MARCHANT OVER DEN POLITIEKEN
TOESTAND
Geen staatspensioen alleen voor loonarbeiders
PROF. LORENTZi
HERDACHT
GEEN VERZEKERING!
Stelsel-Sannes funest
VRI.JZ. DEM. BOND
Dc strijd om het leger Alleen ruimte voor een
internationaal georganiseerde strijdmacht
Deze politiek is een
fiasco geworden
Zaterdagmiddag is te Utrecht de algmeene le
denvergadering aangevangen van den Vrijz
Democratischen Bond. Professor dr. R. Kra
nenburg heeft deze vergadering geopend met
een politieke rede waarvan wij het volgende
ontleenen
De partij leed dit jaar verschillende ernstige
verliezen.
Zoo in de eerste plaats den beroemden naam
van Lorentz, den man van geniale gaven, en
een zeldzaam harmonische geest tevens. Eer
bied voor de menschelijkc persoonlijkheid, er
kenning van het gelijke recht van den even
naaste op ontplooiing van het waardevolle
daarin, weerzin tegen elke overheersching, te
gen éénzijdige machtsuitoefening van welken
aard ook, hebben hem bezield, zijn leven rich
ting gegeven en hem ook gevoerd in onze rijen.
Hij zag met zijn sterken zin voor de werkelijk
heid de noodzakelijkheid van samenwerking en
organisatie van staatkundig gelijkgezinden om
de beginselen, die zij gemeen hebben, met
grooter kracht te kunnen verwezenlijken. Sa
menwerking van velen, elk op zijn wijze, over
eenkomstig zijn aanleg en zijn belangstelling
zij allen, die wij uit onze rijen hebben moeten
verliezen, hebben dc noodzakelijkheid ervan
beseft. Zij hebben hun krachten in velerlei vorm
gegeven aan de groote doeleinden van onzen
Bond. Heerma van Voss, de voortrcffolijke pen
ningmeester van de federatie Utrecht; Hendrik
Wcrtheim, lange jaren gewaardeerd en bemind
bestuurslid van de afdeeling Amsterdam, en
lid van de Provinciale Staten van Noord-Hol
land. Geluk, de betreurde voorzitter van de af
deeling Zierikzee, Van 'Aalten. die in den poli-
tieken strijd in de voorste gelederen heeft ge
staan, als raadslid en wethouder van Rotter
dam, als lid van de provinciale Staten var»
Zuid-Holland, als lid van de Tweede Kamer en
ten slotte Zeilmaker, de uitnemende voorzitter
van de afdeeling Apeldoorn.
tv t wr
Ons land verkeert in verschillende opzich
ten in bizondere omstadigheden door zijn zeer
specifieke partij-groepeering. Deze héoft onte
genzeggelijk tot een zekere politieke malaise
geleid. Bij dc begrootingsdebatten in de Eerste
Kamer is van anti-revolutionaire zijde gezegd,
dat in onze stnatkunde voor den giganten-strijd
ven "rocgcr de kikvorschen- en muizen-strijd
in de plaats is gekomen.
De staatkundige problemen van thans zijn
even groot on belangrijk, en wellicht nog
moeilijker don vroeger. Ging het toen om de
verwezenlijking van de groote democratische
beginselen binnenstoats, het beginsel der gees
telijke vrijheid en der staatkundige zelfbe
schikking, thans gaat het om dc geleidelijke
daadwerkelijke verwezenlijking van deze be
ginselen in dc tusschenstaetscho verhoudin
gen, in de verhoudingen tusschen de dcelen
van samengestelde gemcenebesten, en in de
ordening der voortbrenging. Dot is alles min
stens even belangrijk en zeker niet minder
moeilijk te verwezenlijken dan wat wij in de
binnenlundsche staatsrechtelijke ordening en
in de sooiale wetgeving hebben bereikt. Hij,
die meent, dot wij nu maar op onze lauweren
kunnen gaan rusten en tot een niet al te ern
stige kikvorschen- en muizen-krijg in de poli
tiek kunnen overgaan, omdat wij het immers
•in ons land al „so herrlich weit" gebracht heb
ben, heeft wel een wonderlijk verwrongen visie
op de politieke verhoudingen en op de eischen
der rechtsvorming in dezen tijd gekregen.
Zelfs het behoud van wat thans is bereikt zal
mede afhangen van de doorwerking van deze
beginselen in de tusschenstaatscno verhoudin
gen er is in het leven, ook in het staatkun
dige leven, geen stilstand dan op gevaar van
verwording en verval.
Wij vinden in ons beginsel steeds weer hes
duidelijke richtsnoerhet blijkt ons teikens
weer een betrouwbaar cc-rripas. Vergelijk de
formuleerinpc var. ons program met die van
her Keliogg-pact, welks tot standkoming wel
de belangrijkste gebeurtenis is geweest sedert
onze laatste vergadering. Wij schreven in ons
program neer, dot elke gedachte om eenige
oorlogsdaad te ondernemen, moet worden prijs
gegeven en dat elke oorlogvoering als een mis
daad verboden zij. In het Kcllogg-pact verkla
ren dc Hooge Contracteercnde Partijer. „in
naam hunner volken"„that they condemn
recourse to war for the solution of internatio
nal controverses, and renounce it as an instru
ment of national policy in their relations with
another", („dat zij het terugvallen op den oor-
leg voor de oplossing van tusschcnstoatsche
geschillen veroordeelen en daarvan afstond
deen als een middel van nationale politiek in
hun betrekkingen tot elkaar".)
Wij zien het fundamentcele verschil met dc
vroeger in de tusschenstaatsche verhoudingen
algemeen aanvaarde maxime „dat de oorlog
eenvoudig is voortzetting der politiek met an
dere middelen", ja, „dat dc oorlog is de laat
ste wijsheid, het laatste argument, de ultima
ratio dec regeerders". Wij zijn ook overtuigd,
dat hier niet olleen in naam, moar inder
daad gesproken is uit het hort der volken.
Maar wij zien tevens met volkomen bewust
heid in, dat de aanvaarding van dit nieuwe be
ginsel als het leidende in de staatkunde eerst
zin, betcekenis, waarde krijgt, als nu ook do
onvermijdelijke consequentie wordt getrokken
en in dc staatkunde de middelen worden aan
vaard, waardoor alleen het gestelde doel kan
worden benaderd, en dat van die middelen de
ontwapening de noodzakelijkste is. Wij heb
ben verder leeren inzien, dat in dit stadium al
leen de overwinning van democratische, krach
tig hervormingsgezinde, partijen ons in dit op
zicht verder kan brengen.
Dat zien ook buiten onze rijen velen heel
goed in voor andere landen I Een voor de
democratie gunstige verkiezingsuitslag daar
ginds verheugt hen. Organen, die hier te lande
aan de zijde van het behoud plegen te staan,
kunnen met welgevallen schrijven over de ver
sterking der democratisch gezinde partijen
in Duitschland I Elk staatsburger kan echter
de verwezenlijking van het groote beginsel
daadwerkelijk alleen bevorderen door in zijn
eigen staatsgcmeenschap de kracht te^ ver-
grooten van die partijen, die bewust in haar
staatkunde de middelen aan het doel willen
aanpassen.
Op onzen Bond rust in dit jaar de groote
taak om onze medeburgers van dit alles te
doordringen. Dat is geen licht werk, ook al
omdat wij daarbij altijd weer zullen stuiten
op een zeker skepticisme, een gevoel van moe
deloosheid en daardoor onverschilligheid, dat
velen hier ten aanzien van do staatkunde heeft
bevangen, het gevoel, dot het toch niet van
onzen Nederlandschen staat, immers een
kleine mogendheid, afhangt, of de middelen
met het erkende doel in overeenstemming
zullen worden gebracht. Of in Engeland een
Gladstone don wel een Lord Beaconsfield de
leiding van 's lands regecring heeft, is voor de
ontwikkeling der tusschcnstoatsche verhou
dingen van groot belang moor zou een Ne-
derlandsche verkiezingsstrijd op het platform
van de beroemde Midlothian-campagne van
Gladstone, waarin hij de conservatieve staat
kunde bestreed en versloeg, denkbaar zijn
Inderdaad, niemand kan meer- en geen staat
kan meer dan voor zijn evenredig aandeel,
naar de mate van zijn gaven en krachten,
vorm helpen geven aan de staatkunde van zijn
tijd. Maar daartoe is die burger en is die
staat dan ook verplichtdie verantwoorde
lijkheid kan geen burger en geen staat \an
zich afwentelen. Wie heeft leeren inzien, dat
de donkerdreiging van den oorlog in zijn mo
dernen, walgelijken, weerzinwekkenden vorm
het leven van alle kanten beinvloedt, den
staatkundigen gezichtskring vernauwt, den
scheppenden arbeid, de levensontplooing op
nagenoeg elk gebied Temt door het gevoel
van onzekerheid en gevaar, die heeft ook be
grepen, dot de staatkunde staat voor een taak
zoo grootsch en belangrijk, dat het spreken
van een kikvorschen en muizenstrijd klinkt als
een bittere spot of als een zelfaanklacht. Hij,
die thans den strijd over de groote staatkun
dige vraagstukken van dezen tijd tracht te
vermijden, en ons doorvoor politieke scher
mutselingen onder leuzen van den volmaakt
verleden tijd in de plaats geeft, laadt een
zworc verantwoordelijkheid tegenover zijn volk
op zich. „Sit quia fuit" „het zij zoo, omdat
het zoo is geweest", is nimmer een vrucht
bare maxime van staatkunde geweestook
voor partij-groepeering en regeerings-vor-
ming is zij niet bruikbaar.
Wat onze partij betreft, eensgezind en
goedsmoeds gaat zij dit gewichtige jaar in.
Wij hebben in beginsel-verklaring en werk
program onze doeleinden duidelijk omlijnd en
der: weg, dien wij hebben te volgen, afgeba
kend.
Na deze opening werd het beleid der Kamer
fracties aan eene bespreking onderworpen.
Door den heer Van Driest (Amsterdam)
werd geen critiek doch dankbare hulde ge4
bracht voor hetgeen de Kamerfracties hadden
gedaan. Spr. wilde echter iets zeggen over de
tewerkstelling der onderwijskrachten welke op
wachtgeld zijn gesteld, wat meer als interpel
latie is bedoeld in verband met de voorgestelde
wijzigingen in de ondc'.vijswetgeving. Doo»
den dwang aan de gemeenten opgelegd, om in
de eerste plaats wachtgelders in vacatures te
benoemen, is in het bijzonder voor het platte
land een toestand ontslaan, welke allesbehalve
aanbevelingswaardig is.
In deze omstandigheden vraagt de afd.
Amsterdam de Kamerfractie uit te noodigen,
bij de Regeering aan te dringen op intrekking
der voor het openbaar onderwijs ongunstige
bepaling resp. maatregelen te nemen om aan
dezen toestand een einde te moikcn.
De heer v. d. Brink (Boarn) wees er op,
dat hoewel het Fransch van de O. L. School
verdwenen is, nimmer zooveel Fransch onder
wezen werd als tegenwoordig. Spr. vraagt of
de Kamerfractie zich heeft beraad over een
betere aanpassing van het lager met het mid
delbaar onderwijs.
Mr. H. P. Marchant, voorzitter der
Kamerfractie, de sprekers beantwoordende,
stelde vooral in het licht dat men zioh bij een
bespreking van het bale id der Komcrfrocïiea
moet beperken tot retro-nctieve beschouwingen.
Intusschen is het van zelfsprekend dat de
Kamerfractie rekening houden zal met de wer
ken voor de toekomst. Dc herziening det
ondcrwijswetgcving heeft de belangstelling der
Kamerfractie.
Het gaat naar Sprekers meening tc ver, aap
de fractie te vragen met klem aan te dringen
op intrekking van het 4c en 5e lid van art. 56
der L O. wet 1920, en anders zelf een ontwerp
in tc dienen. Spr. wenscht rij te blijven in een
dei gelijke aangelegenheid, als men weet dnt
in deze de Kamerleden deligent zijn,
Ten aanzien van de vraag van den hee*
v. d. Brink verwijst Spr. naar de Staatscom
missie, welke zich over hetzelfde punt beraad.
Spr. moet den heer v. d. Brink teleurstellen als
hij niet overtuigd is dat dc Kamerfractie alles
doet wat hij zelf juist zoo gaarne wenscht.
Prof. v. Embdcn sloot zich bij de woorden
van dank van Mr. Marchant aan voor de hulde
door de afd. Amsterdam gebracht.
Het rappor; der door het hoofdbestuur be
noemde commissie over het vraagstuk der doel
matige overheidsbemoeiing zou de afd. Zwolle
thans nog niet behandeld .willen zien, omdat de
voorbereiding in de afdcclingen niet voldoende
is geweest.
Het H.-B. achtte dc voorbereiding voldoende
en noemde de bespreking' van het pachtvraag-
stuk zeer actueel, waarom het H.-B. het voor-
stel-Zwolle niet kan steunen, dat dan ook ver
worpen werd.
De heer Goedhart (Arnhem), het rappon
besprekende, wees op het feit, dat te veel aan
overheidsbemoeiingen is te constateeren. De
overheidsbedrijven hebben in de laatste 50 j.
een schitterende staat van dienst verkregen, dat
waarin dc oorlog een kentering hoeft gebracht
In dit verband achtte Spr. het ageeren van den
Vrijheidsbond gevaarlijk om alle overheidsbe
drijven te doen verdwijnen.
Verschillende nfdeelingen stelden nog vra
gen, waarna de heer Marchant het woord
verkreeg om inlichtingen te verstrekken. Spr.
was er van overtuigd, dat een rapport op het
vraagstuk der doelmatige overheidsbemoeiing
nooit bevredigend kan zijn. Het beginsel der
vrijzinnig-democraten houdt in, dat zij slechts
dan voor overheidsbemoeiing zijn, als de doel
matigheid bij de uitvoering door anderen ont
breekt.
Tot vorming van een Rijksfonds tot onder
steuning van bij natuurrampen in ons land ge
troffenen, was door dc afd. Olst een voorstel
ingediend, waarop door haar afgevaardigde
een uitvoerige toelichting werd gegeven.
Verschillende sprekers voerden over dit
voorstel het woord, waarna Olst haar voor
stel introk en het voorstel-Zwollc, dat terzake
prac-advies wilde uitbrengen, werd verworpen.
Een voorstel der afdeeling Scheemda, be
helzende het ontslag der gehuwde onderwij
zeres ondervond zelfs geen ondersteuning cn
werd verworpen.
Dc afd. Utrecht stcide voor in het program
der parlij een paragraaf op te nemen tot be
houd van natuurschoon. De toelichting op dit
voorstel meldt, dat, ofschoon reeds thans de
vertegenwoordigers in de openbare bestuurs
lichamen wel steeds zullen opkomen voor,
waar mogelijk, behoud van natuurschoon, lijkt
het nuttig de wenschelijkheid daarvan in ons
partijprogram uitdrukkelijk tc doen uitkomen.
Tengevolge van de uitbreiding der bevolking,
gepaard gaande met een groote toeneming
van snelle verkeersmiddelen, gaat steeds meer
natuurschoon door bebouwing verloren. Voegt
men hierbij de groote gebieden, die in den
loop der j&ren „ontgonnen" werden, hetzij
voor werkverschaffing, of anderszins, dan is
er alle aanleiding steeds meer te waken voor
het behoud van het overblijvende natuurschoon
en alle aanslagen daarop uit louter winzucht
cf kortzichtigheid, zoo nocdig door wettelijke
middelen, zoo krachtig mogelijk tegen te
gaan.
De onschatbare waarde voor dc menrciihcid
van de natuur in al hare schokecringen, valt
moeilijk te betwisten en vindt reeds erkenning
o.n. in do nieuwe grondwet van het Duitsche
Rijk, waarin gezegd' wordt, dot do natuur,
als ook het landschap de bescherming en dc
verzorging van den Staat genieten, terwijl men
in olie Staten van Amerika nog veel verder
is, door namelijk uitgestrekte gebieden, aan
gekocht voor ontzaggelijke sommen of ge
schonken door particulieren, te bertemmen tot
z.g. natuur-rerervaten.
Het voorstel Utrecht werd na eenige toe
lichting met algemeene stemmen aangenomen.
De Federatie Friesland diende nog de vol
gende voorstellen in
a. de Partij verklaart zich voor een onder
zoek naar de wenschelijkheid, "n zoo jo naar
de mogelijkheid ecner wettelijke voorziening,
die hetzij aan de werknemers, vallende onder
dc Arbeidswet en van een eventueel van
kracht wordende wettelijke regeling van den
arbeidsduur van bet winkelpersoneel, hetzij
ook van andere werknemers daarenboven, het
recht op een jaarlijksche vacantie met behoud
van loon verzekert.
b. de Partij verklaart zich voor de meest
krachtige bevordering der werkverschaffing
door werkverruiming," waarbij uit economische
cn moreelc overwegingen worde gestreefd
naar de geringst mogelijke verplaatsing der
werkloozen.
Na uitvoerige discussie verklaarde zich de
vergadering conform het prac-advies voor
•aanneming van het eerste gedeelte van het
voorstel en «iprak de vergödcring zich even
eens uit voor het tweede gedeelte, dc ver
plaatsing der werkloozen buiten beschouwing
latende, omdat dit in Friesland op misver
stand bleek te berusten.
Zaterdagavond om 8 uur werd dc openbare
vergadering gevolgd door de huishoudelijke,
p.a afloop waarvan in hotel des Pays Bas een
gezellig samenzijn plaats vond.
Zondagmorgen werd de openbare bijeen
komst voortgezet. Er bestond zeer groote be
langstelling.
De eerste spreker was dc leider der Kamer
fractie van den Vrijz.-Dem. Bond mr. H. P.
Marchant
Rede van mr. H. P. Merchant over
den algcmcenen politiel.cn toe
stand.
Ons democratisch beginsel eischt, dot wij cle
geestelijke ontwikkeling van het volksleven
waarnemen, bestudeeren en de rcchtsvervor-
ming, de wetgeving en het bestuur daarna rich
ten en daarbij aanpassen. Zoo alleen is de ge
leidelijke ontwikkeling van een staatsleven ge
waarborgd, zoo alleen is te voorkomen dot een
maatschappelijke groei het beeld gnat vertoo-
nen ven een opeenvolging van al dan niet ge
welddadige, revolutionaire beweging. Die ge
leidelijke ontwikkeling te waarborgen is de tank
van de democratie.. Deze taak te vervullen is
niet gemakkelijk. Men tracht eerst dc wetge
ving zoo te vormen, dat de natuurlijke groei
van het geestesleven in het volk wordt legen
gegaan en onmogelijk gemaakt. De Volksgeest
is niet dc waan van den dag; het is de overtui
ging van wat recht is, die zich vormt onder den
invloed van nadenken, -van ervaring, van
godsdienst, van kunst, van ontwikkeling en be
schaving. Zoo wordt door het volk de rechts
vorming gevraagd. Onze taak is deze verschij
ningsvormen waar te nemen, te herkennen en
te schiften. De eenheid van inzicht, die geeste
lijke verlangens, vragen om bevrediging. Dit is
de taak van de parlementaire meerderheids-
vorming.
Spr. ging voorts uitvoerig na op welke strijd
punten de V.-D. B. zijn tegenstanders ontmoet,
n.l.le. om het parlementaire stelsel; 2e om
het kiesstelsel; 3c. om de betcekenis van het
gezag; 4e. in den strijd om het recht; 5e in den
strijd om het leger; 6e in den strijd om dc
ontwapening^ nationaal en internationaal cn 7e
in den strijd om het koloniaal beleid.
De strijd om het parlementaire stelsel duurt
nog steeds voort. Doel van het parlementaire
stelsel is, de harmonie tusschen volksgeest en
regeering door middel van het parlement te be
waren. De volksvertegenwoordiging stelle zich
als de weerklank van den volksgeest, die is
gekristalliseerd in de partij-programma's. Hare
meerderheid zorge dat dezelfde toon, die bij
haar weerklonk vindt, van dc rcgecringstafel
klinkc. Van veel hoogcre waarde dan welk pro
grammapunt ook dat wij verwezenb'jkt wen-
schen te zien is onze strijd, waar noodig onze
MR. H. P. MARCHANT.
medewerking om het parlementaire stelsel te
beschermen en te redden.
Wij, vrijzinnig-democraten, eischen dat dc
regeering zelf het gezag voert en niet de eco
nomische machten in den Staat. De raad van
sir Henry Deterding, gegeven in zijn artikel
over „Europa's slappe regeerders", aanvaarden
wij. Geen slap gezag, een oer-sterk cn onver
zettelijk gezag. Een ontembare wil om de ver
woede aanvallen op de democratie te weren
Longen tijd stond spreker stil bij den strijd
van het leger. Dc pogingen om het leger niet
langer tc aanvaarden als een van overheids
wege geconstrueerde organisatie van het .rolk.
zijn te verklaren. Het plan-Posthuma-Boele
beoogde een selectie van de tot het drogen der
wapenen uitverkoren jongemannen, een selec
tie, welke nog wel ann de werkgevers werd
toevertrouwd. Toen de regeering dit plan in de
wetgeving trachtte neer te leggen, werd het
toegelicht door den liberaal afgevaardigde vim
Rappard, waaruit duidelijk het wantrouwen
sprak in het leger. Deze aanbeveling van dc
wijziging droeg niet minder dan de scherpe
oppositie er toe bij, dat het voorstel even snel
verdween als het verschenen was. Het ontwa-
peningsvraagstuk houdt met het leger onmid
dellijk verband. Ons standpunt isdc veilig
heid vloeie uit rechtsorde voort, door arbitrage
geschapen. Het noodlot wil, dat anderen de
veiligheid zoeken achter de kanonnen; eerst
voldoende bewapening cn den spreken over de
rest. Zoo zit men in een vicicuzen cirkel. De
bewapeningr zegt men, moet de veiligheid ge
ven, dus als men de bewapening wegneemt,
ontneemt men de veiligheid. Onze tegenstan
ders in onzen strijd voor ontwapening bewe
ren dut het Kellogg-pact hun niet dwingt tot
ontwapening. Want, zeggen dezulken, wij kun
nen niet ontwopenen zoolang er zonde is ondel
de mer.schheid. Maar daarbij vergeten zij drie
punten, n.l. dat het hier gaat om uitroeiing
van een bizonder soort van misdrijf, hot oor-
logs-misdrijf, dat iets anders is dan de burger
lijke doodslag; 2e dot cr binnen den kring van
den staat een rechtsordening is, welke rechten
en plichten omschrijft; 3c. dezelfden, die uit
roeiing van den oorlog onmogelijk verklaren,
weigeren zich te onderwerpen aan een rechts
ordening" tusschen de Stoten, als er bestaat
binnen den Staat. Zij verwerpen de verplichte
arbitrage. Onze leuze is, dat in een rechts
ordening tusschen de Staten geen plaats meer
is voor nationale strijdmachten. Hier is uitslui
tend ruimte voor de inter nationale georga
niseerde strijdmacht. Onze taak in deze is der.
volksgeest voor dit doel tc leiden.
Komende tot de behandeling van het kolo
niale vraagstuk betoogde do leider der vrijzin
nig-democraten, dat als straks een regeerings-
proerram zal moeten worden opgemaakt, daar
op de koloniale politiek een plaats moeten vin
den. Het onlangs door den heer Colijn geschre
ven boek „Koloniale Vraagstukken van heden
en morgen" is ten deze van bizondcr gewicht.
Met dit boek is aangetoond aan welke ziide in
den strijd tusschen dc beide telkens daarin non
gewezen stroomingen de leider staat van de
A.-R. Partij. Het boek gaat in tegen de over
tuiging van de overgroote meerderheid van het
volk.
Na de behandeling van deze zeven punten
concludeeit spreker, dat de tegenstanders tel
kens tegen den volksgeest ingaan. Zij aanvaar
den die niet als een vost gegeven, waarnaar
zij hun beleid hebben te richten. Wat wij op
dit oogenblik noodig hebben is een krachtig
regeer beleid, dat ons beschermen zal tegen 't
werken van dezulken. Het was slechts spreker's
bedoeling de beweging en tegenbeweging in
groote lijnen aan te geven. Wat hierin opvalt
is, dot van deze beide bewegingen het christe
lijk beginsel van dc rechterzijde dc grondslag
niet kan zijn. Indien het grondslag is van een
van beide, dan is het die van onze richting.
Ons beginsel houdt do gedachte levendig, ni
dus besloot de. heer Marchant, dat aan wie het
beter heeft in dc wereld dan andere, de plicht
is opgelegd om te werken ten einde het aan
die andere zoo goed te geven als hij het zelf
•heeft. Van deze gedachte het staatsleven tc
doordringen is onze taak*
Na deze redevoering, welke met groote aan
dacht werd aangehoord, herhaaldelijk door
applaus onderbroken en met luide instemming
begroet werd, werd de behandeling der prac-
adviezen inzake het strafstelsel aan de orde
gesteld. Na uitvoerige toelichting van Mr.
Gompcrts werd door de vergadering het prae-
odvies van de afd. Amsterdam overgenomen,
luidende
De V.DJ3. is van oordeel, dat, terwijl aan
de openlucht-gevangenissen een ruime plaats
in ons strafstelsel moet worden toegekend, het,
mede in verband met de persoonlijke belan
gen van den gestrafte zelf, niet wénschelijk is
volkomen te breken met de celstraf. Bij de
keuze van de soort van de straf en bij de
toepassing van alle soort straffen, worde met
de individualiteit van den gestrafte rekening
gehouden.
De uitvoering van de celstraf, evenals die
van alle andere straffen, behoort op humane
wijze tc geschieden en naar zedelijke verbe
tering van den gestrafte en zijn aanpassing
aan het maatschappelijk leven, nadat zijn
straftijd is verstreken, dient methodisch te
worden gestreefd.
Mevr. Bak kierNort huldigde aan de
prae-adviezen cn bracht nog enkele w^nschen
inzake de uitvoering der straffen naar
voren.
Op voorstel van het H.B. deed de verga*
dering ten slotte de volgende uitspraak
De Vrijzinnig-Democratische Bond is van
oordeel, dat het, mede in verband met de per
soonlijke belangen van den gestrafte zelf,
niet wenschelijk is volkomen te breken met
de celstraf, maar dat de uitvoering van die
straf op humaner wijze dient te geschieden
en in meerdere mate gericht moet zijn op de
zedelijke verbetering van den misdadiger erv
zijn aanpassing aan het maatschappelijk le*
ven, nadat zijn straftijd is verstreken.
Hierna werd gepauzeerd.
Ouderdomsverzorging*
Daarna was het woord aan Mr. P. J. Oud,
secretaris van den VD.B., die een inleiding
hield over „Ouderdomsverzorging".
Onze partij heeft den socialistischen eiscW
van staatspensioen olleen voor loonarbeiders
niet willen aanvaarden. Lange jaren heeft zij
de oplossing gezocht in den vorm der ver
plichte arbeiders-verzekering. Historisch is die
houding volkomen verklaarbaar. Zij is echter
niet in overeenstemming met dc grondge
dachte van het vrijzinnig democratische be*
ginsel, dat de scherpe scheiding tusschen do
klossen verwerpt en sociale maatregelen wil
treffen, wanneer die noodig zijn, onverschillig
of het betreft de belangen van personen uit de
arbeidersklasse of van anderen. Dit verklaart
den aanhang, die de beweging voor het staats
pensioen in onze rijen vond, toen het partij
program zich nog stelde op het standpunt der
verplichte arbeiders-verzekering. Naar mate
de positie van den loonarbeider beter werd,
moest deze beweging groeien. Haar grootste
sympathie' ontleent dc beweging aan het be
ginsel van de algemeenheid van haar eisch
zij wil helpen overal, waar ouden van dagen
gebrek lijden. De strijd om het staatspensioen
in onzen Bond is er dan ook vooral een om
dc algemeenheid der voorziening.
Het beginsel van dc noodzakelijkheid cener
algemeene voorziening geldt niet slechts voor
de ouderdomsverzorging". Het rapport-Werker
van 1925 spreekt dit uitdrukkelijk uit. „Uit
de totaal-opbrengst der maatschappij produc
tie moet aon hem, die niet meer in staat is,
in zijn onderhoud te voorzien een redelijk be
staan worden verschaft." Dit is het beginsel.
Het is een vraag van practische politiek in.'
welk tempo dit beginsel kon worden uitge
voerd. Het is een vraag van doelmatigheid,
in hoeverre die uitvoering moest geschieden-
langs den weg van verzekering of langs on
deren weg.
Voor de ouderdomsvoorziening is de weg
der verzekering niet begaanbaar. Dc ervaring
met de wetten-Talma en Aalberse heeft ge
leerd, dat langs dien weg niet worden gehol-
pen degenen, die de hulp het meest noodig
hebben
De vcrzekerings-politiok is op dit stuk tot
eon volkomen fiasco geworden.
Men stelt thans tegenover het stelsel van do
verzekering en het stelsel van het staatspen
sioen van don kant cler sociaal-democraten het
stelsel-Sonncs. Dit stelsel wil een compromis
t'isschen verzekering cn staatspensioen.
Het wil een drieledige voorziening, verplich
te verzekering voor de arbeiders, staatspensi
oen en vrijwillige verzekering met bijslag van
den staat.
Het stelsel-Sonncs is reactie, omdat hot dë
ongelijkheid tusschen loonarbeider cn nict-
looncbeider, die het staatspensioen wil ver
drijven, weder invoert. Het bevoordeelt met
zijn staatsbijdragc voor de invaliditeitswet de
arbeiders, met zijn staatsbijdragc voor de V.
O. V. hen, die in staat Zijn de premie van do
V. O. V te betalen. De minst gesitueerden, die
dezen premie niet betalen kunnen, laat het
stelsel in den steek.
Invoering van het stclsèl-Sannes zal ettelijke
nieuwe milliocnen vorderen, doordot het do
verzekcringsfondscn in stand wil h°uden cn dc
stnatsbijdrnge aan die fondsen wil bestendigen;
Het stelsel der fondsvorming wordt door ons
verworpen. Wij achten het bij de aansprake
lijkheid van den tsaat voor alle uitkeeringen
ongerijmd. De voorstanders van het stelsel be
roepen zich erop, dat de besparing in de fond
sen kapitaal vormt cn dat dit een solide finan-
cieele politiek is. Ongetwijfeld is kapitaalvor
ming uitnemend, doch cr moet een redelijke
verhouding zijn tusschen het sparen en het
bevredigen van tegenwoordige behoeften. Dio
redelijke verhouding ontbreekt thans. Jaarlijks
gaan tientallen millioenen in dc fondsen cn
dertigduizend ouden van dogen blijven onver*
zorgd.
Wij, vrijzinnig-democraten, doen daaraan
niét mede. Voor ons is er geen enkele reden
om de fondsen te handhaven, vooral niet nit
zij aan een behoorlijke voorziening der tegen*
woordigc behoeften in den weg staan. Afschaf
fing der bijdrage aon dc fondsen stelt ons in
slaat met behulp van een bedrog van slechts
5 millioen meer een staatspensioen in te .voe
ren op de basis van drie en vijf gulden per
week overeenkomstig den bestaanden over
gangstoestand. Men zegge niet, dot dit be
drag te laag is. De invaliditeitswet zal slechts
in enkele gevallen meer geven, en het stelsel-
Sannes zal alleen aan de loonarbeiders meef
i geven cn dan nog slechts krachtens exti a-bij*