AMEDSFOOHTSCH DAODIAD
WILLEM GROENHUIZEN
De Plaatsvervanger
Woensdag 3 April 1929
..DE Ei
:mlander-
27e Jaargang No. 231
BINNENLAND
Tel. 852 Langestraat 43
JUWELIER
FEUILLETON.
J UIT DE STAATSCOURANT.
Benoemd tot ridder in de Oranje Nassau-
orde J. Tijssen, djnecteur-geneesheer van
het Centraal Plantershospitaal te Langsa,
Gouvern. van Atjeh en onderhoorigheden
Op verzoek eervol ontslagen met dank
Mr. G. Vissering, president van de Neder-
landsche Bank te Amsterdam, als lid van
de Centrale Commissie voor de Statistiek.
Benoemd tot inspecteur van Volksge-
tondheid bij den dienst betreffende hand
having der wettelijke bepalingen betreffen
de volkshuisvesting Ir. G. J. P. M. Bolsius
met ambtsgebied der provincie Noord-Bra
bant en standplaats 's-Hertogenbosch
Benoemd tot gewoon hoogleeraar in de
faculteit der geneeskunde aan de Rijks
universiteit te Leiden voor onderwijs in de
huid- en geslachtsziekten dr. H. W. Sie
mens, te München.
Op verzoek eervol ontslagen met dank
dr. S. S. Hoogstra, als directeur-leeraar aan
de Rijks H. B. S. te Gouda.
Eervol ontslagen B. M. Hoeks als tijdelijk
leeraar aan de R. H. B. S. te Tiel; idem op
verzoek mej. O. Janssen, als leerares aan
de R. H B. S. te Winterswijk.
Toegekend gouden eereponning, bedoeld
bij K. B. van 4 Dec. 1918, no. 39, aan dr
J. H. Holwerda, directeur van het rijksmu
aeum van oudheden te Leiden, als blijk van
waat deering voor zijn verdiensten jegens
deze instelling.
Toegekend gouden eere-medaille Oranje
Nassau-orde aan A. Tol, concierg8 van het
Prinsenhof te Delft; de zilveren idem aan
II J. Lindeman, lid van het Stedelijk Mu
eiekcorps te Zwolle; L. Jongeleen, touwsla
gershaas bij de N.V. Ver. Touwfabrieken t<>
Leiderdorp; P. van Ederen, arbeider, vroe
ger voorman-nachtchef bij de N.V. Oliefa
briekcn van Th. Duyvis Jzn., te Koog a/d.
Zaan.
Bronzen idem aan mej. J. Reyerse, dienst
bode bij, mej. M. J. P. W. Lnntsheer te Oost-
capelle; mej. A. .1. C. van Saarloos. dienst
bode bij do familie van Mensch te Wasse
naar; J. J. Kuipers, voorwerker bij de N.V
T. L. Lathouwer, rijtuig en automobielfa
brieken te *s Hertogenbosch.
Bij beschikking van den Minister van fi
nanciën is den inspecteur der registratie en
domeinen J. C. Bemer verplaatst van de
inspectie Nijmegen naar de inspectie
Utrecht, 1ste Afdeeling en den inspecteur
der registratie en domeinen G. Overkamp
van de inspectie Heerenveen naar de in
spectie Nijmegen.
DE GASBEDRIJVEN.
Drie vonnissen wegens steek
penning.
De directeur der gemeentebedrijven te
Katwijk E. A. van D., den bedrijfsleider van
het gasbedrijf te Sasscnheim J. P. de C. en
den easmeester D. J. B. uit Hornlisten, we
gens het ambtsmisdrijf genoemd in art.
362 van het Wetboek van Strafrecht n.l. het
als ambtenaar aannemen van giften. weten
de, dat zij hem gedian worden ten einde
hem te bewegen om, zonder daartoe in
strijd met zijn plicht te handelen, in zijn be
diening iets te doen of na te laten, ieder tot
f 100 boete subs. 10 dagen hechtenis.
JOH. EELMAN. f
Notaris te 's Gravenhage.
In ruim 73-jarigen ouderdom is te den
Haag na een ziekte van enkele dagen over
leden de heer Joh. Eelman, sedert 1907 no
taris te dier stede.
De heer Eelman, die 23 Mei 1855 te Den
Burg op Texel werd geboren, was vóórdat
hij te 's Gravenhage werd benoemd, gedu-
renoe een tiental jaren notaris te Delft
Zoowel daar als te den Haag genoot hij de
achting van velen, die met hem op eeniger-
lei wijze in aanraking kwamen. Voorts was
de heer Eelman een groot liefhebber van de
kotanie. als hoedanig hij dikwijls door zijn
kweekeriien in die kringen de aandacht op
zich vestigde
VERSCHILLENDE VERKEERSONGE
VALLEN.
Botsing tnsschen een auto en
en een wielrijdor.
Op den weg van Hedel naar Ammerzoden
is een luxe-auto in botsing gekomen met
een wielrijder, die plotseling den weg over
stak. Do man werd door de auto gegrepen
en van zijn fiets geslingerd. Het rijwiel en
de auto met twee inzittenden, afkomstig uit
Heeswijk, kwamen in de sloot terecht. De
wielrijder brak slechts zijn neusbeen terwijl
de andere personen met den schrik vrij
kwamen.
Aanrijding met wielrijders.
Bij het oversteken van den Amstelveen-
schen weg te Buitenveldert is een oude heer
aangereden door een wielrijder, waardoor
eerstgenoemde kwam te vallen en met zijn
hoofd tegen een uitstekenden steenen rand
terecht kwam. Een toevallig passeerende
dokter constateerde schedelbreuk. Den wiel
rijder trof geen schuld, daar de heer zonder
op te letten plotseling den weg overstak.
Zondagmorgen omstreeks tien uur reed
de wielrijder G. uit Amsterdam te Muiden
tegen een auto, bestuurd door den heer R.,
eveneens uit Amsterdam. De wielrijder werd
tegen de straat geslingerd en kreeg een
groote hoofdwonde en een hersenschudding.
In levensgevaarlijken toestand is hij naar
het Burger Ziekenhuis te Amsterdam over
gebracht
REDDINGBOOT AANGESPOELD.
Vnn het Dnltsche stoomschip
„Venetië".
Op het noorderstrand te Schiermonnikoog
is aangespoeld een reddingboot, waarop ds
woorden voorkomen: „De Venetiö-Stettin
Vermoedelijk is dit een der reddingbooten
van het verleden week, tengevolge van een
aanvaring van de Batavier I gezonken
Duitsche stoomschip.
ONDERWIJSINSPECTIE.
Jubileum van den heer
P. Wielinga.
De heer P. Wielinga, hoofdinspecteur van
het lager onderwijs in de tweede hoofd
inspectie zal 16 April a.s. den dag herden
ken, waarop hij 25 jaar bij het Rijksschool-
toezicht werkzaam zal zijn geweest.
Op den middag van 16 April zal van 3—5
in restaurant Royal te Arnhem gelegenheid
worden geboden, den jubilaris geluk te
wenschen.
BESTELLING VAN BLADEN HUIS AAN
HUIS.
Geen stukken van politieken ol
godsdienstige^ aard.
De heer Van Braambeek heeft eenigen tij J
geleden den minister de volgende vragen
gesteld
Is den minister van waterstaat bekend,
dat de directeur-generaal der P. T T. heeft
beslist, dat van de bestelling van bladen
huis aan huis door de posterijen zijn uitge
sloten stukken van godsdienstigen of poli
tieken aard?
Wil de minister mededeelen, welke over
wegingen tot de uitsluiting van godsdien
stige en politieke stukken hebben geleid,
waarmede het personeel der posterijen toch
ook bij andere zendingen voortdurend aan
raking heeft zonder dat deze verboden wor
den?
Is de minister met ondergeteekende van
oordeel, dat aan de verbreiding van gods
dienstige en politieke beginselen geen meer
dere belemmeringen in den weg gelegd die
nen te worden dan met het oog op de orde
en goede zeden geboden zijn?
Is de minister met het oog daarop bereid
te bevorderen, dat de maatregel van den
directeur-generaal zoodanig worde herzien,
dat deze stukken slechts dan geweigerd
worden, indien de inhoud daarvan strijdt
met de orde of goede zeden?
Minister v. d. Vegte deelt thans mede, dat
het hem niet mogelijk is, binnen den ge-
bruikelijken termijn van 30 dagen deze vra
gen te beantwoorden.
Goudentrouw en verlovingsringen
Moderne modellen.
HET KANAAL APELDOORN—HATTEM.
Herdenking van het honderd
Jarig bestaan.
Ter herdenking van het 100-jarig bestaan
van het kanaal Apeldoorn—Hattem is een
herdenkingscomité samengesteld, waarin
behalve verschillende vooraanstaande per
sonen uit handel en industrie, een reeks ver-
eenigingen op handels-, en industrieel en
landbouwgebied vertegenwoordigd zijn. De
burgemeester van Apeldoorn, mr. W. Roos-
male Nepveu, heeft het voorzitterschap van
het comité aanvaard.
Voor het eere-comité zullen aangezocht
worden mr. H. van de Vegte, Minister van
Waterstaat, mr. S. Baron van Heemstra.
Commissaris der Koningin in Gelderland,
mr. II. Smecnge, directerr van de schippers-
verecniging „Schuttevaer", ir. F. Baucke en
ir. J. P. Josephus Jitta, resp. ingenieur di
recteur en ingenieur van den Rijkswater
staat in Gelderland en Overijsel, jhr. L. F.
Teixeira de Mattos, oud wethouder van
Apeldoorn en de colleges van B. en W. cn
secretarissen der gemeenten Apeldoorn,
Hattem, Epe en Meerde. Het plan bestaat
aan de herdenking van dat historisch ge
beuren een groot zomerfeest te verbinden
omtrent einde Juli of begin Augustus.
EEN RECORD IN DEN EIERENAANVOER.
Aan de Eiermijn te Roer
mond.
In de laatste week voor Paschen werden
aan de Coöperatieve Roermondscho Eier
mijn aangevoerd het respectabel aantal van
6.200.000 eieren, een getal, dat gedurende
het ongeveer 25-jarig bestaan der genoem
de Eiermijn, de grootste van Europa, nog
niet bereikt werd.
GRATIFICATIE VAN GEND EN LOOS-
PERSONEEL.
Acht-zevende weekloon.
Zooals reeds eerder is gemeld, werd door
de samenwerkende organisaties van het
Van Gcnd en Loos-personeel, den Centra-
len Bond van Transportarbeiders en den
Ned. R. K. Bond van Transportarbeiders
„St. Bonifacius", bij de Directie aangedron
gen op uitbetaling van een week extra loon
gedurende de laatste maanden.
Heden kregen de organisaties de schrifte
lijke mededeeling, dat aan alle vaste be
ambten, die minstens één jaar in los-vasten
dienst zijn, een gratificatie van 8/7 week
loon zal worden uitbetaald.
H. M. DE KONINGIN.
Van don Haag naar het Loo.
H. M. de Koningin is gisterochtend per
Staatsspoortrein van 10.17 uur, waarin zich
het koninklijke salonr.jtuig bevond, voor
ecnige weken van den Haag naar het Loo
vertrokken.
Z.K.H. de Prins en H.K.H. Prinses Juliana
deden de Koningin uitgeleide.
MR. C. J. BARTELS.
Stelt zich wedor beroepbaar.
Nu mr. C. J. Bartels, de directeur van den
Raad van Beheer voor de Predikantstrac
tementen in de Herv. Kerk, na zijn vroegere
ziekte zijn gezondheid heeft teruggekregen,
zoo meldt het Weekblad der N. II. K., blij
ken de beslommeringen, aan zijn huidige
werkkring verbonden, hoe langer hoe meer
te zwaar te zijn om het verkregene te behou
den. Om die reden heeft de Raad van Be
heer goedgevonden, dat hij uitziet naar een
rustiger werkkring, cn stelt hij zich beroep
baar als predikant in de Ned. Herv. Kerk.
TWEE DAMES AANGERAND.
De dader wies met goringe bait
te ontkomen.
Op den weg van 'sGravenhage naar Kijk
duin wandelden Vrijdag t'vee dames. Bij het
Quick-terrein zat aan den kant van den
weg een man, die blijkbaar met minder eer
bare bedoelingen de dames opwachtte.
Deze hadden daar echter niet zoo spoedig
erg in en bemerkten het eerst toen het te
laat was zich in veiligheid te brengen.
De man greep de jongste der beide da
mes beet, en trachtte haar met geweld op
den grond te werpen. De andere dame kwam
haar vriendin echter te hulp en sloeg den
onverlaat met haar taschje op zijn gezicht.
De man greep het taschje vast en ontrukte
het aan de dame. Deze wist echter nog een
bankbiljet en een sleutelbosje er uit te trek
ken, zoodat de buit, welke den dief in han
den gevallen is, van bizonder weinig betee-
kenia is.
De dames riepen om hulp. maar de plaats'
is daar ter plaatse meestal verlaten, zoo
dat niemand op kwam dagen.
De man had zich intusschen uit de voe
ten gemaakt Zijn fiets stond aan den kant
van den weg en daarop verwijderde hij zich
zoo snel moirelijk. Hii werd echter aange
houden door den heer v. d M onbezoldigd
rijksveldwachter, die aan den weg naar
Kijkduin woont De heer v. d. M mankte
den man er opmerkzaam op. dat hij fietste
op een weg waar zulks erborten was. De
vluchteling stamelde een excuus, stapte af
cn liep door. Bij het afstappen heeft hij het
taschie verloren, want d&t werd later ge
vonden.
De heer v. d. M.. die van de aanranding
niets wist. schonk aan den man eeen ver
dere aandacht Eerst later hoorde hij de ge
hele toedracht der zaak.
De dames gineen zoo snel mogelijk terug
en deden bij de politie aangifte van het
voorgevallene.
Een uitgebreid ond°i*zoek is ingesteld
maar tot op heden heeft het geen resultaat
opgeleverd.
EEN DER MOOISTE BOSSCHEN OP DE
VELUWE AFGESLOTEN.
Verregaande baldadigheid de
oorzaak.
Men meldt uit Apeldoorn d.d. 30 Maart
aan de Tel. Eén van de mooiste boschge
deeltcn uit de omgeving van de „Parel der
Vcluwe" is thans voor vrije wandeling ge
sloten. Het vooral door vreemdelingen
steeds geroemde cn druk bezochte Wal ters
bosch, dat tusschen het Sprengenbosch en
de Jachtlaan is gelegen, is thans weder af
gesloten
De eigenaar, notaris mr. H. T. T. Walter
heeft dezen maatregel genomen, omdat ver
regaande baldadigheid an kwajongens de
rootste vernielingen aanrichtte. De brand
van j.l. Zondagmiddag is de directe aanlei
ding geweest.
DOUAIRIÈRE CLIFFORD KOCQ VAN
BREUGEL—ROELOFS. f
De begrafenis te Breda.
Onder groote belangstelling heeft te Bre
rla op de Protestantsche Begraafplaats Zuij
len de teraardebestelling plaats gehad van
mevrouw douairière Clifford Kocq van
Breugel—Roelofs. presidente der Vereoni-
gitig F.igen Hulp. oud-hoofdbestuurslid cn
bestuurslid van de Vereeniging Oost en
West der afdeeling Breda. enz.
Een twintigtal kransen en bloemstukken
dekten de baar.
Aan het graf hebben gesproken de heer
van den Tol namens Eigen Hulp; de heer
T. II. A. van den Burgh. alg. secretaris
van Oost en West te 's-Gravenhage. na
mens het hoofdbestuur, en de heer Oxe-
naar namens de afdeeling Oost en West te
Breda.
De heer Visser memoreerde haar liefde
voor Indië; de heer Seyn sprak als vriend,
en de heer van Mevgaard namcr.s het per
soneel van Eigen Hulp.
Een zoon dankte voor de laatste eer, zijn
moeder bewezen.
Ill
DE DOCUMENTEN-QUAESTIE EN DE
NED. JOURNALISTENKRING.
Een bilef van Dr. Ritter aan hel
Kringbesiuur.
i)e hoofdredactie van het U. D. heeft een
uitvoerigen brief geschreven aan het be
stuur van den Ned. Journalistenkring,
waarin hij o.a. meedeelt zijn ontslag te
nemen als lid van den Ned. Journalisten
kring, omdat het bestuur daarvan in het
perscommuniqué der jongste algemeen©
ledenvergadering te Rotterdam verkeerde
lijk den indruk heeft gewekt dat Dr. Ritter
zich ter beschikking stelt van het Kring-
bestuur tot het geven van nadere inlichtoin-
gen. Dr. Ritter zet dan In details uiteen
hoe een voor de vergadering bestemd tele
fonische mededeeling valschelijk is weer
gegeven en besluit mot te'zeggen
Ik zal op dit besluit niet terugkomen,
voordat de door uwen voorzitter geschapen
onzuivere verhouding volkomen is opgehel
derd; 1, door de schriftelijke bevestiging
van het tusschen uwen voorzitter en mty
overeengekomen standpunt door den kring
volkomen wordt aanvaard, en het bestuur
dus uitdrukkelijk afziot van verdere aan
matiging van de bevoegdheid tot oordeelen
over binnen den kring der hoofdredactio-
neele verantwoordelijkheid liggende aan
gelegenheden; 2. door een afdoende ver
ontschuldiging voor de met zuivere jour
nalistieke methoden onverecnigbare onjuis
te weergave van de door mij aan u gedane
toezegging. Zoodra beide ophelderingen mij
zullen hebben bereikt, blijf ik tot het geven
van de voor een juist begrip van de om
standigheden der publicatie van bet docu
ment, vooral in verband met de verhou
ding van regeering cn pers. door mij noo-
dlg en mogelijk gekeurde inlichtingen be
reid. Ook deze inlichtingen zullen ech
ter vertrouwelijk moeten worden ver
schaft ik heb in een schrijven van
11 Maart aan Z.E. den Minister van
Justitie doen mededeelen, dat ik, in mijne
verdediging, „om de regeering niet in on
gelegenheid te brengen" niet verder zou
gaan, dan mij in het belang van mij en
mijn blad voorkwam, en ik wensch mij, ook
bij een eventueele discussie in den Kring,
aan die toezegging te houden.
Met dagelijksch bestuur van den Neder-
landschen Journalistenkring verzoekt het
volgende mede te deelen:
Dr. P. H. Ritter, Hoofdredacteur van het
Utrechtsch Dagblad, die als lid van den
Nederlandschen Journalistenkring heeft
bedankt, publiceerde in de pers afschriften
van (of uittreksels uit) een breedvoerig
schrijven door hem aan het Kringbestuur
gezonden.
Dit schrijven zal in de eerstvolgende be
stuursvergadering worden behandeld en
het bestuur zal dan zijn houding vaststel
len, doch teneinde verkeerde gevolgtrekkin
gen te voorkomen stelt het dagelijksch
bestuur er prijs op reeds thans met den
meest stelligen nadruk mede te deelen, dat.
in den brief van dr. Ritter allerlei onware,
halfware en onjuiste mededeelingen en
conclusies voorkomen, waarop thans ech
ter niet nader in het publiek zal worden
ingegaan. Het bestuur zal zich binnenkort-
uitspreken.
NED. HERV. GEM. TE NA ARDEN.
De tweede predikantsplaats.
De mededeeling, dat het college van Kerk
voogden en notabelen van de Ned. Herv.
Gemeente te Naarden teruggekomen is van
zijn besluit medewerking, te verleencn tot
het beroepen van een tweeden predikant
heeft meldt het Hbld. aldaar ecnige
ongerustheid gewekt. In een brief van een
arntal gemeentel iden aan kerkvoogden
worden ecnige /ragen opgeworpen, bijv is
men eerst thans tot de ontdekking
men dat de fondsen niet meer toereikend
zijn om de te maken uitgaven te bestrijden?
Bij het beroepen van ds. Dorgelo in de va
cature ds. Voorduyn werd niet alleen het
tractement met 2000 verhoogd, maar
bovendien een pastorie gekocht voor
20.000.
Degenen, die niet gelooven in een andere
wereld, zijn reeds dood in deze wereld.
GOETHE.
door
RICHARD MARSH.
.Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W.
Zoodra ik kan. Ik heb al iemand de
kust langs gezonden om te kijken of er
ergens een telegraafkantoor is; die aard
beving kan toch niet alles meegevoerd heb
ben. Ik dien bericht te zenden aan mijn
maatschappij in Londen De „Bella Jones
was hier met een bepaalde opdracht n**ar
toe gezonden en nu ben ik haast genood
zaakt om iets heel anders te doen. Er zijn
bijzondere redenen, waardoor ik niet graag
iets anders doe on de gegeven bevelen niet
uitvoer, en dat geheel op mijn eigen ver
nntwoordelijkheid. Zoodra ik hoor, dat ik
tijding kan zonden, ga ik weg en misschien
al eerder."
„Ik geloof, dat er veel op aan te mer
ken is."
„Ja, de „Bella Jones" is niet zoo goed
meer als hij geweest is; als wij storm krij
gen, dan zal het moeite kosten Napels te
bereiken met allen die wij aan boord heb
ben. Als ik hier blijf liggen zullen er nog
meer mee willen en ofschoon ik de goed
hartigste man van de wereld ben, dat wou
ik toch liever niet."
Talbot wendde zich tot het jonge meisje.
„Ik geloof dat het zaak is dadelijk aan
boord te gaan."
Zij ging een weinig achteruit, alsof zij
iets wou zeggen dat de ander niet hooren
mocht.
„Ik vind het niet prettig. Mij dunkt dat
kan niet. Waarom zou u misschien een
massa geld moeten betalen om mij naar
Napels te brengen? En als ik eenmaal in
Napels ben, wat dan? Ik heb u al gezegd,
dat ik geen cent op de wereld heb. Hoe
kan ik het u ooit terugbetalen? Ik wil u
niet tot last zijn."
Hij legde zijn vingers zachtjes op haar
arm en glimlachte.
„Praat daar nu niet over. U moet mij
helpen. Ik zal den financieelen kant van de
zaak met u bepraten als u wilt en alle
andere quaesties als wij aan boord zijn
van de „Bella Jones". Het eenige wat u nu
kunt doen is aan boord gaan, dus niet meer
praten."
„Maar wat u wilt dat ik zal doen, wat u
mij schijnt aan te raden is toch iets on
mogelijks. Wat mo^t u wel van mij den
ken? Heengaan zonder zelfs eenige poging
te doen ora te vernemen waar mijn
heerzij aarzelde even, „waar mijn
vader gebleven is. U kunt toch niet ver
langen, dat ik Messina verlaten zal zonder
daarvan iets te weten."
Zijn vinger lag nog steeds op haar arm
Misschien had hij dit niet eens opgemerkt,
en hij glimlachte nog steeds.
„Houd u toch kalm. Wat ik van u denk,
zal ik u misschien later wel eens vertellen.
En wat uw vader betreft mij dunkt dat
dit schip nog niet zoo dadelijk zal heen
gaan. U gaat aan boord; beloof mij dat u
dit doen zult, en beloof mij dat u daar zult
blijven totdat ik kom. Ik zal zulk een
nauwkeurig onderzoek instellen als maar
mogelijk is; ik zal instructies geven als
mijn eigen nasporingen tot geen resultaat
leiden, dat er zoo spoedig mogelijk bericht
gezonden wordt naar Napels. Vertrouw nu
maar op mij: u zult er geen spijt van heb
ben. Maar ga nu aan boord. Het helpt niets
of u met mij meegaat; u zou mij maar
hinderen cn ik laat u niet met al dat volk
op de kade staan. En beloof mij, dat u aan
boord op mij zult wachten tof ik terug
kom."
Zij scheen nog over iets te denken. Hij
zou wel eens willen weten wat dat was en
meende dat hij het wel gissen kon.
„Ik zal aan boord gaan en wachten tot
dat u komt; dat is nog al niet zulk een
heel moeilijke belofte."
„Niet waar? Daar zijn wij het nu eens
geheel over eens. Kapitein Briggs, dit is
juffrouw Hallam
De kapitein viel hem in de rede: „Geen
familie van den geestelijke hier? Den eer
waarden mijnheer Hallam? Mij kent mij
vrij goed, die mijnheer Hallam cn ik hem
ook."
Haar aanziende merkte Talbot dat het
jonge meisje een kleur had gekregen bij
de woorden van den kapitein. Maar ze zei
kalm:
„Ja, dat is mijnheer Hallam. Ik ben bang,
dat hem iets heel ernstigs overkomen is.
Hij was ook in het Pension Bianchi, en
daar is niets van overgebleven. Ik weet
niet wat er met hem gebeurd is. Mijnheer
Talbot heeft beloofd alle mogelijke pogin
gen aan te wenden, om iets van hem te
weten te komen."
„In dien tusschentijd wou ik graag, dat
juffrouw Hallam aan boord ging", zei Tal
bot. „Indien ik iets van hem te weten kom
zal ik het haar dadelijk verteller; zoo
mogelijk zal ik hem zelf meebrengen."
Dit zeggende keek hij haar aan. Zij
bloosde. Dadelijk ging hij voort. „O, juf
frouw Hallam kan later terugkeeren, wan
neer de boel hier wat geregeld is. Napels
is de wereld niet uit Kapitein Briggs, zou
u haar eens willen vertellen dat het ner
gens toe dient hier te blijven staan zoolang
alles in zulk een toestand is als op het
oogenblik?"
„Neen, nergens. Wat die mijnheer zegt is
volkomen waar. Het beste voor u zal zijn
een plaatsje aan boord van het schip. Mijn
heer zal tijd genoeg hebben voor zijn on
derzoekingstocht vóór ons vertrek. En hij
behoeft zich over u niet ongerust te maken.
Maar één ding begrijp ik toch niet goed.
Ik heb mijnheer Hallam jarenlang gekend
en nu cn dan weergezien, maar ik wist niet
dat hij getrouwd is."
Misschien hoorde het jonge meisje deze
woorden nietzij lette er tenminsle niet op
Zij zat in de sloep, die met een hoak aan
de kade wa° vastgemaakt, toen Talbot haar
verliet. Hij werd gevolgd door een heele
bende Sicilianen, die de kapitein op Tal
bot's verzoek had gevraagd met hem mee
te willen gaan en te helpen bij een onder
zoek. Eén var die mannen sprak een weinig
Engelsch en deze liep vooruit. Talbot merk
te op, dat zij het hotel passeerden waar hij
den nacht had doorgebracht; de naam
stond nog met groote, vergulde letters bo
ven den ingang. Die naam was ongeveer
alles wat er van was overgebleven Hij was
verbaasd over den chaos, en vroeg zich af,
waar zijn kamer geweest zou zijn en die
van zijn vriend. Van de frontzijde was het
niet uit te maken. Het was ergens op de
derde verdieping aan de achterzijde, maar
verder wist hij er niets van. Het nummer
zelfs was hij vergeten.
Ilij was juist voor het diner gekomen Zijn
vriend wachtte hem op en had reeds een
kamer voor hem besproken naast de zijne.
Het doel van zijn onderzoekingstocht was
op 't oogenblik den heer Hallam, op te spo
ren, maar voor hem was het even belang
rijk te weten te komen wat er met zijn
vriend gebeurd was.
De deur van het hotel stond open. Dien
nacht was het hem niet mogelijk geweest
de deur open te krijgen de ontzettende
watervloed, die do aardbeving volgde, was
zeker sterker geweest dan hij. Hij zag rwn-
schcn in het gedeelte, dat vroeger de hall
geweest was; sommigen schenen onderzoe
kingstochten te doen op hu- eigen ho'^e.
Hij had reeds genoeg ondervinding om te
weten, dat dieven profiteerden van de'
rampen van een eerlijk man. Overal liepen
de dieven rond om naar buit om te zien
sfodig waren ze daar in de hall ook aan
wezig. Hij ging naar binnen. Zijn Engelsch
spiekende metgezel trachtte hem tegen te
houder, en verklaarde, dat dit mei het Pen
sion Bianchi was. Hij duwde hem opzij 'cn
gir.g toch Zoodra hij binnen het overge-
bievpp stuk van het hotel was en voordat
hij tijd gehad had om zich heen te kijken,
wew' bi. aangesproken in het Engelsch. Een
ruwe taal, maar gemakkelijk Engelsch.
„Zoo. ouwe jongen, ben je er door geko
men Mooi zoo Laat ik je eens aankijken,
man Ik heb altijd wel gezegd, dat je niet
verdrinken zou; je bent geboren om i^ts
groots uit te voeren. Geef mij je hand. VV«
zijn dus allebei levend. En waar is de ion
gen
fWordt vervolgd^