WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Si Zn. COGNAC VIEUX XXX Fa. R. van den Burg UTH.S1RAAT 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOOfJ 145 per fSescii f 3.75. RAPPORT DER VERKEERSINSPECTIE DE VERLICHTING VAN RIJWIELEN Meewerkend publiek Schtedmayer-Perzma Oroirian-Sfeinweg enz. WEGEN VERBETERING De verbinding tusschen de groote steden REORGANISATIE P.T.T. BEDRIJF HOE ZE TOT STAND KWAM Een omvangrijk werk verricht Algemeen wordt verzuimd verandering van richting aan te geven Aan het ons toegezonden viermaande- lijksch overzicht van de Provinciale Utrechtsche Verkeersinspectie (Sept. tot en met Dec. 1928) ontleenen wij het volgende: In de maanden September, October, No vember en December, waarover dit verslag loopt, was in verband met ontvangen klachten en wenken de bijzondere aan dacht der Provinciale Utrechtsche Ver keersinspectie gericht op: a. de naleving van art. 4 van het Motor en Rijwielreglcment, waarbij o.a. is be paald. „dat men bij veranderen van rich ting dat tijdig moet doen blijken, hetzij door een duidelijk teeken, gegeven op of aan het rij- of voertuig, hetzij door het goed zichtbaar uitsteken ter zijde van het rij- of voertuig van een der armen of een stok of ander voorwerp tn de richting, welke zal worden ingeslagen". b. de electrische verlichting van rijwielen, die dikwijls zoodanig is, dat het tegenko mend verkeer daardoor verblind wordt of althans hinder daarvan ondervindt. Het is de Provinciale Utrechtsche Ver keersinspectie inderdaad op de door haar gehouden politie-autoritten gebleken, dat art. 4 van het Motor- en Rijwielreglement niet voldoende bekend is, althans dat door zeer velen bij verandering van richting geen teeken wordt gegeven. Vooral op stille wegen was het aantal overtreders terzake zeer groot. Vele waarschuwingen werden dan ook gegeven. Intusschen kon ten deze niet alleen voorlichtend worden opgetreden, maar moest tegen een vijftal bestuurders van motorrijtuigen, die hierdoor de vrij heid en de veiligheid van het verkeer in gevaar brachten, proces-verbaal worden op gemaakt Er waren bij de inspectie enkele verzoe ken binnengekomen om te letten op de electrische verlichting van rijwielen. Bij ge houden advondrifcten bleek bij een groot aantal wielrijders de lantaarn zoo geplaatst, dat het licht niet schuin op den weg. maar recht vooruit werd geworpen. Hierdoor werd niet alleen het nuttig effect van de lantaarn gemist omdat het vóór liggende weggedeelte niet werd beschenen, maar ook veroorzaakte het hinder aan de tegenko mende bestuurders van motorrijtuigen, zelfs in zoodanige mate. dat gevaar voor verblinding niet denkbeeldig was. De meeste wielrijders namen de gegeven wenken ter harte; eenige verklaarden rond uit dat ze nooit vermoed hadden, dat dit recht naar voren gerichte licht voor den tegenkomer onaangenaam was. Er werden in het laatste viermaandelijk- ache tijdvak van 1928 vier en dertig poli- t-le-autoritten gehouden. Wiolrijdcrs. Bij gehouden avondritten werden ver schillende wielrijders zonder verlicht rij wiel aangetroffen. Tegen een vijftal werd proces-verbaal opgemaakt. Wegens het links blijven rijden bij te genkomen moest tegen twee wielrijders proces verbaal worden opgemaakt. Waar genomen werd, dat wielrijders, vooral op de buitenwegen, dikwijls zonder noodzaak het linker weggedeelte berijden. Hiervoor werden waarschuwingen gegeven. Voor verkeerd uitwijken bij passeeren kregen drie wielrijders proces verbaal. Tegen het zich laten vooritrekken door een wagen of motorrijtuig werd waarschu wend opgetreden. Vier wielrijders, die hier door het verkeer in gevaar brachten, kre gen proces-verbaal Over het algemeen wordt niet beseft, hoe gevaarlijk het is, vooral op drukke verkeerswegen, zich aan dit euvel schuldig te maken. Voor het niet hebben van een voorbe schreven reflector op het rijwiel werden twee processen-vorbaal opgemaakt De juiste aanbrenging der reflectors op rijwie len laat nog veel te wenschen over, terwijl een groot aantal eigenlijk geen aanspraak op den naam reflector mag maken, omdat zij hoegenaamd niet het daaropvallende licht terugkaatsen. Motorwielrijders. Wegens het rechts passeeren werd tegen een motorwielrijder proces-verbaal opge maakt. Bestoardors van motorrijtuigen. Er werden 54 bestuurders van motorrij tuigen aangehouden voor het niet geven van een teeken bij het veranderen van richting; tegen zeven bestuurders, die hier door de vrijheid en veiligheid van het ver keer in gevaar brachten, werd proces-ver baal opgemaakt. Ook werden waarschuwingen gegeven aan automobilisten, die geen teeken gaven bij plotseling stappen; tegen een viertal werd proces-verbaal opgemaakt. Een bestuurder van een motorrijtuig kreeg proces-verbaal voor het rechts voor bijrijden; hij deed dit door gebruik te ma ken van het rijwielpad. Tegen een automobilist, die met groote snelheid een niet overzichtelijke bocht nam zonder signaal te geven en die alzoo het verkeer in gevaar bracht, werd proces-ver baal opgemaakt. Wegens het links blijven rijden bij ge passeerd worden kregen 2 bestuurders van motorrijtuigen proces-verbaal. Een automobilist werd gewaarschuwd, omdat hij reed zonder achternummerbord; het bleek, dat hij dit onderweg had verlo ren. Bij avondritten viel het op, dat van ver schillende motorrijtuigen de verlichting niet in goeden staat verkeerde Waarschu wingen werden gegeven voor het hebben van onvoldoende verlichting, terwijl tegen een viertal terzake proces verbaal werd op gemaakt Bestuurders van vrachtwagons. Het is de inspectie opgevallen, dat de aangebrachte reflectors aan de achterzijde van tal van wagens niet doelmatig zijn, omdat ze het daarop vallende licht niet te rugkaatsen. Tegen een bestuurder, die bij avond zonder reflector reed. werd proces verbaal opgemaakt. Voorts werd opgetreden tegen het onbe heerd op den weg laten staan van mei paard bespannen vrachtwagons, zonder dat de noodige voorzorgen waren genomen. Bestuurders van vrachtauto's, Verschillende waarschuwingen moesten worden gegeven aan bestuurders van vrachtauto's voor het innemen van een standplaats midden op den weg voor het lossen op zoodanige wijze, dat het verkeer werd belemmerd. Ook werd een waarschu wing gegeven voor het berijden van het linker weggedeelte. Bestuurders van autobussen. Voor het rijden zonder werkend stoplicht waardoor geen teeken werd gegeven bij stoppen werden eenige waarschuwingen gegeven, terwijl tegen oen bestuurder daar voor proces verbaal werd opgemaakt Het bleek, dat bij enkele autobussen het achterlicht niet werkte. Voorts trad de verkeersinspectie in ver schillende niet onder deze rubriek vallende gevallen op. Zoo werd opgetreden tegen ge leiders van woonwagens, die niet dadelijk uithaalden na 't hooren van signalen om te passeeren. Voor het onbeheerd laten staan van met paard bespannen wagens, zonder dat de noodige voorzorgen waren genomen, werd één proces verbaal opgemaakt- Tegen bestuurders vau handwagens, die het verkeer belemmerden, moest meerdere malen worden opgetreden Tegen twee do zer werd proces-verbaal opgemaakt Ook werden voetgangers opmerkzaam ge maakt, dat het beter is om niet midden op den rijweg te loopen. Verder vermeldt een rapport, dat tijdens een inspectiorit proces-verbaal werd opge maakt van een cloodelijk ongeval van een wielrijdster, die met een autobus In botsing was gekomen en waarbij de Prov. Utr. Verkeersinsoectie als eerste aanwezig was. Onze inspectie, die den geheelen avond met dit geval Is doende geweest, waarschuwde o.a den burgemeester in wiens gemeente het ongeval plaats had, alsmede de familie in Utrecht woonachtig. De rapporten bevatten voorts de navol gende opmerkingen: Op de buitenwegen worden nog al eens verkeersfouten opgemerkt". ,Op stille wegen wordt over het algemeen door wielrijders en bestuurders van motor rijtuigen geen richting aangegeven". „Zou er door de politie, zoowel gemeente als rijks-," niet meer gewaarschuwd kunnen worden tegen het vaak verblindende licht van electrische lantaarns op de rijwielen". Uit het hierbovenstaande overzicht moge blijken, dat de Provinciale Utrechtsche Verkeersinspectie ook in de maanden, waarover dit verslag loopt, voorlichtend en waarschuwend optrad, ten einde een veilig verkeer in ons gewest te bevorderen. Dat r.ij voorlichtend en waarschuwend optreedt, al is het dan ook niet altijd met het ge- Als geheel bijzondere gelegenheid kunnen wij aanbieden enkele weinig bespeelde EERSTE KLASSE INSTRUMENTEN: Vraagt volledige prljslij' ten aan. Termijn betaling. Levering met vijf jaar garant.e. Arnh.str aat Gevestigd seciert lfc&7 wenschle gevolg, moge blijken uit een rapport van een deelnemer, waarop deze aanteekende, dat 's morgens werd aange houden een au (obus, waarvan de bestuur der bij stoppen geen teeken gaf, doordat het stoplicht defect was. De chauffeur werd op deze fout opmerkzaam gemaakt met de mededecling, dat, indien later op den dag mocht blijken, dat het niet hersteld was óf dit defect niet ónn de garage was medege deeld. proces verbaal zou worden opge maakt Denzelfden dag In den namiddag werd bedoelde chauffeur wederom wegens het niet geven van een teeken hij stoppen aangehouden. Het bleek, dat hij noch het een, noch het ander had gednan, zoodat toen zonder pardon tot proces-verbaal werd overgegaan. Gelukkig valt er echter In onze provincie wel medewerking bij de verschillende weg gebruikers waar te nemen en wor It mser en meer het werk der Provinciale Utrecht sche Verkeersinspectie begrepen en ge waardeerd. En dat stemt hoopvol. Met wnardeering vermelden wij daarom, dat op enkele rnpportstaten is vermeld: „publiek medewerkend". Zal zij dit jaar met meer kracht worden ter hand genomen Versohenen is het voorloopig verslag In zake de begrooting van het Wegenfonds voor het dienstjaar 1929. Sommige leden waren van oordeel, dat wat in 1929 zal geschieden zeer weinig is. Nog niet eens de slechtste wegen worden onder handen genomen. Deze leden vrees den, dat de minister niet voornemens is, deze aangelegenheid grootscheeps aan te vatten. Zij drongen aan op meer spoed. Hiertegenover werd door andere leden met waardeering geconstateerd, dat voor 1929 zeer belangrijke bedragen worden aan gevraagd, waaruit blijkt, dat de regeering ervan overtuigd is, dat de wegenverbete ring met kracht moet worden voortgezet. Intusschen, zoo merkten doze leden op, rijst de vraag of de gelden wel altijd op economische wijze worden besteed; deze 'eden wilden daarmee niet een blaam wer pen op bepaalde ambtenaren, maar uitslui tend den minister opwekken tot verscherpt toezicht. Eenige leden drongen aan op een afzon derlijke energieke leiding van den wegen aanleg. op dezelfde wijze als voor de Zui derzeewerken bestaat. Nog altijd ontbreekt <>en splitsing van de op het Rijkswegen plan voorkomende wegen in wegen, die be- loeld zijn als hoofdverbindingen voor het verkeer over verre afstanden en die welke aangewezen zijn voor het locaal verkeer. Gevraagd werd o m. of de regecrlng met het buitonland geregeld overleg pleegt over de aansluiting van nieuwe of verbeterde wegen voor het internationaal verkeer Ook werd opgemerkt, dat van het begln- -ioI, dat de hoofdverkeerswegen niet door maar langs de bebouwde kommen moeten gaan, hetwelk reeds meermalen door het Rijk is toegepast, somtijds wordt afgewe ken. Deze leden betreurden dit en wezen op de plannen voor doorgaand verkeer by Amsterdam, Utrecht en Haarlem als voor beelden van onjuiste traceering. Verscheidene leden gaven den wensch to kennen, dat het ontstaan van lintbebou wing krachtig zal worden tegengegaan. Voor wegen met een zeer druk verkeer zal de minimumbreedte 9 M. moeten zijn. Daarom had men met bevreemding verno men. dat voor den weg UtrechtVecht- sluis een breedte van 8 M. was voorge steld. waardoor men in dezelfde fout ver valt als voor den weg AmsterdamHaar lem is begaan. Men drong dan ook aan op verruiming van de breedte. De wenschelijkheid werd ook betoogd, do rijwegbreedte vast te stellen naar een be paalden maatstaf per voertuigbann. Als eenheid zou kunnen worden aangenomen de daarvoor vrijwel algemeen internatio naal aangenomen breedte van 3 M. Naar gelang van het te verwachten verkeer zou dan de breedte op 2, 3 of 4 maal deze een heid kunnen worden vastgesteld. Opgemerkt werd dat de veiligheid voor de voetgangers hoe langer hoe meer in het gedrang komt. Men drong erop aan, door het aanleggen van afzonderlijke paden voor voetgangers daarin te voorzien Aangedrongen werd om ter bevordering van de veiligheid van het verkeer do aan wezigheid van tramlijnen op de wegen zoo veel mogelijk te beperken. Gevraagd werd hoe het staat met de plannen der regeering met betrekking tot de verbinding van de groote steden. Men dacht daarbij aan de verbindingen Am sterdam—Rotterdam en 's-Gravenhage Gouda Men drong erop aan dat deze ver bindingen spoedig tot stand zouden komen. Aangedrongen werd ook op de spoedige totstandkoming van de verbinding van Den Haag met Amsterdam en het vliegveld Schiphol. In plaats van den ontworpen weg Sas- senheim—Amsterdam gaven verscheidene leden de voorkeur aan een weg beoosten Leiden ter vermijding van de bebouwde kommen op het traject Sassenheim—Den Haag. PERSONALIA. De Fransche regeering heeft Mr. A. I, Hankes Drielsma, advocaat te Rotterdam, benoemd tot Ridder in het Legioen van Eer. De leidende gedachten in de nieuwe regeling Nu binnenkort de publicatie van de Ko ninklijke besluiten en beschikkingen van den Minister van Waterstaat en van den Directeur-Generaal der Posterijen en Tele grafie betreffende de reorganisatie bij den post-, telegraaf- en telefoondienst is te ver wachten, verdient het wellicht aanbeveling ter inleiding van die publicatie een en an der over de totstandkoming dier reorgani satie. alsmede over enkele daarin opgeno men algemeene beginselen bekend te ma ken. Men zal zich herinneren, dat de reorga nisatie van den P.T.T. dienst indertijd in behandeling Is genomen door de beide z.g. commissies-Nolting (één voor den techni- sciien en éón voor den exploitatie-dienst). Deze commmissies brachten in 1923 verslag uit en deden tevens voorstellen tot reorga nisatie. Door de z.g. commissie-Van Royen werd een verslag over den dienst van het hoofdbestuur der PosDrijen en Te legrafie uitgebracht. Eén der eerste beslissingen, welke moes ten worden genomen was. of aan één Di recteur-Generaal de leiding van het geheele P.T.T. bedrijf moest worden opgedragen, dan wel of een directorium van b.v. drie personen met die taak moest worden bè last. Daarnaast moest worden uitgemaakt, of de telegraaf en telefoondienst vereenigd zouden blijven met het postbedrijf, dan wel daarvan zouden worden losgemaakt en tot •en afzonderlijk telegraaf- en telefoonbe drijf geconstitueerd. Op deze beide punten werd reeds In 1925 beslist door de benoeming van één Direc teur-Generaal van het vereenigd post- en telegraafbedrijf. Na zich op de hoogte te hebben gesteld van de bestaande toestanden en omstan digheden, besloot de nieuwe bedrijfsleiding ter verdere voorbereiding van de reorga nisatie ten Hoofdbesture der Posterijen en Telegrafie een speciaal bureau in te stel len, hetwelk tot taak kreeg in onmiddel lijke samenwerking met den Directeur Generaal de reorganisatie-mogelijkheden na te gaan, ze volgens diens aanwijzingen nader uit te werken en er vorm aan te geven. Ieder, die eenigszins op de hoogte is van de ingewikkelde staatsrechtelijke en amb telijke verhoudingen en die tevens bekend is met de moeilijkheden, verbonden aan de reorganisatie van een groot staatsbedrijf, als dat der Posterijen, telegrafie en Tele fonie, zal kunnen beseffen, welk een om vangrijk werk hier moest worden verricht. Uit den aard der zaak was niet alleen overleg noodig met de daarvoor in aan merking komende autoriteiten en hoofd ambtenaren, maar ook met het personeel (Commissie van Overleg), terwijl mede de adviezen van den Postraad werden inge wonnen. De onderhavige reorganisatie-maatrege len werden voor het eerst in groote lijnen aangekondigd in Augustus 1927 in den vorm van mededeelingen aan de Commis sie van Overleg, welke indertijd in de pers zijn gepubliceerd. Nadat zij nader waren voorbereid en uitgewerkt, werden verdere mededeelingen gedaan in de Memorie van Antwoord betreffende de P.T.T.-begrooting 1929. In de nieuwe regeling der rangbevorde ring van het kantoorpersoneel zijn ruime overgangsbepalingen opgenomen, volgens welke de krachtens vroegere regelingen verkregen aanspraken geheel en zelfs de volgens vroegere regelingen bestaande vooruitzichten nagenoeg geheel worden erkend en bestendigd Hierdoor wordt het weliswaar niet mogelijk om de belangrijke vereenvoudiging in de personeelsformatie onmiddellijk ten volle door te voeren, doch dit behoeft geen bezwaar te zijn, nu toch d8 uiteindelijke toestand duidelijk is uitge stippeld en voor regelmatige doorvoering door bindende regels de bereiking van dien toestand vaststaat. Behalve het hiergenoemde beginsel van behoud van bestaande rechten, zijn nog en kele andere leidende gedachten in de re organisatie verwerkt en wel, om slechts enkele hoofdzaken te noemen vereenvou diging der organisatie, verduidelijking en vereenvoudiging van de organieke en per- soneelsbepalingen, eenige meerdere vrijheid van de bedrijfsleiding t.a.v. bezetting van sommige belangrijke functies en bevorde ring van systematische beoordeeling der ambtenaren, opdat vooral de belangrijke hoogere functies zooveel mogelijk bezet zul len worden door de beste ambtenaren, over wie het bedrijf kan beschikken. In hoeverre men geslaagd is de hierge noemde leidende gedachten in de nieuwe regelingen door te voeren, kan blijken uit enkele gegevens welke hierna volgen. 1. Verduidelijking en vereenvoudiging van de organieke- en personeelsbepalingen. Vele dezer bepalingen waren verouderd een groot gedeelte der materie was jaren lang uitsluitend bij stukjes en beetjes ge wijzigd of aangevuld, zoodat een grondige systematische herziening dringend noodig was, teneinde van deze verouderde lappen deken een goed sluitend en voor het be drijf geschikt geheel te maken. Zoo bleek het onder meer mogelijk de verschillende Koninklijke besluiten betreffende de orga nisatie en het personeel, ten getale van 9 te vervangen door 3 besluiten, welke een goed organisch geheel vormen. Het perso neel van het Hoofdbestuur werd onder de werking van het DA PTT en AHPTT ge bracht, waardoor dit personeel in het ver volg. althans in hoofdzaak, onder dezelfde dienstvoorwaarden als het bedrijfsperso- neel werkzaam zal zijn. In verschillende bepalingen, in den naam van het bedrijf en in de titulatuur zal de Telefonie naast de Post en de Telegrafie de haar rechtmatig toekomende plaats inne men. 2. Vereenvoudiging in de organisatie werd bereikt door aanmerkelijke vermindering van het aantal rangen en minder diffe rentiatie in bevoegdheden en aanspraken, natuurlijk gepaard gaande met vereenvou diging van het bestaande ingewikkelde examensysteem en met vermindering van het bestaande aantal examens. Zoo is het mogelijk gebleken 83 groepen van exploitatieve ambtenaren, met ver schillende bevoegdheden (ondergebracht in 56 rangen) in de toekomst terug te bren gen tot 29 groepen, overeenkomende met even zoovele rangen. Ook zijn verschillende functies welke vroeger groepsgewijze afzonderlijke rangen uitmaakten in bepaalde rangen onderge bracht, waardoor o.a. de ran a titels direc teur, adjunct-directeur en adjunct-inspec teur, inspecteur van de spoorwegpostkan toren als zoodanig zijn verdwenen, en zijn omgezet in functietitels. Hiertegenover staat, dat Invoering van een enkele rang noodzakelijk bleek, de rang van referendaris P. T. T., waarvan de rangen referendaris 2e klasse en adjunct- referendaris werden afgeleid. Hierdoor kwam de titel commies vrij voor de vroe gere commiezen-titulair, zoodat de bran dende titulatuurkwestie op bevredigende wijze kon worden opgelost. 3. In aansluiting op deze vereenvoudi ging. kan ook een meer logischo bezetting van dlvorse functies en meer Invloed van de bedrijfsleiding daarop worden verkre gen. Nu, zooals onder 2 reeds is vermeld, verschillende functies als rang niet meer bestaan, is het mogelijk geworden voor de bedrijfsleiding b.v. ambtenaren van den rang van referendaris aan te wijzen als di recteur, adjunct-directeur of adjunct-in specteur Het 9preekt vanzdf, dat In het welbegrepen bedrijfsbelang van deze meer dere vrijheid slechts een beperkt gebruik zal worden gemaakt, waarbij rekening zal worden gehouden met de belangen der ambtenaren. 4. Aan het brengen van den jui9ten man op de juiste plaats is ook nog ten zeerste bevorderlijk het invoeren van een syste- matischo beoordeeling, waarmede wordfc beoogd op den duur van eiken ambtenaar een „geschiedenis-beoordeeling" te verkrij gen, zoodat door het raadplegen van een geheele reeks van verschillende beoordee- lingen het vormen van een objectief beeld van eenig ambtenaar zal worden verge makkelijkt. De voornaamste rangen van het hooger personeel K. D. (Exploitatie Dienst) zijn: Adjunct-surnumerair, surnumerair, ad junct-referendaris, referendaris 2e klasse, referendaris, inspecteur, inspecteur-i.a.d en hoofdinspecteur; deze ambtenaren zijn be stemd voor de functies van directeur van de ongeclassiflceerde kkt, de spoorvvegpkkfc en de kantoren 1ste, 2de en 3de klasse als mede voor adjunct-inspoeteur en inspec teur. De voornaamste rangen van het hooger personeel T. D. (Technische Dienst) zijn: Ingenieur, Hoofdingenieur, Hoofdinge nieur 1ste klasse en Hoofdingenieur-Direc teur: adspirant electrotechnisch ambtenaar electrotechnisch ambtenaar en electrotech nisch hoofdambtenaar. De voornaamste rangen van het middel baar personeel zijn kantoorbediende telegrafist, adjunct-com mies commies. De commiezen bij den P.TT.-dienst zijn tevens bestemd voor de functie van direc teur van de kantoren 4o klasse; telefoniste, telefoniste 1ste klasse, assistent, conducteur, hoofdbesteller. Tot deze rangen kan lager personeel op grond van vakkennis volledige L.O.-ontwikke- ling worden benoemd. Tot de lagere rangen blijven behooren besteller, zaalwachter, schrijver, lager tech nisch personeel ens. Het ligt In de bedoeling het in dienst zijnde personeel zoo spoedig doecltjk. ir. ie nieuw in te voeren organisatie U öoen overgaan, in verband waarmede binnen kort verschillende benoemingen in de nieuwe rangen worden verwacht, terwijl ook bezetting van de vele thans nog va cant gehouden betrekkingen binnenkufi kan worden tegemoet gezien.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 7