KLEURECHTE GORDIJNSTOFFEN. DE RIJKSMIDDELEN Fa. J. W. West-Singel 12-13. VAN ACHTERBERGH, Telefoon 238. EEN LIEFDESDRAMA Een psychopaath HET DEBAT IN DE BELGISCHE KAMER Volledige publicatie gewenscht Humorhoekje KIPPEN- EN EENDEN EIEREN V.V. der Tweede Kamer RIJK EN GEMEENTEN ©ver Februari belangrijk r,under dan Januari De gewone middelen hebben ook dit maal over Februari belangrijk minder opgebracht dan over Januari. In totaal werd er geind 37.403.óol tegen hel vorige jaar 37.4u2.570 Over het algemeen sijn de verschillen met het vorige jaar niut groot. Bij de inkomsten belasting, welke over Februari ƒ7.860.832 heeft opgebracht, tegen f 8.5*29.507 het vori ge jaar, kan men de daling van 668.065 wel voornamelijk, zoo niet geheel, toeschrijven aan de verlaging van het tarief bij de wet van 15 Maart 1908. De grondbelasting welke in Januari met ƒ3.152.800 op den staal voorkwam 1 °.eft dit maal slechts 504 288 opgebracht, wilite achteruitgang echter niets abnormaals be- teekent. Vergeleken met het vorige jaar Fe bruari bedraagt het decres slechts 88.663. De vermindering, welke het personeel te zien geeft, vergeleken met het vorige jaar 719.608, tegen ƒ1.184.222 wijst er op dat hier een andere factor zijn invloed heeft doen gelden, n.l. do vrij belangrijke verla ging van het recht. De opbrengst van de vermogensbelasting ad 1.275.210, legen 1.0'0.322 het vorige jaar heeft, ook ditmaal het twaalfde deel iler raming overtroffen, n.l. met 150.250. De dividend- en tantièmebelasting toont voor de maand Februari een ongewoon hoog bedrag van ƒ1.096.903 aan. Vergeleken met het vorige jaar bedraagt de toeneming niet minder dan ƒ680.598. Over de twee eer ste maanden des jaars is op rekening van dit middel nu reeds ontvangen 2.423.149, legen 1.637.032 het /origc jaar, bij een ra ming over twee maanden van ƒ3.333.333. J)< werkelijke opbrengst blijft dus nog aanzien lijk beneden dc raming. De rechten op den invoer toonen dezo keer een vrij scherpe achteruitgang aan, vergeleken met het vorige jaar. Gewoonlijk levert de opbrengst weinig variatie op. Do eenige verklaring voor dezen scherpen ach teruitgang n.l. van ƒ5.288.981, het vorigo jaar tot 4.673.710 over de afgeloopen maand, moet gezocht worden bij een ver minderden invoer. Ook de inkomsten uit het statistiekrecht zijn verminderd; vergeleken met het vorige met ƒ70.600. Van de accijnzen bracht het gedistilleerd, vergeleken met het vorige jaar, het niet onaanzienlijke bedrag van 1.155.559 min der op, terwijl de opbrengst ad 2.391.055 met een bedrag van 1.358.945 beneden do ram ng blij ft. Deze vermindering is in zoo ver niet opmerkelijk, dat juist dc eerste van de nieuwe maand de dag was van de accijnsverlag ng. Zout, geslacht, bier, wijn en suiker ver- toonen, \ergelekcn met het vorige jaar, na genoeg geen verschillen, behalve de 'wijn accijns, die ditmaal met ruim 22 mille geen schitterend figuur m^akt. De opbrengst \an suiker o%crtreft voor de eerste twee maanden de raming met 26.90S. Over de taoaksaccijns niets dan goeds. Ook ditmaal werd de raming overtroffen. De zegel rechten gaven ten aanzien van het vorige jacr een vermeerdering van na genoeg 07 mille te zien welke vermeerde ring geheel op rekening van de beursbelas- ting moet worden gesteld. De successie- rech'cn gaven oen vermeerding te zien, in verband met de iets lagere opbrengst over Januari, toen er op rekening van dit middel 3.083.169 binnenkwam. De opbrengst der successierechten is voor de eerste twee maanden 1.129 880 hoven de raming. De loodsgelden die 410 657 in het vorige jaar bedroegen, brachten thans 320.634 op ver oorzaakt door de strenge vorst. In totaal zijn de opbrengsten dit jaar 2.310 068 hooger dan het vorige jaar, ter wijl dc raming in totaal met 4.264.901 werd overtroffen. Wat voor het „Lecningfonds 1914'" aan gaat zij vermeld, dat de inkomsten ten bate daarvan hebben opgebracht 6:695 688, te gen 7.717.377 dc vorige maand. Daarvan komt op rekening van de verdedigingsbe- lastipg 4.121.796, tegen 3S35 555 het vori ge jaar. Dc bate voor het wegenfonds be droeg de afgeloopen maand in totnal ƒ310.332 tegen 414 600 over Januari. Moord of doodslag op verzoek De Minister heeft thans, naar het „Hbd." meldt, de burgemeesters met een zielental van 10.000 en daarboven bevoegd ver klaard, aan de ingezeten Nederlandsche onderdunen hunner gemeente, zelfstandig passen te verstrekken. Deze bevoegdheid gaat in met 1 April 1929. Dinsdag stond voor de rechtbank te Almelo terecht D. G., 28 j., bakkersknecht te Hen gelo (O.), beschuldigd met voorbedachten rade op Zondagavond 3 Aug. 1928 te Holten zijn vroegere verloofde J. M. te hebben doodgeschoten. De verd. heeft bij het vooronderzoek voort durend beweerd, dat de verloving niet ver broken was, maar dat het meisje voor het oog der wereld steeds deed alsof ze geen verkeering meer met hem had: verder dai ze afgesproken hadden, samen den dood in te gaan; hij zou zien een revolver machtig te worden en daarna zouden ze een eind aan hun beider leven maken. Dr. Beek, zenuwarts te Enschede, heeft, aldus het verslag in de Telverdachte langdurig geobserveerd en een rapport over hem uitgebracht: hierin wordt medegedeeld dat verd. een ernstig psychopaat is; ver standelijk is hij voldoende ontwikkeld: zijn gevoelsleven vertoont echter ernstige defec ten. De dagen voor den moord heeft hij on getwijfeld in ^enigszins abnormalcn toe stand verkeerd, doch niet anders dan een geringe vermindering van toerekeningsvat baarheid mag aangenomen worden. De verschillende getuigen verklaarden bijna zonder uitzondering, dat het meisje bang voor verdachte was; aan verschillen de menschen heeft zij verteld, dat verti. haar had gedreigd haar te zullen vermoor den, wanneer zij geen verkeering meer met hem wilde hebben. Verd. zelf heeft ook aan enkele getuigen verklaard, dat hij het meis je zou vermoorden, wanneer zij de afgebro ken verloving niet meer wilde hervatten. Op Zondag 5 Aug liep J. M. met een vriendin en eenige kennissen in de dorp straat te Holten toen verd. hen inhaalde en een eindie met J. terugwandelde. Een voor bijganger hoorde het meisje zeggen: „Ik doe het niet" en direct daarop vielen de schoten. Verd. zeide. dat hij de revolver aan zijn meisje in handen gaf en zei: „Schiet me nu maar dood". Zij antwoordde toen. „Ik doe het niet." Hij omhelsde haar met den lin kerarm en vuurde tegelijkertijd de revolver op haar af. Het vierde cn vijfde schot richt te hij op zichzelf, zonder zich echter ernstig te treffen. De off. was met den psychiater van mee ning. dat verd. niet geheel ten volle verant woordelijk kan worden geacht; zijn moreele defecten maken echter dat deze verd. ook in de toekomst gevaar kan opleveren. Spr. was overtuigd, dat hier van moord sprake is, en eischte. rekening houdend rnet het gebrek aan moreel inzicht van verd. ocht jaar gevangenisstraf. De verdediger, mr. Sybrandy, achtte nioord niet bewezen veel aannemelijker achtte hij doodslag op verzoek. Verdediger was overtuigd dat de gewone celstraf bij dezen man weinig nuttig effect zal sortee- 1 cn verzocht, hem een niet-lange strai op te leggen, maar hem na een korten straftijd ter beschikking van de regeering te stellen voor dwangverpleging. Persstemmen uit België BUITENLANDSCHE PASSEN. Burgemeesters van gemeen ten met 10.000 zielen tot af gifte bevoegd. Tot dusver waren, naast de Commis sarissen der Koningin, alleen de burge meesters van Rotterdam cn Dordrecht be voegd, zelfstandig buitenlandsche passen af te geven. Bij de schriftelijke gedachten- wisseling bij de behandeling in de Eerste Kamer van de begrooting voor Buiten landsche Zaken voor 1928. heeft de Minis ter toegezegd, in overweging te nemen zoodanige bevoegdheid ook toe te kennen aan dc burgemeesters van andere gemeen ten. Heer des huizes s nacht1; om twee uur in z'n kamer glurend „Wel, dat is het toppunt. Een lnbrekers-cursua tn miln huls". (London Opinion). De N. R. Ct. correspondent te Brussel seint Verschillende Brusselsche bladen bespre ken hedenochtend de gisteren in de Ka mer gehouden interpellatie over 'tUtrecht- sche document en de samenwerking van Frank Heine met den Belgischen militai ren veiligheidsdienst. De liberale Indépendance Beige, af en toe door minister Hymans als spreekbuis ge bruikt, is verontwaardigd over het feit, dat de socialistische afgevaardigde Mathieu. door dit blad voor deze gelegenheid gewe zen officier en millioenen bezittenden advo caat geheeten. op eerlijkheid in de interna tionale en militaire betrekkingen tusschen staten heeft durven aandringen De heer Mathieu blijkt niet te weten, aldus de In- dépendance Beige, dat onze internationale betrekkingen altijd zuiver waren en Bel gië sedert lang reeds op dit gebied het eerste voorbeeld heeft gegeven. Hij blijkt ook niet te weten, dat de oorzaak van heel deze zaak gezocht moet worden bij de Duit sche spionnage in België. Logisch gesproken had hij zijn aansporing moeten richten tot Berlijn cn Rotterdam Onder den titel „Een scénario" consta teert de Nation Beige, dat de Kamerver gadering van gisteren in menig opzicht zonderling en verwonderingbarend was Men zag Camille Iluysmans den minister president toejuichen. Men hoorde Vander- velde volledige absolutie geven aan de re- geering. die de loftuitingen van de uiterste linkerzijde aan haar adres en dat van den chef van den generalen staf niet overdre ven vond. Een stapje verder nog. en de Kamer zou vernomen hebben, dat in het betreurenswaardig samengaan van een be dorven individu, spion in dienst van Duitschland, en de ambtenaren van onzen militairen veiligheidsdienst alleen de fata liteit de schuldige was. De Nation Beige constateert verder, dat Mathieu en Hubin gelijk hadden zich over de spoedige vrij lating van Frank Heine te verwonderen. Het behendigste pleidooi van den minister president. aldus dezelfde courant, heeft ons niet overtuigd. Wij twijfelen er aan, dat zulks met het publiek wel het geval zal kunnen zijn. Men heeft den ellendeling vrij gelaten. omdat hij het valsche stuk gere digeerd had met medeweten en toestem ming der ambtenaren van de militaire vei ligheid. Het was logischer en rechtvaardi ger geweest deze zonderlinge ambtenaren samen met hem in de gevangenis te stop pen. De Standaard daagt in een hoofdartikel den heer Van Beuningen uit zijn documen ten te publiceeren. en ook het Laatste Nieuws blijft aandringen op volledige pu blicatie van alle deze zaak betreffende do cumenten. Uit De Standaard knipt de N. R. Ct. in aansluiting aan dit telegram nog het vol gende „We hebben al in de N. R. Ct. gelezen, dat men benoorden den Moerdijk voorgeeft, dat een initiatief, door de Nederlandsche Regeering genomen, hier zeer licht als een onwelvvilleyde uiting tegenover België zou worden opgevat. „Dit klinkt echter recht zonderling, wan neer men weet, zooals de heer Jaspar in de Kamer verklaarde, Idat de Belgische Regee ring aan het Nederlandsch Gouvernement voorgeslagen heeft samen een rechterlijk onderzoek in te stellen. De Nederlandsche Regeering heeft dit echter afgewezen betoogd, dat zij enkel een politie onderzoek kon doen. Ook thans nog is de Belgische regeering bereid een rechterlijk onderzoek samen met de Nederlandsche te voeren, inaar deze laatste blijkt daar heelemnal nipts voor te voelen „Deze houding laat zich allicht verkla ren en de afzijdigheid van Buitenlandsche Zaken tegenover den heer Van Beuningen en zijn papieren, wordt heel menschel ijk en heel begrijpelijk, wanneer men zich voor stelt met welk een verlegen gezicht de heeren \an Buitenlandsche Zaken daar zouden staan als zonneklaar zou blijken, hoe ze°er met experten en al ingevlogen zijn Zij hebben alvast niets te winnen bij publicatie, zij zullen niet meehelpen om licht te ontsteken, daar, waar de N. R. Ct. niets anders als duisternis en nevelen wil zien. „En zou de N. R. Ct. soms ook kunnen verklaren hoe het komt dat hier van Ne derlandsche zijde zoo nadrukkelijk aange drongen wordt opdat over de documenten historie nu rnaar gezwegen worde?" AMSTERDAMSCHE UNIVERSITEIT. Buitengewoon hoogleeraar benoemd. De gemeenteraad van Amsterdam be noemde gisteren tot Buitengewoon Hoog- leeruar in de strategrnfische geologie en palaeontliologie, prof. dr. H. P. Gorth te Bandoeng; Het wetsontwerp houdende bepalingen inzake den inen doorvoer Een adres van Ged. Staten van Friesland inzake het wetsontwerp Verschenen is het voorloopig verslag der Tweede Kamer ovei het wetsontwerp hou dende bepalingen betreffende den in en doorvoer van kippen cn eendeneieren Verscheidene leden achtten onmiddellijke invoering van de door U regoenng voor gestelde maatregelen niet noodzakelijk, wijl ook na 21 April 19?°, datum \an inwerking treden van het Vereenigd Koninkrijk, de uitvoer van Nederlandsche eieren tiaar Groot Buittanie zonder wettelijke voorzie ning onzerzijdsch ongestoord voortgang zal blijven hebben, aangezien dat besluit voor den invoer van eieren niet een «looi de au- tirileilen van het land van herkomst vast gesteld cn gewaarborgd stempel cischt. Naar de meening dezer leden heeft de re geering ten onrechte verband gelegd tus schen den Engelschen maatregel en de wenschelijkheid den goeden naam van de Nederlandsche eieren op de exportmarkt zoowel als in eigen land door wettelijke maatregelen te helpen hoog houden. Ver der stelt een beschouwing van de cijfers van in- cn uitvoer duidelijk in het licht, dot er nauwelijks sprake kan zijn van po gingen om bij den uitvoer buitenlandsche eieren voor Nederlandsche te doen door gaan. En tegenover de hoogst twijfelachti- voordeelen van het ontwerp staan zeer groote nadeelen, welke door de hier aan het woord zijnde leden nader uiteen wor den gezet. Zij mecnen er dan ook bij 1e re geering op te moeten aandringen vooreerst om dit ontwerp voorloopig te laten rusten, in de tweede plaats om te bevorderen, dat door tusschenkomst van den volkenbond het stempelen van eieren internationaal verplicht wordt gesteld en vervolgens om rnet bekwamen spoed wettelijke maatrege len voor te bereiden, ten einde bij den uit voer van het Nederlandsche product goede kwaliteit, sorteering en gewicht te bescher men. Verscheidene andere leden verklaarden tegen het ontwerp geen bezwaar te hebben. Naar hun mecning zijn de daar tegen aan gevoerde bezwaren allerminst van overdrij ving vrij te pleiten. Aan den anderen kant zal liet nut van den vporgestelden maat regel niet worden ontkend. EEN RANGEERDER VERONGELUKT. Gistermorgen is cle rangeerder C. W. M. op het stationsemplacement te Tilburg on der een rangeerenden trein geraakt. Met een afgereden arm en eenige hoofdwonden is de ongelukkige per auto van den D. naar het gasthuis overgebracht. Zijn toestand is zorgwekkend. BRAND IN EEN ZIEKENVERPLEGING. Gistermorgen waren aan de tweede ver dieping van het gebouw der Vereeniging Ziekenverpleging op de Prinsengracht te Amsterdam bij de Spiegelstraat schilders aan het werk. Zij gebruikten voor het ver wijderen van verf een benzinebl jaslamp. Door de steekvlam geraakten de gordijnen van een ziekenkamer in brand, waar een patiënt te bed lag. De vlammen tastten het behang, een di van en ook het bed aan. Personeel van de ziekenverpleging schoot toe, dat den patiënt wegdroeg en met ani- hilatoren de vlammen begon te bestrijden Ook de brandweer werd gealarmeerd. Toen deze na een paar minuten verscheen met zeer veel materiaal was het vuur reeds zoo goed als gedoofd. De kamer had veel scha de bekomen. Het plafond moest door de brandweer gedeeltelijk worden weggehakt. DE OVERVAL MET ROOF BIJ EINDHOVEN. De verdachte in het Huis van Bewaring. De vermoedelijke dader van den overval met roof op den wissellooper Vervest te Best op 13 Maart, II. B., arbeider te Eind hoven, is gisteren met verschillende per sonen geconfronteerd, die hem evenals Vervest zelf meenen te herkennen. De tasch met geld is nog zoek. B ontkent alle schuld. Hij is voor de officier van Justitie te VII er togen bosch geleid en na verhoor in het huis van bewaring opgesloten. HET ONGELUK MET DEN TAXI TE OOSTENDE. Een geheimzinnige zaak. De correspondent te Brussel der N.R.Ct. meldt In strijd met wat voor enkele dagen uit Oostende aan de Brusselsche bladen ge meld is, blijkt daar wel de taxi waarmede de Nederlandsche zeekapitein Paul Groen zich door de Oostendschen chauffeur Boens bij avond cn mist door de stad heeft laten rijden uit de binnenhaven te zijn op gehaald. maar heeft men noch het lijk an den kapitein noch dat van 1en chauffeur teruggevonden. Paul Groen had. naar de politie vernam, ongeveer 8000 francs op zak, terwijl ook de chauffeur over e.-n goedgevulde portefeuille bleek te beschik ken. In de haven zijn overal peilingen j üaau, maar men heeft niets gevonden. Gedep. Staten van Friesland hebben een adres tot de Tweede Kamer gericht tegen art. Jh van het gewijzigd wetsontwerp t&i. herziemng van de fi'sahciteie verhouding tusschen het R?;b en de gemeenten in zoo ver daarbij het verleenen van Rijkssteun aan noodlijdende gemeenten afhankelijk is gesteld van het meedragen door de provin ciën in den steun. In het adres wordt o.m. het volgende ge zegd: Het Rijk heeft geldelijke verplichtingen tegenover de gemeente, o.m. omdat het niet slechts de taak, verdeeling fusachen zich en de gemeente regelt, m»p.t de be las ting verdeeliug en bet van zijn regeling voor een hoe langer, hoe grooter deel af hangt, wanneer een gemeente tot de nood lijdende zal gaan behooren. Van eenigerlei verhouding, financiüele of in taakverdeeling tusschen de provincies en de gemeenten door de provinciale besturen geschapen, is geen sprake, even min van onbeloonde dienstverrichting der gemeente voor de provincie. De provincie kan zich wegens haar to taal gemis aan invloed op de gemeentefi- nanciën voor die financiën ook in het minst niet verantwoordelijk achten. In het alge meen belang oefent het rijksbestuur met zijn goedkeurings- en vernietigingsrecht toezicht uit op de gestie der gemeentebestu ren, en voorzoover het college van Ged. Staten In dit toezicht een rol vervult treedt het eveneens op als rijksorgaan Met de re geling en het bestuur van het huishouden der provincie heeft dit toezicht niets ie ma ken. Het gaat niet aan, om wantrouwen in deze werkzaamheden van Gedep. Staten, optredende als rijksorgaan, te willen neu traliseeren door een greep in de kas van het provinciaal huishouden en met de gel den voor dat huishouden bestemd, diensten goed te maken, die Ged. Staten bij wijze van zelfbestuur verplicht worden voor het Rijk te verrichten. Op het recht van het provinciaal bestuur om zelfstandig uit te maken of al dan niet, cn tot welk een bedrag subsidies zullen worden verleend, mag geen inbreuk worden gemaakt, ook door de Rijksregepring niet, en het wetsvoorstel vergrijpt zich in dezen aan de provinciale autonomie. Het door het Rijk steeds zeer beperkt ge houden belastinggebied der provincie eischt, dat het financieel huishouden dei- provincie binnen de engste grenzen blijve beperkt, te meer nu de beperking der belas tingheffing bij bet wetsontwerp nog sterker wordt doorgevoerd. Het inschakelen van de provinciale fi nanciën. zien Ged. Staten als een misken ning vaft het beperkte karakter van de aan de provincie opgedragen taak. Maar ook is het een inbreuk op het systeem van het wetsontwerp. De noodlijdende gemeenten liggen veelal ook in de minst welvarende provincies. Door den eisch van art. 30 van het ontwerp zullen in dezo reeds onevenredig zwaar ge drukte provincies de belastingen van tweeërlei kant, immers behalve van ge meentewege ook' nog van proviriciewege worden verhoogd tegen het systeem van het wetsontwerp, welk systeem vordert de elden voor den steun te vinden uit de be lastingen van alle Rijksingezelenen en dus te doen komen hetzij voor rekening van het Rijk, hetzij voor rekening van het ge meentefonds. AUTO-ONGELUK. Een wieirijdster gedood. Dinsdagmiddag te een uur heeft te Eind hoven een auto-ongeluk plaats gehad. Op de hoogte van de lucifersfabrieken ver loor de chauffeur, die den vrachtwagen van de firma Notten bestuurde wegens een defect het stuur en reed hij de 18-jarige mej. H„ die in gezelschap van haar vrien din daar op de fiets reed aan, waardoor beide meisjes tegen den grond werden ge smakt. Mej. H. werd doodelijk gewond, ter wijl haar vriendin een ernstig lichamelijk letsel bekwam. Een dokter kon bij mej. H. slechts den doood constateeren. De commis saris van politie en een rechercheur waren spoedig aanwezig om een onderzoek naar het ongeval in te stellen. De chauffeur is in voorloopig arrest gesteld. Ds. J. J. BUSKES. Zijn afscheid van Amsterdam. Men meldt uit Amsterdam aan de N.R.Ct. Ds. J. J. Buskes, predikant der Gerefor meerde Kerk van Amsterdam—Zuid in hersteld verband, die het beroep naar de gereformeerde Kerk naar Oosterend (Texel) heeft aangenomen, heeft gister avond in de Parkkerk een afscheidspredi- katie gehouden over Mattheus 9:36 tot 38. Hij zeide dat het heengaan voor hem geen vreugde is, doch dat hij gemeend heeft te moeten gaan, omdat God hem naar Texel roept. Wat het werken van God in Amsterdam betreftoveral heeft spr. gehoord de ver zuchting: wij zijn zoo hopeloos moe. De kerkelijke menschen spreken nog over de schare zooals de Farizeeërs dat in Jezus* tijd c.eden. Doch de Heilana zag en ziet nog die schare anders met innerlijke ont ferming De oogst in de groote stad is groot, doch de arbeiders zijn weinigen. De kerkelijke gemeente is zoo weinig een ar beidsgemeenschap. Toen het conflict er was, is zij even be roerd. doch wat is er van overgebleven Het eenige dat rnoerl kan geven, is, dat de Heer des oogsles er nog is en dat hij zijn werk ook in Amsterdam niet laat varen en het zal afmaken. En wanneer de kerk versteent, dan zal Hij zijn werk door an deren laten doen, b v door het Leger dei Hells en het Zoeklicht. Nadat ds. Buskes zijn predicatie had be ëindigd, spraken ouderling Naafs cn dr. J. G. Geelkerken hem toe, waarna de ge meente hem lied 32 (gew.) toezong.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 6