BINNENLAND. Onze collecties zijn gereed Hst Geheimzinnigs Genootschap EEN ONTWERP INZAKE DE FINANCIEELE VERHOUDING VOORNAAMSTE BEPALINGEN EN MEMORIE VAN TOELICHTING Afschaffing gem. inkom sten en forensenbelasting Inwerkingtreding 1931 M.V. COMPAGNIE LYONNASSE FEÜLLETOW. UIT DE STAATSCOURANT Bij Kon. besluit is aan mevr. M. E. Leliman —Bosch to Boom cp haar verzoek eervoi ont slag verleend als inspeclrice van het Nijver heidsonderwijs onder dankbetuiging voor de door haar bewezen diensten en is bij benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw Bij Kon. besluit is benoemd tot burgemees ter der gemeente Nieuw en St. Joostland G XV E D. Baron Thoë Schwartzenberg en I johcnlandsbcrg la do gouden cere-medaille verbonden aan de orde der Oranje Nassauorde toegekend San G vnn Oortnerssen, boekhouder bij da gemeentebedrijven te Delft en aan H L A J Lambermont hoofdboekhouder der vereeni- giflg tot verpleging van zwak- en krankzinni gen op het land Coudewater te Rormalen is met ingang van 8 October 1928 le. aan den eersten luitenant H. A. Felix, van het regi ment genietroepen op het daartoe door hem gedane verzoek een eervol ontslag als zoodanig verleend uit den militairen dienst; 2e. benoemd bij het reserve personeel der landmacht bij het wapen d'cr genie tot reserve Te luitenant bij het regiment genietroepen de eervol ontslagen le luitenant H. A. Felix voornoemd. Bij K B. is aan den consul-gcneronl der Ne derlanden te Bazel, de heer D. Nochenius, op zijn verzoek onder dankbetuiging voor de be wezen diensten eervol ontslag als zoodanig verleend. Bij beschikking van den Minister van De fensie zijn de officier-vliegers der 2e klasse H J Stemmerik en D. J R. Beugeling, dienende bij het vliegkamp De Mok den 24en October o s, ter beschikking gesteld. PROF. FRANCOIS. Benoemd tot ridder in de orde van den Ned. Leeuw. Prof mr. dr. J. P. A. Francois, adminisüa- ttur bij het departement van Buitenlandschc Zaken, chef der ofdeelingen Volkenbondszakcn oan dit departement en buitengewoon hoog led aar aan de handelshoogcschool te Rotter dam, is door de Koningin benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw. ROTAR7, DE KATHOLIEKEN EN DE VRIJMETSELARIJ Een verklaring van den voorzitter der R. T. Naar aanleiding van berichten van er.kc-le Italiaansche bladen, dat de Rotary-bewegtng in zeer nauwe relatie staat met de Vrijmetselarij, berichten, welke overgenomen werden door verschillende Ncderlandschc bladen, heeft de voorzitter van Rotary International, de heer I. B. Sutton, de volgende verklaring afgelegd: Als president van Rotary International en als katholiek verklaar ik op eerewoord, dot Rotary nimmer in eenige relatie of erbioding met de Vrijmetselarij heeft gestaan, in welken vorm ook. Verder heeft Rotary nimmer eenige houding aangenomen of deelgenomen aan eenige actie, die onvriendelijk jegens het katholicisme is. Het is van beteekenis, dat dui zenden katholieke leeken cn priesters het lid maatschap van Rotary nimmer onvereenigboar hebben geacht met hun lidmaatschap van hun Kerk. DIPLOMATIE. De Nederlandsche gezant te Parijs, jhr. dr J. Loudon, is op zijn post teruggekeerd. Mr. A. M. baron Sweerts de Landas Wyborgh, Nuclei landsch gezant tc Stockholm, is met ver lof naar Nederland vertrokken. RUK EK GEMEENTEN De regiering icreenigl zich niet met de conclusie3 der Staatscommissie Instelling ccner gemeentefonds- belasting Bij dc Tweede Kamer is ingediend een wets ontwerp tot herziening vam dc financieele verhouding tusschen het Rijk cn dc Gemeen ten <^n wijziging van eenige bepalingen. De voornaamste bepalingen daarvan zijn dc volgende Ingesteld wordt een Gemeentefonds, waar- uit jaarlijks aan de gemeenten uitkecringcn zullen worden gedaan volgens een formule, waarin ccnerzijds de druk der verplichte uit gaven en anderzijds de draagkracht dei in gezetenen tot uitdrukking is gebracht. Dc middelen van het fonds worden ver kregen uit de opbrengst van de „Gemeente fonds-belasting", oen nieuwe heffing, die blij kens de Memorie van Toelichting bedoelt tc - ijn een unificatie in gematigden vorm van de gemeentelijke inkomstenbelasting De gemeentelijke inkomstenbelasting wordt afgeschaft, evenzeer als de forcnscnbelasling. Aan de gemeenten wordt afgestaan de hoofdsom der grondbelasting, hetzij op dc gebouwde, hetzij cp dc ongebouwde eigen dommen, raar keuzo van elke gemeente. Aan de gemeenten werdt de bevoegdheid gegeven een eigen verteringsbelasting t- hef fen. Hiertegenover wordt de Rijksbelasting op het personeel afgeschaft. Aan dc gemeenten zal vrij staan opcenten op de Gemeentefondsbclosting t- heffen, waar van het getal niet hooger mag zi n dan het getal opcenten dat in dc gemeenten geheven wordt op het gebouwd, cn dat, indien het de 50 overschrijdt, in zekere verhouding zal moe-' ten stoan tot het aantal opcenten op de vermo gensbelasting. De wet van 1897 inzake de uitkcerir.gen aan de gemeenten wordt ingetrokken Door een wijziging van de Provinciale Wet wordt aan de provinciën ter vervanging van opcenten op de personccle belasting een iets ruimere bevoegdheid gegeven tot het heffen van andere opcenten Het ontwerp van dc Staatscommissie 1921 tot regeling van den steun aan noodlijdende gerhcenlcn wordt, behoudens wijziging van één der artikelen, in dit wetsontwerp over genomen. Het ontwerp zal in werking treden op 1 Mei 1931 een gedeelte der bepalingen op 1 Januari 1951. Aan de Memorie van Toelichting wordt verder nog het volgende ontleend Uitvoerig zetten de ondertcekenaars dor Me morie, de Ministers van Financiën on van Bin- ncnlandsche Zaken en Landbouw, uiteen, waar om zij, groote waardcering hebbende voor den arbeid, welken de commissie heeft verricht, en UTRECHTSCHEWEG 10. - TEL. 179. - AMERSFOORT op een voornaam punt de door de Commissie getrokken lijn volgende, zich met dc conclu sies van het verslag der Staatscommissie 1921 niet kunnen vereenigen. Hun bczwoor ligt voornamelijk in het niet voldoende rekening houden met het verschil in draagkracht tus schen de verschillende gemeenten. De Memorie zet daarna breedvoerig' uiteen, waarom naar haar oordeel der Rcgeering in het bestaan van een gemeentelijke inkomsten belasting naast de Rijksinkomstenbelasting één der grondfouten ligt van den huidigen toe stand. Somimg€ middelen waarmee men de hier uit ontstane euvelen heeft willen bestrijden, zijn niet alleen als lapmiddelen te beschouwen, maar ook in zichzelf ondeugdelijk. Dit wordt achtereenvolgens betoogd ten aan- I zien van dc gemeentelijke grensregeling cn ten aanzien van de forenscnbclasting. Terzake van de laatste zegt de Memorie onder meer Historisch is zij zeker in alle opzichten ver klaarbaar. De omstandigheden zijn intusschen in de laatste dertig jaren geheel veranderd cn wel zoo, dat de huidige forensenregeling onhoud-. (baar is geworden. In het vervolg der Memorie wordt uiteenge zet dat, zoo in dezen tijd een gemeentelijke belasting naor het irkomen ondoelma'ig is, daarentegen bij uitstek als heffingsobject zich aanbiedt datgene wat zichtbaar aan dc plaats zelve verbonden is en daar bliik geeft van den meerderen of minderen welstand van hen, die zullen worden ".ingeslagen. Een verterings belasting als de rijksbelasting op het perso neel en een zakelijke belasting als dc grondbe lasting zijn in beginsel heffingen, die een ge meente behoeft cn die voor hoor passen. De opbrengst dezer belastingen is r iet afhankelijk van vluchtige rijkdommen, die den oenen dag aan een gemeente kunnen toekomen en den volgenden dag weder verdwijnen, mapi in hoofdzaak van de vaste outillage der gemeen te. van het beeld dat zij vertoont en dat niet dan geleidelijk wijziging ondergaat. In deze heffingen zit ook een natuurlijk accres bij uit breiding van dc bebouwing, terwijl wat in het bijzonder dc personccle bolasting betreft hier overvloedig cn veel meer dan bij de uniforme heffing van di< belasting door het rijk, gelegenheid bestaat om met tal van zeer uitccnloopendc plaatselijke omstandigheden rekening te houden en op die wijze, zonder in onbillijkheden te vervallen, de opbrengst soms aanzienlijk hooger, tc doen zijn dan dit thans het geval is. Met de vervanging van de inkomstenbelas ting door een meer voor gemeentelijk gebi uik geëigende heffing zal, zegt de Memorie, uiter aard niet kunnen worden volstaan. Naast haar zal bchooren tc komen een algemeene uitkee- ring op aanzienlijk ruimeren voet dan in de bestuende wet vervat is. De rechtvaardiging daarvan is gelegen in dc omstandigheid, dat het huidige overmatige verschil in druk tus schen de gemeenten onderling voor een aan merkelijk deel berust in andere factoren, dan welke van de gemeentelijke gestie afhankelijk zijn. Het niet te vermijden deel van de uitgaven der gemeenten bepaalt zich niet tot datgene wat haar door de wet wordt opgelegd, of wat als van algemeen rijksbelang wordt aangeduid, maar strekt zich uit over een groot gebied van haar eigen aangelegenheden. Dc ministers betoogen, dat ook in het rap port der voornoemde Staatscommissie dezelf de gedachte tot uiting komt cn dat om die reden naast de „rijksuitkeeringen", welke de commissie thans toegekend wil zien, voor ce toekomst door dc commissie rijksbijdragen" in uitzicht worden gesteld als een middel om den Staat tc doen medcbetalcn in de uitgaven, welke de gemeenten doen om het algemeen plaatselijk belang èn het landsbelang beide te dienen. Wat de commissie hierover schrijft, versterkt dc minister in dc overtuiging, dat de „uitkccringen" en dc „bijdragen" princi pieel niet een onderscheiden basis hebben en dat het onderhavige vraagstuk zich dei halve niet tot de wettelijke verplichte uitgaven be perkt. De nieuwe uitkeering zal tot strekking heb ben dot deel van dc overheidstaak, dat naar ons Staatsbestel nu eenmaal oan de gemeen ten is toevertrouwd en waaraan zij zich, zoo- al formeel, toch feitelijk niet kunnen onttrek ken, méér dan tot dusver te doen financieren uit dc door alle ingezetenen op tc brengen middelen. Het voorbeeld zal hiermee worden gevolgd, door menig ander land reeds gegeven. In Duitschland heeft ten aanzien van het inko men uitsluitend het rijk dc „Objektshohcit" (dc bevoegdheid om een belastingbron aan te boren) en hebben de Liinder en de gemeenten slcohts „Ertragshoheit" (d.w.z. aanspraak op een deel van dc opbrengst der belasting). De Memorie zet dc daar getroffen regeling in algemeene trekken uiteen en wijst ook op die, "welke in België bestaat. Zij doet uitkomen, dat ook hier tc lande moermalen is aangedrongen op maatregelen, waardoor dc woonplaats haar overwegenden en ongerechtvaardigden invloed zou verliewn bii hetgeen in het algemeen landsbelang door de burgers moet worden opgebracht. Gememo reerd wordt wat mr. A. R Zimmerman schreef in 1903 in een praeadvies, uitgebracht voc de Vereeniging voor de Staathuishoudkunde cn de Statistiek. In een ten vorigen jare verschenen werk van dr. F C Crcmer werd aanbevolen het voorbeeld te volgen van Londen met zijn 65 „parishes", waar een fonds bestaat, waarin de bevoorrechte gemeenten stortingen doen ten bute van de minder bevoorrechten. De ministers meenen, dat in ons land een ongewijzigde overneming van dat voorbeeld or moeilijkheden zou stuiten, maar dat de grond gedachte ervan op andere wijze kan worden verwezenlijkt, gelijk door het ontwerp wordt beoogd. Naast dc nieuwe uitkeering zullen in dc plants vnn dc afgeschafte inkomstenbelasting, zegt de Memorie, moeten komen nieuwe plaat selijke middelen. Het tarief vnn dc gemccntefondsbelesting is, wat dc progressie en den aftrek voor nood zakelijk levensonderhoud aangaul, in het ont werp aldus ingericht, dat het zich zooveel doenlijk aansluit bij de thar.s daaromticnt in de gemeenten gevolgde regelen, terwijl het, wat c!c heffingspercentages aangaat, zoodanig is gesteld, dat het niet hooger komt dan wot thans geheven wordt in gemeenten waar, blij kens de rangschikkingslijst van het Centraal Bureau voor dc Statistiek, de druk aanzien lijk beneden het gemiddelde blijft. De opbrengst van .de belasting zol gcstoi worden in het in te stellen Gemeentefonds. De uitkeering, welke uit dit fonds aan dc ge>- mcentcn zal worden gedaan, zul berusten op een berekening, waarvan de gedachte ten deel een zekere gelijkenis vertoont met die van het door Minister Trcub in 1915 ingediende wets ontwerp. In aanmerking worden genomen eenerzijds de draagkracht, anderzijds dc uitgaven in het algemeen landsbelang gedaan. Het vastgestelde bedrog per inwoners von elke gemeente blijft ook in volgende jaren gelden, zoodot het totooi bedrag voor iedere gemeente slechts wisselen zal met het aantol inwoners. Intusschen wordt om de 5 jaar de berekening vernieuwd. De opbrengst van dc ontworpen Gcmeen- tefondsbclasting wordt geschat op ruim 80 millioen *s jaars. Dit bedrag zal dus aan de gemeenten ten goede komen. De kosten, die het wetsontwerp voor het Rijk zol meebiengcn worden als volgt bere kend: Dc afstand aan dc gemeenten van de hoofd soin der grondbelasting, hetzij op het ge bouwd hetzij op het ongebouwd: 15 a 16 mil- lioen. De intrekking van de persóneelc belasting 22'/: millioen. Tezamen 38 millioen. Hiertegenover zal staan de intrekking van dc* uitkceringswct van 1897 ad rond 20 mil lioen Voor liet Rijk zul derhalve een hoopcre lnst blijven vnn ongeveer 18 millioen, afgezien van evcntueele uitgaven tengevolge van en in het ontwerp voorkomende garantiebeonling. Wat de gevolgen voor de gemeenten betrtft, hebben uitvoerige berekeningen doen zien, dat het samenstel der nieuwe bepalingen over hot algemeen non het gestelde doel zal be antwoorden en oen zoodunige working zal heb ben, dat, met vermijding dor conti ibunbolui- de gemeenten in stont zullen zijn hoar tank le vel vullen. De Ministers betoogen, dot do gezamenlijk' i. belastingdruk van Rijk en gemeente, komt dv voorgedragen regeling tot stnnd. neigcnsniem het donkere beeld zal vertoonen dat thans in onderscheiden gemeenten gezien wordt Wanneer dan bovendien beducht wordt, dm aan dc eiken dug meer onhoudbaar wordende forensenheffingen een einde komt dan mee nen de ministers, dat., al zijn natuurlijk dék tegen de voorgestelde herziening, evenals t-^- gen elke op dit gebied denkbare, bezwaren aan te voeren, zij een aannemelijke oplossing voor een sedert lang hangend vraagstuk biedi Aanvankelijk is het voornemen geweest, d* inwerkingtreding tc doen plaats hebben in lmi jaar 1930 Het is echter gebleken, dat, al wordt, gelijk ondersteld wordt de wet in den zomer van 1929 afgekondigd, de tijd vnn voorbereiding voor de gemeenten, vooml niet het oog op haar bevoegdheid tot het heffer van een eigen verteringsbelasting, dan te koit zal zijn. Het is nuttig, dat d- gemeenten een vol jaar tijd hebben, zich op den nieuwen tor- stond voo-r te bereiden en dat met name bii het opmaken van dc begrooling voor het eerste jaar, waarin de nieuwe regeling werken zal, deze gciuimcn tijd tevoren is afgekondigd, ook opdat de onderscheidene gegevens, waar. medc te rekenen zal vnlen, volledig en nauw keurig bekend zijn. Daarom wordt voorge steld. de inwerkingtreding te doen plaats heb ben in het jaar 193T, DE STAKING IN DE GOUDSCHE AARDE WERK-INDUSTRIE. Opnieuw ingrijpen van den Rijks- bemiddelaar Naar het „Volk" verneemt, moet het in de bedoeling liggen van den Rijksbcmiddeloar, den heer Van IJsselsteijn, om partijen, betrok ken bij het conflict in de Goudsche aardewerk- industrie, tegen Zaterdag a.s. tot een confe rentie uit te noodigen. FINANCIEELE VBfcHOUDING RIJK EN GEMEENTE Het wetsontwerp thans ingediend. Men seint ons uit den Haag Thans is bij dc Tweede Kamer ingediend het in de Troonrede aangekondigde wetsont werp tot herziening van de financieele ver houding tusschen het Rijk cn d. gemeente en tot wijziging van eenige bepalingen de Ge meentewet. HR. MS. „EVERTSEN" EN „DE RU7TER Hr. Ms. torpedobootjages „Dc Ruyter en „Evcrtsen" zijn in den nacht van Vrijdag op Zaterdag te één uur Ouessant gepasseerd. BRAND AAN BOORD VAN EEN SCHIP. Door sleepbootcn op het strond gezet. Zondagmiddag is door twee sleepbooten van uit de Wielingen naar Rammekens gesleept en op het strand gezet het vrachtschip „IJzel" van hét Adolp-Pieppe-lijn. Door broeiing was brand ontstaan, die zich nogal ernstig liet aan zien De brand is volgens een later bericht gcbluscht. Voorzoover bekend, zijn or geen persoonlijke ongevallen te betreuren. De zon ziet dc wereld slechts vol warmte cn licht Naar het Engelsch van J. S. FLETCHER door Mep A. T. 33 „Ik weet genoeg van het hotelleven", zei Jimmie, „om te weten, dat cr dingen in ka mers achterblijven, hoeveel kamermeisjes ei ook in bezig zijn. Mannen, mevrouw By water, hebben een gewoonte, om ervveloppes, ver scheurde papieren, allerlei dingen in loden tc gooien, achter ornamenten, onder de dingen op de toilettafel te stoppen, dat weet ik Mannen zijn in den regel slordig. In ieder ge val zou ik graag' die kamer eens rondkijken. „Oh, u kunt den sleutel wel krijgen, zei mevrouw Bvwnter, glimlachend. „Als wij te rug keeren, laat ik dan eerst naar binnen gaan. Volgt u een puar minuten later en ik zol u den sleutel in een enveloppe geven. Na tuurlijk, als de kamer niet verhuurd is. Een uur lat°r was Jimmie op weg naar bo ven in liet hotel, met den sleutel van kamer 43 in zijn hand. En toen hij lnngzaom dc gang doorliep, dacht hij diep na over de ver wisseling van het namoak-pakket mot hetwei- kelijke Het kwam hom het beste voor, det te verklaren, door te trachten om te bedanken, hoe het gedaan was. Het numaak-pakket, dat in zijn bezit gekomen was, had al de postze gels en stempels van Parijs, die het hebben moest, ei was geen twijfel aan, dat bet op do gewone, geregelde manier met de post geko men was. En toch -- was hot niet aan het hotel bezorgd. Slechts één pakket was aan het hotel bezorgd, het werkelijke. Hoe was nu het namaak-pakket daar in plaats van het echte pakket gekomen? Tot nu toe kon Jimmie omtrent dit punt geen licht krijgen, moor hij gevoelde met instinctmatige en stellige zeker heid, dat het gekomen was door den man, dien Curtis buiten het hotel ontmoet had. Die man had Curtis het nnmaak-pakket gegeven, en Curtis had het voor het echte verwisseld. Zij hadden dc kans geloopen, dat Iventover om de brieven naar beneden kwam in het halvo uur, dat Curtis afwezig was, en de kans was in hun voordcel geweest Maar de stempels? „Dat vervloekte pak kwam met de post, ge adresseerd aan het hotel I" zei Jimmie voor den vijftigsten keer. „Hoe hoe kregen zij dat in handen? Hebben die lui een agent in het postkantoor? Zulke dingen gubeuien men leest er wel van in de kranten. Nu hier is nummer drie en veertig." Nummer drie cn veertig was een kamer aan het einde van een lange gang. De hall ver lichte gang was geheel verlaten, toen Jimmie den sleutel in het slot stak cn het veitrek binnentrad, dot misschien of misschien niet waarschijnlijk niet, zooals hij met een spot- tenden glimlach dicht hem iets kon open baren. Hij voelde naar het knopje van het electrisch licht, diaaide het om, keek, rord en sioot de deur achter zich. Weer rondziende, gal de kamer hem geen anderen indruk dan dien van verlatenheid en ledigheid. „Ik vermoed, dat ik op een dwaze onderne ming uit ben," peinsde Jimmie „Nu ik echter hier bc-n. zal ik zorgvuldig zoeken naar iets, wnt hier zijn kan. Veilig in de wetenschap, dat niets hem kon storen, begon hij alles kalm tc doorzoeken. Er stond oen papiermand onder de tafel er was niets in. Er lag een vlociblad op de tafel zelf niets tus schen de bladen het blok was óf in het laatst niet gebruikt, óf het kamermeisje had het juist op een schoon vel afgescheurd. Er waren talrijke loden in de toilettafel cn een kast. Alle waren ledig, behalve schoone vellen postpa pier En lag een helder kleed op de toilet tafel niets er onder. Er stond een kolen emmer naast dc kachci. Jimmie lichtte het deksel op en vond niets dan kolen. Hij keerde zich tot den haard zelf, keek op den rand. Alles was zorgvuldig schoon gemaakt. Hij on derzocht de ornamenten op dun schoorsteen mantel er lag in geen van olie iets. Het bleek, dat de kamer niets bevatte dan wat eten goed ingerichte slaapkamer in een goed hotel moet bevatten. Maar Jimmie was niet von plan, om ook maar één steen op den anderen te laten. Het rooster bekijkende, zag hij, dat het benoo- digdc voor een vuur klaargelegd was. En hij begon te redeneeren. A's het kamermeisje een vuur aanmaakte, zei hij. zou zij de kolen uit den kolenemmer krijgen. Zij zou natuurlijk iets nemen, dat in den kolenemmer gegooid was Stel, dat iemand iets verscheurd cn in den kolenemmer geworpen had Het was ook na tuurlijk te veronderstellen, dot een kamermeis je alle stukjes papier of andere dingen in de kachel zou gooien, die zij in de papiermand gevonden had. Het slot van deze redenecring was, dat Jim mie op zijn knieën ging liggen, en de kolen van het rooster stuk voor stuk er uit begon te holen. Eindelijk kreeg hij stukjes papier in handen tusschen ondeie prullen in. Het meeste er van was reeds verschroeid, vooi een deel verbrand. Hij begon weer te rede neeten. Do laatste bewoner van de kamer Curtis, zeer waarschijnlijk had vuur aon gehad. Hij had cr dingen in gegooid om tc veibranden Toen het kamermeisje den haard had schoongemaakt en het vuur weer had klaar gelegd, had zij weer op het rooster gegooid de half verteerde dingen, die zij er uitgepookt had, zooals kamer- en werkmeis jes altijd deden, voor zoover Jimmie wist. Daarom moest hij iederen snipper van ver brand of verscheurd papier in den haard na zoeken. En met nauwgezette zorg en zwarte vingers zocht hij ze geduldig en oplettend bij een, cn bracht ze eindelijk nnar de tafel, waar hij ze afzonderlijk begon te onderzoeken. Ein delijk vond hij, dat er niets was. om zijn nieuwsgierigheid of argwaan te wekken, dan een half verbrand, gescheurd stukje briefpa pier, briefpapier van dc beste soort, zacht cn effen, dat blijkbaar von den hoek van bet eersio kantje van een brief gescheurd was, en toevallig ontsnapt was aan de volle krocht der vlammen, waarin men het geworpen had. Jimmie hield het tegen het licht en bekeek het nauwkeurig. Alles wat er op stond, was een deel van een adres, mooi geschreven, een deel van een datum een paar woorden vnn een flinke, maar duidelijk vrouwelijke hand riham Manor j i ire 21ste r innei dut ik zal zijn in s a Dinsdagmiddag bij mevrouw e w vnn belang dat a Parijs op Jinimie stak dit snippertje in zijn znkportc* feuille, legde de rest van het papier weer zorg vuldig in den haard, schikte de kolen wcot even netjes als te voren, onderzocht de kamen nog eens en ging heen. Hij ging langzaam naar beneden cn gaf den sleutel terug aan mevrouw Bywater, die heni vragend aonkeck. „Iets gevonden vroeg zij kalm. „Misschien misschien", untwoorde Jim mie voorzichtig. „Ik zal het U later vertellen Hij ging naar zijn kamers, maakte zich een drank gereed, vulde zijn geliefkoosde pijp en stak die ami en zette zich neer, om nu te denken Weldra riep hij Kétitover. „Kentover," zei hij, „bestaat er een werk, boek, gids of iets van dien aard. waarin men dc namen der voornaamste landgoederen buitenplaatsen, enz. in Engeland kan vin den Kentover dacht «ia. „Ik zou denken een aardrijkskundig woor denboek, mijnheer," zei hij eindelijk „En dan zijn er natuurlijk de gidsen van de graaf schappen." „Morgenochtend", beval Jimmie, „zoo gauw je kunt na het ontbijt moet je naar de beste boekverkoopers gaan en daar vragen. Ik heb je gezegd, wat ik hebben wil zorg het te krijgen. Er moet zoo iets dergelijks bestaan. Drommelszei hij bij zich zalf, toen Kent over weggegaan was, „ik moet misschien een hoop dikke, boeken door worstelen, maar ik zal uitvinden, wat dat verscheuide adres eigen lijk is. Ik zal morgen den geheclen dag daar aan wijden. Iets nltam Manor, en in een of andere shire. Ik zal het wel vinden. Manr den volgenden dag had Jimmie ander weik. Toen hij nnn het ontbijt znt. en Kent over op zoele naar een boekverkooper uit was, kwam Packe binnen. En Pncke schudde het hoofd tegen Jimmie op een manier, waaruit de ernst zijner gedachten bleek. „Kijk eens Trickett", zei hij „Ik vrees, dat er moeilijkheden voor jc* in 't zicht zijn, D* politic is aan het werk L Zij willen juffrouw Walsdcn hebben. '- (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1928 | | pagina 5