WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Si Zn.
COGNAC VIEUX XXX
Fa. R. van den Burg
UTH.S1RAAT 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOOfJ 145
per fSescii f 3.75.
RAPPORT DER VERKEERSINSPECTIE
DE VERLICHTING VAN
RIJWIELEN
Meewerkend publiek
Schtedmayer-Perzma Oroirian-Sfeinweg enz.
WEGEN VERBETERING
De verbinding tusschen de
groote steden
REORGANISATIE P.T.T. BEDRIJF
HOE ZE TOT STAND
KWAM
Een omvangrijk werk
verricht
Algemeen wordt verzuimd verandering
van richting aan te geven
Aan het ons toegezonden viermaande-
lijksch overzicht van de Provinciale
Utrechtsche Verkeersinspectie (Sept. tot en
met Dec. 1928) ontleenen wij het volgende:
In de maanden September, October, No
vember en December, waarover dit verslag
loopt, was in verband met ontvangen
klachten en wenken de bijzondere aan
dacht der Provinciale Utrechtsche Ver
keersinspectie gericht op:
a. de naleving van art. 4 van het Motor
en Rijwielreglcment, waarbij o.a. is be
paald. „dat men bij veranderen van rich
ting dat tijdig moet doen blijken, hetzij
door een duidelijk teeken, gegeven op of
aan het rij- of voertuig, hetzij door het goed
zichtbaar uitsteken ter zijde van het rij- of
voertuig van een der armen of een stok of
ander voorwerp tn de richting, welke zal
worden ingeslagen".
b. de electrische verlichting van rijwielen,
die dikwijls zoodanig is, dat het tegenko
mend verkeer daardoor verblind wordt of
althans hinder daarvan ondervindt.
Het is de Provinciale Utrechtsche Ver
keersinspectie inderdaad op de door haar
gehouden politie-autoritten gebleken, dat
art. 4 van het Motor- en Rijwielreglement
niet voldoende bekend is, althans dat door
zeer velen bij verandering van richting
geen teeken wordt gegeven. Vooral op stille
wegen was het aantal overtreders terzake
zeer groot. Vele waarschuwingen werden
dan ook gegeven. Intusschen kon ten deze
niet alleen voorlichtend worden opgetreden,
maar moest tegen een vijftal bestuurders
van motorrijtuigen, die hierdoor de vrij
heid en de veiligheid van het verkeer in
gevaar brachten, proces-verbaal worden op
gemaakt
Er waren bij de inspectie enkele verzoe
ken binnengekomen om te letten op de
electrische verlichting van rijwielen. Bij ge
houden advondrifcten bleek bij een groot
aantal wielrijders de lantaarn zoo geplaatst,
dat het licht niet schuin op den weg. maar
recht vooruit werd geworpen. Hierdoor
werd niet alleen het nuttig effect van de
lantaarn gemist omdat het vóór liggende
weggedeelte niet werd beschenen, maar ook
veroorzaakte het hinder aan de tegenko
mende bestuurders van motorrijtuigen,
zelfs in zoodanige mate. dat gevaar voor
verblinding niet denkbeeldig was.
De meeste wielrijders namen de gegeven
wenken ter harte; eenige verklaarden rond
uit dat ze nooit vermoed hadden, dat dit
recht naar voren gerichte licht voor den
tegenkomer onaangenaam was.
Er werden in het laatste viermaandelijk-
ache tijdvak van 1928 vier en dertig poli-
t-le-autoritten gehouden.
Wiolrijdcrs.
Bij gehouden avondritten werden ver
schillende wielrijders zonder verlicht rij
wiel aangetroffen. Tegen een vijftal werd
proces-verbaal opgemaakt.
Wegens het links blijven rijden bij te
genkomen moest tegen twee wielrijders
proces verbaal worden opgemaakt. Waar
genomen werd, dat wielrijders, vooral op
de buitenwegen, dikwijls zonder noodzaak
het linker weggedeelte berijden. Hiervoor
werden waarschuwingen gegeven. Voor
verkeerd uitwijken bij passeeren kregen
drie wielrijders proces verbaal.
Tegen het zich laten vooritrekken door
een wagen of motorrijtuig werd waarschu
wend opgetreden. Vier wielrijders, die hier
door het verkeer in gevaar brachten, kre
gen proces-verbaal Over het algemeen
wordt niet beseft, hoe gevaarlijk het is,
vooral op drukke verkeerswegen, zich aan
dit euvel schuldig te maken.
Voor het niet hebben van een voorbe
schreven reflector op het rijwiel werden
twee processen-vorbaal opgemaakt De
juiste aanbrenging der reflectors op rijwie
len laat nog veel te wenschen over, terwijl
een groot aantal eigenlijk geen aanspraak
op den naam reflector mag maken, omdat
zij hoegenaamd niet het daaropvallende
licht terugkaatsen.
Motorwielrijders.
Wegens het rechts passeeren werd tegen
een motorwielrijder proces-verbaal opge
maakt.
Bestoardors van motorrijtuigen.
Er werden 54 bestuurders van motorrij
tuigen aangehouden voor het niet geven
van een teeken bij het veranderen van
richting; tegen zeven bestuurders, die hier
door de vrijheid en veiligheid van het ver
keer in gevaar brachten, werd proces-ver
baal opgemaakt.
Ook werden waarschuwingen gegeven
aan automobilisten, die geen teeken gaven
bij plotseling stappen; tegen een viertal
werd proces-verbaal opgemaakt.
Een bestuurder van een motorrijtuig
kreeg proces-verbaal voor het rechts voor
bijrijden; hij deed dit door gebruik te ma
ken van het rijwielpad.
Tegen een automobilist, die met groote
snelheid een niet overzichtelijke bocht nam
zonder signaal te geven en die alzoo het
verkeer in gevaar bracht, werd proces-ver
baal opgemaakt.
Wegens het links blijven rijden bij ge
passeerd worden kregen 2 bestuurders van
motorrijtuigen proces-verbaal.
Een automobilist werd gewaarschuwd,
omdat hij reed zonder achternummerbord;
het bleek, dat hij dit onderweg had verlo
ren.
Bij avondritten viel het op, dat van ver
schillende motorrijtuigen de verlichting
niet in goeden staat verkeerde Waarschu
wingen werden gegeven voor het hebben
van onvoldoende verlichting, terwijl tegen
een viertal terzake proces verbaal werd op
gemaakt
Bestuurders van vrachtwagons.
Het is de inspectie opgevallen, dat de
aangebrachte reflectors aan de achterzijde
van tal van wagens niet doelmatig zijn,
omdat ze het daarop vallende licht niet te
rugkaatsen. Tegen een bestuurder, die bij
avond zonder reflector reed. werd proces
verbaal opgemaakt.
Voorts werd opgetreden tegen het onbe
heerd op den weg laten staan van mei
paard bespannen vrachtwagons, zonder dat
de noodige voorzorgen waren genomen.
Bestuurders van vrachtauto's,
Verschillende waarschuwingen moesten
worden gegeven aan bestuurders van
vrachtauto's voor het innemen van een
standplaats midden op den weg voor het
lossen op zoodanige wijze, dat het verkeer
werd belemmerd. Ook werd een waarschu
wing gegeven voor het berijden van het
linker weggedeelte.
Bestuurders van autobussen.
Voor het rijden zonder werkend stoplicht
waardoor geen teeken werd gegeven bij
stoppen werden eenige waarschuwingen
gegeven, terwijl tegen oen bestuurder daar
voor proces verbaal werd opgemaakt
Het bleek, dat bij enkele autobussen het
achterlicht niet werkte.
Voorts trad de verkeersinspectie in ver
schillende niet onder deze rubriek vallende
gevallen op. Zoo werd opgetreden tegen ge
leiders van woonwagens, die niet dadelijk
uithaalden na 't hooren van signalen om te
passeeren.
Voor het onbeheerd laten staan van met
paard bespannen wagens, zonder dat de
noodige voorzorgen waren genomen, werd
één proces verbaal opgemaakt-
Tegen bestuurders vau handwagens, die
het verkeer belemmerden, moest meerdere
malen worden opgetreden Tegen twee do
zer werd proces-verbaal opgemaakt
Ook werden voetgangers opmerkzaam ge
maakt, dat het beter is om niet midden op
den rijweg te loopen.
Verder vermeldt een rapport, dat tijdens
een inspectiorit proces-verbaal werd opge
maakt van een cloodelijk ongeval van een
wielrijdster, die met een autobus In botsing
was gekomen en waarbij de Prov. Utr.
Verkeersinsoectie als eerste aanwezig was.
Onze inspectie, die den geheelen avond met
dit geval Is doende geweest, waarschuwde
o.a den burgemeester in wiens gemeente
het ongeval plaats had, alsmede de familie
in Utrecht woonachtig.
De rapporten bevatten voorts de navol
gende opmerkingen:
Op de buitenwegen worden nog al eens
verkeersfouten opgemerkt".
,Op stille wegen wordt over het algemeen
door wielrijders en bestuurders van motor
rijtuigen geen richting aangegeven".
„Zou er door de politie, zoowel gemeente
als rijks-," niet meer gewaarschuwd kunnen
worden tegen het vaak verblindende licht
van electrische lantaarns op de rijwielen".
Uit het hierbovenstaande overzicht moge
blijken, dat de Provinciale Utrechtsche
Verkeersinspectie ook in de maanden,
waarover dit verslag loopt, voorlichtend en
waarschuwend optrad, ten einde een veilig
verkeer in ons gewest te bevorderen. Dat
r.ij voorlichtend en waarschuwend optreedt,
al is het dan ook niet altijd met het ge-
Als geheel bijzondere gelegenheid kunnen wij aanbieden
enkele weinig bespeelde EERSTE KLASSE INSTRUMENTEN:
Vraagt volledige prljslij' ten aan. Termijn
betaling. Levering met vijf jaar garant.e.
Arnh.str aat Gevestigd seciert lfc&7
wenschle gevolg, moge blijken uit een
rapport van een deelnemer, waarop deze
aanteekende, dat 's morgens werd aange
houden een au (obus, waarvan de bestuur
der bij stoppen geen teeken gaf, doordat
het stoplicht defect was. De chauffeur werd
op deze fout opmerkzaam gemaakt met de
mededecling, dat, indien later op den dag
mocht blijken, dat het niet hersteld was óf
dit defect niet ónn de garage was medege
deeld. proces verbaal zou worden opge
maakt Denzelfden dag In den namiddag
werd bedoelde chauffeur wederom wegens
het niet geven van een teeken hij stoppen
aangehouden. Het bleek, dat hij noch het
een, noch het ander had gednan, zoodat
toen zonder pardon tot proces-verbaal
werd overgegaan.
Gelukkig valt er echter In onze provincie
wel medewerking bij de verschillende weg
gebruikers waar te nemen en wor It mser
en meer het werk der Provinciale Utrecht
sche Verkeersinspectie begrepen en ge
waardeerd. En dat stemt hoopvol.
Met wnardeering vermelden wij daarom,
dat op enkele rnpportstaten is vermeld:
„publiek medewerkend".
Zal zij dit jaar met meer kracht
worden ter hand genomen
Versohenen is het voorloopig verslag In
zake de begrooting van het Wegenfonds
voor het dienstjaar 1929.
Sommige leden waren van oordeel, dat
wat in 1929 zal geschieden zeer weinig is.
Nog niet eens de slechtste wegen worden
onder handen genomen. Deze leden vrees
den, dat de minister niet voornemens is,
deze aangelegenheid grootscheeps aan te
vatten. Zij drongen aan op meer spoed.
Hiertegenover werd door andere leden
met waardeering geconstateerd, dat voor
1929 zeer belangrijke bedragen worden aan
gevraagd, waaruit blijkt, dat de regeering
ervan overtuigd is, dat de wegenverbete
ring met kracht moet worden voortgezet.
Intusschen, zoo merkten doze leden op,
rijst de vraag of de gelden wel altijd op
economische wijze worden besteed; deze
'eden wilden daarmee niet een blaam wer
pen op bepaalde ambtenaren, maar uitslui
tend den minister opwekken tot verscherpt
toezicht.
Eenige leden drongen aan op een afzon
derlijke energieke leiding van den wegen
aanleg. op dezelfde wijze als voor de Zui
derzeewerken bestaat. Nog altijd ontbreekt
<>en splitsing van de op het Rijkswegen
plan voorkomende wegen in wegen, die be-
loeld zijn als hoofdverbindingen voor het
verkeer over verre afstanden en die welke
aangewezen zijn voor het locaal verkeer.
Gevraagd werd o m. of de regecrlng met
het buitonland geregeld overleg pleegt over
de aansluiting van nieuwe of verbeterde
wegen voor het internationaal verkeer
Ook werd opgemerkt, dat van het begln-
-ioI, dat de hoofdverkeerswegen niet door
maar langs de bebouwde kommen moeten
gaan, hetwelk reeds meermalen door het
Rijk is toegepast, somtijds wordt afgewe
ken. Deze leden betreurden dit en wezen op
de plannen voor doorgaand verkeer by
Amsterdam, Utrecht en Haarlem als voor
beelden van onjuiste traceering.
Verscheidene leden gaven den wensch to
kennen, dat het ontstaan van lintbebou
wing krachtig zal worden tegengegaan.
Voor wegen met een zeer druk verkeer
zal de minimumbreedte 9 M. moeten zijn.
Daarom had men met bevreemding verno
men. dat voor den weg UtrechtVecht-
sluis een breedte van 8 M. was voorge
steld. waardoor men in dezelfde fout ver
valt als voor den weg AmsterdamHaar
lem is begaan. Men drong dan ook aan op
verruiming van de breedte.
De wenschelijkheid werd ook betoogd, do
rijwegbreedte vast te stellen naar een be
paalden maatstaf per voertuigbann. Als
eenheid zou kunnen worden aangenomen
de daarvoor vrijwel algemeen internatio
naal aangenomen breedte van 3 M. Naar
gelang van het te verwachten verkeer zou
dan de breedte op 2, 3 of 4 maal deze een
heid kunnen worden vastgesteld.
Opgemerkt werd dat de veiligheid voor
de voetgangers hoe langer hoe meer in het
gedrang komt. Men drong erop aan, door
het aanleggen van afzonderlijke paden
voor voetgangers daarin te voorzien
Aangedrongen werd om ter bevordering
van de veiligheid van het verkeer do aan
wezigheid van tramlijnen op de wegen zoo
veel mogelijk te beperken.
Gevraagd werd hoe het staat met de
plannen der regeering met betrekking tot
de verbinding van de groote steden. Men
dacht daarbij aan de verbindingen Am
sterdam—Rotterdam en 's-Gravenhage
Gouda Men drong erop aan dat deze ver
bindingen spoedig tot stand zouden komen.
Aangedrongen werd ook op de spoedige
totstandkoming van de verbinding van Den
Haag met Amsterdam en het vliegveld
Schiphol.
In plaats van den ontworpen weg Sas-
senheim—Amsterdam gaven verscheidene
leden de voorkeur aan een weg beoosten
Leiden ter vermijding van de bebouwde
kommen op het traject Sassenheim—Den
Haag.
PERSONALIA.
De Fransche regeering heeft Mr. A. I,
Hankes Drielsma, advocaat te Rotterdam,
benoemd tot Ridder in het Legioen van
Eer.
De leidende gedachten in de nieuwe
regeling
Nu binnenkort de publicatie van de Ko
ninklijke besluiten en beschikkingen van
den Minister van Waterstaat en van den
Directeur-Generaal der Posterijen en Tele
grafie betreffende de reorganisatie bij den
post-, telegraaf- en telefoondienst is te ver
wachten, verdient het wellicht aanbeveling
ter inleiding van die publicatie een en an
der over de totstandkoming dier reorgani
satie. alsmede over enkele daarin opgeno
men algemeene beginselen bekend te ma
ken.
Men zal zich herinneren, dat de reorga
nisatie van den P.T.T. dienst indertijd in
behandeling Is genomen door de beide z.g.
commissies-Nolting (één voor den techni-
sciien en éón voor den exploitatie-dienst).
Deze commmissies brachten in 1923 verslag
uit en deden tevens voorstellen tot reorga
nisatie. Door de z.g. commissie-Van
Royen werd een verslag over den dienst
van het hoofdbestuur der PosDrijen en Te
legrafie uitgebracht.
Eén der eerste beslissingen, welke moes
ten worden genomen was. of aan één Di
recteur-Generaal de leiding van het geheele
P.T.T. bedrijf moest worden opgedragen,
dan wel of een directorium van b.v. drie
personen met die taak moest worden bè
last. Daarnaast moest worden uitgemaakt,
of de telegraaf en telefoondienst vereenigd
zouden blijven met het postbedrijf, dan wel
daarvan zouden worden losgemaakt en tot
•en afzonderlijk telegraaf- en telefoonbe
drijf geconstitueerd.
Op deze beide punten werd reeds In 1925
beslist door de benoeming van één Direc
teur-Generaal van het vereenigd post- en
telegraafbedrijf.
Na zich op de hoogte te hebben gesteld
van de bestaande toestanden en omstan
digheden, besloot de nieuwe bedrijfsleiding
ter verdere voorbereiding van de reorga
nisatie ten Hoofdbesture der Posterijen en
Telegrafie een speciaal bureau in te stel
len, hetwelk tot taak kreeg in onmiddel
lijke samenwerking met den Directeur
Generaal de reorganisatie-mogelijkheden
na te gaan, ze volgens diens aanwijzingen
nader uit te werken en er vorm aan te
geven.
Ieder, die eenigszins op de hoogte is van
de ingewikkelde staatsrechtelijke en amb
telijke verhoudingen en die tevens bekend
is met de moeilijkheden, verbonden aan de
reorganisatie van een groot staatsbedrijf,
als dat der Posterijen, telegrafie en Tele
fonie, zal kunnen beseffen, welk een om
vangrijk werk hier moest worden verricht.
Uit den aard der zaak was niet alleen
overleg noodig met de daarvoor in aan
merking komende autoriteiten en hoofd
ambtenaren, maar ook met het personeel
(Commissie van Overleg), terwijl mede de
adviezen van den Postraad werden inge
wonnen.
De onderhavige reorganisatie-maatrege
len werden voor het eerst in groote lijnen
aangekondigd in Augustus 1927 in den
vorm van mededeelingen aan de Commis
sie van Overleg, welke indertijd in de pers
zijn gepubliceerd. Nadat zij nader waren
voorbereid en uitgewerkt, werden verdere
mededeelingen gedaan in de Memorie van
Antwoord betreffende de P.T.T.-begrooting
1929.
In de nieuwe regeling der rangbevorde
ring van het kantoorpersoneel zijn ruime
overgangsbepalingen opgenomen, volgens
welke de krachtens vroegere regelingen
verkregen aanspraken geheel en zelfs de
volgens vroegere regelingen bestaande
vooruitzichten nagenoeg geheel worden
erkend en bestendigd Hierdoor wordt het
weliswaar niet mogelijk om de belangrijke
vereenvoudiging in de personeelsformatie
onmiddellijk ten volle door te voeren, doch
dit behoeft geen bezwaar te zijn, nu toch
d8 uiteindelijke toestand duidelijk is uitge
stippeld en voor regelmatige doorvoering
door bindende regels de bereiking van dien
toestand vaststaat.
Behalve het hiergenoemde beginsel van
behoud van bestaande rechten, zijn nog en
kele andere leidende gedachten in de re
organisatie verwerkt en wel, om slechts
enkele hoofdzaken te noemen vereenvou
diging der organisatie, verduidelijking en
vereenvoudiging van de organieke en per-
soneelsbepalingen, eenige meerdere vrijheid
van de bedrijfsleiding t.a.v. bezetting van
sommige belangrijke functies en bevorde
ring van systematische beoordeeling der
ambtenaren, opdat vooral de belangrijke
hoogere functies zooveel mogelijk bezet zul
len worden door de beste ambtenaren, over
wie het bedrijf kan beschikken.
In hoeverre men geslaagd is de hierge
noemde leidende gedachten in de nieuwe
regelingen door te voeren, kan blijken uit
enkele gegevens welke hierna volgen.
1. Verduidelijking en vereenvoudiging
van de organieke- en personeelsbepalingen.
Vele dezer bepalingen waren verouderd
een groot gedeelte der materie was jaren
lang uitsluitend bij stukjes en beetjes ge
wijzigd of aangevuld, zoodat een grondige
systematische herziening dringend noodig
was, teneinde van deze verouderde lappen
deken een goed sluitend en voor het be
drijf geschikt geheel te maken. Zoo bleek
het onder meer mogelijk de verschillende
Koninklijke besluiten betreffende de orga
nisatie en het personeel, ten getale van 9
te vervangen door 3 besluiten, welke een
goed organisch geheel vormen. Het perso
neel van het Hoofdbestuur werd onder de
werking van het DA PTT en AHPTT ge
bracht, waardoor dit personeel in het ver
volg. althans in hoofdzaak, onder dezelfde
dienstvoorwaarden als het bedrijfsperso-
neel werkzaam zal zijn.
In verschillende bepalingen, in den naam
van het bedrijf en in de titulatuur zal de
Telefonie naast de Post en de Telegrafie de
haar rechtmatig toekomende plaats inne
men.
2. Vereenvoudiging in de organisatie werd
bereikt door aanmerkelijke vermindering
van het aantal rangen en minder diffe
rentiatie in bevoegdheden en aanspraken,
natuurlijk gepaard gaande met vereenvou
diging van het bestaande ingewikkelde
examensysteem en met vermindering van
het bestaande aantal examens.
Zoo is het mogelijk gebleken 83 groepen
van exploitatieve ambtenaren, met ver
schillende bevoegdheden (ondergebracht in
56 rangen) in de toekomst terug te bren
gen tot 29 groepen, overeenkomende met
even zoovele rangen.
Ook zijn verschillende functies welke
vroeger groepsgewijze afzonderlijke rangen
uitmaakten in bepaalde rangen onderge
bracht, waardoor o.a. de ran a titels direc
teur, adjunct-directeur en adjunct-inspec
teur, inspecteur van de spoorwegpostkan
toren als zoodanig zijn verdwenen, en
zijn omgezet in functietitels.
Hiertegenover staat, dat Invoering van
een enkele rang noodzakelijk bleek, de
rang van referendaris P. T. T., waarvan de
rangen referendaris 2e klasse en adjunct-
referendaris werden afgeleid. Hierdoor
kwam de titel commies vrij voor de vroe
gere commiezen-titulair, zoodat de bran
dende titulatuurkwestie op bevredigende
wijze kon worden opgelost.
3. In aansluiting op deze vereenvoudi
ging. kan ook een meer logischo bezetting
van dlvorse functies en meer Invloed van
de bedrijfsleiding daarop worden verkre
gen. Nu, zooals onder 2 reeds is vermeld,
verschillende functies als rang niet meer
bestaan, is het mogelijk geworden voor de
bedrijfsleiding b.v. ambtenaren van den
rang van referendaris aan te wijzen als di
recteur, adjunct-directeur of adjunct-in
specteur Het 9preekt vanzdf, dat In het
welbegrepen bedrijfsbelang van deze meer
dere vrijheid slechts een beperkt gebruik
zal worden gemaakt, waarbij rekening zal
worden gehouden met de belangen der
ambtenaren.
4. Aan het brengen van den jui9ten man
op de juiste plaats is ook nog ten zeerste
bevorderlijk het invoeren van een syste-
matischo beoordeeling, waarmede wordfc
beoogd op den duur van eiken ambtenaar
een „geschiedenis-beoordeeling" te verkrij
gen, zoodat door het raadplegen van een
geheele reeks van verschillende beoordee-
lingen het vormen van een objectief beeld
van eenig ambtenaar zal worden verge
makkelijkt.
De voornaamste rangen van het hooger
personeel K. D. (Exploitatie Dienst) zijn:
Adjunct-surnumerair, surnumerair, ad
junct-referendaris, referendaris 2e klasse,
referendaris, inspecteur, inspecteur-i.a.d en
hoofdinspecteur; deze ambtenaren zijn be
stemd voor de functies van directeur van
de ongeclassiflceerde kkt, de spoorvvegpkkfc
en de kantoren 1ste, 2de en 3de klasse als
mede voor adjunct-inspoeteur en inspec
teur.
De voornaamste rangen van het hooger
personeel T. D. (Technische Dienst) zijn:
Ingenieur, Hoofdingenieur, Hoofdinge
nieur 1ste klasse en Hoofdingenieur-Direc
teur: adspirant electrotechnisch ambtenaar
electrotechnisch ambtenaar en electrotech
nisch hoofdambtenaar.
De voornaamste rangen van het middel
baar personeel zijn
kantoorbediende telegrafist, adjunct-com
mies commies.
De commiezen bij den P.TT.-dienst zijn
tevens bestemd voor de functie van direc
teur van de kantoren 4o klasse;
telefoniste, telefoniste 1ste klasse,
assistent, conducteur, hoofdbesteller. Tot
deze rangen kan lager personeel op grond
van vakkennis volledige L.O.-ontwikke-
ling worden benoemd.
Tot de lagere rangen blijven behooren
besteller, zaalwachter, schrijver, lager tech
nisch personeel ens.
Het ligt In de bedoeling het in dienst
zijnde personeel zoo spoedig doecltjk. ir. ie
nieuw in te voeren organisatie U öoen
overgaan, in verband waarmede binnen
kort verschillende benoemingen in de
nieuwe rangen worden verwacht, terwijl
ook bezetting van de vele thans nog va
cant gehouden betrekkingen binnenkufi
kan worden tegemoet gezien.