HEITJES
jtflBBSFODRTSClH DAGBLAD
Ce Wetligs Erfgenaam
ÜVILLEM GROENHUIZEN
Maandag 11 Maart 1928
.DE EEMlANDEft'
27e Jaargang No. 213
NIEUWE REGEERINGSVERKLARING?
EEN NOG ONBEKENDE
BELGISCHE NOTA
Het Utrechtsche stormsein
FEUILLETON.
Het juiste adres voor Uw
Gouden- en Zilverenwerken.
AMERSFJORTSCI D1G3LAD
3 X voor f 1.—
BINNENLAND
Een enjuete als Nederland
cr om vraagt
Volgens Het Volk zou onze regeering
het voornemen hebben om nogmaals nu
in de Eerste Kamer to komen met een
verklaring inzake de Nederlandsch-Belgi-
sche kwesties der laatste dagen.
Dit zou dan plaats hebben wanneer deze
week de motie-Van Embden in behandeling
komt, welke motie beoogt het hoofdstuk
Buitenlandsche Zaken, dat anders in April
aan de orde zou zijn gekomen, direct na
het eindigen van de algemeene beschouwin
gen der rljksbegrooting te behandelen.
Can nog onbekende Belgische.
nota?
Uit Brussel komen de volgende, klaarblij
kelijk van officieuze zijdo geïnspireerde uit
eenzettingen:
In internationale kringen te Genève heeft
men met belangstelling de incidenten met
betrekking tot de door het Utrechtsch
Dagblad gepubliceerde valsche documenten
gevolgd, niet omdat men hot geringste ge
loof aan de bewuste documenten hechtte,
doch aangezien men hierin een gelegenheid
za;- om een oordeel te vellen over zekere
staten en de daar heerschende geestesge
steldheid. Pijnlijk werd men getroffen door
de lichtvaardigheid, waarmede do pers van
belangrijke landen zich door eenvoudige
vervalschers heeft laten dupeeren. Vóór
alles bleek uit de incidenten, dat de ont
spanning, die zich in de betrekkingen tus-
schen zekere landen, met name tusschen
Duitschland en Frankrijk, heeft doen on
derkennen welke ontspanning als een
der voornaamste factoren voor den wereld
vrede wordt beschouwd nog niet zoover
is gevorderd, als de regeeringen zelf zou
den wenschen.
Tevens droegen bedoelde incidenten er
toe bij licht te werpen op het optreden van
louche organisaties, aan wier activiteit rnen
de verantwoordelijkheid dient toe te schrij
ven voor vele incidenten, die systematisch
worden uitgebuit, met de bedoeling de in
ternationale betrekkingen te vertroebelen.
Ten slotte moet ernstig de aandacht wor
den gevestigd op het gevaar van het voor
onbepaalden tijd zonder oplossing laten van
problemen zooals die, welke thans tusschen
Nederland en België verdeeldheid zaaien.
Te dien opzichte geeft men er zich volle
dige rekenschap van, dat de Belgische re
geering geen blaam treft; men vergeet niet,
dat het Nederland, of beter gezegd de Ne-
derlandsche Eerste Kamer is, op wie de
verantwoordelijkheid voor het jongste échec
der Nederlandsch-Belgische onderhandelin
gen rust Het is te Genève niet onbekend,
dat de Belgische regeering naar Den Haag
een nota heeft gezonden, waarop Nederland
tot dusver nog niet heeft geantwoord en
die het niet heeft gepubliceerd.
De Incidenten, die zich zoo juist hebben
voorgedaan, toonen aan, hoe wenschelijk
het zou zijn, dat de Nederlandsch-Belgische
onderhandelingen zonder verwijl in een
atmosfeer van kalmte en matiging worden
hervat, teneinde spoedig tot een vriend
schappelijke regeling te geraken, welke de
beide regeeringen, naar zij verklaren, nog
altijd wenschen te bereiken en die onge
twijfeld door de nabuurlanden en door alle
vredesvrienden wordt gewenscht
Uit Brussel wordt aan de N. R. Ct. ge
meld
In officieuze kringen wordt in antwoord
op de beschouwingen in de avondbladen
van de N. R. Ct. van 8 dezer betreffende
de verklaring van minister Jaspar in de
Belgische Kamer afgelegd, in het kort na
de publicatie van het eerste document
door Van Cauwelaert in de Belgische Ka-
Een allemans vriend is niet de mijne.
MOLIèRB.
Door E. PHILIPS OPPENHËIM.
Geautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B
65
„Ik zal de qui tan ties noodig hebben", ver
klaarde hij, „voordat ik de dagvaardingen kan
zenden."
„Die zal ik voor u holen", antwoordde
Francis
JKijk onder de hand maar de avondbladen
b\r of bedien u van whisky soda. Dt^rnoet de
sleutels ean mijnheer Moss vragen
Hij ver'iet de kamer. Ambrosius stond lang
zaam op en keek naar de deur acater hem
Hij was een man met velerlei hartstochten,
welke hij geen van alle ooit hed weerstaan.
Een nieuwe was de laatste paar minuten in
hem ontwaakt. Zijn ergernis tegen Francis
was gegroeid tot haat. Hij bald© de vuisten.
„Mijnheer Axmbrosius
Hij kesrde cidh om. Het was do stem ven
een vrouw, een zeer bekende stem oak. Lady
Monica had den drempel betreden zij kwam
rrft de kleine eetkamer en zij staarde hem
verbaasd aan.
„Wat ?oct u hier vroeg zij, „en waar is
xr.ün neef
Mijnheer Ambrosius herstelde zicih long-
team
„His Grece was hier een minuut geleden
antwoordde hij. „Hij verliet mij om eenige
papieren te gaan halen. Hij zal weldra terug
raer geopperde denkbeeld de in Nederland
aanwezige documenten in handen te stel-
len van onpartijdige deskundigen, nadruk
gelegd op bet feit dat de valschheid van
de Utrechtsche documenten thans, na het
gerechtelijk onderzoek on de verklaringen
van de Belgische regeering en van den
chef van den generalen staf voor de open
bare opinie in België en ook vrijwel over
al in het buitenland een uitgemaakte zaak
is. Toch blijkt men alhier wel eenigszins
geneigd te zijn, zicb tot een onpartijdige
enquête als waarvan de N. R. Ct. gewaakt,
te leenen op voorsvaarde evenwel dat het
verzoek daartoe officieel door Nederland
svordt gedaan.
Voor de Belgische regeering staat het
vast dat de gepubliceerde documenten
valsch zijn, voor een deel van de Neder-
landsche publieke opinie blijkt dit niet
het geval te zijn. Het ligt dus, aldus de
bier gevolgde redeneering, op den weg
van Nederland ora een dergelijke enquete
*e vragen en mogelijk te maken.
Het administratieve onderzoek
inzake de medewerking door de ambtena
ren van den militairen veiligheidsdienst
nan den spion Albert Frank verleend is
Zaterdag voortgezet onder leiding van ge
neraal Galet, chef van den generalen staf.
Het zal naar men verwacht wel niet voor
het einde der week gesloten kunnen wor
den. Het gerucht blijft aanhouden dat al
de in België werkzaam zijnde ambtenaren
van dezen dienst door de zaak Fran Heine
in het gedrang zijn gebracht. De militaire
veiligheidsdienst bestaat in België uit vijf
ambtenaren, waarvan één principaal en
vier ambtenaren van eerste en tweede
klas. In het Dultsche bezette gebied heeft
men ook nog een andere Belgische mili
Hre veilisheidscommissie van tien ambte
naren. Verzekerd wordt dat luitenant-ko
lonel Duioit chef der Tweede Kamerafdee
ling van den Belgischen generalen staf
onder wiens bevel deze diensten staan,
Albert Frank nimmer heeft gekend en ln
tegenspraak met wat sommige kranten
hebben serneld, nog niet naar elders is
overgeplaatst
Uit de pers.
Terwijl de socialistische Peuple en de
Volksgazet als ook enkele YTaamsche de
mncratischo bladen de door den Belgischen
militairen veiligheidsdienst gehuldigde
nractijken welke door de regeering in do
Kamer werden verloochen, in vinnige be
woordingen afkeuren, wordt in zekere fas
eistisch gezinde bladen een campagne in
gezet ten einde de over een tiental dagen
•n de Kamer te houden interpellatie voor
uit te ontzenuwen en de door de regeering
»n uitzicht gestelde reorganisatie van de
**n dienst mogelijk te beletten. Volgens de
to Brussel verschijnende courant La Ga
zotte moet de veiligheidsdienst eerder
worden uitgebreid dan gereorganiseerd or
vermindord. Het is naar de redeneering
van dit zoogenaamde liberale blad aan den
militairen veiligheidsdienst te danken dat
Ward Hermans werd ontmaskerd, hei
complot van „moffen" en activisten aan
bet licht is gekomen cn de ware Neder
lanrlsche mentaliteit is blootgelegd. liet
zelfrie blad bevat verder weer een heele
roeks beleedigingen aan het adres van Ne»
rlorland, de Nederlandsche diplomatie en
do Nederlafidsche pers en acht het zeer
geestig, den naam van den Nederlandschpn
scben minister van buitenlandsche zaken
tc vervormen tot M. Bêlard de Bocheland.
De Nation beige, ditmal verstandiger dan
naar gewoonte, wenscht een wet tot beteu
geling van de buitenlandsche spionnage te
zien tot standkomen en Le Soir die hedv-n
geen oude tegen Nederland gerichte en
tendentieuse gecommcnlariseerde docu
mentarieerde documenten rneer publiceert,
schrijft nu. dat alles wat zij in de laatste
dagen over do houding van Nederland
tijdens den oorlog beeft geschreven, enke'
bestemd was om te verklaren met welk ge
mak de Noorderburen van België in de
Utrechtsche val zijn geloopen.
Langestraat 43.
TEL. 652.
Ueine advertenties in het
PLAATSING:
DINSDAGS
DONDERDAGS
ZA TERJAGS
Het Nederlandsche Volk rneent Le Soir.
kent nu de waarheid, cn 't is alleen om de
waarheid dat men hechte betrekkingen
tusschen de volkeren kan vestigen.
Het Utrechtsche stormseinWeest op
uw hoede, heeft zijn uitwerking gehad zoo
zegt het V a d.
„De verklaring van den Belgischen mi
nister Jaspar in de Kamer heeft een goe
den indruk gemaakt. Nooit heeft België,
rqo zei hij. een 6ysteem van aanval tegen
bevriende naties voorbereid. De regeering
wil met open vizier handelen ten opzich
te van de vreemde landen. Meer in het
bijzonder zet bij thans len opzichte van
haar noorderbuur een politiek van vriend
schap voort.
Dat is geruststellend voor ons land.
Maar nog geruststellender ware het, indien
minister Jaspar do woorden van zijn oud
collega Huysrnans tot de zijne had ge
maakt, dat na Locarno het verdrag tus
schen Frankrijk en België opgezegd kan
worden. Nog geruststellender, ook voor ons
land. als niet de nadruk was gelegd op
„bevriende naties".
Natuurlijk, we erkennen de bijzondere
positie van België. De chef van den Bel
gischen generalen staf, generaal Galet,
heeft bij de behandeling van de reorga
nisatie-plannen voor bet Belgische leger
in de gemengde commissie er terecht op
gewezen, dat de politiek, welke België ten
gevolge van den oorlog en het verdrag
van Versailles heeft aanvaard, gemaakt
heeft, dat in Duitschland jegens België een
stemming is gewekt van onverholen wrok
en dat België met deze gezindheid reke
ning dient te houden. Maar dat deze woor
den thans nog geldig zijn, alsof er geen
Locarno ware geweest, kan de vrienden
van den vrede slechts bedroeven.
En tot die vrienden van den vrede be
hoort ons volk. Met is die hartstochtelijke
vredelievendheid, die de verontwaardiging
over do publicatie van het Utrechtsch
Dacrblad zoo hoog deed opgolven.
Dat de echtheid van het stuk door zoo-
velen werd aangenomen, sproot echter uit
andere oorzaken voort. Niet voor het eerst
is er op gewezen, dat ons Limburg do
Belcrische landsverdediging bemoeilijkt. Er
is indertijd ook gepoogd ons partij te ma
ken bii de verzekering van Belgb 's veilig
heid. De Belgische annexionisten hebben
in allerlei toonaard geschreeuwd, dat Lim
burg bij België moest komen. Onk de Bel
gische eischcn in zake de Schelde zijn nog
niet vergeten. Bij hot beslaan van een ge
heim militair verdrag tusschen Frankrijk
en België moest dit alles wel maken, dat
de vermelding van Belgische plannen in
El»
zijn. Ik, ik had geen idee dot er neg iemand
hier was".
Monica ging luch+ig in den fauteuil zitten,
welken Francis hod verlaten. Hoor avond
mantel viel open Zij speelde verstrooid met
hoar halssnoer
„Ik wenschte rr.ijn neef een paar minuten
te spreken", verklaarde zij, „dus profiteerde
ik van mijr kennis van het huis oin rustig
boven te korr.en Br is een particuliere trap
van deze su'te naar de gang."
„Inderdaad I"
Monica keck hem een oogenblik ean en hij
berouwde zijn uitroep. Hij kwam ook tot de
conclusie, dat lady Monica de mooiste vrouw
was, die hij ooit in zijn leven had gezien.
,.Een ongelukkige race vcor u, lady Monica,
vrees is?" merkte hij met sympathie cp.
„Vernietigend" gaf zij toe.
Hij keek naar cl*- gesloten deur en dempte
zijn stem.
Hij had cenige ervaring van vrouwen zelfs
van vrouwen in Monicas posi'ie, die geld
noodig hadden
„Indien ik u eenigs^ins van dienst kan zijn",
-aagde hij, „Zu<i ik u graa^ herhalen, wat u
reeds weet."
„En dat is P
„Dat ik uw zeer toegewijde bewonderaar
ben."
Zij keek hem ean met koude nieuwsgierig
heid.
„Is dit niet een beetje brutaal
Hij kleurde, maar hij was zeer vatbaar voor
aandoeningen en veel te veel onder den indiuk
van de schoonheid van Monica, om br'ee-'igd
ie zijn over de onverholen verachting in h«ar
wo~t c'en.
„Ik verzeker u, dat ik niet bedoelde brutnal
te wezen", verklaarde hij. ,,Hc wensch alleen u
van dienst te zijn."
Hij bewoog zich niet. Zij verbeeldde zich, dat
zij esn klank van eerbied hoorde in zijn stem.
Haar houding werd iets minder ijzig.
„Het is een samenloop van omstardighedi n,
dat ik u hier moest ontmoeten, mijnheer Am
brosius. Neg maar een uur geleden vertelde
Eustatius mij van uw verbazende edelmoedig
heid te zijnen opzicht*
„Ik noem het geen edelmoedigheid geld te
leenen aan een vriend", antwoordde hij. ..Uw
broeder zal het mii wel een of anderen dog
teruggeven Bovendien maak ik er geen geheim
van, dat ik een geldschieter ben van beroep,
zooa's mijn vader voor mij. Hij wen er een
groot fortuin mee. Geluk'-ig voor mij I Ik ben
daardoor in staat mijn klanten te kiezen of de
zaken heelcmaol te vergeten, indien ik dat ver
kies."
„Ik vraag rrij af, of u bereid zou zijn, mij vijf
duizend pond te leenen vroeg Monica be
daard
Ambrosius veinsde meer verbazing dan bij
wezpnlijk voelde.
..Aan u riep hij uit. „Ja, dat is een heel
nndore zaak
„Waarom
„Uw broer en uw vader zullen het mij zeker
een of anderen dag terugbetalen", lichtte hij
toe, „en in elk geval krijg ik er iets voor terug.
Uw broer heeft mij voorgesteld in een van zijn
clubs en uw vader heeft mij te dineeren ge
vraagd. U ziet, ik soreek volkomen openhartig
met uzoo ben ik. Wat u betreft, lady Monica,
heeft u eerig vooruitzPht in staat te zullen zijn
mij terug te betalen
„H^egcniamd geen tenzij F' een rifk man
"ruw", gnf zij toe .1' vermoed, dal u hei wel
éërs zu't terug' ri'g: n
„Dat is wel een beetje vaag, riet waar V
meende hij. „U is niet eens verloofd, wel
„Geen ide< van", erkende zij. .,Wat het
den geest als de Utrechtsche publicatie
hier geloof kon vinden.
In België heerscht een andere geest dan
bij ons. Een geheim verdrag kan hier niet
zonder goedkeuring van het parlement ge
sloten worden. Zelfs is in ons land goed
keuring van het parlement noodig voor
een oorlogsverklaring door den koningin
België niel. In België is het leger op mo
derne leest geschoeid. Het ideaal der so
cialisten gaat er voorloopig niet verdut
dan de invoering van een diensttijd van
zes maanden. Hun Hollandsche partijge-
nooten sturen op niet minder dan afschaf
fing van het leger aan. In België is een
spionnendienst, dio gevaarlijke stukken fa
briceert we hebben van Hollandsche
spionnen nooit gehoord.
Zooals we zeiden, we begrijpen het ver
schil in mentaliteit. Zooals de heer Kleere-
koper op de vergadering te Antwerpen
zeide „Wanneer men in België over ont
wapening spreekt, dan spreekt men tot de
menschcn, die litteekens dragen uit den
laatstcn krijg, die geleden hebben, die ge
marteld zijn." Maar eens zullen die lit
teekens toch geheeld zijn, eens zal do smart
die de oorlog over België gebracht heeft,
zijn vergeten. Het officieel* België toont
van goeden wille te zijn. Wij vertrouwen,
dat het op dien weg zal voortgaan. Dat
het inderdaad de geheime verdragen zal
kunnen en willen opheffen. Dat het helder
heid verschaffen zal in wat nog duister is
in het geval Frank-Meina. Dat laatste zal
zij kunnen doen bij de bespreking in de
Kamer, welke Huysrnans op de Antwerp-
sche vergadering heeft aangekondigd.
Do „Peuple" over
vrijheidstelling.
Frank's in-
De „Peuple" schrijft volgens een Brus-
selsch telegram aan het Hblcl., dat, indien
de zaak-Frank Heine in verband met de
Utrechtsche publicatie op internationaal
gebied van de baan is, dit wat het natio
naal gebied betreft, allerminst het geval is.
Trouwens Frank is slechts voorloopig in
vrijheid gesteld en onmogelijk is het niet,
dat hij, bijaldien nieuwe feiten voor den
dag zouden komen, opnieuw zou worden
vervolgd.
Op een andere plaats in dit socialistische
dagblad schrijft De Broucköre o.rn., dat de
invrijheidstelling van Frank juridisch on
getwijfeld ie verklaren is maar het is toch
zeer vreemd, dat iemand, die erkent zich
aan spionnage ten voordeele van de buiten
landsche mogendheid te hebben schuldig
gemaakt, zoo maar niet gestraft wordt. Bo
vendien is nu Frank, die het valsche stuk
heeft gemaakt en versjacherd, niet de ver-
valscher van het stuk, omdat hij heeft ge
werkt met medewerking of met medeweten
van andere personen, d e een duister con-
tra spionnage-doel nastreefden. Dus zijn
die personen do schuldigen, meent De
Brouckère, en daar deze ondergeschikten
buiten medeweten van hun chefs handelden
kon dus het vreeselijk gebeuren dat, ter
wijl de regeering een vredespolitiek voerde,
in den Volkenbond vertegenwoordigd was
en met Nederland onderhandelde, eenige
oplichters, samen met verklikkers onder
geschikte beambten en misschien sommige
journalisten, een manoeuvre op touw kon
den zetten, even gevaarlijk als lang om
Belgie's internationale betrekkingen ern
stig te compromitteeren. En de politiek van
dat Tweede Bureau (Inlichtingendienst!
had het bijna van de regeeringspolitiek ge
wonnen.
Waar h'j snreekt van „enkele journalis
ten" zal De Brouckère wel „Soir"-redacteu-
ren op het oog hebben gehad.
FELLE BRAND TE HOOGEZAND.
Vrijdagavond is een felle brand uitgebro
ken in de dubbe bewoning vlak bij het past
kantoor tc Hoogezand. De brandweer is met
groot materieel uitgerukt, doch om 9 uur
was gevaar voor uitbreiding geweken. Bei
de perceelen zijn uitgebrand.
I
huwe'ijk betreft, vrees ik, dot ik geen succes
heb. De jongelui schijnen meestal bang voor
mij en die van middelbaren leeftijd loopen allen
achter bakvischjes non, althans in dit seizoen."
Ambrosius was, als waardig ofstommeüng
van een lange rij geldschieters, een hardvorhiig
man in zaken. Hij erfde echter in hooge mate
de zwakheid van zijn ros. Hij bevond zich in
„lête a tête" met de mooiste en meest be
geerde vrouw die hij ooit had ontmoet Zijn
oogen verslonden hoor lange bloote armen, zoo
prachtig van vorm, haar albasten kin, de lijn
van haar mond, die de beroemdste Fransche
artislen bijr.a gek had gemaakt, de bijna uit
dagende gratie van haar slank figuurtje. Hij
voelde zich meegesleept.
„U kunt vijfduizend of vijftigduizend of rijf-
hondprd duizend pond krijgen, op voorwaarden.
„Welke voorwaarden
„Huwelijk", stootte hij heesch uit.
Er was een flauwe samentrekking van haar
wenkbrauwen. Zij keek hem nieuwsgierig aan
„Huwelijk Wiens huwelijk?"
„Het uwe."
„Met wien
„Met mij."
Zij wierp zich achterover in haar stoel cn
lachte onbedaarlijk. Hij keek haar aan, als ge
magnetiseerd. Zij was althans, docht hij, niet
boos.
„Het denkbeeld schijnt le werken op uw zin
voor humor", waagde hij.
„Dat doet het zeker", gaf 2ij toe
Hij kwam een stap dichter bij haar. -
„Lady Monica", zoo drong hij aan, „waarom
wilt u er riet aen denken? I': weet. dat ik hrel
veel cu Vr ben r'nn u. maar t^ns'ctte ben i'
maar vijf en v:? tig cn ik hrb rr:j r.'et v--g nid
a's de meeste van die jenge manr.en Mijnheet
Ambrosius moge geen heel belangrijk petso-
zijn tc Lortdcn, maar zijn vader v-as ccn
Al is 't verkeer hier nog zoo snoL
Een reog ling achterhaalt het woL
Er liep voor dien „een strcepie" door,
In 't slreep-loos pleinverkeer.
't Verkeer ging dikwijls gansch
verkeerd.
Men keerde keer op keer.
Op 't laatste oogenblik 't gevaar.
Doch nu is het gedaan,
Wijl er on 't plein voor het station
Sinds Vrijdag strepen staan.
Men trok de lijn dio waarborg geeft,
Dat bij oplettendheid,
't Verkeersgevaar haast is gemaakt
Tot een onmoog'lijkheid.
LijntrekkeriJ op groote schaal,
Met animo betracht,
Is waarvan men in 't doolhof hier
Met recht veel heil verwacht.
Dit lijngetrek ligt in de lijn
Der hedendaagsche tijd.
Men was de lijn voor goed vork eer.
Sinds lancren tijd hier kwijt.
Nu gaat het langs een vaste lijn
En ieder ziet z'n weg.
Als hfi d'en neemt en anders niet.
Komt het beslist terecht.
't Dient mot waardeering opgemerkt
Ook hier in Amersfoort,
Leert men. al gaat het langzaam nog,
Hoe of het eind'lijk hoort.
Men snapt, na onverstoorb'ren slaap
Nu eind'lijk dat deez* lijd,
Er dient gewaakt met sterken arm
Voor ieders veiligheid.
't Verkeersgeschnrrel in de Stad
Schijnt heerlijk op de flesch.
Men trok uit 't slap gemodder hier
Dus deze goed les.
Kom weggebruikers, met elkaar,
In alles solidair.
Met d'Amersfoortsche overheid
In zake het verkeer.
Na 't lijn-loos iijdvak gaan we hier
Vooruit in rechte lijn,
De lijn voor aller veiligheid.
Ligt rechts van elke HJr»
Wie er met opzet hier negeert,
Dit practisch lijn beleid.
Zal weten, dat hij naar 't „Bureau"
Of naar het kerkhof rijdt.
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden).
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij K. B. is aan mej. J. C. M. Vollmer op
baar verzoek met ingang van 1 April 1029
eervol ontslag verleend als schrijfster bij
de artillerie inrichtingen;
is aan J Sinke Jr op zijn verzoek met in
gang van 28 Maart 1929 eervol ontslag ver
leend als Burgemeester der gemeente Yrse-
ke met dankbetuiging voor de langduricre
diensten door hem in zijn betrekking be
wezen;
is aan de reserve eerste-luitenants J. D.
Zimmerman en O. Parijo, onderscheidenlijk
van het 19e en het 12e regiment infanterie
en met ingang van 6 Maart 1929 aan de
hier na te noemen reserve eerste-luitenants
op het daarvoor door hen gedaan verzoek
een eervol ontslag als zoodanig verleend
uit don militairen dienst H. T Wilkens van
het regiment grenadiers en H. J. Odding
van het 1e regiment infanterie; H. O. v.
Wijk en H. v. Straaten, beiden van het 6e
regiment infanterie: A. G. de Groot van het
7e regiment infanterie; C v. d. Meulen van
het 9o regiment infanterie; P. H. Pesman
van het 12e regiment infanterie; M. H.
Hoefnagel van het Ine regiment infatiferie;
B. Oosten van het 18e regiment infanterie;
A. S. v. Dam van het 19e regiment infante
rie; O. v. d. Toorn van het 2e regiment
veld artillerie; A. C. v. Wijk van het 3e re
giment veld artillerie; G. J. A. Ivens van
het 5e regiment veld artillerie; E. F. W.
Leeman van de kustartillerie.
zeer bekend Grieksch staatsman, hij, of mijn
vader, of ik zelf konden, wanneer wij wilden,
een titel hebben gekocht indien wij het de
moeite waard hadden geacht Ik vejkies den
eenen, dien ik heb, dien de meeste mcnschen
mij geven, n.l. dien van mijnheer Ambrosius,
millionnair."
Monica veegde haar oogen of en zat rechtop
in haar stoel
,Ik ben het volkomen met u eens", zeide zij.
„Het klinkt zeer verleidelijk. Is u werkelijk mïl-
iionnair
„Ik kon het u bewijzen, wanneer u wilt", ver
klaarde hij „Ik zal een half milliocn op u vast
zetten, gereed geld Lady Monica Monica
Hij boog naar haar toe Zijn hand rustte op
haar blooten schouder. Zij sprong op met een
lichte kreet van woede.
„Hoe durft u mij aanraken riep zij. „Ellen
deling r
Zij hield haar arm stijf tegen de plek, waar
hij haar had aangeraakt. Hij deinsde terug voor
den gloed van haar oogen. Op hetzelfde oogen
blik waren zij zich beiden bewust van het feit
dat Francis de deur had geopend, op den drero.
pel stond cn naar binne:: keek.
HOOFDSTUK XXIX
Francis sloot de deur achter zich dicht
trad binnen. Monica was de eerste die sprak.
„Kijk niet zoo verschrikt, Francis", uerzocht
zij hem. „Ik zal mijn komst op dezen tijd nader
uitleggen. Vraag dien persoon te vertrekken, wil
je", ging zij voort, op Ambrosius wijzend, „hij
verveelt mij."
Franc's belde.
b"?eekert dit, A ■"■brrrius vrccg hij.
T" v.T.0 7*e hot, Ie y M n'-a t* v 7'n met
ij te trouwen, dut is alles," leidde het aarze
lende antwoord.
'Wordt vervolgd)