AH BBSFÖÖETSCH DAGBLAD
RIPOLINE VERVEN
feuilleton!
De Plaatsvervanger
Zaterdag 25 Mei 1929
-DE EEMLANDEft-
27e Jaargang No. 274
DERDE BLAD.
BINNENLAND
DE VISSCHERSS1AK1NG
Voor huishoudelijk gebruik in alle maten verkrijgbaar bij
A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23
DE ROODE HAAN KRAAIT
WEER
De haven stampvol met
schepen
Een commuoisteDrelietje
Men meldt ons uit 's-Gravenhage:
Gisteren zou het in de Scheveningsche
haven liggende vaartuig de „Zoutkamp 52"
van de reederij Schepenhuizen te Zoutkamp
naar Vlaardingen en vandaar waarschijnlijk
naar zee vertrekken.
Deze reeder heeft toegegeven aan de
eischen der visscliers. Men was heden bezig
het schip in te laden. Ook op de „Sch. 405"
van den reeder II. Plugge te Delft wordt
gewerkt op de nieuwe voorwaarden. De
ombouw van het schip is echter nog niet
gereed.
Overigens is de toestand aan aen naven
nog dezelfde. I-Iet is een geluk dat het weer
zoo mooi blij-ft want stak er een flinke wind
op, dan zou het er in de haven leelijk gaan
uitzien. Die ligt immers geheel vol, en de
schepen liggen als 't ware tegen elkaar en
zijn vrij los gemeerd. Bij een storm zouden
alle schepen stuk slaan als er niets aan ge-
cfaan zou worden.
Intusschen hebben een 53-tal visschers
•werk gevonden bij Ivatwijksche en vooral
bij Vlaardingsche reeders, wier personeel
vaak overgaat naar de koopvaardij; zoodat
daar nogal eens plaats is voor Schevenin-
gers.
Zooals gisteren is medegedeeld, zou van
communistische zijde een vergadering
plaats hebben gisteravond in het gebouw
„Volksbelang" in de Keizerstraat. Toen het
bestuur echter gewaar werd met welke
soort actie men te maken had, heeft het de
zaal geweigerd af te staan, hetgeen niet
naar den zin der communisten was. De
ouderen bleven samenscholen vóór het ge
bouw. de jongere generatie begaf zich onder
de visschers op het Kerkplein om vlug
schriften te verspreiden. Hier kwam de po
litie bij, die een tweetal menschcn aanhield
en in bewaring zette in het bureau Keizer
straat. De vlugschriften werden in beslag
genomen en proces-verbaal is opgemaakt
.wegens verboden venten.
Gistermiddag heeft te Scheveningen een
vergadering plaats gehad van stakende
visschers, waarin besloten werd vooralsnog
de staking niet uit te breiden door de
boefsters in het conflict te betrekken.
Ook de schippersvereniging „Ons aller
belang" vergaderde gi&termiddag.
Hier werd besproken de wenschelijkheid
van het weghalen van netten en zeilen van
de in de haven liggende schepen, om rot
ting te voorkomen.
Men zal zich wenden tot den Bond van
Christelijke Fabrieks- en Transportarbei
ders met het verzoek dit werk op Maandag
a.s. toe te staan.
Wij vernemen echter dat de Bond hier
tegenover een absoluut weigerend stand
punt inneemt. Deze is overigens van mee
ning, dat de netten en zeilen droog genoeg
zijn en dat geen rotting kan plaats hebben.
Gistermiddag heeft de Bond een overeen
komst getroffen, betreffende de nieuwe
voorwaarden met den reeder S. Taal, wiens
zeillogger „Sch 366" naar zee zal gaan.
A. J. P-PREMIEPLATEN.
Reproducties naar Jozef Israëls.
De firma A. J. Polak te Groningen, de
bekende puddingfabriek, behoort tot de
ondernemingen die in haar reclame ook
de kunst dienen. Op bons. ingesloten bij
A P.'s Puddingpoeders, stelt ze n.l. ver
krijgbaar fraaie kleurenreproducties naar
schilderijen van Jozef Israels, waarvoor
zijn gekozen de bekende, men mag wel zeg
gen klassieke, onderwerpen van onzen
grootmeester „Langs Moeders Graf", „Als
rnen oud wordt", „Kinderen der zee", „Moe
derliefde", „Na den storm" en „Vrijerij". De
platen zijn in vier kleuren gedrukt en in
passe-partout gevat.
DE VEENBRANDEN IN DRLNTE.
Geen reden tot ongerustheid.
De veenbrand te F.mmen-Erfscheidenveen
geeft voor bet oogenblik geen reden tot on
gerustheid. De brandweer heeft gedurende
den geheelen nacht doorgewerkt en kreeg
hulp van een tweetal uit Ileiligerlce en
Nieuweschans gearriveerde motorspuiten.
Thans werken er 7 motorspuiten. Omtrent
de oorzaak loopen de geruchten uiteen.
KINDERMOORD.
De misdaad te Nieuwer-Amstel.
De Vierde Kamer der rechtbank te Am
sterdam heeft heden uitspraak gedaan in
de zaak tegen de 21-jarige ongehuwde
dienstbode, die terecht heeft gestaan we
gens moord of doodslag, subs, wegens uit
lokking van of medeplichtigheid aan
moord of doodslag, op 19 December 1.1. te
Nieuwer-Amstel gepleegd op haar ander-
halfjarig kind.
Naar men zich herinneren zal. zou deze
vrouw liet kind levend in een tochtsloot on
der genoemde gemeente hebben geworpen,
waar de kleine door verdrinking om het
leven kwam.
De rechtbank heeft de vrouw wegens
moord vijf jaren gevangenisstraf opgelegd.
Overwegingen van het vonnis werden niet
medegedeeld.
Het O. M. had vier jaren gevangenisstraf
geëischt.
TEL. 217.
WEDEROPBLOEI DER FOLKLORc
Het werk vao den Nationalen
Landspelraad
Op vele plaatsen van ons land kan ge-
gesproken worden van een wederopblocien
van het folkloristische feest. Dat opleven
wordt ongetwijfeld mede zeer bevorderd
door den arbeid van den Nationalen Land
spelraad. Deze Raad stelt zich toch ten doel
het bewaren of weder in eerc herstellen van
oud volksgebruiken, zangen en dansen en
de veredeling van het volksvermaak, o.a.
door in plaatsen, welke zich hiertoe leencn,
b.v. wegens het bezit van historische ge
bouwen of een geschikte omgeving, de lust
op te wekken tot liet opvoeren van lands-
spelen, die een vertooning geven van een
gebeurtenis uit de plaatselijke geschiedenis
in do vorige eeuwen, of wel van een sage
of legende, voortlevende in do streek, waar
het spel gegeven wordt Tal van personen
met kennis op het gebied van volkskunde,
geschiedenis en volksdans maken als des
kundige leden thans deel uit van den Raad,
die reeds dikwijls op verzoek van verschil
lende steden hulp cn raad verstrekte. Dal
wederopbloeien van liet folkloritisch leven,
dat zoowel culturecle als malerieele voor
deden oplevert voor een plaats, waar fees
ten, als door den Raad bedoeld, worden ge
geven, is een zeer verheugend feit. Het bui
tenland en vooral Duit&chland is 0119 land,
wat landsspelen e.d. betreft, verre vooruit.
Denken wij slechts aan Rothenburg, Nörd-
lingen, Landshut, Marburg, Aries Vevey, enz.
Onze landgenooten zijn echter over het
algemeen te voorzichtig, te bedachtzaam
om zich aan iets nieuws op het gebied van
volksfeesten te wagen; vandaar dat de tot
nu toe bereikte resultaten niet in juiste
verhouding staa ntot het vele werk, dat
reeds door den Raad verricht is. Zoo wer
den er, tijdens de Olympische Spelen te Am
sterdam op het folkloristische feest in het
oude Stadion historische zwaarddansen uit
gevoerd, welke onder voorlichting van den
1 Nationalen Landsspel-Aad waren ingestu
deerd. Ook wérden Vair.enburg, Maastricht,
Den Bricl, Middelburg, Goes, Wijk bij Duur
stede, Gorinchem, Nijmegen enz. door leden
van den Landsspelraad bezocht, terwijl deze
Raad met verschillende Vereenigingen in
briefwisseling staat of stond. Toch is het
te betreuren, dat dit lichaam, waarvan de
Leden geheel belangloos hun hulp verlee
nen door den tot nog toe te geringen finan
cieelen steun, zoowel van de zijde van par
ticulieren en vereenigingen, als van Land
en Gewest, niet in staat is die werkzaam
heid te ontplooien, noodig voor het berei
ken van zijn doel, het veredelen van het
volksfeest, op folktoristischen cn geschied
kundigen grondslag. Aan tal van vereeni
gingen en particulieren werd door den Na
tionalen Landsspelraad een beginsel verkla
ring gezonden en tevens een circulaire
waarin, onder verwijzing naar hetgeen toi
nu toe verricht is, verzocht wordt als be
gunstiger of beschermer toe te treden. De
Nationale Landsspelraad is overtuigd dat
cr nog in vele plaatsen vereenigingen enz.
zijn. die zich op het gebied van volksspelen
in den algemeenen zin van het woord bewe
gen en die, onbekend met het bestaan van
dien Raad zijn adviezen niet inwinnen,
waardoor toch hunne spelen op een hooger
plan zouden kunnen gebracht worden, zon
der daardoor in hoogerc kosten te verval
len.
De beginselverklaring cn circulaire wor
den op aanvrage gaarne toegezonden door
den heer W. Anthcunissen, Accaciastraat
26 Den Haag.
AAN DEN DOOD ONTSNAPT.
Gisterenavond stond een jongen te wach
ten aan den onbewaakten overweg bij
wachtpost 40, onder Mierlo-Hout. voor een
aankomenden trein. Toen de trein gepas
seerd was, wilde hij oversteken, doch juist
kwam uit de tegenovergestelde richting
een andere trein, die hij niet had opge
merkt. De fiets van den jongen werd totaal
versplinterd, terwijl hij zelf op wonderlijke
wijze in het geheel geen letsel bekwam. De
trein had belangrijke vertraging.
VERDRONKEN.
Te de Krim is de 35-jarige zoon van
schipper Boerema, toen hij in een bootje
wilde stappen in het Kanaal geraakt cn
verdronken.
Groote boschbrandcn in Brabant
cn bij Doetinchem
4 millioen K.G. stroo verbrand
Onder de gemeente Loon op Zand woedt
een groote bosch en heidebrand, zich uit
strekkende tusschen de Loonsche Plassen,
Huis ter Heide en Kraaiven op de terrei
nen behoorende aan een aantal particulie
ren
De Tilburgsche brandweer is ter assis
tentie gerequireerd, terwijl het personeel
der fabrieken te Loon op Zand ter assis
tentie is opgeroepen. De oorzaak van den
brand is onbekend. Het terrein waar de
b^and woedt wordt doe*4' de gemeeHe- en
rijkspolitie afgezet.
Gisteravond om 6 uur woedde de brand
nog voort.
Vermoedelijk door het inslaan van den
bliksem is gisteravond 7 uur een groote
boschbrand uitgebroken onder de gemeente
Zelhcm.
Het vuur woedt over een breed front.
De aangetaste bosschen behooren tot het
landgoed Slangenburg cn zijn het eigendom
van Kommiezenrat Passmann te Duisburg.
Vier millioen K. G. stroo
verbrand.
Gistermiddag omstreeks 4 uur sloeg
de bliksem in de meest westelijk staande
slroomijt van de Coop. Stroocartonfabriek
„De Vrijheid te Vecndam. Ondanks den
Oostelijken wind was de hitte zoo groot cn
ondragelijk, dat eerst een tweede en om
6 uur zelfs een derde stroobult in vlam
geraakte. Er wordt thans met 20 stralen uit
6 motorspuiten getracht de derde en vier
de bult te behouden, daar anders de stroo-
voorraad vernietigd zou zijn. Van de 6 mil
lioen K.G. is reeds 4 millioen K.G. stroo als
verloren to beschouwen. Uit de omliggendo
gemeenten zijn motorspuiten aanwezig.
Brand in een vnilnisopslag*
plaats.
Gisternamiddag is brand uitgebroken in
de gemeentelijke opslagplaats voor vuilnis
aan den Westervoortschen dijk te Arnhem,
nabij de benzineopslagplaats van de Ba-
taafsche Petroleummaatschappij. Hoewel
de brandweer spoedig ter plaatse was, kon
met het vuur, dat over een afstand van
circa 500 nieter woedde niet gemakkelijk
bestrijden, daar de vuilnis tot diep onder
de oppervlakte brandde
Tegen 6 uur had men hot vuur bedwon
gen, doch om 8 uur laaide de vlammen
hoop op. Daar men vreesde voor de benzi
neopslagplaats zal de Arnhcmsche brand
weer den geheelen nacht werk hebben om
het vuur aan deze zijde onschadelijk te
maken.
De rookwolken zijn zoo dik, dat men over
de geheele stad daar hinder van onder
vindt.
BRAND TE GELDROP.
Vrouw met groote moeite uit de
vlammen gered.
Gisteren is te Geldrop bij Eindhoven een
woning afgebrand van de weduwe Van Ge-
nuchten. Bij het vernemen van den brand
was de weduwe, die op dat moment in de
buurt verkeerde, van achteren in het bran
dende perceel gesneld, met het gevolg, dat
zij zich spoedig ingesloten zag cn slechts
met groote moeite kon gered worden.
De vrouw had ernstige brandwonden be
komen Vier personen, die bij het reddings
werk behulpzaam waren, liepen min of
meer ernstige brandwonden op, doordat
eensklaps een gedeelte van het brandende
strooien dak naar beneden stortte, waar
onder de slachtoffers terecht kwamen. Hun
toestand is gelukkig niet van ernstigen
aard. De woning is, zooals reeds gezegd,
afgebrand. Een aangrenzend perceel be
kwam ecnige schade. Assurantie dekt de
schade van den brahd, waarvan de oorzaak
onbekend is.
OPHtFFING DER MARINEWERF
TE HELLEVOETSLUIS
Minister Lambooy negeert
de a"»tie Hiemtra
Naar de Tel. verneemt heeft de minis
ter YMf Defensie, de heer Lambooy, beslo
ten de marinewerf te Hellevoetsluis, waar
aan ongeveer 300 personeel verbonden zijn,
tegen 30 Mei 1930 op te heffen.
Het Tweede Kamerlid, de héér Snoeck
Henkemans heeft gistermorgen hierover
een langdurig onderhoud gehad met mi
nister Lambooy om te trachten diens be
sluit ongedaan te krijgen, mede in ver
band met de motie-Hiemstra door de
Tweede Kamer aangenomen doch do mi
nister heeft betoogd, dat het belang van
het Rijk de opheffing zou medebrengen.
In verband hiermede herinnert de Tel
aan de motie-Hiemstra, waarin de Tweede
Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat het
wenschelijk is dat, alvorens wordt overge
gaan tot de uitvoering der voorstellen van
do commissie-Guépin nader wordt onder
zocht of door bepaalde maatregelen als hef
opdragen van do herstelling van schepen
van alle rijksdiensten, do werf te Helle
voetsluis meer rendabel kan worden ge
maakt en baar opheffing kan worden voor
komen.
Deze motie aanvaardde de Kamer den
20sten Februari met 37 tegen 29 stemmen.
Door aanneming der motie-Hiemstra
verzocht de Tweede Kamer eerst een on
derzoek of door bepaalde maatregelen de
werf te Hellevoetsluis meer rendabel kou
worden gemaakt. Dit onderzoek naar de
mogelijke rentabiliteit heeft naar de zegs
lieden in het Hbld. verzekerden, niet plaats
gehad. Integendeel, liet de minister een on
derzoek instellen naar een eventueele
overneming der werf.
IJS ONDER DE PUINHOOPEN.
Men meldt ons uit Leiden:
Als een bizonderheid kan worden mede
gedeeld, dat gisteren bij het opruiming!
werk van de puinhoopen van het op 12
Februari door brand verwoeste stadhuis
van onder het puin nog twee groote ijs
klompen zijn te voorschijn gebracht.
AUTOBOTSING TE LISSE.
Alle zes inzittonden gewou<L
Gisteravond heeft bij de Lisserbrug te
Lisse een ernstige autobotsing plaats ge
had. Een auto, waarin do heer J. D. Postma,
architect te Deventer, en zijn chauffeur ge
zeten waren is bij het uitwijken voor een
wielrijder, opgereden tegen een van den
anderen kant komende auto uit den Haag.
waarin de hoofdredacteur van de Corinthian
met een heer en twee dames gezeten waren.
Eerstgenoemde auto, een Buick, werd na
genoeg geheel vernield. De andere een
Chandler zeer ernstig beschadigd. Beide
dames werden door de schok onder de zit
ting gewrongen. Alle inzittenden der beide
auto's werden gewond, echter niet ernstig.
Zij zijn door Dr. Blok verbonden. Een der
auto's, die op de tramrails terecht kwam,
veroorzaakte stagnatie in het tramverkeer.
Volgens ooggetuigen treft geen der beide
autobestuurders schuld.
PHILIPS GLOEILAMPENFABRIEKEN
Plannen tot bouw eenor fa*
briek in Oostenrijk.
Volgens de „Neue Freie Pressé" koestert
Philips Gloeilampen Fabrieken het voor
nemen, in Oostenrijk een fabriek te bouwen
voor radioartikelen. Met de daar te ver
vaardigen artikelen zal de markt in Oos
tenrijk cn op den Balkan worden verzorgd.
Stille deelneming maar haar echtheid
moet boven bedenking zijn is de beste
troost. JEAN PAUL.
door
RICHARD MARSH.
Vrij naar bet Engelsch door C M. G. de W.
„En heb je hem nooit weergezien sedert
fiat oogenblik."
„Alleen in mijn droomen; maar ik zal
hem weeerzien."
„En het kindje, leeft dat nog".
„Dat is dood en begraven, het ligt hier
op het kerkhof; 't was een aardig jongetje.
Ik denk dat zijn vader wel teruggekomen
was om hem te komen zien als hij was blij
ven leven, ofschoon hij heel boos was toen
bij hem voor het eerst zag".
„Heb je een portret van je man?"
„Ik heb er geen noodig?"
„Lijkt dit op hem?"
Betty liet haar een portret kijken. Zij
keek er onverschillig naar, alsof het haar
in het geheel niet interesseerde. Toen liep
tij stil zwijgend naar de deur. Betty keek
haar na en herhaalde haar vraag.
„Herinnert dit portret je niet aan Je
man?"
Zij lette er niet op, alsof de vraag haar
niet aanging.
En tot Phoebé voegde zij er bij:
„Denk je dat ze mij begrijpt? Laat jij het
haar eens zien cn tracht antwoord van
haar te krijgen".
Phoebé ging naar den ingang van het
huis met de photografie in de hand. „Ju
dith, kijk eens, zeg me of het op je man
gelijkt. De dame denkt dat zij hem kent
en zal je misschien kunnen zeggen waar
hij is. Is dit een portret van hem?"
Nog steeds onverschillig bekeek zij het
portret; toen ging ze naar buiten. Haar
antwoord kon moeilijk meer raadselachtig
geweest zijn.
„Het kan zijn dat hij het is het kan
ook zijn dat hij het niet is."
„Dat was alles wat men uit haar kon
krijgen. Toen het meisje haar het portret
teruggaf kon Betty van haar standpunt
beschouwd, niet anders zeggen dan: „Het
is een vrouw waar je wanhopig van
wordt."
Judith begon op zingenden toon te her
halen.
Als het ware een versje, dat zij van
buiten geleerd had, dezelfde verklaring,
die zij hun reeds gegeven had.
„Zijn naam is Percival Percival Tal
bot. Iedereen kent den naam van mijn man
en weet alles van hem af. Hij is een heer
en woont in het groote huis; je kunt het
zien als je op den heuvel gaat staan
heel duidelijk kun je het zien. Het heet
„Monniksland."
HOOFDSTUK XXIX.
De Markies van Polhurston.
En voordat de drie kwartier om was had
Talbot het hek opengemaakt en stond te
wachten op zijn vropw en het dienstmeis
je. Hij ging het hek uit en keek naar links
cn recht» alsof hij niet reoht wist van wel
ken kant zij zouden komen. Toen ging hij
eens iets probeeren. Hij stak den sleutel in
het gat en trachtte hem om te draaien.
Toen hij zag dat het gelukte trok hij het
hek te hard dicht, zoodat hij zich zelf bui
tengesloten had. Hij stak den sleutel er
weer ip en het hek ging open. Dus het
resultaat van de proef was bevredigend.
„Ik zou niet weten hoe ze mij er buiten
•kunnen houden, wanneer ik er in wil ko
men, zoolang ik dezen sluetel heb, tenzij
zij het slot verminken. Maar het slot is
zoo uitstekend gemaakt en het is zoo ver
nuftig in het soliede staal bevestigd, dat
ze daar veel moeite m^e zouden hebben
Ze moeten een barricade opwerpen, of mij
met geschut verwelkomen, anders ben ik
heer cn meester van den toestand, zoolang
ik dezen looper in mijn bezit heb."
Terwijl hij met de handen in de zakken
stond te wachten en te peinzen, zag hij
een heer aankomen op het pad links, en
die heer werd hoe langer hoe meer een
voorwerp van zijn belangstelling, hoe meer
hij naderde. Het was ontegenzeggelijk een
heer, die daar kwam aanwandelen, zwaai
ende met zijn wandelstokje, dat aan een
gebogen handvat aan zijn vinger hing. Het
was niet een soort man, dien men ver
wachten zou in dit afgelegen hoekje van
de wereld. Hij nam zijn groen vilthoedje
af toen hij naderbij kwam en sprak den
heer Talbot aan met een zeer muzikale
slein. En hij nam een sigaret uit zijn mond
met zijn linkerhand.
„Het spijt mij zeer, dat ik u moet lastig
vallen, maar ik ben juist overgevaren over
de rivier van een plaats Passage ge
naamd in een veerboot je, cn de veer
man gaf mij inlichtingen, die ik niet heel
duidelijk vond. Ik zoek een huis „Mon
niksland" genaamd."
..Heeft de veerman u niet gezegd, dat het
huis niet gemakkelijk te vinden is
De vreemdeling lachte alsof do heer Tal
bot zich schuldig gemaakt had aan het
zeggen van een grap.
„Hij zei mij wel zoo iets, en om u de
waarheid te zeggen, ik verwachtte niet het
te vinden, dat is te zeggen er dicht bij te
komen. Dat zou geloof ik een heele toer
zijn. Maar ik wou er toch wel wat van we
ten, ook van de ligging. Kunt u mij soms
inlichtingen geven
„Mag ik uw vraag met een vraag beant
woorden Waarom wenscht u bijzonderhe
den te weten over Monniksland
De vreemdeling vereerde den spreker met
wat men een brutalen blik zou kunnen
noemen, alsof hij wel eens wou weten wat
de man bedoelde toen lachte hij weer als
of hij het opnieuw als een grap beschouwde.
„Ach, het kan mij nfet schelen het u te
vertellen, als u het graag weten wilt. Het
is geen geheim. Ik geloof, dat daar een
man woont. Talbot genaamd."
„Hoe is zijn vóórnaam
Na eenig nadenken blies de vreemdeling
een rookwolkje uit.
„Ik zie, dat u goed op de hoogte is van
de geschiedenis van deze plaats. Ik heb ge
hoord, dat de oude Reginald dood is."
„Heeft u hem gekend
„Ja, in eenig opzicht wel zooals men
zulk soort mensehen kent. De man, dien
ik bedoel, heet Percival. 't Is de neef van
den ouden man."
„Moet u hem spreken Heeft u zaken
mei. hem
De vreemdeling keek hern ditmaal, niet
zonder reden, aan alsof hij zich afvroeg
wat die man nu nog te tangen kon hebben.
„Mijn waarde heer, indien ik bij toeval
zaken had af te doen met den heer in
quaestie, uat gaat u dat eigenlijk aan?"
,,'t Gaat mij in zooverre wel aan ik ben
Percival Talbot."
„Is u Percival Talbot Is dat werkelijk
zoo
De vreemdeling keek, en dezen keer niet
zonder reden, alsof hij zich afvroeg wat die
vent nu weer zou vragen. Hij deed nu let*
zeer zonderlings. Hij keerde zich om, alsof
hij om de een of andere reden den ander
niet in zijn gezicht wou zien. Nog steeds
in die positie vroeg hij, alsof hij opzette
lijk over iets anders wou spreken
„Ik ben geheel de richting kwijt geraakt
toen ik hier naar toe kwam. Ik geloof, dat
de rivier de Heiford daar ligt?"
„Ja, dat is zoo."
„Indien dat zoo is, dan is daar, er was
daar ten minste vroeger een huis, rechts
van hier, een hoeve Penance genaamd."
„Ik geloof, dat u gelijk hebt."
Er was iets vreemds in den toon van
beider stemmen. Men voelde, dat er meer
achter zat dan men aan de oppervlakte zag
verschijnen.
„O, ik weet zeker, dat ik gelijk heb. Ik
heb deze streek vroeger heel goed gekend."
„Hoe komt het dan, dat u vergeten wan
wat er op Monniksland gebeurd# t"
Het scheen dat de vreemdeling deze vraag
niet gehoord had. Hij gaf er geen antwoord
op.
„Er woonde vroeger op Penance een fa
milie Luscullion. Ze hadden een dochter
Judith. Zulk een mooi meisje ontmoet men
niet dikwijls. Ik ben benieuwd hoe het met
haar is afgeloopen. U heeft zeker nooit van
Judith Luscullion gehoord
„Waarom vraagt u dat?"
/Wordt vervolgd.)