AM EDSFOORTSCH DAGDIAD Donderdag 15 November 1928 „DE EEMlANDEft" 27e Jaargang No. 117 BINNENLAND. TÜMPOUCE EN BREEK IJZER „Mededader" of „medeplichtige" M. PAUL VOUTE f Te Amsterdam overleden FEULLETON. Langs Glibberige Wegen UIT DE STAATSCOURANT Verleend de zilveren eercmcdaille der Oranje Nassauordc aan M. Broer, koster der Gerefor meerde Keik 's-Gravenhage-Oost (Noorderkerk) te 's-Gravenhage. Herbenoemd tot lid van den voogdijraad in Rotterdam I, D. M. I. DeteVmeycr, geboren Mcrsch. ROTTERDAMS TRAMPLANNEN. De Bond van Bedrijfsautohcuders heeft een adres gezonden aan den gemeenteraad van Rotterdam betreffende de nieuwe tramplannen In het belang van de vrijheid en veiligheid van het verkeer en van Rotterdam wordt vers zocht de bedragen, door B en W. bestemd voor verbetering van het materiaal van de- tram te besteden voor het aanschaffen van autobussen en het opruimen van de tramrails in de binnenstad, daar te verwachten is, dat in Rotterdam toch binnen weinige jaren het open baar vervoer van personen alleen mogelijk zal zijn met voertuigen, welke niet aan rails zijn gebonden. ALG. SyNOD. COMM. NED. HERV. KERK. I. De najaarsvergadering van de Algemeene Synodale Commissie is 13 November begon nen. De vergadering is samengesteld als volgt: dr. G. J. Wcyland, p. Veere, president; C. J. van Paassen, p. Haarlem, vice-president; D. den Brcems, em. pred. 's-Gravenhage, ccre- taris; J. Barbas, p. Hengelo; J. D. J. Idenburg, o.o. te Heemstede; A. M. Bloem, p. Chaam; mr. H. E. Cost Budde, o.o. te Scheveningen; G. van Dijk, p. Anjuw en J. W. Bolt o.o. te Groningen. De secretaris brengt verslag uit over de verrichtingen der Synodale commissie na de sluiting van de zittingen der Synode. De quaestor-generaal is gemachtigd verschillen de uitbetalingen te doen. Er heeft een samen- spreking plaats gehad tusschen het Modcra- men van de synode en het bestuur van het Zuiderzeefonds, naar aanleiding- van de dooi de Synode aangenomen motie te Winkel. Aan ds. H. G. van der Hoek te Longerak bczuider de Lek, is dispensatie verleend van art. 52 van het Reglement op de vacaturen. Door het fonds „Aanpakken" is weer 30.000 ter be schikking van de Synode gesteld. De D. E. Bocke, em. pred. te Heemstede, heeft de Duis burg" den H. Doop erf het H. Avondmaal be diend. Tot correspondenten tot het onderzoek van alle aanvragen om subsidie worden benoemd voor Gelderland: Mr. H. E. Cost Budde voor Zuid-Holland: G. van Dijk; voor N.-Holland: Dr. G. J. Weijland; voor Zeeland: J. W. Bolt; voor Utrecht: C. J. van Paassen; voor Fries land: J. Barbas; voor Overijsel: C. J. van Paassen; voor Groningen: A. M. Bloem; voor N.-Brabant met Limburg: J. D. J. Idenburg; voor Drente: A. M. Bloem; voor persoonlijke toelagen de heer J. Barbas; voor het siudie- fonds mr. H. E. Cost Budde; voor het fonds tot verbetering van de schraalste predikants- traktementcn de heeren Idenburg en de secre taris. De collectebricf voor het fonds-noodlijdon- de kerken en personen zal door ds. Barbas opgesteld worden. Dc heeren Bloem, Cost Budde en dc secre taris zullen trachten aan het verzoek der Sy node tot indiening van nieuwe voorstellen in zake het Reglement op het fonds tot ver betering" der schraalste predikantstraktcmenten Ie voldoen. De Synode heeft opdracht gegeven tot na dere overweging van het voorstel der heeren mr. J. A. Stoop c.s. tot wijziging van art. 2 van het Reglement. Een commissie bestaande ttft de heeren Bloem, Bolt, Cost Budde en van Paassen, zal deze zaak voorbereiden. Omtrent een verzoek om rehabilitatie van een predikant wordt besloten in April a.s. ad vies in te winnen bij dc betrokken keikelijke besturen. Besloten wordt bet advies in te winnen van <Vn quaestor-generaal of, en zoo ja, hoe het mogelijk zal zijn aan een paar verzoeken om •ubsidio, te voldoen. Hbld Een op hceterdaad betrapte inbreker voor het Amsterdamsche Hof Men meldt ons uit Amsterdam: Het was in den avond van 10 Mei 1.1. dat dc rechercheurs H. W. en K. B. „groot wild" op het spoor waren. Zonder zelf gezien te kunnen worden sloegen zij n.l. twee personen gade, die hun speciale aandacht concen treerden op perceel Keizersgracht 400, waai toen gevestigd was het kantoor van den koopman S. van B. Des te meer waren de po- litiespeurders op hun hoede, wijl zij deze ver dachte lieden, in wie zij de oude bekenden der politic J. G. en S. K. herkend had den, ook reeds den vorigen avond op deze voor hen blijkbaar aantrekkelijke plek hadden aangetroffen. Op een gegeven moment zagen zij dat G. en K. voor de deur van het perceel bleven staan. Na tegen dc deur geduwd te hebben, zagen zij, dat K. een voorwerp, dat alleszins op een breekijzer leek, tevoorschijn haalde en het werktuig tusschen dc sponning van het kozijn cn de straatdeur wrong, om de ze laatste het volgend oogenblik volgens de regelen van het vak zonder veel gerucht open te breken. Daarna wandelden de beide heeren rustig" weg, doch keerden na enkele minuten terug. G. reikte K. toen een damesparaplu, model tompoucc, toe prachtig voorwerp om een breekijzer in te verbergen! en verdween vervolgens in het gebouw. K. bleef, nu en dan naar alle kanten spiedend, op de gracht heen en weer loopen. Te kwart over negen kwam G. naar buiten, K. voegde zich bij hem en beiden wandelden op hun gemak weg. 't Was echter een wandeling van korten duur, want de rechercheurs, die het oogenblik van ingrij pen gekomen achtten, sprongen eensklaps te voorschijn en arresteerden het zeer verblufte tweetal. Een onderzoek in het bewuste kan toor wees uit, dat daar een loketraampje en een lessenaar opengebroken waren; voorts was er aan de brandkast gemorreld, die ech ter dank zij hoer degelijke constructie den aanslag op haar inhoud had weerstaan. Merk waardig genoeg bleek G., die onder het gilde der inbrekers voor zeer bekwaam doorgaat, zich niets te hebben toegeëigendl Ter zake van poging tot diefstal met braak, tezamen en in vereeniging gepleegd, hebber» K. en G. zich destijds voor de Vacantieka- mer der Rechtbank te Amsterdam te verant woorden gehad. De Rechtbank heeft toen het ten laste gelegde wettig en overtuigend be wezen verklaard en ieder der beide verdachten ééiv jaar en vijf maanden gevangenisstraf op gelegd. G. berustte in zijn-straf; K. „nam het niet" en teekende hooger beroep aan. Dinsdag middag verscheen hij voor het Amsterdamsche Gerechtshof. „Ik heb de deur niet aangeraakt, ik stond alleen op den uitkijk," was zijn bescheid op de vragen van president mr. Jolles. Pres.: „Moor dat breekijzer in de paraplu?" Verd. (kwaad): „Wat paraplu, ik had dat ijzer in m'n jaszak!" Pres. (hot zware, op een koevoet lijkende stuk van overtuiging" opnemend): „Maar dan zou je zak uitscheurenl Kom eens naar voren, K. cn stopt het eens in je jas!" Waarop K. demonstratief de verdacht en- bank verliet en het lange stuk ijzer keurig in zijn binnenzak verdwijnen deed, zijn jasje toe- knoopte en den president met een gezicht van „Zie je wel dat het best gaat?" zegevierend aankeek. Pres.: „Tja, ik zie het. Maar hoor nou eens K., ging G. inbreken, terwijl jij het breekijzer bewaarde?" Verd.; „Natuurlijk niet, G. heeft de deui er van tevoren mee opengebroken." Pres. (in een groot voor hem op tafel lig gend pak rommelend) „Bij G. is anders ook een breekijzer gevonden, maar dot's maar een kleintje." Eens kijken wat er nog moer inzit O ja, de gewone dingen, handschoenen, sleu tels ik mis nog een zaklantaarn, maar die komt misschien ook nog wel voor den dagl" Do rechercheurs, die als getuigen werden gehoord, verklaarden pertinent dat zij K. do deur haddon zien openbreken. Verd „Absoluut niet waar, als 't zoo was, zou ik het heusch wel zeggen!" Pres.: „Je bent anders al meermalen veroor deeld, K., in 1908 en in 1919, wegens diefstal in vereeniging tot drie jarenl" De procureur-generaal, mr. A. baron van Harinxmo thoe Slooten, was van oordeel dat verd. terecht als mededader is veroordeeld. De rechercheurs hebben duidelijk gezien dat hij hei breekijzer tusschen de sponning cn dc deur heeft geduwd. Spr. eischte bevesfiging in zijn geheel van het vonnis der Rechtbank. De verdediger, mr dr. M. Visser, betoogde dat allerminst vaststaat dat K. de deur ge forceerd heeft; hij kan alleen medeplichtig geweest zijn. De daadwerkelijke handelingen moeten van G. als volleerd inbreker zijn uitge gaan. PI. wees cr voorts op, dat verd. uit een goed milieu komt en zich gedurende elf jaren, van 1908—1919, behoorlijk gedragen heeft. Een lichtere straf, als door dc Rechtbank op gelegd, achtte pl. alleszins op haar plaats. Uitspraak - over 14 dagen. In leven voorzitter van dc ver eeniging Rembrandt In den afgeloopen nacht overleed, zeer plot seling, de heer M. P. Voüte, bij leven voor zitter van de vereeniging „Rembrandt", te Amsterdam Een zwaar verlies be- teekent dit zoo onveT- aanwinsten zoo de M. P. Voute meesterwerken uit de collectie Steengracht, uit de Oldenburg-collec- tie, en "zeer velé andere niet minder belangrijke kunstschatten, waaronder laatstelijk nog het meesterwerk van Mctsu uit de collectie-Huld- sch'isky zijn aan zijn stuwkracht te danken, aldus het Hbld. Zijn grootc bescheidenheid maakte dot aan het groote publiek zijn persoonlijk aandeel in het werk ider v-erecnigfing wellicht ont ging doch wanneer in vele museo onder dc schilderstukken „dc naam van dc vereeniging „Rembrundt" voorkomt, dan is dit zeker niet het in de laatste plaats te wijten aan hem, >in wicn deze vereeniging, na zestien jaar door hem op zoo eminente wijze te zijn geleid, een zeer moeilijk te vervangen kracht verliest. In de kunstwereld nam de overledene een buitengewone plaats in, zoools door de lends- regeering ook erkend werd, weflke hem in zijn kwaliteit van voorzitter der vereeniging „Rembrandt" benoemde eerst tot Ridder in den Ncdrrlandschen Leeuw, vervolgens tot Commcndeur in dc orde van O ran je-Nassau. Bovendien was de heer Voute officier in dc orde van het Legioen van Eer. De heer Voüte was 6 Juli 1865 te Soera- baja geboren. Hij was dc oprichter der be kende koffiefirma Mirandollc, Voüte en Co. Behalve op het gebied d&r kunst, heeft de heer Voüte zich bijzonder verdienstelijk ge maakt voor de Fransche kinderen uit het be zette gebied, die gedurende den oorlog hier te lande verpleegd zijndie orme kinderen hadden zijn gehccle hart, cn veel heeft hij gedaan om hen te helpen. De heer Voüte heeft zich ook in het zaken leven van Amsterdam op verschillend terrein bewogen zoo is hij commissaris geweest van de S. M. „Nederland", van de Amsterdam sche Bank, de Ned.-Indische Handelsbank cn dc Ned. Lloyd. De ter aarde bestelling is bepaald op a.s. Zoterdag op de begraafplaats Westerveld na acnkomst van trein 11.46. BAKKERSBEDRIJF. Opzegging coll. overeenkomst. Van werknemerszijde wordt ons gemeld Her hoofdbestuur van den Algcmeenon Nc- derlandschcn Bond van Arbcid(st)ers in het Bakkers-, Chocolade- en Suikerbewerkir.gbe- drijf heeft besloten, de collectieve overeen komst voor de steden Amsterdam. Rotterdam, Den Haag en Utrecht op tc zeggen om daar door gelegenheid tc krijgen, voorstellen tot wijziging te doen. Overeenkomstig de besluiten van het Am- hcmsch Congres, dat in Augustus d.j, plaats vond, zullen de voorstellen zich niet bepalen tot enkele kleine dingen, doch uitgaan van de gedachte, dat positieve veranderingen nood zakelijk zijn om het bakkersbedrijf te door dringen van goede bedrijfsregelen dat het verongelukte kindertoeslag-systeem kome tc vervallen, dat de loonen verandering dienen te ondergaan en voor de groote massa der bezorgers moeten worden verhoogd, dat loon- boekjes worden ingevoerd en een arbeidsre serve worde ingesteld Ten aanzien van een publiekrechterlijke be drijfsorganisatie met evenredige vertegen woordiging' en verplicht lidmaatschop zijn plannen ontworpen, op welker verwezenlijking prijs wordt gesteld. In dc te dezen aanzien geformuleerde ar tikelen wordt mede voorop gesteld, dat zoo spoedig mogelijk voorstellen aan contractee- rende partijen worden gedaan ten aanzien van de pensionneering van oude arbeiders. Vrijdag 23 November a.s. zal het eerste overleg tusschen vertegenwoordigers van de werkgevers- en arbeidersorganisaties plaats hebben. CHAUFFEURSSTAKING TE AMSTERDAM OPGEHEVEN. Einde van een langdurig conflict. Sinds 23 Juli jl. duurde de staking van chauffeurs, in dienst bij den Bond van Werk gevers in het Taxi-bedrijf (B. W. T.) tc Amster dam. Het bedrijf werd evenwel voortgezet, daar de patroons zelf achter het stuurrad gin gen zitten en er gaandeweg vijftig werkwilligen aan den arbeid gegaan waren. Het aantal sta kers bedroeg 104. Zeer einstige ongeregeld heden aldus de T e i. deden zich tijdens het langdurige conflict niet voor. Af en toe was er wel eens een oploopje op den Dam en elders in de stad. Ui; voorzorg werden som mige werkwilligen op hun ritten enkele malen door een rechercheur vergezeld. Thans is de staking geëindigd. De chauffeurs hebben, na overleg met dc werkgevers. Maandagmiddag tct opheffing besloten. Het werk zal, naar wij van weikgeverszijde vernemen, op de oude arbeids voorwaarden worden hervat. De loonregeling is ongeveer dezelfde 8ls bij de Amst. Rijtuig Mij. (Atax). De werkwilligen zullen in dienst blijven en alleen, dan vervangen worden door oud-stakers, wanneer zij wegens onvoldoende geschiktheid of andere rédenen ontslagen moe ien worden. Van de 104 stakers waren er ongeveer tien in een andere betrekking over gegaan. WOES TIJGER WEG-MISèRE. Aon den WelEd. Heer G. J. Peper. 'k Las uw ingezonden schrijven In ons „Dagblad" en meteen. Schreef ik het gevraagde kaartj,e 'k Zond het naar uw woning heen. Na een uurtje kwam de brenger Met zijn boodschap weer retour. Uw adres was onbereikbaar. Wat mij verder wedervoer 'k Toog naar 't postkantoor, m'n waarde Bood cr ter verzending aan 't Zelfde kaartje fk heb een uurtje Er voor in de rij gestaan.) Doch ook daar werd het een „sof", want Men vertelde mij beleefd. Dat dc post slechts haar bestellers Voor normalen arbeid geeft. En het kaartje te bezorgen Aan uw woning zou niet gaan. Zooiets noemt een ras-post-vakman, Zonder meer een „hondenbaan". 'k Zat met d' handel in m'n haren, ('kBen m'n haren lang reeds kwijt.) En ik dacht hoe kom ik nu toch. Dat zoo noodig kaartje kwijt Er kwam uitkomst en ik zend dus U het nu door 't „Dagblad" toe. Dan zal het u wel bereiken. Hierbij 't kaartje van GROEGROE. 'k Wensch u spoedige verlossing Uit uw vrees'lijk „binnenland" 'n Plaag voor al uw lotgenooton En voor onze stad een schand'. Als u doorvecht tot het einde. En het loopt een beetje mee. Dempt men den Wocstijger-polder Evenals dc Zuiderzee. GROEGROE. (Alle rechten voorbehouden.) DE DERDE CONFERENTIE OOK MISLUKT. De derde conferentie, die de Rijksbemidde-- laar, de heer H. A. van IJsselsteyn, op het departement van Arbeid te 's-Gravenhage, in zake het conflict in de Goudsche aardewerk- industrie met de werkgevers- en werknemers organisaties heeft gehouden, leverde opnieuw geen enkel resultaat op. De arbeiders bleven op hun standpunt van minimumloon staan. De patroons wenschten daarentegen niet verder te gaan dan de verzekering van eén minimum loon voor volwassenen, onder voorbehoud, dat er uitzonderingen zouden mogen blijven tot ten hoogste 25 pet. van de groep. Ook langs anderen weg bleek het niet mo gelijk tot overeenstemming te komen. Na de vruchtelooze besprekingen gaf de Rijksbcmiddelaar als zijn meening te kennen, dat het nu nog wel langen tijd zal duren, eer de oplossing van dit conflict verwacht kan worden. Hij deelde mede, dot bemiddeling zij nerzijds voorloopig niet meer in uitzicht kan worden gesteld. (Tel.). AANGEREDEN DOOR EEN VRACHTAUTO Gistermorgen omstreeks 7 uur is de onge veer 50-jarige scheepsbouwer J. Boerman, die per rijwiel den Kennemerstraatweg opreed, aangereden door een vrachtauto, bcsluind door den slager Renes uit Heiloo. Met een ern- stigen schedelbreuk, beenfractuur en vermoe delijk inwendige kneuzingen is hij naar voor loopig te zijn verbonden, in zorgelijker» toe stand naar het St. Elisabeth's gasthuis overge bracht. De 17-jarige slagersknecht, die in de cabine zat van den vrachtauto, sloeg door den schok door de vooiruit en kwam zoo ongelukkig te recht, dat hij met zeer ernstige verwondingen eveneens naar het ziekenhuis moest worden vervoerd. De auto is in beslag genomen. De politie stelt een onderzoek in. Als het hart tc hoogen toon aansluit zwijgt het verstand. Door R. L. de W. 10 „Maar ik ga niet naar Folkestone". In den toon van Borcsford's stem lag iets van een eigenzinnig kind. „Dat heb ik begrepen", zeide Tallis. „Het is waar ook, in Juli ga ik naar stad en dan kom ik je opzoeken." „Ik hoop, dat je het doet", antwoordde 3*- resford. ,,'t Zal me genoegen doen je weer te zien. Je bent zoo'n eigenaardig soort van wreedaard; toch kan ik me maar niet begrij pen waarom je mij met alle geweld weer terug wildet hebben in de wereld, die ik den rug had toegekeerd. Je bent al even erg ais Tommy uit de koloniën, die zijn eigen leven waagë- en bijna verloor, alleen opdat ik genoodzaakt zou zijn verder te leven in dit aardsche tra nendal. HOOFDSTUK IV. Dc roep van het meisje. „Dus morgen", merkte Beresford op, uchtsi - over liggend in oen ruststoel, die achter -iet hotel op een grasveld stond, „begint weer he' leven in de wereld." Tallis. die na afloop even a'angeloopen was om samen wat te rooken, gaf niet daaelijk o»v- woord, maar zat nadenkend aan zijn pijp trekken. „Geen op- of aanmerking?" vroeg glimla chend Beresford. „Dat hangt er vanaf, hoe je plannen zijn", was het antwoord. „Gemakkelijk? Wel verduiveld, wat bedoel je?" „Ik weet nu, waar ik de ambulance heen moet sturen." „O necl langzaam, laten we zeggen een mijl of tien per dag." „Dat is heel gemakkelijk", merkte Tnllis kalm op. Beresford antwoordde niet dadelijk en begon toen te lachen. „Jc bent dc raarste kerel, dien ik ooit ont moet heb", zeide hij. „Denk je soms, dot ik niet in staat ben tien mijlen te loopen?" „Je zakt in eiknor voor je aan de derde mill bent", gaf Tallis ten antwoord, alsof hij iets doodgewoons vertelde. „Watl" riep Beresford, van verbazing ove - eind komende. „Ben ik er zoo erg aan toe?" „Je bent alleen nog zwak en moet aanste ken", was het antwoord. Een tijdje rookten ze beiden in stilte. „Door den oorlog is je leven, geloof ik, min der waard geworden", zeide Beresford, mee> zijn gedachten dan het gesprek volgend. Tallis keek eens naar hem, maar zeide niets „Aon het front heb ik meermalen opgemerkt", "ing Beresford verder, „dat iemand, die er voo; het eerst kwam, heel anders was dan degenen, die er al een paar jaar waren." „Hoe zoo?" „Er zat in hen meer leven. Ze waren belang stellend, nieuwsgierig. Ze deden allerlei vra gen, die ons oudgedienden onnoozel geleken Tallis knikte zijn instemming. „Langzamerhand kreeg dan ook hen het fata lisme te pakken, niemand ontkwam er aan. Het was heel vreemd", zeide hij, half in zichzelf „Maar wat bedoel je met minder waarde ven het leven?" „Dat is moeilijk uit te leggen", zeide Be resford langzaam. „Be heb het gevoel, waarom weet ik niet, dat het oude denkbeeld van on schendbaarheid van een menschelijk leven voorgoed weg is, althans wat mij betreft." Weei hield hij op en rookte een oogenblik zwijgend door; toen hervatte hij prikkelbaar„Neem nu eens een overdreven geval, als vóór den oorlog iemand „Het meisje met de oogen van je gestolcN had, laten we zeggen", stelde Tallis ernstig voor. „Ja, dat is goed", hij lachte. „Vroeger had ik hem een pok slaag gegeven, nu zou ik hem vermoorden. Waarom?" „Meer psychologisch een ander begrip om trent je ideeën misdaad cn straf betreffende", vond Tallis. „Neen, dot is het niet", zeide Beresford na denkend. „Het zit dieper. Vóór den oorlog was iemand te dooden een ondenkbare misdaad, nu is het weinig meer dan een flink pak slaag ge ven. Met andere woorden, dit geslacht heeft het begrip van het heiligzijn van een menschenie- ven tot een hersenschim gemaakt." „Ja, dat zal het zijn", beaamde Tallis aarze lend. „Maar „Dat brengt mijn poespas nog niet in orde, wil je zeggen?" viel Beresford in de rede. „Jou poespas komt vanzelf wel in orde, mijn waarde", antwoordde Tallis glimlachend, „a!- thans indien je eenigszins voor rede vatbaar bent", voegde hij er aan toe. „Daar was ik nu juist aan toe. Het schijnt dat ik den wil om te leven verloren heb. 't Is raar", ging Beresford nadenkend door, „maar bij het minste of geringste, döt me hindert of me zenuwachtig maakt, ga ik onwillekeurig terug naar „Een hari-kiri gedachte vroeg Tallis „Juist knikte hij. „Er een eind aan maken Maar waaraan heb ik dat nu te danken „•Aan je lever." „Ocfh, nonsens I Als de lever er de oorzaak van was, zou ik het toch voor den oorlog ook gehad hebben „De lever en de zenuwen maken ons allen tot lafaards", zeide Tallis bondig. „Maar hoe ook, haast je maar niet tc veel, om hier weg te komen." „Goed, ik zal het uitstellen tot Maandag. Laat eens kijken, dat is dan 9 Juni." Tallis knikte zijn instemming. „Jij en de hotelhoudster en de verpleegslei en weet ik wie nog meer hebben een zware verantwoording op je geladen", ging Beres ford verder. „Je hebt me teruggesleept, toen ik aan de ijdelheid van deze wereld den rug had toegekeerd en ik ben er niet zeker van of je niet zeer onoordeelkundig gehandeld hebt maar dat is jou zaak en de mijne niet." „En het meisje dan?" informeerde Tallis. „Eigenlijk", ging Beresford door, zonder notitie van de vraag te nemen, „moest ik boos op je zijn, als iemand, die gedwongen wordt een maaltijd te bestellen waar hij geen trek in heeft en dan gezegd wordt dien te betalen. Je hebt me letterlijk bij mijn haren teruggesleept in de wereld maar, zoools ik al zeide, dat is jou zaak en niet de mijne." „Nu", zeide Tallis, terwijl hij opstond en zijn pijp in zijn zak stak, „er is altijd aardig veel modder in het leven geweest, maar de laatste jaren is 't er niet beter op gewoiden. Ik ben er niet zeker van of wij dokters niet meer kwaad doen met menschen het leven te red den, dan „Met ze te dooden", vroeg Beresford. „Ze te loten sterven, zooals ze verdienen", besloot Tallis rustig „Tot zoover", en hij liep over het grasveld naar „de Twee Draken", en liet zijn patiënt alleen met zijn gedachten Beresford verlangde even vurig naar den dag van zijn bevrijding als een schooljongen naar de zomervacantie. De laatste paar weken hadden hem weer geheel tot andere gedach ten gebracht. Het open veld scheen geen aan trekking meer voor hem te hebben. Tot hiertoe was het 't 'eenige geweest, dat voor hem be stond nu verscheen bij al zijn plannen en ontwerpen steeds het meisje en beheerschte al les. Wat hij ook deed, hij vermocht geen toe komstplan op te werpen, waarbij zij uitgeslo ten was Eenige weken vroeger was zijn eenige levensgedachte geweest weg te komen uit Lon den, wat hem op ziin zenuwen werkte. Hij kon niet meer adem halen in die zware, rookerige atmospheer, had hij zich zelf verteld en hij had verlangd naar de rust van het buitenle ven, waar hij zou kunnen denken en geestelijk weer in evenwicht komen Nu was alles ver anderd. Waarom? De wereld scheen aan el kaar te hangen van „waaroms". Herstel van gezondheid zou voor hem niet het gaan naar bet een of andere rustige plek je beteekenen. waar hij weer geheel de oudé zou worden. Het zou een besliste, drukke veld tocht zijn ter opsporing van dat meisjetoch ^ad hij haar slechts tweemaal gezien He: was alles zóó vreemd, zóó verbijsterend Meer dan eens had hij zich afgevraagd, wat zij 'wel van hem had gedacht, toen hij geen gevolg had ge geven aar. hun afspraak om samen te ontbijten. Misschien was ze in de veronderstelling ge weest, dat hij het vergeten of zich verslapen had Hij had uitgevonden, dat hef bij elf ge weest was op dien ongelukkigen tweeden Me?, voor het kamermeisje zijn toestand ontdekt had. (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1928 | | pagina 5