©■IBÖSFOOKTSCH DAGBIAB
Zaterdag 16 Maart 1929
.DE EEMLANDEft"
27e Jaargang No. 218
UIT DEN BELGISCHEN SENAAT
TWEE NOTA'S AAN
NEDERLAND
De „Soir" over het Utr.
document
TWEEDE BLAD.
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
Yoorjaarsmaircfels ein Mantelcos^umes.
WIE NEEMT ER HET
INITIATIEF?
Dan kan er licht komen
FEUILLETON.
Ce Wettige Erfgenaam
Het komende debat in de Belgische
Kamer
Bij de voortgezette behandeling van de
begrooling voor Buitenlandsche Zaken in
den Belg. Senaat hebben Donderdagmiddag
naar de Brusselsche berichtgever van het
Hhld. seint, de sociale leider De Brouckère
en dc minister van Buitemandsche Zaken
onder meer ook over de Ncderlandsch Bel
gische verhoudingen het woord gevoerd.
De Brouckère m°ende, dat over den stand
der onderhandelingen niet kan worden ge
sproken zonder te gewagen van de betn u
renswaadige gebeurtenissen dezer laatste
dagen, waardoor aan beide zijden der grens
zooveel kwade driften weer zijn gewekt
Daaromtrent meende De Brouckère, dat de
Belgische regeering nooit de afschuwelijke
politiek zou hebben gewild, noch de open
bare meening die zou hebben geduld, welke
uit het valsche document moest blijken
Nooit zouden regeering en bevolking hebben
goedgevonden, dat door om het even welke
manoeuvre, van lage politiek, officieele
diensten zonder toestemming der regeerfng
een politiek zouden voeren die bestemd was
den nabuur in een valstrik te lokken.
Omtrent de falsificatie zelf zeide de socia
listische leider, dat het volle licht over de
medewerking van sommige diensten moest
worden bereikt en maatregelen worden ge
nomen om een herhaling van dergelijke
verfoeilijke feiten te beletten. (Instemming).
In België mag een dergelijke politiek,
waarbij uit vaderlandsliefde valsche stuk
ken worden vervaardigd, niet worden
gevoerd
Welke maatregelen dienen te worden ge
nomen, liet De Brouckère aan de prudentie
der regeeering over. Zij leenen zich trou
wens niet voor het openbaar debat.
Omtrent de vraagstukken in verband tot
de Nederlandsch Belgische onderhandeling
zei de spreker, niet in bijzonderheden te
willen treden. Bclgiö's buren bezitten de
mondingen van Maas, Schelde en Rijn,
meende hij. en het is natuurlijk dat zij ons
laten passeeren naar de zee en onze verbin
dingen met het vasteland, met name
Duitschland en het Donaubekken, niet be
lemmeren omdat zij het keerpunt der wa
terwegen, die naar die gewesten leiden, in
hun macht hebben.
Lord Cecil's mesnlng.
Spreker had gelegenheid gehad Lord Ce
cil over die quaesties te spreken en deze
zeide dat dit een der meest typische geval
len was van de noodzakelijkheid, in sommi
ge overeenkomsten een volk toe te laten tot
het gebruik maken van servituten op grond
gebied van een nabuur, die het typische
voorbeeld geeft van een volk dat tot het be
lachelijke toe een doorgedreven zorg koes
tert voor eerbiediging van zijn souvereini
teit (instemming). Over de uitgebreidheid
der rechten wilde De Brouckère zich niet
uitlaten, maar die rechten moeten met
klom worden aar voren gebracht en streng
worden omschreven. Ook moet men zich
bekommeren over de rechtbank, waarvoor
de zaak misschien eenmaal zal moeten
worden gebracht. Spreker koestert echter
eenig wantrouwen omtrent het beroep op
de groote mogendheden, daar deze kleine
naties steeds doeu betalen voor haar dien
sten. Een slechte overeenkomst is nog altijd
beter dan een goed proces.
Debrouckère meent ook dat het vraag
stuk goed gesteld is. Wanneer mocht wor
den getwist over de verdeeling van het
transport tusscben Roterdam en Antwer
pen, zou, zelfs indien daaromtrent uit
spraak werd gedaan, die beslissing stuiten
op den slechten wil en niet ten uitvoer
kunnen worden gelegd. In de samenwer
king echter ligt oplossing en spreker is
overtuigd, dat het verkeer in den loop der
jaren zoozeer zal toenemen, dat ieder ruim
zijn deel zal krijgen, zoodat de belachelijke
twist, die de belangen van beide landen
schaadt, uit de wereld zou kunnen worden
gevaagd.
Een raad aan beide partijen.
Belgie moet afzien van de domme poli
tiek van annexaties en intriges, waarvan
sommigen na den oorlog hebben gedroomd
(Instemming.) Nederland moet afzien van
het beleedigend droombeeld, de Vlamingen
te willen beschermen. Tot Nederland moet
worden gezegd willen wij als goede huren
leven, wij hebben niet de bedoeling Luik
van Rotterdam af Ie snijden, maar dan
moogt gij Nederlandsch Limburg niet be-
rooven van zijn verkeer met Antwerpen.
F.n leg ook niet naar den Rijn een slecht
kanaal aan, wanneer voor minder kosten
een goed kanaal kan worden aangelegd,
zoowel ten voordeele van Rotterdam als
van Antwerpen.
De Brouckère hoopte dat Nederland dit
zou begrijpen, en als het dat niet begrijpt
dan moet Belgio, over eigen grond geleid,
uit eigen middelen de zaak organiseeren,
Nederland zal yi dat geval ook begrijpen
dat België nog het beste deel heeft.
Ten slotte verklaarde spreker het met Se-
gers eens te zijn dat spoedig gehandeld
moest worden, niet tegen Nedprland, doch
voor ons eigen belang. Ik ken Nederland
besloot De Brouckère, en meen mogen te ver
zekeren, dat dit land ons heeft begrepen
van den dag af toen besloten werd tot het
aanleggen van het kanaal LuikAntwer
pen.
Minister Hyman's betoog.
De minister van Buitenlandsche Zaken
de heer Paul Hymans, na even de Utrecht-
'sche pubulicatie te hebben gereleveerd,
meende dat het goed was de Belgische poli
tiek nogmaals nader toe te lichten. Voor dp
zoovcelste maal verklaarde hij dat deze po
litiek loyaal en vredelievend is. Die poli
tiek wenscht België door te voeren. Nooit zal
België zich leenen tot manoeuvres, die een
gevaar voor de internationale orde zouden
zijn, of welke mogendheid ook zouden be
dreigen. Alleen den wil tot den vredèswil
bezielt België.
Verder zeide Hyman9 dat de Utrechtsche
publicatie de regeering niet van haar zaak
zou afleiden.
De nota's aan Nederland.
Twee nota's heeft Hymans in de laatste
dagen aan de Nedrlandsche regeering laten
overhandigen.
De ecne bevat een uitvoerige uiteenzet
zetting van het Belgische standpunt met de
concessies, waartoe België bereid is. Spi
meende dat deze in vriendschappelijke be
woordingen gestelde nota een goeden in
druk had gemaakt.
De tweede nota heeft betrekking op de
jongste incidenten. In verband met deze
incidenten was de gegrondheid gebleken
van België's vrees omtrent de verbinding
met den Rijn.
In deze nota's wordt den nadruk gelegd
op de gevaren van den doorgang in de
UTRÏCHTSCHÏWEG 10 - T£L. 179 AMERSFOORT
Zeeuwsche wateren, waaruit eens te meer
de noodzakelijkheid blijkt voor het treffen
van maatregelen tot verbetering van het
verkeer.
Op die nota's verwacht de minister ant
woord. Hijmans besloot met nogmaals te
verklaren, dat België geen egoïstische doel
einden nastreeft, dat het alleen vraagt dat
de verkeerswegen, die voor alle volken
openstaan, ontwikkeld en verbeterd zouden
worden. Zijn actie is alleen een gevolg van
zijn zorg voor de gemeenschappelijke be
langen van beide volken en tevens voor het
algemeen belang van Europa.
Hij wenschte een rechtstreeksche over
eenkomst tuusschen België en Nederland,
die een eeuw van geluk*kigo en vriend
schappelijke samenwerking zou openen.
LI n formation bespreekt de rede
voering van den Belgischen senator Segers
en vindt zijn verlangens niet buitensporig.
Ook dit blad is van meening, dat Belgtf»
zich gedurende de vredesbesprekingen ge
matigd getoond heeft. Zij bedoelt daar
vooral rnee dat het niet den sleutel van
do Schelde eischte! Het blad gaat dan
door: „Wij moeten in Frankrijk wcnschen.
dat deze redevoering in Holland geh >ord
en begrepen wordt. Ken goede practische
regeling zou er veel mevr toe bijdragon otr.
de sporen vai. het betreurenswaardig inci
dent van Utrecht uit te w ssthen din alk-
betuigingen over en wee van ÜDlomatiek
leedwezen
Uit Brussel wordt gemeld:
Donderdagmiddag heeft de sociaal-demo
cratische fractie der Kamer een vergade
ring gehouden ter bepaling van haar hou
ding in het debat, dat Dinsdag van de vol
gende week zal worden gehouden over de
reorganisatie van den Belgischen inlichtin
gendienst in verband met de Utrechtsche
documentenzaak. Besloten werd, dat Van-
dervelde in den loop van dit debat het
standpunt zijner partij zal uiteen zetten.
Vermoedelijk zal hij uiting geven aan de
veronderstelling, dat deze zaak ook haai
politieke zijde heeft en de militaire veilig
heidsdienst zich mogelijk wel aan uitda-
gingspractijken kan hebben bezondigd met
het doel, een bepaalde richting in de
Vlaamsche beweging en dus de Vlaamsch
Nationale Partij, die er een politieke uit
drukking van is, te treffen. Dit wordt al
thans in socialistische parlementaire krin
gen algemeen verzekerd.
De Brusselsche courant Le Soir. nog
eens terugkomend op het UtrecMsche
document, meent op de vraag .an «Ie Daily
Telegraph, hoe het kómt, Jat rr-cn in
Nederland aan de authenticiteit van dit
document heeft geloofd, te kunnen ant
woorden, dat de Nederlandsche bladen aan
de echtheid geloofden omdat een officieuze
mededeeling deze echtheid waarborgde.
Maar, zal men zich verder afvragen al
dus Le Soir hoe heeft men in de Neder
landsche regeeringskringen aan de authen
ticiteit van het valsche stuk kunnen ge-
looven? Waarop het blad nogmaals ant
woordt* omdat de Nederlandsche aankoo-
per.s van het valsche stuk kennis hadden
van de meening der Berlijnsche deskun
digen, die het document hadden onder
zocht en authentiek bevonden. Deze des
kundigen waren generaal Van Hanke,
zoon van de Maarschalk, adjudant van
Wilhemi. generaal Reinhart, alias Sabatini
oud-minister van oorlog in Pruisen, en
generaal Hausofer. thans hoogleeraar aan
de universiteit te Miinchen. Het zouden
ook deze drie experts zijn, die een maand
lang de uiteenzetting van generaal Galet
hebben bestudeerd en verklaard, dat het
de vrucht was van arbeid van een com
missie van officieren, die er jarenlang aan
hadden gewerkt.
Dc Utrechtsche documenten dienen
onderzocht te zeorden
Wij lezen in de N. R. Ct.:
Enkele dagen geleden stelden wij de vra-
„Waarom toch noemt do Belgische
regeering het eenige middel niet te
baat, dat haar ten dienste staat, om
overtuigend bewijs van de valschheid
der stukken te leveren: een onderzoek
van de stukken zelve? Waarom richt
zich de Belgische regeering niet over
eenkomstig het donkbeeld van Cauwe-
laert tot de Nederlandsche regeering.
om dezer medewerking tot zulk een on
derzoek to verkrijgen?"
De Brusselsche Standaard, hot blad van
den heer Van Cauwelaert. antwoordt nu
daarop het volgende:
„De heer Van Cauwelaert heeft het
eeniee voorstel gedaan, dat werkelijk
van practisch nut kon wezen en de re
geering heeft er zich bij aangesloten.
Het onderzoek is hier te lande dadelijk
aangevat. Het duurt nog altijd voort.
Maar de Belgische justitie kan toch bij
den heer Van Beuningcn niet gaan aan
bellen om een enk west in te stellen.
Dat Is de taak van de Nederlandsche
regeering. Deze heeft wel eens iemand
op dr. Ritter afgestuurd. Maar dat
was al.
Laat Nederland dan thans ook eens
de hand aan de ploeg slaan, laat het
een enkwest instellen naar de echt
heid, de waarde en de beteekenis van
de papieren van den heer Van Beunin
gen. Laat bet die fotografisch en tekst
kritisch door bevoegde mannen publi-
ceeren. Dan zal er licht zijn gebracht
en zal het publiek kunnen oordeelen.
Laat de heer Van Beuningen daarbij
man en paard noemen wat de bron en
den oorsprong der stukken betreft. Dan
zal men al hebben, wat men kan wen-
schen!
Daarom licht, publiciteit, documenta
tie. Mier vraagt men niets anders. Wel
zou men het verbazend en bevreem
dend vinden indien men io Nederland
daar niet voor te vinden was. Want
dat zou voorwaar tot commentaar aan
leiding geven"
De Standaard ziet hierbij over het hoofd,
dat wij met onze vragen niets- anders ge
daan hebben, dan aan de eigen-suggesties
«•%n den heer Van Cauwelaert herinneren
en ons bij zijn verlangens aansluiten.
In de Kamervergadering van 27 Februari
stelde de heer Van Cauwelaert zelf zich, te
recht. op het standpunt, dat van België het
initiatief moest uitgaan.
„In gewone omstandigheden zou ik,
aldus Van Cauwelaert, volgens het ver
slag van onzen Brussélschcn corres
pondent, met een démenti genoegen
hebben genomen, maar het feit, dat de
Nederlandsche pers zulk groot gewicht
heeft gehecht aan deze publicatie, is
van dien aard, dat ik wat meer ver
lang. (Huysmans: het is de voortzetting
van de campagne tegen België. Joris:
En Rotterdam betaalt ze!) De triomph
der waarheid, moet volledig zijn, aldus
Van Cauwelaert verder, en het ligt
op den weg der Belgische regeering, tot
het offensief over te gaan. Het zou
een te groote eer zijn voor de schuldi
gen aan de vervalsching moeien wij
de motie-Vos aanvaarden. Een tot den
grond der zaak gaand geregeld onder
zoek is gewcnscht en zonder twijfel zal
de Nederlandsche regeering de Belgi
sche regeering daarbij wel willen hel
pen. (Toejuichingen op de meeste ban
ken.)"
EEN „KEITJE".
(Luitenant Pahud de Mor-
tagne zoekt voor z'n Op-
passer die de Olympiade
hielp winnen een betrekking.
„Keitje" Amorsfoortscb Dag
blad 14/3/-29).
Hij vocht voor zijn Heer en z'n paarden,
Voor 't schitt'rend Oranje-succes.
En stond in d'Olymplsche branding,
Met keurigen trouw op de bres.
Z'n zorgen die maakten de „rossen",
Gereed voor den machtigen strijd,
Hij bracht zo gevoederd, gezadeld,
Gepoetst op het Wereldtnpijt!
En toen ook „zijn" viervoeters kwamen,
Gelauwerd uit 't grootsche tournée,
Omdat hij als paarden „verzorger"
Zoo prima z'n plichten er dcè.
Toen heeft hij heel even vernomen
Voldaanheid en zeker gevat,
Dat hij in 't succes van zijn meester
Door arbeid een aandeeltje had.
Nu moet die Olympische vechter.
Opnieuw in ecu zeer zwaren strijd.
Do strijd om 't bestaan 'pat hij strijden
Waarschijnlijk z'n moeilijksten strijd.
En Luit'nant Pnhud de Mortagne,
Vraagt nu aan ons sportminnend land:
„Wie kan er mijn „deelgenoot" plaatsen?
Die vocht in d'Olympischcn „brand".
Pahud de Morlagne geridderd,
Als „held" in den hipplschcn strijd,
De paarden In goede conditie,
Zelfs moog'lijk door „menschon" benijd.
De oppasser zint er met beven,
Het eind van z'n diensttijd breekt aan.
(Z'n „Keetje" wacht moog'lijk al lang reeds)
En hij zoekt een reed'lijk bestaan.
Als Holland deez' werker niet aanneemt,
Hem niet helpt onmidd'lijk te paard,
Is Nederland 't prachtig succes van
't Olympische Sportfeest niet waard!!
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden).
In het verslag van Het Laatste Nieuws
lezen we, zij het korter, hetzelfde:
„Maar moet niet verder gezocht naar
den oorsprong van het valsche stuk?
Indien hieromtrent licht kon worden
bekomen, dit zou grootcndeels in Ne
derland de sfeer zuiveren, want, net als
wij, wènschf nien een goede verstand
houding tusschen beide landen. Neder
land zal ingaan op een Belgisch ver
zoek tot grondig onderzoek over den
oorsprong van het stuk".
De heer Van Cauwelaert verlangde dus
toen blijkbaar, dat het initiatief in België
zou worden genomen. Terecht, want na de
Belgische officieele ontkenningen kan een
initiatief, dat door de Nederlandsche re
geering zou worden genomen, zeer licht als
eenq onwelwillende uiting tegenover deze
Belgische verklaringen worden opgevat. De
heer Van Cauwelaert heeft dit aanstonds
gevoeld. De interrupties tijdens zijn speech
duiden ook wel aan, uit welken hoek het
bij een Nederlandsch initiatief in sommige
Belgische kringen waaien zou. Maar waar
om is het blad van den heer Van Cauwe
laert dan thans in ander vaarwater geko
men, en verdedigt het, dat wat de heer Van
Cauwelaert eerst verlangde, thans niet
kan?
DE WADDENEILANDEN.
Geëindigd isolement.
Voor het eerst na zeven dagen is de .Vol
harding" gistermorgen in de haven van
Terschelling aangekomen, zoodat het iso
lement van Vlieland en Terschelling is op
geheven. De „Volharding" had behalve de
post en goederen zeventig passagiers aan
boord.
Het geloof voert het hart naar den he
mel, de liefde brengt den hemel in het hart.
BYRON.
Door E PHILIPS OPPKNHEIM.
Geautoriseerde vertaling van MeJ E. J. B
co
Daar werd ik geboren Daar bezocht hii haar
in den loop van de jaren in het geheim en
vluchtig. Zij had geen vrienden Dc wereld be
oordeelde haar volgens het karakter, dat mijn
vader ,docr zijn afgrijselijke zelizucht haar hod
ojizelegd. Daar woonde zij en stierf zij, zonder
een enkele van de compensaties, waarop zij
als hertogin van Chatfield het recht had Mijn
vader bracht misschien twee maanden van het
jaar bij haar door, soms nog minder. Zij ver
zocht hem, haar mede<le nemen naar Engeland.
Hij zocht altijd uitvluchten. Zij verzocht te wor
den voorgesteld aan zijn familie, in haar rang
le worden erkend. Hij ontweek dit met eenige
onwaarheden omtrent haar godsdienst Zoo werd
zij ouder en vermoeid, enkel door haar een
zaamheid. De vrouwen van het Zuidelijk ras
Lebben nog meer liefde noodig dan jullie koude
Engelschen. Zij kwijnde door 't gemis er van en
stierf Mijn vader was niet tegenwoordig, zelfs
nic' bij de begrafenis. Hij werd van dat oogen
blik af uit mijn leven geschrapt. Er was weinig
geld, genoeg echter om mij onderwijs te laten
genieten aan de openbare school, op voorwaar
de, dat ik nooit naar Engeland zou gaan, tenzij
Ik erheen werd geroepen.
Zoo behandelde Francis, de zevende hertog
van Chotfield, de vrouw met wie hij was ge
huwd. Zoo kwam hij den eed na, afgelegd aan
het sterfbed van den armen, uitgeleerden Ita
liuanschen aristocraat. Dot was de teederc op
merkzaamheid, welke hij voor mij, zijn zoon,
aen den dag legde, zoodat ik werd opgevoed,
zonder naam, en de tragedie moest aanzien
van mijn moeder, die wegkwijnde. De dingen
zul'en u allen nu, hoop ik, een beetje duide'ijkei
zijn."
„Niettemin huwde hij uw moeder", zeide lord
Henry somber.
„En waarom vroeg Francis. „Omdat hij
een man was, zóó bedorven, dat hij riiet kon
bestaan els hij zijn zin niet had, en zij kon hem
anc'ers onder geen voorwaarde hebben toebe
hoord. En, begrijp dit goed Ik had duizend
maal liever gehad, dat hij mij n!s bastaard in
de wereld had gebracht en mijn moeder de
liefde had gegeven, zonder welke zij wegkwijn
de en stierf, dan dot zij die koude, kleine cere
monie doormaakte, welke mij maakte tot hertog
van Chotfield en haar tot e?n vermoeide, ver
waarloosde heilige Is u nu de kleinheid van
dien man goed bewust Hij wrokte over den
prijs, dien hij voor hear had betaaldmokte
er over totdat zijn liefde verkilde en haar hart
was gebroken.
„U moet in elk geval één ding niet vergeten",
zeide sir Stephan. „Uw vader ging op een mor
gen uit als een sterk man en werd 's avonds
thuisgebracht met een gebroken nek. Wij heb
ben geen recht te veronderstellen, dat hij niet
voornemens zou zijn geweest te eeniger tijd om
u te zenden en zijn geheim te ontsluieren."
Francis keerde zich tot den advocaat
„U was ziin vertrouwde raadsman, niet
waar vroeg hij.
„Dat was ik."
..Vertelde hij u ooit, dat hij getrouwd was
„Dat deed hij niet", gaf sir Stephen met te
genzin toe.
Francis haalde zijn schouders op en keerde
zich om.
„Hij had daartoe toch den tijd", zeide hij.
„Zeer vele jaren, a's ge ze wilt tellen."
„Francis", pleitte lord Henry. „Dit is een
verschrikkelijke geschiedenis, maar ik ben een
oud man. Een bankroet zou mijn dood zijn
„Het zou het voor rnij onmogelijk maken een
baantje te krijgen", zuchtte Eustatius.
Francis keek hen beiden onbewogen aan.
„Wat beteekencn uw leven en uw toekomst
voor mij vroeg hij koud „Mijn moeder stier!
op negen en twintigjarigen leeftijd. Zij, die be
hoorde te zitten in dien stoel", voegde hij et
aan toe, wijzend op de plaats, waar lady Henry
met haar vergeten breiwerk aan haar voeten,
zat. Zij zou als hertogin van Chatfield haar
naam eer hebben aangedaan als geen andere
Wat kan het mij schelen, wat er van u allen
wordt Indringers Egoïsten I Kruipende para
sieten, verweekt door weelde, zonder een ge
dachte >n je hoofden, behalve die, hoe jc te
arruseeren tot laat in den nacht.
Zij stierf in een goedkoope villa, op de naakte
helling van een heuvel, zonder genoeg geld om
bloemen te koopen voor den tuin, waarvan zij
zooveel hield, met enkele boeken en een paar
schilderijen, wat muziek, een zonsondergang om
nu en dan naar te kijken Zij hield vnn schoon
heid en ze stierf aan een gebroken hart door dc
leelijke zelfzuchtigheid en den dommen trots
van Francis William, zevenden hertog van
Chatfield
Zijn bijna onnatuurlijke zelfbeheersching had
hem voor het oogenblik verlaten. Zijn stem
beefde, zijn oogen brandden. Hij ging naar de
bel en drukte op den knop, met de hand naar
de deur wijzend.
„Nu voor den tweeden keer", vervolgde hij,
„en ditmaal voor altijd weg jullie allemaal I
Uit mijn huis I Zoek je weg waar je wilt, hoe
je wilt, maar gaat heen I Verlaat de kamer I
Laat mij alleen, of ik sta voor niets in I"
Lord Henry gedroeg zich bijna als een man
Hij hielp zijn vrouw opstaan
„Lieve", zeide hij. „Wij moeten doen wat
deze jonge man zegt. Eustatius ga met ons
mee. Alles wel beschouwd, hebben anderen
erger dingen onder de oogen gezien. Het ar
menhuis is beter dan de guillotine."
Lady Henry streelde de hand van hoor echt
genoot.
„Wees maar niet ongerust, lieve", smeek
te zij. „Mijn kleine winkel zal ons overal door
heen helpen."
Zij verlieten de kamer. Het was een bijna
waardig vertrek. Francis wachtte totdat de
deur gesloten was. Daarop keerde hij zich tot
Monica, die ecnigen tijd tevoren in een stoel
was neergezonken welke zij nu niet geneigd
sdheen te verlaten.
„Lady Monicabegon hij.
„Dierbare neef Francis", antwoordde zij
spottend.
„Ik meende, dat ik mijn wenschcn dvridelijl
te '"ennen had gegeven."
„Zoo weinigen weten wat goed voor hen
iszuchtte zij. ,,Het komt mij voor. dat je
reeds veel te veel alleen bent geweest."
„Ik wcnsch te spreken met sir Stephen",
zeide hij stroef.
„Ga je gang, ik zal je niet in de rede vallen."
„Onze bespreking zal een particulier karak
ter dragen."
„Ik zal niet luisteren," beloofde zij
De advocaat kwam eenigszins beschroomd
tusschenb^iden.
„Lady Monica, mag ik even iets zeggen 7
Wat u ook moge denken over de houding vai
uw neef en hoezeer u er over moge wrokken,
het is een feit, dat hij hier heer en meester is."
„En hoe vindt U het", vroeg zij.
„Ik kan alleen antwoorden", verklaarde sir
Stephen, „door tc zeggen, dot mijn wachten
slechts ten doel heeft, mijn ontslag in tc die
nen bij His Grace. Ik verlang niet verder de
zaken van het Huis te beheeren."
„Omdat ik recht doe protesteerde Fran
cis verachtelijk.
„Recht door een zelfbenoemde rechtbank
on uitgesproken door een zelfbenoemden rech
ter", verklaarde Sir Stephen heftig. „Geen
mensch met gezónde hersenen, zou uw hou-
ding goedkeuren."
Monica stond vastberaden op.
„Zal ik je vertellen, wat ik vind vroeg zij.
„Daarvoor ben ik inderdaad gebleven."
„Indien u het verkiest", antwoordde hij
kevd.
„Ik vind", verklaarde zij, zonder boosheid
sprekende en met een licht verleidelijk lachje,
..dat je een onverdraagzaam melodramatisch
beeld van de e'lpnde bent, wraakgierig en
idioot, eenvoudig omdat die jaren in je cel al
le gevoel voor verhoudingen in je geest heb
ben verwrongen. Het lot heeft het je mo-elijk
^emookt on rovale wijze liiden ui* te dee^n.
Zoodra je "t hebt gedaan, zal je het berouwen.
Ik kan wezenlijk niet heel boos op je zijn Je
bent niet van het materieel, waarvan gezonde,
levende menschen worden gemaakt. Goeden
dag, dierbare neef Francis, je ziet, dat je je
zin krijgt. Ik verlaat je. Goeden dag."
Zij liep luchtig door de kamer en keerde
zich op den drempel om met een licht wuiven
van de hand.
Zij waren nu allen weg. Zijn oogenblik van
zegepraal was voorbii. Terwijl zij door do
gang liep, neuriede Monica een paar couplet
ten van het lied, waarmee zij hem den eersten
keer in Pellini had gekweld.
AVordt vervol gAJ