RIPÖLINE VERVEN Dinsdag 30 Aprif 1929 27e Jaargang No. 254 fBINNENLAND. DRAMA TE HAARLEM In een vlaag van overspanning Voor huishoudelijk gebruik in alle maten verkrijgbaar bij A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23 EEN STOUTMOEDIGE REDDING HET OUDE PRAATJE Rudiger contra Loudon FEUILLETON. De Plaatsvervanger UIT de staatscourant. Op verzoek eervol ontslagen met dank- Dr. F. E. Posthuma, oud minister van land bouw» nijverheid en handel te 's Graven hage als lid en onder voorzitter van de Zui derzeeraad en is benoemd tot lid en onder voorzitter van dien raad Ir. H. Wortman te den Haag. Benoemd tot tijdelijk assistent controlee renden Geneesheer bij den Rijksverzeke ringsbank F. E. Verster, thans tijdelijk ge neeskundige bij de medische af deeling dier instelling. Toegekend de bronzen oere medaile der Oranje Nasauorde aan W. F. J. Hermanie, cbef-voorwerker ter zeterij van de N.V. Boek- en Kunstdrukkerij voorheen Mouton en Co te den Haag en aan M. Ruys, winkel bediende bij de fidma R. Köhne te Zaandam TE ALEXANDRETTA GELAND De vliegbooten naar Indië Bij het departement van Defensie is gis teravond telegrafisch bericht ontvangen, dat do op weg naar Indic zijnde Dornier Wal-vliegbooten te drie uur in Alexan- dretta zijn aangekomen. Alles is wel. Dins dag wordt vertrokken naar Bagdad. PROF. MR. J. H. CARPENTIEB ALTING. De crematie. Men seint ons uit Velsen: Onder buitengewoon groole belangstel ling werd gister in liet crematorium „Wes- terveld" veraecht het stoffelijk overschot van v/ijlen prof. mr. J. II. Carpentier Al- ting. Voorafgegaan door den Grootmeester van de Orde van Vrijmetselaren, dr. Smits, ver trok de stoet te twaalf uur uit de ontvang kamer. Achter de met een ontelbaar aan tal bloemstukken bedekte baar, waarbij als slippendragers fungeerden de loden van het hoofdbestuur der Orde van Vrijmetse laren, de heeren ds. Junod, Van Oordt, Wakkie en Faubel, schreed de familie van den overledene en leden vfm het hoofdbe stuur en gedeputeerden, o.a. Grootmeester H. van Tongeren, mr. A. A. Galestin, de heer v. d. Elburg en ds. Dcnik. Daarop volgde een zeer groot aantal belangstellen den, v.n.l. leden van verschillende Vrijmet selaarsloges; verder merkten wij op prof Andrée de la Porte van den Senaat der Leidsche Universiteit; de heeren Do Groot, wethouder van onderwijs te Den Haag; Rienks, hoofd-inspecteur van het lager on derwijs ie Den Haag; do heeren J. de Vries en H. Beukonberg namens do Internatio nale Liga van Vrijmetselaren. In de aula voerde prof. Andrée de la Por te het woord namens den Senaat en de ju ridische faculteit van de Leidsche Univer siteit, alsmede namens de leden van do Broederschap van Vrijmetselaren te Bata via. De heer H. van Tongeren sprak namens de Orde van Vrijmetselaren, ds. Hulsman te Den Haag namens het Bestuur der Pro test-anten Bond. Verder voerden nog het woord mr. van Wijngaarden, namens het Comité Nieuw-Indië, de heer Koops Bekker, die een groet bracht namens de loge Mata Harie en andere Overzeesche loges en na mens do Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs te Den Haag de heer Rienks, terwijl als laatste spreker het woord voerde de heer J. H. Delgorge in op dracht van het hoofdbestuur van de Groot- loge van Nederl. Indië. Nadat een familie lid van den overledeno de aanwezigen had bedankt voor de belangstelling en nadat bloemen op de baar waren gestrooid, werd deze onder de tonen van „Ase's Tod" van Grieg neergelaten. Een man snijdt zijn vrouw, den hals af Men meldt ons uit Haarlem: In den afge- loopen nacht heeft de 38-jarige schilder K. wonende aan de Zomerkade 223, die gedu rènde 1% jaar onder dokters behandeling was als zenuwpatiënt, in een vlaag van overspanning zijn vrouw den halsslagader doorgesneden. Na den moord heoft hij zijn beide kinde ren meegenomen naar een in de buurt wo nend familielid. Hij vertelde daar in verwarde woorden, wat er was gebeurd en nadat de zwager, do heer van Beaumont zich overtuigd had van den moord, heeft hij de politie van het gebeurde in kennis gesteld. K. had zich noa voorgenomen zich door verdrinking van het leven te berooven, doch kon daartoe niet be sluiten. De man is in arrest gesteld. Het lijk van de vrouw i6 naar het St. Elisa- bethgasthuis vervoerd. De buren hadden van den moord niets gemerkt De familie K. stond als zeer gun stig bekend. DU1TSCHE JOURNALISTEN IN ONS LAND De ontvangst in Den Haag Men meldt ons uit den Haag Op uitnoodiging van de directie van het Hotel des Indes en van de N. V. Reisbu reau Holland Express Compagnie te Den Haag maakte gisteren een aantal journa listen uit West-Duitschland een uitstapje naar ons land, voornamelijk met het doel de schoone omstreken van de residentie uit eigen aanschouwing te loeren kennen en de lezers hunner bladen bijzonderlijk te wijzen op de beteekenis en do schoonheid van de bloembollenteelt Gisterochtend om 8 uur vertrok het ge zeischap van ongeveer 25 personen per auto's der Holland Express van Zevenaar via Arnhem—Doorn—Utrecht—Leiden naar Warmond waar men tegen 1 uur arriveer de. In Meerrust werd een lunch aan het gezelschap aangeboden door den heer L. J. A. Kemper, directeur van het Restaurant Royal te Den Haag. Later in den middag vertrok het gezel schap wederom per auto's naar den Haag, waar op het Duitsche gezantschap een thee werd aangeboden. De Duitsche gezant en zijn echtgenoote ontvingen hunne landgenooten, waarbij zich ook de heer Rey, directeur van Hotel des Indes en verschillende Nederlandscbo journalisten hadden gevoegd, in de ruime salons van het gezantschapsgebouw aan den Langen Vijverberg. De oud-Rijkskanselier van het Duitsche Rijk, dr. H. Luther, die eenige dagen in den Haag vertoeft, was mede aanwezig. De bijeenkomst word opgeluisterd door eenige piano-stukken, gespeeld door MeJ. Hermans uit Berlijn, die dezer dagen in ons land concerteert. 's Avonds bood de heer Ray in zijn hotel een diner aan. Hierbij zaten ook aan vertegenwoordi gers van enkele Nederlandsche persorga nisaties cn de directeur van de Holland Express, de heer Baptist Tijdens het diner werden verschillende toespraken gehouden. TEL. 217. De heer Rey mede sprekende namens den heer Baptist zette het doel van deze excursie uiteen en heette do vreemde gas ten van harte welkom. Mej. J. J. van Bolhuis, Voorzitter der Haagacho Joumalistenvereeniging, dronk op de goede verstandhouding tusschen de Duitsche en de Nederlandsche pers, waarna Dr. Buscher uit Koefeld uiting gaf van de vriendelijke gevoelens welke in Duitsch land jegens ons land bestaan. Do heer Oberwinter uit Düsseldorf bracht een heildronk uit op Koningin Wilhelmina welke beleefdheid de heer Baptist beant woordde door zijn glas te ledigen op de gezondheid van Rijkspresident Hindenburg Vervolgens sprak nog de heer Paul Vergeer, secretaris dor Buitenlandsche Persvereeniging, bij afwezigheid van den voorzitter dier vereeniging, de heer Blech ner, directeur van het Reisbureau der Ml- tropa en dr. Radomakcr, redacteur van het Vaderland. Een dienstmeisje Ier nauteernood in veiligheid gebracht Hoe Rotterdam's brandweer werkte Omtrent de redding van de personen, die bij den grooten brand te Rotterdam in le vensgevaar verkeorden, kunnen wij nog het volgende mededeelen Toen de familie Van Reeuwijk, die boven in het complex woont, probeerde zich in veiligheid te stellen, werd bij onderzoek evenwel plotseling do dienstbode vermist Na oenig zoeken ontdekte men haar voor een van do ramen van do tweede étage, waar zij om hulp stond te roepen. Zij was naar boven gevlogen om het zieke kind van den heer van Reeuwijk naar beneden to brengen, had gezien dat haar de weg langs de trap was afgesneden en was toen wel gedwongen voor een raam te gaan staan. Dadelijk werden pogingen in het werk gesteld om haar te redden. Het feit dat er een menschenleven in gevaar was, vermeerderde de verwarring, die er de eerste oogenblikken heeft geheerscht, nog meer. Eerst werd er eeu springzei), door 'n aantal brandweerlieden uitgespreid, vastgehouden, doch de vrouw, do 32-jarige N. Vrij, dorst niet naar beneden te sprin gen. Zij boog zich wel uit het raam cn bracht zelfs haar been over den rand, maar op het beslissende oogenblik weigerde haar wil toch om haar den stap in de ruimte te laten doen en bleef zij besluiteloos wachten. Er is toen een ladder tegen den muur gezet en een man is naar binnen geklom men. De noodzakelijkheid van zeer snel optre den heeft allo voorzorgen van namen op nemen en noteeren geheel verdrongen. In ieder geval na eenige hulpelooze pogingen om de juffrouw bij do beenen te nemen en haar zoo naar beneden to dragen, is het hem gelukt haar de ladder af te krij gen, zoodat zij in veiligheid was. Beneden heeft zij een zenuwtoeval gekregen, doch de G. G. D. heeft haar weer gekalmeerd. Toen vaststond dat er geen menschen meer in het pand van v. Reeuwijk waren, kon alle aandacht op de blussching wor den geconcentreerd. Dat was hard noodig. want de situatie zag er zeer dreigend uit. Groote consternatie. De brand veroorzaakte op dat oogenblik in de binnenstad een heftige consternatie. Het publiek dat den vlammengloed had gezien, kwam van alle kanten aanhollen, het gerucht dat de halve binnenstad in vlammen stond, deed duizonden naderbij stroomen en bovendien maakten de groote, roode brandweerwagens, die luid gillend door de straten van Rotterdam stoven, al het materiaal was opgeroepen, zoodat zelfs de motorspuit van Chariots zich naar het terrein van den brand spoedde zulk een vervaarlijk kabaal, dat bij ieder direct de meening vaststond, dat er een zeer groote brand was. Niemand die trouwens den vuurgloed had gezien, dio daar nog aan twijfelde. Er is trouwens ook door het publiek zee? voel hulp verleend. Aanvankelijk was er niet genoeg politic aanwezig om een bo hoorlijko afzetting to formeeren. Dat was evenwel hard noodig om de brandweer on gehinderd vrij spel te geven. Er is toen hulp van anderen dan politiemenschen in geroepen. In de eerste plaats is de assisten tie gevraagd van een aantal militaire po litiemannen. dan van mariniers cn ten slotte van padvinders, die zich ook al el ders verdienstelijk maakten. Tenslotte heb ben zelfs verlofsofficieren, die terugkeer den van een diner in Bristol, meegeholpen een afzetting te formeeren. Do aanval werd dus meer goconcen treerd. Er werd een watergordijn in de Schoutensteeg geworpen. Enkele brandgas ten hadden zich daar op de daken genes teld en doofden alles uit wat er door over vliegende vonken in brand geraakte. Hun positie werd af en toe onhoudbaar en eens werd er zelfs door de brandweerleiding tegen een spuitgast, die op een van de meest bedreigde punten zat, geroepen, dat hij maar naar beneden moest komen. De man weigerde evenwel pertinent, daar hij anders geen kans zag om dat punt te hou den. Dan werd er aan de voorzijde een batte rij van een kleine twintig stralen op het vuur gericht. Dit had echter niet de min ste uitwerking, daar de vlammen met vol le kracht' uit de gesprongen vensterruiten bleven loeien. In de Korte Frankenstraat had men het eerst wat benauwd, daar men niet voldoende slangen had om het vuur afdoende te bestrijden, inaar later werd dat beter. En ten slotte had men aan de achterzijde een cordon van zeker 1520 stralen geformeerd. Zoo was do ontzaglijke vuurhaard aan alle kanten omringd. Dreigende sitnatio. Op het oogenblik dat de voorgevel ge deeltelijk instortte, werd de toestand voor de brandweer zeer dreigend. Een felle vlam mengloeid laaide uit den gevelkrater op, hooge vlammen speelden in de lucht, en met verdubbelde kracht joeg het vuur door de vertrekken en lokalen, iedere minuut meer en beter voedsel vindend. De zie dende vuurgloed werd zoo fel, dat de brandweer genoodzaakt werd zich terug te trekken. Zoowel voor als achter het ge bouw was het zóó heet, dat het levensge vaarlijk werd te blijven waar men was. Met medeneming van straalpijpen trok de brandweer zich dus terug aan weerskan ten van het gebouw, vanwaar de stralen weer op do vlammenmassa's werden ge richt. Toen de vlammen eenigszins in he vigheid minderden, kon men weer voor waarts trekken, maar telkens moesten de spuitgasten weer retireeren, als de vuur zee weer heftiger oplaaide. Dat oogenblik was het zwaartepunt van den brand. Wanneer nu niet alle krachten werden geconcentreerd op de zwakke pun ten, zou het onmogelijk zijn het vuur in zijn vaart te stuiten cn dan was het einde van de ramp nog niet te overzien F.r woel een vrij krachtige wind cn men kon min stens verwachten, dat een groot stuk nenstad zou afbranden. Alle krachten dienden te worden ingespannen om nu geen voet prijs to geven aan die ziedendo vlammenzee. Dat ontzaggelijke werk is go- lukt, de uitbreiding van het vuur hield op, en de brand had zijn grootsten omvang bereikt. Maar het zou uren later worden voor men den machtigen vijand had terug gedreven. Nederland's onzijdigheid tijdens den oorlog. De N. R. Ct. correspondent to Brussel meldt: In de Soir, het Brusselschc blad, publiceert Wullus Rudigor, bekend door zijn boek Fla- menpolitik en do jongste uitgave van do ar chieven van den Raad van Vlaanderen, een antwoord op do verklaringen van jhr. Lou don, den Nedciiandschen oud-minister van buitenlandsche zaken, thans gezant van Ne derland tc Parijs, betreffende de documen ten, die Wullus vroeger reeds heeft gepu bliceerd in hetzelfde blad en waaruit zou moeten blijken, dat Nederland zijn neutrali teit tijdens den oorlog heeft geschonden ten gunste van Duitschland door een spoorweg- overeenkomst, waarbij oogluikend zou zijn toegelaten, dat Duitschland ook oorlogsma teriaal door Nederl&ndsch Limburg heen voerde. Wullus meent te kunnen vaststellen, dat jhr. Loudon do authenticiteit van do door hem gepubliceerde documenten niet be twist, maar slechts den inhoud tegenspreekt Wullus deelt mede, dat jhr. Loudon op do hoogte was van het feit, dat hij de documen ten bezat, daar hij ruim een jaar geleden een met hem bevriend Nedcr- landsch diplomaat verzocht had den gezant op de hoogte te brengen en zegt verder dat jhr. Loudon behendig partij trekt van een verwarring tusschen de eigen lijke spoorwegovereenkomst tusschen Neder land en Duitschland en de afwijkingen er van door Duitschland, welke door zekero Nederlandsche autoriteiten zouden verge makkelijkt zijn geworden. De verwarring werd veroorzaakt door de Echo de Paris, die de overeenkomst zelf als neutraliteitsschen- nis beschouwde, terwijl zij aan de eDtente be kend was cn goedgekeurd. Dat er wel dege lijk afwijkingen van de overeenkomst zijn voorgekomen, tracht Wullus to bewijzen door een facsimile van een nieuw document, geteekend Polhaag, gedagtcekend 20 October 1918, waarin de opvolger van min. Loudon, jhr. van Karnebcek, als „Deutschland freundlich gesinnte Aussenminister" wordt genoemd, alsmede door een uitlating van Freiherr von der Lancken, chef van do poli tieke afdecling bij de gouverneur-generaal in België tijdens do bezetting. Von der Lancken die, zeg Wullus, bij de besprekin gen over de spoorwegovereenkomst direct betrokken was, zegt daarin dat do overeen komst voldoet aan de Duitsche wenschen en belangen en dat in werkelijkheid onge veer alle producten in transit over Neder- landsch gebied kunnen worden gevoerd. BOERDERIJ AFGEBRAND. Maandagmorgen is een boerderij te Strijp in eigendom toebehoorend aan de firma Phi lips, door brand vernield. De boerderij was eerst de vorige weck door den vorigon be woner verlaten. Thans sliepen er eenige arbeiders in van de Philipsfabrieken die hier in de buurt werkzaam waren. Zij kon den nog bijtijds het huis verlaten. Do von ken regen maakte het gevaar voor uitbrei ding naar twee aangrenzende boerderijen zeer groot, doch met veel moeite gelukte het deze boerderijen te behouden. De boerderij en de bij-gebouwen benevens eenige fruit- boomen werden door het vuur vernield. Het ware leven is een licht, dat ook in den nacht des doods een fakkel der Hoop ontsteekt. 2R door RICHARD MARSH. .Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W. Man en vrouw wisselden blikken van ver standhouding. Aan den toon van den man kon men duidelijk booren, dat hij het on derwerp als afgedaan beschouwde. Hij werd begrepen. Talbot deed geen vragen meer. De maaltijd was uitstekend. Indien juffrouw Eva het eten had klaargemaakt, dan was zij een goede keukenmeid. Het scheen, dat de oude heer Talbot zoowel van lekker eten als van mooie dingen gehouden had. „Wilt u de koffie hier gebruiken V' vroeg Eva, toen zij klaar waren met eten. „Perziken in Februari en dan zulke per ziken I" Betty hield er een in de hand, een prachtexemplaar. „Was uw oom een toove- naar en is dit een betooverd paleis Ik heb nooit in mijn leven zulk een lekker diner gehad, en alles zoo keurig in orde en zoo lekker gekookt I" „Ik ben het geheel met jo eens. Ze doen wonderen hier in huis. Als mijn oom lede ren dag zulk 60ort maaltijden gebruikte, dan nam hij het er goed van, dat moet ik leggen." ?Wat een wonderlijk man, die EvaGe loofde je die geschiedenis van die borden, die uit het Vaticaan kwamen „Ik begin in een stemming te komen om alles te gelooven. Ik vernacht, dat dit huis een hol vol geheimenissen is. Ik heb niet veel verstand van zulke dingen, maar ik heb oogen en een gemiddeld gezond ver stand. Bekijk dat bord eens waarop de per ziken liggen; het is van goud en let op de bewerking. Het is een artist, die dat gedaan heeft. Het zou me niet verbazen als het werk was van een beroemd artist en dat het uit een omgeving kwam, even beroemd als het Vaticaan. Je hebt hier in deze ka mer het gevoel of je in een museum beland bent. Heb je niet opgemerkt, dat niets je doet denken aan dingen die lang in de familie Talbot geweest zijn Die Reginald Talbot moet een verzamelaar van kostbare voor werpen geweest zijn." Zij lachte. Het was opmerkelijk, dat hij in gepeins verdiept scheen te zijn, terwijl zij opgewonden overal gekheid over wou ma ken. „Ik vind hier alles even heerlijk. Morgen ochtend ga ik het heele huis rond; ik zal de collectie eens bekijken, als wij tenminste permissie krijgen om vannacht hier te blij ven. Ik geloof, dat we dien vricndelijken mijnheer Eva nergens meer plezier mee zouden doen dan hier niet te blijven logee- ren". „Maak je daar niet ongerust over, mijn heer Eva en ik zijn elkaar reeds halver wege tegemoet gekomen; het zal niet lang duren of wij zijn het heelernaal eens. Heb ben ze je een aardige kamer gegeven?" „Aardig is het woord niet het is eefi prachtig vertrek. Het was voor jou be stemd. Ik begrijp die menschen niet. Hoe komt het toch, je hebt hun getelegrafeerd dat ik meekwam en toch waren ze vast overtuigd dat ik er niet bij was en ze had den niet alleen niets in orde gemaakt, maar waren uiterst verbaasd toen ze mij zagen". „Mevrouwtje, ik begrijp ze ook niet; dat is de taak die ons wacht, wij moeten alle dingen onderzoeken". Zij zweeg. Zij scheen al haar aandacht te bepalen bij de perzik, die zij zat te eten. Ofschoon zij nog glimlachte, zei ze eindelijk op een meer ernstigen toon „Ik moet jou Ieeren kennen". „Denk je, dat dat zoo moeilijk zal zijn?" „Daar ben ik niet zeker van; in 't begin dacht ik niet, dat het lastig zou wezen, en die eerste uren vermoedde ik zelfs dat ik je al heelernaal had leeron kennen, hetgeen bewijst welk een domoor ik was, want nu Zij zweeg evén. Hij trachtte haar aan te moedigen. „Ja en nu? Wat nu? „Nu begin ik al meer en meer te veron derstellen, dat ik eigenlijk niets van je bo grijp. Evenals dit huis ben je ook raadsel achtig". „Ik heb van geheimenissen gehoord, dl© waard zijn opgelost te worden". „O ja, ik ook". „Ik hoop. dat ik er ook zoo één zal zijn". „Het kan wezen, wie weet? Ik moet je zeggen, dat ik altijd van geheimzinnighe den gehouden heb". „Beteekent dat dat je misschien ook nog eens van mij zult houden?" Hij was opgewonden Zij stond op met een blik half lachend, half nog iets an ders. Misschien was het dat andere, dat zijn bloed sneller door zijn aderen deed vloeien. „Nog eenmaal? Wie kan vooruit zeggen wanneer? Laten wij hopen, dat het morgen een mooie dag is. Als je het goedvindt wou ik nu wel naar die prachtige slaapkamer gaan, die voor mij bestemd is, hoop ik, ten minste voor vannacht. Ik ben wel een beetje moe, van de reis en al de gebeurte nissen van dezen dag". „Mag ik je tot aan de deur van de won dervolle kamer brengen?" „Ja, natuurlijk". Zij gingen naast elkaar de trap op. Bo ven gekomen ging zij eerst rechts, toen nog eens rechts en nog eens rechts. „Weet je zeker dat wij niet verkeerd loo pen. Het doet mij hier denken aan een doolhof met al zijn kronkelpaden". „Neen, 't is goed, aldoor rechts hier is de prachtige kamer". Zij was op het punt den knop om te draaien, toon de deur open ging en Phoe- bé, het meisje, dat haar voor het diner ge holpen had. kwam de kamer uit, „Ik moest even kijken of alles in orde was. Kan ik nog iets voor u doen? Ik ben vroeger kamenier geweest". „Neen. dank je; 't is heel vriendelijk, maar ik wil je nu niet meer lastig vallen vanavond ten minste niet". Het meisje groette en liep de gang in. Betty keek haar na en zei: „Ze komt zeker uit Cornwallis: ik heb aan tafel op haar gelet De meeste meisjes uit die streek heb ben een goede houding. Je hoeft ze niet te zeggen, dat ze hun schouders omlaag moe ten houden en het hoofd rechtop. Dank je wel voor je geleide. Wou je de kamer 6oms even bekijken?" „J3 graag". Zij ging vooruit. Hij nam de kamer op met een eenigszins onderzoekenden blik. „Hij is groot genoeg". „Ja, vreeselijk groot. Ik zal er nog in verdwalen, maar daar wen ik wel aan. Maar er is licht genoeg, ach er is van alles genoeg en dat is al wat waard. Maar zeg bet is zulk een vreeselijk groot huis zou er iemand in mijn nabijheid slapen?" „Mijn eigen kamer is hier om den hoek. Ik zal de wacht voor je houden en over je waken. Als je er liever verandering in wilt brengen dan kan dat morgenochtend ge schieden". „Ja, dank je. Als we morgenochtend maar niet weggezonden worden. Het is heel aardig dat je zoo voor mij zorgt. Goe den nacht!" Zij gaven elkaar de hand: hij groette en ging de kamer uit. Toen hij weg was bleef zij staan op de plek waar hij haar verinten had. starende naar de dichte deur Het was of zij hoopte, dat de deur weer opengedaan zou worden. „Hij is niet vlug in het begrijpen van iemands bedoeling, maar misschien wil hij lievpr niet begrijpen; in dat geval begrijp ik eigenlijk niet wat ik bier uitvoer, of waarom hij mij hier mee naar toe heeft genomen, 't Is net of wij niet getrouwd zijn." Talbot's gedachtcngang was zeer ver* schillend, toen hij de gang doorliep. fWordt vervolgd.)' j

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5