KLEURECHTE GORDIJNSTOFFEN.
DE RIJKSMIDDELEN
Fa. J. W.
West-Singel 12-13.
VAN ACHTERBERGH,
Telefoon 238.
EEN LIEFDESDRAMA
Een psychopaath
HET DEBAT IN DE
BELGISCHE KAMER
Volledige publicatie
gewenscht
Humorhoekje
KIPPEN- EN EENDEN
EIEREN
V.V. der Tweede Kamer
RIJK EN GEMEENTEN
©ver Februari belangrijk r,under
dan Januari
De gewone middelen hebben ook dit maal
over Februari belangrijk minder opgebracht
dan over Januari. In totaal werd er geind
37.403.óol tegen hel vorige jaar 37.4u2.570
Over het algemeen sijn de verschillen met
het vorige jaar niut groot. Bij de inkomsten
belasting, welke over Februari ƒ7.860.832
heeft opgebracht, tegen f 8.5*29.507 het vori
ge jaar, kan men de daling van 668.065 wel
voornamelijk, zoo niet geheel, toeschrijven
aan de verlaging van het tarief bij de wet
van 15 Maart 1908.
De grondbelasting welke in Januari met
ƒ3.152.800 op den staal voorkwam 1 °.eft dit
maal slechts 504 288 opgebracht, wilite
achteruitgang echter niets abnormaals be-
teekent. Vergeleken met het vorige jaar Fe
bruari bedraagt het decres slechts 88.663.
De vermindering, welke het personeel te
zien geeft, vergeleken met het vorige jaar
719.608, tegen ƒ1.184.222 wijst er op
dat hier een andere factor zijn invloed heeft
doen gelden, n.l. do vrij belangrijke verla
ging van het recht.
De opbrengst van de vermogensbelasting
ad 1.275.210, legen 1.0'0.322 het vorige
jaar heeft, ook ditmaal het twaalfde deel
iler raming overtroffen, n.l. met 150.250.
De dividend- en tantièmebelasting toont
voor de maand Februari een ongewoon
hoog bedrag van ƒ1.096.903 aan. Vergeleken
met het vorige jaar bedraagt de toeneming
niet minder dan ƒ680.598. Over de twee eer
ste maanden des jaars is op rekening van
dit middel nu reeds ontvangen 2.423.149,
legen 1.637.032 het /origc jaar, bij een ra
ming over twee maanden van ƒ3.333.333. J)<
werkelijke opbrengst blijft dus nog aanzien
lijk beneden dc raming.
De rechten op den invoer toonen dezo
keer een vrij scherpe achteruitgang aan,
vergeleken met het vorige jaar. Gewoonlijk
levert de opbrengst weinig variatie op. Do
eenige verklaring voor dezen scherpen ach
teruitgang n.l. van ƒ5.288.981, het vorigo
jaar tot 4.673.710 over de afgeloopen
maand, moet gezocht worden bij een ver
minderden invoer.
Ook de inkomsten uit het statistiekrecht
zijn verminderd; vergeleken met het vorige
met ƒ70.600.
Van de accijnzen bracht het gedistilleerd,
vergeleken met het vorige jaar, het niet
onaanzienlijke bedrag van 1.155.559 min
der op, terwijl de opbrengst ad 2.391.055
met een bedrag van 1.358.945 beneden do
ram ng blij ft. Deze vermindering is in zoo
ver niet opmerkelijk, dat juist dc eerste
van de nieuwe maand de dag was van de
accijnsverlag ng.
Zout, geslacht, bier, wijn en suiker ver-
toonen, \ergelekcn met het vorige jaar, na
genoeg geen verschillen, behalve de 'wijn
accijns, die ditmaal met ruim 22 mille geen
schitterend figuur m^akt. De opbrengst
\an suiker o%crtreft voor de eerste twee
maanden de raming met 26.90S.
Over de taoaksaccijns niets dan goeds.
Ook ditmaal werd de raming overtroffen.
De zegel rechten gaven ten aanzien van
het vorige jacr een vermeerdering van na
genoeg 07 mille te zien welke vermeerde
ring geheel op rekening van de beursbelas-
ting moet worden gesteld. De successie-
rech'cn gaven oen vermeerding te zien, in
verband met de iets lagere opbrengst over
Januari, toen er op rekening van dit middel
3.083.169 binnenkwam. De opbrengst der
successierechten is voor de eerste twee
maanden 1.129 880 hoven de raming. De
loodsgelden die 410 657 in het vorige jaar
bedroegen, brachten thans 320.634 op ver
oorzaakt door de strenge vorst.
In totaal zijn de opbrengsten dit jaar
2.310 068 hooger dan het vorige jaar, ter
wijl dc raming in totaal met 4.264.901
werd overtroffen.
Wat voor het „Lecningfonds 1914'" aan
gaat zij vermeld, dat de inkomsten ten bate
daarvan hebben opgebracht 6:695 688, te
gen 7.717.377 dc vorige maand. Daarvan
komt op rekening van de verdedigingsbe-
lastipg 4.121.796, tegen 3S35 555 het vori
ge jaar. Dc bate voor het wegenfonds be
droeg de afgeloopen maand in totnal
ƒ310.332 tegen 414 600 over Januari.
Moord of doodslag op
verzoek
De Minister heeft thans, naar het „Hbd."
meldt, de burgemeesters met een zielental
van 10.000 en daarboven bevoegd ver
klaard, aan de ingezeten Nederlandsche
onderdunen hunner gemeente, zelfstandig
passen te verstrekken. Deze bevoegdheid
gaat in met 1 April 1929.
Dinsdag stond voor de rechtbank te Almelo
terecht D. G., 28 j., bakkersknecht te Hen
gelo (O.), beschuldigd met voorbedachten
rade op Zondagavond 3 Aug. 1928 te Holten
zijn vroegere verloofde J. M. te hebben
doodgeschoten.
De verd. heeft bij het vooronderzoek voort
durend beweerd, dat de verloving niet ver
broken was, maar dat het meisje voor het
oog der wereld steeds deed alsof ze geen
verkeering meer met hem had: verder dai
ze afgesproken hadden, samen den dood in
te gaan; hij zou zien een revolver machtig
te worden en daarna zouden ze een eind
aan hun beider leven maken.
Dr. Beek, zenuwarts te Enschede, heeft,
aldus het verslag in de Telverdachte
langdurig geobserveerd en een rapport over
hem uitgebracht: hierin wordt medegedeeld
dat verd. een ernstig psychopaat is; ver
standelijk is hij voldoende ontwikkeld: zijn
gevoelsleven vertoont echter ernstige defec
ten. De dagen voor den moord heeft hij on
getwijfeld in ^enigszins abnormalcn toe
stand verkeerd, doch niet anders dan een
geringe vermindering van toerekeningsvat
baarheid mag aangenomen worden.
De verschillende getuigen verklaarden
bijna zonder uitzondering, dat het meisje
bang voor verdachte was; aan verschillen
de menschen heeft zij verteld, dat verti.
haar had gedreigd haar te zullen vermoor
den, wanneer zij geen verkeering meer met
hem wilde hebben. Verd. zelf heeft ook aan
enkele getuigen verklaard, dat hij het meis
je zou vermoorden, wanneer zij de afgebro
ken verloving niet meer wilde hervatten.
Op Zondag 5 Aug liep J. M. met een
vriendin en eenige kennissen in de dorp
straat te Holten toen verd. hen inhaalde en
een eindie met J. terugwandelde. Een voor
bijganger hoorde het meisje zeggen: „Ik doe
het niet" en direct daarop vielen de schoten.
Verd. zeide. dat hij de revolver aan zijn
meisje in handen gaf en zei: „Schiet me nu
maar dood". Zij antwoordde toen. „Ik doe
het niet." Hij omhelsde haar met den lin
kerarm en vuurde tegelijkertijd de revolver
op haar af. Het vierde cn vijfde schot richt
te hij op zichzelf, zonder zich echter ernstig
te treffen.
De off. was met den psychiater van mee
ning. dat verd. niet geheel ten volle verant
woordelijk kan worden geacht; zijn moreele
defecten maken echter dat deze verd. ook
in de toekomst gevaar kan opleveren.
Spr. was overtuigd, dat hier van moord
sprake is, en eischte. rekening houdend rnet
het gebrek aan moreel inzicht van verd.
ocht jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mr. Sybrandy, achtte
nioord niet bewezen veel aannemelijker
achtte hij doodslag op verzoek. Verdediger
was overtuigd dat de gewone celstraf bij
dezen man weinig nuttig effect zal sortee-
1 cn verzocht, hem een niet-lange strai
op te leggen, maar hem na een korten
straftijd ter beschikking van de regeering
te stellen voor dwangverpleging.
Persstemmen uit België
BUITENLANDSCHE PASSEN.
Burgemeesters van gemeen
ten met 10.000 zielen tot af
gifte bevoegd.
Tot dusver waren, naast de Commis
sarissen der Koningin, alleen de burge
meesters van Rotterdam cn Dordrecht be
voegd, zelfstandig buitenlandsche passen
af te geven. Bij de schriftelijke gedachten-
wisseling bij de behandeling in de Eerste
Kamer van de begrooting voor Buiten
landsche Zaken voor 1928. heeft de Minis
ter toegezegd, in overweging te nemen
zoodanige bevoegdheid ook toe te kennen
aan dc burgemeesters van andere gemeen
ten.
Heer des huizes s nacht1; om twee uur in z'n kamer glurend
„Wel, dat is het toppunt. Een lnbrekers-cursua tn miln huls".
(London Opinion).
De N. R. Ct. correspondent te Brussel
seint
Verschillende Brusselsche bladen bespre
ken hedenochtend de gisteren in de Ka
mer gehouden interpellatie over 'tUtrecht-
sche document en de samenwerking van
Frank Heine met den Belgischen militai
ren veiligheidsdienst.
De liberale Indépendance Beige, af en toe
door minister Hymans als spreekbuis ge
bruikt, is verontwaardigd over het feit, dat
de socialistische afgevaardigde Mathieu.
door dit blad voor deze gelegenheid gewe
zen officier en millioenen bezittenden advo
caat geheeten. op eerlijkheid in de interna
tionale en militaire betrekkingen tusschen
staten heeft durven aandringen De heer
Mathieu blijkt niet te weten, aldus de In-
dépendance Beige, dat onze internationale
betrekkingen altijd zuiver waren en Bel
gië sedert lang reeds op dit gebied het
eerste voorbeeld heeft gegeven. Hij blijkt
ook niet te weten, dat de oorzaak van heel
deze zaak gezocht moet worden bij de Duit
sche spionnage in België. Logisch gesproken
had hij zijn aansporing moeten richten tot
Berlijn cn Rotterdam
Onder den titel „Een scénario" consta
teert de Nation Beige, dat de Kamerver
gadering van gisteren in menig opzicht
zonderling en verwonderingbarend was
Men zag Camille Iluysmans den minister
president toejuichen. Men hoorde Vander-
velde volledige absolutie geven aan de re-
geering. die de loftuitingen van de uiterste
linkerzijde aan haar adres en dat van den
chef van den generalen staf niet overdre
ven vond. Een stapje verder nog. en de
Kamer zou vernomen hebben, dat in het
betreurenswaardig samengaan van een be
dorven individu, spion in dienst van
Duitschland, en de ambtenaren van onzen
militairen veiligheidsdienst alleen de fata
liteit de schuldige was. De Nation Beige
constateert verder, dat Mathieu en Hubin
gelijk hadden zich over de spoedige vrij
lating van Frank Heine te verwonderen.
Het behendigste pleidooi van den minister
president. aldus dezelfde courant, heeft ons
niet overtuigd. Wij twijfelen er aan, dat
zulks met het publiek wel het geval zal
kunnen zijn. Men heeft den ellendeling vrij
gelaten. omdat hij het valsche stuk gere
digeerd had met medeweten en toestem
ming der ambtenaren van de militaire vei
ligheid. Het was logischer en rechtvaardi
ger geweest deze zonderlinge ambtenaren
samen met hem in de gevangenis te stop
pen.
De Standaard daagt in een hoofdartikel
den heer Van Beuningen uit zijn documen
ten te publiceeren. en ook het Laatste
Nieuws blijft aandringen op volledige pu
blicatie van alle deze zaak betreffende do
cumenten.
Uit De Standaard knipt de N. R. Ct. in
aansluiting aan dit telegram nog het vol
gende
„We hebben al in de N. R. Ct. gelezen,
dat men benoorden den Moerdijk voorgeeft,
dat een initiatief, door de Nederlandsche
Regeering genomen, hier zeer licht als een
onwelvvilleyde uiting tegenover België zou
worden opgevat.
„Dit klinkt echter recht zonderling, wan
neer men weet, zooals de heer Jaspar in de
Kamer verklaarde, Idat de Belgische Regee
ring aan het Nederlandsch Gouvernement
voorgeslagen heeft samen een rechterlijk
onderzoek in te stellen. De Nederlandsche
Regeering heeft dit echter afgewezen
betoogd, dat zij enkel een politie onderzoek
kon doen. Ook thans nog is de Belgische
regeering bereid een rechterlijk onderzoek
samen met de Nederlandsche te voeren,
inaar deze laatste blijkt daar heelemnal
nipts voor te voelen
„Deze houding laat zich allicht verkla
ren en de afzijdigheid van Buitenlandsche
Zaken tegenover den heer Van Beuningen
en zijn papieren, wordt heel menschel ijk en
heel begrijpelijk, wanneer men zich voor
stelt met welk een verlegen gezicht de
heeren \an Buitenlandsche Zaken daar
zouden staan als zonneklaar zou blijken,
hoe ze°er met experten en al ingevlogen
zijn Zij hebben alvast niets te winnen bij
publicatie, zij zullen niet meehelpen om
licht te ontsteken, daar, waar de N. R. Ct.
niets anders als duisternis en nevelen wil
zien.
„En zou de N. R. Ct. soms ook kunnen
verklaren hoe het komt dat hier van Ne
derlandsche zijde zoo nadrukkelijk aange
drongen wordt opdat over de documenten
historie nu rnaar gezwegen worde?"
AMSTERDAMSCHE UNIVERSITEIT.
Buitengewoon hoogleeraar benoemd.
De gemeenteraad van Amsterdam be
noemde gisteren tot Buitengewoon Hoog-
leeruar in de strategrnfische geologie en
palaeontliologie, prof. dr. H. P. Gorth te
Bandoeng;
Het wetsontwerp houdende
bepalingen inzake den
inen doorvoer
Een adres van Ged. Staten van
Friesland inzake het
wetsontwerp
Verschenen is het voorloopig verslag der
Tweede Kamer ovei het wetsontwerp hou
dende bepalingen betreffende den in en
doorvoer van kippen cn eendeneieren
Verscheidene leden achtten onmiddellijke
invoering van de door U regoenng voor
gestelde maatregelen niet noodzakelijk, wijl
ook na 21 April 19?°, datum \an inwerking
treden van het Vereenigd Koninkrijk, de
uitvoer van Nederlandsche eieren tiaar
Groot Buittanie zonder wettelijke voorzie
ning onzerzijdsch ongestoord voortgang zal
blijven hebben, aangezien dat besluit voor
den invoer van eieren niet een «looi de au-
tirileilen van het land van herkomst vast
gesteld cn gewaarborgd stempel cischt.
Naar de meening dezer leden heeft de re
geering ten onrechte verband gelegd tus
schen den Engelschen maatregel en de
wenschelijkheid den goeden naam van de
Nederlandsche eieren op de exportmarkt
zoowel als in eigen land door wettelijke
maatregelen te helpen hoog houden. Ver
der stelt een beschouwing van de cijfers
van in- cn uitvoer duidelijk in het licht,
dot er nauwelijks sprake kan zijn van po
gingen om bij den uitvoer buitenlandsche
eieren voor Nederlandsche te doen door
gaan. En tegenover de hoogst twijfelachti-
voordeelen van het ontwerp staan zeer
groote nadeelen, welke door de hier aan
het woord zijnde leden nader uiteen wor
den gezet. Zij mecnen er dan ook bij 1e re
geering op te moeten aandringen vooreerst
om dit ontwerp voorloopig te laten rusten,
in de tweede plaats om te bevorderen, dat
door tusschenkomst van den volkenbond
het stempelen van eieren internationaal
verplicht wordt gesteld en vervolgens om
rnet bekwamen spoed wettelijke maatrege
len voor te bereiden, ten einde bij den uit
voer van het Nederlandsche product goede
kwaliteit, sorteering en gewicht te bescher
men.
Verscheidene andere leden verklaarden
tegen het ontwerp geen bezwaar te hebben.
Naar hun mecning zijn de daar tegen aan
gevoerde bezwaren allerminst van overdrij
ving vrij te pleiten. Aan den anderen kant
zal liet nut van den vporgestelden maat
regel niet worden ontkend.
EEN RANGEERDER VERONGELUKT.
Gistermorgen is cle rangeerder C. W. M.
op het stationsemplacement te Tilburg on
der een rangeerenden trein geraakt. Met
een afgereden arm en eenige hoofdwonden
is de ongelukkige per auto van den D.
naar het gasthuis overgebracht.
Zijn toestand is zorgwekkend.
BRAND IN EEN ZIEKENVERPLEGING.
Gistermorgen waren aan de tweede ver
dieping van het gebouw der Vereeniging
Ziekenverpleging op de Prinsengracht te
Amsterdam bij de Spiegelstraat schilders
aan het werk. Zij gebruikten voor het ver
wijderen van verf een benzinebl jaslamp.
Door de steekvlam geraakten de gordijnen
van een ziekenkamer in brand, waar een
patiënt te bed lag.
De vlammen tastten het behang, een di
van en ook het bed aan.
Personeel van de ziekenverpleging schoot
toe, dat den patiënt wegdroeg en met ani-
hilatoren de vlammen begon te bestrijden
Ook de brandweer werd gealarmeerd. Toen
deze na een paar minuten verscheen met
zeer veel materiaal was het vuur reeds zoo
goed als gedoofd. De kamer had veel scha
de bekomen. Het plafond moest door de
brandweer gedeeltelijk worden weggehakt.
DE OVERVAL MET ROOF BIJ
EINDHOVEN.
De verdachte in het Huis van
Bewaring.
De vermoedelijke dader van den overval
met roof op den wissellooper Vervest te
Best op 13 Maart, II. B., arbeider te Eind
hoven, is gisteren met verschillende per
sonen geconfronteerd, die hem evenals
Vervest zelf meenen te herkennen. De
tasch met geld is nog zoek. B ontkent alle
schuld. Hij is voor de officier van Justitie
te VII er togen bosch geleid en na verhoor
in het huis van bewaring opgesloten.
HET ONGELUK MET DEN TAXI TE
OOSTENDE.
Een geheimzinnige zaak.
De correspondent te Brussel der N.R.Ct.
meldt
In strijd met wat voor enkele dagen uit
Oostende aan de Brusselsche bladen ge
meld is, blijkt daar wel de taxi waarmede
de Nederlandsche zeekapitein Paul Groen
zich door de Oostendschen chauffeur
Boens bij avond cn mist door de stad heeft
laten rijden uit de binnenhaven te zijn op
gehaald. maar heeft men noch het lijk an
den kapitein noch dat van 1en chauffeur
teruggevonden. Paul Groen had. naar de
politie vernam, ongeveer 8000 francs op
zak, terwijl ook de chauffeur over e.-n
goedgevulde portefeuille bleek te beschik
ken. In de haven zijn overal peilingen j
üaau, maar men heeft niets gevonden.
Gedep. Staten van Friesland hebben een
adres tot de Tweede Kamer gericht tegen
art. Jh van het gewijzigd wetsontwerp t&i.
herziemng van de fi'sahciteie verhouding
tusschen het R?;b en de gemeenten in zoo
ver daarbij het verleenen van Rijkssteun
aan noodlijdende gemeenten afhankelijk is
gesteld van het meedragen door de provin
ciën in den steun.
In het adres wordt o.m. het volgende ge
zegd:
Het Rijk heeft geldelijke verplichtingen
tegenover de gemeente, o.m. omdat het niet
slechts de taak, verdeeling fusachen zich
en de gemeente regelt, m»p.t de be las
ting verdeeliug en bet van zijn regeling
voor een hoe langer, hoe grooter deel af
hangt, wanneer een gemeente tot de nood
lijdende zal gaan behooren.
Van eenigerlei verhouding, financiüele of
in taakverdeeling tusschen de provincies
en de gemeenten door de provinciale
besturen geschapen, is geen sprake, even
min van onbeloonde dienstverrichting der
gemeente voor de provincie.
De provincie kan zich wegens haar to
taal gemis aan invloed op de gemeentefi-
nanciën voor die financiën ook in het minst
niet verantwoordelijk achten. In het alge
meen belang oefent het rijksbestuur met
zijn goedkeurings- en vernietigingsrecht
toezicht uit op de gestie der gemeentebestu
ren, en voorzoover het college van Ged.
Staten In dit toezicht een rol vervult treedt
het eveneens op als rijksorgaan Met de re
geling en het bestuur van het huishouden
der provincie heeft dit toezicht niets ie ma
ken. Het gaat niet aan, om wantrouwen in
deze werkzaamheden van Gedep. Staten,
optredende als rijksorgaan, te willen neu
traliseeren door een greep in de kas van
het provinciaal huishouden en met de gel
den voor dat huishouden bestemd, diensten
goed te maken, die Ged. Staten bij wijze van
zelfbestuur verplicht worden voor het Rijk
te verrichten.
Op het recht van het provinciaal bestuur
om zelfstandig uit te maken of al dan niet,
cn tot welk een bedrag subsidies zullen
worden verleend, mag geen inbreuk worden
gemaakt, ook door de Rijksregepring niet,
en het wetsvoorstel vergrijpt zich in dezen
aan de provinciale autonomie.
Het door het Rijk steeds zeer beperkt ge
houden belastinggebied der provincie
eischt, dat het financieel huishouden dei-
provincie binnen de engste grenzen blijve
beperkt, te meer nu de beperking der belas
tingheffing bij bet wetsontwerp nog sterker
wordt doorgevoerd.
Het inschakelen van de provinciale fi
nanciën. zien Ged. Staten als een misken
ning vaft het beperkte karakter van de aan
de provincie opgedragen taak. Maar ook is
het een inbreuk op het systeem van het
wetsontwerp.
De noodlijdende gemeenten liggen veelal
ook in de minst welvarende provincies.
Door den eisch van art. 30 van het ontwerp
zullen in dezo reeds onevenredig zwaar ge
drukte provincies de belastingen van
tweeërlei kant, immers behalve van ge
meentewege ook' nog van proviriciewege
worden verhoogd tegen het systeem van
het wetsontwerp, welk systeem vordert de
elden voor den steun te vinden uit de be
lastingen van alle Rijksingezelenen en dus
te doen komen hetzij voor rekening van
het Rijk, hetzij voor rekening van het ge
meentefonds.
AUTO-ONGELUK.
Een wieirijdster gedood.
Dinsdagmiddag te een uur heeft te Eind
hoven een auto-ongeluk plaats gehad. Op
de hoogte van de lucifersfabrieken ver
loor de chauffeur, die den vrachtwagen
van de firma Notten bestuurde wegens een
defect het stuur en reed hij de 18-jarige
mej. H„ die in gezelschap van haar vrien
din daar op de fiets reed aan, waardoor
beide meisjes tegen den grond werden ge
smakt. Mej. H. werd doodelijk gewond, ter
wijl haar vriendin een ernstig lichamelijk
letsel bekwam. Een dokter kon bij mej. H.
slechts den doood constateeren. De commis
saris van politie en een rechercheur waren
spoedig aanwezig om een onderzoek naar
het ongeval in te stellen. De chauffeur is in
voorloopig arrest gesteld.
Ds. J. J. BUSKES.
Zijn afscheid van Amsterdam.
Men meldt uit Amsterdam aan de
N.R.Ct.
Ds. J. J. Buskes, predikant der Gerefor
meerde Kerk van Amsterdam—Zuid in
hersteld verband, die het beroep naar de
gereformeerde Kerk naar Oosterend
(Texel) heeft aangenomen, heeft gister
avond in de Parkkerk een afscheidspredi-
katie gehouden over Mattheus 9:36 tot 38.
Hij zeide dat het heengaan voor hem geen
vreugde is, doch dat hij gemeend heeft te
moeten gaan, omdat God hem naar Texel
roept.
Wat het werken van God in Amsterdam
betreftoveral heeft spr. gehoord de ver
zuchting: wij zijn zoo hopeloos moe. De
kerkelijke menschen spreken nog over de
schare zooals de Farizeeërs dat in Jezus*
tijd c.eden. Doch de Heilana zag en ziet
nog die schare anders met innerlijke ont
ferming De oogst in de groote stad is
groot, doch de arbeiders zijn weinigen. De
kerkelijke gemeente is zoo weinig een ar
beidsgemeenschap.
Toen het conflict er was, is zij even be
roerd. doch wat is er van overgebleven
Het eenige dat rnoerl kan geven, is, dat de
Heer des oogsles er nog is en dat hij zijn
werk ook in Amsterdam niet laat varen
en het zal afmaken. En wanneer de kerk
versteent, dan zal Hij zijn werk door an
deren laten doen, b v door het Leger dei
Hells en het Zoeklicht.
Nadat ds. Buskes zijn predicatie had be
ëindigd, spraken ouderling Naafs cn dr.
J. G. Geelkerken hem toe, waarna de ge
meente hem lied 32 (gew.) toezong.