INDRUKKEN VAN EEN DAG BIJ PHILIPS Nieuwe energieën 'N GROOTBEDRIJF HET DRAMA VOORGESCHIEDENIS ERVAN Een reconstructie van het gebeurde GROOTEGAST Een fabriekje in 1891 begonnen geworden tot een toovert paleis. 'Als het teere droomkoninkje van Heyer- mans, van dien schrijver misschien de schoonste schepping, met zijn ouders, die hij „groote broer en groote zuster'' noemt, van Amsterdam reist naar Heerlen, wordt hij bij Eindhoven even wakker „Goeie morgen, groote broer" zei-ie, nog slaapdronken. Daar most-ie zelf om lachen. En toen keek-ie z'n oogen uit. In grauwe, log-bruine lucht, door grimmige koppen geploegd, statigde 'n sprookjespaleis, nog hooger haast as de wolken, en 'r waren een lichies in, 'n lampjes, 'n brandendo sterren, of 'r 'n poort van den hemel bij vergissing openstond en je de kamertjes van de engelen binnenkeek. „O, zie je dat Moeder?... Zie je dat Vader?..." fluis- terde-ie, om de menschen, die achterover leeën te slapen, niet wakker te maken „Zie je dèt Daar woont de betoo- verde prinses Het is de visie van een klein en droo- marig kereltje, dat op dat oogenblik nog weinig vermoedde, dat eens, veel later, zich de poorten van dat sprookjespaleis ook voor hem zouden openen, toen hij al bijna een man was geworden, met al haar op de bovenlip en den baard in de keel, die zijn brood er moest gaan verdienen. Do visie van een kincL Maar ook zij, die geen kinderen meer zijn, zullen als zij er voor het eerst tegenover staan, vooral des avonds, het zien, zooals droomkoninkje het zageen sprookjespaleis van een betoo- verde prinses. Trouwens in dit paleis woont ook wer kelijk pon prinses, schoon een veel reëelere en modernere dan Doornroosje en zeer ze ker niet in een honderdjarigen slaap ge doken. Integendeel, deze prinses is zeer kwiek en monter, zij regeert met forsche hand de wereld, haar ministers zijn man nen van dezen tijd, geen prinsen met be- pluimde mutsen en fluweelen buizen, en haar naam is „electriciteit"Zeker, ook hier is het sprookje en het is misschien wel fantastischer dan de sprookjes van honderd jaar slapende dames, dio door sentimenteele heerschappen tenslotte wor den gewekt. Want het is het sprookje van onzen tijd, van werkkracht en mensche- lijk vernuft, van genie en durf, van on gebreidelde energie en ook van vurigen strijdlust, die het schijnbaar onmogelijke mogelijk gemaakt hebben. Een fabriekje, in 1891 begonnen, met weinig kapitaal en ongeschoolde werk krachten. Een werktuigkundig ingenieur, die ook wel voor chemie voelt en gelooft, dat er wat zit in gloeilampen. De eerste jaren verlies. Dan in 1895 voor het eerst 11.000 winst Ontzaglijke moeilijkheden, telkens nieuwe uitvindingen, die in het buitenland gedaan, de bestaande metho des waardeloos maken. Geen nood. Hier vindt men het ook en vaak beter. Steeds grooter bloei. Dan de oorlog. Duitschland verbiedt uitvoer van glas. Binnen een half jaar blazen ze bij Philips zelf de ballons. Duitschland verbiedt uitvoer van Argon- gas, het is het eenige land, dat het le vert Binnen een half jaar maakt Philips zelf Argongas, beter van kwaliteit dan het Duitsche Coup d'essai, coup de uk litre Nu is de, Philips edelgasfabriek de groot ste van Europa. In elf jaar tijds Het klei ne Philipsfabriekje van 1891 is nu een macht geworden, waar heel het land mee rekent. Meer dan 15000 arbeiders, een eigen arbeidersdorp met mooie hygiënisch inge richte huisjes, eigen scholen op allerhand gebied, een laboratorium scheidkundig en natuurkundig) waarvan Prof. Compton, de winnaar van den Nobelprijs 1927 voor na tuurkunde, verklaard heeft, dat het het beste is van Europa en op één lijn gesteld kan worden met de twee allerbesten van Amerika, eigen sportvereenigingen, en zoo voorts. Een bedrijf, dat niet alléén een groote industrie is, maar een cultureele macht vertegenwoordigt in ons land. In 1895, dus nauwelijk 33 jaar geleden, werden vijf honderd lampen per dag ge maakt, nu bijna 300.000 Zelfs het minst chauvinistische hart za! toch even warm worden bij de gedachte, dat dit alles in ons té vaak klein ge noemde landje, mogelijk was. Impressies van een leek van dit bedrijf, ze zullen den lezer geen gedetailleerde be schrijving geven van de technische ver vaardiging der gloeilampen, want de in drukken, die je hier krijgt, zijn als van een wonder, dat je niet bevatten kunt, zelfs al legt de technisch zéér onderlegde geleider ook alles zeer haarfijn en overzichtelijk uit. Misschien is het ook beter zoo en is de indruk er te dieper en overweldigender door. Heeft niet een groot philosoof eens gezegd, dat we nooit moeten trachten hei wonder te doorgronden, omdat het dan op houden zou wonder te zijn Een Fordbusje brengt ons naar de Glas fabriek, die op eenigen afstand van de gloeilampenfabriek ligt. Eerst een onaf zienbare lange hal, waar de potten van vuurvaste klei gemaakt worden voor de glasovens. Deze worden hier met de hand vervaardigd. We zien er de arbeiders, die de klei met zorg eerst met de voeten kne den, dan zien we, hoe de grove vorm wordt opgezet en eindelijk, hoe met oneindige zorg de pot voltooid wprdt. Deze moet vol komen humogeen zijn, omdat er anders bl] de ontzaglijke temperatuur van 1200° Cel sius barsten 2ouden ontstaan. We zien den arbeider zijn werk volbrengen met de toe gewijde aandacht van een kunstenaar en het resultaat is waarlijk als een kunst werk, zoo fijn en volmaakt afgewerkt. Aangezien deze potten slechts 6 a 7 weken kunnen worden gebruikt en 5 6 maanden moeten drogen, kan men zich voorstellen welk een ontelbaar aantal hier opgesteld staan. Dan, de afdeeling waar de grondstoffen, die later het glas zullen vormen, gemengd worden in groote schudmachines. Wit zand en roode menie en potasch en soda liggen er in hoopen. Het is weer voor den leek het mysterie, dat uit deze stoffen het won derlijke glas ontstaan zal. Hot is den schei kundige misschien heel duidelijk onze geleider lacht wat om onze verbluftheid maar den ter zake ontwetende is dit. alles wel erg onbegrijpelijk. De mannen dragen hier stofmaskers, want sommige dezer grondstoffen zouden nadeelig voor de gezondheid kunnen zijn, maar Philips zorgt voorbeeldig voor zijn menschen en op deze wijze is gevaar uit gesloten. Dan de glasblazerij zelf. Een onafzien bare hal met talrijke ronde verhoogingen, waarop glasovens met hun blakende mon den van vuur. Daaromheen de glasblazers met de blaasroeren, waaraan de vurige bol letjes gloeiend glas. Duizenden dansende dwaallichtjes. Onwillekeurig denkt men even„Als droomkoninkje, die hier later zelf werkte, toen hij een groote jongen was geworden, dit eens had mogen zien, toen htj nog het kleine kereltje was, dat op dien avond in den trein zoo verrukt was van het sprook jesachtige, groote fabrieksgebouw. Hoe prachtig zou hij dit toén gevonden hebben! Waar de indruk zelfs voor een volwassene looverachtig is. In dit fabrleksgedeelte heerscht nog de handenarbeid en dat maakt het misschien juist zoo boeiend. Hier is iedere arbeider een persoonlijkheid, een kunstenaar, en schijnt het haast, of hij als kunstenaar iets meegeeft van zijn persoonlijkheid aan het ding, dat hij maakt. Zie, hoe onbeschrijflijk handig hij het klontje vloeiend glas, aan het uiteinde van zijn blaasroer, wentelt, zwaait, weer wentelt, er even wat lucht in blaast en weer wentelt tot het zoowaar al den vorm van een gloeilamp begint te krij gen, dan even in den vorm aan zijn voeten en de oervorm van den ballon komt glan zend te voorschijn. Het is de telkens weer- keerende verrassing, het te voorschijn ko men van die volmaakte glasvormen in al lerhande maten en modellen, tot de groote melkglazen (Argenta) armaturen toe. Zie dan hoe handig het jeugdig maatje na even vijlen den te langen hals van de blaaspijp aftikt. En zie dan voor&l ook het buizen- trekken. „Kijk hier", zegt onze geleider en sleurt ons mee. Een lange baan. Een der glas blazers heeft uit den oven een klomp gloeiend glas genomen aan zijn blaasroer en na verschillende ons onbegrijpelijke manipulaties van het glas ronddraaien op een ijzeren plaat en weer nieuw vloei baar glas er bij nemen en weer draaien, komt er een ander bij, die met zijn pijp waaraan hij reeds een soort glazen schaal tje gemaakt heeft, den glasklomp opvangt en nu gaan beiden lanezaam, zeer zorgvul dig, zeer voorzichtig achteruitloopen. steeds blazend met geweldige bolle wangen als de wind uit het sprookje en wij zien het rood gloeiende glas plotseling worden tot een kristal heldere glazen buis. Een ander paar is naast deze twee bezig. Aan het einde van de baan zit een manneke cn snijdt met een laconiek gezichtje de buizen netjes tot stuk ken van gelijke lengte. De buizen zijn van verschillende door- snode. „Dat doen ze op het gevoel, meneer, handigheid, oefening", zegt de ingenieur. Jawel oefening, maar het blijft toch onbe grijpelijk, dat ze dat kunnen 11 m.M., 15 m.M., 20 m.M., precies de maat, het scheelt «een fractie van een millimeter. Het blijkt ook de zwaarste en veel- eischendste arbeid te zijn, dat buizentrek- ken. „Daarom doen we het óók al mecha nisch", en twee minuten later staan we In de afdeeling, waar dit gebeurt. Voor den technicus misschien overweldigend, deze machines, die tot ia het oneindige buizen oroduceeren, maar ons overweldigde toch meer die eenvoudige mannen, die zoomaar ip het gevoel de buizen op precies de ge- wenschte dikte wisten te trekken. „Nu gaan we kijken hoe de lampen ge maakt worden", zegt de geleider, die nog heel jong is en die wel heel erg knap moet zijn, want ondanks zijn jeugd is hij al ja ren ingenieur. Dit zijn wel de menschen, die ze hier hebben moeten en die mede hel pen kunnen de zaak steeds grooter te ma ken. Vaart is er in alles en een ieder schijnt er van bezeten te zijn. Tenminste wij ^r|J" gen geen gelegenheid ergens lang te blij ven kijken en de indrukken op ons te laten inwerken. We kunnen slechts even vluchtig de ra dio-fabriek, waar de ontvangtoestellen, g«- lijkrichters. luidsprekers, enz. gemaakt wor den, het laboratorium, de papier- en car- tonnagefabriek bezichtigen. Op de*) terugweg naar de groote fabriek komen we voorbij een allerliefst modern gebouwtje Philips Kleuterschool. Even er in. Het is alleraardigst. Ongelooflijk keu rig ingericht en popperig klein alles, de stoeltjes, de tafeltjes, de bankjes voor de kleuters. Hier wordt het kroost van Phi lips' arbeiders overdag zoet gehouden en zoö wordt reeds op dezen jeugdigen leef tijd de eerste grondslag gelegd voor een betere toekomst. Want in zoo verzorgde om geving, onder zoo goede leiding, moet het komende geslacht, dat hier reeds zoo vroeg den invloed ondergaat van netheid, rein heid, licht cn lucht, wel opgroeien tot een psychischen levensstandaard van beter en hooger kwaliteit dan de vorige generaties. Dan weer de gloeilampen- en radiolam- penfabrlek. Weer eindelooze zalen. Nu al les machines. Maar machines, die van een zoo wonderbaarlijke ingonleuzlteit zijn, dat ze soms wel menschelijk schijnen, zooals ze, als met voorzichtige menschelijke han den, de onderdeelen aanvatten en zorgvul dig in elkaar zetten. Hier zien we het heoij le proces, hoe de gloeilichamen, die in de gloeilamp behooren, eerst in elkaar gezet worden, hoe die dan weer in de ballons worden gebracht, hoe er de koperen dop opgezet wordt, hoe tenslotte het fabrieks merk erop gebracht wordt en hoe ze proefbranden. De kamer met de brandra men, waar de duizenden lampen branden. ,,'N lampies, 'n lichies je moet er doot- een donker glaasje kijken, anders zou je er verbiJnd vandaan komen. We zien, hoe wolfraamdraad getrokken wordt, een blijkbaar enorm geniaal proces, omdat het wolfraam een poeder is, dal bilna niet in vasten toestand te brengen is. we zien den draad oerst als een tele foondraad zoo dik gewonden worden om immense spoelen cn dan om steeds kleinere spoelen, tot hij zoo dun is, dat do miscroscooD er op gesteld moet worden om le controleeren vijfmaal dunner nog dan een menschcnhaar. We zien de meisjes, met een onbeschrijfelijke handigheid, de dra- denden op het glazen raampje aanbrengen, dat later als geheel het gloeilichaam zijn zal, we zien... we zienzooveel, dat het niet meer te onthouden is, dat het wordt als. het flitsen van een moderne film dat de indrukken worden verward in ons brein tot een beeld als een futuristische creatie van Kandinsky of Picasso cn dat is waarlijk niet bevorderlijk voor de klaar heid van begrip. Na een kijkje in de radiolampenafdee- liug te hebben genomen, wippen we nog even de polikliniek binnen en zien er de Drachtige moderne inrichting, die werkt voor het lichamelijk heil der arbeiders, we krijgen een kijkje op het psychotechnisch bureau, waar de menschen die solllicitee ren op hun psychische kwaliteiten be proefd worden en waar met een wonder lijk systeem van bladen papier met puntjes bezaaid, waardoor ze verticale cn horizon tale strepen zetten moeten, met strikvra gen cn associatieve woorden, dio onthou den moeten worden en nog veel meer, na te gaan is, of ze bruikbare krachten zijn. Dit systeem schijnt, zeer te voldoen en Philips is natuurlijk weer een der eerste indnatrieèn, die het toepaste in ons land Het heeft dit groote voordeel, dat men er pen zekerder selectie van werkkrachten maakt en vele menschen er de ellende door hesnaart van aangenomen te worden, ter wijl spoedig daarop blijkt, dat ze niet ge schikt zijn. Dan is het avond geworden cn merken we, dat we een ganschen dag in deze enorme fabriek hebben doorgebracht „Nu hebt U het belangrijkste wel zoo wat eezlen", zegt de geleider. Als we des avonds in den trein de laatste glansen van de zich met. vurige roode let ters tegen den nachthemel afteekenenden naam Philips langzaam zien verscheme ren, bedenken we nog even. dat we dezen dag wel iets heel bijzonders hebben be leefd. Want wat staan wij, die dagen kunnen doorbrengen in een Louvre of Mauritshuis urenlang neuzend voor een klein ons dier baar schilderijtje, die wekenlang snuffelen in oude boekerijen, in incunabelen, die ons soms niets leeron, vér van het. waarachtige kloppende, rhvtmische leven van dezeD tijd en wat is dit alles grootsch. overweldi gend, wat leert het ons duidelijk, dat er evolutie is, dat de wereld vooruitgaat, zoo lang er de energieën zijn als deze, die niet aléén haar bedrijf voortuitstuwen, maar ook zorgen, dat haar werk tot een cultu reele macht n klacht wordt, die zorgt, dat het leven voor den eenvoudigen mensch, die zijn brood met handenarbeid verdient, beter en schooner wordt, dan het vroeger was. O zeker, er is in dit alles een sterk bewijs, dat er evolutie is en men behoeft niet te betwijfelen, dat de moderne tech- Diek ertoe bijdraagt. Dat enkele kunstzinni ge naturen gekwetst worden door de onaan gename dingen, die er nu nog noodzake lijkerwijs aan de moderniteit verbonden zijn, als daar zijn dawaai, onrust, gejaagd heid, verdwijnen van de dingen die lief, rustig, vertrouwd en mooi waren, doet er niets aan toe of af. Want dat alles is slechts tijdelijk en alleen, omdat de ge wone menschheid nu eenmaal niet in staat was gelijken tred te houden met den ra zend snellen wereldvooruitgang. Het is de ontzettende vaart, die een tijdelijke ver bijstering veroorzaakt. Maar als we het jonge geslacht zien, dat opkomt in de nieu we wereld en vooral dóór in dat arbeiders centrum en heiligdom van dc schoonste re sultaten der moderne technische weten schappen, dat aldus wel als een symbooi mag beschouwd worden van de heele toe komstige maatschappij, dan beseffen we, dat werkelijk de wereld gaat naar een rij ker en intenser leven, dat een nieuwe schoonheid zal komen inplaats van de oude. En dat het ónze fout is te treuren om Beethoven en Rembrandt, terwijl we niet zien willen, dat er iets anders voor hen in dc plaats zal komen. De herinnering is iets heel teeclers en beheerscht veelal den menschelijken geest. Maar ze belet ons té vaak de toekomst te zien AUTOBOTSING. Gistermorgen had op den Muiderstraat- weg tusschen Muiden en Naardcn een bot sing tusschen twee luxe-auto's plaats. De auto's werden zwaar beschadigd. Persoon lijke ongelukken hadden niet plaats. HET RIJKSZUIVELSTATION TE LEIDEN. Bezoek van minister Kan. Zaterdag heeft de waarnemende direc teur-generaal van den Landbouw, dr. A. J. Swaving, namens den minister van Bin- nenlandsche Zaken cn Landbouw, mr. J. B. Kan, een bezoek gebracht aan het Rijkszui- velstation te Leiden, waar in den vooraf- gaanden nacht brand was ontstaan, ver moedelijk tengevolge van zelfontbranding van chemicaliën. De lokaliteit, waarin het vuur uitbrak, is uitgebrand. De directeur van het Rijkszuivelstation, dr. van Sillevoldt, verzekerde dat de werk zaamheden in de chemische laboratoria reeds op a.s. Maandag 21 dezer, zouden kunnen worden hervat. Van den zelfkant der samenleving Naur een speciale verslaggever der „Tel." uit Grootegist meldt, heeft 't vreoselijk dra ma dat zich heeft afgespeeld, een voorspel gehad. In een klein huisje op de heide woonde S. Wobbes met zijn vrouw Aaltje van der Tuin, welke laatste ongeveer 30 jaar was. Zij hadden zes kinderen van twee tot zeven jaar. Er was vaak gebrek in de woning en na eenigen tijd kwam Wobbes op hetonzalige idee diefstallen te plegen. Hij was als oud-knecht goed bekend in het pakhuis van Stokkeboom en van de situatie aldaar geheel op de hoogte. Zoo ontvreemd de Wobbes daar huiden en wol. De diefstal len kwamen echter uit. Beweerd wordt, dat zijn vrouw hem tot een en ander zou heb ben aangezet. Wobbes werd gearresteerd en tot anderhalf jaar gevangenisstraf veroor deeld, welke straf hij aanvankelijk moest uitzitten in Leeuwarden. Later werd hij naar de openluchtgevangenis te Veenhuizen ver voerd. In deze gevangenis zon Wobbes op wraak. Hij kon het den veldwachters maar niet ver geven, dat zij hem hadden aangehouden. In zijn brieven vanuit de gevangenis aan zijn vrouw schreef hij herhaaldelijk, dat zoodra hij weer thuis kwam, hij wraak zou nemen. De vrouw was intusschen armlastig geworden en kreeg van het Burgerlijk Arm bestuur ondersteuning. Doch zij vond het bedrag van dezen steun to gering cn sprak meermalen de bedreiging uit, dat als haar onderstand niet zou worden verhoogd zij haar kinderen zou verlaten. Tijdens de af wezigheid van haar man had Aaltje het bo vendien met de echtelijke trouw niet zoo heel nauw genomen en was haar echtgenoot wel ecnigszins ontrouw geworden. Op donkere avonden kreeg zij wel bezoek van een 33-jarigen vrijgezel, die even verder hij zijn oude moeder, de weduwe Wijkstra, inwoonde. Hij oefende het beroep uit van metselaar-voeger, klompenmaker, muzikant, doch bracht zijn tijd veelvuldig in ledigheid door. Van hem ging in deze streek de roep uit, dat hij een bijzonder goed schutter was, het geen hij meermalen had bewezen. Onder zijn kornuiten van de heide gold het als een hij zonder kunststukje, wanneer hij een luci fersdoosje van een op ccn tiental meters verder geplaasten kameraad van het hoofd afschoot. Gewoonlijk werd dit bravourstukje gevolgd door een ander. Men hield dan n.b. op tien meter afstand een halve-stuiverstukje tus schen wijsvinger en duim, hetgeen Wijkstra met onfeilbare zekerheid er tusschen uit schoot. Wijkstra was de Willem Tell van dc streek. Doch nimmer heeft men vermoedt, dat deze zelfde schutter tot een zoo gruwe lijke moord als heden gepleegd in staat zou zijn. Hij stond ongunstig bekend, zoo zeide ons de burgemeester van het vredige dorp Groo- tegast, de heer W. Bonnema, met wien wij nog een kort onderhoud mochten hebben, doch een voorname eigenschap bezat'hij in groote mate, n.l. den haat tegen cle politie. Wanneer maar een veldwachter zijn wo ning naderde, ontstak hij in woede en nooit was hij tot een onderhoud met de mannen van het recht en de wet genegen. Meer malen zeide hij: „Als ze mij ooit komen ha len, schiet ik ze kapot". Maar, voegde de burgemeester hieraan toe, de bevolking van mijn gemeente is over het algemeen een goede en rustige bevolking en nooit onder vind ik eenigen last van hen. Daar, waar de heide overloopt in de Friesche grens, wonen eenige belhamels, die in staat zijn iemand te vermoorden. Doch nooit heb ik geweten, dat hier een mensch zou wonen, die een medeschepsel in koelen bloede kon vermoorden. Tijdens den omgang \an Wijkstra met vrouw Wobbes werden beiden het eens over de te volgen gedragslijn. De meest verfoeie- lijke daad, welke een moeder kan volvoeren, volbracht deze vrouw: zij verliet haar kin deren en ging daarop bij haar minnaar in wonen. Diens moeder ging daarop bij haar dochter inwonen te Tolbert. Aan de moedwillige verlating van dc kin deren kwam echter de rechterlijke macht te pas. Van de justitie te Groningen kwam, ge lijk reeds in het kort gemeld, op 11 Januari het bevel, dat de vrouw desnoods met ge weld naar Groningen moest worden ver voerd, ten einde gehoord te worden. Bij de eerste aanmaning had de vrouw echter ge weigerd naar de hoofdstad te komen. Nu echter werd de zaak ernstiger, ver volgde de burgemeester, want de Officier van Justitie had ons gemachtigd desnoods met geweld de weigerachtige en onwillige binnen te brengen. Wetende met welk een gevaarlijk stel menschen ik te doen had, had ten stadhuize een overleg plaats tus schen gemeenteveldwachters en rijkspolitie. Afgesproken werd dat vier politiemannen zich des morgens in de vroegte om acht uur naar het kleine huisje zouden begeven, om in het nachtelijk donker dc woning aan den Zandweg te naderen en te trachten hun opdracht te volvoeren. De omgeving was door den jongsten sneeuwval in een win- tersch landschap herschapen en zoo togen onze wakkere mannen op pad. Wat toen pre cies is geschied, zal wel nooit geheel wor den opgehelderd, doch naar uit do gotui- genverhooren valt op te maken, moet het zóó gegaan zijn. De oudste van het viertal M. van der Moolen, een in Grootegast algemeen gezien cn geacht dienaar der wet, die tevens de meest bezadigde is, zou het eerst de woning binnentreden om Aaltje te sommeeren. Toen Van der Moolen de woning naderde stond Wijkstra reeds in de deur. Wat moet je, zal hij gezegd hebben. Ik kom op last van de Justitie, zoo zal het wederwoord geklonken hebben, om je vrouw te halen. Die krijg je nooit, luidde het weder, en tegelijk trok Wijkstra een browning en schoot Van der Moolen door het hoofd. Toen de andere politiemannen een schot hoorden zullen twee van hen op eenigen af stand het huis nader geslopen rijn, terwijl een derde dekking heeft gezocht in een droge sloot, aan den kant van den weg. Doch Wijksloot lag op de loer cn schoot een kogel van achter de deur uit zijn karabijn op de mannen der wet, die op de deurope ning terug hadden „eschoten. Plotseling werd alles stil en de op het schieten angstig toegesnelde buren, die op minstens dertig meter afstand wonen, von den die lijken op het erf liggen. Het lijk van een hunner lag over het met ijs bedekt slootje. Het blanke ijs en de witte sneeuw waren door het bloed rood gekleurd. Daarna begaf Wijkstra zich naar de achter het huisje gelegen schuur, haalde hooi en stak het huis in brand. Aaltje van der Tuin, die het intusschen op de zenuwen had gekregen, liep schreiend het huis uit en zocht een voorloopig onder dak hij dc buren. Toen greep Wijkstra zijn fiets en is weggegaan. Hij begaf zich aan vankelijk naar zijn gehuwde zuster waar ook zijn moeder inwoonde, van wie hij af scheid heeft genomen. Onderweg ontmoette hij eenige bekenden wien hij toeriep: „Ik heb vier agenten dood geschoten en nu ga ik weg". Toen hij bij zijn zuster was aangekomen en zijn moeder de daad had bekend, nam hij na het vertellen van zijn relaas hartelijk afscheid van haar en zei tot haar: „Nu neem ik afscheid van jullie, want je ziet me nooit meer terug." Inmiddels waren de lijken op een auto gelegd en naar Groningen vervoerd. Wat er verder geschiedde is reeds bekend uit hetgeen wij vanmorgen mededeelden. Men seint ons uit Groningen: Zooals wij reeds meldden, heeft Wijk stra, de moordenaar van de vier agenten te Grootegast, een volledige bekenis afge legd. Uit het verhoor is nog komen vast te staan, dat drie der veldwachters gedood zijn door den kogel. De vierde, de veld wachter Meijer, werd niet doodgeschoten, doch slechts ernstig gewond. De misdadi ger heeft toen dezen man gedood door hem den hals af te snijden. Meijer heeft zich hierbij verweerd en bij de worsteling Wijk stra aan de hand gewond, worsteling Wijkstra aan de hand gewond. Naar de Nieuwe Pr. Gr. Crt. meldt, zal de teraardebestelling van de beide ge meenteveldwachters Woensdag te Groote gast plaats vinden, van Meijer om 12 uur en van Van der Molen om 3 uur. De stof felijke hulsels van Hoving en Werkman worden, zooals reeds is gemeld. Dinsdag te Groningen begraven. Deelneming van den minister van justitie. De Minister van Justitie heeft Vrijdag na ontvangst van het bericht omtrent het voorval te Grootegast, den Procureur-Gene raal te Leeuwarden geseind, dat hij door do medtdeeling van hot gebeurde, ten zeer ste was geschokt en dezen opgedragen aan de nagelaten betrekkingn van do slacht offers 's Ministers groote deelneming to doen beluigen. DE RAMP MET DE „PRINS DER NEDER LANDEN". Door den heer Vruggink, Commissaris der loodsen cn agent der Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij werd namons don Mi nister van Defensie cn den Inspecteur-Ge neraal van het Loodswezen een bezoek van rouwbeklag gebracht aan de nagelaten be trekkingen der bemanning van de „Prins der Nederlanden". Er is besloten, dat het lijk van een der leden van cle bemanning van de „Prins der Nederlanden", W. Meuldijk, Dinsdagmorgen a.s. om 11 uur op de algemeene begraaf plaats te Maassluis ter aarde zal worden besteld. Het. stoffelijk overscnot wordt van Hoek van Holland vervoerd, terwijl cle be grafenis zal plaats vinden vanuit het woon huis zijns vaders. Bij de begrafenis zullen o.m. cle Burge meester dezer gemeente en de Schout bij Nacht tegenwoordig zijn. DE POLITIE-VERORDENING TE KRIMPEN A. D. IJSSEL. De verboden optocht. Do kantonrechter te Schoonhoven heeft L. J. v. d. L„ L. V. en P. de G., reep. voor zitter, secretaris cn penningmeester van de muziekvereeniging Kunst en Strijd te Krimpen aan den Jssel, wegens overtre ding van het verbod van den burgemeester aldaar, tot het houden van een optocht op 15 September j.l„ ieder tot 50 cent boete veroordeeld. De burgemeester had dit vor- bocl gegrond op den wensch, reeds des Za terdagsavonds een stemming van rust in de gemeente te hebben ter voorbereiding van de Zondagsrust. De ambtenaar van het O. M. had in do vorige zitting vrijspraak gevraagd, en als zijn meening uitgesproken, dat de politie verordening van Krimpen aan den IJssel niet meer paste in dezen tijd. ERNSTIG AUTO-ONGELUK. Toen gisteravond de heer van E. uit Maas tricht met zijn auto uit Vaals naar Maas tricht kwr V slipte de wagen op den Keer- derberg. D« heer van E„ die zelf chauf feerde was op slag dood. Zijn dochter werd ernstig gewond cn is naar het ziekenhuis alhier overgebracht. De twee andere inzit tenden kwamen met den schrik vrij.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 6