Dinsdag 16 April 1929 AMEPSFOORTSOH DAGEMLAD 27e Jaargang No. 242
..DE EEM LAIN DER-
BINNENLAND
20.000 ARBEIDERS BIJ
PHILIPS
Een feestelijke ontvangst
REKKLNSCHE
INRICHTINGEN
DE SCHUTTEVAER IN
NEVV-YORK
Een droeve mislukking
EEN NIEUW VERHOOR
DER KROONS
Mr. den Hollander
aanwezig?
FEUILLETON.
De Plaatsvervanger
Fabriek en stad in
vlaggenlooi
Men meldt uit Eindhoven
Gistermiddag is door de directie van de
Philips' fabrieken ce Eindhoven de 20000e
arbeider ontvangen.
Aanwezig waren de minister van arbeid,
dr. Slotemaker de Bruine, de heer C. J.
Zaalborg, directeur-generaal van den ar
beid, mr. L. Lietaert Peerbonte, hoofd der
afdeeling volksgezondheid, T. K. J. Heringa
administrateur, hoofd der afdeeling handel
en nijverheid, Z. D. Donker, hoofdinspecteur
van den arbeid te Maastricht, A. Volmer,
directeur-generaal van het werkloosheids-
bureau, B. en W. van Eindhoven, bestuur
van do Kamer van Koophandel voor Ooste
lijk Noord-Brabant, het bestuur van de Fb-
K. Werkgevers-vereeniging te Eindhoven.
Aan de poort werd de 20,000ste ontvangen
en toegesproken door dr. Philips en minis
ter Slotemaker de Bruine.
Dr. Philips overhandigde hem een cou
vert met inhoud.
Daarna werd een bijeenkomst in de vier
de hall van het kantoor gehouden, waar het
woord gevoerd is door minister Slotemaker
de Bruine, den burgemeester van Eindho
ven, den heer Verdijk, den heer Schellens,
voorzitter van de Kamer van Koophandel,
den heer Zaalberg, den onder-directeur van
de V. V. Staal en Garenshroom, den heer
Poldervaart voor de fabriekskern; de heer
Schmidt sprak voor de fabriekscornmissie
Het slotwoord werd gesproken door dr.
Philips, uit wiens rede wij memoreeren,
dat het aantal arbeiders te Eindhoven
thans 20,000 is, in de verdere fabrieken in
Nederland nog 5000 en in de fabrieken wel
ke onder leiding van Philips staan in het
buitenland, nog 10.000.
De heer Philips deelde mede, dat deze
groei als geheel natuurlijk is te beschou
wen, en er wurdt onder het hooge personeel
nog gemompeld van twee maal zooveel luid
sprekers en driemaal zooveel toestellen.
De zitting werd besloten met het rond
dienen van champagne.
Tal van bloemstukken werden aangebo
den. Van de „Statendam" kwam een tele
gram binnen van het hooger Philips-per-
soneel, dat op weg naar Amerika is.
De zitting werd draadloos uitgezonden.'
De fabriek cn de stad zijn in vlaggentooi.
EERSTE KAMER.
S.-d. candidaten.
De partijraad der S. D. A. P. heeft de
volgende caiidi da ten lijsten vastgesteld voor
de Eerste Kamerverkiezingen, die dit jaar-
zullen plaats hebben.
Voor de provincies Noord-Holland et»
Friesland 1. H. Polak (aftr.), 2 C. Pot
huis—Smit (aftr.), 3 F. M. Wibaut (aftr.),
4 J. Oudegeest, 5 M. A. Reinnlda, 6. J. Kolk.
7 L. v. d. Wal, 8 S. de Wolff.
Voor de provincies Noord-Brabant, Zee
land, Limburg en Utrecht 1 P. Moltmaker
(aftr.,) 2 G. F. Lindeijer (aftr.). 3 Chr. v. d.
Bilt. 4 J. F. Ankersmit. 5 P. G. Gruijs, 6 J.
H Paris, 7 L. Onderdijk. (Volk).
EEUWFEEST KANAAL
APELDOORN—HATTEM.
In oen bijeenkomst ter bespreking van
de plannen voor de feestviering ter herden
king van het 100-jarige bestaan van het ka
naal Apeldoorn—Hattem, waarin de ge
meentebesturen van Apeldoorn, Epe, Heer-
de en Hattem vertegenwoordigd waren, is
voorloopig beslofon tot een dag- en avond-
versiering aan het havenhoofd te Apel
doorn, een opvaart van Hattem en Apel
doorn, waartoe de autoriteiten der gemeen
ten uitgenoodigd zullen worden, na aan
komst te Apeldoorn een optocht te houden
cn een krans te hechten aan het borstbeeld
van koning Willem I op het Voor-Markt
plein. Prins Hendrik heeft zich voorloopig
bereid verklaard, het eere-voorzitterschap
van het feestcomité te aanvaarden. De mi
nister van waterstaat, de commissaris der
koningin in Gelderland en do hoofd-inge-
nieur van den provincialen waterstaat in
die provincie zullen deel uitmaken van dat
comité.
1928 een belangrijk jaar
Onder voorzitterschap van den heer E.
Rene van Ouwenaller had dezer dagen de
jaarlijksche Algemeeno Ledenvergadering
plaats van de Vereeniging tot Stichting van
Christelijke Inrichtingen voor verpleging
van Zwakzinnigen, gevestigd te Amsterdam,
meer bekend als de Rekkcnsche Inrichtin
gen.
De periodiek aftredende Bestuursleden
Mr. W. F. Schokking, Ir. B. J. Haitsma Mu
iier en Mr. B. I. D. Zubli werden allen her
kozen.
Het Bestuur werd gemachtigd tot het
sluiten van een leening groot 29.000 onder
verband van tweede hypotheek.
Uit het jaarverslag van den Directeur, Dr.
W. L. Slot Jr. bleek dat 1928 voor de Ver
eeniging weer een belangrijk jaar is ge
weest. In dit jaar toch werd een aanvang
gemaakt met den bouw van een nieuwe In
richting, op ecnigen afstand van do oude
Inrichting, waarin zij. die onder de Psychc-
pathenvvetten vallen, verpleging zullen
vinden. Deze inrichting zal waarschijnlijk
binnenkort geopend kunnen worden. Voorts
kon begin 1928 de Ambachtsschool geopend
worden, waardoor werd voorzien in een ja
renlang gevoelde behoefte. Aan een goede
werkgelegenheid in de vrouwenafdeeling is
nog dringend gebrek.
Het aantal verpleegden bedroeg op 31 De
cember van het verslagjaar 200, in dit ge
tal zijn de buiten-verpleegden inbegrepen.
Er werden in totaal 70724 verpleegdagen ge
noteerd.
De gezondheidstoestand var de patiënten
was over het algemeen uitstekend.
Nog steeds heeft de exploitatie plaats on
der de ongunstige omstandigheid, dat er
voor een belangrijk aantal verpleegden
slechts minder dan het minimum-verpleeg-
gcid betaald kon worden. Dank zij de ont
vangst van een beduidend bedrag aan gif
ten en contributies kon de exploitatie-reke
ning echter toch sluitend gemaakt worden.
Dit jaar werd een aanvang gemaakt met
het plaatsen van busjes, waarvoor steeds
veel belangstelling gevonden werd. Intus-
schen kunnen er nog veel van die busjes
geplaatst worden. Ook in de toekomst zal
krachtige financieele steun, om de idealen
van den Directeur te verwerkelijken, drin
gend noodig zijn. Deze idealen strekken alle
om de verpleging van zwakzinnigen en psy-
chopallien te verbeteren.
STAKING VAN SCHILDERS TE
LEEUWARDEN.
Om vacantia te krijgen in 1930.
De Telegraaf verneemt uit Leeuwarden
De stoking der schildersgezellen te Leeu
warden is een feit geworden. Wel was door
de patroons een verhooging van 2 cent per
uur voor Leeuwarden toegezegd, zoodat de
strijd nu alleen gaat over een vacantie in
1930. Ook de tusschenkomst van den rijks
bemiddelaar had geen succes, zoodat gis
termorgen de staking is uitgebroken. Een
60-tal patroons is bij deze staking betrok
ken. terwijl er hoogstens tien gezellen wer
ken.
Eenzaam aan de
stille werf
De New Yorlcsche berichtgever van het
Hbld. meldt d.d. 5 April:
Aan het eind van een houten pier, ver
vooruitspringend in den Hudson, zat ik op
een ducdalf. De mist verborg geheel den
Manhattan-kant van de rivier en verwazig-
de de New Jersey-zijde, waaraan de werf
van de North River Boat Works gelegen is.
Een wonderlijk mengsel, die werf, rijen
motorjachten voor hun winterslaap op het
droge gehaald, een reusachtige half ver
brande stoompont, gedeeltelijk in de mod
der weggezonken, vermolmde lichters. Alles
omspoeld door water, dat een groote reis
langs de bewoonde wereld heeft gemaakt,
om vlak bij de zee nog een laatste vergaar
bak van een wereldstad te worden. Het ver
toont giftige kleuren, die me doen terug
deinzen er een brandend eindje cigaret in
te gooien.
Het is er doodstil, af en toe onderbroken
door den plomp van een rat nf het geloei
van booten uit de mistige verte, want ter
hoogte van de l?0ste straat is het verkeer te
water al beel klein. En vlak voor me schom
melt zachtjes een kleine boot heen en
weer, heelemaal gesloten met een paar lui
ken en ronde kijkglazen, half wit, half
groen geschilderd cn aan den masttop han
gen slap de Amerikaansche en Nederland-
sche vlag. Het roer is met ijzerdraad ge
kramd en blijkbaar gespleten, de mast ver
toont groote overlangscho scheuren, het me
taalwerk buitenaan is roestig. En tocb is
het aan alles te zien, dat het geen verwaar-
loozing is, maar dat het golvengeweld er de
oorzaak van is. Ik zou in het binnenste
willen zien, waar de oude zeerob Schutte-
vaer met zijn twee lotgenooten zulke be
nauwde uren doorleefd hebben, want ik
wéét zeker, dat het er keurig zal zijn.
De buitenverf vertoont hier en daar lee-
lijke krassen cn scheuren, zeker opgedaan
bij het aan boord hijschèn op de stoomers,
die het scheepje via Porto Rico naar New
York brachten. En toen hot weer in de East
River te water was gelaten, werd het door
een sleepboot getrokken voorbij de plek,
waar het anders in glorie tentoon zou zijn
gesteld voor de New Yorkers, Battery Place.
Maar niemand zag het zijn tocht ver de
Hudson op vervolgen, tot het hier eenzaam
aan de stille werf kwam te liggen, zonder
kijkers, zonder fotografen, zonder zelfs een
lid van de bemanning. Toch heeft het dat
lot niet verdiend, het is nog even .zeewaar
dig als toen het den Waterweg uitvoer.
Storm en tegenwind overwonnen niet de
boot, maar de opvarenden, die een week
zonder proviand en drinkwater het moesten
opgeven en door een brandende oliejas in
den mast de aandacht trokken van den
langs varenden Portugees, die hen aan
boord nam, de overwonnenen en de onzink-
bare.
Het moet een bittere reis voor de drie
mannen geweest zijn naar West-Indic en
wat moet er door Sehuttevaer heengegaan
zijn, toen de New Yorksche horizont op
doemde voor zijn oogen?
Wie zal zich inleresseeren voor zijn
bootje?
Behalve de „World" vermeldde geen an
dere krant iets van zijn aankomst; het drie
tal was uiterst terughoudend, maar heeft
het reisverhaal te boek gesteld in de hoop
het te kunnen verkoopen. Maar waar ligt
eenige belangrijkheid in de Odyssee van
deze drie man in een boot, die zelfs niet
half den Oceaan op eigen kracht oversta
ken? Het is een droeve mislukking gewor
den, te droeviger, omdat do leider van den
tocht een man op jaren is. Geen publieke
belangstelling, geen aanbiedingen wachtten
hen hier, maar eenzaamheid, groote onkos
ten.
Maar een Nederlander kwam hun te hulp,
wiens naam in de laatste jaren ook geklon
ken heeft in verband met Oceaantochten,
Anton Fokker; de uitersten raken elkaai.
En in plaats van alleen in het Zeemans
Instituut te zitten, waren ze voortdurend op
stap. Alle moeite werd er gedaan rucht
baarheid te geven cn dezen morgen om elf
uur zouden fotografen en Fox Movietone
News komen; daarom wachtte ik, hopend
eindelijk het drietal te kunnen spreken. Een
heimachine begon zijn zooveelsten paal in
te rammen, de mist was opgetrokken en een
bleek zonnetje brak door, het handjevol
werfarbeiders had zijn twaaluurtje al op en
nog zat ik daar alleen.
Toen ze weer aan het werk togen, ben ik
maar weggegaan.
Naar het Volk verneemt, zal het echtpaar
Kroon hedenochtend 10 uur te Dordrecht
aan een nieuw verhoor van den rechter
commissaris, mr. van Aken, onderworpen
worden.
Uit het feit, dat mr. den Hollander hier
van officieel in kennis gesteld is, schijnt de
conclusie getrokken te kunnen worden, dat
hij bij dat verhoor aanwezig mag zijn.
RIJKSMUSEUM VAN NATUURLIJKE
HISTORIE.
Wijlen de heer II. A. de Vos tot Neder-
voen Cappei te Apeldoorn heeft bij testa
mentaire beschikking, vrij van successie
rechten aan het Rijksmuseum van Natuur
lijke Hos tor ie tc- Leiden vermaakt een bui
tengewoon zorgvuldig geordende verzame
ling vlinders, bevattende ongeveer 6.500
exeinplarer. in 090 soorten, allo in Neder
land gevangen, benevens een klein aantal
exotische \lioders een en ander geborgen in
52 glasladcn.
Wijlen de heer C. P. G. C. Balfour Bur
leigh te Amersfoort heeft eveneens bij tes
tamentaire bcsch.kking en vrij van succes
sierechten aan genoemd museum gelega
teerd een uitgebreide collectie palaearkti-
schc, groolendLRls Nederlandsche vlinders,
bevattende rjira ölüü exemplaren in G30
soorten.
ERNSTIGE MISHANDELING.
Zondagavond omstreeks half tien ver
scheen de bewoner van een perceel in de
Wagenstraat te Amsterdam met een ern
stige hoofdwonde op straat cn verzocht eon
zijner buren hem naar het binnengasthuis
te brengen. Deze voldeed aan dit verzoek,
doch op het Rembrandtplein kon de ge
wonde man, die door bloedverlies was uit
geput, niet verder gaan. Zijn geleider bracht
hem daarna naar het politieposthuis op
den hoek van de Halvemaansteeg. Daar
bleek, dat de wonde van den man veroor
zaakt was door slagen met een zwaar voor
werp. Hij werd per zieken-auto naar bet
Binnengasthuis vervoerd, zoo meldt het
Hbld.
De man kon of wilde aanvankelijk geen
enkele verklaring geven. De politie kwarn
slechts te weten, dat deze man met een
vrouw samenwoont en dat zij samen waar
schijnlijk onecnigheid gehad hebben. De
vrouw was echter in de woning niet te vin
den. Wel vond men daar een lampetkan,
die aan diggelen gegooid was. Men ver
moedt nu, dat de vrouw deze lampetkan op
het hoofd van den man heeft stukgeslagen
cn, het ernstige gevolg hiervan ziende, van
schrik op den loop is gegaan. Ze is nog niet
wedergekeerd.
De man verklaarde gistermorgen, dat er
slechts een ongeluk gebeurd was; hij zou
slechts in een scherf gevallen zijn. Zijn toe
stand is nog ernstig, doch niet levensge
vaarlijk.
Als in 't voorjaar 't schuchter bloempje,
Langzaam uit haar slaap ontwaakt,
En de warme zon het eind'lijk,
Tot een kost'lijk wonder maakt,
Als diezelfde zon als 't ware,
Door haar warme stralenkracht
Gansch d' natuur heeft omgetooverd,
Tot een grootsche bloemenpracht,
Als dan al die bloemen schitt'ren
In het kleedje, smetloos rein.
Zien we bloem en struik herboren,
Door de voorjaarszonneschijn.
't „Emma-bloempje'' groeit in donker,
En ontluikt door 't zwartste leed.
Vrees'lljk lijden was de kracht die
Deze bloem ontspruiten deed.
't Was een trieste, wreede akker,
Waar dit bloempje wassen kon.
Doch zij brengt in 't diepste donker
Vaak de louterende zon.
And're bloemen e i s c h e n warmte
Zouden anders er niet zijn.
't „Emma-bloempje" schenkt dat
milde,
Brengt aan velen „zonneschijn".
m m
Morgen komt dat „Emma-bloempje"
Als een smeekend afgezant
Uit de duist're, donk're dreven,
Naar ons heerlijk lichte land,
En ze vraag U mee te deelen
Van Uw groot en rijk geluk,
Om als mensch te gaan verlichten
And'rer, medemenschen, juk.
Als het „Emma-bloempje" vraagt om
Hulp en steun in diepe smart,
Open dan Uw beurs en antwoordt,
Luist'rcnd naar de stem van 't hart.
Of nog beter: leg Uw bijdraag'
Klaar voordal g' Uw dagtaak zoekt.
Op uw levens-grootboek hebt ge
Dan een mooie winst geboekt.
Woensdag zij onz' Stad een lusthof,
Waar alleen dat bloempje groeit,
't „Emma-Bloempje". waardoor elders
Leed tot dank'bre vreugd vergroeit!
Waar de „Emma-bloem" gaat wass^p.
Praalt als rijke bloemen-zee,
Glinst'rcnd in het gouden zonlicht,
Stikt het onkruid T.B.C.Ü
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden).
MINISTER LAMBOOY.
De minister van Defensie de heer Lam-
booy, is voornemens a s. Woensdag, verge
zeld van zijn marine-adjudant, luifenant ter
zee eerste klasse Hevdt, de op do scheeps-
bouw-maatschappij „Fyenoort" in aanbouw
zijde torpedoboot jagers in oogenschouw te
nemen.
DE KWESTIE-VRIJMAN.
De Kamercommissie voor eervol
ontslag en recht op pensioen.
Naar aanleiding van adressen inzake de
bekende kwestie van den heer J. A. W.
Vrijman, gewezen Rljksbouwkundlge, zegt
de betreffende commissie uit de Tweedo
Kamer, dat bij de beslissing over de vraag,
welke houding de Staat tegenover de cre
diteuren van den heer Vrijman heeft aan
te nemen, een ruim plaats moet worden
ingeruimd aan overwegingen van billijk
heid, met name wat de billijkheid vordert
tegenover den heer Vrijman, die de leve
ringen, waarover het gaat, niet in zijn be
lang, maar ten behoeve van den Staat
heeft gesloten.
De meerderheid der commissie Is boven
dien van oordeel, dat er termen zijn om
het ontslag van den heer Vrijman te ver
anderen in een eervol ontslag.
Voorts is de commissie van meening, dat
de heer Vrijman geen pensioenaanspraken
heeft verloren.
Een gedachte uit levenservaring geboren
is meer waard dan tien uit boeken geleerd.
FREYTAG.
door
RICHARD MARSH.
Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W.
22
„Mevrouw, ik hoop dat u het mij in deze
omstandigheden wel wilt vergeven, indien
ik u nogmaals herinner dat dit mijn kamer
is. U kunt niet verlangen dat ik bel om
een kellner. U is uit zichzelf binnengeko
men, zou het niet wel zoo aangenaam voor
u zijn als u zichzelf uitliet?"
Nog steeds deed zij haar best noch van
hem, noch van de open deur eenige notitie
te nemen; zij wendde zich weder tot het
Jonge meisje:
„Dus je wilt mij dat besluit onherroepe
lijk doen beschouwen?"
„Ja."
„Terwijl je weef wat de gevolgen ervan
rijn."
„Ik ben niet vsiantwoordclijk voor de ge
volgen."
„Tracht niet te huichelen cn >-2t regen-
deel te beweren; je bor:t overal verant
woordelijk voor." Zij zweeg ol.-of zij ant
woord verwachtte, maar het jvige n:e.9je
zei fiiers. Zij zag haar aar. met opeen ge
perste lippen en fonkelende oneer „Ben je
Diet van plan antwoord te geven?"
Hier kwam de jonge man weder tus-
schenbeiden. „Pardon, juffrouw Hallam
beeft geantwoord. Noodzaak mij niet onbe
leefd te wezen tegenover een dame, me
vrouw."
Hij eindigde zijn .volzin op zijn eigen
aardige manier door naar de deur te wijzen.
En nu bewees het antwoord der vreemde
dame, dat zij eindelijk geneigd was aan de
zeer duidelijke roepstem gehoor te geven.
„Ik ga al, beste man. Veronderstel als 't
u blieft niet, dat ik lust heb een oogenblik
langer te vertoeven op een plaats waar u
zich bevindt." Hij boog glimlachend. En tot
het jonge meisje sprak zij:
„En wat jou betreft Betty, ik begrijp vol
komen dat deze man sterker is dan ik. Ik
zal dus niet trachten je met geweld mee te
voeren. Maar verbeeld je niet, dat wij je
zullen veroorloven ons schande aan te doen
door je eigen wil door te zetten. Neen, dat
niet. Ik zal je loten bewaken. Weldra zal
hier iemand komen, die meer invloed op je
heeft dan ik; dan zal je wel overreed wor
den."
Zij keerde zich om en ging de kamer uit.
HOOFDSTUK IX.
Lady Betty.
Talbot deed de deur dicht en ging de
kamer in. Hij keek op zijn horloge. Hij
sprak alsof hij wenschte te doen vergeten,
dat er iets bijzonders gebeurd was.
„Het begint al laat te worden. Ik hoop
dat alles kiaar is voor de reis".
De toon, waarop zij antwoordde was
even bezorgd als de zijne zorgeloos ge
weest was.
„Neen, er is niets klaar voor wat je
noemt de reis".
Hij liet zich nog niet uit het veld slaan.
„Is dat werkelijk zoo Ik dacht dat u
zooeven zei, een klein poosje geleden, dat
alles klaar was".
Al do kalmte van zooeven was uit
haar stem verdwenen zij was een en al
opgewondenheid.
„Maar begrijpt u dan niet dat alles nu
veranderd is Begrijpt u dan niets of wilt
u niets begrijpen
„Ik heb mij tot levensregel trachten te
stellen niets meer te zien of te begrijpen.
Al wat ik nu wensch te weten is of u ge
reed is en niettegenstaande deze ontmoe
ting hoop ik dat u gereed is."
„En ik zeg u dat ik dat niet ben. Weet
u wie het was die u zooeven de kamer
hebt uitgezet
Hij scheen eenige verbazing voor te
wenden.
„Is dat niet een zonderlinge opvatting
van de zaak
„O, ik weet heel goed ik verlangde dat
ze heen zou gaan, maar toch, al deed u het
zoo beleefd mogelijk, u zette haar de ka
mer uit en daar bedank ik u zeer voor."
„Ik ben blij dat u er mij voor bedankt."
„Het was mijn zuster."
„Ja, dat veronderstelde ik wel de gelij
kenis was opvallend. Zij had nog geen hal
ve minuut beneden in de vestibule met
mij gesproken of ik dachtDat is de zus
ster van juffrouw Halam."
„Zij heet niet Hallam en ik ook niet."
„Dat vermoedde ik ook wel."
„Dus u wist van het begin af aan dat ik
niet te vertrouwen was. En wat heeft u
nog meer vermoed
„Het eenige wat ik nog meer vermoedde
was, dat ik iets begrepen had waarin ik
mij schijn vergist te hebben. Ik dacht dat
u gezegd had klaar te wezen voor de reis
en bereid te vertrekken met den eerstvol-
genden trein."
„Wees niet zoo ja weet u, als u zoo
praat dan weet ik niet of u het meent ja
of neen dat wil zeggen of u het niet
kwaad meent. U hoeft hierop geen ant
woord te geven. De naam van mijn zuster
is Fotheringham Lady Helena Forthe-
ringham, ik heet Betty wij zijn zusters
van den markies van Polkurston, die niet
alleen onze eenige broeder is, maar of
schoon wij massa's familieleden hebben
ik geloof dat wij verwant zijn aan de helft
van den hoogen adel van Engeland hij
ls de eenige bloedverwant die echt meere
kent. Zie zoo, nu weet u het".
„Dus ik begrijp, dat u Lady Betty Fothe
ringham is Zij knikte even. „Het eerste
oogenblik loen ik u op het balkon zag
staan, dacht ik bij mij zelf u hoeft er
mij niet om uit te lachen „Dat is een
echte lady". En het blijft ofschoon ik er
nooit een ontmoet had hoe goed ik dat
artikel beoordeelen kan. Lady Betty Fothe
ringham uw onderdanige dienaar het
is een ontzettend groote eer voor mij".
„Zeg wat bedoelt ge met al die nonsens
Wenscht go de eene beleediging bis de an
dere te voegen want als ik u vertel dat de
markies van Polkurston mijn broer is, dan
weet je best wat dat beteekent."
Nu was het of mijnheer Talbot haar
schuldbewust aanzag, of hij zijn excuus
wou maken.
„U moet bedenken dat ik regelrecht uit
de wildernis kom, dus volstrekt niet op de
hoogte ben van den loop van zaken. Uit het
vuur waarmee u mij die vraag doet, zou
ik opmaken, dat de markies van Polkur
ston mij aan iets moet herinneren en dat
doet hij ongelukkig niet."
„Meent u dat Spreekt u in ernst
„Ja volkomen van maatschappelijke
onderwerpen of politiek ben ik absoluut
niet op de hoogte. Bedenk wat ik u van
mijn leven verteld heb gedurende de laat
ste, ik weet niet hoeveel jaren".
„Dat is alles best mogelijk, maar er
is toch iets dat ik niet begrijp. U zegt dat
u Percival Talbot bent van „Monniksland".
„Ja juist en dio naam schijnt u aan
iets te doen denken ik vrees aan iets
onaangenaams en dat begrijp ik niet."
„Maar het is zoo zoo onverklaarbaar.
Zij wuifde met de handen in de lucht als
of ze naar iets tastte, naar iets dat niet
grijpbaar was. „Het brengt mij in zulk een
moeilijke positie, alsof dit niet al moeilijk
genoeg was. Weet u dan niet maar dat
moet u weten, natuurlijk weet u dat
Zij zweeg, alsof zij zeker meende dat deze
niet voleindigde zin begrijpelijk voor hem
moest wezen.
„Ja schijnbaar moest ik het natuurlijk
weten, maar het ongeluk wil dat ik het
niet weet. Toe vertel rnij, als het u niet
al te veel moeite kost, in liet kort wat ik
diende te weten indien u ten minste denkt
dat wij elkaar dan misschien beter zouden
begrijpen".
„Weet u niet dat uw oom, Reginald
Talbot, mijn broer naar de gevangenis
gezonden heeft
Dat deze vraag onverwacht was, men
had hem maar aan te zien om daar zeker
van te zijn: zoo onverwacht dat hij er bijna
zijn tegenwoordigheid van geest door ver
loor.
fWordt vervolgd.)