber 1645". Neen, maar daar valt niet aan te
twijfelen I Waar vond je deze stukken karton.
Travis
Travis wees in de richting van de por
tierswoning. Als een echte boer begon hij
bij het begin van zijn verhaal:
„Toen ik vanmorgen aan mijn werk ging,
riep de heer Whatmore mij door het raam
van zijn kamer aan en vroeg mij zijn asch-
bak aan het einde van zijn tuin leeg te
gooien cn de proppen papier en verderen
rommel te verbranden. Ik deed wat hij vroeg
en ik stonci juist op het punt een hoop vui
Zonneschermen dat zijn dingen,
Die des zomers noodig zijn,
Om do waren te beschermen
Tegen felle zonneschijn.
Maar ze blijken voor den wand'laar,
Rustig toevend op 't trottoir.
Zóó den drukken rijweg mijdend,
Veelal een compleet gevaar.
Want net wil je, kost'lijk kcuv'lend,
Ondoordacht een pasje doen,
Of je krijgt cr pijnlijk „duid'lijk"
Van zoo'n zon^-onding een „zoen",
'k Vind 't onhandig, geen reclame,
'k GToof niet dat er iemand koopt,
In een zaak waar hij zich vóórdien
Een paar blauwe oogen loopt.
Deze „zonsverduisteringen".
Plagen 't rustig voetverkccr.
En ons dierbaar plekje grond blijkt
Ook hier lang niet veilig meer.
't Ouderwctsche wezen „loopmcnsch",
't Lastig stukje inboorling.
Zou zoo graag 't trottoir behouden
Voor een vcil'ge wandeling.
Als dc zonneschermen blijven,
Zoo beroerd cn veel tc laag-.
Mogen wc hier veilig spreken
Van een „zonneschermenplaag" I
Loopt men elders met wat builen,
Blauwe oogen enzoovoort.
Hoort men spottende aan roepen
„Die komt vast van Amersfoort 11"
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden). 1
UIT DE SCHOENINDUSTRIE.
Het conflict bij Oosterholt en
Wiegerink te Groenlo.
In een conferentie, gehouden tusschen den
Rijksbemiddelaar, oud-minister van IJsscl-
steijn, de firma Oosterholt en Wiegerink to
Groenlo cn het hoofdbestuur van den Nc_d.
R.K. F ibrieksarbcidersbond „St. Wallibrordus",
is volgens de „Geld." overeengekomen, dat
een accountant, door den Rijksbemiddelaa>
aan te wijzen, zal nagaan of inderdaad juist
is, dat, zooals de firma beweert, dat de 5 pet.
loonsverlaging door haar noodgedwongen
moest worden opgelegd Hangende deze kwes
tie heeft de firma het besluit tot uitsluiting
ingetrokken.
DE RETOURCOMMISSIES IN HET
GASBEDRIJF.
Dc directeur te Assen.
Naar aanleiding van het rapport van de
commissie, benoemd om een onderzoek in te
stellen naar de positie van den directeur dc-r
gasfabriek tc Assen, deelen B. cn W. den raad
mede na rijpe overweging te meenen geen
voorstel tot ontslag te moeten doen. Zonder
ook maar ccnigszins den ernst van de aan den
dag gekomen feiten te willen verbloemen, ge-
looven zij toch. dat deze dien uitersten maat
regel in de gegeven omstandigheden niet wet
tigen B en W. zijn echter van oordeel, dat
e^r termen zijn om den directeur bij wijze van
straf in zijn betrekking voor den tijd van 14-
dagen, ingaande met den dag volgende op
dien, waarop het raadsbesluit mocht worden
genomen, te schorsen met stilstand van wedde
Tot slot merken B. en W. op, dat zij riet
willen nalaten, als hun gevoelen uit te spreken
dot de directeur moreel verplicht is, te over
wegen, of hij zich van een bedrog gelijk aan
het door hem in strijd met zijn instructie ge-
notene, niet alsnog op een of andere wijzo be
hoort te ontdoen. In de tweede plaats dat zij
zich verplicht hebben gezien, na het voorge
vallene den directeur in zijn vrijheid van hande
len als leider van het bedrijf op bepaalde punt
ten te beperken.
ligheid in brand te steken, toen mijn oog op
die brokken bordpapier viel Die roode en
zwarte letters trokken in het bijzonder mijn
aandacht. Tic haalde ze er dus uit en stak zo
in mijn zak".
'„Goed zoo, vriend riep Detterling uit.
„En je hebt er niemand iets van verteld
Aan niemand Best hoor 1 Vertel het aan
niemand, ook niet aan den heer Wathmore,
als hij straks eens bij je mocht komen. Als
jo doet, wat ik je zeg, schiet cr zeker ook
wat voor je over. „Neen, maaT".- vervolgde
hij terwijl hij de stuken karton in zijn zak
stak en Stevenege door den ingang mee naar
buiten nam, „nu wordt het toch wel wat to
bai I Wij moeten Whatmore zien te pakken
te krijgen en hem ondervragen I Eerst de af
betaling van dat geld aan Maidrnent en nu
die kaart, in stukken gescheurd en in den
aschbak gegooid I Wat zegt u daar nu von?"
Stevenege schudde het hoofd.
„Als het Whatmore is geweest, die het stuïc
kaïton heeft verscheurd en de brokken in
zijn aschbak gegooid, dan moet hij een drie
dubbele gek zijn merkte hij op.
„Zeker, maar er loopen veel driedubbclo
gekken rondZij denken niet, hebben geen
hersens. Maar bovendien, het is best moge
lijk, dat hij de stukken niet zelf in de asch
bak heeft gegooid. Hij kan ze gewoonweg in
zijn papiermand hebben gedeponeerd, of zo
in den haard of in de aschlade hebben gc-
woTpen cn de oude huishoudster heeft ze later
met verderen rommel weggedaan. Dat is toch
ook mogelijk
(Wordt vervolgd)