Aï-1 EOSFQOfflTS füH DAQBLAB
BINNENLAND.
TWEEDE BLAD
OOST-INDIE
DE SAiMINBEWEGING
Weigerachtige
belastingschuldigen
BARON VAN VOORST
TOT VOORST t
"Hij streed zijn leven lang
voor Brabant"
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
Laatste week der Uitverkoop. Opnieuw verlaagde prijzen.
FEUILLETON.
De Verdwenen Noodmunten
Woensdag 1 Augustus 1928
27e JAARGANG ;-DE EEMIANDER? No. 27
Nieuwe opleving
S o e r a b a j a, 31 Juli. „De Nieuwe Soero-
baja Courant meldt, dat in het Blorasche nieu-
we opleving geconstateerd wordt van de zoo
genaamde Samin-beweging. Vroeger ontwik
kelde deze beweging in de practijk zich in
onai chistischc richting. Maar sinds de verban
ning van den inmiddels overleden leider van
het verzet, leverde de beweging het bestuur
weinig moeilijkheden meer op. Het is mogelijk,
dat de huidige leider van de beweging een
stiooman is der P. S. I., die ook reeds in de
woelige dagen van 1926 de aandacht op zich
gevestigd heeft. De leider der Samin-beweging
in haar huidigen vorm propageert onder leden
stcllirgen, die weinig verschillen van de com
munistische denkbeelden. Zoo mogen de leden
bijvoorbeeld geen belastingplicht erkennen en
evenmin eikanders bezittingen, doch zij moeten
a.lcs met elkaar deelen. Het gevolg is, dat de
gevangenis te Blora vol zit met weigerachtige
belastingschuldigen, die leden van de Samin-
beweging zijn. De P. S. I. is met succes bezig
te ti achten vasten voet onder de Samin-volge-
lingen te krijgen. Heele dessa's schrijven zich
als lid van de P. S. I. in en kunnen ?ulks veilig
doen, omdat het lidmaatschap niet de minste
finoncieele verplichtingen medebrengt. Met het
oog op dc doorvoering der bestuurshervorming
brengt de opleving der Samin-beweging moei
lijkheden mede, omdat, wat de verkiezing van
kiesmannen betreft, uiteraard geen samenwer
king met dit deel van de bevolking te ver-
wuchten is.
DE OVERVAL IN ATJEH.
Nadere bijzonderheden.
Batavia, 50 J u IJ. (Aneta.) Dc voorzit
ter van den Volksraad, mr. Neytzell dc Wijde,
heeft in den Volksraad meegedeeld, dat dc
legercommandant van den gouverneur van
Atjeh de volgende telegrammen, betrekking
hebbende op den overval bij Lam Meulo, ont
vangen heeft. Het eerste luidt
„Op mijn doorreis van Idi naar Sigli vernam
ik het bericht van den aanval op het militaire
olifantentransport bij Lam Meulo. Tangse be
zocht ik 's middags en denzelfden dag zonder
militaire dekking dc plaats, waar de aanval
was geschied, gelegen in het landschap Titus,
aan den grooten weg van Sigli naar Tangse,
ongeveer op 2 K.M. afstands gelegen van Lam
Meulo. Ik bevond, dot de streek volkomen rus
tig was en dc bevolking kalm bezig met den
rijstoogst. Vrouwen en kinderen waren onge
dwongen bezig in de kampongs, die ik door
trok. Mijn voorloopige bevindingen zijn als
volgtDe aanval is waarschijnlijk gedaan
door personen, van wie twee zijn neergelegd
en herkend als afkomstig uit de landschappen
Kcumangan en Troeseb, oud-verzetslieden uit
den Atjeh-oorlog, die met den voortvluchtigcn
Sjech Amin, gewezen Teungkoe van Meunarab
Bcutong in het landschap Tjoenda, eveneens
een vroegere kwaadwillige, omstreeks een
maand geleden door den zelfbestuurder van
Kcumangan bij het Europeesch bestuur gesig
naleerd werden, omdat zij plannen tot verzet
beraamden. Bij opsporing in hun haardsteden
bleken zij echter verdwenen te zijn en zwen-
vende. De houding van de zcifbestuvrders in
genoemde landschappen maakt een uitsteken
den indruk".
Volgens een nader telegram heeft dc gou
verneur van den assistent-resident van Sigli
vernomen, dat Teungkoe Sjech Amin door tus-
schenkomst van den zelfbestuurder van Tjoen
da zich gemeld heeft. Als reden van deze spoe
dige melding gaf hij op zijn ontzag voor het
ontwikkelde militaire machtsvertoon. Volgens
hem zou de aanval geschied zijn uitsluitend
door hem en de twee neergelegden. Huiselijke
omstandigheden en sawah-geschillen zouden
de drijfveeren tot hun daad geweest zijn".
DE GESCHORSTE ONTVANGER.
Vijf jaar gevangenisstraf.
Soerabaja, 31 Juli (Aneta.) De Racd
van Justitie heeft vonnis gewezen in de zaak
van den geschorsten ontvanger van Bangka-
lan, Scipio, die wegens verduistering is veroor
deeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar.
NIEUWE AARDSCHOKKEN.
Koeta Radja, 31 Juli. (Aneta). Hici
zijn om twee uur des morgens wederom een
aantal flinke aardschokken gevoeld.
S a b a n g, 3T Juli. (Aneta). Zondagmorgen
werd hier om twee uur een vrij hevige eard-
6chok gevoeld.
BRANDSTICHTING.
Batavia, 31 Juli. (Aneta). Het Hoogge
rechtshof bevestigde het vonnis van den Rand
ven Justitie van Semarang waarbij Dekkers
terzake van opzettelijke brandstichting weri
veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier
jaren.
PRINS HENDRIK.
Zijn verblijf in de hoofdstad
Z.K.H. Prins Hendrik zal in verband met de
Olympische Spelen tot 12 Augustus in de
hoofdstad verblijf houden.
DE MINISTER VAN FINANCIËN.
Naar het buitenland
De Minister van Finenciën is heden voor
eenige weken naar het buitenland vertrokken
J. P. J. BARTH. f
Teraardebestelling.
Gistermorgen is op Oud-Eik en Duinen te
D< n Haag ter aarde besteld het stoffelijk over
schot van den heer J. P. J. Barth, oud-resident
van Tapanoeli cn leeraar in de Javaanschc en
Maltische taal aan de Hoogere Krijksschool te
's Grevenhage. Er was veel belangstelling.
Onder de aanwezigen waren de oud-minis-
leis Colijn en Rutgers, dc oud-gouvcrneur-gc-
neraal Idenburg, de oud-gouverneur van Suri
name Staal, een deputatie van de Hoogere
Krijksschool, bestaande uit den directeur dici
school, kolonel Van Munnekrcde, vergezeld
door majoor Marincsse en de kapiteins De Jong
cn Milius. Voorts was aanwezig de directeur
der Hoogere Marine Krijgsschool, kapitein-luit.
ter zee Van Reede.
Ook werden nog opgemerkt vele leeraren aan
do Hoogere Krijgsschool, den oud-assistent-rc-
sident van Ambon, voorzitter van den Chr. Mi
litairen Bond, oud-assistent-resident vin dc Ba-
takianden, de heer Heyting, oud-gouverneur
var. Cciebes, dc heei Zuyderhoff, voorzitter van
de Vcreeniging van Indische bedienden, cn voorts
vei2 vrienden en leerlingen der Hoogcic Krijgs
school
•Aan de groeve hebben ds. H. Janssen, leger
en vlootpredikant in olgemeenen dienst, kolonel
Van Munnekrede, de heer Raedt van Olden-
boincveldt cn dc heer Middelbcrg namens den
Chr Militairen Bond het woord gevoerd. Voorts
herinnerde de heer Zuyderhoff er aan, hoeveel
de heer Barth voor de Vereen, van Indische
bedienden is geweest.
Enkele kransen dekten de baar.
Verschillende sprekers toeren aan
hel gral van baron van Voorst
lot Voorst het woord
Uirech'.schevueg 10 Tel 179 Amersfoort
Onder enorme belangstelling had gister
ochtend te Den Bosch de plechtige uitvaart
van wijlen mr. A. E. J. baron van Voorst tot
Voorst, commissaris der Koningin in Noord-
Brnbant, plaats.
In de cathedrale kerk van St. Jan, waar het
priesterkoor geheel in rouw was gehuld, be*
gon om half elf de plechtige rouwdienst dit»
werd opgedragen door den pastoor van de
ca'hedraal.
Onder het spelen van Chopin's treurmarsch
werd de baar met het stoffelijk overschot, ge
dekt door talrijke kransen en de eere-teekenen
van den overledene de kerk binnengedragen
De zijbeuken, het priesterkoor en het midden
schip waren geheel bezet met familieleden en
genoodigden.
Onder hen merkten we o.m. op Z.K.H. den
Prins der Nederlanden en den kamerheer i.b.d
jhr. mr. W. J. M. van de Poll, als vertegen
woordiger van H.M. de Koningin verder luit
generaal J. J. G. baron van Voorst tot Voorst,
voorzitter van de Eerste Kamer en jhr. mr.
Carl J M. Ruys dc Bcerenbrouck, voorzittei
van de Tweede Kamer der Staten Generaal,
mr. dr. A. F. baron van Lynden, curator Rijks
universiteit te Utrecht, namens den Min. van
onderwijs, vervolgens de leden van Gedepu
teerde Staten van Noord Brabant, tal van le-
dtn der rechtelijke macht, de meeste leden
der Provinciale Staten van Noord-Brabant, tal
rijke burgemeesters, provinciale en gemeente
lijke ambtenaren, andere ambtenaren van den
Provincialen Waterstaat, vertegenwoordigers
van tal van plaatselijke en gewestelijke cor
poraties. geestelijken en militairen.
Na afloop van den rouwdienst vormde zich
een indrukwekkende stoet waarin zeventig
volgrijtuigen en auto's mede gingen. Overal
langs den weg, dien dc stoet passeerde, had
den de bewoners ten teeken van rouw de gor
dijnen neergelaten, terwijl de straatlantaarns
met iouw waren omfloerst.
De stoet ging langs het gebouw der Provin
ciale Griffie, naar de gemeente Vugt waar het
stoffelijk overschot is bijgezet in den familie
grafkelder, in de nabijheid van de nieuwe villa
welke de overledene zich kort geleden had
laten bouwen, doch die hij helaas niet meer
heeft kunnen betrekken.
Toen dc stoet te Vught was aangekomen,
werden dc kerkelijke ceremoniën verricht,
waarna het stoffelijk overschot van mr. baron
van Voorst tot Voorst in den familicgrafk .rider
werd neergelaten.
Jhr. mr. F. v a n R ij c k*e v o r s e 1, oudste
lid van Gedep. Staten van Noord-Brabant,
sprak hier woorden ter nagedachtenis van den
overleden commissaris, die bijna 34 jaar het
bestuur van het gewest heeft geleid. Spreker
zei de, dat de geheele provincie thans in die
pen rouw is gedompeld. Hij memoreerde dc
groote waterstaatswerken, onder het langdu
rig bestuur van den commissoris tot stand ge
komen. De landbouw ging hem zeer ter harte
en hij hod zich volkomen c-p de hoogte' ge
steld van dc toestanden op het platteland
Vandaar ook zijn groote voorliefde voor ont
ginningen en beplantingen, waardoor bereikt
werd, dat in dit opzicht Noord-Brabant aan
het hoofd stond van alle Nederlandschc pio-
vincies. Verder herdacht spreker de oprich
ting van de Prov. Noord-Brabantscho Elcc-
triciteitsmaatschappij, welke hij noemde de
schitterendste parel aan de kroon van het be
stuur van den commissaris. Ook herdacht
spreker den commissaris als de eminente lei
der van de vergaderingen van Gei. Staten,
waarin hij steeds op de hoogte was van olie
stukken, en zijn grooten tact om de vergade
ringen der Staten te leiden, waarin hij zich,
door volkomen onpartijdigheid kemnerk'o
Alle partijen hadden dan ook reeds besloTen
Baron VAN VOORST TOT VOORST.
den commissaris bij zijn 70-sten verjaardag in
December a.s. te huldigen.
Evenals zijn voorouders in de middeleeuwen
in hun harnas vochten, zoo streed hij zijn le
ven long voor Noord-Brabant, hetzij het gold
de dichting van den Beerschen Overlaat, dc
versterking van de Maasdijken of een ander
Brabantsch belang. Gelderlander van geboor
te, was hij met hart en ziel Noord-Brabandei
geworden.
Spreker herinnerde er verder aan, hoe de
commissie bij de stormramp in Zeeland cn
Lnngcnboom zelf de leiding van den opbouw
van de huizen ter hand nam cn de uitkeering
van de schadevergoeding regelde en eenige
maanden later bij den watersnood er weer op
uittoog om de verwoesting prompt op te ne
men, de bevoking moed in te spreken cn te
zorgen, dat deze de eerste was. die met gel
delijke steun geholpen werd. Beide rampen
vergden te veel van zijn krochten en hij was
genoodzaakt, medisch advies in te winnen. Hij
kon echter zijn zoo geliefden levenstaak niet
neerleggen, voordat hij daartoe gedwongen
was door de uitjrstc noodzakelijkheid.
Baron van Voorst tot Voorst heeft aldus
gmg spreker voort, gewerkt tot den laatster»
dag; eenige dagen vóór zijn dood werd hij
overvallen door een benauwdheid, zoodat hij
de dood verwachtte, die hij niet vreesde voor
zich zcf. De toepassing van de Katholieke be.
ginsclen lag ten grondslag in zijn nobele fi-
guur.
De geschiedschrijver zal van hem moeten
getuigen, dat hij dc provincie Noord-Brabant
tot stijgende boei heeft gebracht en dat dit t?
danken was a on zijn groot plichtbesef, strikt
onpartijdigh* id, absolute onbaatzuchtigheid en
ongeëvenaarde werkkracht, doch vooral aan
zijn zeldzame trouw en het ideaal, waaraan
hij zijn leven had gewijdhet welzijn, niet
alleen het economische, maar vooral het mo
reel welzijn in Ncord-Brabant.
Rede Loco-grifficr P. J. Stcurcs.
Sprekende namens de Provinciale Griffie,
zeide de heer P. J. Steures, loco-griffier, dat
voor de tweede maal in deze maand de griffie
aan een versch gedolven graf staat. Eersi
rukte de dood met ruwe hand den Griffier
weg en nu heeft de onverbiddelijke dood ook
den mond van den Commissaris der Koningin
voor goed gesloten. Zijn arbeidsveld was
groot maar daaraan evenredig waren zijn
werkkracht cn werklust, gepoard met eon
nauwgezetheid, die hem het al cleed beheer-
schen. Spreker bracht den Commissaris dank
voor het groot vertrouwen in het door de
ambtenaren gepresteerde werk, waaruit amb
telijke zelfstandigheid en verantwoordelijk
heidsgevoel ontstaan, die er toe brengen, zich
geheel aan de zaken te geven. Hij gaf de ver
zekering, dat de Provincie op hem kon blijver»
rekenen. Spr. eindigde Het is alles rust voor
u, rustelooze I Slnap zacht in den schoot van
het u lief geworden Brabant. Onze genegen
heid verwijlt bij u in gedachten en gebeden.
Niet de mensch met den besten aanleg, wel
die zijn vermogens het best gebruikt, beklimt
den hocgstcn top.
SMILES.
Door J. S FLETCHER.
Geautoriseerde vertaling, uit het Engelsch door
MR G. KELLER.
40
Hij haalde vermoedelijk ziin met papieren
geld volgepropte beurs voor den dag, toen hij
in Maidment's café wat gebruikte, na den win
kel van Hicking verlaten tc hebben» en velen
kunnen een blik geworpen hebben op Tyson s
geld. In uw plaats zou ik nu beginnen een
ernstig onderzoek in te stellen omtrent de \ol-
gende vragen
Ie. Wie waren met Tyson in den „Konings
eik" op den avond, dat hij daar kwam
2e. welke personen waren in het café van
Maidment, teen hij daar op den morgen van
^ijn dood iets gebruikte
3e. Heeft men getracht een der tninrig
ponds-biljetten van Tyson op te sporen? (De
bank te York, waarbij hij ze had opgenomen,
zal wel de nummers er van hebben aangetce-
kend, zoodat het slechts een kwestie van ge
duld is ze op to sporen)
Maar wat Tyson's dood betreft, moet ik,
hóe onaangenaam het ook liikt, zelfs in een
brief als deze, een onderstelling opperen,
v/aarbij ik den naam van een persoon moet
noemen: Hoe denkt u over Hicking?
Indien ik het onderzoek van deze zaak ter
hand had genomen, zou ik zooveel mogelijk
omtrent Hicking trachten te informeeren. Wat
voor een man is het Hoe zijn zijn levens
omstandigheden? Had hij bo-hoefle aan con
tanten, toen deze moord plaats vond En ik
zou voorzeker een antwoord villen hebben op
de volgende vragen
Waar was Hicking tusschen 11 15 en 12.15
op den ochtend van den moord
Is hij el dien tijd in zijn winkel geweest?
Zoo niet, waar was hij dan
Uit nauwkeurige lezing \an al wat in de
bladen stoai heb ik afgeleid, dat dc» afstand
tusschen het marktplein te Alanschester en
het tooncel van den moord, wanneer men vlug
loopt, in tien minuten, en bij gewoon wande
len in vijftien minuten kan worden afgelegd
Een zeer nauwkeurig geteekende kaart van dc
stad met omgeving, opgenomen in de „Mo
nitor" heeft mij ook doen zien, dat het voor
een ingezetene, woonachtig aan de Zuidzijde
van het marktplein (waar Hicking's winkel is
gelegen), mogelijk zou zijn door een achter
uitgang een steeg te bereiken en zich daar
langs naar den oever der rivier te begeven.
Ondersteld nu eens, dat Hicking aan Tyson
aangeboden had om hem, zeggen we om half
twaalf, aan den kant der rivier te ontmoeten
om hem den weg door het bosch naar de heide
te wijzen, welke hij wilde oversteken
Het is best mogelijk, dot Hicking een braaf,
eerlijk en betrouwbaar burger is. maar dat
kan ook wel niet het geval zijn I
Laten wij nu de andere misdaad, den dief
stal van het unieke stel noodmunten nader
bekijken.
En dan beginnen wij met een beschouwing
van de feiten, welke in verband staan met die
munten. De heer Sheffield, een groot vereer
der van de oudheden der stad, schrijft jer een
artikel over in de „Times", waarbij hij een
afbeelding van de munten voegt. Dit artikel
trekt de aandacht van don heer Stuart Brans-
dale, een Amerikaanschen mill ionair, die de
liefhebberij er op nahoudt, alle mogelijke
merkwaardigheden te verzamelen, welke in
verband staen met de regeeringsperiode deT
Stuarts in Engeland. Bransdalo schrijft aan
den burgemeester van Alanschester» dat hij
die noodmunten graag zou villen bezitten en
dat hij de stad daarvoor tienduizend pond
aanbiedt. Die burgemeester is de heer Samuel
Ollard. Volgens zijn eigen verklaring houdt
de heer Ollard, naar ik heb gelezen, dit bod
strikt geheim. Hij spreekt er met niemand
over,, zelfs niet met zijn eigen vrouw en gedu-
tende d^n tijd, dat hij niemand er iets van
mededeelt, tracht hij een hooger bod van
Bransdale te krijgen. Door bemiddeling van
juffrouw Skeel, komt het bod ter core van
een journalist te York den heer Callaway; door
een bericht, dat deze voor zijn blad opstelt,
komt het ter kennis van Tyson. Maar volgens
den heer Ollard weet geen levende ziel in
Alanschester er iets van af, behalve natuurlijk
Ollard zelf.
Maar ga nu het volgende eens aandachtig
na heeft Ollard het aan het rechte eind als
hij gelooft, dat hij de eenige ingezetene van
Alanschester is geweest, die wist. dat er te
Londen een rijk man vertoefde, die graag,
zelfs zeer graag, bereid was tien duizend por.d
neer te tellen voor die onaanzienlijke stukjes
zilver, welke in het museum van Alanschester
gemakkelijk voren te bereiken Kan hij ook
na nadere overweging, met stelligheid verze
keren, dot geen sterveling in de gelegenheid
is geweest om kennis te nemen van Bransda-
le's eersten brief, waarin dit bod was gedaan?
Ik vermoed, dat de heer Ollard een handels
man is; die een drukke correspondentie over
zaken voert. Is het nu voor hem boven allen
twijfel verheven, dat hij dien eersten brief van
Bransdale niet tusschen zijn andere corres
pondentie heeft laten liggen? Ook dat hij geen
der andere brieven heeft laten liggen Kor
tom, dat wat hij heeft verklaard onomstoote-
lijk vast staat, n.l. dat, vóór hij u in het „Dra
vende Hert" op de hoogte stelde, buiten hem
niemand kennis had of kon hebben van Brans-
dale's aanbod om de noodmunten te koopen?
Ik meen, dat u verstandig zou doen den
heer Oil 3rd te verzoeken zijn geheugen om
trent dit punt nog eens te raadplegen. Ik ge
loof wel, dat hij waarheid spreekt, als hij ver
klaart, dat hij nooit of te nimmer aan iemand
verhaald heeft, welk bod Bransdale had ge
daan. Doch alvorens hij Bransdale's brieven in
zijn brandkast sloot, kunnen enkele personen,
zelfs maar een oogenblik een blik hebben kun
nen werpen in die stukken, of ten minste in
één er van. Zelfs als een dier personen een
slechts middelmatige opvoeding heeft gehad
en slechts middelmatig van begripsvermogen
is, dan moet hij tot de conclusie komen, dat
als die munten zoo zeldzaam zijn, dat een
rijke antiquiteitenverzamelaar er zooveel geld
voor over heeft, een ander zeker ook wel een
bedrag van om en bij dezelfde grootte er
voor zal willen geven en dat het dus wel de
moeite waard is ze te stelen.
Ten slotte zie ik mij nogmaals tot mijn leed
wezen verplicht, wat ik anders gaarne verme
den had, een paar namen te noemen in ver
band met mijn onderstellingen.
le. Is de heer Ollard boven alle verdenking
verheven
2e. Is de heer Bransdale boven alle verden
king verheven
Te dezen opzichte zou ik er op willen wij
zen, dat tienduizend pond een aanzienlijk be
drag is en dat verzamelaars, gelijk bekend,
Vervolgens werd gesproken door Mr. A. F-
Baron van Lijnden, president-curator van do
Rijksuniversiteit te Utrecht, nomens den Mi
nister van Onderwijs, dc curatoren en den
Seneat. Spreker zei o.e.
29 Jaren heeft hij deel uitgemaakt van ons
curatoren-college. Bij waken en leiden diende
hij de belangen der Universiteit met een groot
verstand.
Wij brengen dan ook hier onze zeer groots
dankbaarheid en waardecring voor wat Baron
van Voorst tot Voorst voor ons college is ge
weest.
De hoofdingenieur van den Provincialen
Waterstaat, ir. Kerssemakers. noemde den
commissaris een motor in het provinciaal be
stuur.
Burgemeester mr. F. J. van Lanschot spratt
nomens de afleeling Noord-Brabant der Ver-
eeniging van Nederl. Gemeenten en namens
zijn ambtgenootcn in Noord-Brabant.
Mr. P. Locff voerde het woord als oudsto Hd
in dienstjaren der Prov Staten, als president
commissaris der P. N. E. M. cn namens do
rechterlijke mocht. Nomens al deze «prak hij
een hartelijk dankwoord.
De zoon van den overledene, mr. E. II. J.
baron van Voorst tot Voorst, bracht dank aan
H. M de Koningin, die zich vertegenwoordi
gen liet, aan Z. K. H. den Prins en alle endero
aanwezigen Daarmee eindigde de plechtig
heid.
Z. K. H. de Prins gebruikte het dejeuner bij
mevr. A. douairière Van Voorst tot Voorst en,
verliet om 3.26 de stad.
BEGRAFENIS MR. D. E. LIONL
Te Ovcrveen.
Dinsdag is op de Israëlietische begraaf-
pioals te Overvecn ter aarde besteld het stoffe
lijk overschot van mr. D. E. Lioni oud-advocaat
te Amsterdam en bestuurslid van talrijke instel
lingen. De belangstelling was zeer groot. On*
der de aanwezigen waren dr. Vos, wethouder
ven Amsterdam, de heer Van Nederhasselt,
wethouder van Bloemendaal, de directeuren van
de hotelmaatschappij E. Pluribus Unum cn ver
tegenwoordigers van den raad van toezicht dcf
orde van advocaten te Amsterdam.
Er werd een korte lijkdienst gehouden onder
leiding van rabbijn M. Drukker, van Amster*
dom.
Daarna sprak mr. Asscher als vertegenwoor*
digei van de Alliance Israelite, van welker Ne*
deriandscho afdeeling mr. Lioni 20 jaar sccros
tons is geweest
Als vertegenwoordiger van Blocmendaal's
Bioei sprak mr. F. J. D. Thijssc.
De heer A. S. Lob sprak namens het Neder*
landsch-Israëlietisch weeshuis tc Amsterdam
en dankte voor het velo goede, dat mr. Lioni
voor deze instelling en voor spreker persoonlijk
hecfi gedaan.
Ir. Langelaan, secretaris van het Kenncmcr
Lyceum, prees den heer Lioni als stichter van:
dat lyceum. 'Zonder mr. Lioni zou er geert
Kcnnemcr Lyceum hebben bestaan. Dit zal een
blijvend monument zijn voor dezen zeer encrr
gieken man.
De heer Sanders voerde het woord voor den
Nederlandschen Biljartbond.
Mr. Dc Hartog, bestuurslid van de Amstcr-
domschc Diamantslijperij, waarvan mr. Lioni
commissaris was, prees den overledene .om zijn
groote veelzijdigheid. Hij was een voortreffelijk
jurist, maar een even voortreffelijk bedrijfs*
leider, hetgeen bijzonder bleek in de moeilijke
jaren van en na den oorlog.
Tenslotte sprak rnr. Dc Haas uit Amsterdam
als goed vriend.
Na de teraardebestelling dankte een neef van
den overledene voor dc belangstelling.
DE ZAAK DER HONGAARSCHE "1
BANKBILJETTEN.
De laatste arrestant gnat he
den over de grens.
De zaak der Hongaarsche bankbiljetten
wordt heden afgewikkeld. In den loop van den
dag gaat de laatste gevangene, de gewezer»
stafofficier Jankowitsch, over de grens. On
geveer negen maanden van zijn straf zijn hem
voorwaardelijk kwijtgescholden op voorwaarde,
dat hij zoo spoedig mogelijk ons land zal ver
laten en niet terugkecren.
nogal ruim van geweten zijn, wanneer zij hun
hart op een of ander bijzonder ding gezet
hebben. De mogelijkheid kan bestaan, dat Ol
lard en Bransdale onderling een zaakje heb
ben gedaan, dat Bransdale zich in 't geheim
mag verkneukelen over het bezit der munten
en dat Ollard tien duizend pond mag verbor*
gen houden.
In ieder geval hoop ik, dat u mij zal toe
geven, det ik volkomen gerechtigd ben als
mijn overtuiging uit te spreken.
Ie. dat de moord op Tyson niets uitstaande
heeft met den diefstal der munten
2e. dat de diefstal reeds beraamd was vóór
Tyson een voet in de stad had gezet en ook
feitelijk reeds gepleegd was vóór hij het mu
seum betrad. Naar mijn overtuiging ging Ty
son naar het museum om de munten te stelen,
constateerde, dat ze verdwenen waren en dat
hij, bekend als hij was met 't bod van Brans
dale, achter 't net had gevischt» daar de mun
ten reeds in veiligheid waren gebracht.
Ik verzwijg mijn naam, doch zal met bui
tengewone belangstelling lezen, welke stoppen
u verder zu't doen
Stevonege overhandigde de laatste blad
zijde aan Penthony en wachtte tot de oude
detective deze had gelezen
„Nu?" vroeg hij met zachte stem, „wat zeg
je er van?"
Penthony legde het papier neer, stak zijn
bril weer in den zak, boog zich naar den an
der en fluisterde enkel„Ollard T"
(Wordt vervolgd).