©■IBÖSFOOKTSCH DAGBIAB Zaterdag 16 Maart 1929 .DE EEMLANDEft" 27e Jaargang No. 218 UIT DEN BELGISCHEN SENAAT TWEE NOTA'S AAN NEDERLAND De „Soir" over het Utr. document TWEEDE BLAD. N.V. COMPAGNIE LYONNAISE Yoorjaarsmaircfels ein Mantelcos^umes. WIE NEEMT ER HET INITIATIEF? Dan kan er licht komen FEUILLETON. Ce Wettige Erfgenaam Het komende debat in de Belgische Kamer Bij de voortgezette behandeling van de begrooling voor Buitenlandsche Zaken in den Belg. Senaat hebben Donderdagmiddag naar de Brusselsche berichtgever van het Hhld. seint, de sociale leider De Brouckère en dc minister van Buitemandsche Zaken onder meer ook over de Ncderlandsch Bel gische verhoudingen het woord gevoerd. De Brouckère m°ende, dat over den stand der onderhandelingen niet kan worden ge sproken zonder te gewagen van de betn u renswaadige gebeurtenissen dezer laatste dagen, waardoor aan beide zijden der grens zooveel kwade driften weer zijn gewekt Daaromtrent meende De Brouckère, dat de Belgische regeering nooit de afschuwelijke politiek zou hebben gewild, noch de open bare meening die zou hebben geduld, welke uit het valsche document moest blijken Nooit zouden regeering en bevolking hebben goedgevonden, dat door om het even welke manoeuvre, van lage politiek, officieele diensten zonder toestemming der regeerfng een politiek zouden voeren die bestemd was den nabuur in een valstrik te lokken. Omtrent de falsificatie zelf zeide de socia listische leider, dat het volle licht over de medewerking van sommige diensten moest worden bereikt en maatregelen worden ge nomen om een herhaling van dergelijke verfoeilijke feiten te beletten. (Instemming). In België mag een dergelijke politiek, waarbij uit vaderlandsliefde valsche stuk ken worden vervaardigd, niet worden gevoerd Welke maatregelen dienen te worden ge nomen, liet De Brouckère aan de prudentie der regeeering over. Zij leenen zich trou wens niet voor het openbaar debat. Omtrent de vraagstukken in verband tot de Nederlandsch Belgische onderhandeling zei de spreker, niet in bijzonderheden te willen treden. Bclgiö's buren bezitten de mondingen van Maas, Schelde en Rijn, meende hij. en het is natuurlijk dat zij ons laten passeeren naar de zee en onze verbin dingen met het vasteland, met name Duitschland en het Donaubekken, niet be lemmeren omdat zij het keerpunt der wa terwegen, die naar die gewesten leiden, in hun macht hebben. Lord Cecil's mesnlng. Spreker had gelegenheid gehad Lord Ce cil over die quaesties te spreken en deze zeide dat dit een der meest typische geval len was van de noodzakelijkheid, in sommi ge overeenkomsten een volk toe te laten tot het gebruik maken van servituten op grond gebied van een nabuur, die het typische voorbeeld geeft van een volk dat tot het be lachelijke toe een doorgedreven zorg koes tert voor eerbiediging van zijn souvereini teit (instemming). Over de uitgebreidheid der rechten wilde De Brouckère zich niet uitlaten, maar die rechten moeten met klom worden aar voren gebracht en streng worden omschreven. Ook moet men zich bekommeren over de rechtbank, waarvoor de zaak misschien eenmaal zal moeten worden gebracht. Spreker koestert echter eenig wantrouwen omtrent het beroep op de groote mogendheden, daar deze kleine naties steeds doeu betalen voor haar dien sten. Een slechte overeenkomst is nog altijd beter dan een goed proces. Debrouckère meent ook dat het vraag stuk goed gesteld is. Wanneer mocht wor den getwist over de verdeeling van het transport tusscben Roterdam en Antwer pen, zou, zelfs indien daaromtrent uit spraak werd gedaan, die beslissing stuiten op den slechten wil en niet ten uitvoer kunnen worden gelegd. In de samenwer king echter ligt oplossing en spreker is overtuigd, dat het verkeer in den loop der jaren zoozeer zal toenemen, dat ieder ruim zijn deel zal krijgen, zoodat de belachelijke twist, die de belangen van beide landen schaadt, uit de wereld zou kunnen worden gevaagd. Een raad aan beide partijen. Belgie moet afzien van de domme poli tiek van annexaties en intriges, waarvan sommigen na den oorlog hebben gedroomd (Instemming.) Nederland moet afzien van het beleedigend droombeeld, de Vlamingen te willen beschermen. Tot Nederland moet worden gezegd willen wij als goede huren leven, wij hebben niet de bedoeling Luik van Rotterdam af Ie snijden, maar dan moogt gij Nederlandsch Limburg niet be- rooven van zijn verkeer met Antwerpen. F.n leg ook niet naar den Rijn een slecht kanaal aan, wanneer voor minder kosten een goed kanaal kan worden aangelegd, zoowel ten voordeele van Rotterdam als van Antwerpen. De Brouckère hoopte dat Nederland dit zou begrijpen, en als het dat niet begrijpt dan moet Belgio, over eigen grond geleid, uit eigen middelen de zaak organiseeren, Nederland zal yi dat geval ook begrijpen dat België nog het beste deel heeft. Ten slotte verklaarde spreker het met Se- gers eens te zijn dat spoedig gehandeld moest worden, niet tegen Nedprland, doch voor ons eigen belang. Ik ken Nederland besloot De Brouckère, en meen mogen te ver zekeren, dat dit land ons heeft begrepen van den dag af toen besloten werd tot het aanleggen van het kanaal LuikAntwer pen. Minister Hyman's betoog. De minister van Buitenlandsche Zaken de heer Paul Hymans, na even de Utrecht- 'sche pubulicatie te hebben gereleveerd, meende dat het goed was de Belgische poli tiek nogmaals nader toe te lichten. Voor dp zoovcelste maal verklaarde hij dat deze po litiek loyaal en vredelievend is. Die poli tiek wenscht België door te voeren. Nooit zal België zich leenen tot manoeuvres, die een gevaar voor de internationale orde zouden zijn, of welke mogendheid ook zouden be dreigen. Alleen den wil tot den vredèswil bezielt België. Verder zeide Hyman9 dat de Utrechtsche publicatie de regeering niet van haar zaak zou afleiden. De nota's aan Nederland. Twee nota's heeft Hymans in de laatste dagen aan de Nedrlandsche regeering laten overhandigen. De ecne bevat een uitvoerige uiteenzet zetting van het Belgische standpunt met de concessies, waartoe België bereid is. Spi meende dat deze in vriendschappelijke be woordingen gestelde nota een goeden in druk had gemaakt. De tweede nota heeft betrekking op de jongste incidenten. In verband met deze incidenten was de gegrondheid gebleken van België's vrees omtrent de verbinding met den Rijn. In deze nota's wordt den nadruk gelegd op de gevaren van den doorgang in de UTRÏCHTSCHÏWEG 10 - T£L. 179 AMERSFOORT Zeeuwsche wateren, waaruit eens te meer de noodzakelijkheid blijkt voor het treffen van maatregelen tot verbetering van het verkeer. Op die nota's verwacht de minister ant woord. Hijmans besloot met nogmaals te verklaren, dat België geen egoïstische doel einden nastreeft, dat het alleen vraagt dat de verkeerswegen, die voor alle volken openstaan, ontwikkeld en verbeterd zouden worden. Zijn actie is alleen een gevolg van zijn zorg voor de gemeenschappelijke be langen van beide volken en tevens voor het algemeen belang van Europa. Hij wenschte een rechtstreeksche over eenkomst tuusschen België en Nederland, die een eeuw van geluk*kigo en vriend schappelijke samenwerking zou openen. LI n formation bespreekt de rede voering van den Belgischen senator Segers en vindt zijn verlangens niet buitensporig. Ook dit blad is van meening, dat Belgtf» zich gedurende de vredesbesprekingen ge matigd getoond heeft. Zij bedoelt daar vooral rnee dat het niet den sleutel van do Schelde eischte! Het blad gaat dan door: „Wij moeten in Frankrijk wcnschen. dat deze redevoering in Holland geh >ord en begrepen wordt. Ken goede practische regeling zou er veel mevr toe bijdragon otr. de sporen vai. het betreurenswaardig inci dent van Utrecht uit te w ssthen din alk- betuigingen over en wee van ÜDlomatiek leedwezen Uit Brussel wordt gemeld: Donderdagmiddag heeft de sociaal-demo cratische fractie der Kamer een vergade ring gehouden ter bepaling van haar hou ding in het debat, dat Dinsdag van de vol gende week zal worden gehouden over de reorganisatie van den Belgischen inlichtin gendienst in verband met de Utrechtsche documentenzaak. Besloten werd, dat Van- dervelde in den loop van dit debat het standpunt zijner partij zal uiteen zetten. Vermoedelijk zal hij uiting geven aan de veronderstelling, dat deze zaak ook haai politieke zijde heeft en de militaire veilig heidsdienst zich mogelijk wel aan uitda- gingspractijken kan hebben bezondigd met het doel, een bepaalde richting in de Vlaamsche beweging en dus de Vlaamsch Nationale Partij, die er een politieke uit drukking van is, te treffen. Dit wordt al thans in socialistische parlementaire krin gen algemeen verzekerd. De Brusselsche courant Le Soir. nog eens terugkomend op het UtrecMsche document, meent op de vraag .an «Ie Daily Telegraph, hoe het kómt, Jat rr-cn in Nederland aan de authenticiteit van dit document heeft geloofd, te kunnen ant woorden, dat de Nederlandsche bladen aan de echtheid geloofden omdat een officieuze mededeeling deze echtheid waarborgde. Maar, zal men zich verder afvragen al dus Le Soir hoe heeft men in de Neder landsche regeeringskringen aan de authen ticiteit van het valsche stuk kunnen ge- looven? Waarop het blad nogmaals ant woordt* omdat de Nederlandsche aankoo- per.s van het valsche stuk kennis hadden van de meening der Berlijnsche deskun digen, die het document hadden onder zocht en authentiek bevonden. Deze des kundigen waren generaal Van Hanke, zoon van de Maarschalk, adjudant van Wilhemi. generaal Reinhart, alias Sabatini oud-minister van oorlog in Pruisen, en generaal Hausofer. thans hoogleeraar aan de universiteit te Miinchen. Het zouden ook deze drie experts zijn, die een maand lang de uiteenzetting van generaal Galet hebben bestudeerd en verklaard, dat het de vrucht was van arbeid van een com missie van officieren, die er jarenlang aan hadden gewerkt. Dc Utrechtsche documenten dienen onderzocht te zeorden Wij lezen in de N. R. Ct.: Enkele dagen geleden stelden wij de vra- „Waarom toch noemt do Belgische regeering het eenige middel niet te baat, dat haar ten dienste staat, om overtuigend bewijs van de valschheid der stukken te leveren: een onderzoek van de stukken zelve? Waarom richt zich de Belgische regeering niet over eenkomstig het donkbeeld van Cauwe- laert tot de Nederlandsche regeering. om dezer medewerking tot zulk een on derzoek to verkrijgen?" De Brusselsche Standaard, hot blad van den heer Van Cauwelaert. antwoordt nu daarop het volgende: „De heer Van Cauwelaert heeft het eeniee voorstel gedaan, dat werkelijk van practisch nut kon wezen en de re geering heeft er zich bij aangesloten. Het onderzoek is hier te lande dadelijk aangevat. Het duurt nog altijd voort. Maar de Belgische justitie kan toch bij den heer Van Beuningcn niet gaan aan bellen om een enk west in te stellen. Dat Is de taak van de Nederlandsche regeering. Deze heeft wel eens iemand op dr. Ritter afgestuurd. Maar dat was al. Laat Nederland dan thans ook eens de hand aan de ploeg slaan, laat het een enkwest instellen naar de echt heid, de waarde en de beteekenis van de papieren van den heer Van Beunin gen. Laat bet die fotografisch en tekst kritisch door bevoegde mannen publi- ceeren. Dan zal er licht zijn gebracht en zal het publiek kunnen oordeelen. Laat de heer Van Beuningen daarbij man en paard noemen wat de bron en den oorsprong der stukken betreft. Dan zal men al hebben, wat men kan wen- schen! Daarom licht, publiciteit, documenta tie. Mier vraagt men niets anders. Wel zou men het verbazend en bevreem dend vinden indien men io Nederland daar niet voor te vinden was. Want dat zou voorwaar tot commentaar aan leiding geven" De Standaard ziet hierbij over het hoofd, dat wij met onze vragen niets- anders ge daan hebben, dan aan de eigen-suggesties «•%n den heer Van Cauwelaert herinneren en ons bij zijn verlangens aansluiten. In de Kamervergadering van 27 Februari stelde de heer Van Cauwelaert zelf zich, te recht. op het standpunt, dat van België het initiatief moest uitgaan. „In gewone omstandigheden zou ik, aldus Van Cauwelaert, volgens het ver slag van onzen Brussélschcn corres pondent, met een démenti genoegen hebben genomen, maar het feit, dat de Nederlandsche pers zulk groot gewicht heeft gehecht aan deze publicatie, is van dien aard, dat ik wat meer ver lang. (Huysmans: het is de voortzetting van de campagne tegen België. Joris: En Rotterdam betaalt ze!) De triomph der waarheid, moet volledig zijn, aldus Van Cauwelaert verder, en het ligt op den weg der Belgische regeering, tot het offensief over te gaan. Het zou een te groote eer zijn voor de schuldi gen aan de vervalsching moeien wij de motie-Vos aanvaarden. Een tot den grond der zaak gaand geregeld onder zoek is gewcnscht en zonder twijfel zal de Nederlandsche regeering de Belgi sche regeering daarbij wel willen hel pen. (Toejuichingen op de meeste ban ken.)" EEN „KEITJE". (Luitenant Pahud de Mor- tagne zoekt voor z'n Op- passer die de Olympiade hielp winnen een betrekking. „Keitje" Amorsfoortscb Dag blad 14/3/-29). Hij vocht voor zijn Heer en z'n paarden, Voor 't schitt'rend Oranje-succes. En stond in d'Olymplsche branding, Met keurigen trouw op de bres. Z'n zorgen die maakten de „rossen", Gereed voor den machtigen strijd, Hij bracht zo gevoederd, gezadeld, Gepoetst op het Wereldtnpijt! En toen ook „zijn" viervoeters kwamen, Gelauwerd uit 't grootsche tournée, Omdat hij als paarden „verzorger" Zoo prima z'n plichten er dcè. Toen heeft hij heel even vernomen Voldaanheid en zeker gevat, Dat hij in 't succes van zijn meester Door arbeid een aandeeltje had. Nu moet die Olympische vechter. Opnieuw in ecu zeer zwaren strijd. Do strijd om 't bestaan 'pat hij strijden Waarschijnlijk z'n moeilijksten strijd. En Luit'nant Pnhud de Mortagne, Vraagt nu aan ons sportminnend land: „Wie kan er mijn „deelgenoot" plaatsen? Die vocht in d'Olympischcn „brand". Pahud de Morlagne geridderd, Als „held" in den hipplschcn strijd, De paarden In goede conditie, Zelfs moog'lijk door „menschon" benijd. De oppasser zint er met beven, Het eind van z'n diensttijd breekt aan. (Z'n „Keetje" wacht moog'lijk al lang reeds) En hij zoekt een reed'lijk bestaan. Als Holland deez' werker niet aanneemt, Hem niet helpt onmidd'lijk te paard, Is Nederland 't prachtig succes van 't Olympische Sportfeest niet waard!! GROEGROE. (Alle rechten voorbehouden). In het verslag van Het Laatste Nieuws lezen we, zij het korter, hetzelfde: „Maar moet niet verder gezocht naar den oorsprong van het valsche stuk? Indien hieromtrent licht kon worden bekomen, dit zou grootcndeels in Ne derland de sfeer zuiveren, want, net als wij, wènschf nien een goede verstand houding tusschen beide landen. Neder land zal ingaan op een Belgisch ver zoek tot grondig onderzoek over den oorsprong van het stuk". De heer Van Cauwelaert verlangde dus toen blijkbaar, dat het initiatief in België zou worden genomen. Terecht, want na de Belgische officieele ontkenningen kan een initiatief, dat door de Nederlandsche re geering zou worden genomen, zeer licht als eenq onwelwillende uiting tegenover deze Belgische verklaringen worden opgevat. De heer Van Cauwelaert heeft dit aanstonds gevoeld. De interrupties tijdens zijn speech duiden ook wel aan, uit welken hoek het bij een Nederlandsch initiatief in sommige Belgische kringen waaien zou. Maar waar om is het blad van den heer Van Cauwe laert dan thans in ander vaarwater geko men, en verdedigt het, dat wat de heer Van Cauwelaert eerst verlangde, thans niet kan? DE WADDENEILANDEN. Geëindigd isolement. Voor het eerst na zeven dagen is de .Vol harding" gistermorgen in de haven van Terschelling aangekomen, zoodat het iso lement van Vlieland en Terschelling is op geheven. De „Volharding" had behalve de post en goederen zeventig passagiers aan boord. Het geloof voert het hart naar den he mel, de liefde brengt den hemel in het hart. BYRON. Door E PHILIPS OPPKNHEIM. Geautoriseerde vertaling van MeJ E. J. B co Daar werd ik geboren Daar bezocht hii haar in den loop van de jaren in het geheim en vluchtig. Zij had geen vrienden Dc wereld be oordeelde haar volgens het karakter, dat mijn vader ,docr zijn afgrijselijke zelizucht haar hod ojizelegd. Daar woonde zij en stierf zij, zonder een enkele van de compensaties, waarop zij als hertogin van Chatfield het recht had Mijn vader bracht misschien twee maanden van het jaar bij haar door, soms nog minder. Zij ver zocht hem, haar mede<le nemen naar Engeland. Hij zocht altijd uitvluchten. Zij verzocht te wor den voorgesteld aan zijn familie, in haar rang le worden erkend. Hij ontweek dit met eenige onwaarheden omtrent haar godsdienst Zoo werd zij ouder en vermoeid, enkel door haar een zaamheid. De vrouwen van het Zuidelijk ras Lebben nog meer liefde noodig dan jullie koude Engelschen. Zij kwijnde door 't gemis er van en stierf Mijn vader was niet tegenwoordig, zelfs nic' bij de begrafenis. Hij werd van dat oogen blik af uit mijn leven geschrapt. Er was weinig geld, genoeg echter om mij onderwijs te laten genieten aan de openbare school, op voorwaar de, dat ik nooit naar Engeland zou gaan, tenzij Ik erheen werd geroepen. Zoo behandelde Francis, de zevende hertog van Chotfield, de vrouw met wie hij was ge huwd. Zoo kwam hij den eed na, afgelegd aan het sterfbed van den armen, uitgeleerden Ita liuanschen aristocraat. Dot was de teederc op merkzaamheid, welke hij voor mij, zijn zoon, aen den dag legde, zoodat ik werd opgevoed, zonder naam, en de tragedie moest aanzien van mijn moeder, die wegkwijnde. De dingen zul'en u allen nu, hoop ik, een beetje duide'ijkei zijn." „Niettemin huwde hij uw moeder", zeide lord Henry somber. „En waarom vroeg Francis. „Omdat hij een man was, zóó bedorven, dat hij riiet kon bestaan els hij zijn zin niet had, en zij kon hem anc'ers onder geen voorwaarde hebben toebe hoord. En, begrijp dit goed Ik had duizend maal liever gehad, dat hij mij n!s bastaard in de wereld had gebracht en mijn moeder de liefde had gegeven, zonder welke zij wegkwijn de en stierf, dan dot zij die koude, kleine cere monie doormaakte, welke mij maakte tot hertog van Chotfield en haar tot e?n vermoeide, ver waarloosde heilige Is u nu de kleinheid van dien man goed bewust Hij wrokte over den prijs, dien hij voor hear had betaaldmokte er over totdat zijn liefde verkilde en haar hart was gebroken. „U moet in elk geval één ding niet vergeten", zeide sir Stephan. „Uw vader ging op een mor gen uit als een sterk man en werd 's avonds thuisgebracht met een gebroken nek. Wij heb ben geen recht te veronderstellen, dat hij niet voornemens zou zijn geweest te eeniger tijd om u te zenden en zijn geheim te ontsluieren." Francis keerde zich tot den advocaat „U was ziin vertrouwde raadsman, niet waar vroeg hij. „Dat was ik." ..Vertelde hij u ooit, dat hij getrouwd was „Dat deed hij niet", gaf sir Stephen met te genzin toe. Francis haalde zijn schouders op en keerde zich om. „Hij had daartoe toch den tijd", zeide hij. „Zeer vele jaren, a's ge ze wilt tellen." „Francis", pleitte lord Henry. „Dit is een verschrikkelijke geschiedenis, maar ik ben een oud man. Een bankroet zou mijn dood zijn „Het zou het voor rnij onmogelijk maken een baantje te krijgen", zuchtte Eustatius. Francis keek hen beiden onbewogen aan. „Wat beteekencn uw leven en uw toekomst voor mij vroeg hij koud „Mijn moeder stier! op negen en twintigjarigen leeftijd. Zij, die be hoorde te zitten in dien stoel", voegde hij et aan toe, wijzend op de plaats, waar lady Henry met haar vergeten breiwerk aan haar voeten, zat. Zij zou als hertogin van Chatfield haar naam eer hebben aangedaan als geen andere Wat kan het mij schelen, wat er van u allen wordt Indringers Egoïsten I Kruipende para sieten, verweekt door weelde, zonder een ge dachte >n je hoofden, behalve die, hoe jc te arruseeren tot laat in den nacht. Zij stierf in een goedkoope villa, op de naakte helling van een heuvel, zonder genoeg geld om bloemen te koopen voor den tuin, waarvan zij zooveel hield, met enkele boeken en een paar schilderijen, wat muziek, een zonsondergang om nu en dan naar te kijken Zij hield vnn schoon heid en ze stierf aan een gebroken hart door dc leelijke zelfzuchtigheid en den dommen trots van Francis William, zevenden hertog van Chatfield Zijn bijna onnatuurlijke zelfbeheersching had hem voor het oogenblik verlaten. Zijn stem beefde, zijn oogen brandden. Hij ging naar de bel en drukte op den knop, met de hand naar de deur wijzend. „Nu voor den tweeden keer", vervolgde hij, „en ditmaal voor altijd weg jullie allemaal I Uit mijn huis I Zoek je weg waar je wilt, hoe je wilt, maar gaat heen I Verlaat de kamer I Laat mij alleen, of ik sta voor niets in I" Lord Henry gedroeg zich bijna als een man Hij hielp zijn vrouw opstaan „Lieve", zeide hij. „Wij moeten doen wat deze jonge man zegt. Eustatius ga met ons mee. Alles wel beschouwd, hebben anderen erger dingen onder de oogen gezien. Het ar menhuis is beter dan de guillotine." Lady Henry streelde de hand van hoor echt genoot. „Wees maar niet ongerust, lieve", smeek te zij. „Mijn kleine winkel zal ons overal door heen helpen." Zij verlieten de kamer. Het was een bijna waardig vertrek. Francis wachtte totdat de deur gesloten was. Daarop keerde hij zich tot Monica, die ecnigen tijd tevoren in een stoel was neergezonken welke zij nu niet geneigd sdheen te verlaten. „Lady Monicabegon hij. „Dierbare neef Francis", antwoordde zij spottend. „Ik meende, dat ik mijn wenschcn dvridelijl te '"ennen had gegeven." „Zoo weinigen weten wat goed voor hen iszuchtte zij. ,,Het komt mij voor. dat je reeds veel te veel alleen bent geweest." „Ik wcnsch te spreken met sir Stephen", zeide hij stroef. „Ga je gang, ik zal je niet in de rede vallen." „Onze bespreking zal een particulier karak ter dragen." „Ik zal niet luisteren," beloofde zij De advocaat kwam eenigszins beschroomd tusschenb^iden. „Lady Monica, mag ik even iets zeggen 7 Wat u ook moge denken over de houding vai uw neef en hoezeer u er over moge wrokken, het is een feit, dat hij hier heer en meester is." „En hoe vindt U het", vroeg zij. „Ik kan alleen antwoorden", verklaarde sir Stephen, „door tc zeggen, dot mijn wachten slechts ten doel heeft, mijn ontslag in tc die nen bij His Grace. Ik verlang niet verder de zaken van het Huis te beheeren." „Omdat ik recht doe protesteerde Fran cis verachtelijk. „Recht door een zelfbenoemde rechtbank on uitgesproken door een zelfbenoemden rech ter", verklaarde Sir Stephen heftig. „Geen mensch met gezónde hersenen, zou uw hou- ding goedkeuren." Monica stond vastberaden op. „Zal ik je vertellen, wat ik vind vroeg zij. „Daarvoor ben ik inderdaad gebleven." „Indien u het verkiest", antwoordde hij kevd. „Ik vind", verklaarde zij, zonder boosheid sprekende en met een licht verleidelijk lachje, ..dat je een onverdraagzaam melodramatisch beeld van de e'lpnde bent, wraakgierig en idioot, eenvoudig omdat die jaren in je cel al le gevoel voor verhoudingen in je geest heb ben verwrongen. Het lot heeft het je mo-elijk ^emookt on rovale wijze liiden ui* te dee^n. Zoodra je "t hebt gedaan, zal je het berouwen. Ik kan wezenlijk niet heel boos op je zijn Je bent niet van het materieel, waarvan gezonde, levende menschen worden gemaakt. Goeden dag, dierbare neef Francis, je ziet, dat je je zin krijgt. Ik verlaat je. Goeden dag." Zij liep luchtig door de kamer en keerde zich op den drempel om met een licht wuiven van de hand. Zij waren nu allen weg. Zijn oogenblik van zegepraal was voorbii. Terwijl zij door do gang liep, neuriede Monica een paar couplet ten van het lied, waarmee zij hem den eersten keer in Pellini had gekweld. AVordt vervol gAJ

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5