Inventaris-Opruiming.
«-ïEffSFOOKTSCH DAGBIAÖ
Maandag 20 Januari 1929
.DE EEMLANDEft";
27e Jaargang No. 171
HET RIJK EN DE
GEMEENTE-FINANCIEN
DE SOC.-DEMOCR ATEN
BIJEEN
Een resolutie aangenomen
ONVOLWAARDIGE
ARBEIDSKRACHTEN
Welke vereenigingsvorm?
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
FEUILLETON.
De Wettige Erfgenaam
Dr. Wibaut bespreekt in Amstcr:
dam de financieele
verhouding
Zondag heeft in Krasnapolsky een verga
dering plaats gehad van de vereeniging van
sociaal-democratische raads- en statenleden,
ter bespreking van het ontwerp, regelende
de financieele verhouding tusschen rijk en
gemeente
Nadat de voorzitter der vereeniging, cïfe
heer Ed. Pclak, de bijeenkomst had geopend,
was iiet woord aan Dr. Wibaut. Deze wees
er op, hoe het bedoelde ontwerp buitenge
woon veel belangstelling heeft gewekt.
Tot nu toe was de financieele verhou-
ding tusschen rijk en gemeente zoo, dat het
hoe langer hoe moeilijker werd de begroo
ting sluitend te maken. Steeds werden de
belastingen verhoogd. Toch kan men niet
spreken van onvoorzichtig beheer der ge
meenten, maar het is een uitvloeisel hier
van, dat de wet van 1S97, die uitkeeringen
gaf aan de gemeenten, sedert niet is ver
anderd. Jaar op jaar werden nieuwe kos
ten op de gemeenten gelegd, dank zij nieu
we metten, in totaal 26.
Voor de uitvoering hiervan werd aan de
gemeenten 25 pet., 50 pet., een enkele maal
70 pc;, uitkeering gegeven.
Enkele uitkeeringen o.a. voor armlastige
krankzinnigen, voor vervolgonderwijs wer
den ingetrokken. Dus de nood ontstond door
het regeeringsbeleid, dat de gemeenten als
pakezels beschouwde. De wet van 1897 hield
geen rekening met de toenemende lasten,
welke op de gemeenten werden gelegd. Aan
Dr. F. M. WIBAUT
welken eisch moet nu een regeling van de
financieele verhouding voldoen? Het ont
werp De Geer-Kan brengt geen oplossing. De
gemeente, als orgaan voor gcmeenschaps-
zorg, zorgt voor gezondheidsondArwijs, on
derwijs, volkscultuur, enz. Het gemeentebe
stuur is beter op de hoogte van de behoeften
van de bevolking, clan welk orgaan ook. De
gemeenten moeten dus middelen hebben om
de voorzieningen te kunnen uitbouwen. Als
men ook de bevoegdheden heeft uitgaven
te doen, rnoet men ook bevoegdheid hebben
om de. uitgaven te dekken.
En de gemeenten kunnen hun eigen inko
men zoo régelen, dat ze in eigen behoeften
kunnen voorzien.
Dan bespreekt Dr. Wibaut het ontwerp de
Geer, dat door de pers zeer goed is ont
vangen. Dc nivelleering er in aanbevolen,
is zeer mooi. Doch onduidelijk was, wat de
invoering van hot ontwerp in de praktijk
zou uitwerken. Nog is onbekend, hoe de 80
millioen zullen worden verdeeld. De Veree-
niglng van Nederlanscho gemeenten heeft
te dier zake een onderzoek ingesteld. "Waar
schijnlijk zal haar rapport worden gepubli
ceerd. Spr. meent echter, dat de wetgever
zich duidelijker had moeten uitlaten. Art. -4
van het ontwerp regelt de uitkeering. Het
gemeentefonds zou SO millioen opleveren,
welke de nivelleering zou brengen Wordt
dit ontwerp aangenomen, dan zal het voor
alle gemeenten een hooger peil brengen,
waarop de gemeenten met de heffing van
eigen inkomsten beginnen. Om in haar in
komsten te voorzien, kon de gemeente, vol
gens de ingewonnen inlichtingen (officieel
is hiervan niets bekend) 80 opcenten op de
opbrengst van het gemeentefonds heffen.
Van 3600 gemeenten, die hierover opgaven
hebben gedaan, komen 300 niet uit met 80
opcenten. Hoe staat het nu met de gelijk
heid van de heffing van belastingen in de
verschillende gemeenten in het ontwerp?
In het ontwerp varieeren de te heffen op
centen van 0 pet, tot 6.17. Voor dc grooto
gemeenten is het ontwerp minder ongun
stig dan voor de kleinere gemeenten.
In twee hoofdsteden behoeven geen op
centen te worden geheven, een moet 53, een
55, eèn 47, een 39, een 9, een 41, een 90, een
meer dan 100 en een 13. Van nivelleering is
hierbij dus weinig te zien.
Toch zal het niet mogelijk zijn dé on
gelijkheid in dc heffing geheel te doen ver
dwijnen.
In 1927 werd voor openbare veiligheid in
de steden met meer dan 100000 inwoners per
hoofd per bevolking uitgegeven 13.26, in
steden met een bc\olking van 50 tot 100000
S.39, in die met 20 tot 50000 zielen 5.75.
enz., totdat men in die met minder dan
5000 zielen 1.99, voor veiligheid uitgeeft.
De uitgaven voor de volkshuisvesting va
rieerden in 1927 van 2,11 tot 0,30, Voor
behoeftigen en werkloozcn van 10.74 tot
206.
Daaruit blijkt, dat de verwachting, dat
de begrootingsposten, waaruit do uitgaven
voortspruiten, een groote gelijkheid zouden
aanwijzen, onjuist is. Dan leest spr. de reso
lutie, waarover straks gestemd zal worden
voor met de daarin gebrachte wijzigingen.
Ze luidt thans:
„De vereeniging van Soc. Dem. leden van
gemeenteraden en Provinciale staten:
zich voor de taak gesteld ziende een oor
deel te vormen over de beteekenis, die de
aanneming van het Wetsontwerp inzake fi
nancieele verhouding tusschen Rijk en Ge
meenten zou hebben voor het gemeentelijk
leven;
overwegende, dat de bestaande financiee
le verhouding tusschen rijk en gemeenten
dringend verbetering behoeft, opdat de ge
meenten, die thans zeer hooge inkomsten
belasting moeten heffen in staat worden ge
steld het peil daarvan aanzienlijk te ver
lagen; betreurt, dat-nog steeds de gegevens
ontbreken,' die de beoordecling mogelijk
zouden moeten maken van de vraag of de
werking van het door het wetsontwerp in
gestelde gemeentefonds als voor het oogen
blik aannemelijk kan worden beschouwd;
overwegende, dat het wetsontwerp in elk
geval zeer diepgaande wijziging beoogt in
de grondslagen van het gemeentelijk belas
tingwezen;
van oordeel, dat op den grondslag van een
gelimiteerde heffing van opcenten op de
gemeentefondsbelasting niet wordt verkre
gen een nieuw stelsel van gemeentelijke be
lastingheffing, dat zou voldoen aan de ge
biedende voorwaarde, dat het bestuur der
gemeente in staat moet zijn door eigen be
lastingheffing in de vereischte uitgaven te
voorzien;
van oordeel, dat aan deze voorwaarde
zelfs niet in voldoende mate zou worden
voldaan door de gemeenten volledige vrij
heid te geven <ot het heffen van opcenten,
op de gemeentefondsbelasting, wijl daarbij
niet, zooals bij een eigen inkomstenbelas
ting, verband kan worden gelegd met de
economische structuur en de inkomstenver-
deeling der gemeenten; haar meening op
schortende over de werking van het ge
meentefonds;
noodigt de S. D. Kamerfractie uit alles in
het werk tr stellen om bii de behandeling
van 't wetsontwerp in het bijzonder de hier
onder omschreven wijzigingen aan te bren
gen;
1. Aan de gemeenten moet de bevoegd
heid worden gelaten, die de gemeentewet
thans geeft tot het heflen van eigen in
komstenbelasting ook naast dc gemcentc-
fondsbelasting.
2. In de gemecntcfondsbelasting moet dc
progressie worden versterkt.
3. De bestaande belasting op het perso
neel moet niet worden omgezet in een ge
meentelijke verteringsbelasting, doch moet
blijven Rijksbelasting, waarvan de geheele
opbrengst, hoofdsom en opcenten, aan de
gemeente wordt uitgekeerd.
4. Voor de toekenning van dc opbrengst
van rijksgrondbelasting op gebouwde en on
gebouwde eigendommen aan de gemeenten
worde een stelsel aanvaard, waarbij platte
landsgemeenten niet in minder gunstige po
sitie komen dan de stedelijke gemeenten.
5. De thans geldende florensenbelasting
worde verbeterd, zoodat niemand als forens
meer zal betalen dat hij als gezetene van
woon- of werk-gemeente verschuldigd zou
zijn, waarbij lagere inkomens moeten wor
den vrij gesteld.
Ten slotte besloot dr. Wibaut dat een
aannemelijk wetsontwerp in ieder geval het
clement moet bevatten, dat de gemeente een
levend organisme is, dat in vele, betrekke
lijk onbegrensde behoeften moet voorzien.
Bepaald moet blijven, dat dc gemeenten in
de daaruit ontstane behoeften moeten kun
nen voorzien. Heel gemeentelijk Nederland
ziet uit naar dc oplossing van deze kwestie
Spr. meent op het ontwerp-opbouvvende cri-
tick te hebben uitgeoefend, maar zonder dat
wijzigingen worden aangebracht, zal het
moeilijk zijn het wetsvoorstel te aanvaar
den.
Bij de daarop gevolgde debat voerden ver
schillende sprekers het woord w.o. het twee
dc Kamerlid J. II. Schaper, de Miranda,
J. ter Laan (Rotterdam), Mevr. Mansholt
(Haren) terwijl enkele amendementen wer
den ingediend.
Nadat nog verschillende opmerkingen wa
ren gemaakt, beantwoordde de heer dr. Wi
baut dc sprekers, daarbij dc voorgestelde
resolutie verdedigend.
Overgenomen werd ccn amendement
Schaper op punt 5 der resolutie, zoodat de
eerste hiervan aldus is'geformuleerd: „De
thans geldende forensenbclasting worde in
ieder geval verbeterd".
Ook werd overgenomen een amendement
Groningen, waardoor achter punt 4 het vol
gende is toegevoegd: „b.v. door een bepaald
percentage, van de som der opbrengsten var»
die belastingen".
De resolutie is ten slotte met algemeene
stemmer, aangenomen.
Congres en tentoonstelling hebben
een batig saldo opgeleverd
Ten Stadhuize te Amsterdam is de druk
bezochte jaarvergadering gehouden van de
Nederlandsche Vereeniging tot bevordering
van den arbeid voor Onvolwaardige Ar
beidskrachten, onder voorzitterschap van
den heer J. II A. L. von Frijtag Drabbe.
Het jaarverslag van den secretaris, dr. H.
Kindermann schetst in korte trekken het
ontstaan van de A. V. O. en het houden van
een congres en het inrichten van de ten
toonstelling in het vorig jaar, die zich beide
in zulk een groote belangstelling mochten
verheugen Het aantal leden dat aanvanke
lijk 72 bedroeg, is thans gestegen tot 275.
De opmerking werd gemaakt dat zoo wei
nig gemeentebesturen lid zijn geworden.
Slechts 22 werden lid.
De penningmeester de heer C. G. Vattier
Kraane deelde mede, dat de inkomsten van
congres en tentoonstelling hadden bedragen
55223. De uitgaven bedragen 53045, zoo
dat er een batig saldo is. Men heeft nog
gelden tegoed van Rijk en Provincie, hene
vens nog enkele uitgaven.
Hierna werd overgegaan tot behandeling
van het. huishoudelijk reglement.
Bij het samenstellen is door het tegen
woordige bestuur overwogen welke vereeni
gingsvorm voor de A.VO. het meest geschikt
zou zijn hetzij een federatief verband van
instellingen die op het gebied van de vei
zorging van onvolwaardige arbeidskrachten
werken, hetzij een algemeene vereeniging.
waarvan gemeentebesturen, corporaties,
vereeniginpen en personen lid kunnen zijn
Het bestuur heeft gemeend, dat. in overeen
stemming met den oorspronkelijken opzei
der statuten, deze laatste vorm de voorkeur
verdient Het is toch de bedoeling een ver
eeniging te hebben, waarvan kracht uitgaat,
die vlug besluiten kan nemen en die bil
haar beslissingen niet gehandicapt wordt
door afgevaardigden van vereenigingen
met. of zonder mandaat en waarbij te an
derer zijde alle vrijheid gelaten wordt om
voor speciale doeloinden, zooals het oprich
ten en instandhouden van adviesbureaux,
nazorgwerkplaatsen e.d. plaatselijke ver-
eenigingen te stichten.
Over het concept werd langdurig beraad
slaagd en het werd na eenige wijzigingen
goedgekeurd.
UTRECHTSCHEWEG 10. - TEL. 179 - AMERSFOORT.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij K. B. is met ingang van 1 Februari
1929 benoemd tot burgemeester van de ge
meerite Vlieland F. C. Rab:
bij K. B. is benoemd in de rijkscommis
sie van advies voor werkverruiming F. K.
Heringa, administrateur hoofd der afdee-
ling Handel en Nijverheid bij het departe
ment van Arbeid, Handel en Nijverheid,
en is bepaald dat de benoeming van de hee-
ren ds. L. G. Kortenhof, B. F. Krantz, J. F
Nijkamp, T. van der Walle en ds. I. J. Vos
tot lid der voornoemde rijkscommissie, te
rekenen vanaf 19 December 1928 wederom
met 1 jaar is verlengd en zijn voor het tijd
vak van heden tot 19 Dec. 1929 benoemd
tot lid van vorengenoemde commissie de
heeren B. v. Eesteren te 's-Gravenhage en
K. Kruithof te Utrecht, respectievelijk lid-
werkgever en lid-werknemer van den Ne-
derlandschen Werkloosheidsraad
bij beschikking van den minister van De
fensie zijn de luitenants ter zee 1ste klasse
van de Koninklijke Marine-reserve J. ten
Klooster, G. J. de Jonge, J. M. Moerdijk en
C. H. Coster den len Februari a.s. bij de
Hoogere Marine-krijgschool te 's-Graven
hage geplaatst.
LIEBERMANN—JAN KLAASSEN
Ons landje is eon heerlijk oord,
Van vreemde smetten vrij.
Doch haast geen volk dat zoo intens
„Mesjogge" doet als wü.
Pas is nog Josefientje weg,
Met al haar reuzen-keet,
Of zie, men heeft het op m'n eer
Weer o, zoo lekker beek
Geen Josefientje Baker meer,
Dat gaat ons niet meer an.
We praten en we hou'en 't nou
Alleen met Liebermann.
Een deel der pers volet op den voet
Heer Salomon naar hier,
Kijkt of 't ie lacht of dat 't ie huilt.
En haar ontgaat geen zier.
Kolommen over Liebermann,
Met foto's enzoovoort:
Hoe of 't ie ligt of zit en staat,
Wat of hij eet aan boord.
Hij is de „man" van elk gesprek,
Waar niemand buiten kan.
Zelfs 'n oude jongejuffrouw huilt:
..Mein lieber Liebermann."
Sensatie is het. anders niet.
De ziel van dezen tijd.
Daardoor wordt hoogstbelangrijk vaak
De kleinste kleinigheid.
Laat Liebermann gerust met rust.
't Veendammerbank-verdi'iet,
Komt toch wel en als 't niet zoo is,
Is 't ook zoo erg nog niet.
Zoo wordt sensatie gefabriekt,
Opzettelijk gemaakt.
Waardoor heel veel wat ernstig is
Meer in verdrukking rankt.
Het leven vraagt thans heil'gen ernst,
Veel nuchter, koel verstand.
Ligt Hoek van Holland. Grootegnst,
Niet hei in Nederland?
Wie zich het leed, daar doorgemaakt,
Aantrekt, begrijpen kan.
Negeert het flauwe pers-gezwam,
Denk niet aan Liebermann.
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden.)
SECRETARIS S. D. A. P.
De heer Woudenberg voorgedragen.
Het Hbld. vcneemt dat in de te Amster
dam gehouden vergadering van het partij
bestuur der S. D. A. P. o.m. aan dc orde
is gesteld de vervulling van de secretaris-
vacature, ontslaan door het overlijden van
den heer Werkhoven.
Is het blad goed ingelicht, dan werd er
besloten aan het in Februari a.s. te hou
den congres voor te stellen, tot secretaris
te benoemen den heer C. Woudenberg, voor
zitter van den Algemcencn Nederlandschen
Bond van Meubelmakers en Behangers en
secretaris van de sociaal-democratische
Raadsfractie te Amsterdam.
Binnenland.
DE UNIE VAN UTRECHT.
De raad van arbeid te Nij
megen vlagt niet.
De raad van arbeid te Nijmegen heeft in
zijn jongste vergadering behandeld de cir
culaire van den minister van arbeid, han
del cn nijverheid, waarhij nadat de mi
nisterraad besloten had, dat op 23 dezer door
dc rijksinstellingen zal worden gevlagd ter
herdenking van de Unie van Utrecht aan
de raden van arbeid werd verzocht, ook te
vlaggen. Dc voorzitter en bestuursleden stel
den voor dit niet te doen. Dienovereenkom
stig werd met algemeene stemmen beslo
ten.
Door E. PHILIPS OPPKNHEIM.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B.
Monica kwam vastberaden van het meer
verwijderde gedec-lte der kamen Zij strekte^ de
hand uit, om haar lippen speelde een glim
lach. Haar oogen zochten de zijne.
Je zult mij de hand niet weigeren, neef
Francis? Wij zijn oude vrienden en je hebt je
handen in mijn belang gebruikt.
Hij bleef onbewogen, ijskoud, onbeleefd en
onhartelijk.
„Ge moet mij voor het oogenblik excusee-
ren", verzocht hij stijf. JDe leekengewoonten
zal ik mij ongetwijfeld geleidelijk eigen ma
ken.*'
Monic® lachte, een beetje gedwongen, maar
zij weeV liet.
„Indien ik mijn zin tiad gehad h*r nnerdc
zij hem, „zou je thans reeds er aan gewend
zijn. Ik deed mijn best je uit het klooster te
houden. Herinner je je
Haar stem klonk zachter. Den anderen
scheen het een prachtig tooneelspel. Eusmtius
had b;jv. zijn zuster nooit meer bewonderd.
Er was zelfs niet een schijn van verandering
in de uitdrukking van het gelaat van den
jongen man, dien rij toelachte.
„Ik herinner me. dat u tot mij sprak op
wallen in mijn proefnacht", gaf hij toe.
dra ik door de poort was, was het mijn plicr.*
te vergeten en ik vergat.
.Zelfs mij?" vroeg Monica, met een verruk
kelijk smoeken in haar stem en een licht op
trekken der wenkbrauwen.
„Zelfs u", antwoordde hij beslist.
Monica bleef een oogenblik waar zij stond,
zonder tc sprc-ken of zich te bewegen. Francis
maakte den indruk van iemand, die geduldig
wachtte, voor het geval zij neg meer had te
zeggen. Met een licht schouderophalen gaf zij
het tweegevecht op en, zich omkcerc-nd, viel
zij neer in een fauteuil. Zij had het gevoel,
dat zij zich had aangeboden als kampioen voor
de familie c-n verslagen was.
„Onze lieve neef is hier niet gekomen om
ons complimenten te maken", merkte zij
eenigszins bitter op. „Ik geloof, Francis. dat
ik je aardiger vond op de wallen von Pellini.
Sir Stephen vond, dat het tijd werd dat hij
tussohenbeiden kwam.
„U allen moet rekening houden met een
eigenaardigen kijk op de wereld van uw neef,
lady Monica", drong hij aan. „U moet u her
inneren, dat hij de laatste jaren volkomen afge
sloten is geweest van de wereld. II: was ver
baasd, toen bij mijn jongste bezoek aan het
klooster de dagelijksche leefwijze aan mij werd
uitgelegd."
Johnson verscheen geluidloos, gevolgd door
een bediende, die de thee met toebehooren bin
nenbracht. Zelfs zulk een duidelijke storing was
een verlichting voor al de aanwezigen.
„Je hebt, vrees ik, vt~el ontberingen geleden",
merkte lord Henry hoffelijk op.
„Een verschrikkelijke toer moet dat opstaan
bij het aanbreken van den dag zijn geweest
zoo uitte zich de sympathie van Eustatius.
„Dat leven zou zeker geen van u hebben aan
getrokken", gaf Francis toe op een toon, die
bijna ruw klonk. „Het was echter een leefwijze,
die ik uit vrijen wil had gekozen en die ik om
vele redenen ongaarne heb opgegeven."
Sir Stephen knikte bevestigend.
„Het viel mij buitengewoon moeilijk, hem
te overtuigen", zeide hij.
Er volgde een korte pauze. De thee was
klaargezet. Johnson en zijn volgeling verlieten
dc kamer.
„Wil je niet naast mij komen zitten, Fran
cis V' noodigde lady Henry hem uit, plaats ma
kend voor hem.
Hij nam de ledige pioats met een lichte bui
ging aan.
„Ik ben zeer trotsch op mijn thee", babbelde
lady Henry voort. „Oranje pecco uitgezochte
bladen. Ik neem tegenwoordig, wanneer ik naar
het vasteland ga, steeds een kistje cr van mee.
Ik herinner mij heel goed, dat te Pellini de thee
slechter was don ergens anders. Verschrikke
lijke slappe thee, vermoed ik, dat ze u heb
ben voorgezet in het klooster."
,.Wij leerden daar wel ons verhemelte ver
geten", antwoordde hij. „Nu wij toch op dit on
derwerp zijn, mag ik u over het algemeen een
verzoek doen", voegde hij er aan toe, na een
oogenblik pauze. „Geen van u, zelfs niet sir
Stephen, begrijpt de leefregels ons voorge
schreven en door ons genoten in dc plaats van
waar ik gekomen ben. Mag ik u verzoeken in
onze verdere gesprekken er geen verdere toe
spelingen op te maken
„Een zeer redelijk verzoek", gaf lord Henry
toe. „Een wensch, die zal worden geëerbiedigd."
„Zooals ge wilt natuurlijk, Francis", stemde
zijn tante toe. „Maar ik ben er van overtuigd,
dat het slapgoedje was."
„Wat een saaie Piet ben je", zuchtte Monica.
„Ik verwachtte allerlei huiveringwekkende bij
zonderheden te vernemen."
„Ik kan u verzekeren, dat u teleurgesteld zou
zijn", antwoordde Francis. „Mijn bestaan te St.
Joseph's was zeer eenvoudig en zeer hard. Er
kan in de leefregels niet rijn. dat van belang is
voor de gewone buitenstaanders."
„Zoo, nu weet je het", fluisterde Monica met
een lichten geeuw tot haar broer, die over haar
stoel leunde.
Lord Henry bleef rijn plicht vervullen, Fran
cis had blijkbaar geen plan eenig gesprek in
te leiden.
„Het is zeker nog wat vroeg, Francis, om
je tc vragen, wat je denkt van Engeland
„Ik zal er gaan wonen", luidde het rustige
entwoord.
„Je vond Londen waarschijnlijk nogal e
drukkend
„Uitgestorven, nu het seizoen voorbij is,
moet je denken", viel Eustatius in. „Er is niets
te doen na de Good wood-races. Een doode
boel 1"
„Ik zog zeer weing van Londen", zeide Fran
cis geduldig. „Wij kwamen daar gisteravond
laat aan en het regende vanmorgen."
„Maar deze plaats, daarvan moet je zeker
houden vroeg Monica.
„Zij schijnt zeer mooi", gaf hij toe.
„Ik houd natuurlijk ven het park, en de hoo
rnen rijn prachtig, maar de mensehen komen
van alle gedeelten van Engeland om het kasteel
te zien. De slottoren is historisch en dan zijn
er de feestzaal, de terrassen aan de Zuidzijde
cn de lager gelegen tuinen Werkelijk, ik zou
bijna verlangen, dat ik jou was, Francis", ging
rij nadenkend verder. „Je zult al die dingen
voor den eersten keer zien en weten, dat ze je
toebehooren. Kon je niet een beetje meer be
langstelling toonen
Weer wilden haar cogen zijn glimlach uit
lokken. Hij keek ernstig langs haar heen.
„Indien mijn houding teleurstellend schijnt",
zeide hij, „kan ik u alleen verzoeken, u te her
inneren, dat ik kom uit een omgeving, waar men
zelden aandoeningen van eenigen aard kende."
„Dat is het", mengde zich sir Stephen in het
gesprek. „U zult daar overheen komen. U zult
thans een veel gemakkelijker leven krijgen."
„En of I" riep Eustatius uit. „Drommels, ik
^af er wat voor in je plaats te rijn, neef Francis.
Voor een jongen kerel van jou leeftijd, met
tachtig duizend pond 'sjaais, riet de wereld er
bijzonder gezellig uit. Wat een boel moois heb
jij in het vooruitricht."
„Mij lijken de vele nieuwe belangen nog een
moeilijkheid", merkte Fiancis op.
„Dat zal wel meevallen", verklaarde zijn oom
vrooÜjk. „Lieve", zoo wendde hij zich toi zijn
vrouw, indien wij klaar zijn, konden de bedien
den dc thee wel wegnemen. Ik zal even bellen.
Hel zal voor ons allen een groote opluchting
zijn e ons zakengesprek met e Fran
cis te hebben."
Lacly Henry legde haar breiwerk neer cn
stond op.
„Terwijl zij de thee wegnemen, Fianci»",
zeide zij, „moet ik je het uitzicht van het room
hier wijzen. Wij zijn zeer trotsch op het park
of liever wij zijn het geweest Er zijn geen
mooier eiken in het koninkrijk dan de eiken
van Chatfield."
Zij wandelde naar het raam en voor den eer
sten keer ontdooide Francis een beetje, terwijl
hij naast haar stond.
Lord Henry trok de advocaat bij de jas
„Hij schijnt een beetje ongenaakbaar, hè
merkte hij zenuwachtig op.
„Ondoorgrondelijk" bekende sir Stephen.
„Is Ijet u mogelijk geweest, u eenig denkbeeld
te vormen van zijn plannen?"
„Hoegenaamd niet. Hij heeft al de cijfers.
Ik zag, dot hij ze onderweg bestudeerde Hij is
heel moeilijk aan het praten te krijgen, wanneer
hij niet wil."
„Ik vrees, dat wij zullen ervaren, dat hij in
nlle opzichten zeer moeilijk is", zuchtte lord
Henry.
De bedienden hadden de kamer verlaten.
Lord H°nry schraapte zijn keel Zijn vrouw die
het teeksn begreep, keerde zirh om van het
raam. Francis vo'gde haar voorbeeld. Het lantj
verwachte oogenblik was gekomen.
(Wordt vervolgd.)