AMEDSFOOHTSCH DAODIAD WILLEM GROENHUIZEN De Plaatsvervanger Woensdag 3 April 1929 ..DE Ei :mlander- 27e Jaargang No. 231 BINNENLAND Tel. 852 Langestraat 43 JUWELIER FEUILLETON. J UIT DE STAATSCOURANT. Benoemd tot ridder in de Oranje Nassau- orde J. Tijssen, djnecteur-geneesheer van het Centraal Plantershospitaal te Langsa, Gouvern. van Atjeh en onderhoorigheden Op verzoek eervol ontslagen met dank Mr. G. Vissering, president van de Neder- landsche Bank te Amsterdam, als lid van de Centrale Commissie voor de Statistiek. Benoemd tot inspecteur van Volksge- tondheid bij den dienst betreffende hand having der wettelijke bepalingen betreffen de volkshuisvesting Ir. G. J. P. M. Bolsius met ambtsgebied der provincie Noord-Bra bant en standplaats 's-Hertogenbosch Benoemd tot gewoon hoogleeraar in de faculteit der geneeskunde aan de Rijks universiteit te Leiden voor onderwijs in de huid- en geslachtsziekten dr. H. W. Sie mens, te München. Op verzoek eervol ontslagen met dank dr. S. S. Hoogstra, als directeur-leeraar aan de Rijks H. B. S. te Gouda. Eervol ontslagen B. M. Hoeks als tijdelijk leeraar aan de R. H. B. S. te Tiel; idem op verzoek mej. O. Janssen, als leerares aan de R. H B. S. te Winterswijk. Toegekend gouden eereponning, bedoeld bij K. B. van 4 Dec. 1918, no. 39, aan dr J. H. Holwerda, directeur van het rijksmu aeum van oudheden te Leiden, als blijk van waat deering voor zijn verdiensten jegens deze instelling. Toegekend gouden eere-medaille Oranje Nassau-orde aan A. Tol, concierg8 van het Prinsenhof te Delft; de zilveren idem aan II J. Lindeman, lid van het Stedelijk Mu eiekcorps te Zwolle; L. Jongeleen, touwsla gershaas bij de N.V. Ver. Touwfabrieken t<> Leiderdorp; P. van Ederen, arbeider, vroe ger voorman-nachtchef bij de N.V. Oliefa briekcn van Th. Duyvis Jzn., te Koog a/d. Zaan. Bronzen idem aan mej. J. Reyerse, dienst bode bij, mej. M. J. P. W. Lnntsheer te Oost- capelle; mej. A. .1. C. van Saarloos. dienst bode bij do familie van Mensch te Wasse naar; J. J. Kuipers, voorwerker bij de N.V T. L. Lathouwer, rijtuig en automobielfa brieken te *s Hertogenbosch. Bij beschikking van den Minister van fi nanciën is den inspecteur der registratie en domeinen J. C. Bemer verplaatst van de inspectie Nijmegen naar de inspectie Utrecht, 1ste Afdeeling en den inspecteur der registratie en domeinen G. Overkamp van de inspectie Heerenveen naar de in spectie Nijmegen. DE GASBEDRIJVEN. Drie vonnissen wegens steek penning. De directeur der gemeentebedrijven te Katwijk E. A. van D., den bedrijfsleider van het gasbedrijf te Sasscnheim J. P. de C. en den easmeester D. J. B. uit Hornlisten, we gens het ambtsmisdrijf genoemd in art. 362 van het Wetboek van Strafrecht n.l. het als ambtenaar aannemen van giften. weten de, dat zij hem gedian worden ten einde hem te bewegen om, zonder daartoe in strijd met zijn plicht te handelen, in zijn be diening iets te doen of na te laten, ieder tot f 100 boete subs. 10 dagen hechtenis. JOH. EELMAN. f Notaris te 's Gravenhage. In ruim 73-jarigen ouderdom is te den Haag na een ziekte van enkele dagen over leden de heer Joh. Eelman, sedert 1907 no taris te dier stede. De heer Eelman, die 23 Mei 1855 te Den Burg op Texel werd geboren, was vóórdat hij te 's Gravenhage werd benoemd, gedu- renoe een tiental jaren notaris te Delft Zoowel daar als te den Haag genoot hij de achting van velen, die met hem op eeniger- lei wijze in aanraking kwamen. Voorts was de heer Eelman een groot liefhebber van de kotanie. als hoedanig hij dikwijls door zijn kweekeriien in die kringen de aandacht op zich vestigde VERSCHILLENDE VERKEERSONGE VALLEN. Botsing tnsschen een auto en en een wielrijdor. Op den weg van Hedel naar Ammerzoden is een luxe-auto in botsing gekomen met een wielrijder, die plotseling den weg over stak. Do man werd door de auto gegrepen en van zijn fiets geslingerd. Het rijwiel en de auto met twee inzittenden, afkomstig uit Heeswijk, kwamen in de sloot terecht. De wielrijder brak slechts zijn neusbeen terwijl de andere personen met den schrik vrij kwamen. Aanrijding met wielrijders. Bij het oversteken van den Amstelveen- schen weg te Buitenveldert is een oude heer aangereden door een wielrijder, waardoor eerstgenoemde kwam te vallen en met zijn hoofd tegen een uitstekenden steenen rand terecht kwam. Een toevallig passeerende dokter constateerde schedelbreuk. Den wiel rijder trof geen schuld, daar de heer zonder op te letten plotseling den weg overstak. Zondagmorgen omstreeks tien uur reed de wielrijder G. uit Amsterdam te Muiden tegen een auto, bestuurd door den heer R., eveneens uit Amsterdam. De wielrijder werd tegen de straat geslingerd en kreeg een groote hoofdwonde en een hersenschudding. In levensgevaarlijken toestand is hij naar het Burger Ziekenhuis te Amsterdam over gebracht REDDINGBOOT AANGESPOELD. Vnn het Dnltsche stoomschip „Venetië". Op het noorderstrand te Schiermonnikoog is aangespoeld een reddingboot, waarop ds woorden voorkomen: „De Venetiö-Stettin Vermoedelijk is dit een der reddingbooten van het verleden week, tengevolge van een aanvaring van de Batavier I gezonken Duitsche stoomschip. ONDERWIJSINSPECTIE. Jubileum van den heer P. Wielinga. De heer P. Wielinga, hoofdinspecteur van het lager onderwijs in de tweede hoofd inspectie zal 16 April a.s. den dag herden ken, waarop hij 25 jaar bij het Rijksschool- toezicht werkzaam zal zijn geweest. Op den middag van 16 April zal van 3—5 in restaurant Royal te Arnhem gelegenheid worden geboden, den jubilaris geluk te wenschen. BESTELLING VAN BLADEN HUIS AAN HUIS. Geen stukken van politieken ol godsdienstige^ aard. De heer Van Braambeek heeft eenigen tij J geleden den minister de volgende vragen gesteld Is den minister van waterstaat bekend, dat de directeur-generaal der P. T T. heeft beslist, dat van de bestelling van bladen huis aan huis door de posterijen zijn uitge sloten stukken van godsdienstigen of poli tieken aard? Wil de minister mededeelen, welke over wegingen tot de uitsluiting van godsdien stige en politieke stukken hebben geleid, waarmede het personeel der posterijen toch ook bij andere zendingen voortdurend aan raking heeft zonder dat deze verboden wor den? Is de minister met ondergeteekende van oordeel, dat aan de verbreiding van gods dienstige en politieke beginselen geen meer dere belemmeringen in den weg gelegd die nen te worden dan met het oog op de orde en goede zeden geboden zijn? Is de minister met het oog daarop bereid te bevorderen, dat de maatregel van den directeur-generaal zoodanig worde herzien, dat deze stukken slechts dan geweigerd worden, indien de inhoud daarvan strijdt met de orde of goede zeden? Minister v. d. Vegte deelt thans mede, dat het hem niet mogelijk is, binnen den ge- bruikelijken termijn van 30 dagen deze vra gen te beantwoorden. Goudentrouw en verlovingsringen Moderne modellen. HET KANAAL APELDOORN—HATTEM. Herdenking van het honderd Jarig bestaan. Ter herdenking van het 100-jarig bestaan van het kanaal Apeldoorn—Hattem is een herdenkingscomité samengesteld, waarin behalve verschillende vooraanstaande per sonen uit handel en industrie, een reeks ver- eenigingen op handels-, en industrieel en landbouwgebied vertegenwoordigd zijn. De burgemeester van Apeldoorn, mr. W. Roos- male Nepveu, heeft het voorzitterschap van het comité aanvaard. Voor het eere-comité zullen aangezocht worden mr. H. van de Vegte, Minister van Waterstaat, mr. S. Baron van Heemstra. Commissaris der Koningin in Gelderland, mr. II. Smecnge, directerr van de schippers- verecniging „Schuttevaer", ir. F. Baucke en ir. J. P. Josephus Jitta, resp. ingenieur di recteur en ingenieur van den Rijkswater staat in Gelderland en Overijsel, jhr. L. F. Teixeira de Mattos, oud wethouder van Apeldoorn en de colleges van B. en W. cn secretarissen der gemeenten Apeldoorn, Hattem, Epe en Meerde. Het plan bestaat aan de herdenking van dat historisch ge beuren een groot zomerfeest te verbinden omtrent einde Juli of begin Augustus. EEN RECORD IN DEN EIERENAANVOER. Aan de Eiermijn te Roer mond. In de laatste week voor Paschen werden aan de Coöperatieve Roermondscho Eier mijn aangevoerd het respectabel aantal van 6.200.000 eieren, een getal, dat gedurende het ongeveer 25-jarig bestaan der genoem de Eiermijn, de grootste van Europa, nog niet bereikt werd. GRATIFICATIE VAN GEND EN LOOS- PERSONEEL. Acht-zevende weekloon. Zooals reeds eerder is gemeld, werd door de samenwerkende organisaties van het Van Gcnd en Loos-personeel, den Centra- len Bond van Transportarbeiders en den Ned. R. K. Bond van Transportarbeiders „St. Bonifacius", bij de Directie aangedron gen op uitbetaling van een week extra loon gedurende de laatste maanden. Heden kregen de organisaties de schrifte lijke mededeeling, dat aan alle vaste be ambten, die minstens één jaar in los-vasten dienst zijn, een gratificatie van 8/7 week loon zal worden uitbetaald. H. M. DE KONINGIN. Van don Haag naar het Loo. H. M. de Koningin is gisterochtend per Staatsspoortrein van 10.17 uur, waarin zich het koninklijke salonr.jtuig bevond, voor ecnige weken van den Haag naar het Loo vertrokken. Z.K.H. de Prins en H.K.H. Prinses Juliana deden de Koningin uitgeleide. MR. C. J. BARTELS. Stelt zich wedor beroepbaar. Nu mr. C. J. Bartels, de directeur van den Raad van Beheer voor de Predikantstrac tementen in de Herv. Kerk, na zijn vroegere ziekte zijn gezondheid heeft teruggekregen, zoo meldt het Weekblad der N. II. K., blij ken de beslommeringen, aan zijn huidige werkkring verbonden, hoe langer hoe meer te zwaar te zijn om het verkregene te behou den. Om die reden heeft de Raad van Be heer goedgevonden, dat hij uitziet naar een rustiger werkkring, cn stelt hij zich beroep baar als predikant in de Ned. Herv. Kerk. TWEE DAMES AANGERAND. De dader wies met goringe bait te ontkomen. Op den weg van 'sGravenhage naar Kijk duin wandelden Vrijdag t'vee dames. Bij het Quick-terrein zat aan den kant van den weg een man, die blijkbaar met minder eer bare bedoelingen de dames opwachtte. Deze hadden daar echter niet zoo spoedig erg in en bemerkten het eerst toen het te laat was zich in veiligheid te brengen. De man greep de jongste der beide da mes beet, en trachtte haar met geweld op den grond te werpen. De andere dame kwam haar vriendin echter te hulp en sloeg den onverlaat met haar taschje op zijn gezicht. De man greep het taschje vast en ontrukte het aan de dame. Deze wist echter nog een bankbiljet en een sleutelbosje er uit te trek ken, zoodat de buit, welke den dief in han den gevallen is, van bizonder weinig betee- kenia is. De dames riepen om hulp. maar de plaats' is daar ter plaatse meestal verlaten, zoo dat niemand op kwam dagen. De man had zich intusschen uit de voe ten gemaakt Zijn fiets stond aan den kant van den weg en daarop verwijderde hij zich zoo snel moirelijk. Hii werd echter aange houden door den heer v. d M onbezoldigd rijksveldwachter, die aan den weg naar Kijkduin woont De heer v. d. M mankte den man er opmerkzaam op. dat hij fietste op een weg waar zulks erborten was. De vluchteling stamelde een excuus, stapte af cn liep door. Bij het afstappen heeft hij het taschie verloren, want d&t werd later ge vonden. De heer v. d. M.. die van de aanranding niets wist. schonk aan den man eeen ver dere aandacht Eerst later hoorde hij de ge hele toedracht der zaak. De dames gineen zoo snel mogelijk terug en deden bij de politie aangifte van het voorgevallene. Een uitgebreid ond°i*zoek is ingesteld maar tot op heden heeft het geen resultaat opgeleverd. EEN DER MOOISTE BOSSCHEN OP DE VELUWE AFGESLOTEN. Verregaande baldadigheid de oorzaak. Men meldt uit Apeldoorn d.d. 30 Maart aan de Tel. Eén van de mooiste boschge deeltcn uit de omgeving van de „Parel der Vcluwe" is thans voor vrije wandeling ge sloten. Het vooral door vreemdelingen steeds geroemde cn druk bezochte Wal ters bosch, dat tusschen het Sprengenbosch en de Jachtlaan is gelegen, is thans weder af gesloten De eigenaar, notaris mr. H. T. T. Walter heeft dezen maatregel genomen, omdat ver regaande baldadigheid an kwajongens de rootste vernielingen aanrichtte. De brand van j.l. Zondagmiddag is de directe aanlei ding geweest. DOUAIRIÈRE CLIFFORD KOCQ VAN BREUGEL—ROELOFS. f De begrafenis te Breda. Onder groote belangstelling heeft te Bre rla op de Protestantsche Begraafplaats Zuij len de teraardebestelling plaats gehad van mevrouw douairière Clifford Kocq van Breugel—Roelofs. presidente der Vereoni- gitig F.igen Hulp. oud-hoofdbestuurslid cn bestuurslid van de Vereeniging Oost en West der afdeeling Breda. enz. Een twintigtal kransen en bloemstukken dekten de baar. Aan het graf hebben gesproken de heer van den Tol namens Eigen Hulp; de heer T. II. A. van den Burgh. alg. secretaris van Oost en West te 's-Gravenhage. na mens het hoofdbestuur, en de heer Oxe- naar namens de afdeeling Oost en West te Breda. De heer Visser memoreerde haar liefde voor Indië; de heer Seyn sprak als vriend, en de heer van Mevgaard namcr.s het per soneel van Eigen Hulp. Een zoon dankte voor de laatste eer, zijn moeder bewezen. Ill DE DOCUMENTEN-QUAESTIE EN DE NED. JOURNALISTENKRING. Een bilef van Dr. Ritter aan hel Kringbesiuur. i)e hoofdredactie van het U. D. heeft een uitvoerigen brief geschreven aan het be stuur van den Ned. Journalistenkring, waarin hij o.a. meedeelt zijn ontslag te nemen als lid van den Ned. Journalisten kring, omdat het bestuur daarvan in het perscommuniqué der jongste algemeen© ledenvergadering te Rotterdam verkeerde lijk den indruk heeft gewekt dat Dr. Ritter zich ter beschikking stelt van het Kring- bestuur tot het geven van nadere inlichtoin- gen. Dr. Ritter zet dan In details uiteen hoe een voor de vergadering bestemd tele fonische mededeeling valschelijk is weer gegeven en besluit mot te'zeggen Ik zal op dit besluit niet terugkomen, voordat de door uwen voorzitter geschapen onzuivere verhouding volkomen is opgehel derd; 1, door de schriftelijke bevestiging van het tusschen uwen voorzitter en mty overeengekomen standpunt door den kring volkomen wordt aanvaard, en het bestuur dus uitdrukkelijk afziot van verdere aan matiging van de bevoegdheid tot oordeelen over binnen den kring der hoofdredactio- neele verantwoordelijkheid liggende aan gelegenheden; 2. door een afdoende ver ontschuldiging voor de met zuivere jour nalistieke methoden onverecnigbare onjuis te weergave van de door mij aan u gedane toezegging. Zoodra beide ophelderingen mij zullen hebben bereikt, blijf ik tot het geven van de voor een juist begrip van de om standigheden der publicatie van bet docu ment, vooral in verband met de verhou ding van regeering cn pers. door mij noo- dlg en mogelijk gekeurde inlichtingen be reid. Ook deze inlichtingen zullen ech ter vertrouwelijk moeten worden ver schaft ik heb in een schrijven van 11 Maart aan Z.E. den Minister van Justitie doen mededeelen, dat ik, in mijne verdediging, „om de regeering niet in on gelegenheid te brengen" niet verder zou gaan, dan mij in het belang van mij en mijn blad voorkwam, en ik wensch mij, ook bij een eventueele discussie in den Kring, aan die toezegging te houden. Met dagelijksch bestuur van den Neder- landschen Journalistenkring verzoekt het volgende mede te deelen: Dr. P. H. Ritter, Hoofdredacteur van het Utrechtsch Dagblad, die als lid van den Nederlandschen Journalistenkring heeft bedankt, publiceerde in de pers afschriften van (of uittreksels uit) een breedvoerig schrijven door hem aan het Kringbestuur gezonden. Dit schrijven zal in de eerstvolgende be stuursvergadering worden behandeld en het bestuur zal dan zijn houding vaststel len, doch teneinde verkeerde gevolgtrekkin gen te voorkomen stelt het dagelijksch bestuur er prijs op reeds thans met den meest stelligen nadruk mede te deelen, dat. in den brief van dr. Ritter allerlei onware, halfware en onjuiste mededeelingen en conclusies voorkomen, waarop thans ech ter niet nader in het publiek zal worden ingegaan. Het bestuur zal zich binnenkort- uitspreken. NED. HERV. GEM. TE NA ARDEN. De tweede predikantsplaats. De mededeeling, dat het college van Kerk voogden en notabelen van de Ned. Herv. Gemeente te Naarden teruggekomen is van zijn besluit medewerking, te verleencn tot het beroepen van een tweeden predikant heeft meldt het Hbld. aldaar ecnige ongerustheid gewekt. In een brief van een arntal gemeentel iden aan kerkvoogden worden ecnige /ragen opgeworpen, bijv is men eerst thans tot de ontdekking men dat de fondsen niet meer toereikend zijn om de te maken uitgaven te bestrijden? Bij het beroepen van ds. Dorgelo in de va cature ds. Voorduyn werd niet alleen het tractement met 2000 verhoogd, maar bovendien een pastorie gekocht voor 20.000. Degenen, die niet gelooven in een andere wereld, zijn reeds dood in deze wereld. GOETHE. door RICHARD MARSH. .Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W. Zoodra ik kan. Ik heb al iemand de kust langs gezonden om te kijken of er ergens een telegraafkantoor is; die aard beving kan toch niet alles meegevoerd heb ben. Ik dien bericht te zenden aan mijn maatschappij in Londen De „Bella Jones was hier met een bepaalde opdracht n**ar toe gezonden en nu ben ik haast genood zaakt om iets heel anders te doen. Er zijn bijzondere redenen, waardoor ik niet graag iets anders doe on de gegeven bevelen niet uitvoer, en dat geheel op mijn eigen ver nntwoordelijkheid. Zoodra ik hoor, dat ik tijding kan zonden, ga ik weg en misschien al eerder." „Ik geloof, dat er veel op aan te mer ken is." „Ja, de „Bella Jones" is niet zoo goed meer als hij geweest is; als wij storm krij gen, dan zal het moeite kosten Napels te bereiken met allen die wij aan boord heb ben. Als ik hier blijf liggen zullen er nog meer mee willen en ofschoon ik de goed hartigste man van de wereld ben, dat wou ik toch liever niet." Talbot wendde zich tot het jonge meisje. „Ik geloof dat het zaak is dadelijk aan boord te gaan." Zij ging een weinig achteruit, alsof zij iets wou zeggen dat de ander niet hooren mocht. „Ik vind het niet prettig. Mij dunkt dat kan niet. Waarom zou u misschien een massa geld moeten betalen om mij naar Napels te brengen? En als ik eenmaal in Napels ben, wat dan? Ik heb u al gezegd, dat ik geen cent op de wereld heb. Hoe kan ik het u ooit terugbetalen? Ik wil u niet tot last zijn." Hij legde zijn vingers zachtjes op haar arm en glimlachte. „Praat daar nu niet over. U moet mij helpen. Ik zal den financieelen kant van de zaak met u bepraten als u wilt en alle andere quaesties als wij aan boord zijn van de „Bella Jones". Het eenige wat u nu kunt doen is aan boord gaan, dus niet meer praten." „Maar wat u wilt dat ik zal doen, wat u mij schijnt aan te raden is toch iets on mogelijks. Wat mo^t u wel van mij den ken? Heengaan zonder zelfs eenige poging te doen ora te vernemen waar mijn heerzij aarzelde even, „waar mijn vader gebleven is. U kunt toch niet ver langen, dat ik Messina verlaten zal zonder daarvan iets te weten." Zijn vinger lag nog steeds op haar arm Misschien had hij dit niet eens opgemerkt, en hij glimlachte nog steeds. „Houd u toch kalm. Wat ik van u denk, zal ik u misschien later wel eens vertellen. En wat uw vader betreft mij dunkt dat dit schip nog niet zoo dadelijk zal heen gaan. U gaat aan boord; beloof mij dat u dit doen zult, en beloof mij dat u daar zult blijven totdat ik kom. Ik zal zulk een nauwkeurig onderzoek instellen als maar mogelijk is; ik zal instructies geven als mijn eigen nasporingen tot geen resultaat leiden, dat er zoo spoedig mogelijk bericht gezonden wordt naar Napels. Vertrouw nu maar op mij: u zult er geen spijt van heb ben. Maar ga nu aan boord. Het helpt niets of u met mij meegaat; u zou mij maar hinderen cn ik laat u niet met al dat volk op de kade staan. En beloof mij, dat u aan boord op mij zult wachten tof ik terug kom." Zij scheen nog over iets te denken. Hij zou wel eens willen weten wat dat was en meende dat hij het wel gissen kon. „Ik zal aan boord gaan en wachten tot dat u komt; dat is nog al niet zulk een heel moeilijke belofte." „Niet waar? Daar zijn wij het nu eens geheel over eens. Kapitein Briggs, dit is juffrouw Hallam De kapitein viel hem in de rede: „Geen familie van den geestelijke hier? Den eer waarden mijnheer Hallam? Mij kent mij vrij goed, die mijnheer Hallam cn ik hem ook." Haar aanziende merkte Talbot dat het jonge meisje een kleur had gekregen bij de woorden van den kapitein. Maar ze zei kalm: „Ja, dat is mijnheer Hallam. Ik ben bang, dat hem iets heel ernstigs overkomen is. Hij was ook in het Pension Bianchi, en daar is niets van overgebleven. Ik weet niet wat er met hem gebeurd is. Mijnheer Talbot heeft beloofd alle mogelijke pogin gen aan te wenden, om iets van hem te weten te komen." „In dien tusschentijd wou ik graag, dat juffrouw Hallam aan boord ging", zei Tal bot. „Indien ik iets van hem te weten kom zal ik het haar dadelijk verteller; zoo mogelijk zal ik hem zelf meebrengen." Dit zeggende keek hij haar aan. Zij bloosde. Dadelijk ging hij voort. „O, juf frouw Hallam kan later terugkeeren, wan neer de boel hier wat geregeld is. Napels is de wereld niet uit Kapitein Briggs, zou u haar eens willen vertellen dat het ner gens toe dient hier te blijven staan zoolang alles in zulk een toestand is als op het oogenblik?" „Neen, nergens. Wat die mijnheer zegt is volkomen waar. Het beste voor u zal zijn een plaatsje aan boord van het schip. Mijn heer zal tijd genoeg hebben voor zijn on derzoekingstocht vóór ons vertrek. En hij behoeft zich over u niet ongerust te maken. Maar één ding begrijp ik toch niet goed. Ik heb mijnheer Hallam jarenlang gekend en nu cn dan weergezien, maar ik wist niet dat hij getrouwd is." Misschien hoorde het jonge meisje deze woorden nietzij lette er tenminsle niet op Zij zat in de sloep, die met een hoak aan de kade wa° vastgemaakt, toen Talbot haar verliet. Hij werd gevolgd door een heele bende Sicilianen, die de kapitein op Tal bot's verzoek had gevraagd met hem mee te willen gaan en te helpen bij een onder zoek. Eén var die mannen sprak een weinig Engelsch en deze liep vooruit. Talbot merk te op, dat zij het hotel passeerden waar hij den nacht had doorgebracht; de naam stond nog met groote, vergulde letters bo ven den ingang. Die naam was ongeveer alles wat er van was overgebleven Hij was verbaasd over den chaos, en vroeg zich af, waar zijn kamer geweest zou zijn en die van zijn vriend. Van de frontzijde was het niet uit te maken. Het was ergens op de derde verdieping aan de achterzijde, maar verder wist hij er niets van. Het nummer zelfs was hij vergeten. Ilij was juist voor het diner gekomen Zijn vriend wachtte hem op en had reeds een kamer voor hem besproken naast de zijne. Het doel van zijn onderzoekingstocht was op 't oogenblik den heer Hallam, op te spo ren, maar voor hem was het even belang rijk te weten te komen wat er met zijn vriend gebeurd was. De deur van het hotel stond open. Dien nacht was het hem niet mogelijk geweest de deur open te krijgen de ontzettende watervloed, die do aardbeving volgde, was zeker sterker geweest dan hij. Hij zag rwn- schcn in het gedeelte, dat vroeger de hall geweest was; sommigen schenen onderzoe kingstochten te doen op hu- eigen ho'^e. Hij had reeds genoeg ondervinding om te weten, dat dieven profiteerden van de' rampen van een eerlijk man. Overal liepen de dieven rond om naar buit om te zien sfodig waren ze daar in de hall ook aan wezig. Hij ging naar binnen. Zijn Engelsch spiekende metgezel trachtte hem tegen te houder, en verklaarde, dat dit mei het Pen sion Bianchi was. Hij duwde hem opzij 'cn gir.g toch Zoodra hij binnen het overge- bievpp stuk van het hotel was en voordat hij tijd gehad had om zich heen te kijken, wew' bi. aangesproken in het Engelsch. Een ruwe taal, maar gemakkelijk Engelsch. „Zoo. ouwe jongen, ben je er door geko men Mooi zoo Laat ik je eens aankijken, man Ik heb altijd wel gezegd, dat je niet verdrinken zou; je bent geboren om i^ts groots uit te voeren. Geef mij je hand. VV« zijn dus allebei levend. En waar is de ion gen fWordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5