1 BINNENLAND.
Complets, Mantelcostumes en Mantels.
De Plaatsvervanger
27e Jaargang Ko, 233
TWEEDE BLAD»
r DE STAKING TE
ZAANDAM
Kleine ongeregeldheden
RIJK EN GEMEENTEN
DE HEER BRAAT
STAAT TERECHT
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
Vijftig gulden boete
GROOTE BRAND TE
SCHOONHOVEN
Geweldige vuurgloed
FEUILLETON.
T olitieversterking als voorzorgs:
maatregel
Uit Zaandam wordt nog gemeld
Hoewel alles nog 6teeds rustig verloopt,
heeft de commissaris van politie zich de
assisiontie verzekerd van da to Zaandam
gevestigde brigade Van de rijkaveldwacht,
bestaande uit een majoor, oen brigadier en
51.martscbapp^n. Deze maatregel i9 hoofd-
zakelijk genomen, omdat anders niet over
voldoende reserve kan worden beschikt.
l)e maatregel orn tegen het einde van
den werkfijd.de.omgevjng van de werven
êf te zetten,blijft gehandhaafd. Tegen 6
uur gisteravond was het in de omgeving
vsn het station weer buitengewoon druk.
De politie droeg zorg, dat de stakers de
auto's waarmede de werkwilligen naar
huis worden gebracht, niet zoo dicht al?
Maandag het geval was, konden volgen
In de Prins Hendrikstraat is, -naar de
chauffeurs verklaarden, een-ruit van een
der auto's waarin toevallig geen agent ter
begeleiding zat. 'ingeslagen. De polRie is
van oordeel, dat. dit eer aan een ongeval,
dan aan. kwaadwilligheid- moet worden ge
weten.
-Tegen ee'nigé stakersis proces-verbaal
opgemaakt, omdat zij twee kantoorbedien
den van de N.V. Dekkers Houthandel, die
elk met een ledige schuit voeren, met een
door hen bemande vlei de vrije doorvaart
hebben belemmerd.'
Heden (Woensdag) middag sou In het
göbouw Ons Huis een gecombineerde be
stuursvergadering plaats hebben van 4 or
ganisaties, -waar. onder meer bet aan de
ongeorganiseerden uit te betalen steunbe
drag zal worden bepaald.
'tot adjunct-commies mej. G. G. Canneman,
W. A. Kapteyn, T. L. W. Sinnoo. W. S
Hoogkamer en N. A. Wedemeyer Krol, al
len tbana klerk;
en tot tijdelijk adjunct-commies J. P.
Nieuwenhuysen. thans tijdelijk, klerk;
toegekend de zilveren eere-tnédaille der
Oranje-Nassauordo aan 2. Opveld. meester
glas-in-loodzetter en monteur bij do Fa. F.
Nicolas en Zonen te Roermond.
Te rekenen van Januari 1920 benoemd
tot administratief ambtenaar te klasse bij
de visscherij-inspectie de administratieve
ambtenaar 2e klasse bt) dat dienstvak mej
G. J. Molenaar en A. M. de Bruin;
met ingang van 1 Mei 1929 benoemd .tot
adjunct-rijkslandbouwcon6ulent ir. H. J.
Tjallema te Hengelo, thans tijdelijk, als zoo
danig werkzaam;
te rékenen van 1 Januari 1929 benoemd
tot rijkstuinbouwconsulont ir. C. Koeman te
Aalsmeer en tot rijksveeteeliconsulent ir. L.
de Vries te Alkmaar.
Eert .adres van de Vereeniging van
Nederlandsche gemeenten
BB. WILL BV «ENGELBERG.
Lijdend aan de gevolgen Van een
grlrpaanvai.
Dr.. Willem-Mengelberg, die sedert gerui
men tijd lijdende is aan.de gevolgen van een
griepaanval heeft reeds meerdere concerten.-
onder rnepr ook twee te Parijs, op .hét- laatste
oogenblik moeten afzeggen,'eb is op medisch
voorschrift genoodzaakt tot herstel, van zijn
gezpndheid nog eenige dagen rust te nemen.
In het belang van een geregelde gang van
zaken zal de heer'Mengelberg Donder
dag 11 dezer te Amsterdam nog dirigeêren.
De concerten op /Saterdag 13 April te Den
Haag, Zondag 14 April te Amsterdam,
Woensdag 17 April te Rotterdam, Donderdag
18 April te Amsterdam zullen onder leiding
stqan van Otto Klemperer. De aangekondig
de, programma's blijy,eu .ongewijzigd gehand
haafd.
ütT DE STAATSCOURANT.
BcAoemd bij het' departement van onder
wijs, kunsten en wetenschappen tot referen
daris G.' R. Lobntto. -thans hoofdcommies
P. -A; H. Höfman,: C.-Huygens, C/Verkee-
keekem, dr. J. H. Wesselings, allen thans
commies;
tot pommies H. W. Bauer en mr. M. Wea
ring, beide thans adjunct-commies;
Het bestuur der Vereen, van Nedcrl. Ge
meenten heeft onder dafcteekening van 9
April een adres gezonden aan de Tweede-
Kamer over het wetsontwerp tot herziening
der financieels verhouding tusschen Rijk en
de Gemeenten.
Uitvoerig betoogt adressant dAt de heffing
van opcenten op de fondsbelasting voor vele
gemeenten een ondeugdelijke vorm van
plaatselijke inkomstenbelasting is. De Re
geèrlng heeft getracht, hierin verbetering te
brengen door een classificatie bij de fonds
belasting aan te brengen, die niet kan wor
den aanvaard. Daarom moet volgens adr
worden vastgehouden aan den cisbh van een
eigen gemeentelijke inkomstenbelasting, op
•Ie wijze als thans geschiedt door de Rijks
administratie te heffen Dit is niet in strijd
mot het stelsel van het wetsontwerp.
Adr. stelt vast, dat liet voor vele gemeen
ten noodzakelijk zal blijken, een deel der in
komsten te vinden uit een belasting op hel
inkomen; dat als zoodanig voor tal van ge
meenten, niet geschikt is de oorspronkelijk
voorgestelde heffing van opcenten op de ge-
meentefondshelasting en nog veel minder «1p
thans voorgestelde opcentenhèffing met de
daaraan verbonden classificatie, zoodat adr
moet herhalen zijn zeer steiligen aandrang
om .aan de gemeenten dp. keuze te laten tus
schen opcentenbelastlng en eigen gemeente
lijke inkomstenbelasting, te heffen door de
ijksqdrAiriistratie, tegen welke laatste be
'nsting.adr. geen steekhoudende argumenten
heeft .aangetroffen.
Ook na;de aangebrachte wijzigingen zijn
er een aantal gemeenten die mét de voorge
stelde limiteering, van dö belastingheffing
uit het inkomen de begrooting niet sluitend
zullen kupnen maken, tenzij zij qc perso
ncele belasting opvoeren iof een boogie, die
niet aanvaard kan worden. Hei is, meen*
ndr., vooral ook met het oog op de toekom
stige ontwikkeling normig, dat de gemeente
tijke belasting-mogelijkheden worden ver
ruimd; anders zou wellicht de uitspraak der
Regeering dat het instituut der gemeenten
nog-een g^oote. toekomst heeft tot eentphrase
worden gemaakt.
Adr. zet hierbij in den -brecdé ujteen dal
bij, temeer nu elk bewijs ontbreekt dat de
gemeenten bij de voorgestelde bepalingen
voor het heden en de toekomst een voldoend
mime marge van beweging houdén, geens
'.ins instemmen kan rnct de zoo scheme wet
'eliikc limiteering van de gemeentelijke hef
fingsbron, welke in het stelsel van het wets
ontwerp en blijkens de uitdrukkelijke uit
spraak van de Regeering in hare Memorie
van Toelichting als sluitpost geldt Adr. ver
trouwt, dat de Kamer te dezer zake den
juisten weg zal vinden, welke de uitspraak
der Regeering, dat het instituut van.de ge
neenten nog een groote toekomst heeft, niei
tot een phrase zou maken.
Naast deze twee hoofdpunten zijn in het
adres nog een aantal andere opmerkingen
artikelsgewijze opgenomen betreffende: de
uitkoering per inwoner; de garantie en de li
iniet; annexatie, fondsbelasting, opcenten
vermogensbelasting, uitkeering grondbelas
ting, opcenten fondsbelasting, verteringsbe
lasting, bijdrage provincie aan noodlijdende
gemeenten, precario-rechten.
Terzake van een contra-prestatie
tegenover be! ast ins. ambtenaren
UTRECHTSCHZWEG 10 - TEL. 179AMERSFOORT
Gisteren heeft voor den politierechter te
Rotterdam terecht gestaan een 55 jarige
landbouwer, A. Braat, lid van de Tweed?
Kamer, wonende te Hekelingen. Hem was
beleediging ten lasts gelegd. Hij heeft op
19 Januari j.ï. te Hellevóetsluis een onder
houd gehad met de heeren J. Evenhuis,
inspecteur en H. B Bouman,1 adjunct in
specteur van de directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen, over zijn aangifte
voor de inkomsten en vermogensbelasting.
Volgens de dagvaarding zou de heer Braat
deze beide belastingambtenaren hebben
uitgemaakt voor schoften.
By het verboor van den heer Braat bleek,
dat hem in een onderhoud, dat ook door
zijn boekhouder werd bijgewoond, allerlei
inlichtingen gevraagd werden over zijn in
komen. Hij vond de houding van den in
specleur beleedigend en achtte bet daar
om mogelijk dat hij het woord schoften
gebezigd had. Bij de behandeling van deze
zaak deed zich de merkwaardigeomslan
digheid voor dat aan den verdachte c,*le
qenheid werd gegeven om zich te verd -li
gen, nog vóór dat: de officier van justitie
zijn requisitoir hield Dit werd daarom co-
daan. omdat de'officier van justitie in ver
band met zijn requisitoir graag die verde
diging wilde hoeren.
De heer Braat betoogde, dat de ambte
naren begonnen waren -met hem te belee-
digon. De zaken hadden evengoed schrif
lelijk kunnen worden afgedaan. Voorts
werd door hen (de ambtenaren) direct tn
den aanvang gezegd, dat hern (den heer
Braat) geschreven was dat hij achter was
met zijn vermogensaangifte. Toen bij daar
tegen protesteerde krabbelden de ambte
naren terug. Daarop heeft verdachte ge
zegd ,.U staat gewoon te kletsen". Verder
werd de boekhouder buiten den verdachte
om verhoord. Hij vond dit beleedigend.
omdat het den 6Chijn wekte, dat hij de
belasting wilde ontduiken. Of die beleedi
ging in de bedoeling gelegen had. ging den
heer Braat niet aan. Hij had het in ieder
geval als zoodanig geaccepteerd en hei
woord schoft was dan zeker als een tegen
prestatie te beschouwen. De belasting-in
specteur wantrouwde hem. Deze ambtena
ren. zei dé héér'Braat. lichten, den minis
ter ook niet juist in. Zij "geven dé toestan
den niet weer zooals die zijn.
Bij het verhoor van den heer Evenhui9
bleek nog. dat het bewuste onderhoud zeer
heftig geweest was. De heer Braat vond het
echter niet zoo belangrijk, dat nij daarvoor
in regenweer naar Hellevóetsluis had be
hoeven te komen.
Do officier van justitie, mr. Holsteln,
achtte het 'gebruikte woord beleedig'end.
Spr. had voor deze ambtenaren en de wijze
waarop zij hun taak hebben vervuld in <?it
district, grooten lof. In geen geval treft den
ambtenaren, die hun plicht doen. verwijt.
Spr. achtte het mogelijk, dat do heer Braat
zich geïrriteerd voelde, dat gebeurt wel
meer maar hij geloofde niet. dat van be
loediging van de zijde van de ambtenaren
sprake is. De taak der ambtenaren ia on
aangenaam; zij moeten vragen stellen, die
blijk geven van wantrouwen. Maar dat Is
nooit beleedigend.
De officier eischte een geldboete van
200, bij nlet-betaling te vervangen door
hechtenis voor den tijd van 20 dagen.
De heer Braat protesteerde nog tegen de
huldiging vao de ambtonaren. Belasting
ambtenaren moeten beschaafd optreden.
Als dit niet zoo is, dan moet men daarop
reageeren! Spr. voelde In die huid* poli
tieke bijbedoelingen.
De officier ontkende dit en memoreerde
dat door- den arbeid dezer ambtenaren in
dat district verscheidene belastingontdui
kingen zijn geconstateerd. De politierech
ter. mr. Halbertsma. heeft tenslotte den
heer Braat tot f 50 boete, subs. 20 dagen
hechtenis veroordeeld. Hij heeft daarbij re
kening gehouden met het feit, dat de heer
Braat „een man van standig is!"
MINISTER EN KAMERBEWAARDER
Een merkwaardige huwelijks
inzegening.
In de Regentessekerk te 's-Gravenhage te
gisterochtend kerkelijk ingezegend h»t hu
welijk van den heer G. van der Stranten
Jr.. kamerbewaarder van den Minister van
Arbeid. Handel en Nijverheid.
Het merkwaardige en voor den brulde
gom zeker hoogst vereerende was hierbU.
dat die huwelijksinzegening geschmdde
door den minister zelf, dien da heer Van
der Straaten in voormelde functie dient.
Minister ris. Slotemnker de Bruine had.
naar wij vernemen- zijn kamerbewaarder
uit eigen beweging aangeboden, de kerke
lijke plechtigheid'te verrichten.
Tot hen. die deze inzegening bijwoonden,
hehoorden de oud-minister van Arbeid,
Handel en Nijverheid, prof mr. Aalberse
en de secretaris generaal van genoemd de
partement, mr. dr. Scholtens.
INTERNATIONALE ONTWAPENING.
Gemeld wordt:
Op Maandag 15 dezer,, den dag waarop
de Voorbereidende Ontwapeningscommissie
van den Volkenbond opnieuw te Genève bij
eenkomt. zal een afvaardiging van de So
cialistische Arbeiders Internationale e^n
bezoek brengen bij den voorzitter dier com
missie, jhr. Loudon De deputatie zal den
heer Loudon het adres toelichten, dat, op
het initiatief van het bestuur der socialis
tische internationale, door duizenden orga
nisaties tot da voorbereidende ontwape
ningscommissie is gericht. Jhr. Loudon zal
de deputaties ontvangen .te Genève, onmid
dlelijk na do opening van de zitting der
commissie. De deputatie bestaat, uit de
heeren Arthur Henderson, Ijd van het Kn-
g.elsebe Lagerhuis. Pierre Renaudel. lid
van het Fransche parlement. Otto Woloch,
lid van den Duitschen rijksdag. Louis de
Brouchère. lid van den Belgischen Se
naat en J. W. Albarda, lid van de Neder
landsche Tweede Kamer. Aangezien dc
heer Henderson verhinderd is aan het be
zoek bij jhr. Loudon deel te nemen, zal
waarschijnlijk de heer Renaudel al9 woord
voerder van de deputatie optreden. Men
zal, behalve het bekende adres, ook de
resolutie' over de ontwapening, aangeno
men door het internationaal socialistisch
congres te Brussel in Augustus 1928, aan
jhr. Loudon aanbieden.
WIELRIJDER ONDER EEN AUTOBUS.
Dinsdagavond half zeven kwam een onge
veer 50-jarige Schiedammer met zijn zoon
per rijwiel van zijn werk te Vlaardinvren,
toen hij even voor den tol aan do Vijf
Sluizen \tegen een van Rotterdam komen
den autobus van de V A.O.M., bestuurd
door don chauffeur S, aanreed waardoor
hij orider den autobus terecht kwam. HIJ
werd per auto van den heer van E. uit
Vlaardingen naar het ziekenhuis al-jaar
vervoerd, doch bleek bij aankomst reeds
overleden.
De Lak: en Verffabrtek in
vlammen opgegaan
Schoonhoven. Gistermorgen circa i.
uur werd een begin van brand ontdekt in ds
greoto Lak- en Verffabrlek van de firma
li. A. Schreuder alhier. Door den grootcü
voorraad brandbare stoffon, oliën, 4 enz,
kreeg"üe brand spoedig een grooten omvang
en werden aanvankelijk ook de nabij gele
gen particuliere woningen bedreigd.
De brandweer was spoedig ter plaatse.
De motorspuit werkte met drie stralen en
ook op de waterleiding werden drie slan
gen aangesloten.
De vuurgloed en geweldige rook had ook
m de naburige gemeente Willige-Langerak
de aandacht getrokken. Wethouder- Hakke-
steeg aldaar, die aart den hoogen schoor
steen der fabriek begreep dat de brand in
de Lakfabriek woedde, kwam met de auto
spuit en personeel uit die gemeente te hulp,
zoodat om 5 uur nog drie stralen het vuur
kwamen bekampen.
Behalve de lakstokerlj U het geheel? ge
bouwencomplex door het vuur vernield.
<>m 9 uur kon de motorspuit van Willige-
Langerak inrukken. Het overig bluschma-
terlaal bleef in actie.
Door het springen van diverse tanks wer-
ien de vlammen vaak gevoed. Uit eenige
tanks heeft men de olie in de Scheepsma-
kershaven doen afvloeien. F.en tank mei
1! A 12 ton terpentijn kon door het ingrij
pen v^n de brandweer worden behouden.
De burgemeester en andere autoriteiten
waren op het terrein van den brand aan
wezig.
NA DEN BRAND TE LEIDEN.
Het nieuwe „Gemeentehuis"1,
Van gister af is het „Huis der .Gemeente"
Leiden gevestigd in het voormalig Hópital
Wallon aan liet Rapenburg. De gemeente
secretarie en de andere gemeentelijke diens
ten, die na den stadhuisbrand in de Stads
gehoorzaal waren gehuisvest zijn gistermid
dag naar het nieuwe gebouw overgebracht,
dat inwe.iédig is gerestaureerd ten einde het
voor zijn nieuwe bestemming geschikt te
maken.
Het gebouw heett.twee ingangen, één aan
het Rapenburg voor de afdeeling algemee-
ne zalcen en één aan de Papengracht voor
Ion dienst van het Bouw- on Woningtoe
zicht. Gelijkvloers zijn de secretarie, archief-
lokalen, leeskamers en de kamer van den
gemeente-secretarie ondergebracht, alsook
de woning van den concierge. Op de eersto
etage vindt men de kamers van den burge
meester, van B. en W. en van de wethouders.
Op deze verdieping zijn ook gehuisvest do
afdeclingen financiën en onderwijs. De twee
de verdieping wordt in beslag genomen dopr
ion diepst van het Bouw- en Woningtoe
zicht. de afdeeling belastingen en de type
kamers.
Bij de inrichting van dit tijdelijk gemeen
tehuis, dat toch nog heel wat jaren dienst
al moeten doen, is de"-grootst mogelijk©
eenvoud betracht
(Hbld.)
ALGEMEEN NEDERLANDSCH VTRBOTO.
Benoefeing algemeen secretaris,
In de j.l. Zo ter dag gehouden vergadering
aan het Hoofdbestuur van het Algemeen Ne
derlandsch Verbond is de heer J. O- Beilo te
Rijswijk benoemd tot algemeen secretaris.
Mr. B. de Gaav Fortman, die algeriieen se-
retaris-penningmeester was, blijft algemeen
penningmeester.
?15
Men moei leepen wat te leeren is en dan
zijn eigen 'weg gaan.
y.. HANDEL.
door
RICHARD. MARSH..
Vrij. naar het Engelsch door C. M.'G; de W.
IS -i—
Het had -den schijn .of .het..haast tegen
haar bedoeling was. dat zi) de .hamer werd
uitgelaten, met"-een beleefde buiging van
zfjn kent HIJ glimlachte! toen hij de deur
dicht deed. En bij bleef een oogenblik op de
zelfde plek staan met 2(Jn band op den
deurkr.on alsof hij luisterde.
„ZIJ is weg; ik zou-wel eens willen we
teil wis ze is. Ik bad haar naam moeten
vragen, pjaar dat had misachten tot een
discussie geleid, waar ik liever niet in kom.
Ei ben bang. dat Ik wel meer van die aoorl
ontmoetingen zal hebben en dart kom ik
er 'misschien niet zoo gemakkelijk af. Ik
dien een goed beraamd plan op te maken."
1 Toen de bezoekster zicb naar den uitgang
van'het hotel begaf, wisselde zij een paar
woorden In vloeiend Italiaansch met den
portier.
„Heb ik goed van u- begrepen, dat myn
heer Talbot gisteravond nit Messina is ge
komen?" Dè man knikte toestemmend.
„Heeft btj de vreemdelingenlljst geteekec?"
De man heek het register na. Ia. daar
ftond da naam met flinks, groote letters ge
schreven het was of hij met het eind van
den ponhouder geschreven had en niet on
deraan
„Peleivol Talbot, Londen."
„HIJ heeft niet opgegeven in welk hotel
hij t9 Messina gelogeerd heefl
„Hij heeft ons geen andere aanduiding ge
geven, signora."
Zij ging da straat op. Toen zij den hoek
omdraaide liep daar een heer heen en we
der met een sigaar tn den mond en zwaai
ende met een wandelstok met zilveren knop
Hij was een man, die zeer met zichzelf
scheen ingenomen te zijn en hij zag er ook
niét kwaad uit als men hem onbevooroor
deeld aartzag. HIJ was van gemiddelds leng
te, keurig gekleed en toen hij zijn sigaar uit
den mopd nam, zag men- een grooten dia
maftt aan zijn pink schitteren. Hij en de
dame waren zeker goede kennissen. Of
schoon hU op haar scheen te wachten. wa3
hij toch*erbaasd haar. zoo spoedig te zien
verschijnen. -
„Wat is er gebeurd vroeg hij. „Ik had
niet gedacht dat u zoo spoedig terug zou
komen. Was hij niet thuis Ik dacht, dat
zij geztgd hadden van wel."
„Sam; er is iets niet In den haak."
„Wat ter wereld beduidt dat
„Het was onze Talbot niet."
„Wat meen je Onze Talbot niet
„HU lijkt.evenmin op hem als jU-"
„Maar zijn naanv is Talbot Percival
Talbot, en bij komt van Messina."
„Dat is ailes waar, maar hU is onze Per
cival Talbot niet"
„Ach kom. wat een gekheid; .ze hebben Je
voor den gek gehouden."
..Dat mag zoo wezen, maar ik begrUp niet
hoe. I-aten w-y hier niet blijven staan; ieder
een let ot> ons. Laten wf) docrjoopea."
Zij liepen naast elkaar de straat'af, heel
lengzaam.
„Het Is zeker een heel vreemd geval. Ik
heb aan dezen Talbot gevraagd of hij nog
een ander kent van dien naam, maar hij
zegt van niet. Het is een heel bedaarde
man. Hij had mij ds kamer uitgelaten voor
Ik er op bedacht was. Ik was zoo verbaasd
toen ik zag'dat hij het niet was. dat ik niets
deed dan hem aanstaren."
„Ik zeg je. dat je voor den gek gehouden
bent-; het is een slimmerik, die mijnheer
Talbot. Het is een van die blanke lummels
waarvan Je nooit weet hoe je het met ze
hebt Een listige vent 1" De rnan lachte,
maar het was geen vroolijke lach. „Het is
eon spelletje, dat hy met ons speelt slim
net als. hij zelf is. Als ik er aan-denk
o I" Hij s,euvde op de straat, alsof dat de
eenige manier was waarop hij zijn gevoe
lens kon uitdrukken.
„Neen, die man heeft ntets van die blanke
lummels zooals je op het oog hebt; je moest
gezien hebben hoe hij er uitzag en hoe hij
keek. Ik ken een mcnsch op het eerBte ge
zicht. Hij is een echte man."
„Dat is geen reden waarom hij niet een
bedrieger zou wezen. Ik zeg je nog eens; je
bent voor den gek gehouden. Ik weet niet
hoe. maar zeker op de een of andere ma
nier, ik ben er zeker van. Maar ik laat er
mij zelf niet inloopcn, nu niet en in het ge
heel niet. Je zult er ook ni3t achter komen,
mijnheer Talbot! Ik zal Je eens wat zeggen:
ik zal er op afgaan en mijnheer eens bekij
ken. dien mynbeer van jou'"
„Juist, dat wou ik je Juist aanraden: JU
moet er eens op afgaan. Misschien heb je
hem wel eens meer gezien. Ik nooit Als lk
hern ooit eerder ontmoet had zou ik het wel
weten, 't Is niet een type dat teen licht ver
geet. Maar ik zou niet naar hem vragen: je
moet' hem zien te ontmoeten onverwachts.
Hij moet 'er uiet op voorbereid zijn."
„Denk je, dat ik zoo dom zou wezen?
Neen. lk zal wel zoo lang wachten tot hij
buiten komt. Dat kan heel best In een hotel:
ik zal hem goed opnemen als hU op straat
kornt. Indien ik hem meer gezien heb. en
dat is heel goed mogelijk, dan bon ik mis
schien wel in de gelegenheid hem daaraan
te herinneren."
HOOFDSTUK IX.
De teerling wordt geworpen.
Mijnheer Talbot ging de trap af en was
van p!;:n een wandelingetje te gaan doen,
Toen bij in de vestibule kwam, stond daar
een darne met den porder te praten: de
man was zijn kamertje uitgekomen om haar
uit te laten. Het was een jonge dame, knap
van uiterlijk en goed gekleed in de oogen
van den portier. Hij twijfelde zeker geen
oogenblik of het was een echte dame en de
meeste mannen van het slag van een por
tier hebben een goed oog op een vrouw zoo
ver het fortuin, afkomst en manieren be
treft. Toen Talbot beneden kwam scheen de
portier dadelijk de aandacht der dame op
hem te vestigen. Talbot hoorde hern duide
lijk zeggen in volmaakt goed Engelseh."
„Dat is de heer, die met miss Hallam mee
gekomen is."
De dame draaide zich om en keek hem
aan. Hij had een zonderlinge gewaarwor
ding, toen hU haar gezicht zag. Waar had
bi) iemand gezien, waar zij hem aan deed
denken? Er bestond bepaald een zekare ge
lijkenis met iemand, die hij gezien had. en
ook weer iets geheel verschillends. Hij nam
zijn hoed af toen ztl hem even groette; zelfs
die beweging van haar hoofd herinnerde
hem aan iemand.
„Neem rnlj niet kwaiyk, dat ik u aanspreek,
maar de portier vertelt mU, dat u gister
avond uit Messina gekomen is met juffrouw
Hallam. U heeft zeker een vreeeelljksn tyd
gehad. Do telegraaf Is zeker In de war; w(J
schijnon geen betrouwbare tydlng te kun
nen krijgen, maar het gerucht loopt dat de
stad een puinhoop is."
„Ja, ik moet u zeggen, dat de geruchten
ditmaal niet overdreven zijn. Het'is daar
een treurige toestand
„Is dat dus waar? O. hoe vreeneiyk!" Iv
het waar, dat u hier naar toe is gekoma«
met juffrouw Hallam'"
„Dat genoegen heb ik inderdaad gehad."
„U begrijpt, dat het niet alleen uit nieuws
gierigheid is, dat ik u die vraag doe. maar
zou u mij ook kunnen zeggen of zU familie
is van dominé David Hallam, den F.hgel-
«chon predikant te Messina?"
Talbot docht even na voordat hij antwoord
gaf. Indien hij de vraag niet beantwoordde
zou de vreemde dame juffrouw Hallam wen-
schen te spreken. Hij wist niet precies waar
om, maar bij had een vermoeden dat juf
frouw Hallam dat niet wenschte. Zij had
hem zoo iets verteld van een persoon, die itj
s morgens gezion had en die zjj liever niet
wilde ontmoeten. Misschien wo6 deze vreem
de dame dat wel. HU zou liever zelf de ge-
wenschte inlichting geven, en hoopte zoo
doende van haar af te komen Misschien
was dit de bewuste dame wel, ofschoon, er
niets onaangenaams was in haar uiterlijk.
„Ja, zli le da dochter van den heer Hal
lam,
(Wordt verre !gd4