WAT DE NEDERLANDSCHE PERS ZEGT EEN BEDREIGING VAN DEN VREDE? DE VRAGEN STAPELEN ZICH OP 'T MES OP DEN KEEL „Men wordt er stil van' DE REGISTREERING BIJ DEN VOLKENBOND IN 1920 De tekst der brieven EEN DEMENTI VAN BRUSSEL Heroaaldehjk uitleg verstrekt? Bijna alle bladen loonen ongerustheid, Van de Nieuwe Rotterd&msche Courant nemen wij het volgende over: !n vollen vredestijd en onder vigeur van het grondverdrag van deD Volkenbond, dat vóórop stelt het desideratum, dat de inter nationale betrekkingen, die op de recht vaardigheid en de eer moeten gegrondvest zijn, in het openbaar (au grand jour) be- hooren te worden onderhouden, in zóón tijd zien wij Frankrijk en België in het aartsgeheim een militair verdrag aangaan, dat ook het bevriende Nederland geldt; en die Nederlandsche oriëntatie krijgt in 1927 bij het jaarlijksche „concert" der generale staven zóódanige vórmen, dat zij moordend mag heeten voor de goude trouw, waarop wij althans van den kant van Frankrijk meenden aanspraak te mogen maken Klakkeloos wordt hier toch vastgelegd, dat sedert 1919 Nederland maatregelen van ri vierpolitie genomen heeft en nog zal ne men die eventueel, ra.a.w. als het tn de kraam der generale staven zoo te pas komt, zullen kunnen worden beschouwd als niets minder dan (nettement) onvriend schappelijk en zelfs als een agressie, die dus een Fransch-Belgischen oorlog tegen Nederland zouden wettigen niet alleen, maar ook vanzelfsprekend doen zijn Ter wijl dus sedert 1919 Frankrijk en België erop uit zijn, stelselmatig, door surtaxen en sleepfaclliteicen, het Nederlandsche rivier verkeer op Straatsburg te nekken ten bate van Antwerpen, en daartegen Nederland in die jaren niets gedaan heeft, dat afwijkt van zijn beproefde politiek om de voor- het internationale verkeer zoo belangrijke Nederlandsche delta zoo goed mogelijk aan zijn doel te laten beantwoorden, en boven dien wel by voortduring erop bedacht Is, verbeteringen aan te brengen daar waar deze op haar plaats zUn, zien wij hier plot seling generale staven, voor wier gedra gingen de regeeringen volkomen verant woordelijk zijn, ln een „concert*, voorzien bij art. 6 van het militaire verdrag van 1920, vastleggen, dat uit de houding van ons lend op onze rivieren eene agressie, dus een casus belli zal zijn te construeeren! Of nu synl8che gewetenloosheid dan wel misdadige onkunde de generale staven heeft geleid, èèn ding is zeker, dat het „concert" van 1927 weer eens aantoont en dit met niet te loochenen overtuigingskracht welk een ontzag lijk gevaar erin gelegen is als de sta ten doorgaan hun buitenlandsch beleid te laten benalen door hunne generale stAven. Het „concert" van 1927 vertoont het naoorlogsche militairisme in al zijn onwelriekende voosheidTerwijl bij het Rijnpact van Locarno van 1923 Frankrijk en België zelfs met het als erfvijand gevoelde Duitschland over eenkomen. alles te zullen doen om den oorlog te bannen en geschillen, welke ook, op te lossen in der minne, stellen twee jaren later diezelfde twee landen door hunne generale staven voor welke de regeeringen, wij herhalen het, volkomen verantwoordelijk zUn bij voorbaat vast dat als het in de mill taire kraam te paö komt. Nederland zal zijn te beschouwen als de agresseur en dit op grond van volkomen uit den militairen duim gezogen daden, waar van de heeren slechts kunnen bidden, dat hun de noodzakelijkheid bespaard zal worden om hunne aantyglngen waar te maken. Het „concert" van 1927 vestigt mede wederom de aandacht op de voor de wereld vitale noodzakelijkheid, dat de Volkenbond zich niet late ontmoedi gen, rnaar voortga te streven naar eene organisatie, die zal waarborgen, dat op onpartijdige wijze worde uitge maakt, wie de agresslvist Is het ..con cert" van 1927 bewijst weer eens tot welke resultaten men anders komt. re- 6r aten. die s*->chts belachelijk zouden rei /ten heeten als zij niet zoo ellendig ei' stig warer Het Protrcol van Ge- ur-e Is en bil t hier het este, dat tot tic werd ontrt rpen door ten Volkei bOv 1. Wij willen alweer niet onderzoeken, of het ge* jtenloosheld dan we! domheid was. die den Franscnen generalen si-ef jaren na r dtn oorlog nog voedsel aeed geven aais«, het verhaal als zouden ln de eerste dage van den oorlog Dultsche troepen door het onzijdige Limburg zijn getrokken. Wat is er in de F.ntentelanden een storm van ver oritwaardiging opgegaan over deze nooit plaats gehad hebbende schending onzer on zijdigheid Wat hiervan zij. het „concert" van 1927 leert ons nu ook het besluit van dat iaar, dat in geval van een oorlog met Duitschland eene Belgisch-Britsche leger macht door Limburg 2al trekken op drie punten Nederland weet thans, waaraan het toe ishet is in het geniep verkocht en ver raden met opzljdezetting van alle goede trouw. Wel een prettige, joyeuse entrée voor den nieuwen Franschen gezant in Den Haag 1 Het spreekt van zelf, dat onze Regeering en ons land zich door de onthulling van het Utrechtscb Dagblad niet zullen laten Afdringen van onze beproefde politiek t.o van de Nederlandsche internationale wa terwsgen, maar er zal veel moeten gebeu ren. voordat wij ln Fransche en Belgische wenschen op dit punt iets anders zullen kunnen zien dan onware blaaskakerij. Doch er is meer. Niet alleen, dat zul ke dingen besproken en overlegd zijn, België verbindt zich van 6tonde af aan een net van strategische spoorlijnen te gaan maken, die voor een groot ge deelte recht op ons land worden ge richt O.m. „de lijn Antwerpen—Es- schen wordt opgehoogd en op vier spo ren gebracht; wordt in dienst genomen eind 1929." Zoo wordt nog in 1927 ver klaard. Er is intusschen nog krasser. De En- gelsche militaire attaché, die in de be sprekingen werd betrokken, ontwik kelde een plan om ónder zekere om standigheden (waarschijnlijk die van een oorlog met Duitschland) gezamen lijk met de Belgische troepen eén inval in Nederlandsch Zeeuwsch-Vlaanderett te doen. Dit wordt ondeugdelijk bevóh- den, vermoedelijk echter niet om het beginsel dat daaraan ten grondslag ligt aanval op een neutralen staat want wat wel aangenomen wordt is precies even erg. Met behulp van de Engelsche troepen zal regelrecht op Nederlandsch Limburg worden aange- marcheerd, en zal daar de doortocht worden geforceerd Neutraliteit, tractaten, al wat er tusschen Engeland en België eenerzijds en Neder land anderzijds mocht bestaan zal als een vodje papier worden terzijde geschoven, en men zal precies hetzelfde doen wat van En gelsche zijde in 1911 als de grootste grief tegen Duitschland gold men zal den neu tralen staat, ook zonder dat hij er eenige leiding toe geeft, binnenvallen, en het on recht van de oorlogsnoodzaak laten gelden Van Belgische zijde was ten tijde van de besprekingen over het (verworpen) Neder landsch-Belgische tractaat het uiterste ge daan. om van Nederland de verzekering to verkrijgen, dat daar een Dultsche doortocht door Nederland als een casu9 belli zou worden béschouwd. Als antwoord op de verkregen verzekering wordt nu kort daar op een Engelsch Belgische doortocht door Nederland ultra-geheim vastgesteld VVy, van onze zijde, zullen dit niet kwalificee ren. Het is eene zaak voor het Belgische en het Engelsche parlement, daarover een oor deel uit to spreken, gelijk veel van wat thans dóór de openbaarmaking van de ge heime overeenkomsten onthuld Is. tot heel wat discussie in de Engelsche, Fransche en Belgische parlementen zal kunnen leiden Wij zuilen het met belangstelling volgen, en zien of dit alles in de vreemde parle menten zoo maar zal worden geslikt. Euro pa Is toch sedert de jaren na den oorlóg, verzekerde immers de heer Chamberlain juist, veranderd. Of heeft hij zich vergist, en is het eenig verschil, dat de ramen van zijn departement, sedert ze hern zoo'n droe vigen aanblik gaven, geheel zijn geblin deerd 7 Slechts deze opmerking mogen wij maken, dat bij eene geestesgesteldheid als uit de bovenaangehaalde zinsnede der „interpretatie" spreekt, zoo zij thans nog bestaat, eene basis voor on derhandeling met België schijnt te ontbreken. Zoo gij mij niet gewillig volgt, gebruik ik geweld schijnt in de passage opgesloten Doet gij niet wat ik wil, dan 2a! ik „agressie" aan nemen. Eén druk op het knopje, en twes Fransche legerkorpsen staan mij gereed het lykt ons geen grondslag, om gemakkelijk te komen tot een Ne derlandsch-Belgische overeenkomst, die belde landen bevredigen kan. Mis schien zijn wij te pessimist, maar de uiterste waakzaamheid onzerzijds lijkt ons ten zeerste aanbevolen. Wat zal bet gevolg van onze publicatie zijn? De eerste vraag zoo schryft het Han delsblad zal natuuriyk zijn: „Is het echt?" Het zou ons, evenmin als de redac tie van het „U. D." verbazen, wanneer de echtheid door de regeeringen, die het slo ten, ontkend werd. Het is vrijwel gewoonte van zulke stukken, die tegen den zin. der contracteerende partijen openbaar gemaakt worden, de echtheid te ontkennen. Zulk een ontkenning zou dan ook o.i. niets be wijzen. Het ,.U. D." is, dat spreekt van zelf, van ae echtheid volkomen overtuigd; an ders zou hot niet tot publicatie zijn over gegaan. Men moet echter met zulke stuk ken zeer voorzichtig zijn, zeer wantrou wend er tegenover staan. Vervalscbing is natuurlijk mogelijk. Maar wij vertrouwen, dat de redactie van het „U. D." dat ook wel zal hebben bedacht. Zeker is: het verdrag ziet er zeer geloof waardig uit. Men wist, dat er sedert 1920 een militair verdrag tusschen Frankrijk en De brieven, welke de Belgische en de Fransche regeering in 1920 hebben gewis seld en welke op 4 November 1920 bij den Volkenbond geregistreerd zijn het ver drag bevat echter ook latere aanvullingen laten wij hier voleen. ontleend aan de N.R.C. Ten eerste de brief van de Belgische re geering aan den Franschen minister van buitenlandsche zaken Milierand. Hij is on derteekend door den Belgischen minister van oorloe Janson en den Belgischen mi nister-president Delacroix en is gedateerd 10 September 1920: .Nous avons I'honneur de faire sa- voir A Votre Excellence que Ie Gouver nement belee donne son approbation l'accord militaire dont Ie texte a été signé le 7 septembre 1920 par M. Ie Ma- réchal Focb, M. de Général Maglinse, chef d'F-tat-MaJor de l'armée beige, et M. de Général Buat, chef d'Etat-MsJor de l'armée franqaise, désignés k eet et- fet par leurs Gouvernemcnts respectifs. Le but de eet accord est de renforcer les garanties de paix et de süreté ré- sultant du Pacte de la Soriété des Na tions. II va de sol que la souverainité des deux Etats demeure Intacte quant aux charges milltaires qu'lls irnposeront a leur3 *ys respectl'i et quant 1 l'appré- ciatlon. dans chaqu, eas, de la réalisa- tion de l'eventualité en vue de laquelle Ie présent Accord est conclu". („Wij hel »n de eer >fwe Excel >nt!e te doen wetri. dat de Belgische rvgeerlng haar goeoaeurtng hec.it aan het militaire accoord waarvan de tekst is geteekend op 7 September 1920 door den Heer Maar schalk Foch. den Heer Generaal Maglinse, chef van den generalen 9taf van het Bel gische leger, en den Heer Generaal Buat, chef van den generalen staf van het Fran sche leger, daarvoor aangewezen door hun onderscheidene regeeringen. Het doel van dit accoord ia, de waarbor- gen voor den vrede en voor de veiligheid oortvloeicnde uit het Handvest van deu Volkenbond te versterken. Het spreekt vanzelf, dat de souverelni- teit der beide Staten onverlet blijft wat be treft de militaire lasten, welke zij aan hun onderscheidene landen tullen opleggen en wat betreft de waardeering, in elk byzon- der geval, van de verwezenlijking van de mogelijkheid, met het oog waarop het be staande Accoord is gesloten.") Voorts de brief van de Franschhe regee ring. onderteekend Milierand, aan den Bel gischen minister-president Delacroix, eD gedateerd 15 September 1920: „Par une lettre en date du 10 de ce mois qui portalt également la signa ture de M. le Ministre de la Dófense Nationale Belgique, Votre Excellence a bion voulu me faire savoir que le Gouvernement beige donnait son ap probation a l'accord militaire dont le texte a été signé le 7 septembre 1920 par M. le Maréchal Foch, M. le Général Maglinse, chef d'Etat-Major de I'Armée beige, et H. le Général Buat, chef d'Etat-Major de I'Armée fran^alse, dé signés a eet effet par leurs Gouverne- ments respectifs. J'ai I'honneur de vous faire con- naitre que le Gouvernement de la Ré- publique donne éga'~ment son appro bation a eet accord militaire. Le but de eet accord est de renforcer les garanties de paix et de süreté ré- sultant d" Pacte de 1" Societé d*s Na tions. II va «io soi que 1* souverainaté des deux Etats demeure Intacte quant aux charges militaires qu'ils Irnposeront a leurs pays respectifs et quant A l'ap- préciation de l'éventualité en vue de laquelle le présent Accord est conclu". De tekst van dezen brief laten wij onver taald, aangezien hij slechts in onbeduiden de bijzonderheden van dion van don Belgi schen brief afwijkt Be^ië bestond. En het gep^biicee—'e beva. Juist wat men van zUk een tra taat verwachten zou. Nu willen wij wel zeggen, dat het be staan van zulk een verdrag op zich zelf niet zoo verontrustend zijn zou. Het Is niet onbegrijpelijk, dat België, na zijn droevige ervaring in den grooten oorlog waarin héi tegen zijn zin werd meegesleept, een ver bond met Frankryk heeft gesloten, waar bij de beide moeendheden een wederzijd- sche verplichting op zich namen tot verde diging tegen landen, die een van hen bei den zouden aanvallen, en wel speciaal te gen Duitschland en tegen door Duitschland ondersteunde mogendheden Het is niet onbegrijpelijk zeiden wy. Alleen tooni het een groot gemis aan vertrouwen ln den Volkenbond, des te betreurenswaardiger na Locarno; liet bewijst ook dat Frankrijk en België zich van de verplichting, den inhoud van tractaten aan den Volkenbond mee te ieelen, niets aantrekken. Dat het tractaat gesloten i9, is wel aan Genève meegedeeldde Inhoud ia geheim gebleven. Wat zal het gevolg zijn van de publi catie? Zullen de parlementen ln de landen der contracteerende partyeD zich tegen dit geheimzinnig gedoe ver letten? Zal openbaarheid geélicht wor den? Zal de pers in die lanaen ook van Groot-BriUannië geldt dit op komen tegen militaire afspraken, die over een neutrale a! de ellende kunnon brengen, welke Belgié tusschen 1914 en 1918 geleden heeft? Wij weten het niet. maar wij ver trouwen wel, dat bij een groot deel van het publiek in de drie landen deze pu blicatie groote verontwaardiging zal wekken. Ons boezeryt natuurlijk het meest be lang in, hoe op dit alles zal worden ge reageerd ln België. In heel België want met een Vlaamsch-Waalsch ge schil heeft deze zaak niets uit te staan, wy zUn bezig te trachten met Belgié een verdrag te sluiten, dat tot een waarlijk goede verstandhouding tus schen de beide buurlanden moge lei den. En v/ij voor ons meenen. dat Ne derland zich daartoe zekere offers moet getroosten, natuurlijk zonder zoover te gaan. dat Nederland aan België voordeelen zou toestaan, die ons be staan in de waagschaal zouden stellen. Wij hebben dat bewezen door onzen strijd voor het kanaal door het Bos- soherveld. En al ging het tractaat van 1925 ons te ver. wy toonden ons tol concessies bereid. Maar het is wel moeilijk onderhan delen, als het einddoel toch is tot een blijvende vriendschap te komen, met een land, dat bij een meeningsverschil tusschen Frankrijk en Duitschland, one plotseling zou willen blootstellen aan een militairen inval, die een even groot onrecht zijn zou als Duitschland's inval in België in 1014. Wij zUn evenals in 1914 bereid, wanneer Frankrijk of Bel gië bij een nieuwen oorlog met Duitsch land een aanval door ons gebipd vree- zen, al onze macht ln te stellen om dien te keeren. En zoo zouden wy ons ook moeten keeren tegen het trekken van Belgische. Fransche, Engelsche le germachten door ons gebied. Maar al» wij steeds op zulk een mogelijkheid moeten rekenen, hoe kunnen wij dan onderhandeion in een geest van vrede en verzoeningsgezindheid? Wat wy zouden wenschen is, dat het ver drag werd gepubliceerd zooals bet werke lijk luidt met al de militaire interpreta ties. Deze officieele publicatie zoudon wy een verstandiger daad vinden dan de ge wone diplomatieke verloochening. Ieder burger in ieder land weet dan wat er gaan de is, en kan in eigen land maatregelen treffen om slechte gevolgen af te wenden. Dit is voor de verhouding der naties altijd beter, dan een duister wantrouwen qmtrent de strekking van geheime verdragen. En natuurlijk is het dan wenscheiyk, dat het verdrag zoo spoedig mogelijk wordt op gezegd. De tijd van geheime verdragen is voorbij, moest althans voorbij zijn. Maar ook militaire verdragen behooren niet thuis in het tijdperk dat toch dat van den Volkenbond moest heeten. Een bedreiging van den vrede? Het Vaderland schrijft: Van tweeën een: Het stuk, dat den inhoud heet weer te geven van het tusschen Frankryk en België gesloten militaire verdrag, zooals het Utrechtsch Dagblad dat beeft gepubliceerd, is Juist en dan kunnen we gevoegelijk het vraagteeken achter „Een bedreiging van den vrede" weglaten. Of het is een vervalsching en dan i6 er een perfidie in het spel, die ernstig ge brandmerkt dient te worden en wier pointe de vertroebeling van de Nederlandscb-Bel- gische betrekkingen uitmaakt. Maar als dat het geval is, zal opheldering niet moei lijk eijn en ka - de vrede vlet in geva» wor-en geacht. E. liepen al ^enigen tijG geruchten, ^'ït men hier te lande geheime documenten aan den man trachtte le brengen. Is dat ge lukt en is de publicatie in het Utrecht9che blad daar het uitvloeisel van? Dan zou men deze publicatie misschien als een ant woord moeten beschouwen op de vraag om opheldering, die de Belgische minister Hy- rnans tot onze regeering heeft gericht in verband met de rede, welke professor. De gepubliceerde documenten zouden. Ct~- „grove o "V als china" at«« Brussel, 25 Febr. Door het départe ment van buitenlandsche zaken alhier Z hedenmiddag hetvolgende communie*** verstrekt: Een Nederlandsche courant publiceert onder een sensationeelen titel een tekst, welke zij beweert te zijn die van het Fransch-Belgische militaire accoord en van de interpretatieve bepalingen welke zouden getroffen zyn tusschen de beide generale staven. Een vluchtige lezing van dezen tekst volstaat reeds om aan te toonen, dat men hier te doen heeft met een grove ver valsching. De Belgische regeering heeft herhaaldelijk op duideiyke en volledige wijze uitleg verstrekt inzake bet Fransch- Belgische militair accoord. Het is voldoende hierby te herinneren aan de verklaringen afgelegd tn de Kamer door den heer Vandervelde, toenmaals mi nister van Buitenlandsche Zaken, den !5en November 1927, alsmede aan den brief van minister-president Jaspar, 26 Januari ge richt tot den president der gemengde mili taire commissie. Het Fransch-Belgische militaire accoord voorziet uitsluitend het geval van een niet uitgelokten aanval van Duitschland. De tekst werd in 192Ö aan het parlement meegedeeld. Alleen de uitvoe ringsbepalingen er van, zooals deze wer den overeengekomen door de twee generale staven, zyn uiteraard geheim gebleven. Het Nederlandsche blad, dat het valêóh6 document publiceert, neemt de voorzorg voor te behouden alle waarde te ontzeggen aan het dementi, dat er tegenover zal wor den gesteld en door dit blad trouwens werd verwacht. Het is gewenscht de aandacht te vestigen op een dergelijke handelwijze, waarvan het onbetwistbare doe! is de be trekkingen tusschen Nederland en België in gevaar te brengen. Gerret6on by de Bormshulde te Utrecht heeft gehouden. De eenige wyze, om de zaak tot klaar heid te brengen, zal natuuriyk zyn een verzoek van onze regeering om inlichtingen te Brussel. Wat ons ln de eerste plaats in teresseert is, of het Fransch-Belgische ver drag inderdaad voorziet in een gezameniyk ingrijpen van Frankryk en België tegen ons land, indien naar de meening van de regee ring te Brussel de houding van ons land ln \et vraagstuk der waterwegen onvriende- lijk of agressief mocht zijn. Is Frankryk in« derdaad bereid gevonden om de Belgische economische eischen desnoods manu mili- tari te ondersteunen? En dan: is het juist, dat Frankryk en België zonder blikken of blozen de onzydtg- heid van ons land willen schenden, onder medewerking van Engeland nog wel, als mep 't noodig mocht achten tegen Duitsch land op te rukken? Als dëfc waar mocht zyn, dan is er van Locarno nog minder dan een 6chUn van waarborg voor den vrede in West- Europa overgebleven. Dan werpt de historie een eigenaardig licht op de verontwaardiging over de schending van de neutraliteit van een kleinen staat in 1914. Het Fransch-Belgische militaire ver drag is nauwelijks een jaar na de ge boorte van den Volkenbond gesloten. In tegenstelling met het accoord tusschen Engeland en Frankryk, dat de zegenin gen der openbaarmaking niet geheel ontging, is het niet gepubliceerd. Wil de Belgische regeering alle misverstand omtrent de strekking er van wegnemen, dan zal zy haar Fransche bondgenoot moeten bewegen tot bekendmaking. Een eenvoudig dementi kan onder deze om standigheden niet voldoende worden geacht. Wy vertrouwen, dat men ook in België de noodzakelijkheid van opheldering zal inzien. Deze geheime diplomatie in haar be- denkelijksten vorm kan, dunkt ons, de in stemming van de meerderheid onzer zui derburen niet hebben. En ook zal het *t Belgische volk interesseeren te vernemen, of de Belgische soldaten eventueel naar de ïtaliaansGhe grens gedirigeerd nullen kun nen worden. Verschaft de regeering te Brussel de ge- wenschte opheldering niet, dan er een ernstige *k weggel- <d voor d« Volken bond. die de volgend* maand w ferom bij eenkomt. Daar za„ ook de -item van Duitschland gehoord worden, dat evenals wij recht beeft op het schenken van klaren wyn.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 6