AMEHSFOOKTSCH DAGBIAB
Zilveren Bonbon- en Broodmanden.
WILLEM GROENHUIZEN
AVONDJAPONNEN,
Zijden Japonnen vanaf f 27.75.
Stof Japonnen f 22.50.
Donderdag 22 November 1328
..DE EEMlANDEft",
27e Jaargang No. 123
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
UIT DE STAATSCOURANT
éN.V. COMPAGNIE LYONNAISE
prima crêpe satin f 32.50.
DE MUIDER-TOL
DEURWAARDER VOOR
HET HOF
Een cliënt opgelicht
FEULLETON.
Langs Glibberige Wegen
Voornaamste Kon. besluiten enz.
uit de Staatscourant van heden
avond.
In rang en ouderdom zijn overgeplaatst:
a. Bij het Wapen der Infanterie Kolonel
P. Donk, van den Generalen Staf, toegevoegd
aan den Chef der Generalen Staf.
b. Bij den Generalen Staf Majoor W. F. Sil-
Ievis van het 3e Regiment veldartillerie.
Benoemd a. bij het Wapen der Infanterie, tot
Commandant van de 1ste Infanteriebrigade
Brigade Grenadiers en Jagers) Kolonel Jhr. E.
W. van Hol the, Commandant van de Ilde Infan
teriebrigade, zulks onder eervolle ontheffing van
zijn tegenwoordig commando; tot Commandant
Ilde Infanteriebrigade Kolonel P. Donk voor
noemd.
b. Bij het Wapen der Artillerie tot kapitein
bij hun tegenwoordig korps, Eerste-Luitenants
W. F. Meyer en R. N. de Ruyter van Steve-
ninck, respectievelijk van het 1ste Regiment on
bereden artillerie en van het 2de Regiment veld
artillerie.
Bij K. B. zijn benoemd.
a. bij den plaatselijken staf met ingang van
6 December 192S tot kapitein, plaatselijk adju
dant de eerste-luitenant-plaatselijk-adjudant P.
H. Cales van dien staf;
b. bij het wapen der infanterie met ingang
van 19 November 192S tot kapitein de eerste-
luitenant E. A. W. Houbolt van het wapen, ge
detacheerd bij het leger in Ned. Indië;
c. bij het reserve-personeel der landmacht:
a. bij het dienstvak der intendance, met in
gang van 1 December 1928, tot reserve-kapitein
voor speciale diensten de reserve-eerste-luite
nant voor speciale diensten P. M. J. Hclmer van
het dienstvak.
b. bij het wapen der infanterie I tot reserve
kapitein de hieronder genoemde reserve-cerste-
luitenants:
lo. met ingang van 1 December 1928 bij
het 17e regiment H. C. M. Stokkermans van dat
korps; bij het 20e regiment G. H. Mulder van
dat korps, bij het 12e regiment J. Frima van
dat korps; bij het 15e regiment mr. G. E. Mathon
van het reg. Jagers; bij het 18e reg. E. C. F.
ten Haaf van het reg. Grenadiers; bij het 12e
reg. A. A. Wolhoff van dat korps; bij het 10e
reg. J. J. Hens van het reg. Grenadiers; bij de
schoolcompagnie van den motordienst N. J. v.
Veen van die compagnie; bij het 15e reg. J. G.
v. d. Corput van dat korps; bij het Ge reg. C. L.
M. Inges Housz van dat korps; bij het 16e reg.
J. C. v. d. Bosch van dat korps; bij het 11c reg.
H. J. Tromp van dat korps; bij het 19e reg. E.
J. Nieuwenhuis van dat korps; bij het 14e reg.
W. Anker van dat korps; bij het 9e reg. D. J.
T. M. Spronck van dat korps; bij het 21 c reg.
H. P. Verbeek van het reg. Jagers; bij het 18c
reg. C. H. P. Bosma van dat korps; bij het 7c
reg. J. Penters van dat korps; bij het 5e reg.
mr. C. J. dc Vrieze en P. G. A. de Gaaij, beider*
van het reg. Jagers; bij het 22e reg. H. Mulder,
van dat korps; bij het 9e reg. B. Smid van dat
korps; bij het 20e reg. H. W. Renkema van dat
korps; bij het 4de Regt. L. Leopold en J. Muttos
beiden van het Regt. Grenadiers; bij het 15de
Regt. C. Larrewijn van dat korps; bij de School
compagnie van den motordienst H. A. Schreu-
der van die compagnie; bij het Sste Regiment.
J. van Maanen van dat korps; bij de School
compagnie van den motordienst, J. Wisselink,
van die compagnie; bij het 14de Regt. W. C.
Dekker, van dar korps; bij het 21 ste Regt. W.
Dekker, van het Regt. Jagers, bij het IGc Regt.
A. P. Dekker van dat korps; bij het 20ste Regt.
S. Wynenga, van dat korps; bij het Regt. Wiel
rijders A. L. A. Baron van Pallandt van dat
korps; bij het 9de Regiment H. C. la Roi van
dat korps; bij het I9de Reg. L. Kleiboer, van dat
korps; bij het 8ste Regt. G. Jansen van dat
korps; bij het 19de Regt. J. Kruitbosch van dat
korjis; bij het 2de Regt. J. G. H. Westrum van
dat korps; bij het 19de Regt. G. J. Doornink van
dat korps; bij het 7de Regt. G. C. Bos van dat
korps; bij het 12e Regt. I. de Vries van dat
korps.
bij het 20ste Regt. J. Denijs van dat korps;
bij het 2de Regt. G. J. H. Pelt, van dat korps;
bij het Sste Regt. J. A. Klaren, van dat korps;
bij het Ilde Regt. T. van den Nieuwenhuizcn,
van het Regt. Jagers; bij het 4de Regt. L. B.
Grupstra, van dat korps; bij het 10de Regt. A.
de Kloot, van dat korps; bij het 12de Regt. J. J.
C. Boon, van dat korps; bij het 1ste Regt. J.
W. R. C. van Cammingha, van liet Regt. Jagers;
bij het lSde Regt. F. Nuijs, van dat korps; bij
het 14de Regt. J. Geense, van dat korps; bij de
Schoolcompagnie van, den motordienst Mr. C.
L. M. J. Vogels, van die compagnie; bij het
18de Regt. L. Beek, van dat korps; bij het 1ste
Regt. C. M. F. van Rossum, van het Regt. Gre
nadiers; bij het 7de Regiment P. J. W. van
Malssen, van dat korps; bij het 3de Regt. A. P.
J. Koopmans, van dat korps;
2e. met ingang van 8 December 1928, bij
het 3de Regt. J. A. J. Jansen en P. van Rees.
beiden van dat korps;
3o. met ingang van 12 December 1928, bi)
liet 19de Regiment H. J. Wessels, van dat korps;
II. Met ingang van 16 November 1928, tot Re
serve-Kapitein voor speciale dienste bij liet Vrij
willig Landstormkorps, luclitvrachtdienst, de re
serve Eerste Luitenant voor speciale diensten H.
T. M. de Graaf, van dat korps;
c. bij- het wapen der artillerie, met in
gang van 1 December 1928,
le. tot reserve-kapitein bij hun tegenwoordig
korps de reserve-eerste-luitenant M. Welle van
het 5e reg. veldartillerie, T. J. Ouborg, van het
le reg. onbereden artillerie, dr. A. L. W. de Gee.
van het 5e reg. veldartillerie, R. K. Kloppers
van het 7e reg. veldartillerie, J. H. van Rhoon,
van het 5e reg. veldartillerie, W. van Rijswijk,
van het 4e reg. veldartillerie, M. L. Warrcnbergli
van het korps luchtdoel-artillerie, J. A. L. Dijk
stra van liet le reg. veldartillerie, J. A. Sche
pers, van het ko-ps luchtdoelartillerie, W. Karre-
inan en A. Mathöfer, beiden van het 7e reg.
veldartillerie, J. P. Tollenaar van het 4e reg.
veldartillerie, ir. F. E. D. Enschedé van het le
reg. veldartillerie, D. R. J. baron van Lynden en
N. A. Donker, beiden van het 3e reg. veldartil
lerie J. A. Rademaker van het korps ponton
niers en torpedisten, C L. II. de Winter van het
2e reg. onbereden artillerie, H. A. J. Nenijen.
van het le reg. onbereden artillerie, D. Das van
het le reg. veldartillerie cn J. J. G. Poell van
het 4e reg. veldartillerie.
2e. bij den staf van het wapen, tot reserve
kapitein voor speciale diensten de res. eerst c
hiit. voor speciale diensten J. H. Sanders, van
dien staf.
Bij K. B. is:
lste aan den reserve eerste luitenant J. B. H.
A. Santen, van het 2c Regiment Infanterie en
2e. gerekend van 1 November 1928 aan den
reserve tweede luitenant voor speciale diensten
P. A. van Wierssen, van het Vrijwillig Land
stormkorps Motordienst, op het daartoe door
hem gedaan verzoek een eervol ontslag als zoo
danig verleend uit den militairen dienst;
zijn benoemd bij liet reserve-personeel der
iandmaclit, bij het personeel van den Genees
kundigen Dienst, tot reserve-officier van ge
zondheid der 2de klasse, dc heeren P. A. M. C.
Gommers en W. A. M. Weyers, artsen;
is gerekend van 1 November 1928 aan den
LANGESTRAAT 43 TELEFOO I 852
JUWELIER GEDIPL. HORLOGEMAKER
GEVESTIGD 1885
UTRECHTSCHEWEG 10. - TEL. 179 - AMERSFOORT
reserve-officier van gezondheid der lc klasse C.
R. J. Versteegh, van het personeel van den Ge
neeskundigen Dienst der landmacht een eervol
ontslag als zoodanig verleend uit den militairen
dienst.
Op verzoek eervol ontslagen met dank Mr.
H. R. Goudsmit als Raadsheer-plaatsvervanger
in het Gerechtshof Amsterdam.
Alphabetischc aanbevelingslijsten voor twee
vacatures van rechter in de rechtbank te Am
sterdam
Istc lijst Mrs. G. J. Jutte, recht er-plaats-
vervanger in de rechtbank AmsterdamP. H.
Smits, advocaat en procureur te ArnhemJ.
Verdam, advocaat en procureur, tevens rcch-
ter-plootsvervanger in dc rechtbank te Am
sterdam
2de lijstRrs. L. van den Bijtel, rechter in
rechtbank te Assen A. C. N. P. Ruys, substi
tuut-griffier bij de rechtbank te Amsterdam I.
G. Stibbe, advocaat cn procureur, tevens rech-
tcr-pluatsvervanger in de rechtbank Amster
dam.
Benoemd tot ambtenaar belast met de admi
nistratie der Rijkswerk verschaffingen in Dren
the A. Lommerts te Sleen, thans tijdelijk zoo
danig werkzaam.
Afgekocht voor f 6S.OOO
Naar aanleiding van een bericht in dc bla
den, waarbij, in de onderstelling, dat dc nieu
we weg bezuiden Muiden eerst ojs I October
1932 zou worden opengesteld, het bedrag, dat
van Rijkswege zou worden betaald voor den
afkoop van den tol tc Muiden, werd berekend
op ongeveer f 120,030, deelt men ons mede,
dut het nieuwe wegvak .naar alle waarschijn
lijkheid reeds op 1 Mei 1930 voor alle verkeer
zal worden, opengesteld. Het bedrag voor den
afkoop van den tol moet dan worden gesteld
op een veste som van f 33,890, vermeerderd
met 1'565 van ƒ21.605 per _dag over een pe
riode te rekenen van 1 October 1928 tot I
Mei 1930, hetgeen dan bediaagT ruim 54,000,
zoodat het totaal wordt ongeycer 7 68,000.
In deze afkoopsom van. rond 68,000 wordt
voor een belangrijk deel bijgedragen door den
A. .N. \V. B.. Toeristenbond voor;Nederland, de
Kon. Nederlandschc Automobiel Club en den
Bond van Bedrijlsautohouders in Nederland.
Een zonderlinge getuige
a decharge
DE CHAUFFEUR VAN DEN BURGEMEES
TER VAN SCHAIJK.
Een aangereden motorrijder hul
peloos achtergelaten.
De rechtbank tc Arnhem heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen W.O., chauffeur in
dienst van den burgemeester van Schaijk
(N.-B.), die recht had gestaan ter zake, dat
hij met zijn wagen, waarin de burgemeester
en diens cebtgenoote zaten, in den nocht een
motorwielrijder had aangereden en 'hulpeloos
op den weg had achtergelaten.
Dc- rechtbank heeft hem veroordeeld tot
1000 bcetc of 2 maanden hechtenis. De
eisch was 5 maanden gevangenisstraf.
DR. H. G. HAMAKER.
Sedert cenigcn tijd ziek.
In het tijclr chriït voor Ervaringsopvocdkunde
wordt medegedeeld, dot Dr. Hamaker sedert
cenigcn tijd ziek is.
Hoewel hij gelukkig vooruitgaat en dezer
dagen het ziekenhuis heeft kunnen verlaten,
zal hij zich nog gcruimer. tijd moeten ontzien
enTust dienen te houden. Zoodra zijn toestand
het veroorlooft, denkt Dr. H. in het Zuiden
verder herstel te zooken.
In December 1925 werd dc behanger P. M.
uit Dordrecht door een autobus aangereden
Het slachtoffer „liet bet er niet bij", maar be
sloot de onderneming, die eigenaresse van dc
autobus was, voor schadevergoeding aan te
spreken. M. stelde zich in verbinding met den
deurwaerdcr J. S te Sliedrecht, teneinde deze
de zaak te doen regelen. M. meende 130 te
kunnen vorderen, de heer S. vond echter da*
dit bedrag te hoog was. Na over en weer pro
ten werd afgesproken, dot M. genoegen zou
nemen met 50; wat de deurwaarder daarbo
ven „los zou krijgen", zou voor hem zijn. De
autobus-onderneming was tegen ongevallen
e.d. verzekerd en met de verzekeringsmaat
schappij kwam dc deurwaarder overeen om met
75 schadevergoeding genoegen tc nemen.
En de heer S. zou zich heel wot onaange
naamheden bespaard hebben, indien hij zich bij
de afrekening met zijn cliënt niet doo: heb
zuchtige motieven had laten leiden, welke hem,
toen ccn en ander aan het licht kwam, een
vervolging wegens oplichting bezorgden, een
bedrag van f 15 betreffende. Te dier zake
werd de heer S. op 50 September 1927 door de
rechtbank te Dordrecht tot veertien dagen ge
vangenisstraf veroordeeld, welk vonnis op 1
Februari 1.1. door het Haagschc gerechtshof
bevestigd werd.
Daarna behandelde de Hoogc Rood het ge-
voi cn dit hoogste rechtscollege verwees het op
14 Mei 1.1. naar het gerechtshof te Amsterdam,
dat zich gisteren met deze zaak bezig hield.
Volgens de dagvaarding heeft de heer S zich
tweemaal tegenover M. aan een leugen schuldig
gemaakt. Ten eerste zou hij M. verteld heb
ben, dat hij van dc verzekeringsmaatschappij
50 had ontvangen, bovendien had hij gezegd:
„ik zou van het bedrog maar niet procedce-
ren, want dat zou toch verkeerd uitkomen" en
dat, terwijl verd. wist dat de zaak reeds in der
minne geschikt was, dus van een proces geen
spiake mecr kon zijn. •- -f
Voor den rechter-commissaris had verd. ook
een zoodanige bekentenis afgelegd op aan
raden van zijn advocaat, zeidehij, die gezegd
zou hebben: „beken maar dan wordt de zaak
wel geseponeerd!" doch hij bcweeide thans
dut dit geen ware bekentenis is geweest.
Hij had, toen M. op zijn kantoor kwam, niet
van procedeercn gesproken, maar alleen ge
zegd ,.Dic man (M.) moet 50 hebben."
President mr. Jolles ,,M. zegt, dat U tegen
over hem van 40 hebt gesproken
Verd. ontkende dit wel bevestigde hij, met
de verzekeringsmaatschappij een accoord ven
75 tc hebben getroffen. M. had, na aftrek
dc-r kosten 35 ontvangen.
Pres. „Bij die regeling met de maatschap
pij hebt U ook nog een valsche machtiging
overgelegd. Ik krijg een eigenaardig idee van
uw gesties als deurwaarder, 's Is een van dc
vele staaltjes uit het dossier."
De behanger M., die als getuige gehoord
werd, vcrklaa'de dat, toen het op afrekenen
aankwam, verd. heeft gezegd 40 te hebben
ontvangen. Get. heeft den heer S. toen 5
voor onkosten e.d. gegeven, zoodat getuige
slechts 35 ontvangen heeft.
Pres. „Heeft men u later niet bewerkt om
ccn verklaring op schrift te stellen, waarin U
erkent voor dc rechtbank te Dordrecht mein
eed te hebben gepleegd
Get. erkende dit, doch zeide dat die ver
klaring niet in overeenstemming is met do
waarheid. Zijn verklaringen voor dc rechtbank
en het Hoi te Den Haag nfgrlegd, zijn juist
geweest. Twee personen, v.w. Iemand van <0
jaar, die verantwoordelijk zijn \oor het „be
werken" von M., deelden, als getuigen h de
charge gehoord, mede, oat zij M. door het op
schrift stellen von de bewuste verklaring had
den willen helpen. ,,\V hebben M. aangeraden
om er mee naar den officier van justitie te
gaon aldus deze getuigen.
Pres „Om M. tc helpen hebt U die ver
klaring aan den verdachte ter hand gesteld.
Een prachtige hulp, dot moet ik zeggen
En na ©enige opmerkingen van den verde
diger ten aanzien von deze getuigen, riep de
president uit,,'t Is een schandaal wat deze
getuigen hebben gedaan
Dc procureur-generaal mr. A Harinxma
thoc Slooten, achtte, gezien verd/s bekentenis
voor den rechter-commissaris, wiori hij om
standig verhaald heeft, wat er gebeurd is, het
ten laste gelegde wettig en overtuigend be
wezen.
i Dat. het feit door een openbaar ambtenaar N
gepleegd, vond spr. heel ernstig. Hij eisohte
bevestiging von het vonnis dpr rechtbank te
Dordrecht.
Dc vcrd<*bger, mr. J. de Vrieze, betoogde
dat is komen vast te staan, dot niet alles on
een bepaalden dag is gebeurd, zooals in de
dagvaarding wordt tc laste gelegd Reeds
daarom zal verd. moeten worden vrijgvspro-
ken, PI. achtte voorts uitvoerig aan tc toonen
dat do feiten, waarop de oplichting is geba
seerd, niet zijn bewezen. En wat betreft dc be
kentenis van verd voor den rechter-commis
saris, meende pi. dat er verschillende gron
den zijn aangevoerd, welke het 'herroepen dier
bekentenis rechtvaardigen.
Uitspraak 4 December a.s.
PROV. WATERSTAAT IN
FRIESLAND.
Benoeming ingenieur-
In de Dinsdag gehouden buitengewone ver
gadering van de Stoten van Friesland werd
met 48 van de 49 stemmen tot ingenieur bij
den Prov Waterstaat benoemd de heer G. L
Walthcr te Borger.
LUIT.-GON. W. COOL, v
Herdenking in den Raad \'On State.
In do vergadering van don Rand van State
heeft Dinsdagmiddag de vice-president ccnige
woorden gewijd aon de nagedachtenis van wij
len het lid va dien Road Coo; Spr wees op
dc weldoordachte en zeer deskundige adviezen
van den overledene, d:c laatstelijk deel uii-
maakte van dó ofdcclingen ,.Defen?ie' en
„Waterstaat", en verzekerde, dat zijn heen
gaan door den Raad van State als ccn groot
verlies.zal worden gevoeld.
De begrafenis.
Dc teraardebestelling van hei stoffelijk over
schot is bepaald op a s. Vrijdag op Oud-Eik
en Duinen. Vertrek van het sterfhuis Van Lcn-
nepweg 23 om haJf één.
P. H. J. IJSSEL DE SCHEPPER v
De begrafenis op Moskowa.
Op de begraafplaats Moskowa te Arnhem
werd Dinsdag ter aarde besteld het stoffelijk
overschot van den heer P. H. J. IJssel de
Schepper, die gedurende vele jaren bestuurs
lid cn voorzitter was vnr» de Ned. Ver. ter be
hartiging van Ned. longlijders te Da vos Plat/..
Op de begraafplaats waren aanwezig de
burgemeester van Arnhem, vele militaire auto
riteiten, leden van de directie van de gem
spaarbank en bestuursleden van verschillende
verecnigingcn.
Aon de groeve herdacht de heer Menthen
hetgeen IJssel de Schepper voor de bovenge
noemde vereeniging was geweest Vervolgen»
spraken mr. dr. C. W Moris, voorzitter van den
Rood van Beroep voor de directe belastingen,
mr. S. baron Creutz en de heer L C. Th.
Bigot, dir. van de kweekschool voor onder
wijzeressen. Mr. A. Brants, oud-griffier der
Prov. Stoten, herdacht den overledene al»
vriend.
„Niet opgevoed, enkel maar opgegroeid," he
laas dit ziet men maar al te veel.
Door R. L. de W.
16
Beiden stonden op en gingen naar de deur.
„Zeg, is 't dringend noodig, dat je in het
Ritz Carlton logeert
„Dringend, heel gedecideerd."
„Nu, je bent een aardig soort van ezel, Ri
chard, dut moet ik je tot ie eei nageven. Ik
zal er voor zorgen, dut je Lola ontmoet
Soms hebben die rijke meisjes even giung een
ezel zonder, dan één met een titel en tante
zou het zeker prettig vinden, als ze in de fa
milie bleef. Goeden dag."
Drewith riep een taxi en reed weg. Beres-
ford gint, in Westelijk, richting. Hij had be
dankt voci de uitnoodijring van zijn p.eef om
den volgenden morgen te komen lunchen; hij
was besloten zich op geen manier te binden.
Somber gestemd ging hij het park in, stak
den weg over en ging in een leoge stoel zit
ten. In een roman zou het meisje lungs rij
den in een auto of rijtuig cn hem half verla
gen en blozend groeten. Hij zou opspringen,
zij zou den chauffeur of koetsier lust geven
op te houden. Hij zou aan haar tante voor
gesteld, gcinviteerd worden om te komen
lunchen
„Verddl"
Nijdig sloeg Bcresford met zijn stok naar
den grond en keek onnoozel naar een onnoo-
zei mannetje met grijze bakkebaarden, dat
verbaasd opkeek, dat iemand op zoo'n prach-
tigen dag zoo profaan kon zijn.
„Neemt u me niet kwalijk, sir, maar haar
ladyship zou u graag even willen spreken."
De stem kwam opeens uit het niet opdagen.
Richard, zich omdraaiend, zog Rogers, den
eersten lakei van zijn tante, achter zich staan
en wat verder weg lady Drewith zelf. die in
haar rijtuig zittende hem door haar face a
main met alle aandacht aanschouwde. Naast
huar zat mrs. Edwards Seymour.
Langzaam en met tegenzin liep Beresford
naar het rijtuig. Welk een drommelsche pech.
vond hij, nu tante Caroline al tegen 't lijf te
loopen.
Caroline, lady Drewith, was de weduwe van
den tweeden baron Drewith of Tonscombe, die
op vijftigjurigen leeftijd was overleden, aan
zijn vrouw oen groot vermogen en aan zijn
neef Philips den titel plus twee duizend pond
per jaar nalutende De eerste baron had zijn
opkomst te danken gehad aan het beroemde
Drewith ale én zijn volkomen vertrouwen in
de onfeilbaarheid van de beginselen der con
servatieven en aan hun geschiktheid om het
regeeringsroer te hanteeren.
Lady Drewith beschouwde het als haar le
venstaak om er voor te zorgen, dut de familie
zich behoorlijk gedroeg. Wanneer ooit een
Drewith of een ChalLcc lody Drewith heet
te voor haar huwelijk Challice in moeilijk
heden geraakte, was de eerste gedochte: wax
zal lady Drewith er wel van denken? Maai
dat was nog niets bij de bespiegeling, wat ze
er wel van zeggen zou. Z*j had een vlug ver
stand en eer. scherpen tong. Nooit zou ze
trachten een opkomenden storm te bezweren
door hem aan te wakkeren kwam ze dikwijls
tot hetzelfde resultaat»
Lady Drewith bleef Beresford, die naderde,
onheilspellend door haar face a main aan
staren
„Wat beteekent dat, Richard?" vroeg zij ef
fen. toen hij naast het rijtuig stond.
„Daar ben ik ook juist mee bezig me over
te verbozen", zei Beresford, die even glimlcch-
te tegen zij nichtje Cecily. „Ik geloof, dot
weei profeeten zeggen, dot een anti-cvcloon ir»
aantocht is. Voor Juni in Londen is 't waar
lijk
„Wees niet dwaas, Richard. Waarom ben je
in Londen?"
„Maar tantelief, het ïs Juni en ik ben een
Challice. Wij Chnlliccs worden in Juni allen
naar de metropool getrokken, evenals de
koekkoek getrokken wordtWaarheen wordt
de koekkoek ook ul weer getrokken. Cicely?"
informeerde hij, zich plotseling tct mrs. Ed
wards wendende.
„Je zeide, dat je plan had alles Je verkoo-
pen, al je je
„Hebben en houden", viel Beresford hulp
vaardig in, teen lady Drewith aarzelde. „Dat
deed ik ook". Hij genoot van den veront
waardigden blik van mrs. Edwards.
„Hoe is 't dan mogelijk?" weer aarzelde zij.
„Ik kocht weer. Mijn kleermaker scheen het
wel te bevallen", zeide hij nog als een ge-'
dachtc die nakwam.
„Maar wat doe je in de stad?" barstte mrs.
Edwcrds los, niet in staat zich langer to be-
L.-crech*-». in haar toon lag, dat het zijn van
tWesfc:d in Londen in strijd was met de
•••or«Vi**n.
„Het herderlijk leven was te veel voor me.
Cicely Je zoudt verbaasd staan over de ver-
bijsteiende manier, waarop avonturen neerda
len op de zoogenaamde landloopers en kluize
naars".
„Waar logeer je?" vroeg lady Drewith op
den toon van iemand, waar niet mee valt te
spotten.
„In het Ritz Carlton".
„Het Ritz Carlton 1" Lady Drewith liet de
face h main uit haar hand vallen, die dienst
weigerde en haor kaken klapten.
„Een beetje burgerlijk misschien", erkende
Beresford, maar het is toch heel goed".
„Je komt vanavond bij me dineeren, Ri
chard". Grimmige vastberadenheid lag in lady
Drewith's stem.
„Het spijt me, tante Caroline, ik
„Dan morgen luchen
„Feitelijk ben ik gedurende dc eerste zes
weken voor alle maaltijden bezet" Beresford
had besloten de kans niet te wogen van het
meisje mis te loopen door elders don in het
Ritz Carlton te lunchen of te dineeren.
Lady Drewith bleef naar hem storen.
„Als ik eens op een middag mag komen
theedrinken", stelde hij voor.
„Dan morgenmiddag om nor uur". Weei
klapten lody Drewith's kaken.
Glimlachend en buigend nam Beresford zijn
hoed of en wandelde weg met het gevoel dat
er vergoeding in een leven lag, dut iemand in
staat stelde voor twee uitnoodigingen Vh*. -een
rijlce bloedverwante te bedanken.
Lady Drewith reed naar huis cn na*»*t haai
zat mrs Edward, die zich met een zucht van
meegevoel juist herinnerd had, dat zij en haar
man dien avond zouden eten bij hun „lieve
ton te Caroline".
HOOFDSTUK VIL
Lady Drewith zegt haar opinie.
Beresford meende sympathie te lezen op hei
gezicht van Payne, toen deze hem den vol
genden middag de deur opende en hij ver
moedde, dat de eerste lakei het gesp-ek jn het
Park van den vorigen dag in het keu kende-
pertement had overgebracht.
„Wel, Payne, hoe svaar het met de rheuma->
tiek?" informeerde hij
„Den laatsten tijd gaat hel een beetje beter,
sir; ik moet Wat et drinken".
„Lieve hemel! Met niets cr in?"
Payne schudde ontkennend zijp. hoofd en
glimlachte droevig.
„Op een goeden dag hooren we nog, dat je
een gehcelonthoudershote1 hebt opgericht", zei
Bcresford, toen Payne hem voorging naar de
zitkamer.
„De hemel beware me", zeide hij vol afkeer;
daarop de deur openende, diende hij Beresford
aan.
„Wat beteekent dat, Richard vroeg Lady
Drewith. vóór Payne tijd had de deur achter
hem te sluiten.
„Wat het beteekent, wat bedoel? u„ tante Ca
roline vroeg Richard, zitten gaand.
„Je weet heel goed, wat ik bedoel, zeide
Lady Drewith grimmig- „Waarom ben je in de
stad?"
„Ik heb longontsteking gehad en de dokter
raadde mij naar Folkestone te gaan, dus
„En waarom ging ie daar den niet heen
vroeg Lady Drewith streng.
Bcresford zocht in zijn heidens naar de een
of andere reden, die hij e- op Von gever»,
waarom hij niet direct' roar Folkestone was
gegaan.
„Ja', begon hij haperend; toen, opeens
kreeg hij een ingeving ,,Ik :no**t v*3 naar de
stad om te zien. dat ik kleuren kreeg". Even
wierp hij een blik op zijn goedgekleede per
soon.
CVordt vervolgd