HEITJES jtflBBSFODRTSClH DAGBLAD Ce Wetligs Erfgenaam ÜVILLEM GROENHUIZEN Maandag 11 Maart 1928 .DE EEMlANDEft' 27e Jaargang No. 213 NIEUWE REGEERINGSVERKLARING? EEN NOG ONBEKENDE BELGISCHE NOTA Het Utrechtsche stormsein FEUILLETON. Het juiste adres voor Uw Gouden- en Zilverenwerken. AMERSFJORTSCI D1G3LAD 3 X voor f 1.— BINNENLAND Een enjuete als Nederland cr om vraagt Volgens Het Volk zou onze regeering het voornemen hebben om nogmaals nu in de Eerste Kamer to komen met een verklaring inzake de Nederlandsch-Belgi- sche kwesties der laatste dagen. Dit zou dan plaats hebben wanneer deze week de motie-Van Embden in behandeling komt, welke motie beoogt het hoofdstuk Buitenlandsche Zaken, dat anders in April aan de orde zou zijn gekomen, direct na het eindigen van de algemeene beschouwin gen der rljksbegrooting te behandelen. Can nog onbekende Belgische. nota? Uit Brussel komen de volgende, klaarblij kelijk van officieuze zijdo geïnspireerde uit eenzettingen: In internationale kringen te Genève heeft men met belangstelling de incidenten met betrekking tot de door het Utrechtsch Dagblad gepubliceerde valsche documenten gevolgd, niet omdat men hot geringste ge loof aan de bewuste documenten hechtte, doch aangezien men hierin een gelegenheid za;- om een oordeel te vellen over zekere staten en de daar heerschende geestesge steldheid. Pijnlijk werd men getroffen door de lichtvaardigheid, waarmede do pers van belangrijke landen zich door eenvoudige vervalschers heeft laten dupeeren. Vóór alles bleek uit de incidenten, dat de ont spanning, die zich in de betrekkingen tus- schen zekere landen, met name tusschen Duitschland en Frankrijk, heeft doen on derkennen welke ontspanning als een der voornaamste factoren voor den wereld vrede wordt beschouwd nog niet zoover is gevorderd, als de regeeringen zelf zou den wenschen. Tevens droegen bedoelde incidenten er toe bij licht te werpen op het optreden van louche organisaties, aan wier activiteit rnen de verantwoordelijkheid dient toe te schrij ven voor vele incidenten, die systematisch worden uitgebuit, met de bedoeling de in ternationale betrekkingen te vertroebelen. Ten slotte moet ernstig de aandacht wor den gevestigd op het gevaar van het voor onbepaalden tijd zonder oplossing laten van problemen zooals die, welke thans tusschen Nederland en België verdeeldheid zaaien. Te dien opzichte geeft men er zich volle dige rekenschap van, dat de Belgische re geering geen blaam treft; men vergeet niet, dat het Nederland, of beter gezegd de Ne- derlandsche Eerste Kamer is, op wie de verantwoordelijkheid voor het jongste échec der Nederlandsch-Belgische onderhandelin gen rust Het is te Genève niet onbekend, dat de Belgische regeering naar Den Haag een nota heeft gezonden, waarop Nederland tot dusver nog niet heeft geantwoord en die het niet heeft gepubliceerd. De Incidenten, die zich zoo juist hebben voorgedaan, toonen aan, hoe wenschelijk het zou zijn, dat de Nederlandsch-Belgische onderhandelingen zonder verwijl in een atmosfeer van kalmte en matiging worden hervat, teneinde spoedig tot een vriend schappelijke regeling te geraken, welke de beide regeeringen, naar zij verklaren, nog altijd wenschen te bereiken en die onge twijfeld door de nabuurlanden en door alle vredesvrienden wordt gewenscht Uit Brussel wordt aan de N. R. Ct. ge meld In officieuze kringen wordt in antwoord op de beschouwingen in de avondbladen van de N. R. Ct. van 8 dezer betreffende de verklaring van minister Jaspar in de Belgische Kamer afgelegd, in het kort na de publicatie van het eerste document door Van Cauwelaert in de Belgische Ka- Een allemans vriend is niet de mijne. MOLIèRB. Door E. PHILIPS OPPENHËIM. Geautoriseerde vertaling van Mej. E. J. B 65 „Ik zal de qui tan ties noodig hebben", ver klaarde hij, „voordat ik de dagvaardingen kan zenden." „Die zal ik voor u holen", antwoordde Francis JKijk onder de hand maar de avondbladen b\r of bedien u van whisky soda. Dt^rnoet de sleutels ean mijnheer Moss vragen Hij ver'iet de kamer. Ambrosius stond lang zaam op en keek naar de deur acater hem Hij was een man met velerlei hartstochten, welke hij geen van alle ooit hed weerstaan. Een nieuwe was de laatste paar minuten in hem ontwaakt. Zijn ergernis tegen Francis was gegroeid tot haat. Hij bald© de vuisten. „Mijnheer Axmbrosius Hij kesrde cidh om. Het was do stem ven een vrouw, een zeer bekende stem oak. Lady Monica had den drempel betreden zij kwam rrft de kleine eetkamer en zij staarde hem verbaasd aan. „Wat ?oct u hier vroeg zij, „en waar is xr.ün neef Mijnheer Ambrosius herstelde zicih long- team „His Grece was hier een minuut geleden antwoordde hij. „Hij verliet mij om eenige papieren te gaan halen. Hij zal weldra terug raer geopperde denkbeeld de in Nederland aanwezige documenten in handen te stel- len van onpartijdige deskundigen, nadruk gelegd op bet feit dat de valschheid van de Utrechtsche documenten thans, na het gerechtelijk onderzoek on de verklaringen van de Belgische regeering en van den chef van den generalen staf voor de open bare opinie in België en ook vrijwel over al in het buitenland een uitgemaakte zaak is. Toch blijkt men alhier wel eenigszins geneigd te zijn, zicb tot een onpartijdige enquête als waarvan de N. R. Ct. gewaakt, te leenen op voorsvaarde evenwel dat het verzoek daartoe officieel door Nederland svordt gedaan. Voor de Belgische regeering staat het vast dat de gepubliceerde documenten valsch zijn, voor een deel van de Neder- landsche publieke opinie blijkt dit niet het geval te zijn. Het ligt dus, aldus de bier gevolgde redeneering, op den weg van Nederland ora een dergelijke enquete *e vragen en mogelijk te maken. Het administratieve onderzoek inzake de medewerking door de ambtena ren van den militairen veiligheidsdienst nan den spion Albert Frank verleend is Zaterdag voortgezet onder leiding van ge neraal Galet, chef van den generalen staf. Het zal naar men verwacht wel niet voor het einde der week gesloten kunnen wor den. Het gerucht blijft aanhouden dat al de in België werkzaam zijnde ambtenaren van dezen dienst door de zaak Fran Heine in het gedrang zijn gebracht. De militaire veiligheidsdienst bestaat in België uit vijf ambtenaren, waarvan één principaal en vier ambtenaren van eerste en tweede klas. In het Dultsche bezette gebied heeft men ook nog een andere Belgische mili Hre veilisheidscommissie van tien ambte naren. Verzekerd wordt dat luitenant-ko lonel Duioit chef der Tweede Kamerafdee ling van den Belgischen generalen staf onder wiens bevel deze diensten staan, Albert Frank nimmer heeft gekend en ln tegenspraak met wat sommige kranten hebben serneld, nog niet naar elders is overgeplaatst Uit de pers. Terwijl de socialistische Peuple en de Volksgazet als ook enkele YTaamsche de mncratischo bladen de door den Belgischen militairen veiligheidsdienst gehuldigde nractijken welke door de regeering in do Kamer werden verloochen, in vinnige be woordingen afkeuren, wordt in zekere fas eistisch gezinde bladen een campagne in gezet ten einde de over een tiental dagen •n de Kamer te houden interpellatie voor uit te ontzenuwen en de door de regeering »n uitzicht gestelde reorganisatie van de **n dienst mogelijk te beletten. Volgens de to Brussel verschijnende courant La Ga zotte moet de veiligheidsdienst eerder worden uitgebreid dan gereorganiseerd or vermindord. Het is naar de redeneering van dit zoogenaamde liberale blad aan den militairen veiligheidsdienst te danken dat Ward Hermans werd ontmaskerd, hei complot van „moffen" en activisten aan bet licht is gekomen cn de ware Neder lanrlsche mentaliteit is blootgelegd. liet zelfrie blad bevat verder weer een heele roeks beleedigingen aan het adres van Ne» rlorland, de Nederlandsche diplomatie en do Nederlafidsche pers en acht het zeer geestig, den naam van den Nederlandschpn scben minister van buitenlandsche zaken tc vervormen tot M. Bêlard de Bocheland. De Nation beige, ditmal verstandiger dan naar gewoonte, wenscht een wet tot beteu geling van de buitenlandsche spionnage te zien tot standkomen en Le Soir die hedv-n geen oude tegen Nederland gerichte en tendentieuse gecommcnlariseerde docu mentarieerde documenten rneer publiceert, schrijft nu. dat alles wat zij in de laatste dagen over do houding van Nederland tijdens den oorlog beeft geschreven, enke' bestemd was om te verklaren met welk ge mak de Noorderburen van België in de Utrechtsche val zijn geloopen. Langestraat 43. TEL. 652. Ueine advertenties in het PLAATSING: DINSDAGS DONDERDAGS ZA TERJAGS Het Nederlandsche Volk rneent Le Soir. kent nu de waarheid, cn 't is alleen om de waarheid dat men hechte betrekkingen tusschen de volkeren kan vestigen. Het Utrechtsche stormseinWeest op uw hoede, heeft zijn uitwerking gehad zoo zegt het V a d. „De verklaring van den Belgischen mi nister Jaspar in de Kamer heeft een goe den indruk gemaakt. Nooit heeft België, rqo zei hij. een 6ysteem van aanval tegen bevriende naties voorbereid. De regeering wil met open vizier handelen ten opzich te van de vreemde landen. Meer in het bijzonder zet bij thans len opzichte van haar noorderbuur een politiek van vriend schap voort. Dat is geruststellend voor ons land. Maar nog geruststellender ware het, indien minister Jaspar do woorden van zijn oud collega Huysrnans tot de zijne had ge maakt, dat na Locarno het verdrag tus schen Frankrijk en België opgezegd kan worden. Nog geruststellender, ook voor ons land. als niet de nadruk was gelegd op „bevriende naties". Natuurlijk, we erkennen de bijzondere positie van België. De chef van den Bel gischen generalen staf, generaal Galet, heeft bij de behandeling van de reorga nisatie-plannen voor bet Belgische leger in de gemengde commissie er terecht op gewezen, dat de politiek, welke België ten gevolge van den oorlog en het verdrag van Versailles heeft aanvaard, gemaakt heeft, dat in Duitschland jegens België een stemming is gewekt van onverholen wrok en dat België met deze gezindheid reke ning dient te houden. Maar dat deze woor den thans nog geldig zijn, alsof er geen Locarno ware geweest, kan de vrienden van den vrede slechts bedroeven. En tot die vrienden van den vrede be hoort ons volk. Met is die hartstochtelijke vredelievendheid, die de verontwaardiging over do publicatie van het Utrechtsch Dacrblad zoo hoog deed opgolven. Dat de echtheid van het stuk door zoo- velen werd aangenomen, sproot echter uit andere oorzaken voort. Niet voor het eerst is er op gewezen, dat ons Limburg do Belcrische landsverdediging bemoeilijkt. Er is indertijd ook gepoogd ons partij te ma ken bii de verzekering van Belgb 's veilig heid. De Belgische annexionisten hebben in allerlei toonaard geschreeuwd, dat Lim burg bij België moest komen. Onk de Bel gische eischcn in zake de Schelde zijn nog niet vergeten. Bij hot beslaan van een ge heim militair verdrag tusschen Frankrijk en België moest dit alles wel maken, dat de vermelding van Belgische plannen in El» zijn. Ik, ik had geen idee dot er neg iemand hier was". Monica ging luch+ig in den fauteuil zitten, welken Francis hod verlaten. Hoor avond mantel viel open Zij speelde verstrooid met hoar halssnoer „Ik wenschte rr.ijn neef een paar minuten te spreken", verklaarde zij, „dus profiteerde ik van mijr kennis van het huis oin rustig boven te korr.en Br is een particuliere trap van deze su'te naar de gang." „Inderdaad I" Monica keck hem een oogenblik ean en hij berouwde zijn uitroep. Hij kwam ook tot de conclusie, dat lady Monica de mooiste vrouw was, die hij ooit in zijn leven had gezien. ,.Een ongelukkige race vcor u, lady Monica, vrees is?" merkte hij met sympathie cp. „Vernietigend" gaf zij toe. Hij keek naar cl*- gesloten deur en dempte zijn stem. Hij had cenige ervaring van vrouwen zelfs van vrouwen in Monicas posi'ie, die geld noodig hadden „Indien ik u eenigs^ins van dienst kan zijn", -aagde hij, „Zu<i ik u graa^ herhalen, wat u reeds weet." „En dat is P „Dat ik uw zeer toegewijde bewonderaar ben." Zij keek hem ean met koude nieuwsgierig heid. „Is dit niet een beetje brutaal Hij kleurde, maar hij was zeer vatbaar voor aandoeningen en veel te veel onder den indiuk van de schoonheid van Monica, om br'ee-'igd ie zijn over de onverholen verachting in h«ar wo~t c'en. „Ik verzeker u, dat ik niet bedoelde brutnal te wezen", verklaarde hij. ,,Hc wensch alleen u van dienst te zijn." Hij bewoog zich niet. Zij verbeeldde zich, dat zij esn klank van eerbied hoorde in zijn stem. Haar houding werd iets minder ijzig. „Het is een samenloop van omstardighedi n, dat ik u hier moest ontmoeten, mijnheer Am brosius. Neg maar een uur geleden vertelde Eustatius mij van uw verbazende edelmoedig heid te zijnen opzicht* „Ik noem het geen edelmoedigheid geld te leenen aan een vriend", antwoordde hij. ..Uw broeder zal het mii wel een of anderen dog teruggeven Bovendien maak ik er geen geheim van, dat ik een geldschieter ben van beroep, zooa's mijn vader voor mij. Hij wen er een groot fortuin mee. Geluk'-ig voor mij I Ik ben daardoor in staat mijn klanten te kiezen of de zaken heelcmaol te vergeten, indien ik dat ver kies." „Ik vraag rrij af, of u bereid zou zijn, mij vijf duizend pond te leenen vroeg Monica be daard Ambrosius veinsde meer verbazing dan bij wezpnlijk voelde. ..Aan u riep hij uit. „Ja, dat is een heel nndore zaak „Waarom „Uw broer en uw vader zullen het mij zeker een of anderen dag terugbetalen", lichtte hij toe, „en in elk geval krijg ik er iets voor terug. Uw broer heeft mij voorgesteld in een van zijn clubs en uw vader heeft mij te dineeren ge vraagd. U ziet, ik soreek volkomen openhartig met uzoo ben ik. Wat u betreft, lady Monica, heeft u eerig vooruitzPht in staat te zullen zijn mij terug te betalen „H^egcniamd geen tenzij F' een rifk man "ruw", gnf zij toe .1' vermoed, dal u hei wel éërs zu't terug' ri'g: n „Dat is wel een beetje vaag, riet waar V meende hij. „U is niet eens verloofd, wel „Geen ide< van", erkende zij. .,Wat het den geest als de Utrechtsche publicatie hier geloof kon vinden. In België heerscht een andere geest dan bij ons. Een geheim verdrag kan hier niet zonder goedkeuring van het parlement ge sloten worden. Zelfs is in ons land goed keuring van het parlement noodig voor een oorlogsverklaring door den koningin België niel. In België is het leger op mo derne leest geschoeid. Het ideaal der so cialisten gaat er voorloopig niet verdut dan de invoering van een diensttijd van zes maanden. Hun Hollandsche partijge- nooten sturen op niet minder dan afschaf fing van het leger aan. In België is een spionnendienst, dio gevaarlijke stukken fa briceert we hebben van Hollandsche spionnen nooit gehoord. Zooals we zeiden, we begrijpen het ver schil in mentaliteit. Zooals de heer Kleere- koper op de vergadering te Antwerpen zeide „Wanneer men in België over ont wapening spreekt, dan spreekt men tot de menschcn, die litteekens dragen uit den laatstcn krijg, die geleden hebben, die ge marteld zijn." Maar eens zullen die lit teekens toch geheeld zijn, eens zal do smart die de oorlog over België gebracht heeft, zijn vergeten. Het officieel* België toont van goeden wille te zijn. Wij vertrouwen, dat het op dien weg zal voortgaan. Dat het inderdaad de geheime verdragen zal kunnen en willen opheffen. Dat het helder heid verschaffen zal in wat nog duister is in het geval Frank-Meina. Dat laatste zal zij kunnen doen bij de bespreking in de Kamer, welke Huysrnans op de Antwerp- sche vergadering heeft aangekondigd. Do „Peuple" over vrijheidstelling. Frank's in- De „Peuple" schrijft volgens een Brus- selsch telegram aan het Hblcl., dat, indien de zaak-Frank Heine in verband met de Utrechtsche publicatie op internationaal gebied van de baan is, dit wat het natio naal gebied betreft, allerminst het geval is. Trouwens Frank is slechts voorloopig in vrijheid gesteld en onmogelijk is het niet, dat hij, bijaldien nieuwe feiten voor den dag zouden komen, opnieuw zou worden vervolgd. Op een andere plaats in dit socialistische dagblad schrijft De Broucköre o.rn., dat de invrijheidstelling van Frank juridisch on getwijfeld ie verklaren is maar het is toch zeer vreemd, dat iemand, die erkent zich aan spionnage ten voordeele van de buiten landsche mogendheid te hebben schuldig gemaakt, zoo maar niet gestraft wordt. Bo vendien is nu Frank, die het valsche stuk heeft gemaakt en versjacherd, niet de ver- valscher van het stuk, omdat hij heeft ge werkt met medewerking of met medeweten van andere personen, d e een duister con- tra spionnage-doel nastreefden. Dus zijn die personen do schuldigen, meent De Brouckère, en daar deze ondergeschikten buiten medeweten van hun chefs handelden kon dus het vreeselijk gebeuren dat, ter wijl de regeering een vredespolitiek voerde, in den Volkenbond vertegenwoordigd was en met Nederland onderhandelde, eenige oplichters, samen met verklikkers onder geschikte beambten en misschien sommige journalisten, een manoeuvre op touw kon den zetten, even gevaarlijk als lang om Belgie's internationale betrekkingen ern stig te compromitteeren. En de politiek van dat Tweede Bureau (Inlichtingendienst! had het bijna van de regeeringspolitiek ge wonnen. Waar h'j snreekt van „enkele journalis ten" zal De Brouckère wel „Soir"-redacteu- ren op het oog hebben gehad. FELLE BRAND TE HOOGEZAND. Vrijdagavond is een felle brand uitgebro ken in de dubbe bewoning vlak bij het past kantoor tc Hoogezand. De brandweer is met groot materieel uitgerukt, doch om 9 uur was gevaar voor uitbreiding geweken. Bei de perceelen zijn uitgebrand. I huwe'ijk betreft, vrees ik, dot ik geen succes heb. De jongelui schijnen meestal bang voor mij en die van middelbaren leeftijd loopen allen achter bakvischjes non, althans in dit seizoen." Ambrosius was, als waardig ofstommeüng van een lange rij geldschieters, een hardvorhiig man in zaken. Hij erfde echter in hooge mate de zwakheid van zijn ros. Hij bevond zich in „lête a tête" met de mooiste en meest be geerde vrouw die hij ooit had ontmoet Zijn oogen verslonden hoor lange bloote armen, zoo prachtig van vorm, haar albasten kin, de lijn van haar mond, die de beroemdste Fransche artislen bijr.a gek had gemaakt, de bijna uit dagende gratie van haar slank figuurtje. Hij voelde zich meegesleept. „U kunt vijfduizend of vijftigduizend of rijf- hondprd duizend pond krijgen, op voorwaarden. „Welke voorwaarden „Huwelijk", stootte hij heesch uit. Er was een flauwe samentrekking van haar wenkbrauwen. Zij keek hem nieuwsgierig aan „Huwelijk Wiens huwelijk?" „Het uwe." „Met wien „Met mij." Zij wierp zich achterover in haar stoel cn lachte onbedaarlijk. Hij keek haar aan, als ge magnetiseerd. Zij was althans, docht hij, niet boos. „Het denkbeeld schijnt le werken op uw zin voor humor", waagde hij. „Dat doet het zeker", gaf 2ij toe Hij kwam een stap dichter bij haar. - „Lady Monica", zoo drong hij aan, „waarom wilt u er riet aen denken? I': weet. dat ik hrel veel cu Vr ben r'nn u. maar t^ns'ctte ben i' maar vijf en v:? tig cn ik hrb rr:j r.'et v--g nid a's de meeste van die jenge manr.en Mijnheet Ambrosius moge geen heel belangrijk petso- zijn tc Lortdcn, maar zijn vader v-as ccn Al is 't verkeer hier nog zoo snoL Een reog ling achterhaalt het woL Er liep voor dien „een strcepie" door, In 't slreep-loos pleinverkeer. 't Verkeer ging dikwijls gansch verkeerd. Men keerde keer op keer. Op 't laatste oogenblik 't gevaar. Doch nu is het gedaan, Wijl er on 't plein voor het station Sinds Vrijdag strepen staan. Men trok de lijn dio waarborg geeft, Dat bij oplettendheid, 't Verkeersgevaar haast is gemaakt Tot een onmoog'lijkheid. LijntrekkeriJ op groote schaal, Met animo betracht, Is waarvan men in 't doolhof hier Met recht veel heil verwacht. Dit lijngetrek ligt in de lijn Der hedendaagsche tijd. Men was de lijn voor goed vork eer. Sinds lancren tijd hier kwijt. Nu gaat het langs een vaste lijn En ieder ziet z'n weg. Als hfi d'en neemt en anders niet. Komt het beslist terecht. 't Dient mot waardeering opgemerkt Ook hier in Amersfoort, Leert men. al gaat het langzaam nog, Hoe of het eind'lijk hoort. Men snapt, na onverstoorb'ren slaap Nu eind'lijk dat deez* lijd, Er dient gewaakt met sterken arm Voor ieders veiligheid. 't Verkeersgeschnrrel in de Stad Schijnt heerlijk op de flesch. Men trok uit 't slap gemodder hier Dus deze goed les. Kom weggebruikers, met elkaar, In alles solidair. Met d'Amersfoortsche overheid In zake het verkeer. Na 't lijn-loos iijdvak gaan we hier Vooruit in rechte lijn, De lijn voor aller veiligheid. Ligt rechts van elke HJr» Wie er met opzet hier negeert, Dit practisch lijn beleid. Zal weten, dat hij naar 't „Bureau" Of naar het kerkhof rijdt. GROEGROE. (Alle rechten voorbehouden). UIT DE STAATSCOURANT. Bij K. B. is aan mej. J. C. M. Vollmer op baar verzoek met ingang van 1 April 1029 eervol ontslag verleend als schrijfster bij de artillerie inrichtingen; is aan J Sinke Jr op zijn verzoek met in gang van 28 Maart 1929 eervol ontslag ver leend als Burgemeester der gemeente Yrse- ke met dankbetuiging voor de langduricre diensten door hem in zijn betrekking be wezen; is aan de reserve eerste-luitenants J. D. Zimmerman en O. Parijo, onderscheidenlijk van het 19e en het 12e regiment infanterie en met ingang van 6 Maart 1929 aan de hier na te noemen reserve eerste-luitenants op het daarvoor door hen gedaan verzoek een eervol ontslag als zoodanig verleend uit don militairen dienst H. T Wilkens van het regiment grenadiers en H. J. Odding van het 1e regiment infanterie; H. O. v. Wijk en H. v. Straaten, beiden van het 6e regiment infanterie: A. G. de Groot van het 7e regiment infanterie; C v. d. Meulen van het 9o regiment infanterie; P. H. Pesman van het 12e regiment infanterie; M. H. Hoefnagel van het Ine regiment infatiferie; B. Oosten van het 18e regiment infanterie; A. S. v. Dam van het 19e regiment infante rie; O. v. d. Toorn van het 2e regiment veld artillerie; A. C. v. Wijk van het 3e re giment veld artillerie; G. J. A. Ivens van het 5e regiment veld artillerie; E. F. W. Leeman van de kustartillerie. zeer bekend Grieksch staatsman, hij, of mijn vader, of ik zelf konden, wanneer wij wilden, een titel hebben gekocht indien wij het de moeite waard hadden geacht Ik vejkies den eenen, dien ik heb, dien de meeste mcnschen mij geven, n.l. dien van mijnheer Ambrosius, millionnair." Monica veegde haar oogen of en zat rechtop in haar stoel ,Ik ben het volkomen met u eens", zeide zij. „Het klinkt zeer verleidelijk. Is u werkelijk mïl- iionnair „Ik kon het u bewijzen, wanneer u wilt", ver klaarde hij „Ik zal een half milliocn op u vast zetten, gereed geld Lady Monica Monica Hij boog naar haar toe Zijn hand rustte op haar blooten schouder. Zij sprong op met een lichte kreet van woede. „Hoe durft u mij aanraken riep zij. „Ellen deling r Zij hield haar arm stijf tegen de plek, waar hij haar had aangeraakt. Hij deinsde terug voor den gloed van haar oogen. Op hetzelfde oogen blik waren zij zich beiden bewust van het feit dat Francis de deur had geopend, op den drero. pel stond cn naar binne:: keek. HOOFDSTUK XXIX Francis sloot de deur achter zich dicht trad binnen. Monica was de eerste die sprak. „Kijk niet zoo verschrikt, Francis", uerzocht zij hem. „Ik zal mijn komst op dezen tijd nader uitleggen. Vraag dien persoon te vertrekken, wil je", ging zij voort, op Ambrosius wijzend, „hij verveelt mij." Franc's belde. b"?eekert dit, A ■"■brrrius vrccg hij. T" v.T.0 7*e hot, Ie y M n'-a t* v 7'n met ij te trouwen, dut is alles," leidde het aarze lende antwoord. 'Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5