WIJNHANDEL USCHOTEAMAN&Zn.
COGNAC VIEUX XXX
per flesch f 3.75.
UTR.STFAYT 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOON 145
DE MARECHAUSSEE TE ZUNDERT
'N CONTRA-ENQUETE
Ander licht op de zaak
Humorhoekjï
EEN WANHOOPSDAAD
4 maanden geeischt
PROF. DR. H. HUYBERS f
CONTRASPIONNAGE
Wel zijn er „geheime
uitgaven"
spcx:x:xx:
Q M. H. van Raalie
rS AME
M. H. van Raalie
xx::
SPORT
EDUARD MEYERf
Gunstige inlichtingen over de
beide marechaussees
Voor den rechter-commissaris bij de
Haagsche Rechtbank, mr. Thorbecke, is
Woensdag de contra-enquête gehouden in
do bekende zaak betreffende het drama te
Zundert.
Zooals men zich herinneren zal heeft de
weduwe van den heer C. van Meer, te Zun
dert, die in den nacht van 10 op 11 Januari
1927 in zijn café te Zundert door raaré-
chaussées is doodgeschoten, den Staat der
Nederlanden en de beide marechaussées J.
T. C. en Ch H. C. voor de Haagsche Recht
bank gedagvaard cn tegon hen een actie tot
schadevergoeding ingesteld tot een bedrag
van f 50.000.
De rechtbank heeft toen aan de eischon-
de partij te bewijzen gelegd, dat de mare
chaussées zonder eenige noodzaak hadden
geschoten en niet uit noodweer, zooals de
Staat heeft beweerd.
Dit getuigenverhoor had den 30sten Ja
nuari j.l. ten overstaan van den rechter
commissaris Mr. Thorbecke plaats en gis
teren werd nu de contra-enquête gehou
den.
Voor deze contra-enquête waren 24 ge
tuigen gedagvaard.
Als eerste getuige werd gehoord mr. J.
S. L. Aghina, auditeur-militair te 's-IIerto-
genbosch.
Deze verklaarde o.m.:
Getuigen heb ik niet gehoord, maar ik
ben afgegaan op het proces-verbaal en op
d,e stukkon van den rechtercommissaris en
ben tot de conclusie gekomen dat Coolen
cn Claassen vrijuit gaan.
Daarna werd gehoord J. E. van Dijk,
Rijksrechercheur te Arnhem. De door dezen
getuige afgelegde verklaring luidt o.m. als
volgt:
El k geval op zichzelf hob ik onderzocht
in dier voege, dat ik de politie-ambtenarcn
heb ondervraagd; deze hebben in geen en
kel geval de desbetreffonde klachten er
kend. Ik heb ook navraag gedaan bij ver
schillende kasteleins, en deze verklaarden,
dat zich bij hen nimmer mishandelingen
door de politie of den burgemeester hebben
\oorgedaan. Er zijn twee partijen te Zun
dert, de één is voor, de andere is tegen den
burgemeester. Zij staan heftig tegen elkaar.
Volgende getuige was mr. A. A. v. d.
Veen, rechter te Breda. Aan de verklaring
van Mr. v. d. Veen is het volgende ont
leend.
Ik heb het onderzoek geleid in de desbe
treffende strafzaak. De opperwachtmeester
Sijstermans heeft het eerste verhoor afge
nomen. Des ochtends van den 12den ben ik
naar Zundert gegaan cn heb een onderzoek
ingesteld en verschillende getuigen ge
hoord. Do verklaringen van de eischeres en
de dienstbode waren eenstemmig, dat Coo
len op het hoofd van Van Meer had gescho
ten, terwijl hij op de buik lag. Het lijk wees
echter aan, dat van Meer niet in zijn hoofd
was geschoten, maar in zijn halswervel en
wel van boven naar beneden. Dit laatste
was voor mij een aanwijzing, dat de bewe
ring van Coolen juist was, dat hij op van
Meer had geschoten, toen deze koppend
met het mes In de hand op hem afkwam.
Dit schot van Coolen was het derde schot.
De verklaringen van eischeres en het meis
je verschilden overigens nogal van elkaar,
bepaaldelijk over de plaats, vanwaar was
geschoten en het aantal schoten.
Getuige verklaart verdec dat hij zich her
innert dat verschillende getuigen aan hom
hebben medegedeeld, dat het in de gelag
kamer donker was en dat er slechts licht
brandde in de gang. Ik bedoel met getuigen
allen die ik toen gehoord heb, w.o. dus ook
de marechaussées.
Doordat de verklaringen van v. d. Broeck
en van Heeren ten opzichte van het binnen
komen van Coolen met het mes in de hand
niet klopten, heb ik daarna nog v. d. Broeck
afzonderlijk door de marechaussée laten
hooron. Coolen heeft mij nog verklaard, dat
zijn pet was afgevallen, doordat v. Meer
zijn hoofd in zijn arm gekneld had.
Volgende getuigen was dr. H. M. Houben,
arts te Breda, die o.m. het volgende ver
klaarde:
Ik heb het lijk van v. Meer gezien, terwijl
het door dr. Hulst werd geschouwd. Het
schot in den halsworvel gaf aan, dat het
moest zijn gelost, terwijl de verslagene in
gebukte houding was. Het is niet waar
schijnlijk dat het schot is gelost, terwijl de
verslagene op den grond lag. Ik blijf bij
mijn ter dezer zake uitgebracht rapport,
ook wat betreft, hetgeen ik bij Claassen en
Coolen heb bevonden.
Hierna werd gehoord Jhr. A. D. Laman
Trip, kapitein-districtscommandant der
Kon. Maréchaussee te Breda.
Getuige verklaarde nimmer klachten te
hebben ontvangen over Claassen en Coolen.
Zij zijn absoluut niet roekeloos of ruw in
hun optreden, en het is uitgesloten, dat zij
zouden schieten op iemand, die zieltogend
op den grond zou liggen. Beiden zijn fat
soenlijke en plichtsgetrouwe menschen. Met
de in Zundert bestaande vete bemoeit de
maréchaussee zich niet.
Na de pauze moesten nog 18 getuigen
worden gehoord.
Als eerste getuige kwam naar voren J.
M. S y s t e r m a n s, opper-wachtmeester
en brigade-commandant te Zundert.
Na het ongeval is getuige door Claassen
gewaarschuwd. Claassen had toen het me%
bij zich. Onmiddellijk is getuige daarop
naar het café van v. Meer gegaan, na eerst
den burgemeester te hebben laten waar
schuwen. Coolen was toen bij het lijk en
hij heeft het lijk aan getuige overgegeven
met de mededeeling, dat het lijk in pre
cies dezelfde houding was blijven liggen.
Ter plaatse heeft getuige toen eenige
menschen gehoord.
Verder verklaart getuige ongeveer het
zelfde als kapitein Laman Trip.
Verschillende personen, die in de enquê
te verklaringen hebben afgelegd over het
optreden der marechausse qualificeert ge
tuige als onbetrouwbaar en als ongunstljt
bekend staande.
Volgende getuige was J. A. F. Mollens
burgemeester van Zundert, die eveneens
een uiteenzetting der feiten gaf. Naar aan
leiding van de verklaring in de enquête
van Eerstens zegt getuige, dat tijdens een
Kermis zijn hulp door een kastelein werd
ingeroepen bij een vechtpartij. Toen ge-
fu ge daar kwam, zag hij Kerstens, die aan
het hoofd verwond was, met een flesch
zwaaien. Toon Kerstens er van door ging,
is getuige hem nagegaan, waarna hij hem
achter op een erf aantrof. Kerstens dreierde
getuige daar met 'n groote paal, welke hij
in zijn handen had, te zullen doodslaan.
De lastgevingen voor het betreden van
woningen worden door getuige blanco ge-
teekend. Dit gebruik heeft getuige van zijn
voorganger overgenomen. Op een dergelij
ke lastgeving zijn Coolen en Claassen de
woning van Van Meer binnengetreden.
De volgende getuige, is de gemeenteveld
wachter van Zundert, C van Lieshout.
Deze zegt, dat de achterdeur, welke aan
vankelijk gesloten was, later weer geopend
is geworden, door wie weet getuige oiet.
Na het schieten heeft getuige niemand
meer in de gang gezien.
Toen is getuige naar de gelagkamer ge
gaan en eerst later is Coolen naar de gang
.Ziek qcweest
„Ja griep gehad".
„Waar heb Je die opgeloopen
„Op een lezing over „Hoe voorkomen wij Influenza
(Passing Show)
gegaan om zijn pet, walke daar op den
grond gevallen was, te halen.
Daarna werd gehoord Zuster Jean
ne 11 e (in de wereld mej. Cobben), wijk
verpleegster te Ginneken, die verklaarde,
dat Van Meer des middags bij haar is ge
weest om een hoofdwond te laten'verbin
den. Ggtuige kan niet zeggen, dat v. Meer
toen d/onken was of naar sterken drank
rook. Wel kon zij merken, dat Van Meer
iets gedronken had.
Getuige A. L. v. d. H o u t, majoor der
rtjksveldwacht te Elshout verklaart niet
tegenwoordig te zijn geweest bij het on
derzoek door Systermans in de zaak-v. d.
Kloot, zulks in tegenstelling met de bewe
ring van v. d. Kloot, dat deze getuige te
genwoordig zou zijn geweest bij de beweer
de mishandeling van v. d. Kloot door Sys
termans.
Getuige W. Th. Loves, gemeenteveld
wachter te Zundert, heeft des avonds om
kwart na 12 nog een woordenwisseling ge
had met v. Meer over het onbeheerd laten
slaan van de auto van v. d. Broek- Van
Meer was daarbij opgewonden en hij rook
naar alcohol, v. Meer is echter zeer opge
wonden.
Getuige J. Helmendach, vroeger ma
rechausse (e Zundert heeft nimmer gezien,
dat de getuige in de onquête J. van Rijcke-
vorsel door Coolen is mishandeld noch zijn
hond. Ook getuige heeft zulks- nooit ge
daan.
Daarna werd nog een aantal getuigen
gehoord, die verklaringen aflegden omtrent
gedragingen van Van Meer in verschillen
de café's op den avond voor het ongeval.
De zaak wordt later weer op de rol ge
bracht.
Een dame een taschje ontrukt
Men meldt ons uit Amsterdam:
Een 26-jarige jongeman, wiens twaalf am
bachten en dertien ongelukken hem zoetjes
aan naar lichaam en ziel gebroken hadden,
was er op 6 Februari 1.1. zóó naar aan toe,
dat hij de huur van zijn karig gemeubileer
de kamer niet meer betalen kon. Hij zag
zich reeds den toegang van het vertrekje,
dat drie jaar lang zijn armoede gekend had,
ontzegd en dit spookbeeld dreef hem ten
slotte de straat op. Op zijn fiets in de Nico-
laas Maesstraat rijdend, zag hij op het trot
toir een dame wandelen, die een taschje in
de hand droeg. Het volgend oogenblik had
hij haar het voorwerp ontrukt cn ging hij
er met een behoorlijk vaartje van door.
Maar in een wedstrijd tusschen een auto en
een fiets is dit laatste vehikel altijd in de
minderheid; een automobilist, die van deze
straatroof getuige was geweest, bracht zijn
wagen op gang en had den wanhopigen
dief in een oogwenk ingehaald. De jonge
man gaf het taschje, waarin slechts vier
guldens zaten, gelaten over en gewillig
bleef hij wachten totdat de 'rechercheur
zich over hem ontfermde en hem naar het
naastbijzijnde politiebureau bracht.
Gister had het jongmensch zich voor zijn
euveldaad te verantwoorden voor de Vijfde
Kamer der Rechtbank, alhier. En aan da
hand van het over hem uitgebrachte rap
port deelde het O.M., mr. Versteegh, aan
de Rechtbank mede, dat de verdachte zich
vanwege zijn opvliegend karakter in geen
enkele betrekking had kunnen handhaven.
Zelfs ontzag hij zich niet om tegenover zijn
patroons tot handtastelijkheden over te
gaan. Echter wilde de officier rekening hou
den met het feit dat verd. nog nimmer met
de justitie in aanraking is geweest en daar
om eischte hij vier maanden gevan
genisstraf.
De verdediger, Mr. J. Mathuisen, ging de
moeilijke omstandigheden na, waaronder
zijn cliënt, die zijn ouders nooit gekend
heeft, is opgegroeid. Zijn daad heeft hij be
gaan in een moment van radeloosheid; de
dagen, welke hij in preventieve hechtenis
heeft doorgebracht, hebben hem zeer ge
schokt. In verband met een en ander was
er volgens pl. alleszins reden om verd. een
zeer geringe straf op te leggen.
Uitspraak 4 April a.s.
Dc begrafenis ie
Nijmegen
Gisteren werd het stoffelijk overschot van
wijlen prof. dr. H. Huybers, hoogleeraar in
de algemeene en vaderlandsche geschiede
nis der nieuwe tijden aan de Nijraeegsche
hoogesc x)l begraven.
In de St. Canisiuskerk te Nijmegen werd
een plechtige H. Mis van Requiem opgedra
gen dttor een priester-vriend van den over
ledene den ZeerEerw. Pater J. Kleyntjes
S. J., leeraar te 's-Gravenhage, geassisteerd
door twee priester-vrienden van wijlen prof.
H. Huybers.
A. an de zij-altaren werden stille H. Missen
vo-n* de zielerust van den overledene opge-
d'ugcn door de professoren Dr. Willem
ulder S. J. en dr. F. Bellon.
De kerk, welke in rouwfloers gehuld was,
was geheel gevuld ïnet hen, die den doode
de laatste eer kwamen bewijzen.
Opgemerkt werden o.m. prof. dr. J. Hoog
veld. rector magnificus der R.K. Universi
teit, bijna alle professoren der R.K. Univer
siteit, de vertegenwoordigers van het cura
torium der R.K. Universiteit dr. F. B. Ban
ning en Mr. C. Prinzen, senaat der R.K.
Studentenvereenlging Canolus Magnus, ver
tegenwoordigers van burgerlijke overheid
van geestelijke orden, welke In Nijmegen
hun studiehuizen hebben, en afgevaardig
den van wetenschappelijke vereenigingen
op historisch gebied.
Na de H. Mis werd het stoffelijk over
schot begraven op het R.K. Kerkhof te Nij
megen.
In ons land bestaat zulk een
dienst niet
Minister de Geer heeft het volgende ge
antwoord op de vragen van den heer Mar-
chant betreffende contra-spionnage:
In Nederland bestaat geen spionnage- of
contra-spionnagedicnst Hij kan hier dus
niet belangrijker zijn dan elders.
In het Belgische Parlement is dit ook niet
gezegd. De bedoelde woorden lulden in het
analytisch verslag:
„II ne faut pas que eet incident pro
voqne des réactions extrêraes aboutis-
sart la suppression de la surveillance
des agissoments des pays étrangers, car
cc serait une réaction extréme de ne
pius exercer de surveillance au point
de vue de la sécurité du pays. La Hol-
lande elle-mème exerce pareille surveil
lance et je ne parle pas des services des
grandes puissances."
Wèl komt sedert 16 jaar op de begrooting
van Oorlog een post „Geheime uitgaven"
voor. Het eerst op de begrooting voor 1913,
onder art. 158. Door den toenmaligen Minis
ter van Oorlog, den heer Colijn, werd deze
post als volgt toegelicht:
„Bij het Departement van Oorlog doet
zich herhaaldelijk het gemis gevoelen
van een begrootingspost, ten laste waar
van uitgaven van geheimen aard kun
nen worden gekweten. Dit is vooral het
geval in tijden van politieke spanning,
die tot internationale verwikkelingen
kan leiden, waarin ons land recht
streeks of zijdelings zou kunnen worden
betrokken. Onder die omstandigheden
kan het noodig zijn, dat vanwege het
Departement van Oorlog voorzorgs
maatregelen worden getroffen,' die uit
gaven met zich brengen, waarin bij de
Oorlogsbegrooting niet is voorzien. Het
geheime karakter van zoodanige maat
regelen maakt het bovendien wcnsche-
lijk, dat de daaruit voortvloeiende kos
ten in uitgaaf kunnen worden gesteld,
zonder dat daarvoor de overlegging van
bewijsstukken wordt gevorderd. Wel Is
waar kan een zoodanige verevening,
ingevolge art. 30 van de Instructie voor
de Algemeene Rekenkamer (wet van 5
October 1841, Staatsblad no. 40), tot
stand worden gebracht ten laste van
het hoofdstuk der Staatsbegrooting, dat
voor „Onvoorziene uitgaven" bestemd
is, maar het geldt hier uitgaven die, te
allen tijde, uitsluitend op last van het
Departement van Oorlog moeten kun
nen geschieden en het hoofd van dat
Departemont behoort dus, zoodra de
noodzakelijkheid zich voordoet, zonder
verderen omslag over de daartoe be-
noodigde gelden te kunnen beschikken.
Op het voetspoor van hetgeen reeds
sedert jaren op enkele andere hoofd
stukken der Staatsbegrooting geschiedt
zie art. 41 van hoofdstuk III en art. 32
van hoofdstuk IV voor het dienstjaar
1912), wordt mitsdien een bedrag van
f 2500 voor „geheime uitgaven" aange
vraagd, van welk bedrag uitsluitend
aan de Koningin verantwoording zal
worden gedaan."
De post, in 1913 cn 1914 uitgetrokken op
f 2500, werd op de begrooting voor 1915 ver
hoogd tot f 25.000 en op dit bedrag gehand
haafd tot aan het jaar 1918. Op de begroo
ting voor 1918 werd de post verhoogd tot
f 40.000, terwijl op de begrooting voor 1923
de post werd verlaagd tot f 30.000, het be
drag, waarop hij ook thans nog in arti
kel 216 staat uitgetrokken.
De verhooging tijdens den oorlog beoogde
niet spionnage of contra-spionnage, maar,
voor zoover met spionnenwerk in verband
staande, een zeker toezicht op de gangen
van vreemde spionnen, waarmee ons land
overdekt werd. Al was het werk dier spion
non minder tegen ons land dan tegen an
deren gericht, zoo werd het toch een lands
belang geacht, van hun verblijf en gestie
zooveel doenlijk op de hoogte te blijven.
Na den oorlog, toen het aantal vreemde
spionnen wel verminderde, maar niet ver
dween, werd, mede in verband met nieuwe
elementen van onrust, die hier te lande
(evenals trouwens elders) optraden, een ge
lijk toezicht op de gestie van sommige per
sonen noodig geacht. Daartoe werden geen
spionnen d.w.z. menschen, die een ando
ren rol voorwenden dan zij vervullen in
dienst genomen, maar werd en wordt
slechts gebruik gemaakt van den legalen
recherchedienst.
EEN MOOIE SCHENKING
Van een historisch hnis
De dezer dagen overleden mevrouw de
weduwe Gelderman—Van de Kasteele,
heeft hare bekende woning aon het 's-Gra-
venhof te Zutphcn aan het Gebroeders
Bakker's Weeshuis vermaakt onder voor
waarde dat het uiterlijk van het huis niet
veranderd mag worden en met een be
drag van f 20.000 voor noodige inwendige
reparatiën als het als weeshuls in gebruik
mocht worden genomen. Alles vrij van
successie.
De woning dateert uit den Baroktijd (te
kwartaal 18e eeuw) met kroonlijst met ge
beeldhouwde consolen en deuromlijsting
met bovenlicht Het ruime plein voor het
huis is aan de straatzijde door een Ijzeren
hek, fraai gesmeed, afgesloten, dat twee
ingangen heeft met gebeeldhouwde zand-
steenen pijlers, waarop siervazen (Lode-
wijk XIV). De plantenkas aan genoemd
plein heeft nog eene helaas geschonden
helimmering cn schoorsteeningelijks Lo-
dewijk XIV. Ten onrechte heeft men deze
woning voor het voormalig verblijf der
AMERSFOORT
AFD. STOFFEN
EN BONNETERIE
Zwarte Wollen en Zijden Stoffen
voor Mantels en Japonnen
Witte Veloutine en Crêpe Satin
voor trouw-iaponnen
Engelsche Stoffen voor Mantels
Gekleurde Veloutmes en Georgettes
voor Japonnen
Shantungs in nieuw groot
kleuren-assortiment
Indanthren-Zephyr's en Percals
Garneeringen, Shawls, Kragen met
Manchetten
Handschoenen Kousen
graven van Zutphen aangezien. Reeds Ta-
dama in zijn geschiedenis der stad Zut
phen toonde de onjuistheid aan. Volgens
dezen schrijver was het huis in 1488 in het
bezit van den Scholtus Johan van Holt-
huisen, ln het begin der 17e eeuw van dan
kanselier Gerlach van der Capelien en In
1717 van burgemeester Valck. In het laatst
der 18e eeuw behoorde het aan A. E. van
Braam Houckgeest van wien mr. M. D van
Löben Seis het op 7 Mei 1778 kocht. De
lamilie heeft het bewoond tot 12 Dec. 1831
toen het voor 10410 aan J. D. Langen-
berg verkocht is, van wien het door erf-
reecht op de familie Van de Kasteele is
overgegaan.
Als historische bijzonderheid kan nog
vermeld worden dat. nog op 17 October
1764 voor dit huls een leongericht onder
een eikenboom gehouden is.
NEOERLANDSCHE REISVEREENIGING
Verkiezing voor het hoofd
bestuur.
In de laatstgehouden vergadering van het
hoofdbestuur der Nederlandsche Beisver-
eeniging is besloten tot oprichting der af-
deelingen Tilburg cn den Helder.
Uit de ingekomen candidaatstellingen
voor de benoeming van leden voor bet
hoofdbestuur voor de algemeene vergade
ring op 10 Mei a.s. te Eindhoven blijkt, dat
herkozen zijn de heeren T. Coini te Am
sterdam; Mr. M. J. van der Flier te Sche-
venlngen; C. de Jonge te Dordrecht; J. A.
Landstra te Leeuwarden cn V. J. Uri te
Groningen.
In de vac. Kortüm zijn candidaat ge
steld de aftredende, en de heeren J. G.
Beurs te Utrecht; A. C. Dijkman te Rotter
dam en J. Th. K. v. d. Hoorn te Utrecht.
ZWEMMEN
De bekende zwemmer op
51-jarigen les f tijd
overleden
Het Hbld. verneemt, dat te Amsterdam
is overleden, 51 jaar oud, de bekende zwem
mer de heer Ed. Meijer.
Omtrent den vroeger zoo bekenden
thans overleden zwemmer Eduard Meyer
werd in de laatBte jaren heel weinig meer
vernomen, zoodat voor de jongeren in de
zwemwereld deze naam alleen maar een
klank is geworden.
Voor hen, die nu al jaren in de zwembe
weging meeloopen, is Ed. Meyer een van de
pioniers van lange afstandzwemmen en
van waterpolo. Maar van het eerste vooral.
Met zijn typischen Engelschen (zij-) slag
kon hij uren achtereen doorgaan, met on
verwoestbare energie trachtend naar het
einddoel. Hoe langer afstand hoe liever. Da
Traversée de Paris, waaraan hij voor heé
eerst den naam van Nederland verbond, de
Swim through Londen, en in Duitschland
de tocht van Danzig naar Zoppot, waren
zwemgebeurtenissen waaraan hij regelma
tig deelnam.
In 1910 slaagde hij er in, vergezeld van
een roeibootje waarin o.a. de vroegere
secr.-penn. van den N.V.B. Jan Hylkema
zat over de Zuiderzee te zwemmen van
Enkhuizen naar Stavoren, waarvoor hij on
geveer acht uren moest zwemmen. Hij heeft
jaren waterpolo gespeeld, voor De Jonge
Kampioen en hij was als zoodanig een ge
vreesd tegenstander. Oprichter van de Am-
sterdamsche Reddingsbrigade, heeft Ed.
Meyer verschillende malen menschen uit
het water gehaald.
Nadat hotel Palais Royal waarvan hij
een der directeuren was verdwenen was,
heeft Ed. Meyer zich metterwoon in Italië,
te San Vincenzo al Volturno, gevestigd, zoo
dat de laatste jaren slechts sporadisch Iets
van hem gehoord werd. Voor een operatie
teruggekomen, daarna weer teruggegaan,
is Ed. Meyer voor een tweede operatief in
grijpen te Amsterdam teruggekeerd. Helaas
slechts om hier te sterven.
Ed. Meyer was 51 jaar.
De begrafenis zal plaats hebben Zaterdag
a.s. om 2 uur op de begraafplaats Zorgvliet