DE MOORD TE GIESSEN-NIEUWKERK
JU
ONDERHOUD MET DEN HEER STUY
ZONDERLINGE DINGEN
GEBEURD
Persconferentie met
Mr van Meerten
Het echtpaar Kroon gehoord
Men meldt ons uit Den Haag:
Gistermiddag had een aantal vertegen
woordigers der pars een onderhoud met mr.
van Meerten to 's Gravcnhage over de be**
kendo kwestie van den moord te Giessen-
Nieuwkerk.
Zooals men weet had deze moord plaats
in den nacht van 3 op 4 Augustus 1923, en
werden Teunissen en Klunder als verdacht
hiervan, door de rechtbank te Dordrecht
veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf.
In hooger beroep werd mr. van Meerten,
door het Haagsche Ilof toege\oegd als ver
dediger van Klunder.
Deze toevoeging ging echter niet door, om
dat Klunder mr. van Tricht als gekozen
verdediger had genomen.
Daarna heeft het Gerechtshof zonder meer
het vonnis der rechtbank bevestigd.
Mr. van Meerten werd echter weer in de
zaak geroepen, toen hij uit het Huis van
Bewaring te den Haag een briofjo van Teu
nissen ontving, en kort daarop ook van
Klunder, rnet het verzoek, om voor cassatie
te zorgen, en cm zich in verbinding te stel
len met den aannemer Stuy te Baarn.
Bij dezen Stuy, die de reparatie van de
spoorlijn Buldersteeg—Dordrecht had aan
genomen, waren Teunissen en Klunder in
dienst, de eerste als uitvoerder van het
werk, do andere als timmerman. Tevens is
Stuy een zwager van Teunissen. Echter
niet als zoodanig heeft de heer Stuy zich
voor deze zaak gespannen, doch omdat hij
absoluut van de onschuld zijner onderge
schikten overtuigd is.
Mr. van Meerten is toen de stukken gaan
bestudeeren en daarbij werd hij direct ge
troffen doordat elk motief voor een moord
door Teunissen en Klunder ontbrak.
Volgens de justitie zou de opzet diefstal
zijn geweest en inderdaad werd ook een be
drag van ongeveer 5.— gemist, maar mr.
van Meerten kan zich niet voorstellen dat
men voor een dergelijk gering bedrag dat
er weinig te halen was, kon iedereen we
ten, want Giessen-Nieuwkerk is een zeer
onbeduidende halte, waar weinig kaartjes
worden verkocht een diefstal zou plegen
en dat nog wel op een afstand van 14 K.M.
van het huis, waar Teunissen en Klunder
zich dien avond bevonden. Bovendien ver
dienden beiden een zeer behoorlijk week
loon, terwijl Teunissen dien avond een aan
zienlijk bedrag bij zich had voor het uitbe
talen van weekloonen.
Mr. van Meerten deelde verder mede, dal
Teunissen een blanco strafregister heeft,
terwijl Klunder nooit eenig vermogensde
lict heeft begaan.
Wat de zaak zelve betreft, wees mr. van
Meerten er op, dat Kroon, te wiens huizo
het gezelschap den avond van den moord
vertoefde, eenige weken na den moord is
aangehouden, en toen aanvankelijk alles
heeft ontkend, n.l. dat Teunissen en Klun
der in den loop van den avond eenigen tijd
zijn weggeweest en ook, dat de bewuste ha
mer van hem was.
Op 14 Augustus 1923 heeft de ijscoventer
Mijnster er de aandacht op gevestigd, dat
Klunder op den avond van den moord eerst
om half drie 's nachts in zijn kosthuis bij
Bouwmeester is thuisgekomen. Dit was hem
verdacht.
De vrouw van Bouwmeester heeft nog
verklaard, dat zij op de kleeren van Klun
der geen bloedvlekken heeft aangetroffen,
en dat zij ook nimmer den bewusten hamer
bij de gereedschappen van Klunder heeft
gezien.
Op 6 Maart 1925 heeft Kroon eindelijk be
kend, dat de hamer van hem was. Voorts
verklaarden hij en zijn vrouw, dat Teunis
sen en Klunder des avonds langen tijd zijn
weggeweest, en dat dezen voor dien tijd om
den hamer en om een lantaarn hadden ge
vraagd. Toen zij terugkwamen, zou Teunis
sen op een vraag, waar zij den hamer had
den gelaten, geantwoord hebben, dat ze
daarmee in Giessen-Nieuwkerk een vent
hadden kapot geslagen en dat zij den ha
mer daar hadden laten liggen. Deze mede-
deeling werd zonder eenige emotie aange
hoord, en juist cmurom moet deze verkla
ring als geheel onwaar worden beschouwd.
Daarbij komt, dat Vermeer, die dien avond
eveneens aanwezig was, op 18 Ma At 1925
verklaard heeft, van dat alles niets te heb
ben genoord.
Ook zijn Teunissen en Klunder slechts even
buiten geweest. Op 27 Maart is Vermeer op
dit laatste teruggekomen in dien zin, dat
hij toen maar nadat hij 72 dagen had ge
zeten heeft gezegd, dat beiden geruimen
tijd zijn weggeweest.
Deze Vermeer heeft op mr. van Meerten
een absoluut betrouwbaren indruk ge
maakt, en ook de verschillende recherches
van mr. van Meerten hebben hem zeer ver
sterkt in zijn overtuiging, dat Teunissen en
Klunder onschuldig zijn veroordeeld.
Op ultnoodiging van mr. A. H. Roobol,
uit Arnhem, den advocaat, die op het
oogenblik de raadsman is van J. C. Klun
der en J. Teunissen. door de rechtbank te
Dordrecht tot 15 jaren gevangenisstraf ver
oordeeld ter zake van moord op den sein
huiswachter De Jong, heeft een verslagge
ver der N R. Ct. gisteren een bezoek aan
Dordrecht gebracht. En gebivakkeerd in
een café tegenover het gerechtsgebouw,
waar we zoo zegt hij den heer Stuy,
den zwager van Teunissen hebben ontmoet
en het echtpaar Kroon, dat thans verklaart
bij de behandeling van de moordzaak voor
de rechtbank een meineed te hebben afge
legd.
Het onderhond met den
heer Slny.
Laten we voorop stellen, dat de heer
Stuy, die van 1923 af, toen Teunissen en
Klunder, die in zijn dienst waren voor het
eerst werden gearresteerd als verdacht van
den moord, met deze zaak zich heeft bezig
gehouden, die geld noch moeite of tijd heeft
ontzien en dat nog niet doet om de naar
zijn meening onschuldig veroordeelden uit
de gevangenis te helpen, iemand is van
waarschijnlijk een dikke vijftig jaar, en
een bezadigden, betrouwbaren indruk
maakt. De heer Stuy is aannemer, heeft te
Nijmegen gewoond en woont thans te
Baarn. ïn 1919 is hij, toen weduwnaar, ge
huwd met de zuster van Teunissen, die als
huishoudster bij hem in betrekking was.
Teunissen werd later door hem te werk
gesteld en was in Juli 1923 als onderbaas
werkzaam bij onderhoudswerken van de
spoorwegen lusschen Buldersteeg cn het
rangeerterrein IJsselmonde, op welk baan
vak men de halte Giessen Nieuvvkerk vindt.
Klunder behoorde tot de onder Teunissen
werkzame arbeiders.
Nieuwe dingen, die eon verrassend licht
werpen op do zaak TeunissenKlunder,
heeft do heer Stuy in het onderhoud niet
verteld. We hebben getracht, hem op de
zijpaden, die hij tijdens het onderhoud tel
kens insloeg niet te volgen, maar In groote
lijnen het verloop van het geding, van 1923
af tot op den buidigen dag te reconstruee-
ren. Het kan zijn nut hebben, als men bij
het mogelijke verdere verloop van de zaak
zich wil oriönteercn Zorgvuldig hebben we
er ons voor gehoed in een appreciatie van
getuigenverklaringen te treden.
Bekend is, dat de seinwachter de Jong
in den nacht van 3 op 4 Augustus 1920 is
vermoord geworden op eenigen afstand
van zijn woning. ïn dien nacht hadden
Teunissen en Klunder le Sliedrecht ten
huize van het echtpaar Kroon deelgeno
men aan wat we nu maar vergoelijkend
een feestje zullen noemen. Van dat feestje
waren ze eenigen tijd weggeweest.
Reeds spoedig na den moord, aldus de
heer Stuy, werd Klunder verdacht en enke
le weken na het feit is hij te Dordrecht,
waar hij woonde, gearresteerd. Teunissen
is na die arrestatie naar de justitie gegaan
met de bedoeling aan te toonen, dat Klun
der den moord op den seinhuiswachter niet
begaan kon hebben. Al dadelijk werd toen
de bewering geuit, dat Klunder en Teunis
sen vrienden waren. De heer Stuy, in zijn
relaas, kwam tegen deze bewering op.
Teunissen was onderbaas en d« verhoudin
gen zijn bij een werk met betrekkelijk weinig
personeel, als waarvan hier sprake was
zoo, dat men van vriendschap tusschen den
uitvoeder, wat T. was, en een van de leden
van zijn personeel niet kan spreken. Klun
der dronk nog al en Tennissen had meer
malen zijti plan onder woorden gebracht
Klunder gedaan te geven. Zelfs heeft
Teunissen, toen hij later voor ander
erk naar Zevenaar moest, geweigerd
Klunder mee te nemen. Zou Teunissen. als hij
met Klunder samen een moord had begaan,
zijn mededader in zoo'n geval in den steek
hebben durven laten?
Men weet, dat de Dordtsche justitie, na
dat Klunder was opgesloten, ook Teunissen
arresteerde. Dat geschiedde op een Vrijdag.
Juist den Woensdag tevoren had de heer
Stuy aan Teunissen f 500 gegeven ter uit
betaling van de loonen op Zaterdag. De
heer Stuy heeft het feit van die f 500
doet er eigenlijk niet toe, maar. aan deze
dagen heeft hij zijn herinneringen gebon
den toen mr. Scherpcnberg te Nijmegen,
zijn toenmalige woonplaats, opgebeld cn
diens advies ingewonnen over de vraag,
wat hem te doen stond en hoe lang deze
voorloopige hechtenis duren kon. 's Maan-
dagsóchtends is dn heer Stuy naar Dor
drecht vertrokken en heeft daar de loonen
van zijn arbeiders uitbetaald cn tegelijk aan
twee van hen, Vermeer en van Rooyen,
waarvan de eerste het feest bij de Kroon
ook had bijgewoond, gevraagd wat er in den
bewusten nacht van 3 op 4 Augustus was
gebeurd. Vermeer, die later in alle instan
ties order eedc heeft verklaard, dat de ge
tuigenis door de Kroon afgelegd, valsch
was, heeft bij die gêlegenheid het volgende
meegedeeld: Teunissen was door de Kroon
op dien feestavond op bijzonder vriendelij
ke manier, waarbij hem zelfs het echtelij
ke bed was aangeboden, uitgenoodigd te
blijven slapen. Maar zij wisten, dat Teu
nissen in liet bezit van 500 was zooals
Stuy hem elke week bij zijn bezoek tor
hand stelde. Vermeer vertrouwde den
vriendelijken aandrang van de Kroons niet,
en waarschuwde Teunissen, als hij dan al
bleef, in elk geval eerst zijn geld in veilig
heid" te brengen. Wie nu het voorstel heeft
gedaan, Teunissen of Klunder, dat staat
niet vast, maar een feit is het, dat zij sa
men naar buiten zijn gegaan, en Teunissen
zijn geld aan Klunder heeft gegeven. Ten
huize van den Bouwmeesters, getuigen, die
ook in de zaak zijn gehoord, heeft Teunis
sen op verzoek van Klunder het geld nage
teld en het dezen overhandigd De Kroons
hebben in dien tijd tegen Vermeer gezegd:
Ga eens kijken, waar ze blijven! cn zelf is
vrouw Kroon ook naar buiten gegaan om
te zien, waar haar gasten toefden. Teunis
sen is na zijn geld te hebben afgedragen,
teruggegaan ter voortzetting van het feest.
Niet langer dan 10 k 15 minuten is het
tweetal weggeweest. Aldus Vermeer.
Na de arrestatie van Teunissen zijn ook
Vermeer en van Rooyen als getuigen opge
roepen om te verschijnen.. De heer Stuy
was er van overtuigd, dat Teunissen en
Klunder, althans de eerste door Vermeer
en Van Rooyen, na hun verklaring, zouden
worden meegebracht in de vrijheid, liet
goed van Teunissen was echter opgezonden
naar den heer Van Ledde Hulsehos voor
onderzoek op bloedsporen. Dit onderzoek
heeft geen resultaten opgeleverd en daar
op is Teunissen dan enkele dagen later
vrijgekomen. Dit was op 8 September. De
zaak is daarop doodgebloeid en eerst an
derhalf jaar later Is de justitie tot nieuwe
inhechtenisnemingen overgegaan. Inmid
dels was in September 1924 Klunder op een
schoen en een slof bij den heer Stuy te Nij
megen gekomen met het verzoek aan werk
te worden geholpen. De heer Stuy heeft-tUt
gedaan en eonigen tijd heeft Klunder te
Nijmegen gewerkt tot op een goeden dag
zijn zucht naar ongebondenheid, zoo al
thans meent de verteller, hem weer te
machtig werd en hij verdwenen was.
In November 1924 komt de rijksrecher
cheur de Jong dan op de proppen. Hij
zocht hier in Nijmegen naar den heer
Stuy, kwam bij diens broer terecht en be
gon bij dezen, die van de geschiedenis zoo
goed als niets afwist, over den moord tc
praten. Hij zou daar o.a. verteld hebben,
dat Klunder den moord had gepleegd, hij
had het bewijs daarvoor in handen. Teu
nissen had volgens den rijksrechercheur
medegedaan. Met den hamer van de Kroons
zou de Jong (de seinhuiswachter) zijn doodge-
slagen.
Een paar dagen na het bezoek van den
rijksrechercheur aan 's heeren Stuy's broer
hoorde de heer Stuy zelf te Goes, waar toen
de aanwijzing voor een aanbesteding plaats
had, het heele relaas en hij wist toen, dat
Klunder en Teunissen opnieuw verdacht
werden. De arrestatie volgde in Februari
1925. Teunissen werkte toen in Zeeuwsch
Vlaanderen. Met een brigadier uit Sluis
heeft de rijksrechercheur do Jong deze ar
restatie verricht. Bij deze gelegenheid heeft
de rechercheur een gefingeerden brief van
Klunder voorgelezen, waarin deze een be
kentenis aflegde en Teunissen als zijn me
deplichtige aanwees. Tonnissen bleef na
tuurlijk van het standpunt van den heer
Stuy ontkennen en daarna is het drama
eerst recht begonnen.
De Dordtsche justitie nam de zaak in
handen, do heer Stuy kreeg een brief van
Teunissen met het verzoek om hulp. Er ge
beurden naar Teunissen schreef, dingen,
die zijn verstand tc boven gingen. De heer
Stuy zegde zijn zwager hulp toe en richtte
inmiddels brieven aan den rechter-commis-"
saris, waarin hij dezen wees op enkele
tegenstrijdigheden.
Een door den heer Stuy te Dordrecht
aangeschreven advocaat, verwees dezen
naar mr. Salomonson. Mr. Salomonson
heeft hem, doelende op het onderzoek van
den rijksrechercheur De Jong cn het op
treden van den directeur van het Huis der
Bewaring te Dordrecht medegedeeld dat in
deze zaak dingeji geschiedden, die niet in
den haak waren. Op IS Sept. 1925 na een
zitting, die tot 's-nachts 12 uur duurde,
heeft de officier, mr. Croncnburg levens
lang gecischt tegen beide verdachten. Op
2 October volgde het vonnis: 15 jaar gevan
genisstraf In zijn requisitoir had het O.M.
den als getuige gehoord en Vermeer nog toe
gevoegd: Wat in het vat is, verzuurt niet!
Vermeer had den heer Stuy naar de be-
teekenis van deze uitdrukking gevraagd,
en deze, die zelf als getuige a décharge ge
hoord, ook nu weer getracht had, verschil
lende getuigenverklaringen te ontzenuwen,
wist geen andere verklaring dan dat de
officier hem Vermeer verdacht van mein
eed.
Ook voor het Hof hebben mr. S. Salo
monson en van Tricht de verdachten ver
dedigd. Het Ilof bevestigde het vonnis van
de rechtbank.
Mr. van Meerten treedt nu in de zaak.
Deze was n.l. aan Klunder toegewezen van
het Hof Mr. van Meerten heeft de cassatie
behandeld voor den Hoogen Raad; de cas
satie had echter geen succes. In Juli 1926
werden Teunissen cn Klunder naar de ge
vangenis te Leeuwarden overgebracht.
Een memorie door mr. van Meerten bij
mr. Xoyon ingediend over de zaak leidde
tot niets Later heeft men door den parti
culieren dedective van Gigh, een man, die
door mr. van Meerten eens geholpen was,
een onderzoek laten instellen. De Kroon»
woonden toen in een woonschuit in de
Heysche haven te Rotterdam Van Gigh en
een paar kornuiten hebben zich toen bij de
Kroons ingedrongen. De gegevens van
van Gigh en zijn vrienden zijn weer ver
werkt in een memorie aan den Hoogen
Raad. Deze gegevens gaven aanleiding tot
een opdracht aan mr. Cronenburg te Dor
drecht, die den brigade commandant der
rijksveldwacht Dorst te Numansdorp be
lastte met een nader onderoek. Deze briga
de-commandant ontdekte dat tusschen van
Gigh en zijn vrienden 'met vrouw Kroon
ongeoorloofde dingen waren gebeurd cn dit
is aanleiding geweest tot een staken van
het verdere onderzoek en een verwijt aan
mr. van Meerten, dat hij met deze middelen
had gewerkt. Mr. van Meerten was uit den
aard der zaak van deze gebeurtenissen
niet op de hoogte, maar moest er zijn spijt
over te kennen geven.
Weer een nieuwe figuur treedt nu op, een
zekere de Caluwe, die van bijzondere gods
dienstige opvattingen, de Kroons had aan
geraden als ze zich bezwaard voelden, maar
te bidden; Drost heeft met de Jong samen
de Caluwe bezocht tegen wicn de Kroons
zich hadden uitgelaten, flat zo voor de
rechtbank onder pressie en suggestie on
waarheid hadden gesprokon. Kort daarna
weer hadden de reclnsseeringsambtenaren
Kramer cn ds. Winkel, de gevangenispre
dikant uit Leeuwarden, zich tot den heer
Stuy gewend en hun overtuiging uitgespro
ken dat Teunissen en Klunder onschuldig
waren De eerste heeft weer een onderzoek
ingesteld en op de gegevens uit diens on
derzoek is in Juni 1928 een revisieverzoek
ingediend door mr. de Vrieze te Amster
dam. Eind 1928 is daarop een afwijzend ant
woord ingekomen van den advocaat-gene
raal bij den Hoogen Raad, mr. van Lier.
Aan deze re visie-aanvrage, was in 1927 nog
een andere poging voorafgegaan om de
zaak nog eens aanhangig ie maken, n i.
door de indiening van een klacht ter zake
van meineed tegen de Krbmis. Het onder
zoek door den rechler-cominilsaris mr Pau
lus te Dordrecht ingesteld, zoo was
het antwoord op dit onderzoek, heeft
niet geleid tot het aantoonen, dat
de Kroons meineedig waren. De instructie
is toen gesloten. Thans is deze instructie
weer heropond. Men weet uit wat er in de
laatste dagen gebeurd is, hoever deze in
structie thans gevorderd is.
In de heropende instructie in de meineed-
»zaak zijn de Kroons nu gisteren gehoord,
's Morgens te ongeveer 10 uur was het ver
hoor van vrouw Kroon, met mr. Cronen
burg als getuige begonnen. Het duurde
tot half twee. De vrouw vertelde aan de
N.R.Ct. te zijn gebleven bij wat zij in den
laatsten tijd als de volledige waarheid aan
mr. Roobol en mr. D. den Hollander, die nu
haar raadsman is, had verklaard. Mr. den
Hollander, die verleden week bij het eer
ste verhoor van de Kroons door den rech
ter-commissaris, mr. van Aken, niet was
toegelaten, mocht gisteren bij de verhooren
wel tegenwoordig zijn. Het stond hem als
raadsman der verdachten niet vrij over het
verboor mededeelingen te doen, maar wel
kon hij bevestigen, dat vrouw Kroon voet
bij stuk had gehouden. Verschillende ma
len zeide de vrouw zich opgelucht en blij
te gevoelen, dat nu eindelijk de waarheid
gebleken was. Als ze bij haar eerste ver
hoor zoo behandeld was als nu zou het
nooit zoo ver gekomen zijn, was haar oor
deel.
's Middags te half drie is het verhoor van
het echtpaar Kroon door mr. Van Aken
voortgezet. Ook nu weer in tegenwoordig
beid van mr. Den Hollander, die zich vol
daan toonde over het verloop ervan, al liet
Kroon zich dan ook uit, dat hij tegenover
mr. Bentfort van Valkenburg, die 's mid
dags als getuige was gehoord mr. Bent
fort is rechter-commissaris in de moord
zaak geweest zich niet kon uitspreken,
als hij wel gewenscht had.
Eén uitlating door de Kroons aan mri
Cronenberg toegeschreven, willen we ten
slotte nog vermelden: Indien blijkt dat
waar is, wat u zegt, dan heb ik me leelijk
in de luren laten leggen.
De Kroons hebben aanzegging gekregen,
dat ze vandaag weer gehoord zouden wor
den. Naar de N.R.Ct. vernam, zouden te
gen vandaag ook andere getuigen uit de
moordzaak zijn opgeroepen, o.a. de rijksre
chercheur De Jong.
De „Alkmaarsche Courant" had een on
derhoud met de te Winkel woonachtige wed.
Do Jong, de echtgenootc van den te Giesen-
Nieuwkerk vermoorden lijnwerker.
Deze vrouw, die geboren is te Winkel,
deelde mede. dat zij met haar man en
4 kinderen hoopvol naar Giosen-Nieuwkerk
was vertrokken, omdat de gezinsinkomsten,
aangezien zij daar als baanwachteres en
haltechef in functie kwam, belangrijk wer
den vermeerderd.
Nog maar vier weken, zoo vertelde zij
waren wij daar woonachtig, toen de mis
daad gepleegd werd. Mijn man had dienst
en moest 's nachts de sein-lichtcn nog uit
doen. Hij ging de spoorbaan op om de lich
ten aan te doen en toen hij terugkwam, on
geveer kwart voor elf, ging ik jui» -aar
naar bed. Daarna had hij gewonen dienst
in het seinhuis. Om half twaalf kwam er
nog een trein van Dordt, waarmede hij het
geld mee moest geven naar Gorincliem, het
geen ook is gebeurd.
Ongeveer om één uur was zijn dienst ge
ëindigd, doch toen ik des morgens om 5
uur opstond, ontdekte ik dat mijn man
niet aanwezig was. Bij onderzoek bleek de
deur van het seinhuis vast cn de sleutel
was afwezig.
„Ik risp om hulp".
Ik ging de achterdeur uit om hulp te roe
pen. Het eerst liep ik naar Kras, die vijf
minuten van ons af woonde en die mij veer
tien dagen onderricht had op het blokhuis.
Op mijn gillen kwamen ook reeds andere
buren op de fiets cn Kras met de anderen
gingen do lijn op om mijn man tc zoeken.
Kras vond hem met ingeslagen hersens en
den hamer tusschen de armen.
Eerst werd als verdachte Boxmeer aan
gehouden. Ik vond het bizonder toevallig
dat hij hetzelfde mes had als mijn man en
dat hij ook groene verf aan zijn overhemd
had, die afkomstig moest zijn van den re
genton, die door mijn zoontje een dag of
twee tevoren was geschilderd.
Ik begrijp don ook nog niet. dat ze daar
niet méér notitie van hebben genomen. ILj
bewees wel zijn alibi, doordat hij 's nachts
in het slaaphuis was gekomen, maar het is
de vraag of hij daaruit niet ongemerkt
weer vertrokken is cn er ongemerkt weer is
ingekomen
Op onze vraag, hoe zij over de veroor
deelden Teunissen en Klunder dacht, zeide
zij Daar moet ik mijn schouders voor op
halen. Ik had die menschen nooit gezien en
kan dus niets van hen zeggen. Toen zij met
mij in het gerechtsgebouw geconfronteeiu
werden, maakten zij op mij een gunstigen
indruk en ik zeide directMen kijkt wel
op een mensch. maar er niet in. doch ik
vind heelemaal niet, dat zij er uit zien als
bandieten.
De vrouw, die thans weer met energie-
haar huishouding bestuurt Gn voor haar
kinderen leeft, vertelde ons, dat zij vóór 6
jaar door het gebeurde zoo geschokt was
dat zij, toen zij zich weer in Winkel vestig
de, het eerste half jaar als het ware in ren
droom leefdo. Na een half jaar werd ik
ziek. waarna ik mij bewust werd, dat ik
mij aan de kinderen moest wijden. Nadat
ik den vorigen zomer geopereerd ben, zoo
zeide zij. heb ik den hnal ,weer beet gekre
gen en thans kan ik weer flink werken.
U begrijpt dat wij vol belangstelling vol
gen hetgeen thans in de bladen over het
geval wordt geschreven.
Voor mij is de zaak wel zeer pijnlijk, om-
voo7? WIE 'i' romw
WETEN OF 0«Ü i iHLkïLB'.
SPAREN
2e HET INDA'lT^REf. U'S IS'T LLN:G
SP - L-KUIS IN NLDER-
LAN uhr KAM ZE-ÜL
iutiiw&z:xeC
3e ONZE GARANTIES ZIJN: ALLE GCR.
üwREN ZIJN PIJ AFLEVE
RING V -.ZIEN VAN l
GEP TENTEERD l'DAN-
THREN HAN ELSMcRK.
SCHRIFTELIJKEGARANTIE
RECHTOPVOLLEVl RGOE-
DING MITS BIJ 'T IN AN-
THREN-HUIS GEKiCHf.
4e DE COL1ECTIE 1929 G RDIJN-,
MEUBEL-, E PANNIN -
ST FFEN, CR ET IJ NES,
KLEEDiNGSTOFFEN,
ENZ. LNZ. IS GEREED.
STALEN FRANCO. - WACHT U VCOR ZOO.
GENAAMDE ECHTHEIDS-
MERKEN OF SCHIJNG - -
RAN NES EN STELT DE
ZEKERHEID DEK NIET
TE OVERTREFFEN
IND NTHREN-KLEUREN
BOVEN VER.ROUWEN
IN SCH IJN BELOFTEN.
EEN GREEP UIT ONZE
VOO.nOEILIGE COLLECTIE:
CRETONNE- 80 EN 130 CM.
BREEO 5. 8b, 95 CT., ENZ.
ZWARE GORDIJN TOF-
FEN 13 O CM. BREED
F. 1.45, F. 2.25, ENZ. E.,Z.
PRIJZEN PER METER.
HET INDANTHREN-HU:S
LEIDSCHEST RAAT 89-03 - A'DAIVI (C.)
dat ik steeds opnieuw het geval van a tot z
meemaak. Zoo juist las mijn jongen, die
thans 17 jaar is, mij voor hetgeen de och
tendbladen meldden. Mijn zoon was destijds
11 jaar, maar hij herinnert zich nog goed.
dat hij zijn vader heeft geholpen om het
mes te slijpen op den slijpsteen der maat
schappij en thans bij het lezen van de krant
zei hij dan ook tegen mij Het is toch maar
weer die Boxmeer die naar voren komt en
die toen het mes had
Mijn jongen is destijds geconfronteerd
met Boxmeer en herkende toen dadelijk het
mes dat op B. werd bevonden als dat van
zijn vader.
B. zeide echter, dat het zijn mes was
en dat hij het had geslepen op de straat-
steenen. Het mes is toen nog ter onder
zoek geweest in handen van een scharen
slijper. die verklaard heeft, dat het mes op
een slijpsteen geslepen moest zijn cn daar
na zelfs nog niet gebruikt.
Een merkwaardig iels.
Nu is het merkwaardig dat in den mor
gen vóór den bewusten nacht mijn man zijn
mes geslepen had met behulp van mijn
zoontjp. d»Q den steen h?d gedraaid Wij
vinden het beid.en dan ook verwonderlijk,
dat men niet verder door is gegaan met
het onderzoek tegenover dien Boxmeer
Maar als ook hij onschuldig is, zou ik het
even verschrikkelijk vinden, wanneer hij
er straf voor kreeg.
Een moet het echter toch gedaan hebben
Wat de Kroons betreft, ik voor mij heb
bet idéé dat, als die hamer niet van mij
geweest was, ik nooit gezegd zou hebben,
dat dit wel het geval was. al hadden er vijf
rechters voor mij gestaan.
Rechercheur De Jong schijnt, een eigen
aardige rol te hebben gespeeld. Ik kan over
hem evenwel niet oordeelen, want bij mijn
welen heb ik hem nooit gesproken. Wel heb
ik gesproken met rechercheur Burger uit
Gorkum en van hem heb ik een goeden in
druk. In ieder geval heeft hij mij op geener
lei wijze in de richting van één of andere
verklaring geprest. Het is wel eigenaardig,
dat Meinster ook thans nog verklaart, den
hamer in het bezit van de Kroons te hebben
gezien.
„Onbetrouwbaar iemand."
Die M. lijkt mij niet bijzonder betrouw
baar cn ik acht het niet uitgesloten, dat hij
met den hamer de een of andere rol heeft
gespeeld.
Vóór eenige weken had zij bezoek gehad
van mr. Roobol, doch die vroeg alleen hoe
laat het sluitsein in de boeken stond, doch
dat wist zij toen niet meer. Over de zaak
had zij met hem weinig gesproken.
„Als men den werkelijken dader heeft,
vind ik 15 jaar nog te weinig. Ik zou zoo
iets beter kunnen vergeven als mijn man in
drift gedood was geworden. Maar dat men
op de loer hoeft gelegen om hem te beroo-
ven en men hem heeft gedoodv terwijl wij
daar pas woonden en dus niemand iels te
gen ons kon hebben, is meer dan verschrik
kelijk. Ik ben vol spanning over de zaak,
maar ik hoop in ieder geval, dat spoedig tot
revisie wordt besloten en dat men maar
gauw den reibtón man te pakken krijgt."
DE GASBEDRIJVEN.
Ged. Staten van Friesland en
de raad van Haskerland.
Ged. Staten van Friesland hadden goed
keuring onthouden aan de gemeentobegroo-
ting van Haskerland uit overweging dat
de gemeenteraad in zijn functie heeft ge
handhaafd den directei:-- der gemecTtegas-
fabriek te Joure. die steekpenningen heeft
aangenomen, welke handhaving Ged Sta
ten niet in het belang der gemeente acht
ten
De Kroon heeft thans, met vernietiging
van het besluit van Ged Staten, alsnog de
begrooting goedgekeurd, waarbij overwogen
werd. dat. de bestreden grond niet betreft
de begrooting zelve, maar betrekking weeft
op het beleid van den gemeenteraad bui
ten de begrooting om.