Inventaris-Opruiming. «-ïEffSFOOKTSCH DAGBIAÖ Maandag 20 Januari 1929 .DE EEMLANDEft"; 27e Jaargang No. 171 HET RIJK EN DE GEMEENTE-FINANCIEN DE SOC.-DEMOCR ATEN BIJEEN Een resolutie aangenomen ONVOLWAARDIGE ARBEIDSKRACHTEN Welke vereenigingsvorm? N.V. COMPAGNIE LYONNAISE FEUILLETON. De Wettige Erfgenaam Dr. Wibaut bespreekt in Amstcr: dam de financieele verhouding Zondag heeft in Krasnapolsky een verga dering plaats gehad van de vereeniging van sociaal-democratische raads- en statenleden, ter bespreking van het ontwerp, regelende de financieele verhouding tusschen rijk en gemeente Nadat de voorzitter der vereeniging, cïfe heer Ed. Pclak, de bijeenkomst had geopend, was iiet woord aan Dr. Wibaut. Deze wees er op, hoe het bedoelde ontwerp buitenge woon veel belangstelling heeft gewekt. Tot nu toe was de financieele verhou- ding tusschen rijk en gemeente zoo, dat het hoe langer hoe moeilijker werd de begroo ting sluitend te maken. Steeds werden de belastingen verhoogd. Toch kan men niet spreken van onvoorzichtig beheer der ge meenten, maar het is een uitvloeisel hier van, dat de wet van 1S97, die uitkeeringen gaf aan de gemeenten, sedert niet is ver anderd. Jaar op jaar werden nieuwe kos ten op de gemeenten gelegd, dank zij nieu we metten, in totaal 26. Voor de uitvoering hiervan werd aan de gemeenten 25 pet., 50 pet., een enkele maal 70 pc;, uitkeering gegeven. Enkele uitkeeringen o.a. voor armlastige krankzinnigen, voor vervolgonderwijs wer den ingetrokken. Dus de nood ontstond door het regeeringsbeleid, dat de gemeenten als pakezels beschouwde. De wet van 1897 hield geen rekening met de toenemende lasten, welke op de gemeenten werden gelegd. Aan Dr. F. M. WIBAUT welken eisch moet nu een regeling van de financieele verhouding voldoen? Het ont werp De Geer-Kan brengt geen oplossing. De gemeente, als orgaan voor gcmeenschaps- zorg, zorgt voor gezondheidsondArwijs, on derwijs, volkscultuur, enz. Het gemeentebe stuur is beter op de hoogte van de behoeften van de bevolking, clan welk orgaan ook. De gemeenten moeten dus middelen hebben om de voorzieningen te kunnen uitbouwen. Als men ook de bevoegdheden heeft uitgaven te doen, rnoet men ook bevoegdheid hebben om de. uitgaven te dekken. En de gemeenten kunnen hun eigen inko men zoo régelen, dat ze in eigen behoeften kunnen voorzien. Dan bespreekt Dr. Wibaut het ontwerp de Geer, dat door de pers zeer goed is ont vangen. Dc nivelleering er in aanbevolen, is zeer mooi. Doch onduidelijk was, wat de invoering van hot ontwerp in de praktijk zou uitwerken. Nog is onbekend, hoe de 80 millioen zullen worden verdeeld. De Veree- niglng van Nederlanscho gemeenten heeft te dier zake een onderzoek ingesteld. "Waar schijnlijk zal haar rapport worden gepubli ceerd. Spr. meent echter, dat de wetgever zich duidelijker had moeten uitlaten. Art. -4 van het ontwerp regelt de uitkeering. Het gemeentefonds zou SO millioen opleveren, welke de nivelleering zou brengen Wordt dit ontwerp aangenomen, dan zal het voor alle gemeenten een hooger peil brengen, waarop de gemeenten met de heffing van eigen inkomsten beginnen. Om in haar in komsten te voorzien, kon de gemeente, vol gens de ingewonnen inlichtingen (officieel is hiervan niets bekend) 80 opcenten op de opbrengst van het gemeentefonds heffen. Van 3600 gemeenten, die hierover opgaven hebben gedaan, komen 300 niet uit met 80 opcenten. Hoe staat het nu met de gelijk heid van de heffing van belastingen in de verschillende gemeenten in het ontwerp? In het ontwerp varieeren de te heffen op centen van 0 pet, tot 6.17. Voor dc grooto gemeenten is het ontwerp minder ongun stig dan voor de kleinere gemeenten. In twee hoofdsteden behoeven geen op centen te worden geheven, een moet 53, een 55, eèn 47, een 39, een 9, een 41, een 90, een meer dan 100 en een 13. Van nivelleering is hierbij dus weinig te zien. Toch zal het niet mogelijk zijn dé on gelijkheid in dc heffing geheel te doen ver dwijnen. In 1927 werd voor openbare veiligheid in de steden met meer dan 100000 inwoners per hoofd per bevolking uitgegeven 13.26, in steden met een bc\olking van 50 tot 100000 S.39, in die met 20 tot 50000 zielen 5.75. enz., totdat men in die met minder dan 5000 zielen 1.99, voor veiligheid uitgeeft. De uitgaven voor de volkshuisvesting va rieerden in 1927 van 2,11 tot 0,30, Voor behoeftigen en werkloozcn van 10.74 tot 206. Daaruit blijkt, dat de verwachting, dat de begrootingsposten, waaruit do uitgaven voortspruiten, een groote gelijkheid zouden aanwijzen, onjuist is. Dan leest spr. de reso lutie, waarover straks gestemd zal worden voor met de daarin gebrachte wijzigingen. Ze luidt thans: „De vereeniging van Soc. Dem. leden van gemeenteraden en Provinciale staten: zich voor de taak gesteld ziende een oor deel te vormen over de beteekenis, die de aanneming van het Wetsontwerp inzake fi nancieele verhouding tusschen Rijk en Ge meenten zou hebben voor het gemeentelijk leven; overwegende, dat de bestaande financiee le verhouding tusschen rijk en gemeenten dringend verbetering behoeft, opdat de ge meenten, die thans zeer hooge inkomsten belasting moeten heffen in staat worden ge steld het peil daarvan aanzienlijk te ver lagen; betreurt, dat-nog steeds de gegevens ontbreken,' die de beoordecling mogelijk zouden moeten maken van de vraag of de werking van het door het wetsontwerp in gestelde gemeentefonds als voor het oogen blik aannemelijk kan worden beschouwd; overwegende, dat het wetsontwerp in elk geval zeer diepgaande wijziging beoogt in de grondslagen van het gemeentelijk belas tingwezen; van oordeel, dat op den grondslag van een gelimiteerde heffing van opcenten op de gemeentefondsbelasting niet wordt verkre gen een nieuw stelsel van gemeentelijke be lastingheffing, dat zou voldoen aan de ge biedende voorwaarde, dat het bestuur der gemeente in staat moet zijn door eigen be lastingheffing in de vereischte uitgaven te voorzien; van oordeel, dat aan deze voorwaarde zelfs niet in voldoende mate zou worden voldaan door de gemeenten volledige vrij heid te geven <ot het heffen van opcenten, op de gemeentefondsbelasting, wijl daarbij niet, zooals bij een eigen inkomstenbelas ting, verband kan worden gelegd met de economische structuur en de inkomstenver- deeling der gemeenten; haar meening op schortende over de werking van het ge meentefonds; noodigt de S. D. Kamerfractie uit alles in het werk tr stellen om bii de behandeling van 't wetsontwerp in het bijzonder de hier onder omschreven wijzigingen aan te bren gen; 1. Aan de gemeenten moet de bevoegd heid worden gelaten, die de gemeentewet thans geeft tot het heflen van eigen in komstenbelasting ook naast dc gemcentc- fondsbelasting. 2. In de gemecntcfondsbelasting moet dc progressie worden versterkt. 3. De bestaande belasting op het perso neel moet niet worden omgezet in een ge meentelijke verteringsbelasting, doch moet blijven Rijksbelasting, waarvan de geheele opbrengst, hoofdsom en opcenten, aan de gemeente wordt uitgekeerd. 4. Voor de toekenning van dc opbrengst van rijksgrondbelasting op gebouwde en on gebouwde eigendommen aan de gemeenten worde een stelsel aanvaard, waarbij platte landsgemeenten niet in minder gunstige po sitie komen dan de stedelijke gemeenten. 5. De thans geldende florensenbelasting worde verbeterd, zoodat niemand als forens meer zal betalen dat hij als gezetene van woon- of werk-gemeente verschuldigd zou zijn, waarbij lagere inkomens moeten wor den vrij gesteld. Ten slotte besloot dr. Wibaut dat een aannemelijk wetsontwerp in ieder geval het clement moet bevatten, dat de gemeente een levend organisme is, dat in vele, betrekke lijk onbegrensde behoeften moet voorzien. Bepaald moet blijven, dat dc gemeenten in de daaruit ontstane behoeften moeten kun nen voorzien. Heel gemeentelijk Nederland ziet uit naar dc oplossing van deze kwestie Spr. meent op het ontwerp-opbouvvende cri- tick te hebben uitgeoefend, maar zonder dat wijzigingen worden aangebracht, zal het moeilijk zijn het wetsvoorstel te aanvaar den. Bij de daarop gevolgde debat voerden ver schillende sprekers het woord w.o. het twee dc Kamerlid J. II. Schaper, de Miranda, J. ter Laan (Rotterdam), Mevr. Mansholt (Haren) terwijl enkele amendementen wer den ingediend. Nadat nog verschillende opmerkingen wa ren gemaakt, beantwoordde de heer dr. Wi baut dc sprekers, daarbij dc voorgestelde resolutie verdedigend. Overgenomen werd ccn amendement Schaper op punt 5 der resolutie, zoodat de eerste hiervan aldus is'geformuleerd: „De thans geldende forensenbclasting worde in ieder geval verbeterd". Ook werd overgenomen een amendement Groningen, waardoor achter punt 4 het vol gende is toegevoegd: „b.v. door een bepaald percentage, van de som der opbrengsten var» die belastingen". De resolutie is ten slotte met algemeene stemmer, aangenomen. Congres en tentoonstelling hebben een batig saldo opgeleverd Ten Stadhuize te Amsterdam is de druk bezochte jaarvergadering gehouden van de Nederlandsche Vereeniging tot bevordering van den arbeid voor Onvolwaardige Ar beidskrachten, onder voorzitterschap van den heer J. II A. L. von Frijtag Drabbe. Het jaarverslag van den secretaris, dr. H. Kindermann schetst in korte trekken het ontstaan van de A. V. O. en het houden van een congres en het inrichten van de ten toonstelling in het vorig jaar, die zich beide in zulk een groote belangstelling mochten verheugen Het aantal leden dat aanvanke lijk 72 bedroeg, is thans gestegen tot 275. De opmerking werd gemaakt dat zoo wei nig gemeentebesturen lid zijn geworden. Slechts 22 werden lid. De penningmeester de heer C. G. Vattier Kraane deelde mede, dat de inkomsten van congres en tentoonstelling hadden bedragen 55223. De uitgaven bedragen 53045, zoo dat er een batig saldo is. Men heeft nog gelden tegoed van Rijk en Provincie, hene vens nog enkele uitgaven. Hierna werd overgegaan tot behandeling van het. huishoudelijk reglement. Bij het samenstellen is door het tegen woordige bestuur overwogen welke vereeni gingsvorm voor de A.VO. het meest geschikt zou zijn hetzij een federatief verband van instellingen die op het gebied van de vei zorging van onvolwaardige arbeidskrachten werken, hetzij een algemeene vereeniging. waarvan gemeentebesturen, corporaties, vereeniginpen en personen lid kunnen zijn Het bestuur heeft gemeend, dat. in overeen stemming met den oorspronkelijken opzei der statuten, deze laatste vorm de voorkeur verdient Het is toch de bedoeling een ver eeniging te hebben, waarvan kracht uitgaat, die vlug besluiten kan nemen en die bil haar beslissingen niet gehandicapt wordt door afgevaardigden van vereenigingen met. of zonder mandaat en waarbij te an derer zijde alle vrijheid gelaten wordt om voor speciale doeloinden, zooals het oprich ten en instandhouden van adviesbureaux, nazorgwerkplaatsen e.d. plaatselijke ver- eenigingen te stichten. Over het concept werd langdurig beraad slaagd en het werd na eenige wijzigingen goedgekeurd. UTRECHTSCHEWEG 10. - TEL. 179 - AMERSFOORT. UIT DE STAATSCOURANT. Bij K. B. is met ingang van 1 Februari 1929 benoemd tot burgemeester van de ge meerite Vlieland F. C. Rab: bij K. B. is benoemd in de rijkscommis sie van advies voor werkverruiming F. K. Heringa, administrateur hoofd der afdee- ling Handel en Nijverheid bij het departe ment van Arbeid, Handel en Nijverheid, en is bepaald dat de benoeming van de hee- ren ds. L. G. Kortenhof, B. F. Krantz, J. F Nijkamp, T. van der Walle en ds. I. J. Vos tot lid der voornoemde rijkscommissie, te rekenen vanaf 19 December 1928 wederom met 1 jaar is verlengd en zijn voor het tijd vak van heden tot 19 Dec. 1929 benoemd tot lid van vorengenoemde commissie de heeren B. v. Eesteren te 's-Gravenhage en K. Kruithof te Utrecht, respectievelijk lid- werkgever en lid-werknemer van den Ne- derlandschen Werkloosheidsraad bij beschikking van den minister van De fensie zijn de luitenants ter zee 1ste klasse van de Koninklijke Marine-reserve J. ten Klooster, G. J. de Jonge, J. M. Moerdijk en C. H. Coster den len Februari a.s. bij de Hoogere Marine-krijgschool te 's-Graven hage geplaatst. LIEBERMANN—JAN KLAASSEN Ons landje is eon heerlijk oord, Van vreemde smetten vrij. Doch haast geen volk dat zoo intens „Mesjogge" doet als wü. Pas is nog Josefientje weg, Met al haar reuzen-keet, Of zie, men heeft het op m'n eer Weer o, zoo lekker beek Geen Josefientje Baker meer, Dat gaat ons niet meer an. We praten en we hou'en 't nou Alleen met Liebermann. Een deel der pers volet op den voet Heer Salomon naar hier, Kijkt of 't ie lacht of dat 't ie huilt. En haar ontgaat geen zier. Kolommen over Liebermann, Met foto's enzoovoort: Hoe of 't ie ligt of zit en staat, Wat of hij eet aan boord. Hij is de „man" van elk gesprek, Waar niemand buiten kan. Zelfs 'n oude jongejuffrouw huilt: ..Mein lieber Liebermann." Sensatie is het. anders niet. De ziel van dezen tijd. Daardoor wordt hoogstbelangrijk vaak De kleinste kleinigheid. Laat Liebermann gerust met rust. 't Veendammerbank-verdi'iet, Komt toch wel en als 't niet zoo is, Is 't ook zoo erg nog niet. Zoo wordt sensatie gefabriekt, Opzettelijk gemaakt. Waardoor heel veel wat ernstig is Meer in verdrukking rankt. Het leven vraagt thans heil'gen ernst, Veel nuchter, koel verstand. Ligt Hoek van Holland. Grootegnst, Niet hei in Nederland? Wie zich het leed, daar doorgemaakt, Aantrekt, begrijpen kan. Negeert het flauwe pers-gezwam, Denk niet aan Liebermann. GROEGROE. (Alle rechten voorbehouden.) SECRETARIS S. D. A. P. De heer Woudenberg voorgedragen. Het Hbld. vcneemt dat in de te Amster dam gehouden vergadering van het partij bestuur der S. D. A. P. o.m. aan dc orde is gesteld de vervulling van de secretaris- vacature, ontslaan door het overlijden van den heer Werkhoven. Is het blad goed ingelicht, dan werd er besloten aan het in Februari a.s. te hou den congres voor te stellen, tot secretaris te benoemen den heer C. Woudenberg, voor zitter van den Algemcencn Nederlandschen Bond van Meubelmakers en Behangers en secretaris van de sociaal-democratische Raadsfractie te Amsterdam. Binnenland. DE UNIE VAN UTRECHT. De raad van arbeid te Nij megen vlagt niet. De raad van arbeid te Nijmegen heeft in zijn jongste vergadering behandeld de cir culaire van den minister van arbeid, han del cn nijverheid, waarhij nadat de mi nisterraad besloten had, dat op 23 dezer door dc rijksinstellingen zal worden gevlagd ter herdenking van de Unie van Utrecht aan de raden van arbeid werd verzocht, ook te vlaggen. Dc voorzitter en bestuursleden stel den voor dit niet te doen. Dienovereenkom stig werd met algemeene stemmen beslo ten. Door E. PHILIPS OPPKNHEIM. Geautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B. Monica kwam vastberaden van het meer verwijderde gedec-lte der kamen Zij strekte^ de hand uit, om haar lippen speelde een glim lach. Haar oogen zochten de zijne. Je zult mij de hand niet weigeren, neef Francis? Wij zijn oude vrienden en je hebt je handen in mijn belang gebruikt. Hij bleef onbewogen, ijskoud, onbeleefd en onhartelijk. „Ge moet mij voor het oogenblik excusee- ren", verzocht hij stijf. JDe leekengewoonten zal ik mij ongetwijfeld geleidelijk eigen ma ken.*' Monic® lachte, een beetje gedwongen, maar zij weeV liet. „Indien ik mijn zin tiad gehad h*r nnerdc zij hem, „zou je thans reeds er aan gewend zijn. Ik deed mijn best je uit het klooster te houden. Herinner je je Haar stem klonk zachter. Den anderen scheen het een prachtig tooneelspel. Eusmtius had b;jv. zijn zuster nooit meer bewonderd. Er was zelfs niet een schijn van verandering in de uitdrukking van het gelaat van den jongen man, dien rij toelachte. „Ik herinner me. dat u tot mij sprak op wallen in mijn proefnacht", gaf hij toe. dra ik door de poort was, was het mijn plicr.* te vergeten en ik vergat. .Zelfs mij?" vroeg Monica, met een verruk kelijk smoeken in haar stem en een licht op trekken der wenkbrauwen. „Zelfs u", antwoordde hij beslist. Monica bleef een oogenblik waar zij stond, zonder tc sprc-ken of zich te bewegen. Francis maakte den indruk van iemand, die geduldig wachtte, voor het geval zij neg meer had te zeggen. Met een licht schouderophalen gaf zij het tweegevecht op en, zich omkcerc-nd, viel zij neer in een fauteuil. Zij had het gevoel, dat zij zich had aangeboden als kampioen voor de familie c-n verslagen was. „Onze lieve neef is hier niet gekomen om ons complimenten te maken", merkte zij eenigszins bitter op. „Ik geloof, Francis. dat ik je aardiger vond op de wallen von Pellini. Sir Stephen vond, dat het tijd werd dat hij tussohenbeiden kwam. „U allen moet rekening houden met een eigenaardigen kijk op de wereld van uw neef, lady Monica", drong hij aan. „U moet u her inneren, dat hij de laatste jaren volkomen afge sloten is geweest van de wereld. II: was ver baasd, toen bij mijn jongste bezoek aan het klooster de dagelijksche leefwijze aan mij werd uitgelegd." Johnson verscheen geluidloos, gevolgd door een bediende, die de thee met toebehooren bin nenbracht. Zelfs zulk een duidelijke storing was een verlichting voor al de aanwezigen. „Je hebt, vrees ik, vt~el ontberingen geleden", merkte lord Henry hoffelijk op. „Een verschrikkelijke toer moet dat opstaan bij het aanbreken van den dag zijn geweest zoo uitte zich de sympathie van Eustatius. „Dat leven zou zeker geen van u hebben aan getrokken", gaf Francis toe op een toon, die bijna ruw klonk. „Het was echter een leefwijze, die ik uit vrijen wil had gekozen en die ik om vele redenen ongaarne heb opgegeven." Sir Stephen knikte bevestigend. „Het viel mij buitengewoon moeilijk, hem te overtuigen", zeide hij. Er volgde een korte pauze. De thee was klaargezet. Johnson en zijn volgeling verlieten dc kamer. „Wil je niet naast mij komen zitten, Fran cis V' noodigde lady Henry hem uit, plaats ma kend voor hem. Hij nam de ledige pioats met een lichte bui ging aan. „Ik ben zeer trotsch op mijn thee", babbelde lady Henry voort. „Oranje pecco uitgezochte bladen. Ik neem tegenwoordig, wanneer ik naar het vasteland ga, steeds een kistje cr van mee. Ik herinner mij heel goed, dat te Pellini de thee slechter was don ergens anders. Verschrikke lijke slappe thee, vermoed ik, dat ze u heb ben voorgezet in het klooster." ,.Wij leerden daar wel ons verhemelte ver geten", antwoordde hij. „Nu wij toch op dit on derwerp zijn, mag ik u over het algemeen een verzoek doen", voegde hij er aan toe, na een oogenblik pauze. „Geen van u, zelfs niet sir Stephen, begrijpt de leefregels ons voorge schreven en door ons genoten in dc plaats van waar ik gekomen ben. Mag ik u verzoeken in onze verdere gesprekken er geen verdere toe spelingen op te maken „Een zeer redelijk verzoek", gaf lord Henry toe. „Een wensch, die zal worden geëerbiedigd." „Zooals ge wilt natuurlijk, Francis", stemde zijn tante toe. „Maar ik ben er van overtuigd, dat het slapgoedje was." „Wat een saaie Piet ben je", zuchtte Monica. „Ik verwachtte allerlei huiveringwekkende bij zonderheden te vernemen." „Ik kan u verzekeren, dat u teleurgesteld zou zijn", antwoordde Francis. „Mijn bestaan te St. Joseph's was zeer eenvoudig en zeer hard. Er kan in de leefregels niet rijn. dat van belang is voor de gewone buitenstaanders." „Zoo, nu weet je het", fluisterde Monica met een lichten geeuw tot haar broer, die over haar stoel leunde. Lord Henry bleef rijn plicht vervullen, Fran cis had blijkbaar geen plan eenig gesprek in te leiden. „Het is zeker nog wat vroeg, Francis, om je tc vragen, wat je denkt van Engeland „Ik zal er gaan wonen", luidde het rustige entwoord. „Je vond Londen waarschijnlijk nogal e drukkend „Uitgestorven, nu het seizoen voorbij is, moet je denken", viel Eustatius in. „Er is niets te doen na de Good wood-races. Een doode boel 1" „Ik zog zeer weing van Londen", zeide Fran cis geduldig. „Wij kwamen daar gisteravond laat aan en het regende vanmorgen." „Maar deze plaats, daarvan moet je zeker houden vroeg Monica. „Zij schijnt zeer mooi", gaf hij toe. „Ik houd natuurlijk ven het park, en de hoo rnen rijn prachtig, maar de mensehen komen van alle gedeelten van Engeland om het kasteel te zien. De slottoren is historisch en dan zijn er de feestzaal, de terrassen aan de Zuidzijde cn de lager gelegen tuinen Werkelijk, ik zou bijna verlangen, dat ik jou was, Francis", ging rij nadenkend verder. „Je zult al die dingen voor den eersten keer zien en weten, dat ze je toebehooren. Kon je niet een beetje meer be langstelling toonen Weer wilden haar cogen zijn glimlach uit lokken. Hij keek ernstig langs haar heen. „Indien mijn houding teleurstellend schijnt", zeide hij, „kan ik u alleen verzoeken, u te her inneren, dat ik kom uit een omgeving, waar men zelden aandoeningen van eenigen aard kende." „Dat is het", mengde zich sir Stephen in het gesprek. „U zult daar overheen komen. U zult thans een veel gemakkelijker leven krijgen." „En of I" riep Eustatius uit. „Drommels, ik ^af er wat voor in je plaats te rijn, neef Francis. Voor een jongen kerel van jou leeftijd, met tachtig duizend pond 'sjaais, riet de wereld er bijzonder gezellig uit. Wat een boel moois heb jij in het vooruitricht." „Mij lijken de vele nieuwe belangen nog een moeilijkheid", merkte Fiancis op. „Dat zal wel meevallen", verklaarde zijn oom vrooÜjk. „Lieve", zoo wendde hij zich toi zijn vrouw, indien wij klaar zijn, konden de bedien den dc thee wel wegnemen. Ik zal even bellen. Hel zal voor ons allen een groote opluchting zijn e ons zakengesprek met e Fran cis te hebben." Lacly Henry legde haar breiwerk neer cn stond op. „Terwijl zij de thee wegnemen, Fianci»", zeide zij, „moet ik je het uitzicht van het room hier wijzen. Wij zijn zeer trotsch op het park of liever wij zijn het geweest Er zijn geen mooier eiken in het koninkrijk dan de eiken van Chatfield." Zij wandelde naar het raam en voor den eer sten keer ontdooide Francis een beetje, terwijl hij naast haar stond. Lord Henry trok de advocaat bij de jas „Hij schijnt een beetje ongenaakbaar, hè merkte hij zenuwachtig op. „Ondoorgrondelijk" bekende sir Stephen. „Is Ijet u mogelijk geweest, u eenig denkbeeld te vormen van zijn plannen?" „Hoegenaamd niet. Hij heeft al de cijfers. Ik zag, dot hij ze onderweg bestudeerde Hij is heel moeilijk aan het praten te krijgen, wanneer hij niet wil." „Ik vrees, dat wij zullen ervaren, dat hij in nlle opzichten zeer moeilijk is", zuchtte lord Henry. De bedienden hadden de kamer verlaten. Lord H°nry schraapte zijn keel Zijn vrouw die het teeksn begreep, keerde zirh om van het raam. Francis vo'gde haar voorbeeld. Het lantj verwachte oogenblik was gekomen. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5