Dinsdag 16 April 1929 AMEPSFOORTSOH DAGEMLAD 27e Jaargang No. 242 ..DE EEM LAIN DER- BINNENLAND 20.000 ARBEIDERS BIJ PHILIPS Een feestelijke ontvangst REKKLNSCHE INRICHTINGEN DE SCHUTTEVAER IN NEVV-YORK Een droeve mislukking EEN NIEUW VERHOOR DER KROONS Mr. den Hollander aanwezig? FEUILLETON. De Plaatsvervanger Fabriek en stad in vlaggenlooi Men meldt uit Eindhoven Gistermiddag is door de directie van de Philips' fabrieken ce Eindhoven de 20000e arbeider ontvangen. Aanwezig waren de minister van arbeid, dr. Slotemaker de Bruine, de heer C. J. Zaalborg, directeur-generaal van den ar beid, mr. L. Lietaert Peerbonte, hoofd der afdeeling volksgezondheid, T. K. J. Heringa administrateur, hoofd der afdeeling handel en nijverheid, Z. D. Donker, hoofdinspecteur van den arbeid te Maastricht, A. Volmer, directeur-generaal van het werkloosheids- bureau, B. en W. van Eindhoven, bestuur van do Kamer van Koophandel voor Ooste lijk Noord-Brabant, het bestuur van de Fb- K. Werkgevers-vereeniging te Eindhoven. Aan de poort werd de 20,000ste ontvangen en toegesproken door dr. Philips en minis ter Slotemaker de Bruine. Dr. Philips overhandigde hem een cou vert met inhoud. Daarna werd een bijeenkomst in de vier de hall van het kantoor gehouden, waar het woord gevoerd is door minister Slotemaker de Bruine, den burgemeester van Eindho ven, den heer Verdijk, den heer Schellens, voorzitter van de Kamer van Koophandel, den heer Zaalberg, den onder-directeur van de V. V. Staal en Garenshroom, den heer Poldervaart voor de fabriekskern; de heer Schmidt sprak voor de fabriekscornmissie Het slotwoord werd gesproken door dr. Philips, uit wiens rede wij memoreeren, dat het aantal arbeiders te Eindhoven thans 20,000 is, in de verdere fabrieken in Nederland nog 5000 en in de fabrieken wel ke onder leiding van Philips staan in het buitenland, nog 10.000. De heer Philips deelde mede, dat deze groei als geheel natuurlijk is te beschou wen, en er wurdt onder het hooge personeel nog gemompeld van twee maal zooveel luid sprekers en driemaal zooveel toestellen. De zitting werd besloten met het rond dienen van champagne. Tal van bloemstukken werden aangebo den. Van de „Statendam" kwam een tele gram binnen van het hooger Philips-per- soneel, dat op weg naar Amerika is. De zitting werd draadloos uitgezonden.' De fabriek cn de stad zijn in vlaggentooi. EERSTE KAMER. S.-d. candidaten. De partijraad der S. D. A. P. heeft de volgende caiidi da ten lijsten vastgesteld voor de Eerste Kamerverkiezingen, die dit jaar- zullen plaats hebben. Voor de provincies Noord-Holland et» Friesland 1. H. Polak (aftr.), 2 C. Pot huis—Smit (aftr.), 3 F. M. Wibaut (aftr.), 4 J. Oudegeest, 5 M. A. Reinnlda, 6. J. Kolk. 7 L. v. d. Wal, 8 S. de Wolff. Voor de provincies Noord-Brabant, Zee land, Limburg en Utrecht 1 P. Moltmaker (aftr.,) 2 G. F. Lindeijer (aftr.). 3 Chr. v. d. Bilt. 4 J. F. Ankersmit. 5 P. G. Gruijs, 6 J. H Paris, 7 L. Onderdijk. (Volk). EEUWFEEST KANAAL APELDOORN—HATTEM. In oen bijeenkomst ter bespreking van de plannen voor de feestviering ter herden king van het 100-jarige bestaan van het ka naal Apeldoorn—Hattem, waarin de ge meentebesturen van Apeldoorn, Epe, Heer- de en Hattem vertegenwoordigd waren, is voorloopig beslofon tot een dag- en avond- versiering aan het havenhoofd te Apel doorn, een opvaart van Hattem en Apel doorn, waartoe de autoriteiten der gemeen ten uitgenoodigd zullen worden, na aan komst te Apeldoorn een optocht te houden cn een krans te hechten aan het borstbeeld van koning Willem I op het Voor-Markt plein. Prins Hendrik heeft zich voorloopig bereid verklaard, het eere-voorzitterschap van het feestcomité te aanvaarden. De mi nister van waterstaat, de commissaris der koningin in Gelderland en do hoofd-inge- nieur van den provincialen waterstaat in die provincie zullen deel uitmaken van dat comité. 1928 een belangrijk jaar Onder voorzitterschap van den heer E. Rene van Ouwenaller had dezer dagen de jaarlijksche Algemeeno Ledenvergadering plaats van de Vereeniging tot Stichting van Christelijke Inrichtingen voor verpleging van Zwakzinnigen, gevestigd te Amsterdam, meer bekend als de Rekkcnsche Inrichtin gen. De periodiek aftredende Bestuursleden Mr. W. F. Schokking, Ir. B. J. Haitsma Mu iier en Mr. B. I. D. Zubli werden allen her kozen. Het Bestuur werd gemachtigd tot het sluiten van een leening groot 29.000 onder verband van tweede hypotheek. Uit het jaarverslag van den Directeur, Dr. W. L. Slot Jr. bleek dat 1928 voor de Ver eeniging weer een belangrijk jaar is ge weest. In dit jaar toch werd een aanvang gemaakt met den bouw van een nieuwe In richting, op ecnigen afstand van do oude Inrichting, waarin zij. die onder de Psychc- pathenvvetten vallen, verpleging zullen vinden. Deze inrichting zal waarschijnlijk binnenkort geopend kunnen worden. Voorts kon begin 1928 de Ambachtsschool geopend worden, waardoor werd voorzien in een ja renlang gevoelde behoefte. Aan een goede werkgelegenheid in de vrouwenafdeeling is nog dringend gebrek. Het aantal verpleegden bedroeg op 31 De cember van het verslagjaar 200, in dit ge tal zijn de buiten-verpleegden inbegrepen. Er werden in totaal 70724 verpleegdagen ge noteerd. De gezondheidstoestand var de patiënten was over het algemeen uitstekend. Nog steeds heeft de exploitatie plaats on der de ongunstige omstandigheid, dat er voor een belangrijk aantal verpleegden slechts minder dan het minimum-verpleeg- gcid betaald kon worden. Dank zij de ont vangst van een beduidend bedrag aan gif ten en contributies kon de exploitatie-reke ning echter toch sluitend gemaakt worden. Dit jaar werd een aanvang gemaakt met het plaatsen van busjes, waarvoor steeds veel belangstelling gevonden werd. Intus- schen kunnen er nog veel van die busjes geplaatst worden. Ook in de toekomst zal krachtige financieele steun, om de idealen van den Directeur te verwerkelijken, drin gend noodig zijn. Deze idealen strekken alle om de verpleging van zwakzinnigen en psy- chopallien te verbeteren. STAKING VAN SCHILDERS TE LEEUWARDEN. Om vacantia te krijgen in 1930. De Telegraaf verneemt uit Leeuwarden De stoking der schildersgezellen te Leeu warden is een feit geworden. Wel was door de patroons een verhooging van 2 cent per uur voor Leeuwarden toegezegd, zoodat de strijd nu alleen gaat over een vacantie in 1930. Ook de tusschenkomst van den rijks bemiddelaar had geen succes, zoodat gis termorgen de staking is uitgebroken. Een 60-tal patroons is bij deze staking betrok ken. terwijl er hoogstens tien gezellen wer ken. Eenzaam aan de stille werf De New Yorlcsche berichtgever van het Hbld. meldt d.d. 5 April: Aan het eind van een houten pier, ver vooruitspringend in den Hudson, zat ik op een ducdalf. De mist verborg geheel den Manhattan-kant van de rivier en verwazig- de de New Jersey-zijde, waaraan de werf van de North River Boat Works gelegen is. Een wonderlijk mengsel, die werf, rijen motorjachten voor hun winterslaap op het droge gehaald, een reusachtige half ver brande stoompont, gedeeltelijk in de mod der weggezonken, vermolmde lichters. Alles omspoeld door water, dat een groote reis langs de bewoonde wereld heeft gemaakt, om vlak bij de zee nog een laatste vergaar bak van een wereldstad te worden. Het ver toont giftige kleuren, die me doen terug deinzen er een brandend eindje cigaret in te gooien. Het is er doodstil, af en toe onderbroken door den plomp van een rat nf het geloei van booten uit de mistige verte, want ter hoogte van de l?0ste straat is het verkeer te water al beel klein. En vlak voor me schom melt zachtjes een kleine boot heen en weer, heelemaal gesloten met een paar lui ken en ronde kijkglazen, half wit, half groen geschilderd cn aan den masttop han gen slap de Amerikaansche en Nederland- sche vlag. Het roer is met ijzerdraad ge kramd en blijkbaar gespleten, de mast ver toont groote overlangscho scheuren, het me taalwerk buitenaan is roestig. En tocb is het aan alles te zien, dat het geen verwaar- loozing is, maar dat het golvengeweld er de oorzaak van is. Ik zou in het binnenste willen zien, waar de oude zeerob Schutte- vaer met zijn twee lotgenooten zulke be nauwde uren doorleefd hebben, want ik wéét zeker, dat het er keurig zal zijn. De buitenverf vertoont hier en daar lee- lijke krassen cn scheuren, zeker opgedaan bij het aan boord hijschèn op de stoomers, die het scheepje via Porto Rico naar New York brachten. En toen hot weer in de East River te water was gelaten, werd het door een sleepboot getrokken voorbij de plek, waar het anders in glorie tentoon zou zijn gesteld voor de New Yorkers, Battery Place. Maar niemand zag het zijn tocht ver de Hudson op vervolgen, tot het hier eenzaam aan de stille werf kwam te liggen, zonder kijkers, zonder fotografen, zonder zelfs een lid van de bemanning. Toch heeft het dat lot niet verdiend, het is nog even .zeewaar dig als toen het den Waterweg uitvoer. Storm en tegenwind overwonnen niet de boot, maar de opvarenden, die een week zonder proviand en drinkwater het moesten opgeven en door een brandende oliejas in den mast de aandacht trokken van den langs varenden Portugees, die hen aan boord nam, de overwonnenen en de onzink- bare. Het moet een bittere reis voor de drie mannen geweest zijn naar West-Indic en wat moet er door Sehuttevaer heengegaan zijn, toen de New Yorksche horizont op doemde voor zijn oogen? Wie zal zich inleresseeren voor zijn bootje? Behalve de „World" vermeldde geen an dere krant iets van zijn aankomst; het drie tal was uiterst terughoudend, maar heeft het reisverhaal te boek gesteld in de hoop het te kunnen verkoopen. Maar waar ligt eenige belangrijkheid in de Odyssee van deze drie man in een boot, die zelfs niet half den Oceaan op eigen kracht oversta ken? Het is een droeve mislukking gewor den, te droeviger, omdat do leider van den tocht een man op jaren is. Geen publieke belangstelling, geen aanbiedingen wachtten hen hier, maar eenzaamheid, groote onkos ten. Maar een Nederlander kwam hun te hulp, wiens naam in de laatste jaren ook geklon ken heeft in verband met Oceaantochten, Anton Fokker; de uitersten raken elkaai. En in plaats van alleen in het Zeemans Instituut te zitten, waren ze voortdurend op stap. Alle moeite werd er gedaan rucht baarheid te geven cn dezen morgen om elf uur zouden fotografen en Fox Movietone News komen; daarom wachtte ik, hopend eindelijk het drietal te kunnen spreken. Een heimachine begon zijn zooveelsten paal in te rammen, de mist was opgetrokken en een bleek zonnetje brak door, het handjevol werfarbeiders had zijn twaaluurtje al op en nog zat ik daar alleen. Toen ze weer aan het werk togen, ben ik maar weggegaan. Naar het Volk verneemt, zal het echtpaar Kroon hedenochtend 10 uur te Dordrecht aan een nieuw verhoor van den rechter commissaris, mr. van Aken, onderworpen worden. Uit het feit, dat mr. den Hollander hier van officieel in kennis gesteld is, schijnt de conclusie getrokken te kunnen worden, dat hij bij dat verhoor aanwezig mag zijn. RIJKSMUSEUM VAN NATUURLIJKE HISTORIE. Wijlen de heer II. A. de Vos tot Neder- voen Cappei te Apeldoorn heeft bij testa mentaire beschikking, vrij van successie rechten aan het Rijksmuseum van Natuur lijke Hos tor ie tc- Leiden vermaakt een bui tengewoon zorgvuldig geordende verzame ling vlinders, bevattende ongeveer 6.500 exeinplarer. in 090 soorten, allo in Neder land gevangen, benevens een klein aantal exotische \lioders een en ander geborgen in 52 glasladcn. Wijlen de heer C. P. G. C. Balfour Bur leigh te Amersfoort heeft eveneens bij tes tamentaire bcsch.kking en vrij van succes sierechten aan genoemd museum gelega teerd een uitgebreide collectie palaearkti- schc, groolendLRls Nederlandsche vlinders, bevattende rjira ölüü exemplaren in G30 soorten. ERNSTIGE MISHANDELING. Zondagavond omstreeks half tien ver scheen de bewoner van een perceel in de Wagenstraat te Amsterdam met een ern stige hoofdwonde op straat cn verzocht eon zijner buren hem naar het binnengasthuis te brengen. Deze voldeed aan dit verzoek, doch op het Rembrandtplein kon de ge wonde man, die door bloedverlies was uit geput, niet verder gaan. Zijn geleider bracht hem daarna naar het politieposthuis op den hoek van de Halvemaansteeg. Daar bleek, dat de wonde van den man veroor zaakt was door slagen met een zwaar voor werp. Hij werd per zieken-auto naar bet Binnengasthuis vervoerd, zoo meldt het Hbld. De man kon of wilde aanvankelijk geen enkele verklaring geven. De politie kwarn slechts te weten, dat deze man met een vrouw samenwoont en dat zij samen waar schijnlijk onecnigheid gehad hebben. De vrouw was echter in de woning niet te vin den. Wel vond men daar een lampetkan, die aan diggelen gegooid was. Men ver moedt nu, dat de vrouw deze lampetkan op het hoofd van den man heeft stukgeslagen cn, het ernstige gevolg hiervan ziende, van schrik op den loop is gegaan. Ze is nog niet wedergekeerd. De man verklaarde gistermorgen, dat er slechts een ongeluk gebeurd was; hij zou slechts in een scherf gevallen zijn. Zijn toe stand is nog ernstig, doch niet levensge vaarlijk. Als in 't voorjaar 't schuchter bloempje, Langzaam uit haar slaap ontwaakt, En de warme zon het eind'lijk, Tot een kost'lijk wonder maakt, Als diezelfde zon als 't ware, Door haar warme stralenkracht Gansch d' natuur heeft omgetooverd, Tot een grootsche bloemenpracht, Als dan al die bloemen schitt'ren In het kleedje, smetloos rein. Zien we bloem en struik herboren, Door de voorjaarszonneschijn. 't „Emma-bloempje'' groeit in donker, En ontluikt door 't zwartste leed. Vrees'lljk lijden was de kracht die Deze bloem ontspruiten deed. 't Was een trieste, wreede akker, Waar dit bloempje wassen kon. Doch zij brengt in 't diepste donker Vaak de louterende zon. And're bloemen e i s c h e n warmte Zouden anders er niet zijn. 't „Emma-bloempje" schenkt dat milde, Brengt aan velen „zonneschijn". m m Morgen komt dat „Emma-bloempje" Als een smeekend afgezant Uit de duist're, donk're dreven, Naar ons heerlijk lichte land, En ze vraag U mee te deelen Van Uw groot en rijk geluk, Om als mensch te gaan verlichten And'rer, medemenschen, juk. Als het „Emma-bloempje" vraagt om Hulp en steun in diepe smart, Open dan Uw beurs en antwoordt, Luist'rcnd naar de stem van 't hart. Of nog beter: leg Uw bijdraag' Klaar voordal g' Uw dagtaak zoekt. Op uw levens-grootboek hebt ge Dan een mooie winst geboekt. Woensdag zij onz' Stad een lusthof, Waar alleen dat bloempje groeit, 't „Emma-Bloempje". waardoor elders Leed tot dank'bre vreugd vergroeit! Waar de „Emma-bloem" gaat wass^p. Praalt als rijke bloemen-zee, Glinst'rcnd in het gouden zonlicht, Stikt het onkruid T.B.C.Ü GROEGROE. (Alle rechten voorbehouden). MINISTER LAMBOOY. De minister van Defensie de heer Lam- booy, is voornemens a s. Woensdag, verge zeld van zijn marine-adjudant, luifenant ter zee eerste klasse Hevdt, de op do scheeps- bouw-maatschappij „Fyenoort" in aanbouw zijde torpedoboot jagers in oogenschouw te nemen. DE KWESTIE-VRIJMAN. De Kamercommissie voor eervol ontslag en recht op pensioen. Naar aanleiding van adressen inzake de bekende kwestie van den heer J. A. W. Vrijman, gewezen Rljksbouwkundlge, zegt de betreffende commissie uit de Tweedo Kamer, dat bij de beslissing over de vraag, welke houding de Staat tegenover de cre diteuren van den heer Vrijman heeft aan te nemen, een ruim plaats moet worden ingeruimd aan overwegingen van billijk heid, met name wat de billijkheid vordert tegenover den heer Vrijman, die de leve ringen, waarover het gaat, niet in zijn be lang, maar ten behoeve van den Staat heeft gesloten. De meerderheid der commissie Is boven dien van oordeel, dat er termen zijn om het ontslag van den heer Vrijman te ver anderen in een eervol ontslag. Voorts is de commissie van meening, dat de heer Vrijman geen pensioenaanspraken heeft verloren. Een gedachte uit levenservaring geboren is meer waard dan tien uit boeken geleerd. FREYTAG. door RICHARD MARSH. Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W. 22 „Mevrouw, ik hoop dat u het mij in deze omstandigheden wel wilt vergeven, indien ik u nogmaals herinner dat dit mijn kamer is. U kunt niet verlangen dat ik bel om een kellner. U is uit zichzelf binnengeko men, zou het niet wel zoo aangenaam voor u zijn als u zichzelf uitliet?" Nog steeds deed zij haar best noch van hem, noch van de open deur eenige notitie te nemen; zij wendde zich weder tot het Jonge meisje: „Dus je wilt mij dat besluit onherroepe lijk doen beschouwen?" „Ja." „Terwijl je weef wat de gevolgen ervan rijn." „Ik ben niet vsiantwoordclijk voor de ge volgen." „Tracht niet te huichelen cn >-2t regen- deel te beweren; je bor:t overal verant woordelijk voor." Zij zweeg ol.-of zij ant woord verwachtte, maar het jvige n:e.9je zei fiiers. Zij zag haar aar. met opeen ge perste lippen en fonkelende oneer „Ben je Diet van plan antwoord te geven?" Hier kwam de jonge man weder tus- schenbeiden. „Pardon, juffrouw Hallam beeft geantwoord. Noodzaak mij niet onbe leefd te wezen tegenover een dame, me vrouw." Hij eindigde zijn .volzin op zijn eigen aardige manier door naar de deur te wijzen. En nu bewees het antwoord der vreemde dame, dat zij eindelijk geneigd was aan de zeer duidelijke roepstem gehoor te geven. „Ik ga al, beste man. Veronderstel als 't u blieft niet, dat ik lust heb een oogenblik langer te vertoeven op een plaats waar u zich bevindt." Hij boog glimlachend. En tot het jonge meisje sprak zij: „En wat jou betreft Betty, ik begrijp vol komen dat deze man sterker is dan ik. Ik zal dus niet trachten je met geweld mee te voeren. Maar verbeeld je niet, dat wij je zullen veroorloven ons schande aan te doen door je eigen wil door te zetten. Neen, dat niet. Ik zal je loten bewaken. Weldra zal hier iemand komen, die meer invloed op je heeft dan ik; dan zal je wel overreed wor den." Zij keerde zich om en ging de kamer uit. HOOFDSTUK IX. Lady Betty. Talbot deed de deur dicht en ging de kamer in. Hij keek op zijn horloge. Hij sprak alsof hij wenschte te doen vergeten, dat er iets bijzonders gebeurd was. „Het begint al laat te worden. Ik hoop dat alles kiaar is voor de reis". De toon, waarop zij antwoordde was even bezorgd als de zijne zorgeloos ge weest was. „Neen, er is niets klaar voor wat je noemt de reis". Hij liet zich nog niet uit het veld slaan. „Is dat werkelijk zoo Ik dacht dat u zooeven zei, een klein poosje geleden, dat alles klaar was". Al do kalmte van zooeven was uit haar stem verdwenen zij was een en al opgewondenheid. „Maar begrijpt u dan niet dat alles nu veranderd is Begrijpt u dan niets of wilt u niets begrijpen „Ik heb mij tot levensregel trachten te stellen niets meer te zien of te begrijpen. Al wat ik nu wensch te weten is of u ge reed is en niettegenstaande deze ontmoe ting hoop ik dat u gereed is." „En ik zeg u dat ik dat niet ben. Weet u wie het was die u zooeven de kamer hebt uitgezet Hij scheen eenige verbazing voor te wenden. „Is dat niet een zonderlinge opvatting van de zaak „O, ik weet heel goed ik verlangde dat ze heen zou gaan, maar toch, al deed u het zoo beleefd mogelijk, u zette haar de ka mer uit en daar bedank ik u zeer voor." „Ik ben blij dat u er mij voor bedankt." „Het was mijn zuster." „Ja, dat veronderstelde ik wel de gelij kenis was opvallend. Zij had nog geen hal ve minuut beneden in de vestibule met mij gesproken of ik dachtDat is de zus ster van juffrouw Halam." „Zij heet niet Hallam en ik ook niet." „Dat vermoedde ik ook wel." „Dus u wist van het begin af aan dat ik niet te vertrouwen was. En wat heeft u nog meer vermoed „Het eenige wat ik nog meer vermoedde was, dat ik iets begrepen had waarin ik mij schijn vergist te hebben. Ik dacht dat u gezegd had klaar te wezen voor de reis en bereid te vertrekken met den eerstvol- genden trein." „Wees niet zoo ja weet u, als u zoo praat dan weet ik niet of u het meent ja of neen dat wil zeggen of u het niet kwaad meent. U hoeft hierop geen ant woord te geven. De naam van mijn zuster is Fotheringham Lady Helena Forthe- ringham, ik heet Betty wij zijn zusters van den markies van Polkurston, die niet alleen onze eenige broeder is, maar of schoon wij massa's familieleden hebben ik geloof dat wij verwant zijn aan de helft van den hoogen adel van Engeland hij ls de eenige bloedverwant die echt meere kent. Zie zoo, nu weet u het". „Dus ik begrijp, dat u Lady Betty Fothe ringham is Zij knikte even. „Het eerste oogenblik loen ik u op het balkon zag staan, dacht ik bij mij zelf u hoeft er mij niet om uit te lachen „Dat is een echte lady". En het blijft ofschoon ik er nooit een ontmoet had hoe goed ik dat artikel beoordeelen kan. Lady Betty Fothe ringham uw onderdanige dienaar het is een ontzettend groote eer voor mij". „Zeg wat bedoelt ge met al die nonsens Wenscht go de eene beleediging bis de an dere te voegen want als ik u vertel dat de markies van Polkurston mijn broer is, dan weet je best wat dat beteekent." Nu was het of mijnheer Talbot haar schuldbewust aanzag, of hij zijn excuus wou maken. „U moet bedenken dat ik regelrecht uit de wildernis kom, dus volstrekt niet op de hoogte ben van den loop van zaken. Uit het vuur waarmee u mij die vraag doet, zou ik opmaken, dat de markies van Polkur ston mij aan iets moet herinneren en dat doet hij ongelukkig niet." „Meent u dat Spreekt u in ernst „Ja volkomen van maatschappelijke onderwerpen of politiek ben ik absoluut niet op de hoogte. Bedenk wat ik u van mijn leven verteld heb gedurende de laat ste, ik weet niet hoeveel jaren". „Dat is alles best mogelijk, maar er is toch iets dat ik niet begrijp. U zegt dat u Percival Talbot bent van „Monniksland". „Ja juist en dio naam schijnt u aan iets te doen denken ik vrees aan iets onaangenaams en dat begrijp ik niet." „Maar het is zoo zoo onverklaarbaar. Zij wuifde met de handen in de lucht als of ze naar iets tastte, naar iets dat niet grijpbaar was. „Het brengt mij in zulk een moeilijke positie, alsof dit niet al moeilijk genoeg was. Weet u dan niet maar dat moet u weten, natuurlijk weet u dat Zij zweeg, alsof zij zeker meende dat deze niet voleindigde zin begrijpelijk voor hem moest wezen. „Ja schijnbaar moest ik het natuurlijk weten, maar het ongeluk wil dat ik het niet weet. Toe vertel rnij, als het u niet al te veel moeite kost, in liet kort wat ik diende te weten indien u ten minste denkt dat wij elkaar dan misschien beter zouden begrijpen". „Weet u niet dat uw oom, Reginald Talbot, mijn broer naar de gevangenis gezonden heeft Dat deze vraag onverwacht was, men had hem maar aan te zien om daar zeker van te zijn: zoo onverwacht dat hij er bijna zijn tegenwoordigheid van geest door ver loor. fWordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5