ftMERSFOORISCH OAGBIAB
Koningin Emma gehuldigd
JP-.
..JHRH
De Wettige Erfgenaam
Dinsdag 8 Januari 1929
.DE EEMLANDEft"
27e Jaargang No. 160
IPl
v.. .-f.i
ïWjjpli
NATIONAAL
GESCHENK
AANGEBODEN
Huldeblijken uit Indie
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
FEUILLETON.
Si 4
S'mm ;-M v-c
-v;.'
-'.1 ;'U'-
jéÊmm
>V&
r:;- ,-,S;,
."'9
'•r «f .'JA
- .-l..-
j*;*
Het jongste portret van H.M. Adclheid, Emma, Wilhelmlna, Thercsia van Waldeck en Py*
mont, bij haar zeventigsten verjaardag. De foto werd gemaakt door F. Ziegler, Den Haag*
De geheelc Koninklijke familie
tegenwoordig
Gisternamiddag had ten Paleize Voor
hout de aanbieding plaats plaats van het
reeds vroeger vermelde nationale geschenk
van de Nederlandsche vrouwen en van de
geschenken uit Indië, Hare Mejesteit de
Koningin-Moeoder ter gelegenheid van
Haar jubileum geoffreerd.
Om kwart over vier kwam H. Af. de
Koningin-Moeder met groot gevolg, en ver
gezeld van II. M. de Koningin, Z. K. H. den
Prins der Nederlanden en II. K. II. Prinses
Juliana de zaal binnen en begroette de
eere-presidente, echtgenoote van den voor
zitter der Eerste Kamer, de presidente me
vrouw van Leeuwen en mevrouw Konings
berger, echtgenoote van den Minister van
Kolonie:., met freule de Graeff, dochter
van den Gouverneur-Generaal, alsmede
alle aanwezige dames, waarna onmiddel
lijk door mevrouw van Leeuwen-geb.
Waller, echtgenoote van den oud-vice-
president van den Raad van 9tate, hel
geschenk aan H. M. werd aangeboden.
Aan de toespraak van mevrouw van
Leeuwen is door ons het volgende ont
leend:
Wij verheugen ons dat U dezen datum
gekozen heeft om U te huldigen, omdat wij
daardoor bevestigd zien dat ook Uwe Ma
jesteit zich gelukkig heeft gevoeld te mid
den van de steeds toenemende liefde en
eerbied van het Nederlandsche volk en in
het bijzonder van de Nederlandsche vrouw,
want haar is U geweest een lichtend vóór-
beeld vanaf het oogenblik dat U als jonge
gemalin van onzen Koning Uw nieuwe va
derland betrad.
Wij weten hoe U den Koning tot steun
is geweest in lief en in leed.
En later, terwijl de moeilijke en inspan
nende taak van de waarneming van het
koninklijk gezag U op de schouders was
gelegd waarvoor beter tot oordeelen be
voegden clan wij U hulde hebben gebracht
hebben wij gezien hoe U de jeugd geleid
heeft van onze geliefde Koningin en hoe
U in haar de Kiemen heeft gelegd voor de
kostbare deugden, die Uwe Koninklijke
dochter thans sieren.
Daarna zagen wij U terugtreden om de
jonge Koningin in het volle licht te plaat
sen.
Van toen af aan voerde U den titel van
Koningin-Moeder en wij beschouwden U
tevens als moeder van ons groote huisge
zin, het Nederlandsche volk. Evenals een
moeder hare kinderen begrijpt en met
warme, liefdevolle belangstelling haar le
ven en arbeid volgt, zoo heeft Uwe Majes
teit ons allen begrepen en Uw geheele
persoon gegeven, om zich te verdiepen in
hetgeen ons ter harte gaat.
Ieder weet dat voor Uwe Majesteit, het
geven grooter vreugd© is dan het ontvan
gen en wij hielden rekening met Uwen
wensch om slechts een gedeelte van het
huldeblijk te gebruiken voor een persoon
lijk geschenk en wij veroorloven ons Uwe
Majesteit het overgroote deel aan te bieden
om daarmede volgens Uw verlangen wél te
doen aan anderen. Ons persoonlijk ge
schenk zult U vinden in Uw Paleis te
Soestdijk, waar wij mochten aanbrengen
een aanleg voor electrisch licht, verwar
ming en kracht en voor de Witte Zaal,
waar Uwe Majesteit dagelijks Mare maal
tijden gebruikt, mochten wij een tapijt doen
vervaardigen en de meuhelbekleeding en
de gordijnen daarmede in harmonie
brengen.
Het is onze vurige wensch, dat het Uwe
Majesteit gegeven moge zijn nog een reeks
van jaren in ons midden te blijven en wan
neer U dan des zomers Uw buitenverblijf
bewoont, zult U aldaar vinden de blijven
de herinnering aan de dankbaarheid voor
Uw liefde en toewijding aan het Neder
landsche volk betoond en voor Uw konink
lijk voorbeeld onder alle levensomstandig
heden aan de Nederlandsche vrouwen ge
geven.
Antwoord van de Koningin-
Moeder.
H. M. de Koningin-Moeder, het geschenk
aanvaardende, dankte daarvoor met de
volgende woorden:
„Dankbaarheid aan God vervult heden
mijn hart, waar ik mij gedragen gevoel
door de liefde van zoovelen. De weemoed,
die natuurlijk ook mijn ziel beweegt, wordt
overstemd door een gevoel van groot ge
luk. Ik ben trotsch cn vol vreugde, nu ik
den dag mag herdenken, waarop ik een
halve eeuw geleden door mijn huwelijk Ne
derlandsche werd. Ik zoude heden allen
Nederlandschen vrouwen willen zeggen
hoe mijn liefde en warme belangstelling
tot haar uitgaat en hoe ik van harte deel
in haar lief en leed. U hebt mij ontroerd
door de schoone en gevoelvolle woorden,
die U uit naam van tallooze Nederland
sche vrouwen tot mij hebt gericht; innig
dank ik U daarvoor.
Diep getroffen hen ik dat de Nederland
sche vrouwen in ons vaderland met hare
zusters in Oost en West, in het buitenland,
zelfs in andere werelddoelen, mij een stof
felijk blijk hebben willen geven van aan
hankelijkheid en liefde. De lijsten met de
namen der geefsters zijn mij een kostbaar
bezit. U maakt mij overgelukkig door mij
met dit zoo aanzienlijk geldgeschenk in
staat te stellen wel te doen cn bet prach
tige geschenk, voor mij persoonlijk be
stemd, niet alleen in mijne eetzaal, maar
in het geheele Paleis van Soestdijk. zal
mij aldaar iederen dag spreken van de
groote liefde en toewijding der Nederland
sche vrouwen en mij herinneren aan dit
voor mij zoo gelukkig uur.
U allen hier aanwezig, U leden van het
hoofdcomité en U, vertegenwoordigsters
uit alle provincies van Nederland, verzoek
ik met aandrang om straks in het eigen
land, in Oost cn West, in het buitenland,
aan alle Nederlandsche vrouwen mijnen
meest innigen dank te betuigen
Moge het mij gegeven zijn om tot het ein
de van mijn leven getuige te zijn van vre
de en voorspoed in ons geliefd Vaderland!"
Geschenken uit Indië.
Hierop werden de geschenken uit Indié,
welke achter in de zaal stonden opgesteld,
door mevrouw Koningsberger aan H. M.
aangeboden. Zij zeide onder meer:
,.De vrouwen van Nederlandsch-Indië
hebben niet willen achterblijven bij haar
Nederlandsche zusters waar het gold U de
bewijzen te leveren barer aanhankelijkheid
en barer groote erkentelijkheid voor het
geen door U in den loop van 50 jaren in
Door E. PHILIPS OPPENHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B.
2
„Een waar panorama", gaf de hertog toe. ,In-
tusschen, Dobelle", ging hij na een ocgenblik
stilte voort, „heb ik mij verbaasd, waarom de
naam van deze plaats mij zoo bekend voor
kwam. Was het in dit gedeelte, dat
„Juist", viel sir Stephen hem in de rede.
„Het was in deze plants, dat uw broeder, dc
overleden hertog, een roman begon met een
mooie Italiaansche dame. I!< had herhao!deli|k
blieven van hem, met het poststempel van
hier
„Men voelt het bijna als een onbescheiden
heid, de plaats bij toeval te hebben bezocht",
fluisterde de hertog.
De advocaat haalde de schouders op.
„De dame stierf korten tijd vóór uw broeder
merkte hij op. „Er was, geloof ik, hier een
kleine bezitting, maar wij achtten het het best,
in het belang van de familie, niet na te vra
gen
De hertogin was opgestaon van haar steencn
zetel en kwam op hen toe.
„Ik moet van dien man afkomen", verklaar
de zij. „Kan niamand hem het zwijgen opleg
gen Hij verveelt me verschrikkelijk."
„Mevrouw, hij is niet tot zwijgen te brengen'
verklaarde sir Stephan. „De eenige manier,
waarop een Italiaan ooit werkt, is met zijn tong.
Hij wordt cr voor betaald ons alles van <leze
plaats te vertc'.'en en hij zal het deen ook, of
wij luisteren of riet."
„Maar ik zie niet in, waarom ik 't cenig
slachtoffer moet zijn", zuchtte zij.
Dit woord griefde Pietro, of misschien achtte
hij een boleedigd air het gemakkelijkste middel
om geld te krijgen van deze Engelschen.
„Slachtoffer i" herhaalde hij. „De sigr.ora is
niet vriendelijk. Vindt u het nut prettig als ik
u iets vertel van de orrgevirg."
„Je geleide hierheen is gewaardeerd en zal
werden vergoed", beloofde si; Stephen. „Nu
wij hier zijn, is je taak gecirdigd
„Heel gced", antwoordde Pietro met waar
digheid. „Ik zal niets meer zegjen. Ik wilde
vertellen van Francis. U zult nu niets over hem
hooron."
De hertogin keerde zich om.
„Ik denk, dat dot verhaal over Francis mij te
machtig zou zijn", bekende zij. „Je arm, Henry
Ik heb genoeg van „sight-sceing". Ik zal vóór
het diner muar een uurtje rusten. Apropos, waar
is Monica
„Op de rotsen daar", antwoordde sir Ste
phan, naar boven wijzende, „Zij klautert om
hoog als een jonge gems. Ik zal op haar wach
ten."
„Laat haar daar niet te lang blijven", ver
zocht haar moeder. „Er waait een gure wind en
het zal over een half uui donker zijn. Roep
haar, als zij niet beneden komt
„Dat zal ik. Kcm eens hier. Pietrol"
Pietro, die zijn gezelschap juist wilde volgen,
hield in. De advocaat wachtte tot de andere
twee builen het gehoor watcn.
„Wat is er met dien Fiancis?" vroeg hij.
„Hij komt hier vanavond om te bi'Vbn", ver
telde de gids. „Bij het aanbreken van den dag
zal de deur daar worden geopend en hij zal da'
pad overgaan."
„Naar het klooster
„Naar hel kloosterl"
De anderen streek in gedachten over zijn kin
„Zeg eens Pietro", vroeg hij, „waarom dacht
je, dat wij belang zouden stellen in Francis:'
Pietro haalde de schouders op.
„Omdat Francis een Engelsohman is, zooals
u", antwoordde hij, „en" vervolgde hij, wij
zende naar de figuren, die naar beneden daal
den „zij zijn even lang als hij.
„Is dat alles?"
Pietro haalde opnieuw de schouders op. Hij
verlangde zijn reizigers te volgen.
„Hij sloop weg. De advocaat keeide zich om
en keek peinzend naar de vlakte. Het was
eigvnaardig dat ccn defect aan één van de
auto's hen ophield in deze bijzondere plaa*s.
Een of twee keer, de laatste jaren, was hij half
bcsioten geweest een ondt-rzcek in te stellen
en toch, waartoe? Uit het feit dat zijn overleden
clicnt geen instructies had achtergelaten, was
het duidelijk, wat zijn wenschen waien. En
'och had de advocaat altijd een mr'n of meet
onbevredigd gevoel gehad. Nu broeide hij over
de zaak, totdat hij zich plotseling bewust werd,
dat het landschap in halfduister was gehuld,
dat schaduwen over de heuvels schenen te glij
den en dat boven zijn hoofd een ster was ver
schenen. Hij keek naar de rotsen om lady Mo
nica te roepen en zag, dat een jonge man op
korten afstand onderzoekend raar hem keek,
een lange slanke jonge man, met zwart haar on
gewone trekken en een toornige uitdrukking op
zijn gelaat
-Sir Stephan zag hem aan, zondeT óat het
hem mogelijk was een woord te uiten. De
komst van dezen indringer had hem geschokt
„Het is laat voor touristen", zeide de ander
koud. U doet beter naar beneden te gaar, an
ders zult u verdwalen."
het belang van het land hunner vaste of
tijdelijke inwoning is' verricht. De naam
van Haar, die eenmaal Koningin, daarna
Koningin-Regentes en later Koningin-Moe
der was, leefde steeds en leeft in deze
dagen méér dan ooit in Indië op aller lip
pen.
Vooral het woord „Moeder" zegt zooveel,
niet alleen voor de talrijke vrouwen, dio
ver van eigen bodem de beste jaren van
haar leven doorbrengen en niet zelden van
eigen ouders cn eigen kinderen zijn ge
scheiden, maar ook voor die nog meerde
ren, die Holland niet uit eigen aanschou
wing kennen, maar de wetenschap met zich
dragen, dat in het Verre Westen een liefde
vol ook voor hare belangen waakt.
Aan de tallooze uitingen van instemming
cn sjftnpathie heeft men ccn vasten vorm
willen geven cn tot mij werd het vereerend
verzoek gericht, haar in dien vorm aan
Uwe Majesteit aan te bieden.
In de eerste plaats moge worden aangci
boden een bedrag met de bedoeling, dat
Uwe Majesteit daaraan de bestemming
zal geven, die Haar zal goeddunken.
In de tweede plaats achten de vrouwen
van Nederlandsch Indië het een groot
voorrecht, dat haar Nederlandsche Zusters
hebben goedgevonden, dat ook zij mede
werken aan het sympathieke doel, een deel
van het Paleis te Soestdijk, met name de
„Witte Zaal" te herscheppen in een blij
vende herinnering aan dezen vreugdevol-
len gedenkdag.
In de derde plaats zijn, eveneens als per
soonlijk geschenk bedoeld, een aantal voor
werpen toegezonden, voortbrengselen van
inheemsche kunstvaardigheid waaraan,
naar wij hopen, Uwe Majesteit hier of el
ders een plaats zal willen geven.
Eindelijk zijn nog eenige persoonlijke ge
schenken bijgevoegd, waarvan ik hier met
name wil noemen een gong, aangeboden
door den Sultan van Djokjakarta. Ik hoop,
dat Uwe Majesteit ook die zal willen aan
vaarden.
Tenslotte moge ik deze korte woorden he
sluiten met het uitspreken van den op
rechten wensch. dot Uwe Majesteit nog tal
van jaren de bezitster van deze geschenken
zal zijn. die steeds tot Haar mogen spreken
van de vereering, Haar ook door Neder-
landsch-Indië toegedragen
H.M. de Koningin-Moeder antwoordde al
dus:
„Ruim een uur geleden mocht ik, dank
zij het nieuwe middel van gemeenschap
eenen groet wisselen niet de vrouwen van
Nederlandsch-Indië cn nu heb ik het ge
noegen U hier tf zien als tolk van hare
gevoelens van liefde cn trouw. Een sterke
band vereenigt mij ook met de vrouwen
van Nedcrlandsch-Indic cn zij kunnen
overtuigd zijn van mijne moederlijke be
langstelling, die haar volgt in blijde cn
droeve dagen. Met groote erkentelijkheid
vernam ik van U hoe ook zij met mij me
deleven ook in deze herinneringsdagen-on
ik ben zeer getroffen door haren wensch
mij ook stoffelijke blijken te geven van
hare aanhankelijkheid.
Ik hoop het aanz.icnhjkc bedrag ten bate
van Nederlandsch Indië te besteden en de
geschenken, die ik in de Witte Zaal van
Soestdijk zal vinden zullen mij steeds
spreken van de liefde ook der vrouwen van
Ned. Indie. Ik verzoek U, en niemand zaï
het heter kunnen doen dan U en freule Do
Graeff, mijnc-n diepgcvoelden en hartelij-
ken dank over te brengen aan alle geef
sters van deze kostbare en schoone ge
schenken en ook aan den Sultan van Djok
jakarta en aan allen die mij particulier een
geschenk hebben aangeboden mijnen
meest oprechten dank te betuigen."
Na de aanbieding werd de fraaie kast,
bevattende de handteekeningen van dege
nen die bijdroegen, door de Koninklijke Fa
mille nader bezichtigd en onderhielden dc
Vorstelijke personen zich tot half zes met
alle dames van het Hoofdcomité en verte
genwoordigsters uit alle provinciën.
In de nevenzaal was een buffet ingericht
voor het aanbieden van thee en verver-
schingen.
BRIEFJE VAN BET DE KEUKENMEID
TER GELEGENHEID VAN DE 115e VER
JAARDAG VAN HET lo HALF REGIMENT
HUZAREN.
Mijnheer de Commandant,
Mag ik, I
U alsjeblieft een briefje schrijven,
Nou bij U alles jarig is.
Wil ik heslist niet achterblijven
Ik hou van 't gansche regiment
En al vindt U t misschien voorbarig,
Nou dc Huzaren jarig zijn
Voel ik me ook oen beetje jarigl
Veel hechte banden hinden mij
Met Uwe „nieuwe-tijrt-riragonders".
Ik hou van dat „berpuen-spul"
Dat is toch heusch ook niets bijzonders!
Ik zweer hij blauwe ruiterij.
Dut altijd door mijn vrienden waren,
En als ik trouw eens, onverhoopt,
Dan is 't met één van Uw huzaren
Ik had vaak in mijn keukentje
Zoo een bereden Vaderlander
t Brengt burgerij cn militair
Zoo heerlijk-innig tot elkander.
En in 't belang van 't Vaderland
Ging ik een „happie" vaak bewaren,
Het beste sloeg ik „aan-den-haak"
Dat hield ik vast voor Uw huzaren!
Als morgenvroeg het regiment
De stad weer fijn gaat cloormarcheeren,
Gaat in gedachte Amersfoort
Zichzelve vast feliciteeren.
Want heusch de „blauwe gar<*ew
Hier één met Amersfoort. Al jaren.
En niet alleen de keukenmeid
Is in d'r schik met do huzaren!
Zegt. U de „jongens" van me „dag",
Y\ ilt U ze van me fel'citeeren.
Ter eere van 't verjaringsfeest
Steek ik me in m'n beste kleeren.
Geeft U ze maar een zoen van mij
Dat is voor hun weer een verzetje.
Bij voorbaat dank cn veel pleizier,
Groeten van
't keukenmeisje B e t j e
GROEGROE.
(Allo rechten voorbehouden.)
A. Stad.
Onder de Indische geschenken moet in
dc eerste plaats genoemd worden een groot
kamerschut, waarvan echter alleen nog
maar de teekening gereed is. Aan uil Ka
merschut dat bestemd is voor de „Witte
Zaalvan net Paleis Soestdijk, wordt reeds
gedurende vele maanden door 18 bekwame
houtbewerkers gewerkt. Het wordt ver
vaardigd uit twee houtsoorten, het lich
tere djatihout en het donkere Sono kling-
hout. Deze laatste niet zeer algemecne hout
soort, is van bijzondere fraaiheid en duur
zaamheid.
Voorts moeten genoemd worden een
groote, zeer oude Chineesche vaas aange
troffen diep in het binnenland van Borneo)
met fijnbewerkt houten voetstuk, een an
tieke kist rnet fraai koperbeslag, een groot
zilveren blad (Palembnngsch) op voetstuk,
een ziiveren „gendi" of waterkan op zil
veren blad en afgedekt door 6~n kleiner
zilveren blad, dat een zilveren kom draagt.
Ook dit geheel is zuiver inheemsch drijf
werk en hetzelfde kan gezegd worden van
een ovale zilveren bonbon-doos (Atjesch).
Van de afzonderlijke geschenken, welke
aan die door het Indische hoofdcomitó aan
geboden zijn toegevoegd, verdient in de
eerste plaats vermelding een door Z. H.
den Sultan van Djokjakarta geschonken
zware bronzen gong, opgehangen aan een
in de ateliers van den Djokjaschen kraton
vervaardigden, kunstig bewerkten djati
houten standaard, zoomede een beeldje,
Sir Stephan herstelde zich.
„Heeft u bezwaar, mij uw naam te zeggen?'
vroeg hij.
,Uw vraag is onbescheiden, maar ik zal
haar beantwoorden, als ik daardoor spoedige;
van uw gezelschap bevrijd ben. Mijn naam is
Francis *n ik kwam hier om alleen te zijn."
„llw aohtemaam?"
„Ik heb er geen."
„Maar u is een Engelschman", hield sir
Stephan aan. ,fU moet een tweeden nuam
hebben."
De ergernis van den ander sloeg over in
woede. Zijn ocgen h#t waren koude grijze
Gogen schoten vonken
„Ik ben geen B.-gelschrran", verklaarde hij.
„Maar mijn beste joiigen
„U wordt be'cedigend", zoo sneed de jonge
man de zin af. Ik verzoek u mij alleen te laten.
Deze nacht behoort niet «en mij
Sir Stephan hed zijn bedaardheid weer terug.
Hem scheen dit een ernstige gelegenheid.
„Integendeel", antwoordde hij, „indien wat
mij verteld werd wnnr Is, is dit de loetste nacht
die u zrif toebehoort. Ik wensch met U te
sp-pken."
„Zeg, wat u te zeggen hebt en ga dan", klonk
het kertaf
„Ik wensch met II te spreken over uwe
vader", kondigde dc advocaat aan. „Ge zi?t,
dat ik heel goed weet; wie gij zijt. Ik kende Uw
vader reeds, toen hij Uw jaren had".
Voor een opperv'akkig waarnemer scheen de
woede verdwenen van het ge'aat van den jon
gen man. De uitdrukking was strak en be-
heerscht. Toch brandde nog koortsige gloed in
zijn cogen.
„Ik zou u raden", zeide hij, „te zwijgen. U
heeft mij herinnerd, dat ik neg tct deze aarde
bt-hoor; een leek, vrij te doen wat u wil. Indien
ik zou moeten denken, dat U een vriend is ge
weest van mijn vader, weet u, wat ik don ge
neigd zou zijn te deen?"
„Nu?" f
„U over den muur te werpen. U ziet dien
hoek, daar is een steile hellirg van 50D M
Sir Stephen was geen lafaard. Hij bleef vol
komen onbewogen.
„Is dot de stemming, waarin gij daarheen
gaat?" vroeg hij, op het klooster wijzend.
„Het is de geest, waardoor ik beheerscht
word", luidde het afgemeten antwoord. „Ik zoek
daar een toevlucht, omdat ik, als ik buiten die
muren bleef, een misdaad zou begaan.
De advocaat liet al zijn offertotie varen Hij
was een goedhartig man en hij voelde innige
belargstel'irg.
„Francis", zeide hij, indien wat ik vermoed
waar is, zijt ge een van die ongelukkige kinde
ren, wien door hun ouders onrecht is aange-
daan. Maar weet wel, dut die ouders niet altijd
blaam verdienen."
„Woar.om niet?" vroeg dc jorge man scherp.
„Er waren misschien redenen waarom uw
vader heeft geaarzeld een boerenmeisje tc
huwen"
„Mijn moeder was geen boerenmeisje. Zij
was van adel, al bebouwde haar vader zijn
eigen land.
In Ergeland verheft gc de rijk-ten uwer win
keliers en kocp'ieden tot '"-en adel. U ziet, de.t
ik mij beheersch, maar ind:en gij vovrigaat
met mij te spreken in den toon, ga dan liever
een eindje terug van den rand van dien muur".
(Wordt vervolgd.)