Aï-1 EOSFQOfflTS füH DAQBLAB BINNENLAND. TWEEDE BLAD OOST-INDIE DE SAiMINBEWEGING Weigerachtige belastingschuldigen BARON VAN VOORST TOT VOORST t "Hij streed zijn leven lang voor Brabant" N.V. COMPAGNIE LYONNAISE Laatste week der Uitverkoop. Opnieuw verlaagde prijzen. FEUILLETON. De Verdwenen Noodmunten Woensdag 1 Augustus 1928 27e JAARGANG ;-DE EEMIANDER? No. 27 Nieuwe opleving S o e r a b a j a, 31 Juli. „De Nieuwe Soero- baja Courant meldt, dat in het Blorasche nieu- we opleving geconstateerd wordt van de zoo genaamde Samin-beweging. Vroeger ontwik kelde deze beweging in de practijk zich in onai chistischc richting. Maar sinds de verban ning van den inmiddels overleden leider van het verzet, leverde de beweging het bestuur weinig moeilijkheden meer op. Het is mogelijk, dat de huidige leider van de beweging een stiooman is der P. S. I., die ook reeds in de woelige dagen van 1926 de aandacht op zich gevestigd heeft. De leider der Samin-beweging in haar huidigen vorm propageert onder leden stcllirgen, die weinig verschillen van de com munistische denkbeelden. Zoo mogen de leden bijvoorbeeld geen belastingplicht erkennen en evenmin eikanders bezittingen, doch zij moeten a.lcs met elkaar deelen. Het gevolg is, dat de gevangenis te Blora vol zit met weigerachtige belastingschuldigen, die leden van de Samin- beweging zijn. De P. S. I. is met succes bezig te ti achten vasten voet onder de Samin-volge- lingen te krijgen. Heele dessa's schrijven zich als lid van de P. S. I. in en kunnen ?ulks veilig doen, omdat het lidmaatschap niet de minste finoncieele verplichtingen medebrengt. Met het oog op dc doorvoering der bestuurshervorming brengt de opleving der Samin-beweging moei lijkheden mede, omdat, wat de verkiezing van kiesmannen betreft, uiteraard geen samenwer king met dit deel van de bevolking te ver- wuchten is. DE OVERVAL IN ATJEH. Nadere bijzonderheden. Batavia, 50 J u IJ. (Aneta.) Dc voorzit ter van den Volksraad, mr. Neytzell dc Wijde, heeft in den Volksraad meegedeeld, dat dc legercommandant van den gouverneur van Atjeh de volgende telegrammen, betrekking hebbende op den overval bij Lam Meulo, ont vangen heeft. Het eerste luidt „Op mijn doorreis van Idi naar Sigli vernam ik het bericht van den aanval op het militaire olifantentransport bij Lam Meulo. Tangse be zocht ik 's middags en denzelfden dag zonder militaire dekking dc plaats, waar de aanval was geschied, gelegen in het landschap Titus, aan den grooten weg van Sigli naar Tangse, ongeveer op 2 K.M. afstands gelegen van Lam Meulo. Ik bevond, dot de streek volkomen rus tig was en dc bevolking kalm bezig met den rijstoogst. Vrouwen en kinderen waren onge dwongen bezig in de kampongs, die ik door trok. Mijn voorloopige bevindingen zijn als volgtDe aanval is waarschijnlijk gedaan door personen, van wie twee zijn neergelegd en herkend als afkomstig uit de landschappen Kcumangan en Troeseb, oud-verzetslieden uit den Atjeh-oorlog, die met den voortvluchtigcn Sjech Amin, gewezen Teungkoe van Meunarab Bcutong in het landschap Tjoenda, eveneens een vroegere kwaadwillige, omstreeks een maand geleden door den zelfbestuurder van Kcumangan bij het Europeesch bestuur gesig naleerd werden, omdat zij plannen tot verzet beraamden. Bij opsporing in hun haardsteden bleken zij echter verdwenen te zijn en zwen- vende. De houding van de zcifbestuvrders in genoemde landschappen maakt een uitsteken den indruk". Volgens een nader telegram heeft dc gou verneur van den assistent-resident van Sigli vernomen, dat Teungkoe Sjech Amin door tus- schenkomst van den zelfbestuurder van Tjoen da zich gemeld heeft. Als reden van deze spoe dige melding gaf hij op zijn ontzag voor het ontwikkelde militaire machtsvertoon. Volgens hem zou de aanval geschied zijn uitsluitend door hem en de twee neergelegden. Huiselijke omstandigheden en sawah-geschillen zouden de drijfveeren tot hun daad geweest zijn". DE GESCHORSTE ONTVANGER. Vijf jaar gevangenisstraf. Soerabaja, 31 Juli (Aneta.) De Racd van Justitie heeft vonnis gewezen in de zaak van den geschorsten ontvanger van Bangka- lan, Scipio, die wegens verduistering is veroor deeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar. NIEUWE AARDSCHOKKEN. Koeta Radja, 31 Juli. (Aneta). Hici zijn om twee uur des morgens wederom een aantal flinke aardschokken gevoeld. S a b a n g, 3T Juli. (Aneta). Zondagmorgen werd hier om twee uur een vrij hevige eard- 6chok gevoeld. BRANDSTICHTING. Batavia, 31 Juli. (Aneta). Het Hoogge rechtshof bevestigde het vonnis van den Rand ven Justitie van Semarang waarbij Dekkers terzake van opzettelijke brandstichting weri veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren. PRINS HENDRIK. Zijn verblijf in de hoofdstad Z.K.H. Prins Hendrik zal in verband met de Olympische Spelen tot 12 Augustus in de hoofdstad verblijf houden. DE MINISTER VAN FINANCIËN. Naar het buitenland De Minister van Finenciën is heden voor eenige weken naar het buitenland vertrokken J. P. J. BARTH. f Teraardebestelling. Gistermorgen is op Oud-Eik en Duinen te D< n Haag ter aarde besteld het stoffelijk over schot van den heer J. P. J. Barth, oud-resident van Tapanoeli cn leeraar in de Javaanschc en Maltische taal aan de Hoogere Krijksschool te 's Grevenhage. Er was veel belangstelling. Onder de aanwezigen waren de oud-minis- leis Colijn en Rutgers, dc oud-gouvcrneur-gc- neraal Idenburg, de oud-gouverneur van Suri name Staal, een deputatie van de Hoogere Krijksschool, bestaande uit den directeur dici school, kolonel Van Munnekrcde, vergezeld door majoor Marincsse en de kapiteins De Jong cn Milius. Voorts was aanwezig de directeur der Hoogere Marine Krijgsschool, kapitein-luit. ter zee Van Reede. Ook werden nog opgemerkt vele leeraren aan do Hoogere Krijgsschool, den oud-assistent-rc- sident van Ambon, voorzitter van den Chr. Mi litairen Bond, oud-assistent-resident vin dc Ba- takianden, de heer Heyting, oud-gouverneur var. Cciebes, dc heei Zuyderhoff, voorzitter van de Vcreeniging van Indische bedienden, cn voorts vei2 vrienden en leerlingen der Hoogcic Krijgs school •Aan de groeve hebben ds. H. Janssen, leger en vlootpredikant in olgemeenen dienst, kolonel Van Munnekrede, de heer Raedt van Olden- boincveldt cn dc heer Middelbcrg namens den Chr Militairen Bond het woord gevoerd. Voorts herinnerde de heer Zuyderhoff er aan, hoeveel de heer Barth voor de Vereen, van Indische bedienden is geweest. Enkele kransen dekten de baar. Verschillende sprekers toeren aan hel gral van baron van Voorst lot Voorst het woord Uirech'.schevueg 10 Tel 179 Amersfoort Onder enorme belangstelling had gister ochtend te Den Bosch de plechtige uitvaart van wijlen mr. A. E. J. baron van Voorst tot Voorst, commissaris der Koningin in Noord- Brnbant, plaats. In de cathedrale kerk van St. Jan, waar het priesterkoor geheel in rouw was gehuld, be* gon om half elf de plechtige rouwdienst dit» werd opgedragen door den pastoor van de ca'hedraal. Onder het spelen van Chopin's treurmarsch werd de baar met het stoffelijk overschot, ge dekt door talrijke kransen en de eere-teekenen van den overledene de kerk binnengedragen De zijbeuken, het priesterkoor en het midden schip waren geheel bezet met familieleden en genoodigden. Onder hen merkten we o.m. op Z.K.H. den Prins der Nederlanden en den kamerheer i.b.d jhr. mr. W. J. M. van de Poll, als vertegen woordiger van H.M. de Koningin verder luit generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, voorzitter van de Eerste Kamer en jhr. mr. Carl J M. Ruys dc Bcerenbrouck, voorzittei van de Tweede Kamer der Staten Generaal, mr. dr. A. F. baron van Lynden, curator Rijks universiteit te Utrecht, namens den Min. van onderwijs, vervolgens de leden van Gedepu teerde Staten van Noord Brabant, tal van le- dtn der rechtelijke macht, de meeste leden der Provinciale Staten van Noord-Brabant, tal rijke burgemeesters, provinciale en gemeente lijke ambtenaren, andere ambtenaren van den Provincialen Waterstaat, vertegenwoordigers van tal van plaatselijke en gewestelijke cor poraties. geestelijken en militairen. Na afloop van den rouwdienst vormde zich een indrukwekkende stoet waarin zeventig volgrijtuigen en auto's mede gingen. Overal langs den weg, dien dc stoet passeerde, had den de bewoners ten teeken van rouw de gor dijnen neergelaten, terwijl de straatlantaarns met iouw waren omfloerst. De stoet ging langs het gebouw der Provin ciale Griffie, naar de gemeente Vugt waar het stoffelijk overschot is bijgezet in den familie grafkelder, in de nabijheid van de nieuwe villa welke de overledene zich kort geleden had laten bouwen, doch die hij helaas niet meer heeft kunnen betrekken. Toen dc stoet te Vught was aangekomen, werden dc kerkelijke ceremoniën verricht, waarna het stoffelijk overschot van mr. baron van Voorst tot Voorst in den familicgrafk .rider werd neergelaten. Jhr. mr. F. v a n R ij c k*e v o r s e 1, oudste lid van Gedep. Staten van Noord-Brabant, sprak hier woorden ter nagedachtenis van den overleden commissaris, die bijna 34 jaar het bestuur van het gewest heeft geleid. Spreker zei de, dat de geheele provincie thans in die pen rouw is gedompeld. Hij memoreerde dc groote waterstaatswerken, onder het langdu rig bestuur van den commissoris tot stand ge komen. De landbouw ging hem zeer ter harte en hij hod zich volkomen c-p de hoogte' ge steld van dc toestanden op het platteland Vandaar ook zijn groote voorliefde voor ont ginningen en beplantingen, waardoor bereikt werd, dat in dit opzicht Noord-Brabant aan het hoofd stond van alle Nederlandschc pio- vincies. Verder herdacht spreker de oprich ting van de Prov. Noord-Brabantscho Elcc- triciteitsmaatschappij, welke hij noemde de schitterendste parel aan de kroon van het be stuur van den commissaris. Ook herdacht spreker den commissaris als de eminente lei der van de vergaderingen van Gei. Staten, waarin hij steeds op de hoogte was van olie stukken, en zijn grooten tact om de vergade ringen der Staten te leiden, waarin hij zich, door volkomen onpartijdigheid kemnerk'o Alle partijen hadden dan ook reeds besloTen Baron VAN VOORST TOT VOORST. den commissaris bij zijn 70-sten verjaardag in December a.s. te huldigen. Evenals zijn voorouders in de middeleeuwen in hun harnas vochten, zoo streed hij zijn le ven long voor Noord-Brabant, hetzij het gold de dichting van den Beerschen Overlaat, dc versterking van de Maasdijken of een ander Brabantsch belang. Gelderlander van geboor te, was hij met hart en ziel Noord-Brabandei geworden. Spreker herinnerde er verder aan, hoe de commissie bij de stormramp in Zeeland cn Lnngcnboom zelf de leiding van den opbouw van de huizen ter hand nam cn de uitkeering van de schadevergoeding regelde en eenige maanden later bij den watersnood er weer op uittoog om de verwoesting prompt op te ne men, de bevoking moed in te spreken cn te zorgen, dat deze de eerste was. die met gel delijke steun geholpen werd. Beide rampen vergden te veel van zijn krochten en hij was genoodzaakt, medisch advies in te winnen. Hij kon echter zijn zoo geliefden levenstaak niet neerleggen, voordat hij daartoe gedwongen was door de uitjrstc noodzakelijkheid. Baron van Voorst tot Voorst heeft aldus gmg spreker voort, gewerkt tot den laatster» dag; eenige dagen vóór zijn dood werd hij overvallen door een benauwdheid, zoodat hij de dood verwachtte, die hij niet vreesde voor zich zcf. De toepassing van de Katholieke be. ginsclen lag ten grondslag in zijn nobele fi- guur. De geschiedschrijver zal van hem moeten getuigen, dat hij dc provincie Noord-Brabant tot stijgende boei heeft gebracht en dat dit t? danken was a on zijn groot plichtbesef, strikt onpartijdigh* id, absolute onbaatzuchtigheid en ongeëvenaarde werkkracht, doch vooral aan zijn zeldzame trouw en het ideaal, waaraan hij zijn leven had gewijdhet welzijn, niet alleen het economische, maar vooral het mo reel welzijn in Ncord-Brabant. Rede Loco-grifficr P. J. Stcurcs. Sprekende namens de Provinciale Griffie, zeide de heer P. J. Steures, loco-griffier, dat voor de tweede maal in deze maand de griffie aan een versch gedolven graf staat. Eersi rukte de dood met ruwe hand den Griffier weg en nu heeft de onverbiddelijke dood ook den mond van den Commissaris der Koningin voor goed gesloten. Zijn arbeidsveld was groot maar daaraan evenredig waren zijn werkkracht cn werklust, gepoard met eon nauwgezetheid, die hem het al cleed beheer- schen. Spreker bracht den Commissaris dank voor het groot vertrouwen in het door de ambtenaren gepresteerde werk, waaruit amb telijke zelfstandigheid en verantwoordelijk heidsgevoel ontstaan, die er toe brengen, zich geheel aan de zaken te geven. Hij gaf de ver zekering, dat de Provincie op hem kon blijver» rekenen. Spr. eindigde Het is alles rust voor u, rustelooze I Slnap zacht in den schoot van het u lief geworden Brabant. Onze genegen heid verwijlt bij u in gedachten en gebeden. Niet de mensch met den besten aanleg, wel die zijn vermogens het best gebruikt, beklimt den hocgstcn top. SMILES. Door J. S FLETCHER. Geautoriseerde vertaling, uit het Engelsch door MR G. KELLER. 40 Hij haalde vermoedelijk ziin met papieren geld volgepropte beurs voor den dag, toen hij in Maidment's café wat gebruikte, na den win kel van Hicking verlaten tc hebben» en velen kunnen een blik geworpen hebben op Tyson s geld. In uw plaats zou ik nu beginnen een ernstig onderzoek in te stellen omtrent de \ol- gende vragen Ie. Wie waren met Tyson in den „Konings eik" op den avond, dat hij daar kwam 2e. welke personen waren in het café van Maidment, teen hij daar op den morgen van ^ijn dood iets gebruikte 3e. Heeft men getracht een der tninrig ponds-biljetten van Tyson op te sporen? (De bank te York, waarbij hij ze had opgenomen, zal wel de nummers er van hebben aangetce- kend, zoodat het slechts een kwestie van ge duld is ze op to sporen) Maar wat Tyson's dood betreft, moet ik, hóe onaangenaam het ook liikt, zelfs in een brief als deze, een onderstelling opperen, v/aarbij ik den naam van een persoon moet noemen: Hoe denkt u over Hicking? Indien ik het onderzoek van deze zaak ter hand had genomen, zou ik zooveel mogelijk omtrent Hicking trachten te informeeren. Wat voor een man is het Hoe zijn zijn levens omstandigheden? Had hij bo-hoefle aan con tanten, toen deze moord plaats vond En ik zou voorzeker een antwoord villen hebben op de volgende vragen Waar was Hicking tusschen 11 15 en 12.15 op den ochtend van den moord Is hij el dien tijd in zijn winkel geweest? Zoo niet, waar was hij dan Uit nauwkeurige lezing \an al wat in de bladen stoai heb ik afgeleid, dat dc» afstand tusschen het marktplein te Alanschester en het tooncel van den moord, wanneer men vlug loopt, in tien minuten, en bij gewoon wande len in vijftien minuten kan worden afgelegd Een zeer nauwkeurig geteekende kaart van dc stad met omgeving, opgenomen in de „Mo nitor" heeft mij ook doen zien, dat het voor een ingezetene, woonachtig aan de Zuidzijde van het marktplein (waar Hicking's winkel is gelegen), mogelijk zou zijn door een achter uitgang een steeg te bereiken en zich daar langs naar den oever der rivier te begeven. Ondersteld nu eens, dat Hicking aan Tyson aangeboden had om hem, zeggen we om half twaalf, aan den kant der rivier te ontmoeten om hem den weg door het bosch naar de heide te wijzen, welke hij wilde oversteken Het is best mogelijk, dot Hicking een braaf, eerlijk en betrouwbaar burger is. maar dat kan ook wel niet het geval zijn I Laten wij nu de andere misdaad, den dief stal van het unieke stel noodmunten nader bekijken. En dan beginnen wij met een beschouwing van de feiten, welke in verband staan met die munten. De heer Sheffield, een groot vereer der van de oudheden der stad, schrijft jer een artikel over in de „Times", waarbij hij een afbeelding van de munten voegt. Dit artikel trekt de aandacht van don heer Stuart Brans- dale, een Amerikaanschen mill ionair, die de liefhebberij er op nahoudt, alle mogelijke merkwaardigheden te verzamelen, welke in verband staen met de regeeringsperiode deT Stuarts in Engeland. Bransdalo schrijft aan den burgemeester van Alanschester» dat hij die noodmunten graag zou villen bezitten en dat hij de stad daarvoor tienduizend pond aanbiedt. Die burgemeester is de heer Samuel Ollard. Volgens zijn eigen verklaring houdt de heer Ollard, naar ik heb gelezen, dit bod strikt geheim. Hij spreekt er met niemand over,, zelfs niet met zijn eigen vrouw en gedu- tende d^n tijd, dat hij niemand er iets van mededeelt, tracht hij een hooger bod van Bransdale te krijgen. Door bemiddeling van juffrouw Skeel, komt het bod ter core van een journalist te York den heer Callaway; door een bericht, dat deze voor zijn blad opstelt, komt het ter kennis van Tyson. Maar volgens den heer Ollard weet geen levende ziel in Alanschester er iets van af, behalve natuurlijk Ollard zelf. Maar ga nu het volgende eens aandachtig na heeft Ollard het aan het rechte eind als hij gelooft, dat hij de eenige ingezetene van Alanschester is geweest, die wist. dat er te Londen een rijk man vertoefde, die graag, zelfs zeer graag, bereid was tien duizend por.d neer te tellen voor die onaanzienlijke stukjes zilver, welke in het museum van Alanschester gemakkelijk voren te bereiken Kan hij ook na nadere overweging, met stelligheid verze keren, dot geen sterveling in de gelegenheid is geweest om kennis te nemen van Bransda- le's eersten brief, waarin dit bod was gedaan? Ik vermoed, dat de heer Ollard een handels man is; die een drukke correspondentie over zaken voert. Is het nu voor hem boven allen twijfel verheven, dat hij dien eersten brief van Bransdale niet tusschen zijn andere corres pondentie heeft laten liggen? Ook dat hij geen der andere brieven heeft laten liggen Kor tom, dat wat hij heeft verklaard onomstoote- lijk vast staat, n.l. dat, vóór hij u in het „Dra vende Hert" op de hoogte stelde, buiten hem niemand kennis had of kon hebben van Brans- dale's aanbod om de noodmunten te koopen? Ik meen, dat u verstandig zou doen den heer Oil 3rd te verzoeken zijn geheugen om trent dit punt nog eens te raadplegen. Ik ge loof wel, dat hij waarheid spreekt, als hij ver klaart, dat hij nooit of te nimmer aan iemand verhaald heeft, welk bod Bransdale had ge daan. Doch alvorens hij Bransdale's brieven in zijn brandkast sloot, kunnen enkele personen, zelfs maar een oogenblik een blik hebben kun nen werpen in die stukken, of ten minste in één er van. Zelfs als een dier personen een slechts middelmatige opvoeding heeft gehad en slechts middelmatig van begripsvermogen is, dan moet hij tot de conclusie komen, dat als die munten zoo zeldzaam zijn, dat een rijke antiquiteitenverzamelaar er zooveel geld voor over heeft, een ander zeker ook wel een bedrag van om en bij dezelfde grootte er voor zal willen geven en dat het dus wel de moeite waard is ze te stelen. Ten slotte zie ik mij nogmaals tot mijn leed wezen verplicht, wat ik anders gaarne verme den had, een paar namen te noemen in ver band met mijn onderstellingen. le. Is de heer Ollard boven alle verdenking verheven 2e. Is de heer Bransdale boven alle verden king verheven Te dezen opzichte zou ik er op willen wij zen, dat tienduizend pond een aanzienlijk be drag is en dat verzamelaars, gelijk bekend, Vervolgens werd gesproken door Mr. A. F- Baron van Lijnden, president-curator van do Rijksuniversiteit te Utrecht, nomens den Mi nister van Onderwijs, dc curatoren en den Seneat. Spreker zei o.e. 29 Jaren heeft hij deel uitgemaakt van ons curatoren-college. Bij waken en leiden diende hij de belangen der Universiteit met een groot verstand. Wij brengen dan ook hier onze zeer groots dankbaarheid en waardecring voor wat Baron van Voorst tot Voorst voor ons college is ge weest. De hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat, ir. Kerssemakers. noemde den commissaris een motor in het provinciaal be stuur. Burgemeester mr. F. J. van Lanschot spratt nomens de afleeling Noord-Brabant der Ver- eeniging van Nederl. Gemeenten en namens zijn ambtgenootcn in Noord-Brabant. Mr. P. Locff voerde het woord als oudsto Hd in dienstjaren der Prov Staten, als president commissaris der P. N. E. M. cn namens do rechterlijke mocht. Nomens al deze «prak hij een hartelijk dankwoord. De zoon van den overledene, mr. E. II. J. baron van Voorst tot Voorst, bracht dank aan H. M de Koningin, die zich vertegenwoordi gen liet, aan Z. K. H. den Prins en alle endero aanwezigen Daarmee eindigde de plechtig heid. Z. K. H. de Prins gebruikte het dejeuner bij mevr. A. douairière Van Voorst tot Voorst en, verliet om 3.26 de stad. BEGRAFENIS MR. D. E. LIONL Te Ovcrveen. Dinsdag is op de Israëlietische begraaf- pioals te Overvecn ter aarde besteld het stoffe lijk overschot van mr. D. E. Lioni oud-advocaat te Amsterdam en bestuurslid van talrijke instel lingen. De belangstelling was zeer groot. On* der de aanwezigen waren dr. Vos, wethouder ven Amsterdam, de heer Van Nederhasselt, wethouder van Bloemendaal, de directeuren van de hotelmaatschappij E. Pluribus Unum cn ver tegenwoordigers van den raad van toezicht dcf orde van advocaten te Amsterdam. Er werd een korte lijkdienst gehouden onder leiding van rabbijn M. Drukker, van Amster* dom. Daarna sprak mr. Asscher als vertegenwoor* digei van de Alliance Israelite, van welker Ne* deriandscho afdeeling mr. Lioni 20 jaar sccros tons is geweest Als vertegenwoordiger van Blocmendaal's Bioei sprak mr. F. J. D. Thijssc. De heer A. S. Lob sprak namens het Neder* landsch-Israëlietisch weeshuis tc Amsterdam en dankte voor het velo goede, dat mr. Lioni voor deze instelling en voor spreker persoonlijk hecfi gedaan. Ir. Langelaan, secretaris van het Kenncmcr Lyceum, prees den heer Lioni als stichter van: dat lyceum. 'Zonder mr. Lioni zou er geert Kcnnemcr Lyceum hebben bestaan. Dit zal een blijvend monument zijn voor dezen zeer encrr gieken man. De heer Sanders voerde het woord voor den Nederlandschen Biljartbond. Mr. Dc Hartog, bestuurslid van de Amstcr- domschc Diamantslijperij, waarvan mr. Lioni commissaris was, prees den overledene .om zijn groote veelzijdigheid. Hij was een voortreffelijk jurist, maar een even voortreffelijk bedrijfs* leider, hetgeen bijzonder bleek in de moeilijke jaren van en na den oorlog. Tenslotte sprak rnr. Dc Haas uit Amsterdam als goed vriend. Na de teraardebestelling dankte een neef van den overledene voor dc belangstelling. DE ZAAK DER HONGAARSCHE "1 BANKBILJETTEN. De laatste arrestant gnat he den over de grens. De zaak der Hongaarsche bankbiljetten wordt heden afgewikkeld. In den loop van den dag gaat de laatste gevangene, de gewezer» stafofficier Jankowitsch, over de grens. On geveer negen maanden van zijn straf zijn hem voorwaardelijk kwijtgescholden op voorwaarde, dat hij zoo spoedig mogelijk ons land zal ver laten en niet terugkecren. nogal ruim van geweten zijn, wanneer zij hun hart op een of ander bijzonder ding gezet hebben. De mogelijkheid kan bestaan, dat Ol lard en Bransdale onderling een zaakje heb ben gedaan, dat Bransdale zich in 't geheim mag verkneukelen over het bezit der munten en dat Ollard tien duizend pond mag verbor* gen houden. In ieder geval hoop ik, dat u mij zal toe geven, det ik volkomen gerechtigd ben als mijn overtuiging uit te spreken. Ie. dat de moord op Tyson niets uitstaande heeft met den diefstal der munten 2e. dat de diefstal reeds beraamd was vóór Tyson een voet in de stad had gezet en ook feitelijk reeds gepleegd was vóór hij het mu seum betrad. Naar mijn overtuiging ging Ty son naar het museum om de munten te stelen, constateerde, dat ze verdwenen waren en dat hij, bekend als hij was met 't bod van Brans dale, achter 't net had gevischt» daar de mun ten reeds in veiligheid waren gebracht. Ik verzwijg mijn naam, doch zal met bui tengewone belangstelling lezen, welke stoppen u verder zu't doen Stevonege overhandigde de laatste blad zijde aan Penthony en wachtte tot de oude detective deze had gelezen „Nu?" vroeg hij met zachte stem, „wat zeg je er van?" Penthony legde het papier neer, stak zijn bril weer in den zak, boog zich naar den an der en fluisterde enkel„Ollard T" (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1928 | | pagina 5