AMERSFTHHOSCR DAGBlAB binnenland. 8.v. compagnie lyonna3se "feuilleton^ Woensdag 11 Juli 1928 TWEEDE BLAD 27e JAARGANG -DE EEMLANDER"? No. 9 UIT DE STAATSCOURANT AUTO-ONGELUK IN BELGIE Opruiming Sport-, Strand- en Reiskleding. De Verdwenen Noodmunten ZONNESCHERMENPLAAG. Wet ingang van 10 Juli wegens langdurigen dienst eervol ontslagen uit den zeedienst de of. flcier van den marine stoomvaartdienst le klas se A. P. Noorlander en die der 2e klasse D •Houthuysen; onder toekenning van levenslang pensioen bevorderd tot officier van den marine stoom vaartdienst 1c klasse die der 2e klasse W N Bart verleend den titulaircn rang van officier van den marine stoomvaartdienst der Ie klasse aan die der tweede klasse H. van der Brugge; benoemd tot officier van gezondheid 2de klasse van de zeemacht de artsenPI. B. N van Kreel en J. La Croix benoemd tot voorzitter van den Raad van Beroep voor de directe belastingen I te Rot terdam mr. dr. H. J. D. van Lier te Rotter dam op verzoek eervol ontslagen als zoodanig met dank voor de belangrijke diensten mr. H. H. C Castendijk te Rotterdam. PROF. DR. A. SCHWEITZER. Constante financiecle hulp uit Nederland Men meldt aan het Hbld.: „Aan predikanten en besturen van vereeni- gingen,^ die in prof. Schweitzer's arbeid belang siellenis dezer dagen een door 21 personen uit verschillende deelen des lands onderteckende circulaire verzonden, waarin de wenschelijkheid wordt betoogd om aan den financieelen steun dien het werk van barmhartigheid uit Neder land krijgt, een meer constanten vorm te geven, eventueel tot het slichten van een nieuw zen dingshospitaal. Aanbevolen wordt het slichten van vereenigingen van contribuanten, zooals cenige ptcdikanten die reeds in hun gemeenten hebben gesticht. Ieder contribuant zou zelf elk jaar zijn bijdrage kunnen bepalen. De circulaire vermeldt verder, dat het werk van prof. Schweitzer nog steeds onder finan- cieele zorgen gebukt gaat „Als b.v. een uitste kende verpleegster of dokter zich gedwongen ziet tot het zoeken van betaalden arbeid, dan moet Lambarcne zulk een kracht, al is die nog zoo onmisbaar geworden, latr-n schieten." Het stuk besluit aldus Mocht de offervaardigheid op deze wijze tot onverwacht groote resultaten leiden, dan zou prof. Schweitzer daardoor wellicht in staat ge steld worden, ook elders een station voor medi sche zending te stichter.. „Is het niet, of we met luider stem geroepen worden vraagt Schweitzer in „Aan den zoom van het oerwoud." En hij besluit: „lk hoop dat er spoedig meer artsen naar alle deelen der v/ereld uitgezonden zullen worden. Wellicht kunt gij aan de vervulling van die wenschen medewerken MINISTER KAN OP REIS. Naar Dordt cn Zierikzee. Minister Kan zal zich heden naar Dordrecht begeven. Vandaar zal hij aan boord van het visscher-inspectievaartuig V. I. 4 naar het Hol- landsch Diep varen tor bezichtiging van de ankerkuil-, aal- en botvisscherijcn Na afloop daarvan verblijft de minister aan boord en be geeft hij zich den volgenden dag naar Zie rikzee voor het openen van de daar te houden tweedaagsche landbouwtentoonstelling. DE KONINGIN NAAR DRENTHE. Men meldt aan de „N. R. Ct.", dat de Ko ningin voornemens is, op 27 Augustus een be zoek aan Zuid-Oost-Drente te brengen. DE STAKENDE HAAGSCHE TAXI CHAUFFEURS. Een motie over het der verkeerspolitie. optreden De stakende taxi-chauffeurs te Den Haag hebben gistermiddag in het Volksgebouw ver gaderd. De voorzitter, de heer Sormani, heeft hen toegesproken en de houding van de politii tegen de chauffeurs gehekeld. In tegenstelling met andere plaatsen wordt te Den Haag Dij elke belangrijke standplaats een agent ge posteerd om de chauffeurs op de vingers n* kijken en dan op alle slakken zout te leggen Daarnaast worden allerlei overbodige vooi- schriften gehandhaafd, zooals het afgeven van tarieven, terwijl met tarief in eiken wagen hangt, het invullen van rapporten direct na het uitlaten der passagiers, het handhaven van het verplichte standplaatsensteisck Aan het slot der vergadering werd een motie aangenomen waarin de vergadering als haar mcening uitspreekt, dat het oprreden der politie voor de chauffeurs krenkend is en tegenover volwassen en hun plicht bewuste arbeider* on geoorloofd. Er wordt bij de betrokken autori teiten op aangedrongen zoodanige maatrege len te treffen, dat den chauffeurs een arbcids^- waardige behandeling van dc zijde der politii is verzekerd. UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM. Benoeming reclor-magnificus. Tot rector-magnificus der universiteit van Amsterdam is voor het studiejaar 1926'29 benoemd prof. dr. J. C- H. dc Meyere. HET HERMAN-COSTERFONDS. Verslag over 1927. Verschenen is het jaarverslag van het Her man-Costerfonds over 1927. Door ernstige on gesteldheid van twee leden van het bestuur en door een toevalligen samenloop van omstan digheden, is het ditmaal later verschenen dan gewoonlijk. Het verslag vangt aan met woor den van weemoed, gewijd aan den heer Jhr. Mr. J. A. de Jonge, die sedert April 1905 vooi- zitter van het fonds was. Het voorzitterschap werd xoorloopig aangenomen door prof dr. P. J. Blok. Het ledental ging door het bedanken van vier leden weer achteruit. In het afgeloopen jaar meende het bestuur geen nieuwe beurzen te moeten uitreiken. Een aanzoek moest daarom worden afgewezen. Een bemoedigend teeken mag het zeker hce- tcn, dat er onder de Afrikaners, die hiei in Ne derland gestudeerd hebben, een beweging is ontstaan tot stichting van een fonds, waardoor Af.ikaansche studenten in staat gesteld zullen worden om eveneens in Nederland hun studie te komen voortzetten en voltooien. Ook wordt het een verheugend feit gevonden, dat er een kentering in Zuid-Afrika te ccnsta- tecrcn valt ten opzichte van de beoefening der Nederlandsche taal en dë ,v f rhouding van' het Afrikaansch tot het Nedcrlandsch. Aan de bij het verslag gevoegde verantwoor ding van het geldelijk beheer ontleenen wij, dat het effectenbezit vun het fonds op 51 December 1927 16.991.55 bedroeg, dc balans sloot met een bedrag van 18309 59, terwijl het saldo van de winst- en verliesrekening 1344 29 was. De inkomsten in 1927 bedroe gen aan giften 100 contributies 4^1.65 cn interest 822.64. VAN DE HAAN, HET HONDJE EN DE JUFFROUW. Beten in plaats van eitjes. Gistermorgen wilde te Ij/Oen een juffrouw eieren uit haar kippenhok halen. Dit scheen de haan zoo weinig naar don zin te wezen, dat hij de juffrouw aanvloog. Van den weeromstuit geraakte het hondje dat de juffrouw bij zi^h had zóó overstuur, dat het tegen zijn meesteres opvloog en haar verschillende beten toebracht cn wel zóódanig dat de juffrouw naar het Aca demisch Ziekenhuis te Leiden moest worden vervoerd. TWEE NEDERLANDSCHE FABRIKANTEN l HET SLACHTOFFER TWAALF KINDEREN IN ROUW Bij de betreffende families te Neuen (N.B.) is gisterochtend een telegram binnengekomen uit Zonhoven in België, waaruit blijkt, dat de 55- jarige heer W. P. van Wijk, kousenfabrikant en wethouder der gemeente Neuen en de 43- jarige heer P. de Groot, houtfabrikant, bij een auto-ongeval aldaar zijn gedood. Uit het teleg'ram, waarin voorts den families verzocht wordt de lijken aan het station Zon hoven af te halen, kan worden opgemaakt, dat men hier te doen heeft met een ongeluk op een onbewaakten overweg. De familieleden zijn direct vertrokken. Nader vernemen wij nog, dat de auto door een goe derentrein zou zijn aangereden cn vernield, en dat beide inzittenden op slag gedood werden. Dc hoer Van Wijk laat een vrouw met drie kinderen en de heer de Groot een vrouw met negen kinderen achter. Nadere bizonderheden. Omtrent het ernstig ongeluk to Zonhoven, waarbij twee Nederlanders om het leven zijn gekomen, kan de Tel. nog dc volgende bij zonderheden melden De auto, welke uit dc richting Hasselt kwam, weid dos nachts om één uur op den overweg tc Zonhoven door een goederentiein in dc flank gegrepen cn letterlijk doormidden ge broken De bewuste overweg wordt alleen overdag bewaakt. Daar cr een wachtershuisie staat en dc chauffeur in den nacht dc ufsluitboomen, welke natuurlijk opgehaald waren, heeft gezien, verkeerde hij als vreemdeling vermoedelijk in de meening, dat er geen gevaar dreigde. De beide Nederlanders moeten, gelijk reeds ge meld, op slag gedood geweest zenn. Dit is het derde doodc-lijk ongeval, dat in enkele maan den tijds bij denzclfden overweg gebeurt is. Het ongeluk is veroorzaakt door trein no. 5956, komende uit de richting van Bourg Leo pold en rijdende naar Hosselt. Dc auto werd. 500 M. meegesleurd en vatte vlam. De heer Dc Groot werd over een afstand van 50 Meter er den weg geslingerd, terwijl de heer Van Wijck zich nog met een verbrijzeld linkerbeen in den nuto bevond, toen hij door den sta tionschef, der. heer Dorpmans, uit hot bran dende voertuig gehaald werd. U'rechïsc'eweg 10 Tel 179 Amersfoor DE REIS DER 1NSULINDE. Een bericht uit Port Said. Een bericht uit Port-Said d.d. 10 Juli meldt: Het stoomschip „Insulinde" is hier van Sa- bang aangekomen en in quarantaine gegaan. Bij een passagier deed zich een keelziekte voor; hij overleed na verloop van 48 uren. Alle per sonen, die verschijnselen van dc ziekte ver toonden, werden onmiddellijk in uitstekende vu'.blijven geïsoleerd, doch er stierven nog ze ven personen. Te Suez heeft een bacteriolo gisch onderzoek plaats gehad. De uitkomst daarvan 7*.' 'nter worden medegedeeld. Seder* de laatste* vijf dagen hebben zich geen nieuwe getallen voorgedaan. Alle aangetaste perso nen gaan bevredigend vooruit. Het stoomschip ze4- hedenavond de reis voort. Rectificatie. Een der namen van de overledenen aan boord van het sS. Insulinde is niet Mevr. ter Horst van Hooven, doch Mevr. ter HoovenHorst- kamp. Ds. G. UBBINK Geschorst door de Gercf. Kerk. De kerkeraad der Geref. Kerk te Zwccloo heeft ds. G. Ubbink, die beroepen is door de Gcref. m hersteld verband te Utrecht-Tienho ven, in verband daarmede geschorst. AUDIËNTIES. De gewone audiëntie van den minister van koloniën zal op Vrijdag 15 Juli a.s. niet plui is hebben. BIJSTAND VAN MILITAIREN. In welke gevallen deze kan wor den verleend. Eenigen tijd geleden is een voorschrift vast gesteld betreffende het verleenen van militai ren bijstand Deze kan worden verleend a. tot handhaving of herstel van dc open bare orde en rust b. tot handhaving of ter uitvoering van wet telijke voorschriften en in het belang van po litie en justitie c. bij rampen en ongevallen of wanneer deze dreigen te ontstaan, voor reddings-, bescher- mings-, opruimings- en controlemaatregelen. d. tot het opheffen van storingen van ver keer of gemeenschap, waardoor het algemeen belang wordt bedreigd. Tot het verleenen van militairen bijstand kan worden beschikt over het personeel en het materieel van de landmacht en het hier te lande aanwezige personeel en materieel van dc zeemacht. Over het personeel van de Koloniale reserve kan worden beschikt, wanneer de minister van Koloniën dat personeel ter beschikking van den minister van oorlog (na 1 September a.s. minister van Defensie) heeft gesteld. De commissarissen der Koningin en do bur gemeesters hebben de bevoegdheid dezen stand te vorderen ^ot handhaving of herstel der orde. Dc burgemeester is bevoegd alle bevelen, die hij tot handhaving der orde noo- dig acht, te gever». Maatregelen van geweld kunnen worden aan gewend a. op ambtelijk bevel, gegeven door het daartoe bevoegde gezag b. tot noodzakelijke verdediging van eiger of eens anders lijf, eerbaarheid of goed, tegen oogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding c. tot het uiteendrijven van samcnscholin- cn. liet gebruik maken van geweld dient be perkt tc blijven tot de gevallen waarin het b'; zonder gewicht van het te bereiken doe! zulks noodzakelijk maakt en wanneer op het gege ven oogenblik geen andere middelen tot het bereiken van dat doel ten dienst slaan. Voor hot uiteendrijven van samenscholingen rnoet eerst worden gewaarschuwd. Dit is niet noodig bij een aanval op de militaire macht of tot wettige zelfverdediging. Tot het verleenen van militairen bijstand of tot handhaving en uitvoering der wettelijke voorschriften moeten voor zooveel mogelijk militairen van het wapen der Kon. Marechaus see gebruikt w orden of van het corps politie- trocpen. Militaire bijstand kan worden verleend bij rampen en ongevallen, ongeacht de zijde van welke de aanvrage om bijstand komt on ook zonder dat een daartoe strekkende aanvrage is ontvangen, wanneer de omstandigheden daar toe aanleiding geven en de militaire dienst-, belangen het verleenen van bijstand toelaten. De te verleenen militaire bijstand kan h staan in het beschikbaar stelien van personeel, materiaal en hulpmiddelen van allerlei aard, en in het verschaffen van huisvesting, genees kundige verzorging enz. Evenzoo wordt bü- stand verleend bij veen-, heide- of boschbran- den. Wanneer tengevolge van ophooping van sneeuw of andere belemmeringen storing van het verkeer op de Ned Spoorwegen dreigt oh reeds is ontstaan, en de beschikbare werk krachten niet toereikend zijn, kunnen dc garni zoenscommandanten op aanvrage van de daar bij betrokken sectie-ingenieurs, de verHsrv manschappen en het voor het toezicht benoo- digdc kader beschikbaar stellen. ONDERSCHEIDINGEN. Bij K B. is benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau H. W F Struben, opper- brandmeester in dienst van de Vrijwillige BrandwceT te Venlo cn is do zilveren 'eerc- medaille, verbonden aan die orde, toegekend aan J. M. Hccker, brandweerman in dienst van die brandweer. Bij K B. is aan den luit. ter zee der Te kl. van de Koninklijke Marine-reserve J. van der Meer, in betrekking bij de stoomvaartmaat schappij Rotterdamschc Lloyd, vergunning ver leend om op het koopvaardijschip onder zijn bevel dc reservevlag als natievlag te voeren. Bij K. B is aan den luit. ter zee der Ie kl. C. C F. Jager vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van rid der in 'do Dannebrogsorde van Denemarken. Een moeilijk leven is een goede leerschool. Door J S FLETCHER Geautoriseerde vertaling, uit het Engelsch door MR. G. KELLER. 22 „Precies!" antwoordde de kassier. „Dat zou in overal hei kennen I Een groote klodder inkt dwars over de figuur van Brittannië". Stevenege ging met Detterling weer weg en zij keken elkander eens aan. „Nu, er valt niet meer te twijfelen," merkte hij op. „Dit is onmiskenbaar een der biljetten, welke Hicking op den ochtend van den moord even na elf uur aan Tyson heeft ter hand ge steld. Twee uur later geeft Whatmore het aar» Maidment! Is het mogelijk daaruh een andere conclusie te trekken danhé? Na de zaak nog wat besproken te hebbén, keerden zij tot Maidment terug, drukten heir» op 't hart het gevlekte biljet goed te bewaren en begaven zich op weg naar de portierswo ning van het kasteel om Whatmore op te zoeken Een vrouw deed open en keek hen met eenige achterdocht aan. „Hij is niet thuis, meneer Detterling, hij is niet thuis komen eten; zijn eten houd ik in de keuken warm. Ik heb hem sinds vanmorgen, toen hij vertrok om het gerechtelijk onderzoek bij te wonen, niet teruggezien cn ik begrijp niet, waar hij blijft." HOOFDSTUK'X. Tusschen het heesterboschje. Stevenege zag duidelijk, dat zijn metgezel pp dat antwoord niet verdacht tsas geweest. Detterling keek de vrouw ten minste hoogst ongeloovig aan. „Wat zegt u?" riep hij uit. „Sinds vanmor gen niet teruggezien? Hoe laat is hij vanmor gen de deur uitgegaan „Nu, dat is vlak na het ontbijt geweest, mijnheer Detterling. Hij ontbeet erg laat, om negen uur. Daarop deelde hij mij mede, dat hij naar het onderzoek van den coroner moest en dut hij tegen etenstijd, om één uur, terug zou zijn. Maar, zooals ik zei, hij is niet meer teruggekomen en het is nu al half twee." „Zeg hem, als hij thuis komt, dat ik hem op mijn bureau verwacht"; zei Detterling, zich omkecrend. „Ik hoop niet dat wij daaruit moeten afleiden, dat hij er van door is", meikte hij op toen hij en Stevenege de por tierswoning haddon verlaten. „Ik wou. dat ik een van mijn agenten had bevolen hem in het oog tc houden! 't Is lang niet uitgesloten, dat hij weggcloopen is, V is er juist iemand voor. Als ik maar vóór de- zitting van den coroner had geweten, wat wij nu weten „Laten we in ieder geval probeeren hem op te sporen", zei Stevenege. „Hij kan zeker niet ver weg zijn of ergens heen zijn gevlucht zon der dat iemand hem heeft gezien. De spoor wegverbindingen „Och wat, de spoorwegverbindingen!" riep Detterling uit. „Neen, den trein heeft hij niet genomen dat zou binnen vijf minuten zijn ontdekt! Wanneer hij werkelijk er van door is. dan is hij het dal in of de heide opU heeft nog geen kijkje genomen in het dol of op de hei de Anders zou u hebben kunnen constatee- ren, dat iemand er zich met goed gevolg maanden lang in kan verstoppen". Maar hoe komt hij dan aan voedsel „Och, daar is altijd wel wat op tc vindenl" antwoordde Detterling met ccn veel betee- kenende uitdrukking op zijn gelaat. „Het is me meer dan eens gebeurd, dat iemand de plaat heeft gepoetst naar het dal om aan een arres tatie te ontkomen en dat alle' pogingen om hem op te sporen vergeefsch waren. Op 't oogenblik bijv. zoeken wij naar een strooper, die zich ergens in het dal ophoudt cn er is geen spoor van hem te vinden. TI heeft geen idee van de woestheid van de streek Maar wat moet die kerel van ons hebben Hij doet al zijn best om onze aandacht te trekken". Hij weesnaar een man, die in een bocren- boezeroen aan het graven was op oen terrein in de buurt van de poort van het kasteel cn die, toen zij naar hem toegingen, zijn schop in defi grond stak, zijn jas van een in zijn nabijheid staande bank opnam en hun tege moet stapte, terwijl hij in een zijner zakken naar iets zocht. Met een grijns van een goe den bekende begToettc hij den hoofdinspec teur. y „Wel, wat is er, Travis vroeg Detterling. „Heb je mij noodig?" De man grinnikte, keek eens om zich heen en kwam toen met een air van vertrouwelijk heid wat dichter bij. „Nu, ais meneer Whatmore thuis was ge komen, had ik het hem laten zien", zei hij, „maar zijn huishoudster zegt, dat hij niet thuis is komen eten en zij niet weet. wanneer hij zal terugkeeren. Daarom kan ik het u, nu u hier toch is, ook wel laten zien, mijnheel de hoofdinspecteur. Ik heb zoo gehoord, dat die oude noodmunten een paar dagen geleden uit het museum zijn gestolen zou u denken dat dit iets daarmede te maken had Ik had zoo gedacht van wèl." Hij haalde zijn hond uit den zak, waarin hij naar iets had gezocht en vertoonde eenige stukjes bordpapier, waarop Stevenege, al had den regen en mist de kleuren doen verblce- ken, iets dat met groote zwarte en roode let ters geschreven wos, meende te onderkennen. Detterling nam ze den daglooner uit de hand cn deed, toen hij ze omdraaide, een uitroep van verrassing hooren. „Alle goden I Dat is de kaart, waarop de noodmunten waren bevestigd I" „Ja, dat dacht ik ook zoo", merkte Travis op „Ik meende dat reeds direct, zoodra mijn oog er op viel. „Wel", dacht ik zoo bij me- zolvcn, „op dat soort papier waren de verdwe nen munten vastgemaakt, zooals ik meer dan eens in het gïndsche museum heb gezien I Ik ben natuurlijk geen geleerde, chef. zoodat ik die letters niet kan lezen, maar ik wist, dut er met roode cn zwarte inkt wat bij dc mun ten was geschreven, toen zij daar tentoonge steld lagen". „Je hebt gelijk", bromde Detterling. Hij paste de brokken van het verscheurde karton als een legkaart weer samen en wendde zich tot Stevenege. „Dat is de kaart, waarop de munten waren gemonteerd", ging hij voort. „Kijk maar eens wat er geschreven staat bes ven en onder de gleuven waarin de munten wa ren bevestigd„Uniek stel zilveren munten, geslagen door de verdedigers tijdens het beleg van het kasteel van Alanschester. Mei-Decem- ber 1645". Neen, maar daar valt niet aan te twijfelen I Waar vond je deze stukken karton. Travis Travis wees in de richting van de por tierswoning. Als een echte boer begon hij bij het begin van zijn verhaal: „Toen ik vanmorgen aan mijn werk ging, riep de heer Whatmore mij door het raam van zijn kamer aan en vroeg mij zijn asch- bak aan het einde van zijn tuin leeg te gooien cn de proppen papier en verderen rommel te verbranden. Ik deed wat hij vroeg en ik stonci juist op het punt een hoop vui Zonneschermen dat zijn dingen, Die des zomers noodig zijn, Om do waren te beschermen Tegen felle zonneschijn. Maar ze blijken voor den wand'laar, Rustig toevend op 't trottoir. Zóó den drukken rijweg mijdend, Veelal een compleet gevaar. Want net wil je, kost'lijk kcuv'lend, Ondoordacht een pasje doen, Of je krijgt cr pijnlijk „duid'lijk" Van zoo'n zon^-onding een „zoen", 'k Vind 't onhandig, geen reclame, 'k GToof niet dat er iemand koopt, In een zaak waar hij zich vóórdien Een paar blauwe oogen loopt. Deze „zonsverduisteringen". Plagen 't rustig voetverkccr. En ons dierbaar plekje grond blijkt Ook hier lang niet veilig meer. 't Ouderwctsche wezen „loopmcnsch", 't Lastig stukje inboorling. Zou zoo graag 't trottoir behouden Voor een vcil'ge wandeling. Als dc zonneschermen blijven, Zoo beroerd cn veel tc laag-. Mogen wc hier veilig spreken Van een „zonneschermenplaag" I Loopt men elders met wat builen, Blauwe oogen enzoovoort. Hoort men spottende aan roepen „Die komt vast van Amersfoort 11" GROEGROE. (Alle rechten voorbehouden). 1 UIT DE SCHOENINDUSTRIE. Het conflict bij Oosterholt en Wiegerink te Groenlo. In een conferentie, gehouden tusschen den Rijksbemiddelaar, oud-minister van IJsscl- steijn, de firma Oosterholt en Wiegerink to Groenlo cn het hoofdbestuur van den Nc_d. R.K. F ibrieksarbcidersbond „St. Wallibrordus", is volgens de „Geld." overeengekomen, dat een accountant, door den Rijksbemiddelaa> aan te wijzen, zal nagaan of inderdaad juist is, dat, zooals de firma beweert, dat de 5 pet. loonsverlaging door haar noodgedwongen moest worden opgelegd Hangende deze kwes tie heeft de firma het besluit tot uitsluiting ingetrokken. DE RETOURCOMMISSIES IN HET GASBEDRIJF. Dc directeur te Assen. Naar aanleiding van het rapport van de commissie, benoemd om een onderzoek in te stellen naar de positie van den directeur dc-r gasfabriek tc Assen, deelen B. cn W. den raad mede na rijpe overweging te meenen geen voorstel tot ontslag te moeten doen. Zonder ook maar ccnigszins den ernst van de aan den dag gekomen feiten te willen verbloemen, ge- looven zij toch. dat deze dien uitersten maat regel in de gegeven omstandigheden niet wet tigen B en W. zijn echter van oordeel, dat e^r termen zijn om den directeur bij wijze van straf in zijn betrekking voor den tijd van 14- dagen, ingaande met den dag volgende op dien, waarop het raadsbesluit mocht worden genomen, te schorsen met stilstand van wedde Tot slot merken B. en W. op, dat zij riet willen nalaten, als hun gevoelen uit te spreken dot de directeur moreel verplicht is, te over wegen, of hij zich van een bedrog gelijk aan het door hem in strijd met zijn instructie ge- notene, niet alsnog op een of andere wijzo be hoort te ontdoen. In de tweede plaats dat zij zich verplicht hebben gezien, na het voorge vallene den directeur in zijn vrijheid van hande len als leider van het bedrijf op bepaalde punt ten te beperken. ligheid in brand te steken, toen mijn oog op die brokken bordpapier viel Die roode en zwarte letters trokken in het bijzonder mijn aandacht. Tic haalde ze er dus uit en stak zo in mijn zak". '„Goed zoo, vriend riep Detterling uit. „En je hebt er niemand iets van verteld Aan niemand Best hoor 1 Vertel het aan niemand, ook niet aan den heer Wathmore, als hij straks eens bij je mocht komen. Als jo doet, wat ik je zeg, schiet cr zeker ook wat voor je over. „Neen, maaT".- vervolgde hij terwijl hij de stuken karton in zijn zak stak en Stevenege door den ingang mee naar buiten nam, „nu wordt het toch wel wat to bai I Wij moeten Whatmore zien te pakken te krijgen en hem ondervragen I Eerst de af betaling van dat geld aan Maidrnent en nu die kaart, in stukken gescheurd en in den aschbak gegooid I Wat zegt u daar nu von?" Stevenege schudde het hoofd. „Als het Whatmore is geweest, die het stuïc kaïton heeft verscheurd en de brokken in zijn aschbak gegooid, dan moet hij een drie dubbele gek zijn merkte hij op. „Zeker, maar er loopen veel driedubbclo gekken rondZij denken niet, hebben geen hersens. Maar bovendien, het is best moge lijk, dat hij de stukken niet zelf in de asch bak heeft gegooid. Hij kan ze gewoonweg in zijn papiermand hebben gedeponeerd, of zo in den haard of in de aschlade hebben gc- woTpen cn de oude huishoudster heeft ze later met verderen rommel weggedaan. Dat is toch ook mogelijk (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1928 | | pagina 5