AMERSFOOKTSCH DAGBLAD
RIPOLINE VERVEN
Zaterdag 11 Mei 1929
..OF FEMï ANDER'
27e Jaargang No. 263
TWEEDE BLAD.
f BINNENLAND.
DE BELGISCHE EISCHEN
VERWORPEN?
TER HALL OP HET
VERKIEZINGSPAD
Het program van
beginselen
Voor huishoudelijk gebruik in alle maten verkrijgbaar bij
A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23
KEPI EN VELDMUTS
VERDWIJNEN
Laken voor een prikje
FEUILLETON.
De Plaatsvervanger
Opmerkelijk bericht in ch
EngeUche bladen
Maandag beslissing inzake
publicatie
De door jhi. van Nispen tot Sevenaer
Dinsdag overhandigde Nederlandsche nota
van antwoord zal in de Maandagmiddag te
houden bijeenkomst van den ministerraad
door minister Hijmans aan zijno collega's
.worden medegedeeld. Ook zal daar een be
sluit stenomen worden omtrent het Neder
landsche verzoek tot publicatie van de se
dert de hervatting van de onderhandelin
gen tusschcn beide regeeringén gewisselde
documenten.
Reuter seint uit Brussel aan de Engel-
öche bladen, volgens do N.R.Ct.:
Men meldt dat het antwoord hetwelk de
Nederlandsche regeering Woensdag op zc-
ikere voorstellen van de Belgische regeering
lot regeling van hangende kwesties tus
schen de twee landen cn de herziening van
de tractaten van 1839 heeft gegeven, op een
vorwerping van alle Belgische eisclien neer
komt.
De X. R. Ct.-correspondent te Londen
ïneldt:
De Morning Post heeft een telegram van
haar Brusselschen correspondent over de
Nederlandsche nota aan de Belgische re
geering, volgens hetwelk men te Brussel
gelooft dat Nederland de Belgische voor
stellen verwerpt en de zaak als gesloten
'beschouwt. Bevestiging hiervan zal men
vinden in liet Nederlandsche verzoek om
publicatie der stukken
Völgens dezen correspondent, is de Belgi
sche regeering bereid, het slotvoorstel dtT
Nederlandsche nota namelijk om de aan
spraken van Nederland op de Wielingen
aan het Haagsche Hof te onderwerpen, te
aanvaarden, op voorwaarde, dat alle han
gende kwesties aan arbitrage onderworpen
zullen worden. Bovendien zou Brussel ar
bitrage eischen niet van het. llaagsclie Hof,
maar van Londen en Parijs.
De diplomatieke medewerking van de
Morning Post voegt daaraan een van 4 die
commentaren toe, waarin het blad altijd
uitmunt. Hij vermeldt de verklaring uit
de eerste helft van 1928 dat als gevolg van
de gevaren op de Schelde de tonnemaat van
'Antwerpen met 1/3 gedaald, en die van
Rotterdam verdubbeld was.
Wat België eischt zou volgens dezen
schrijver de bij verdrag vastgestelde rech-
iten van België of faciliteiten voor de vaart
voor groote schepen zijn. Deze medewerker
merkt nog op, dat Belgie na afschaffing
Van zijn onzijdigheid volmaakte rechten op
een eigen vloot heeft, zoo het er ooit een
tou willen hebben. Naar het gevoelen van
Nederland echter zou de mogelijkheid dat
Antwerpen door de geëischte verbetering
een vlootbasis zou worden, in de Neder
landsche berekeningen in het geval van een
•leuwen Europeeschen oorlog niet passen.
.Verkeert do Schelde in een voor linie-sche
pen onbevaarbaren toestand, dan zou voor
België of voor zijn bondgenooten geen mo
gelijkheid bestaan haar als zeebasis te ge
bruiken.
De N. R. Ct. teekent hierbij aan:
Wij nemen het bericht van Reuter uit
Brussel en de mededeelingen van de Mor
ning Post op, om den lezer te laten zien
hoezeer de voorlichting van de Engelsche
openbare meening onder den invloed van
«sterk gekleurde Belgische voorstellingen
staat.
LANDSTORMKORPS „STELLING VAN
AMSTERDAM"
Schietwedstrijden.
De belangstelling voor de op 21-, 25, 29. 31
Mei, 1 en 15 Juni a.s. te houden schietwed
strijden georganiseerd onder de auspiciën
van de Gewestelijke Landstorm Commissie
Stelling van Amsterdam blijft toenemen.
Reeds nu hebben zich een 700 tal personen
voor deelneming opgegeven.
Een aantal fraaie prijzen is geschonken,
terwijl ter herinnering aan do wedstrijden,
die te Amsterdam cn Laren worden gehou
den, een speciale penning wordt uitgegeven.
DE DERDE NED. RADIO SALON.
Opening door den ministei
van Waterstaat.
De Minister van Waterstaat zal Donder
dag 10 Mei a.s. den derden Nederlandschen
radio-salon in het Kurhaus openen.
Het Comité deelt nog mede, dat behalve
de officieele inzending van de Rijkstelegraaf
ook een inzending van het regiment genie
troepen is toegezegd.
Alle in het Kurhaus beschikbare ruimte
wordt door deze radiotentoonstelling in be
slag genomen.
ken nieuwe partijhel
Federatief Verband
Naai- gemeld wordt is, naar aanleiding
van den uitslag der Tweede Kamerverkie
zingen van 1925. waarbij dé heer A. Staal
man met 15546 stemmen gekozen werd ver
klaard en de lieer Henri ter Hall, met
257-42 stemmen niet, welke uitslag destijds
bij velen verwondering heeft gewekt, in Oc
tober 1928 het „Federatief Verhand" tot
stand gekomen voor do Tweede Kamerver
kiezingen van 1929, hetwelk den heer Ter
Mali heeft uitgenoodigd zich beschikbaar
te stellen voor de eerste plaats op de can-
didatenlijst.
De volledige lijst is thans vastgesteld en
luidt als volgt1 H. J. ter Hall, Rijswijk
(Z.-H.); 2 I. Alkema, 's Gravenhage; 3 C.
Booij, 's Gravenhage; 4 Antoinette van Dijk,
Voorburg; 5 F. W. Langhorst, Hoek van
Holland; 6 Clir. W. F. de Vos, Amsterdam,
7 W. Wessel, Amsterdam; 8. B. Niewold,
Amsterdam; 9 J. den Hollander, 's-Graven-
hage; 10. K. A. Pronk, Ulrum; 11 P. Brasser,
Wissingen; 12 E. Bekkering, Haren (G.); 13
II. van Woudenberg, Tricht; li. C. F. Nas-
TEL. 217.
HENRI TER HALL.
setle, Sandpoort; 15. dr. W. Koster, Amster
dam.
Omtrent het doel en streven van het Fede
ratief Verhand wordt het volgende medege
deeld
Het Federatief Verband is voor de aan
staande Tweede Kamer-verkiezingen geor
ganiseerd vrij van elk politiek partijver
band. Op het program wordt o.a. aange
drongen op gelijkstelling der oude pen
sioenen met de nieuwe. Verder wordt on
der meer gevraagd vrijstelling van belas
ting van inkomens tot J'2000 voor gehuw
den, ongehuwden 1000; afschaffing c.q.
Vermindering der belasting op publieke ver
makelijkheden; liet op hooger peil brengen
van het lager onderwijs, bijzondere zorg
voor het onderwijs aan kinderen van schip
pers cn kramers. Handhaving van ruime
radio-uitzend-gclegenlieid van programma's
zonder \oorkeur voor eenige godsdienstige
of politieke richting; staatsregeling (natio
naal, internationaal) voor het reddingswe
zen aan ae Kusten; regeling der arbeids
voorwaarden der bedienden in dit bedrijf;
normaliseering der veiligheidszorg, zoowel
per spoor-, water-, land- als straatwegen,
door zoo noodig den Raad van Scheepvaart
in deze uit te breiden en competent te ver
klaren; afschaffing van tol-, veer- en brug-
belasting en waar niet 'geheel mogelijk,
overname, van deze verkeersbeletselen door
rijk, provincie of gemeente; herziening der
regeling van de non-activiteitstractementcn
uit hoofde van vroegere bediening of be
trekking van de leden der Staten-Generaal
etc., herziening van de Zondagswet; vrij
heid van sport, muziek cn amusement; op
heffing der reisbelemrneringen; afschaffing
van het plakken van renlezegels voor het
personeel; bevordering van het totstandko
men van een anti-trekhond en wet; bescher
ming van den handeldrijvenden midden
stand als noodzakelijke factor in onze sa
menleving; staatspensioen voor ouden van
dagen, wier inkomen niet uitgaat boven
een bepaald in de wet vastgelegd bedrag.
Ook wordt in het program geèischt her
ziening der sociale wetgeving, herziening
der pensioenen, reorganisatie en vereenvou
diging der rechtspraak, medewerking tot
verbetering van maatschappelijke toestan
den, waarvan herziening urgent is, wette
lijke regeling van dienst- cn rusttijden van
personen, werkzaam in hotel-, café-, restau
rant- en winkelbedrijf; gelijkstelling van
het aanvangsuur in de bakkersbedrijven;
meerdere waardeering Aan de arbeiders bij
den landbouw, mijn- en veen-industrie,
scheepvaart en visschcrij.
Omtrent de candidaten van het Federa
tief Verbond wordt medegedeeld, dat zij
van zeer uiteenloopende positie zijn, maar
allen bezield met één ideegeen politiek
zaken doen, onrecht herstellen, welvaart
bevorderen.
EEN HARDHANDIG BURGEMEESTER?
Hoofdbrandmeester een vuist
slag toegediend.
Toen de afgeloopen week de heer J. C. B.,
hoofdbrandmeester \an de vrijwillige brand
weer te 's-Gravenzande ten raadhuize bij
den burgemeester dier gemeente, mr. J. B.,
verscheen ten einde een door hesn ingedien
de declaratie a oor reiskosten etc. toe te lich
ten, ofitstond tusschen beide ambtenaren Ti
woordenwisseling. Deze twist liep ten slotte
zoo hoog, dat op een gegevon moment de
burgemeester den heer B. een vuistslag in
het gelaat toediende, Avaardoor deze aan het
oog werd verwond. De heer B. lieeft bij den
officier van Justitie te 's-Gra\enhage een
aanklacht ingediend. (Tel.).
Een vomvbaar hoofddeksel
zal ze vervangen
Op vragen van don heer Bijleveld be
treffende den verkoop van een partij van
plm. 34.000 M. kepilaken heeft minister
Lambooy geantAvoord, dat het hem inder
daad bekend is, dat door tusschenkomst
van het Rijksinkomstenbureau een hoe
veelheid van plm. 34.000 M. grijs kepilaken
uit den legervoorraad is verkocht.
De verkoopprijs bedraagt 0.73 per M.
de gemiddelde kosten van het in de jaren
1917, 1918 en 1919 aangeschafte kepilaken
hebben ƒ13.62 per M bedragen. Deze aan-
koopen zijn geschied vóór dé invoering
van de helmen als hoofdbedekking to vel
de en bij oefeningen.
Het laken is verkocht, omdat het niet in
zoodanige conditie verkeerde, dat het voor
een ander doel kon aa'orden aangewend.
Voor militaire uniformen is het kepilaken
veel te zwak en voor militaire hoofddek
sels, apders dan van stijf model is het te
dun en te slap.
In verband met de uitvoering van den
helm hij de velduitrusting ontstond reeds
voor eenige jaren het voornemen om den
kepi en den veldmuts voor den soldaat
door oon a'ouAvbaar hoofddeksel te vervan
gen, dat zoowel in de dagelijksche tenue
gedragen als te velde medegevoerd kan
worden. Ten geA'olge van de \roorhanden
voorraden kepi's en veldmutsen kon daar
aan tot nog toe geen uitvoering worden
gegeven.
Bij de behandeling a-an de Defensiebe
groting 1929 in de TAveede Kamer der
Staten-Generaal is hieromtrent door den
minister een mededeeling gedaan.
De commandant van het veldleger stelde
reeds in 1923 a'oor den kepi niet meer als
derde hoofddeksel aan de dienstplichtigen
te verstrekken, doch den kepi en de veld
muts door één vouAvbaar hoofddeksel te
vervangen.
Nu de. voorraad k«pi's en veldmutsen
zoodanig is verminderd, dat binnen afzien-
baren tijd dit nieuw mfldel hoofddeksel
moet Avorden aangemaakt, Avordt binnen
kort van den hoofdintendant na overleg
met de hoogste legerautori,teiten, een voor
stel te dien aangaande ingeAvacht.
De minister vertrouAvt, dat dit model zal
voldoen aan den eisch van netheid en
uiterlijk voorkomen, aan de Hollandsche
militairen te stellen.
NA DEN BRAND TE ROSSUM.
Do dakloozen.
Dinsdagavond heeft de gemeenteraad van
Rossum (G.) vergaderd om te bespreken, Avat
gedaan kan worden voor de menschen, die
ten gevolge van den hevigen brand dakloos
zijn geworden.
Daar er in de gemeente eenige huizen leeg
staan, besloot de Raad zijn bemiddeling te
verleencn, teneinde in deze huizen de dak
loozen zooveel mogelijk onder te brengen.
Door den brand zijn vele ingezetenen ge
dupeerd, omdat hun huizen cn verdere
eigendommen slechts tegen de halve Avaarde
waren verzekerd. De raad heeft besloten een
steunacte in het leven to roepen, om de ge
dupeerden zooveel dit mogelijk is te helpen.
LEEDVERMAAK.
'k Heb weer oudenvetsch genoten,
Jonge, jonge Avat een dag,
'k Heb getoond wat ik als „grootheid".
In onz' goede Stad vermag.
Kilometers rijen auto's
Zijn weer door mijn „lijf" gegaan.
Eén voor één cn van éen kant maar,
't And're liet ik ijskoud staan.
'k Trek me niets aan van 't gekanker
Van dat malle snelverkeer.
'k Blijf heel lustig in den Aveg staun
En negeer 't gelamenteer.
'k Zal ze krijgen al die menschen
Die zoo vrees'lijk haastig zijn,
Want tAveo autos naast elkander
Druk ik heel gezellig fijn.
Ik heb maling aan de eischen
Van deez' zeer modernen lijd
In mijn jeugd kAvam *t ook in orde.
Waarom dan die nieuAvigheid
Neen, ik haat die tuf-mirakels
En ik plaag ze waar ik kan.
Als de stad ook gedupeerd Avordt
'k Trek er me geen klap van an
Ik blijf staan en ga voor niemand,
Hoe hij komt, een streep op zij.
Ieder die hier wil passeeren,
Iloude rekening met mij.
'k Lach van uit den hooge stiokum
Om wat mon hier van mij zegt.
Want zoolang ik „mooi" blijf lieelcn
Komt het wel voor mij terecht.
IK blijf het verkeer hier rcg'len
En vermoorden als het moet
Ik voel me als Mussolini
Oppermachtig en vol moed.
Voorschriften, verkeersagenten
Werken zooals IK dicteer,
IK gevierd despoot, vol schoonheid,
Wurg met smaak het snelverkeer.
IK in mijn versleten „pakje"
Ringeloor ons Amersfoor*.
IK bezorg 't verkeer de stuipen,
IK de
KAMPERBINNENPOORT.
GROEGROL.
(Alle rechten voorbehouden)
WIJNACCIJNS.
Do commissie vau deskundigen.
Bij beschikking van den Minister van
Financiën zijn opnieuAv benoemd in de
commissie van deskundigen bedoeld in de
Avet houdende nadere bepalingen omtrent
den accijns op den wijn lot voorzittend
lid, de heer Dr. A. F. Ilolleman, oud-hoog-
leeraar aan do gemeentelijke universiteit
te Amsterdam, Avonende te Bloemendaal
tot plaatsvervanger van het voorzittend
lid de heeren Dr. G. Ilondius Boldiugh,
hoogleeraar aan de gemeentelijke univer
siteit te Amsterdam, Avonende aldaar en
Dr. A. H. W. Aten, hoogleeraar aan dezelf
de universiteit, Avonende te Hilversum.
TEGEN EEN AUTO OPGEBOTST
Daarna door de tram go-
grepen en gedood.
jV* «fVkimorgwi om 10 uur is te Oegst-
geest bij de begraafplaats Rhijnhof de 30-
jarige monteur G. v. d. Nieuwcrhof uit
Haarlem, Averkzaam bij de British Auto
matic Company in Den Haag, met zijn rij-
Aviel opgereden tegen een auto, bestuurd
door den heer J. D. den Hertog uit Haar
lem. Hij werd tegen den grond geslingerd
cn kwam terecht juist voor den baan-
schuiver van passeerende tram der II. T.
M., die hem een eindAveegs meesleurde. De
bestuurder wist de tram spoedig tot stil
stand te brengen. De man bleek toen reeds
te zijn overleden. Vermoedelijk is hij bij de
aanrijding met de auto met het hoofd op
de straatstecnen terecht gekomen en op
slag gedood. Volgens ooggetuigen treft de
autobestuurder geen schuld.
Drankbestrijding, Liefdewerk.
Rijk aan vrucht voor Staat en Kerk.
door
RICHARD MARSII.
IVrrij naar het Engelsch door C. M. G. de W.
43
„ttn wil je nu nog beweren dat dat alles
niet romantisch is? Misschien is dat ook
een reden waarom mijnheer Eva zoo ver
langend is om ons bet hek uit te krijgen
hij wil liever niet dat je iets \ran dat roo
Vershol ontdekt."
„Ik geloof, dat je gelijk hebt. Eva weet na
tuurlijk waar het is en hij Aveet waarschijn
lijk ook wel' dat er ergens een middel is om
er in te komen de sleutel. Hij zou dien
sleutel dolgraag hebben. Waarvoor, dat weel
hij zelf wel; Avaarschijnlijk is hij bang, dat
ik er het eerst achter kom en daarom be-
BchouAvt hij mij als een onwelkome gast."
„Zou je niet iets van .de plaats, waar de
[voorraadschuur is, van hem te weten kun
nen komen? O Jack o, neem mij niet
kwalijk."
„Toe, zeg dat nu niet. Ik heb je immers
al gevraagd."
„Jawel, ik moet er mijn excuses over ma
ken, stellig! Ik kan je immers niet bij je
.vóórnaam noemen als ik merk dat je den
jnijne niet schijnt te weten." - -
„Betty."
„Jack."
„Zie zoo, dank je."
L Zij zweeg, alsof ze nog ïeis meer van
hem verAvachtte; men zou vermoeden dat
zijn stilzwijgen een teleurstelling voor haar
was. „Wat denk je dat er in dat Roovers-
hol te vinden is?"
„Suiker cn allerlei kruidenierswaren en
andere goede dingen. Maar Avat is dat?"
Zij waren op den top van een heuveltje
aangekomen, een glooiende Aveg. Hij stond
stil on keek om zich heen. Voor zich uit zag
hij tot zijn verbazing Avater en land en
lucht, een prachtig uitzicht. Een breede
waterstroom liep uit naar de zee, tusschen
hooge oevers aan beide zijden, zelfs in dit
jaargetijde Avelig begroeid.
„Dat moet de rivier de Hel ford zijn,
waar Sayers van sprak. Is het niet mooi?
Ik heb nooit gedacht, dat het zoo dicht bij
Avas. O, het is allerliefst, het doet mij be
paald goed. Wat schijnt de zon mooi op het
Avater. Probeer maar niet mij hier uit Mon-
niksland vandaan te jagen, vooral niet nu
ik dit gezien heb. Ik ga bepaald niet weg,
voordat ik op en in die 'rivier geweest ben.
Ziet het er niet verleidelijk uit? Juist een
plek om te zwemmen! Kijk, daar ligt een
bootje; misschien de veerboot. Ik moet die
rivier op en af roeien, overal naar toe,
voordat ik hier vandaan ga als je mij
maar laat gaan. En dan een zeilboot! Kun
je met een zeilboot omgaan?"
„Ja, dat heb ik Avel eens gedaan in het
buitenland."
„Ik ook wel, dus zullen wij het met ons
beiden wel klaar spelen. Zou je mij Avel
Avillen hebben als kapitein en zelf voor
scheepsvolk fungeeren?"
„Laten wij het maar eens probeeren."
„Zoo gauAv het mij mogelijk is. Maar
laten wij in de eerste plaats naar het
Roovershol zoeken. Kom, laten Avij naar het
huis terugkeeren en het van boven tot be
neden onderzoeken en dan zullen wij
zien. Ileb je lust om mee te gaan zoeken
naar het Roovershol?"
Ilij lachte en keek haar aan. Er was iets
in dien blik dat ook haar deed lachen.
„Ik vrees, dat het zoeken niet zoo ge
makkelijk gaat als je denkt."
„Gemakkelijk behoeft het ook niet te zijn.
Ik wou liever van niet. Veel liever allerlei
opwindende dingen en gevaren te overwin
nen; iets, dat je bloed aan het koken
maakt. Kom, laten we ons haasten; ik ver
lang naar avontuur no. 1
Vlug liep zij den heuvel af en wachtte
beneden op hem. Ze liepen door het bosch
naar huis. Ze hadden een gevoel of zij
door een betooverd bosch liepen. Toen zij
het landgoed naderden was het of het in
de laagte lag. Voor het eerst konden zij
het geheel overzien.
„Het is geen kwaad huis van buiten",
zeide ze, „en heel groot. Niettegenstaande
je pessimistische stemming, mijnheer, denk
ik dat het een heel prettige woonplaats
kan worden. Toe kom. ga nu gauw mee en
laten wij met het onderzoek beginnen."
„Hé, Avat is er gebeurd met het raam?"
„Ze schijnen de luiken gesloten te heb
ben."
„Wat een vreemde luiken of zonneblin
den! Het zijn net metalen jalousieën, die
ze neerlaten voor winkelramen. Waar is de
glazen deur, waar wij uitgegaan zijn? Die is
weg. Misschien hebben ze de jalousieën
neergelaten; dal doen de menschen wel
meer voor de zon, die de meubels en tapij
ten zou doen verschieten. Hoe vreemdI"
Het Avas of Talbot een orakelspreuk ver
kondigde toen hij plechtig zeide: „Je wou
op avontuur nummer één afgaan. Het zou
mij niet verbazen of dit was er een."
„Wat meen je? Ik zou bang van je wor
den!"
Bang zag zij er echter niet uit; eerder
of zij met vreugde afwachtte wat er komen
zou.
„Wij komen het huis niet in door een
a*an die ramen of gesloten deuren en het
zou mij niet verwonderen of de voordeur
en alle andere toegangen Avaren even moei
lijk open te krijgen als de ramen!"
„Je denkt tocli niet dat ze het Avagen je
op klaarlichten dag je eigen huis niet bin
nen te laten?"
„Ik heb je wel gezegd, ik denk dat John
E\ra alles durft aa'agen. Nu de glazen deuren
dicht zijn, moeten Avij het met den ingangs
deur probeeren."
Zijn vermoeden scheen niet ongegrond te
wezen. Niet alleen was de deur op slot,
maar er was een soort van luik of tweede
deur voorgezet, waardoor het moeilijk Avas
zich verstaanbaar te maken voor de men
schen die in huis waren. Met zijn vuist er
op slaan bleek nutteloos, het Avas een me
talen deur en waarschijnlijk Avas er bin
nen niets van te hooren. Een schel of een
klepel was er ook niet. Hij haalde een
steen en hamerde daarmede op de deur;
hij had evengoed tegen een muur kunnen
slaan. Glimlachend wendde hij zich tot zijn
vrouw.
„Het schijnt, dat John Eva het wagen
durft mij buiten te laten staan. Het is een
lastig geval. Als wij niet in huis kunnen
komen en het landgoed niet uit, dan dienen
wij hier te blijven rondloopen totdat wij
van honger sterven."
Zij glimlachte hem toe en scheen den
toestand niet zoo ernstig op te nemen als
hij.
„Is het niet grappig?" '-IT*" t
„Jij vindt het grappig, ook al moeten avij
dagen lang rondzwerven in de open lucht,
zonder eten of drinken. Het is niet altijd
lichte maan en de zon schijnt evenmin al
tijd. Oprecht gesproken, hij kan het ons
zoo lastig maken dat ik nog niet recht
weet Avat wij er aan zullen doen. Ila! Hoor
ik daar geen voetstappen! Misschien is
daar iemand, die het ons zeggen kan."
HOOFDSTUK XX.
De Looper.
Er naderde iemand om den hoek van den
ingang, iemand die ze tot nu toe niet had
den gezien, omdat ze vlak langs het huis
sloop het was een meisje. Zij sprak fluis
terend.
„Stil, spreek niet met mij en doe of u
mij niet ziet: ze kunnen zien cn hooren
daar binnen. Loop naar dat boschje cn als
u daar goed verborgen staat, wacb/ dan
af. Ik zal bij u komen langs een anderen
weg."
Het Avas het meisje met het olijfkleurig
teint, dat Eva aan tafel geholpen had met
bedienden en Phoebé genoemd werd. Zij
had een dienstbodenmutsje op en een ka
toenen japon aan Talbot en zijn vrouw
Avaren zeer benieuwd Avat ze daar deed ze
had iets gèhoimzinnigs, zoodat ze niets
durfden vragen. Zij keken in de richting,
die zij aanwees een plekje met hoornen
begroeid, aan beide zijden van (Jen weg.
(Wordt vervolgd.)