AMERSFQOBOF5ÖH DAGB1AJ) BELANGRIJK VERHOOR TE DORDRECHT De Plaatsvervanger Dinsdag 23 April 1929 27e Jaargang No, 2(8 MUNSTERS VERKLARING NIET BEVREDIGEND SOMBERE TOEKOMST DE PARIS BIJ WILTON ..DE EEMLANDER' Een nieuwe getuige opgeroepen Juffrouw Boum=n over den hamer Het Volk meldt uit Dordrecht: De rechter commissaris, mr. Van Aken, heeft Zaterdagmorgen het vertui voortge zet en eerst als getuige gehoord Bastiaan- se, destijds veldwachter te Sliedrecht, thans te Middelburg. Naar wij vernemen, heeft deze verklaard, dat hij kort na den moord, met den hamer waarmede het misdrijf was gepleegd, bij Mynster is geweest om te infortneeren. of die een hamer met ijzeren steel kende. Zon der dat Mijnster don hamer gezien had. tee- kende hij hem voor den veldwachter uit. Vervolgens zijn verhoord Mijnster en mej. Bouman, beiden buiten tegenwoordigheid van de Kroons Hun verklaringen werden daarna aan de Kroons voorgelezen. Mijnster bleef bij zijn verklaring zeker te weten, dat hij den ha mer bij Kroon in het schuurtje heeft zien liggen. De Kroons ontkenden den hamer in hun bezit te hebben gehad. Mr. Kronenberg, de substituut-officier van justitie, die de verhooren mpdemaakte. vroeg de Kroons, of het mogelijk was, dat de hamer wel eens in hun bezit was Zij ontkenden dit echter ten stelligste Mijnster legde nog de verklaring af, een gesprek te hebben afgeluisterd tusschen juffrouw Kroon en mej. Borsje, welk ge sprek zou hebben plants gehad, kort nadat juffrouw Kroon voor de eerste, maal was gehoord Zij zei toen tegen juffrouw Borsje „Kees (dat is Kroon) heb ik nog alles voor kunnen zeggen, maar Chris (dat is Klun der) heb ik niet meer kunnen bereiken. Als Leentje (juffrouw Bouman) haar mond had gehouden, had ik vrij uit kunnen praten** Een nieuwe getuige opgeroepen. Juffrouw Kroon ontkende, dat ooit een dergelijk gesprek tusschen haar en juf frouw Borsje heeft plaats gehad. In verband met deze verklaring van Mijnster zou Zaterdagmiddag nog juffrouw Borsje als «getuige worden gehoord. Ook juffrouw Stuy, destijds buurvrouw van de Kroons, Is nog als getuige opge roepen. Juffrouw Bouman heeft verklaard, dat zij in het kolenhok in het schuurtje van de Kroons een hamer met ijzeren steel, die veel lijkt op den bewusten hamer, heeft zien liggen. Toen de Kroons haar er op wezen, dat dit onmogelijk is, ten eerste omdat een der gelijke hamer daar nooit gelegen heeft en ten tweede, omdat het in het kolenhok veel te donker is om een hamer te kunnen zien liggen, antwoordde juffrouw Bouman: „Ik zeg niet, dat deze hamer van de Kroons was, want dat weet ik niet", een 9nl\voord, dat wel een heel eigenaardigen indruk maakt. Zooals gezegd, werd Zaterdagmiddag het verhoor voortgezet met juffrouw Borsje en juffrouw Stuy. Gelalge Borsfe herinnert zich niets. Nader meldt het Volk: De rechter-commissaris. mr. Van Aken, heeft, gelijk reeds gemeld. Zaterdagmorgen van 10 tot 1 uur gehoord de getuigen Bastiaanse, Mijnster en mej. Bouman. Getuige Mijnster had, zooals wij bericht ten, verklaard, dat hij een gesprek tusschen mej. Kroon en mej Borsje had afgeluisterd, waarbij de eerste zou hebben gezegd. „Kees (d.i. Kroon) heb ik alles nog vóór kunnen Wie zijn tijd verspilt, bestaat slechts, wie zijn tijd gebruikt, leeft. FEUILLETON. door RICHARD MARSH. IVrij naar het Engelsch door C. M. G. de W 24 „En waar is hij gestorven „In „Monniksland Ik vertrouw, dat ik mag veronderstellen dat u iets weet van dat landgoed. Het is een zonderling hui?» en zeer afgelegen. Wanneer u het gaat be zoeken, zult u zien. dat het in alle opzich ten een zeer zonderlinge woonplaats is." „Ik ben van plan morgenochtend naar Heiford te gaan." De rechtsgeleerde trok de wenkbrauwen op alsM die lijding hem zeer verbaasde. „Naop het dorp of naar het huis „Naai het buis. Denkt u, dat ik naar he* dorp zou gaan en niet naar het huis - naar mijn huis Ik veronderstel, dat het mijn hMs is en dat het gereed is om er 'ia te trekken „Ja feker in zooverre gereed als h«t waarschijnlijk ooit wezen zal. Maar heb k goed negrepen dat u van plan is morgen ochtend naar „Monniksland" te gaan „Ja zeker, ik ga: waarom niet? Heef* u «en reden om rnij die vraag te doen Waar om zou ik niet zoo spoedig mogelijk naar mijn eigen huis mogen gaan De ander wreef over zijn kin, alsof die zeggen, maar Chris (Klunder) heb ik niet meer kunnen bereiken. Deze verklaring gaf den rechter-commis saris aanleiding om het echtpaar Borsje te laten halen, or.j beiden nog des middags te hooren. Terloops zij hierbij opgemerkt, dat mej. Borsje, tegen wie mej. Kroon dus deze, haar bezwarende uitlating zou hebben go- daan, nooit in de instructie voor de moord zaak is gehoord, hoewel in de rapporfen van Bastiaanse, van eind Augustus of be gin September 1923 een dergelijke verkla ring van Mijnster moet opgenomen zijn. Niet erg gelukkig. Mijnster is met zijn getuige Borsje niet erg gelukkig geweest. Mej. Borsje verklaar de zich niet te kunnen herinneren, dat mej. Kroon haar ooit iets dergelijks gezegd heeft. Haar man verklaarde, dat in zijn tegenwoordigheid nooit een gesprek tus schen mej. Kroon en zijn vrouw had plaats trehad. waarbij de eerste zich op bovenge noemde wijze zou hebben uitgelaten. Getuige Borsje verklaarde nog, Mijnster te beschouwen als eeji stillen verklikker van de politie. De verhooren. die des middags van 2 tot ongeveer 7 uur duurden, liepen evenals dat des morgens was geschied ook over de concurrentie tusschen de ijswafelventers en Mijnster. Mijnster beweerde, dat er van concurren- tienijd geen sprake was, omdat hij nooit op Sliedrecht ventte. IJs met luiers? Een niet onvermakelijk incident deed zich daarbil voor. toen mei. Kroon er hem op wees, dat men o.a, niet hij hem kocht, ^mdat men wist, dat hij zijn ijsspulletjes niet al ie hygiënisch behandelde Kr was eens iemand bij haar geweest aldus mej. Kroon die zei. „Nou, ik moet van jou ijseris hebben, want ze vertellen, dat ze bij Mijnster de luiers van de kinderen in de ijsemmers doen" en Mijnster liet naar mej. Kroon verklaarde het praatje rondstrooien, dat de Kroons een vergif in hun ijser's deden, om ze zoo mooi te krij gen! We hebben de Kroons nog gevraagd, wat hun oordeel is over de verklaringen van Mijnster. dat de hamer van hen is. Mej. Kroon zei ons: „Ik was er vanmor gen bedroefd om, dat iemand zoo kan blij ven liegen. Daardoor is het heele ongeluk in de wereld gekomen. Wat zouden wij er aan hebben, om te liegen, dat de hamer niet van ons is, als hij werkelijk van ons was?" Over de wijze, waarop het onderzoek door den rechter commissaris, mr. Van Aken, wordt geleid, waren de Kroons goed te spreken. „Zoo had het altijd moeten zijn", zei mej. Kroon, en zij verleide ons nog weer eens het een en ander over de behan deling, die zij destijds in het Huis van Be waring heeft ondervonden Veel is daarvan onzen lezers reeds be kend. maar dit is toch wel frappant ge noeg om het te vermelden: toen mej. Kroon in het Huis van Bewaring zat. in 1925. werd eens een heer bij haar gebracht. „Dit is een regent van de gevangenis", zei men haar ..Dat is iemand, tegen wien u maar eens de volledige waarheid moet zeggen" Mej. Kroon kende dien heer toen niet. Later heeft zij hem terug gezien als mr. Van Tricht, de officier van justitie te Dordrecht... Spoed betracht In ons vorig bericht deelden wij mede. dat Zaterdagmiddag ook nog als getuige zou worden gehoord mej. Stuy te Sliedrecht, destijds een buurvrouw van de Kroons. De veldwachter, die uitgestuurd was om de getuigen in Sliedrecht te halen, trof haar niet thuis. Zij verbleef bij haar zoon in Rotterdam en kon dus niet tijdig worden gewaarschuwd. Wij hebben den indruk, dat de rechter commissaris, mr. Van Aken. alles in het werk stelt om de voor het revisie-verzoek noodige getuigen verhooren zoo spoedig mo gelijk te doen afloopen. vraag een moeilijk probleem voor hem was. Hij scheen niet veel lust te hebben zijn opinie ronduit te zeggen. „Ik kan niet zeggen, dat ik daar een be paalde reden voor had." „Zijn er bedienden in huis „O ja bedienden genoeg; de bedienden van uw oom. Een man en een vrouw, mr en mej. Eva. Eva trad voor uw oom op als een soort waakhond Ik geloof, dat uw oom hem in zijn vertrouwen genomen had. Zijn vrouw is keukenmeid en huisbewaarster en er zijn drie dienstmeisjes, de nichtjes van Eva. Het is een heele huishouding voor één persoon, maar uw oom had het daar best." „Als dat zoo is, waarom gaf u mij dan zooeven te kennen dat ik liever niet naar „Monniksland" moest gaan?" „Oprecht gesproken, mijnheer Talbot, als n daar geen reden voor weet, ik ook niet". „Ik zie dat u iets verzwijgt, wat ik waar schijnlijk zelf wel ontdekken zal. En wat heeft u mij nog meer te vertellen?" „Op een middag kreeg ik een telegram van uw oom, of ik den volgenden dag bij hem wou komen. Het naastbijliggcnde sta tion voor Heiford is Falmouth. Uw oom had zijn auto naar Falmouth gezonden hij had den laatsten tijd veel met auto's op. Hij had er drie of vier en een paar van die auto's liepen zeer snel. Hij gebruikte die soms om naar Londen te gaan. Hij vertel de mij eens. dat iemand, die een snelrij dende auso had, een extra trein voor zijn deur had staan, een die afreed op ieder uur dat hem paste en dag en nacht van dienst kon wezen. Toen ik op de plaats van mijn bestemming aankwam vond ik uw oom in den besten welstand. Dat zei ik hem. „Dat bewijst hoeveel verstand ge er van hebt. Over enkele uren ben ik dood". NED. HERV. GEM. TE AMSTERDAM. v De heer W. P. C. DrnyVesteyn 40 *we® and®r€ kerkmeosters afgetreden. Do kerkelijke Commissie der Ned. Herv. Gem. te Amsterdam (officieel: Commissie tot het bestuur van de kerkgebouwen, goe deren, fondsen en inkomsten) heeft, zoo schrijft' ds. A. G. II. van Hoogenhuijze in het (Amsterdamschc) Kerk beurtenblad, een ge voelig verlies geleden door het aftreden van drie harer leden, de heeren kerkmeesters W. F. C. Druyvesteyn, M. Willet en G. Lieftinck. De heer Lieftinck heeft geduiende acht jaar zijn zorgen aan de Koepel- en de Overtoom kerk besteed, dc heer Willet 22 jaar aan dc Nieuwe Kerk; hij was d,n ziel en do stuw kracht van do onder zijn voorzitterschap staande „commissie tot bezuiniging", „vooi de orgels", „voor de gebouwen". De lieer Druyvesteyn is eon van de meest bekende Amsterdammers; op kerkelijk en op ander terrein. Van vele commissies en in stellingen is hij lid en bestuurder; wij noe men hier alleen zijn functies in de Herv. Kerk: kerkmeester, voorzitter der Kerkelijke Commissie, id. van de subcommissie voor de Nieuwe kerk, id. van de financieele commis sie id. van dc commissie tot ontvangst van legaten. Vijf en dertig jaar lang is dc heer Druyvesteyn lid van de kerkelijke commissie geweest W. F. C. DRUIJVENSTEIJN. Dg. Van H. noemt hém den laatst-overge- blevene van dc oude generatic, cn schrijft verder o.m.: „Wij kunnen ons onze kerkmeesters-ver gaderingen zonder onzen voorzitter nog niet goed indenken. „Wij waren zoo dankbaar voor zijn leiding voor den vriendelijken toon, en ook voor de vaste hand, waarmee hij dc besprekingen in goede banen wist te leiden en te houden. „Hij liet type van een regent van den ouden stempel, zooals zo -n on/c dogen in onze kerkelijke colleges, helaas! zeldzaam zijn geworden, hoffelijk cn voorkomend geestig en vriendelijk, altijd op de bres •Maande als het gold de belangen onzer ge- meente te verdedigen en te bevorderen. Van zijn leiding ging kracht uit en hij bezat het geheim om de discussies op hoog peil te houden. „Een woord van zeer hartelijken dank, dat namens kerkeraad en gemeente bij zijn heengaan wordt gebracht, is meer dan een vorm, het is uit het hart gegrepen van allen die de laatste kwarteeuw aan kerkelijk Am sterdam hun aandacht hebben geschonken". De heer Druyvenstevn is, wegens zijn leeftijd afgetreden; 75 jaar oud zijnde, acht te hij het heter, dat zijn functie voortaan door een jongere kracht werd vervuld. „Lag hij te bed?" „Neen, hij liep de' kamer op en neer die als kantoor gebruikt wordt en zag er zoo gezond mogelijk uit. Toen hij zag, dat ik heel verbaasd keek, zei hij iets tegen mij dat mij nog meer verbaasde „Ik kan niet langer leven dan middernacht; ik heb af gesproken te sterven vóór het aanbreken ^an den dag". „Hij zei het zeker bij wijze van grap". „Dit kon men van hem nooit weten ge herinnert u zeker wei' welk soort man hij was". „Het doet er niet toe wat ik mij herin ner; ga s.v.p. door met vertellen. Ik zeg nog eens: ik denk dat hij het niet meende cn u zegt „Ik zeg, dat ik bij hem nooit zeker was of hij het meende, ja of neen. Ik kende hem vrij goed, beter; schijnt het, dan u". „Dat zegt niet veel". „En ik geloof, dat hij dikwijls totaal in ernst sprak wanneer ik dacht dat hij schertste: hij hield de mcnschen graag voor den gek, al was het alleen om ze te pla gen. „Ik heb u laten komen", ging hij voort, „omdat ik er op 't.oogenblik leelijk in zit. Ik zit er warmpjes in, Wilson, heel warm". Alsof ik niet wist, dat hij. meer geld had dan hij zelf besefte; hij wist letterlijk niet wat hij er mee doen zou". „Als dat zoo is, waarom speelde hij dan de rol van een gemeenon woekeraar?" Wilson spreidde zijn handen voor zich uit „Ach, hoe kwam hij er toe allerlei soor ten rollen te spelen? Omdat het nu een maal een manie van hern was. Ik vroeg hem waarover hij tobde, waarop hij aan stonds zei„U bent rechtsgeleerde, en ge weet, een rijk man zooals Ik dient eon tes Onzekerheid voor hel personeel van hel folds voor Volksvlijt Hoop op verkoop van het terrein Van allen die door den brand van het Paleis voor Volksvlijt getroffen, onder gaat het personeel van het gebouw het meest tragische en onzekere lot Het is voor het overgroote deel plotseling werkloos ge worden zonder eenig vooruitzicht, spoedig weer aan het werk to kunnen gaan, zoo schrijft het Handelsblad. De directie heeft een advertentie in de bladen geplaatst, waarin zij allen, die be trekkingen hebben te vergeven verzoekt, in de eerste plaats aan de leden van haar personeel te denken. Ongetwijfeld zullen velen trachten aan dit verzoek te voldoen, maar afdoende hulp kan daarmee niet ge boden worden. Jonge menschen kunnen nog wel van beroep veranderen, voor ouden is dat echter zeer moeilijk. En het Paleis voor Volksvlijt, dat al een oude Instelling is, telt juist zooveel ouden menschen onder haar personeel. Er zijn er die een dienst van veertig en vijftig jaren achter zich hebben, die hun geheele leven mot toe wijding zich van de hen opgedragen laak hebben gekweten. Maar wie zal nu iemand in dienst nemen yan zestig of zeventig jaar, al was het maar uit medelijden? Men kan zooiets verlangen noch verwachten. Voor die menschen bestaat er geen toe komst meer. Even somber zijn de vooruitzichten voor de vrij talrijke gepensionneerden, waaron der de decorateur Jan Maandag, die meer dan vijftig jaren in het Paleis heeft ge werkt. De pensioenen werden steeds uit de kas betaald, een pensioenfonds bestaat er niet. Het spreekt vanzelf dat, nu er geeii kas meer is, de pensioenen ook niet ver der op deze wijze uitbetaald kunnen wor den. Commissarissen en directie hebben nu hun hoop gevestigd op den verkoop van het terrein. Wanneer het daarmee goed loopt en de vennootschap krachtig kan blij ven, dan zal het eerst gedacht worden aan de gepensionneerden en de andere oude getrouwen. Men hoopt gelegenheid te heb ben een gedeelte van de koopsom te kun nen reserveeren als kapitaal uit welks rente dan voortaan de pensioenen kunnen worden betaald. Dit is inderdaad een goed plan. Maar voorlooplg weet men niet of het terrein verkocht wordt cn zeker niet wanneer en voor hoeveel. Groote zekerheid biedt het jDlae. vooralsnog IJoelang het zal du ren- voordat het kan worden uitgevoerd staat even weinig vast als de som die voor dit doel kan worden uitgetrokken, zoodat men nog heelemaal niet weet waar men aan toe is. In de eerste weken gebeurt er in ieder geval nog niets van dien aard, dus eenige weken zullen de gepensionneerden en het personeel zonder middelen van be staan zijn. Een middel om in dezen nood te voorzien is nog niet gevonden. UIT DE STAATSCOURANT. Op verzoek eervol ontslagen Dr. Ir. H. A. Brouwer als hoogleeraar aan do Tech nische Hoogeschool te Delft. Met ingang van 1 Mei op verzoek eervol ontslagen met dank, mr J. J. H. Klynen als kantonrechter-plaatsvorvanger te Maas tricht. Met ingang van 15 Juli, of zooveel later als zijn opvolger als notaris zal zijn be- eedigd, op verzoek eervol ontslagen, W. J. Kijlstra, als notaris te Wijk bij Duurstede. Benoemd tot lid van den Voogdijraad te Zutphen J. P. A. Wilhelm, Burgemeester te Eibergen, wonende aldaar, op verzoek eervol ontslagen met dank, J. F. Wester- mann als lid van den Voogdijraad te Rot terdam I. Bij beschikking van den Minister van Bin- nonlandsche Zaken en Landbouw is voor het tijdpern 1 Mei 1929 tot l Mei 1930 we derom benoemd tot assistent aan den Land bouwhogeschool te Wageningen E. E, Harmscn aidaar. Op verzoek eervol ontslagen met Ingang van 1 Mei 1929 ir. G. D. Boerlage als lector aan de Technische Hoogeschool te Delft; idem mot ingang van 1 Januari 1930 W. N. Francken, als lecraar aan R. H. B. scho len to Alkmaar, den Holder en Hoorn. Overwinning op buiten* landsche concurrentie De Rotterdamschen correspondent van het IIbid meldt: De Fransche' transatlantische stoomer „Paris", die verleden week op de Zuidkust van Engeland op de rotsen geloopen is, en die tengevolge daarvan naar hanr afvaart- haven Flavro heeft moeten terugkeeren, kan daar niet dokken, omdat Havre geen dok heeft voor een schip als dit, dat 34.000 ton meet. Onderwijl de „Paris" te Havre hnnr lading loste, heeft do reederij do schade laten opnemen, cn verschillende voor het meerendeel Engelsche, werven de gelegenheid geboden, om in te schrijven voor de reparatie van het schip. In Frank rijk bezit alleon Bordeaux een dok, dat een schip als de „Paris" kan opnemen. Van Nederlandsche zijde is bij de in schrijving meegedongen door Wilton's Ma chinefabrieken cn Scheepswerf, die over oen dok van 46.000 ton beschikken De ree derij wcnschte de opdracht in zeer korten lijd te hebben uitgevoerd Daar de Neder landsche werf den kortsten reparaticter- mijn heeft kunnen garandeeren, is haar do opdracht toegewezen. De „Paris" is reeds uit Havre vertrokken, en zal nog heden den Nieuwen Waterweg binnenkomen. Met de reparatie van het 6Chip. dot aanzien lijke bodemschnde heeft, zal waarschijnlijk ruim anderhalve week gemoeid zijn. Een onbekende is deze groote transatlan tische stoomer hier niet. Het is de tweede keer, dat Wilton haar ter reparatie krijgt. tament te maken. Dat heb ik nog niet ge daan en 't wordt hoog tijd daar zit hem de kneep". Ik begreep nog altijd met waarom hij zoo opgewonden was. Hij leek volstrekt niet lijdende, niet ziek, het tegen deel was waar. Hij liep de kamer op en neer en glimlachte nu en dan alsof hij iets had dat hem amuseerde. „U hebt mij laten roepen, dus zal ik een testament voor u opmaken". Dat was goed zei hij, maar hij wist toch niet aan wien hij zijn geld zou nalaten". „Eén vraag, mijnheer Wilson, was mijn oom goed bij zijn verstand?" Weder scheen de heer Wilson dit een zeer lastige vraag te vinden. Heel langzaam, alsof hij alle woorden wikte en woog, zei hij „Dat is een vraag, die ik zelf niet durf beantwoorden, het is het terrein van een medicus. Zoolang ik hem kende is hij altijd een zonderling man geweest; verder durf ik niet te gaan met mijn antwoord. Dien avond hield ik hem voor heel gezond \an hoofd, beter dan gewoonlijk; hij wist be paald niet aan wien hij zijn geld zou nala ten. Hij sprak van verschillende instellin gen van liefdadigheid, ofschoon hij die ge- woonlijk met den naam van georganiseerde diefstallen bestempelde. Hij noemde ook verschillende personen niet altijd heel hoffelijk. Hij had allerlei plannen in zijn hoofd zijn geld vermaken aan één of meer personen die hij niet kende, onder onwijze voorwaarden naar mijn oordeel. Eerst sprak hij in het geheel niet over u". „Heeft u hem geen wenken, geen raad gegeven „Jawel, maar hij lette er niet opbet doet er dus niet toe. Steeds bleef hij ruste loos op en .neer loopen en zag er absoluut NEDERLANDSCH LEVEN TE BRUSSEL. De N. R. Ct. correspondent ie Brussel schrijft De twintigste verjaardag van Prinses Juliana zal op 30 dezer op feestelijke door de Nederlandsche kolonie in de Belgische hoofdstad worden gevierd. Des middags 3 uur is er in het Holland Huis een lente feest, dat zal. worden bijgewoond door Hr. Ms. gezant, jhr. mr O. F. A. M. van Nispen tot Sevenaer. Een groote hoeveelheid voor jaarsbloemen is in Holland besteld voor de versiering. Ken zanger conferencier en een strijkje zullen zich laten hooren. De toe gang tot dit feest is geheel kosteloos. 's Avonds houdt de Nederlandsche Ver- ecniging ((Hollandsche Club) haar jaarlijk- sche clubdiner in de salons van de Ta verne Royale. DR. WILLEBRORD SNELLIUS. Blijkens bij het departement van Defen sie ontvangen bericht is Hr. Ms Opne- minsvaartuig „Willebrord Snellius" 20 de zer te Aden aangekomen, op de uilreis naar Ned. Indië. DOODELIJK ONGEVAL TE ROTTERDAM. Schippersknecht verdronken. De twintigjarige schippersknecht J. Veth uit Offenbasch in Duitschland, is gisteren bij de Steenplaat op de Maas bij Rotter dam, bij het laten zakken van een anker van het Rijnschip Munifideiitia, verdron ken, doordat de staaldraad van het anker de roeiboot omtrok. Het lijk is nog niet gevonden. niet als een invalide uit, in het geheel niet al9 een man van zijn leeftijd. U weet ze ker, dat hij over de tachtig was". „Was hij al zoo oud? En nog zoo goed bij het hoofd en bij al zijn vermogens?" „Ja, hij leek even gezond als u of ik. Hij ging naar een schrijfbureau en begon te zoeken onder een map papieren. Ik was be nieuwd wat hij daar zocht. Sommigê pa pieren legde hij op een tafeltje in het mid den van de kamer. Onder het sorteeren viel er iets uit in een couvert. „Wat is dat voor een enveloppe? Zit er iets in? Ik herinner mij niet dat ik het daarin gelegd had?Hij haalde er een photografie uit. Dit ziende barstte hij in lachen uit. „Wilson!" riep hij, ja, gilde hij bijna. „Ik bon uit de onzeker heid. hier is de man dien ik hebben moet". Hij reikte mij deze fotografie toe, dit por tret". Wilson vestigde Talbot's aandacht op het portret dat op tafel lag. Deze ke?k er met aandacht naar, alsof het een raad<p|aehtig vraagstuk was dat hij moest oplossen. „Hoe heeft hij dat ding gekregen? Dat is mij een raadsel. Het is mijn portret, daar ts geen twijfel aan en het ziet er uit alsof het niet lang geleden gemaakt is". Hier bracht de advocaat, die hem met belangstelling had gadegeslagen, een woordje in het midden. „Ik zou zeggen, dat het een maand of wat geleden gemaakt is; stellig niet langer dan een jaar. Het lijkt sprekend, ik heb nooit een beter gelijkenis gezien". fWordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5