1 BINNENLAND. Complets, Mantelcostumes en Mantels. De Plaatsvervanger 27e Jaargang Ko, 233 TWEEDE BLAD» r DE STAKING TE ZAANDAM Kleine ongeregeldheden RIJK EN GEMEENTEN DE HEER BRAAT STAAT TERECHT N.V. COMPAGNIE LYONNAISE Vijftig gulden boete GROOTE BRAND TE SCHOONHOVEN Geweldige vuurgloed FEUILLETON. T olitieversterking als voorzorgs: maatregel Uit Zaandam wordt nog gemeld Hoewel alles nog 6teeds rustig verloopt, heeft de commissaris van politie zich de assisiontie verzekerd van da to Zaandam gevestigde brigade Van de rijkaveldwacht, bestaande uit een majoor, oen brigadier en 51.martscbapp^n. Deze maatregel i9 hoofd- zakelijk genomen, omdat anders niet over voldoende reserve kan worden beschikt. l)e maatregel orn tegen het einde van den werkfijd.de.omgevjng van de werven êf te zetten,blijft gehandhaafd. Tegen 6 uur gisteravond was het in de omgeving vsn het station weer buitengewoon druk. De politie droeg zorg, dat de stakers de auto's waarmede de werkwilligen naar huis worden gebracht, niet zoo dicht al? Maandag het geval was, konden volgen In de Prins Hendrikstraat is, -naar de chauffeurs verklaarden, een-ruit van een der auto's waarin toevallig geen agent ter begeleiding zat. 'ingeslagen. De polRie is van oordeel, dat. dit eer aan een ongeval, dan aan. kwaadwilligheid- moet worden ge weten. -Tegen ee'nigé stakersis proces-verbaal opgemaakt, omdat zij twee kantoorbedien den van de N.V. Dekkers Houthandel, die elk met een ledige schuit voeren, met een door hen bemande vlei de vrije doorvaart hebben belemmerd.' Heden (Woensdag) middag sou In het göbouw Ons Huis een gecombineerde be stuursvergadering plaats hebben van 4 or ganisaties, -waar. onder meer bet aan de ongeorganiseerden uit te betalen steunbe drag zal worden bepaald. 'tot adjunct-commies mej. G. G. Canneman, W. A. Kapteyn, T. L. W. Sinnoo. W. S Hoogkamer en N. A. Wedemeyer Krol, al len tbana klerk; en tot tijdelijk adjunct-commies J. P. Nieuwenhuysen. thans tijdelijk, klerk; toegekend de zilveren eere-tnédaille der Oranje-Nassauordo aan 2. Opveld. meester glas-in-loodzetter en monteur bij do Fa. F. Nicolas en Zonen te Roermond. Te rekenen van Januari 1920 benoemd tot administratief ambtenaar te klasse bij de visscherij-inspectie de administratieve ambtenaar 2e klasse bt) dat dienstvak mej G. J. Molenaar en A. M. de Bruin; met ingang van 1 Mei 1929 benoemd .tot adjunct-rijkslandbouwcon6ulent ir. H. J. Tjallema te Hengelo, thans tijdelijk, als zoo danig werkzaam; te rékenen van 1 Januari 1929 benoemd tot rijkstuinbouwconsulont ir. C. Koeman te Aalsmeer en tot rijksveeteeliconsulent ir. L. de Vries te Alkmaar. Eert .adres van de Vereeniging van Nederlandsche gemeenten BB. WILL BV «ENGELBERG. Lijdend aan de gevolgen Van een grlrpaanvai. Dr.. Willem-Mengelberg, die sedert gerui men tijd lijdende is aan.de gevolgen van een griepaanval heeft reeds meerdere concerten.- onder rnepr ook twee te Parijs, op .hét- laatste oogenblik moeten afzeggen,'eb is op medisch voorschrift genoodzaakt tot herstel, van zijn gezpndheid nog eenige dagen rust te nemen. In het belang van een geregelde gang van zaken zal de heer'Mengelberg Donder dag 11 dezer te Amsterdam nog dirigeêren. De concerten op /Saterdag 13 April te Den Haag, Zondag 14 April te Amsterdam, Woensdag 17 April te Rotterdam, Donderdag 18 April te Amsterdam zullen onder leiding stqan van Otto Klemperer. De aangekondig de, programma's blijy,eu .ongewijzigd gehand haafd. ütT DE STAATSCOURANT. BcAoemd bij het' departement van onder wijs, kunsten en wetenschappen tot referen daris G.' R. Lobntto. -thans hoofdcommies P. -A; H. Höfman,: C.-Huygens, C/Verkee- keekem, dr. J. H. Wesselings, allen thans commies; tot pommies H. W. Bauer en mr. M. Wea ring, beide thans adjunct-commies; Het bestuur der Vereen, van Nedcrl. Ge meenten heeft onder dafcteekening van 9 April een adres gezonden aan de Tweede- Kamer over het wetsontwerp tot herziening der financieels verhouding tusschen Rijk en de Gemeenten. Uitvoerig betoogt adressant dAt de heffing van opcenten op de fondsbelasting voor vele gemeenten een ondeugdelijke vorm van plaatselijke inkomstenbelasting is. De Re geèrlng heeft getracht, hierin verbetering te brengen door een classificatie bij de fonds belasting aan te brengen, die niet kan wor den aanvaard. Daarom moet volgens adr worden vastgehouden aan den cisbh van een eigen gemeentelijke inkomstenbelasting, op •Ie wijze als thans geschiedt door de Rijks administratie te heffen Dit is niet in strijd mot het stelsel van het wetsontwerp. Adr. stelt vast, dat liet voor vele gemeen ten noodzakelijk zal blijken, een deel der in komsten te vinden uit een belasting op hel inkomen; dat als zoodanig voor tal van ge meenten, niet geschikt is de oorspronkelijk voorgestelde heffing van opcenten op de ge- meentefondshelasting en nog veel minder «1p thans voorgestelde opcentenhèffing met de daaraan verbonden classificatie, zoodat adr moet herhalen zijn zeer steiligen aandrang om .aan de gemeenten dp. keuze te laten tus schen opcentenbelastlng en eigen gemeente lijke inkomstenbelasting, te heffen door de ijksqdrAiriistratie, tegen welke laatste be 'nsting.adr. geen steekhoudende argumenten heeft .aangetroffen. Ook na;de aangebrachte wijzigingen zijn er een aantal gemeenten die mét de voorge stelde limiteering, van dö belastingheffing uit het inkomen de begrooting niet sluitend zullen kupnen maken, tenzij zij qc perso ncele belasting opvoeren iof een boogie, die niet aanvaard kan worden. Hei is, meen* ndr., vooral ook met het oog op de toekom stige ontwikkeling normig, dat de gemeente tijke belasting-mogelijkheden worden ver ruimd; anders zou wellicht de uitspraak der Regeering dat het instituut der gemeenten nog-een g^oote. toekomst heeft tot eentphrase worden gemaakt. Adr. zet hierbij in den -brecdé ujteen dal bij, temeer nu elk bewijs ontbreekt dat de gemeenten bij de voorgestelde bepalingen voor het heden en de toekomst een voldoend mime marge van beweging houdén, geens '.ins instemmen kan rnct de zoo scheme wet 'eliikc limiteering van de gemeentelijke hef fingsbron, welke in het stelsel van het wets ontwerp en blijkens de uitdrukkelijke uit spraak van de Regeering in hare Memorie van Toelichting als sluitpost geldt Adr. ver trouwt, dat de Kamer te dezer zake den juisten weg zal vinden, welke de uitspraak der Regeering, dat het instituut van.de ge neenten nog een groote toekomst heeft, niei tot een phrase zou maken. Naast deze twee hoofdpunten zijn in het adres nog een aantal andere opmerkingen artikelsgewijze opgenomen betreffende: de uitkoering per inwoner; de garantie en de li iniet; annexatie, fondsbelasting, opcenten vermogensbelasting, uitkeering grondbelas ting, opcenten fondsbelasting, verteringsbe lasting, bijdrage provincie aan noodlijdende gemeenten, precario-rechten. Terzake van een contra-prestatie tegenover be! ast ins. ambtenaren UTRECHTSCHZWEG 10 - TEL. 179AMERSFOORT Gisteren heeft voor den politierechter te Rotterdam terecht gestaan een 55 jarige landbouwer, A. Braat, lid van de Tweed? Kamer, wonende te Hekelingen. Hem was beleediging ten lasts gelegd. Hij heeft op 19 Januari j.ï. te Hellevóetsluis een onder houd gehad met de heeren J. Evenhuis, inspecteur en H. B Bouman,1 adjunct in specteur van de directe belastingen, invoer rechten en accijnzen, over zijn aangifte voor de inkomsten en vermogensbelasting. Volgens de dagvaarding zou de heer Braat deze beide belastingambtenaren hebben uitgemaakt voor schoften. By het verboor van den heer Braat bleek, dat hem in een onderhoud, dat ook door zijn boekhouder werd bijgewoond, allerlei inlichtingen gevraagd werden over zijn in komen. Hij vond de houding van den in specleur beleedigend en achtte bet daar om mogelijk dat hij het woord schoften gebezigd had. Bij de behandeling van deze zaak deed zich de merkwaardigeomslan digheid voor dat aan den verdachte c,*le qenheid werd gegeven om zich te verd -li gen, nog vóór dat: de officier van justitie zijn requisitoir hield Dit werd daarom co- daan. omdat de'officier van justitie in ver band met zijn requisitoir graag die verde diging wilde hoeren. De heer Braat betoogde, dat de ambte naren begonnen waren -met hem te belee- digon. De zaken hadden evengoed schrif lelijk kunnen worden afgedaan. Voorts werd door hen (de ambtenaren) direct tn den aanvang gezegd, dat hern (den heer Braat) geschreven was dat hij achter was met zijn vermogensaangifte. Toen bij daar tegen protesteerde krabbelden de ambte naren terug. Daarop heeft verdachte ge zegd ,.U staat gewoon te kletsen". Verder werd de boekhouder buiten den verdachte om verhoord. Hij vond dit beleedigend. omdat het den 6Chijn wekte, dat hij de belasting wilde ontduiken. Of die beleedi ging in de bedoeling gelegen had. ging den heer Braat niet aan. Hij had het in ieder geval als zoodanig geaccepteerd en hei woord schoft was dan zeker als een tegen prestatie te beschouwen. De belasting-in specteur wantrouwde hem. Deze ambtena ren. zei dé héér'Braat. lichten, den minis ter ook niet juist in. Zij "geven dé toestan den niet weer zooals die zijn. Bij het verhoor van den heer Evenhui9 bleek nog. dat het bewuste onderhoud zeer heftig geweest was. De heer Braat vond het echter niet zoo belangrijk, dat nij daarvoor in regenweer naar Hellevóetsluis had be hoeven te komen. Do officier van justitie, mr. Holsteln, achtte het 'gebruikte woord beleedig'end. Spr. had voor deze ambtenaren en de wijze waarop zij hun taak hebben vervuld in <?it district, grooten lof. In geen geval treft den ambtenaren, die hun plicht doen. verwijt. Spr. achtte het mogelijk, dat do heer Braat zich geïrriteerd voelde, dat gebeurt wel meer maar hij geloofde niet. dat van be loediging van de zijde van de ambtenaren sprake is. De taak der ambtenaren ia on aangenaam; zij moeten vragen stellen, die blijk geven van wantrouwen. Maar dat Is nooit beleedigend. De officier eischte een geldboete van 200, bij nlet-betaling te vervangen door hechtenis voor den tijd van 20 dagen. De heer Braat protesteerde nog tegen de huldiging vao de ambtonaren. Belasting ambtenaren moeten beschaafd optreden. Als dit niet zoo is, dan moet men daarop reageeren! Spr. voelde In die huid* poli tieke bijbedoelingen. De officier ontkende dit en memoreerde dat door- den arbeid dezer ambtenaren in dat district verscheidene belastingontdui kingen zijn geconstateerd. De politierech ter. mr. Halbertsma. heeft tenslotte den heer Braat tot f 50 boete, subs. 20 dagen hechtenis veroordeeld. Hij heeft daarbij re kening gehouden met het feit, dat de heer Braat „een man van standig is!" MINISTER EN KAMERBEWAARDER Een merkwaardige huwelijks inzegening. In de Regentessekerk te 's-Gravenhage te gisterochtend kerkelijk ingezegend h»t hu welijk van den heer G. van der Stranten Jr.. kamerbewaarder van den Minister van Arbeid. Handel en Nijverheid. Het merkwaardige en voor den brulde gom zeker hoogst vereerende was hierbU. dat die huwelijksinzegening geschmdde door den minister zelf, dien da heer Van der Straaten in voormelde functie dient. Minister ris. Slotemnker de Bruine had. naar wij vernemen- zijn kamerbewaarder uit eigen beweging aangeboden, de kerke lijke plechtigheid'te verrichten. Tot hen. die deze inzegening bijwoonden, hehoorden de oud-minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, prof mr. Aalberse en de secretaris generaal van genoemd de partement, mr. dr. Scholtens. INTERNATIONALE ONTWAPENING. Gemeld wordt: Op Maandag 15 dezer,, den dag waarop de Voorbereidende Ontwapeningscommissie van den Volkenbond opnieuw te Genève bij eenkomt. zal een afvaardiging van de So cialistische Arbeiders Internationale e^n bezoek brengen bij den voorzitter dier com missie, jhr. Loudon De deputatie zal den heer Loudon het adres toelichten, dat, op het initiatief van het bestuur der socialis tische internationale, door duizenden orga nisaties tot da voorbereidende ontwape ningscommissie is gericht. Jhr. Loudon zal de deputaties ontvangen .te Genève, onmid dlelijk na do opening van de zitting der commissie. De deputatie bestaat, uit de heeren Arthur Henderson, Ijd van het Kn- g.elsebe Lagerhuis. Pierre Renaudel. lid van het Fransche parlement. Otto Woloch, lid van den Duitschen rijksdag. Louis de Brouchère. lid van den Belgischen Se naat en J. W. Albarda, lid van de Neder landsche Tweede Kamer. Aangezien dc heer Henderson verhinderd is aan het be zoek bij jhr. Loudon deel te nemen, zal waarschijnlijk de heer Renaudel al9 woord voerder van de deputatie optreden. Men zal, behalve het bekende adres, ook de resolutie' over de ontwapening, aangeno men door het internationaal socialistisch congres te Brussel in Augustus 1928, aan jhr. Loudon aanbieden. WIELRIJDER ONDER EEN AUTOBUS. Dinsdagavond half zeven kwam een onge veer 50-jarige Schiedammer met zijn zoon per rijwiel van zijn werk te Vlaardinvren, toen hij even voor den tol aan do Vijf Sluizen \tegen een van Rotterdam komen den autobus van de V A.O.M., bestuurd door don chauffeur S, aanreed waardoor hij orider den autobus terecht kwam. HIJ werd per auto van den heer van E. uit Vlaardingen naar het ziekenhuis al-jaar vervoerd, doch bleek bij aankomst reeds overleden. De Lak: en Verffabrtek in vlammen opgegaan Schoonhoven. Gistermorgen circa i. uur werd een begin van brand ontdekt in ds greoto Lak- en Verffabrlek van de firma li. A. Schreuder alhier. Door den grootcü voorraad brandbare stoffon, oliën, 4 enz, kreeg"üe brand spoedig een grooten omvang en werden aanvankelijk ook de nabij gele gen particuliere woningen bedreigd. De brandweer was spoedig ter plaatse. De motorspuit werkte met drie stralen en ook op de waterleiding werden drie slan gen aangesloten. De vuurgloed en geweldige rook had ook m de naburige gemeente Willige-Langerak de aandacht getrokken. Wethouder- Hakke- steeg aldaar, die aart den hoogen schoor steen der fabriek begreep dat de brand in de Lakfabriek woedde, kwam met de auto spuit en personeel uit die gemeente te hulp, zoodat om 5 uur nog drie stralen het vuur kwamen bekampen. Behalve de lakstokerlj U het geheel? ge bouwencomplex door het vuur vernield. <>m 9 uur kon de motorspuit van Willige- Langerak inrukken. Het overig bluschma- terlaal bleef in actie. Door het springen van diverse tanks wer- ien de vlammen vaak gevoed. Uit eenige tanks heeft men de olie in de Scheepsma- kershaven doen afvloeien. F.en tank mei 1! A 12 ton terpentijn kon door het ingrij pen v^n de brandweer worden behouden. De burgemeester en andere autoriteiten waren op het terrein van den brand aan wezig. NA DEN BRAND TE LEIDEN. Het nieuwe „Gemeentehuis"1, Van gister af is het „Huis der .Gemeente" Leiden gevestigd in het voormalig Hópital Wallon aan liet Rapenburg. De gemeente secretarie en de andere gemeentelijke diens ten, die na den stadhuisbrand in de Stads gehoorzaal waren gehuisvest zijn gistermid dag naar het nieuwe gebouw overgebracht, dat inwe.iédig is gerestaureerd ten einde het voor zijn nieuwe bestemming geschikt te maken. Het gebouw heett.twee ingangen, één aan het Rapenburg voor de afdeeling algemee- ne zalcen en één aan de Papengracht voor Ion dienst van het Bouw- on Woningtoe zicht. Gelijkvloers zijn de secretarie, archief- lokalen, leeskamers en de kamer van den gemeente-secretarie ondergebracht, alsook de woning van den concierge. Op de eersto etage vindt men de kamers van den burge meester, van B. en W. en van de wethouders. Op deze verdieping zijn ook gehuisvest do afdeclingen financiën en onderwijs. De twee de verdieping wordt in beslag genomen dopr ion diepst van het Bouw- en Woningtoe zicht. de afdeeling belastingen en de type kamers. Bij de inrichting van dit tijdelijk gemeen tehuis, dat toch nog heel wat jaren dienst al moeten doen, is de"-grootst mogelijk© eenvoud betracht (Hbld.) ALGEMEEN NEDERLANDSCH VTRBOTO. Benoefeing algemeen secretaris, In de j.l. Zo ter dag gehouden vergadering aan het Hoofdbestuur van het Algemeen Ne derlandsch Verbond is de heer J. O- Beilo te Rijswijk benoemd tot algemeen secretaris. Mr. B. de Gaav Fortman, die algeriieen se- retaris-penningmeester was, blijft algemeen penningmeester. ?15 Men moei leepen wat te leeren is en dan zijn eigen 'weg gaan. y.. HANDEL. door RICHARD. MARSH.. Vrij. naar het Engelsch door C. M.'G; de W. IS -i— Het had -den schijn .of .het..haast tegen haar bedoeling was. dat zi) de .hamer werd uitgelaten, met"-een beleefde buiging van zfjn kent HIJ glimlachte! toen hij de deur dicht deed. En bij bleef een oogenblik op de zelfde plek staan met 2(Jn band op den deurkr.on alsof hij luisterde. „ZIJ is weg; ik zou-wel eens willen we teil wis ze is. Ik bad haar naam moeten vragen, pjaar dat had misachten tot een discussie geleid, waar ik liever niet in kom. Ei ben bang. dat Ik wel meer van die aoorl ontmoetingen zal hebben en dart kom ik er 'misschien niet zoo gemakkelijk af. Ik dien een goed beraamd plan op te maken." 1 Toen de bezoekster zicb naar den uitgang van'het hotel begaf, wisselde zij een paar woorden In vloeiend Italiaansch met den portier. „Heb ik goed van u- begrepen, dat myn heer Talbot gisteravond nit Messina is ge komen?" Dè man knikte toestemmend. „Heeft btj de vreemdelingenlljst geteekec?" De man heek het register na. Ia. daar ftond da naam met flinks, groote letters ge schreven het was of hij met het eind van den ponhouder geschreven had en niet on deraan „Peleivol Talbot, Londen." „HIJ heeft niet opgegeven in welk hotel hij t9 Messina gelogeerd heefl „Hij heeft ons geen andere aanduiding ge geven, signora." Zij ging da straat op. Toen zij den hoek omdraaide liep daar een heer heen en we der met een sigaar tn den mond en zwaai ende met een wandelstok met zilveren knop Hij was een man, die zeer met zichzelf scheen ingenomen te zijn en hij zag er ook niét kwaad uit als men hem onbevooroor deeld aartzag. HIJ was van gemiddelds leng te, keurig gekleed en toen hij zijn sigaar uit den mopd nam, zag men- een grooten dia maftt aan zijn pink schitteren. Hij en de dame waren zeker goede kennissen. Of schoon hU op haar scheen te wachten. wa3 hij toch*erbaasd haar. zoo spoedig te zien verschijnen. - „Wat is er gebeurd vroeg hij. „Ik had niet gedacht dat u zoo spoedig terug zou komen. Was hij niet thuis Ik dacht, dat zij geztgd hadden van wel." „Sam; er is iets niet In den haak." „Wat ter wereld beduidt dat „Het was onze Talbot niet." „Wat meen je Onze Talbot niet „HU lijkt.evenmin op hem als jU-" „Maar zijn naanv is Talbot Percival Talbot, en bij komt van Messina." „Dat is ailes waar, maar hU is onze Per cival Talbot niet" „Ach kom. wat een gekheid; .ze hebben Je voor den gek gehouden." ..Dat mag zoo wezen, maar ik begrUp niet hoe. I-aten w-y hier niet blijven staan; ieder een let ot> ons. Laten wf) docrjoopea." Zij liepen naast elkaar de straat'af, heel lengzaam. „Het Is zeker een heel vreemd geval. Ik heb aan dezen Talbot gevraagd of hij nog een ander kent van dien naam, maar hij zegt van niet. Het is een heel bedaarde man. Hij had mij ds kamer uitgelaten voor Ik er op bedacht was. Ik was zoo verbaasd toen ik zag'dat hij het niet was. dat ik niets deed dan hem aanstaren." „Ik zeg je. dat je voor den gek gehouden bent-; het is een slimmerik, die mijnheer Talbot. Het is een van die blanke lummels waarvan Je nooit weet hoe je het met ze hebt Een listige vent 1" De rnan lachte, maar het was geen vroolijke lach. „Het is eon spelletje, dat hy met ons speelt slim net als. hij zelf is. Als ik er aan-denk o I" Hij s,euvde op de straat, alsof dat de eenige manier was waarop hij zijn gevoe lens kon uitdrukken. „Neen, die man heeft ntets van die blanke lummels zooals je op het oog hebt; je moest gezien hebben hoe hij er uitzag en hoe hij keek. Ik ken een mcnsch op het eerBte ge zicht. Hij is een echte man." „Dat is geen reden waarom hij niet een bedrieger zou wezen. Ik zeg je nog eens; je bent voor den gek gehouden. Ik weet niet hoe. maar zeker op de een of andere ma nier, ik ben er zeker van. Maar ik laat er mij zelf niet inloopcn, nu niet en in het ge heel niet. Je zult er ook ni3t achter komen, mijnheer Talbot! Ik zal Je eens wat zeggen: ik zal er op afgaan en mijnheer eens bekij ken. dien mynbeer van jou'" „Juist, dat wou ik je Juist aanraden: JU moet er eens op afgaan. Misschien heb je hem wel eens meer gezien. Ik nooit Als lk hern ooit eerder ontmoet had zou ik het wel weten, 't Is niet een type dat teen licht ver geet. Maar ik zou niet naar hem vragen: je moet' hem zien te ontmoeten onverwachts. Hij moet 'er uiet op voorbereid zijn." „Denk je, dat ik zoo dom zou wezen? Neen. lk zal wel zoo lang wachten tot hij buiten komt. Dat kan heel best In een hotel: ik zal hem goed opnemen als hU op straat kornt. Indien ik hem meer gezien heb. en dat is heel goed mogelijk, dan bon ik mis schien wel in de gelegenheid hem daaraan te herinneren." HOOFDSTUK IX. De teerling wordt geworpen. Mijnheer Talbot ging de trap af en was van p!;:n een wandelingetje te gaan doen, Toen bij in de vestibule kwam, stond daar een darne met den porder te praten: de man was zijn kamertje uitgekomen om haar uit te laten. Het was een jonge dame, knap van uiterlijk en goed gekleed in de oogen van den portier. Hij twijfelde zeker geen oogenblik of het was een echte dame en de meeste mannen van het slag van een por tier hebben een goed oog op een vrouw zoo ver het fortuin, afkomst en manieren be treft. Toen Talbot beneden kwam scheen de portier dadelijk de aandacht der dame op hem te vestigen. Talbot hoorde hern duide lijk zeggen in volmaakt goed Engelseh." „Dat is de heer, die met miss Hallam mee gekomen is." De dame draaide zich om en keek hem aan. Hij had een zonderlinge gewaarwor ding, toen hU haar gezicht zag. Waar had bi) iemand gezien, waar zij hem aan deed denken? Er bestond bepaald een zekare ge lijkenis met iemand, die hij gezien had. en ook weer iets geheel verschillends. Hij nam zijn hoed af toen ztl hem even groette; zelfs die beweging van haar hoofd herinnerde hem aan iemand. „Neem rnlj niet kwaiyk, dat ik u aanspreek, maar de portier vertelt mU, dat u gister avond uit Messina gekomen is met juffrouw Hallam. U heeft zeker een vreeeelljksn tyd gehad. Do telegraaf Is zeker In de war; w(J schijnon geen betrouwbare tydlng te kun nen krijgen, maar het gerucht loopt dat de stad een puinhoop is." „Ja, ik moet u zeggen, dat de geruchten ditmaal niet overdreven zijn. Het'is daar een treurige toestand „Is dat dus waar? O. hoe vreeneiyk!" Iv het waar, dat u hier naar toe is gekoma« met juffrouw Hallam'" „Dat genoegen heb ik inderdaad gehad." „U begrijpt, dat het niet alleen uit nieuws gierigheid is, dat ik u die vraag doe. maar zou u mij ook kunnen zeggen of zU familie is van dominé David Hallam, den F.hgel- «chon predikant te Messina?" Talbot docht even na voordat hij antwoord gaf. Indien hij de vraag niet beantwoordde zou de vreemde dame juffrouw Hallam wen- schen te spreken. Hij wist niet precies waar om, maar bij had een vermoeden dat juf frouw Hallam dat niet wenschte. Zij had hem zoo iets verteld van een persoon, die itj s morgens gezion had en die zjj liever niet wilde ontmoeten. Misschien wo6 deze vreem de dame dat wel. HU zou liever zelf de ge- wenschte inlichting geven, en hoopte zoo doende van haar af te komen Misschien was dit de bewuste dame wel, ofschoon, er niets onaangenaams was in haar uiterlijk. „Ja, zli le da dochter van den heer Hal lam, (Wordt verre !gd4

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5