sfc I i ALS DE STORM DE WATEREN OPZWIEPT. Zoover het oog reikt ziet men in de omgeving van Vreeland—Loenen alles onder water staan. Huizen en wegen worden door het water zwaar geteisterd. EEN GESCHENK VOOR HET CENTRAAL-MUSEUM TE UTRECHT. Schilderij van den Utrechtschen meester Hendrick ter Brugghen (15881629) „Slapende crijgsman". Een geschenk van den heer J. J. M. Chabot aan het Centraal-Museum te utrecht J. J. BROUWER, de bekende Amster- damsche geneesheer, is op twee-en-zestigja rigen leeftijd overleden over het verdronken land,, dan keeron de menschen huiswaartsOnder het vallen van de duisternis gaan de bootjes door h«l klaterende water. Een treffend beeld voji hot Kamper-eiland, dat ook door overstroo ming geteisterd is. Weer dan zeshonderd man der genie zijn in de Vechtstreok onvermoeid aan den arbeid om liet dreigend gevaar te bezweren Nog nimmer heeft de was van de Vecht zoo lang geduurd. Den geheelen nacht was men aan het werk om de dijken en wegon te versterken. Boven; De versterking van den Vechtdijk nabij Loenen Onder: De bedreigde Langeweg te Mulden* fJJo bij doorbraak den Bloemendaaischen polder ondcc water zou zetten. DE WATERSNOOD IN DE VECHTSTREEK. In Vreeland, waar de straten thans rivieren geworden zijn. Slechtfi langs vlondertjes kunnen de menschen hun huizen bereiken. „LUCHTVAARTPOSTZEQELS". Te Parijs worden in de Aeroclub de postzegels tentoongesteld, die uitge geven worden ten bate van de nagelaten families der omgekomen vlieger* „MODERN VERVOER." Do Veilingsvereoniging „Geldermalsen en Omstreken" heeft in haar veilingsgebouw transporteurs gekregen. Dit is thans het eerste veilings gebouw in ons land met een dergelijke installatie. Het fruit en de groenten worden aangevoerd door transportbanden uit de pakhuizen en loopen over de rollenbaan langs de kooperstribune. „MODERN VERVOER". Nog een afbeelding von de nieuwe rollen baan in het Veillngsgebouw te Geldermalsen. Do transporteur, benedew, voor aanvoer naar het Veillngsgobouw.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1928 | | pagina 10