AMEUSFOöEmCffDASffiAD Mocca nootjes. BINNENLAND. Complets, Mantelcostumes en Mantels. Maison de Jager Zn. De Plaatsvervanger Vrijdag 12 April 1929 27e Jaargang No. 239 TWEEDE BLAD. NAT, VROUWENRAAD Een terugblik HET VLIEG-ONGEVAL BIJ SOESTERBERG N.V. COMPAGNIE LYONNAI Brusselsch Banket FEUILLETON. c' V i-DE EEMLANDEUT De dertigste algemeene vergadering De Nationale Vrouwenraad heeft te Haarlem zijn dertigste algemeene vergade ring gehouden onder voorzitterschap van mevr. M. C. DoormanKielstra. De druk bezochte vergadering werd door de voorzitster geopend met een rede, waar in zij on de resultaten van den arbeid wan den Raad gedurende de dertig jaren van zijn bestaan wees. Toen de Raad werd opgericht, was de ergste strijd voor het onafhankelijke be staan van de vrouw reeds gestreden. Maar er moest nog twintig jaar gestreden wor den voordat de vrouwen eindelijk het kies recht werd geschonken. Was het dertig jaar geleden een uitzondering als een vrouw studeerde, m studeeren aan al onze onder wijsinrichtingen jonge vrouwen. Er is, zegt spr., inderdaad een nieuwe vrouw ontstaan. De vrouw van heden is jeugdiger, veer krachtiger, beter opgewassen tegen haar taak van huisvrouw en moeder, heeft een breederen blik cn een veel wijder veld van belangstelling gekregen. Maar er zijn helaas nog vrouwen, die enkel lichaam zijn, een lichaam, dat aangekleed, mooi gemaakt, ge voed en gekoesterd moet worden, vrouwen, die er niet over denken, dat ook zij een taak in de maatschappij hebben te ver vullen. Al hetgeen bereikt is, kan niet in het credit van den N. V. R. worden geschre ven, maar als centrum van de beslaande vereenigingen is van den Raad veel uit gegaan, dat later in de vereenigingen is uit gewerkt. De N. V. R. is in de laatste jaren steeds gegroeid. Spr. dankte ton slotte het comité "van ontvangst voor zijn voorbereidingen en uit te den wensch, dat uit deze vergadering zal blijken, dat de N. V. R. nog evenveel reden van bestaan heeft als bij zijn op richting. Nadat de 2e secretaresse mej. mr. E. C. van Dorp, de notulen van de vorige ver gadering had voorgelezen, werd door de le secretaresse, me-r. J. SchoonenbergLen derink, het jaarverslag uitgebracht. In het verslag wordt in de "eerste plaats hulde gebracht aan de vroegere presiden ten en leden van het bestuur van den Raad, aan wier arbeid zooveel te danken is. Het aantal aangesloten vereenigingen be draagt thans zeventig. Het aantal persoon lijke voorstanders is nu 241. In herinnering wordt gebracht hetgeen in het afgeloopen jaar op verschillend ge bied is gedaan, waarbij uitvoerig wordt stil gestaan bij de aanbieding van het gedenk boek aan de Koningin-Moeder. Vermeld worden verder de verschillende wijzigingen, die in het bestuur hebben plaats gehad. Op voorstel van de presidente werd een telegram van hulde gezonden aan me). Geertriuda Carelsen, die gister haar Sasten verjaardag vierde. Tenslotte gaf spr. nog ecnige bijzonder heden over het in Juli te houden wereld congres cn het op 27 cn 28 Sept. te Den Haag te houden congres over verandering van het gezinsleven. De presidente bracht nu verslag uit over de bemoeiingen in het buitenland cn de Het groote Fokker-viegtuig van de L. V. A., waarmede kapt. Van Weerden Poolman Woensdag een gedwongen landing maakte. Het mag verwondering baren dat geen der zes inzittenden ernstig gewond werd, aangezien de loto wel aan toont hoe grondig de „kist" vernield werd. Links kolonel Hardenberg, commandant der L.V.A., het wrak bezichtigend gebeurtenissen van beteekenis voor de le den van den Raad. Vervolgens werden door verschillende rapportrices verslagen uitgebracht over be paalde onderwerpen of aangesloten vereeni gingen. De vergadering werd daarna geschorst tot des avonds. VERDRONKEN. Gistermiddag is de 23-jarige gehuwde schippersknecht P. v. d. Velde uit Vlissin- gen, van het sleep schip „W. v. Driel 55", dat de Waal afkwam, onder Br alt el ver moedelijk uitgegleden, te water geraakt eri verdronken. UIT DE STAATSCOURANT. Bij beschikking van de ministers van Arbeid, Handel cn Nijverheid van Binnen landscho Zaken en Landbouw en van Wa terstaat is benoemd tot lid der Commissie inzake gewestelijke uitbreidingsplannen Ir L. W. II. van Dijk, directeur der Gemeente werken te Rotterdam. Bij beschikking van den minister van Onderwijs; Kunsten cn Wetenschappen ia alsnog voor het jaar 1929 benoemd tot hoofdassistent bij de psychiatrie aan de Rijks Universiteit te Utrecht, Jhr. J. J. M. v. d. Does de Willebois, en zijn alsnog voor het jaar 1929 benoemd aan de Rijksuniver siteit te Groningen tot hoofdassistent: bij .de embryologie, C. P. Raven, bij de derraa tologie, K. B ei r. tem a cn bij de zoölogie, Dr J P Otto. UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT INBREKERS DIE IN HOOGER BEROEP GINGEN. Van een koude kermis thuis Met Gerechtshof te Amsterdam heeft gis teren arrest gewezen in de zaak tegen den 48-jarigcn G. v.d. II. en den 34-jarigen J. M., die terecht hebben gestaan iti verband met den inbraak, welke in den nacht van 31 October op 1 November 1.1. in perceel Kei zersgracht 613, waar gevestigd is de dienst Rcntegevcnde Eigendommen der gemeente Amsterdam, is gepleegd. Op 22 Januari j.l. had de Amsterdamsche Rechtbank ieder twee jaren cn zes maan den gevangenisstraf opgelegd, beiden lee- kenden tegen dit vonnis hooger beroep aan. Echter zeer tot hun schade, want het Hof bevestigde het vonnis der Rechtbank, be halve ten aanzien van de straf, welke voor ieder van beiden verhoogd werd tot drie jaar gevangenisstraf. V. der II en M. staan in öe hoofdstad als beruchte inbrekers bekend. BINNENBRAND TE '-GRAVENHAGE. In een doodkistenmakerij. Gisteravond omstreeks 6 uur werd de brandweer gealarmeerd voor een zwaren binnenbrand, die was uitgebroken in de doodkistenmakerij van den heer D. J. B. aan de v. Galcnstraat G te "s-Gravcnbage De motorspuiten van het hoofdbureau nan dn Archiniedesstraat waren spoedig ter plaatse cn onder leiding van den heer De Jager was men binnen weinige minuten den brand meester. Een gedeelte van de werkplaats is uitgebrand, terwijl een hoe veelheid hout cn ander materiaal door het vuur werd vernield. Als vermoedelijke oorzaak wordt be schouwd, dat eenig hout, dat bij een kachel te drogen lag, door vonken in brand was geraakt. De schade wordt door verzekering gedekt. De hoofdcommissaris van politie woonde het blusschingswerk bij DE ZEEMILITIE MET ZIEKENVERLOF. Uit I)en Helder meldt men aan de N R. Ct.: In de laatste dagen zijn onder de zee miliciens, die thans onder de wapens zijn, drie gevallen van encephalitis lethargica voorgekomen, waarvan twee met doodelij- ken afloop. Het is niet met zekerheid be kend, of de bron van de besmetting ligt in de marine-kazerne of op het logement schip Buffel, waarop een deel der miliciens is ondergebracht. De mogelijkheid bestaat ook, dat twee der miliciens tijdens het Paaschverlof besmet zijn. Ofschoon de geneeskundige dienst het niet waarschijnlijk acht, dat do haard der besmetting zich in de marinekazerne of op de Buffel alhier zou bevinden, is in over leg met den hoofdinspecteur van de volks gezondheid in Den Haag besloten, aan te nemen, dat de haard zich hier wèl bevindt, op grond van de overweging, dat de mo gelijkheid daarvan niet is uitgesloten. Dien tengevolge zullen de zeerniliciens geduren de ongeveer een week naar huis gezonden worden, en de marinekazerne cn het loge mentschip Buffel worden ontsmet. De ervaring heeft geleerd, dat versprei ding van de menschen in gevallen als deze een gunstigen invloed heeft. Mr. G. A. J. M. VAN DITZHUIJZEN. f Woensdagavond is te Arnhem op 51-jari- gen leeftijd overleden, na een langdurig lij den, mr. G. A. J. M. van Ditzhuijzcn, advo caat en procureur aldaar. Een ernstige keelziekte, die zijn krachten sloopte, maak te het hem onmogelijk het laatste half jaar zijn drukke practijk uit te oefenen. De overledene, die 20 jaren te Arnhem de advocatuur uitoefende was plaatsvervan gend kantonrechter, plv. lid van het distri butiegerecht, plv. voorzitter van den Raad van Beroep (O.) en rechtskundig adviseur van den A.B.T.B. en van de R.-K. Midden- standsvereeniging „De Hanze", te Arnhem. JUBILEUMTENTOONSTELLING TE DELFT De Stadsdoelen bestaan binnenkort 275 jaar De voorbereidende werkzaamheden voor een waardige viering van het 275-jarig be staan van het bekende gebouwencomplex Stads Doelen te Delft, welk gebouw dateert uit de 13e eeuw doch in 1654 afbrandde «u toen werd herbouwd, en, thans dus of schoon voortdurend uitgebreid en ver nieuwd 275 bestaat hebben een vasteren vorm aangenomen. Van 21 Juni tot en met 30 Juli zal een groote nationale tentoon stelling in het geheele gebouw worden ge houden. Daarbij zullen op den voorgrond treden leering, vermaak, in historischen zin. De tentoonstelling zal zijn gewijd aan huishoudelijk leven, sport, modes en meu bileering met dien verstande dat van elk dezer branches een nauwkeurig beeld ?al worden gegeven van het verleden, en daar tegenover de moderne vorderingen van de zelfde branches. Door verlichting en medewerking van verschillende vooraanstaande ingezetenen van Delft, hoopt men dit doel volledig te bereiken. Wat de historische afdeeling be treft zal deze een wetenschappelijk karak ter dragen, terwijl de techniek haar nieuw ste vindingen zal toonen. Er heeft zich voor deze tentoonstelling, die door vele inzendingen uit particuliere verzamelingen zal worden gekenmerkt, een eere-comité gevormd. De bedoeling is ver der bet historisch karakter der tentoonstel ling mede te doen uitkomen door de aan wezigheid van een oud-Hollandsch markt plein, bet maken yan een geïlliistreerden catalogus in oud-Hollandschcn trant, ook door eenige attractios. UIT DE ANTI-REVOLUTIONAIRE PARTIJ Samenstelling van het Centraal Comité Tot leden van het Centraal Comité der a. r. partij zijn, naar de Rott. meldt, ver kozen verklaard de heeren II. Colijn, L. F. Duyrnacr van Twist, mr. II. Bijleveld, mr. P. S. Gerbandy, mr. A. A. do Veer cn mr. J. J. Croles. Tot eerste voorzitter werd gekozen de heer H. Colijn, tot tweede voorzitter mr. J. A. do Wilde. Tot voorzitter en penningmeester van den Raad van Beheer der dr. A. Kuyper-^ stichting werden gekozèn de heeren H. Co lijn en J. J. C. van Dijk. DOOD DOOR SCHULD. Het ongeluk siet een vracht- auto bij Vianen. Op 3 September van het vorige jaar ver voerde een vrachtauto, bestuurd door don 28-jarigen C. v. R. uit Hilversum, 24 arbei ders uit Zuilichem en Poederoyen naar hun werk, den wegenaanleg te Laren (N.H.) Bij Viancn liep de wagen met groote snelheid tegen een boom, waardoor alle werklieden min of meer ernstig werden ge kwetst. Twee van hen, do gehuwde 3. Schouwenburg en de ongehuwde J. van Veen, werden zoo ernstig gewond, dat zij kort daarop overleden. Terzake van dood door schuld stond do chauffeur gisteren voor de 'Tielsche rechtbank terecht We gens afwezigheid van een getuige werd de zaak evenwel uitgesteld tot 23 Mei a.s. Langestraat 56 Telef. 115. Waar woorden schaars zijn, hebben ze beteekenis. SHAKESPEARE. door RICHARD MARSH. Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W. J9 „Zijn dochter?" De andere glimlachte. „Dat kan niet zoo wezen. Ik ken mijnheer Hallam heel goed; hij is niet getrouwd." Geen oogenblik verloor Talbot zijn tegen woordigheid van geest. Hij glimlachte. „In dat geval is de juffrouw Hallam, die u bedoelt, niet dezelfde als deze." „Alweder begrijp ik niet hoe dat mogelijk 3s. ;,F-r bestaat stellig en zeker maar één Da- -rid Hallam, Engelsch predikant te Messina. Wag ik juffrouw Hallam even spreken?" „Waarom De dame scheen verbaasd te zijn, dat hij niet dadelijk haar verzoek inwilligde. „Al is juffrouw Hallam niet rneer dan een verre bloedverwant van den heer David Hallam, toch zal het haar zeker genoegen doen mij te ontvangen. Mijnheer Hallam-is een oude vriend van mij." „Ik weet zeker, dat juffrouw Hallam lie ver geen bezoek ontvangt." Het was duidelijk, dat deze woorden niet In den smaak vielen van de dame. Zij richt te lich een weinig meer op een keerde zich om, hetgeen duidelijk eenige minachting moest beduiden." „Ik zal een van de kellners belet laten vragen bij juffrouw Hallam." „Neem mij niet kwalijk, dat zal u niet baten." Nu zag zij hem aan met een blik, die hem nog duidelijker de gelijkenis deed opmerken met die andere. Zij nam hem zijn gedrag zeer kwalijk; zij wilde hem dat toonen. „En toch, mèt of zonder uw permissie, zal ik mij zelf het genoegen verschaffen belet te laten vragen bij juffrouw Hallam." De man, dien zij tegenover zich had, was niet zoo gemakkelijk af te schepen hij bleef op zijn stuk staan. De uitdrukking in haar oogen was er niet vriendelijker op geworden, doch ontlokte hem slechts een glimlachje. „Mag ik u vragen wat u van juffrouw Hallam verlangt?" „Ik weet niet met welk recht u dat vraagt; toch wil ik het u wel zeggen. Ik ben niet van plan haar te kwetsen of on aangenaam te wezen. Ik heb een vriendin, waar ik heel veel van houd en die tijdelijk bij mijnheer Hallam in huis is geweest. In dien de juffrouw Hallam, die u kent, in hetzelfde huis heeft gewoond, dan is zij misschien in staat mij inlichtingen omtrent haar te geven en daar heb ik zeer veel voor over, mijnheer, zelfs wil ik er mij uw ontevredenheid voor op den hals ha len." „Den riaam kan ik u niet zeggen. Daar heb ik een goede reden voor." „Misschien zou ik u de inlichtingen kun nen geven die u verlangt." „Logeerde u in het pension Bianchi?" „Ik weet wel* iets van de pensionnaires." „O ja? Dan...." Zij zweeg en scheen van plan te veranderen. „Mag ik uw naam we ten, mijnheer?" „Ik heet Talbot, Percival Talbot". Geen van beiden had een man opgemerkt met een zwarten knevel, die in de nieuws bladen zat te kijken, welke op een tafeltje lagen. Bij het hooren van dien naam toon de deze heer plotseling een levendig© be langstelling. Ilij draaide zich om en keek den spreker met groote oogen aan, alsof hij aan zijn oogen en ooren beide scheen te twijfelen. Indien de twee menschen aan de overzijde van de vestibiile niet zoo met elkander vervuld waren geweest, dan had den zij zeker opgemerkt hoe zonderling de man zich gedroeg. Hij staarde den heer Talbot aan en nam hem van het hoofd tot de voeten op, alsof hij een vreemd dier was, dat hij niet terecht kon brengen, hoezeer hij er zijn best toe deed. Mijnheer Talbot, de scherpe opmerkei. die soms wel oogen op zijn rug scheen te hebben, zou zeker gevraagd hebben hem daar rekenschap van te geven, indien hij op dat oogenblik niet al zijn aandacht be- pahld had bij het nog zonderlinger gedrag van de dzme tegenover hem. Toen hij zijn naam noemde was het of hij haar eer* slag in het gezicht had gegeven zij deinsde achteruit vnn schrik, haar afgrijzen kon niet duidelijker getoond worden. Zij was plotseling een andere vrouw geworden. Al de stijfheid, de minachting, de kwaadwil ligheid schenen verdwenen te zijn. Zij'sper de de oogen wijd open, haar gezicht be trok, zij scheen door schrik en door ontstel tenis bevangen. Mijnheer Talbot had er be paald medelijden mee. De oorzaak van die verandering was hem zoo onverklaarbaar, dat hij zichzelf afvroeg of hij zich onbe wust aan iets verkeerds had schuldig ge maakt „Pardon mevrouw, ik hoop dat ik toch niet iets gezegd of gedaan heb dat u heeft kunnen beleedigen of onaangenaam aan doen. Ik heb er niet het minste plan op go- had." Het scheen haar moeite te kosten ant woord te geven. „Heeft u niet gezegd, dat uw naarn was Talbot Percival Talbot?" „Ja zeker, dat is mijn naam." „Toch niet van „Monniksland?" „Het spijt mij wel, als het u 'verdriet doet, maar ik ben Percival Talbot van „Monniks land"." De indruk, die deze woorden op de dame hadden, was even verwonderlijk als tevo ren. Zij nam een nog stijvere houding aan, nog verachtelijker dan zooeven. Haar blik was venijnig geworden een blik vol haat „Als ik het flauwste vermoeden gehad had, dat u dat individu was, zou ik u zeker niet hebben lastig gevallen". Zonder er een letter bij te voegen of do minste poging hem te groeten, liep zij hem voorbij, de vestibule door en de voordeur uit. Hij deed geen enkele poging haar te weerhouden; hij keek baar alleen achter na. Zij had een gelaat, dat niet gemakke lijk te doorgronden was; zulk een gezicht heeft de eigenaar te goed in bedwang. Maar de blik van hem, die haar nazag, was op dat oogenblik niet onverklaarbaar. Wat moest dat alles beteekencn, vroeg hij zich af. Hij begreep niet, wat die dame mankeer de. Indien zij een man was geweest, zou hij misschien zijn toevlucht hebben geno men tot krachtdadige maatregelen om een voldoende verklaring te vragen, maar het feit dat zij een vrouw was maakte het te moeilijker. Het toeval wilde echter, dat hij onmid dellijk gelegenheid had met een man af te rekenen. De heer met den zwaren knevel was er ook nog. Deze had de dame zien vertrekken; nu bleef hij den man nader opnemen, waarvoor zij de vlucht scheen genomen te hebben. Hij ging dadelijk naar hem toe. En hij sprak Talbot toe op een opzettelijk onbeschaamd bedoelden toon. „Nu zij vertrokken ie wou ik u wel eens spreken." De ander merkte hem nu voor het eerst op en die ontdekking scheen hem niet aan genaam te wezen. Wat onbeschaamdheid betrof, daarin overtrof hij den ander; hij kon een boozen hond niet ruwer hebben toegesproken. „Zoo mijnheer, wat is er?" „Ik wou een woord met u 6preken. En beginnen met een vraag. Wou u zeggen dat u u Percival Talbot is van „Monniks land?" „Ik wou u niets zeggen van dien aard Aan u heb ik hoegenaamd niets te neggen." „O, staan de zaken zoo Onzin en bruta liteit. Ik hoorde u zooeven aan die dame zeggen, dat u Percival Talbot is van „Mon niksland". En nu wou ik u iets vertellen. Ik heb veel leugenaars in mfjn leven ont moet, maar geen van allen is nog zulk een kolossale leugenaal als u. Nu weet u het Maar de spreker kwam iets andera te weten. Hij scheen zich in dien man vergist te hebben. Misschien was de ander wat lichtgeraakt op dat oogenblikde dame had hem zeker wat prikkelbaar gemaakt. Misschien had hij behoefte aich eene uit te vieren. En de heer tegenover hem bood hem daartoe gelegenheid. CWordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5