AH BBSFÖÖETSCH DAGBLAD RIPOLINE VERVEN feuilleton! De Plaatsvervanger Zaterdag 25 Mei 1929 -DE EEMLANDEft- 27e Jaargang No. 274 DERDE BLAD. BINNENLAND DE VISSCHERSS1AK1NG Voor huishoudelijk gebruik in alle maten verkrijgbaar bij A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23 DE ROODE HAAN KRAAIT WEER De haven stampvol met schepen Een commuoisteDrelietje Men meldt ons uit 's-Gravenhage: Gisteren zou het in de Scheveningsche haven liggende vaartuig de „Zoutkamp 52" van de reederij Schepenhuizen te Zoutkamp naar Vlaardingen en vandaar waarschijnlijk naar zee vertrekken. Deze reeder heeft toegegeven aan de eischen der visscliers. Men was heden bezig het schip in te laden. Ook op de „Sch. 405" van den reeder II. Plugge te Delft wordt gewerkt op de nieuwe voorwaarden. De ombouw van het schip is echter nog niet gereed. Overigens is de toestand aan aen naven nog dezelfde. I-Iet is een geluk dat het weer zoo mooi blij-ft want stak er een flinke wind op, dan zou het er in de haven leelijk gaan uitzien. Die ligt immers geheel vol, en de schepen liggen als 't ware tegen elkaar en zijn vrij los gemeerd. Bij een storm zouden alle schepen stuk slaan als er niets aan ge- cfaan zou worden. Intusschen hebben een 53-tal visschers •werk gevonden bij Ivatwijksche en vooral bij Vlaardingsche reeders, wier personeel vaak overgaat naar de koopvaardij; zoodat daar nogal eens plaats is voor Schevenin- gers. Zooals gisteren is medegedeeld, zou van communistische zijde een vergadering plaats hebben gisteravond in het gebouw „Volksbelang" in de Keizerstraat. Toen het bestuur echter gewaar werd met welke soort actie men te maken had, heeft het de zaal geweigerd af te staan, hetgeen niet naar den zin der communisten was. De ouderen bleven samenscholen vóór het ge bouw. de jongere generatie begaf zich onder de visschers op het Kerkplein om vlug schriften te verspreiden. Hier kwam de po litie bij, die een tweetal menschcn aanhield en in bewaring zette in het bureau Keizer straat. De vlugschriften werden in beslag genomen en proces-verbaal is opgemaakt .wegens verboden venten. Gistermiddag heeft te Scheveningen een vergadering plaats gehad van stakende visschers, waarin besloten werd vooralsnog de staking niet uit te breiden door de boefsters in het conflict te betrekken. Ook de schippersvereniging „Ons aller belang" vergaderde gi&termiddag. Hier werd besproken de wenschelijkheid van het weghalen van netten en zeilen van de in de haven liggende schepen, om rot ting te voorkomen. Men zal zich wenden tot den Bond van Christelijke Fabrieks- en Transportarbei ders met het verzoek dit werk op Maandag a.s. toe te staan. Wij vernemen echter dat de Bond hier tegenover een absoluut weigerend stand punt inneemt. Deze is overigens van mee ning, dat de netten en zeilen droog genoeg zijn en dat geen rotting kan plaats hebben. Gistermiddag heeft de Bond een overeen komst getroffen, betreffende de nieuwe voorwaarden met den reeder S. Taal, wiens zeillogger „Sch 366" naar zee zal gaan. A. J. P-PREMIEPLATEN. Reproducties naar Jozef Israëls. De firma A. J. Polak te Groningen, de bekende puddingfabriek, behoort tot de ondernemingen die in haar reclame ook de kunst dienen. Op bons. ingesloten bij A P.'s Puddingpoeders, stelt ze n.l. ver krijgbaar fraaie kleurenreproducties naar schilderijen van Jozef Israels, waarvoor zijn gekozen de bekende, men mag wel zeg gen klassieke, onderwerpen van onzen grootmeester „Langs Moeders Graf", „Als rnen oud wordt", „Kinderen der zee", „Moe derliefde", „Na den storm" en „Vrijerij". De platen zijn in vier kleuren gedrukt en in passe-partout gevat. DE VEENBRANDEN IN DRLNTE. Geen reden tot ongerustheid. De veenbrand te F.mmen-Erfscheidenveen geeft voor bet oogenblik geen reden tot on gerustheid. De brandweer heeft gedurende den geheelen nacht doorgewerkt en kreeg hulp van een tweetal uit Ileiligerlce en Nieuweschans gearriveerde motorspuiten. Thans werken er 7 motorspuiten. Omtrent de oorzaak loopen de geruchten uiteen. KINDERMOORD. De misdaad te Nieuwer-Amstel. De Vierde Kamer der rechtbank te Am sterdam heeft heden uitspraak gedaan in de zaak tegen de 21-jarige ongehuwde dienstbode, die terecht heeft gestaan we gens moord of doodslag, subs, wegens uit lokking van of medeplichtigheid aan moord of doodslag, op 19 December 1.1. te Nieuwer-Amstel gepleegd op haar ander- halfjarig kind. Naar men zich herinneren zal. zou deze vrouw liet kind levend in een tochtsloot on der genoemde gemeente hebben geworpen, waar de kleine door verdrinking om het leven kwam. De rechtbank heeft de vrouw wegens moord vijf jaren gevangenisstraf opgelegd. Overwegingen van het vonnis werden niet medegedeeld. Het O. M. had vier jaren gevangenisstraf geëischt. TEL. 217. WEDEROPBLOEI DER FOLKLORc Het werk vao den Nationalen Landspelraad Op vele plaatsen van ons land kan ge- gesproken worden van een wederopblocien van het folkloristische feest. Dat opleven wordt ongetwijfeld mede zeer bevorderd door den arbeid van den Nationalen Land spelraad. Deze Raad stelt zich toch ten doel het bewaren of weder in eerc herstellen van oud volksgebruiken, zangen en dansen en de veredeling van het volksvermaak, o.a. door in plaatsen, welke zich hiertoe leencn, b.v. wegens het bezit van historische ge bouwen of een geschikte omgeving, de lust op te wekken tot liet opvoeren van lands- spelen, die een vertooning geven van een gebeurtenis uit de plaatselijke geschiedenis in do vorige eeuwen, of wel van een sage of legende, voortlevende in do streek, waar het spel gegeven wordt Tal van personen met kennis op het gebied van volkskunde, geschiedenis en volksdans maken als des kundige leden thans deel uit van den Raad, die reeds dikwijls op verzoek van verschil lende steden hulp cn raad verstrekte. Dal wederopbloeien van liet folkloritisch leven, dat zoowel culturecle als malerieele voor deden oplevert voor een plaats, waar fees ten, als door den Raad bedoeld, worden ge geven, is een zeer verheugend feit. Het bui tenland en vooral Duit&chland is 0119 land, wat landsspelen e.d. betreft, verre vooruit. Denken wij slechts aan Rothenburg, Nörd- lingen, Landshut, Marburg, Aries Vevey, enz. Onze landgenooten zijn echter over het algemeen te voorzichtig, te bedachtzaam om zich aan iets nieuws op het gebied van volksfeesten te wagen; vandaar dat de tot nu toe bereikte resultaten niet in juiste verhouding staa ntot het vele werk, dat reeds door den Raad verricht is. Zoo wer den er, tijdens de Olympische Spelen te Am sterdam op het folkloristische feest in het oude Stadion historische zwaarddansen uit gevoerd, welke onder voorlichting van den 1 Nationalen Landsspel-Aad waren ingestu deerd. Ook wérden Vair.enburg, Maastricht, Den Bricl, Middelburg, Goes, Wijk bij Duur stede, Gorinchem, Nijmegen enz. door leden van den Landsspelraad bezocht, terwijl deze Raad met verschillende Vereenigingen in briefwisseling staat of stond. Toch is het te betreuren, dat dit lichaam, waarvan de Leden geheel belangloos hun hulp verlee nen door den tot nog toe te geringen finan cieelen steun, zoowel van de zijde van par ticulieren en vereenigingen, als van Land en Gewest, niet in staat is die werkzaam heid te ontplooien, noodig voor het berei ken van zijn doel, het veredelen van het volksfeest, op folktoristischen cn geschied kundigen grondslag. Aan tal van vereeni gingen en particulieren werd door den Na tionalen Landsspelraad een beginsel verkla ring gezonden en tevens een circulaire waarin, onder verwijzing naar hetgeen toi nu toe verricht is, verzocht wordt als be gunstiger of beschermer toe te treden. De Nationale Landsspelraad is overtuigd dat cr nog in vele plaatsen vereenigingen enz. zijn. die zich op het gebied van volksspelen in den algemeenen zin van het woord bewe gen en die, onbekend met het bestaan van dien Raad zijn adviezen niet inwinnen, waardoor toch hunne spelen op een hooger plan zouden kunnen gebracht worden, zon der daardoor in hoogerc kosten te verval len. De beginselverklaring cn circulaire wor den op aanvrage gaarne toegezonden door den heer W. Anthcunissen, Accaciastraat 26 Den Haag. AAN DEN DOOD ONTSNAPT. Gisterenavond stond een jongen te wach ten aan den onbewaakten overweg bij wachtpost 40, onder Mierlo-Hout. voor een aankomenden trein. Toen de trein gepas seerd was, wilde hij oversteken, doch juist kwam uit de tegenovergestelde richting een andere trein, die hij niet had opge merkt. De fiets van den jongen werd totaal versplinterd, terwijl hij zelf op wonderlijke wijze in het geheel geen letsel bekwam. De trein had belangrijke vertraging. VERDRONKEN. Te de Krim is de 35-jarige zoon van schipper Boerema, toen hij in een bootje wilde stappen in het Kanaal geraakt cn verdronken. Groote boschbrandcn in Brabant cn bij Doetinchem 4 millioen K.G. stroo verbrand Onder de gemeente Loon op Zand woedt een groote bosch en heidebrand, zich uit strekkende tusschen de Loonsche Plassen, Huis ter Heide en Kraaiven op de terrei nen behoorende aan een aantal particulie ren De Tilburgsche brandweer is ter assis tentie gerequireerd, terwijl het personeel der fabrieken te Loon op Zand ter assis tentie is opgeroepen. De oorzaak van den brand is onbekend. Het terrein waar de b^and woedt wordt doe*4' de gemeeHe- en rijkspolitie afgezet. Gisteravond om 6 uur woedde de brand nog voort. Vermoedelijk door het inslaan van den bliksem is gisteravond 7 uur een groote boschbrand uitgebroken onder de gemeente Zelhcm. Het vuur woedt over een breed front. De aangetaste bosschen behooren tot het landgoed Slangenburg cn zijn het eigendom van Kommiezenrat Passmann te Duisburg. Vier millioen K. G. stroo verbrand. Gistermiddag omstreeks 4 uur sloeg de bliksem in de meest westelijk staande slroomijt van de Coop. Stroocartonfabriek „De Vrijheid te Vecndam. Ondanks den Oostelijken wind was de hitte zoo groot cn ondragelijk, dat eerst een tweede en om 6 uur zelfs een derde stroobult in vlam geraakte. Er wordt thans met 20 stralen uit 6 motorspuiten getracht de derde en vier de bult te behouden, daar anders de stroo- voorraad vernietigd zou zijn. Van de 6 mil lioen K.G. is reeds 4 millioen K.G. stroo als verloren to beschouwen. Uit de omliggendo gemeenten zijn motorspuiten aanwezig. Brand in een vnilnisopslag* plaats. Gisternamiddag is brand uitgebroken in de gemeentelijke opslagplaats voor vuilnis aan den Westervoortschen dijk te Arnhem, nabij de benzineopslagplaats van de Ba- taafsche Petroleummaatschappij. Hoewel de brandweer spoedig ter plaatse was, kon met het vuur, dat over een afstand van circa 500 nieter woedde niet gemakkelijk bestrijden, daar de vuilnis tot diep onder de oppervlakte brandde Tegen 6 uur had men hot vuur bedwon gen, doch om 8 uur laaide de vlammen hoop op. Daar men vreesde voor de benzi neopslagplaats zal de Arnhcmsche brand weer den geheelen nacht werk hebben om het vuur aan deze zijde onschadelijk te maken. De rookwolken zijn zoo dik, dat men over de geheele stad daar hinder van onder vindt. BRAND TE GELDROP. Vrouw met groote moeite uit de vlammen gered. Gisteren is te Geldrop bij Eindhoven een woning afgebrand van de weduwe Van Ge- nuchten. Bij het vernemen van den brand was de weduwe, die op dat moment in de buurt verkeerde, van achteren in het bran dende perceel gesneld, met het gevolg, dat zij zich spoedig ingesloten zag cn slechts met groote moeite kon gered worden. De vrouw had ernstige brandwonden be komen Vier personen, die bij het reddings werk behulpzaam waren, liepen min of meer ernstige brandwonden op, doordat eensklaps een gedeelte van het brandende strooien dak naar beneden stortte, waar onder de slachtoffers terecht kwamen. Hun toestand is gelukkig niet van ernstigen aard. De woning is, zooals reeds gezegd, afgebrand. Een aangrenzend perceel be kwam ecnige schade. Assurantie dekt de schade van den brahd, waarvan de oorzaak onbekend is. OPHtFFING DER MARINEWERF TE HELLEVOETSLUIS Minister Lambooy negeert de a"»tie Hiemtra Naar de Tel. verneemt heeft de minis ter YMf Defensie, de heer Lambooy, beslo ten de marinewerf te Hellevoetsluis, waar aan ongeveer 300 personeel verbonden zijn, tegen 30 Mei 1930 op te heffen. Het Tweede Kamerlid, de héér Snoeck Henkemans heeft gistermorgen hierover een langdurig onderhoud gehad met mi nister Lambooy om te trachten diens be sluit ongedaan te krijgen, mede in ver band met de motie-Hiemstra door de Tweede Kamer aangenomen doch do mi nister heeft betoogd, dat het belang van het Rijk de opheffing zou medebrengen. In verband hiermede herinnert de Tel aan de motie-Hiemstra, waarin de Tweede Kamer als haar oordeel uitspreekt, dat het wenschelijk is dat, alvorens wordt overge gaan tot de uitvoering der voorstellen van do commissie-Guépin nader wordt onder zocht of door bepaalde maatregelen als hef opdragen van do herstelling van schepen van alle rijksdiensten, do werf te Helle voetsluis meer rendabel kan worden ge maakt en baar opheffing kan worden voor komen. Deze motie aanvaardde de Kamer den 20sten Februari met 37 tegen 29 stemmen. Door aanneming der motie-Hiemstra verzocht de Tweede Kamer eerst een on derzoek of door bepaalde maatregelen de werf te Hellevoetsluis meer rendabel kou worden gemaakt. Dit onderzoek naar de mogelijke rentabiliteit heeft naar de zegs lieden in het Hbld. verzekerden, niet plaats gehad. Integendeel, liet de minister een on derzoek instellen naar een eventueele overneming der werf. IJS ONDER DE PUINHOOPEN. Men meldt ons uit Leiden: Als een bizonderheid kan worden mede gedeeld, dat gisteren bij het opruiming! werk van de puinhoopen van het op 12 Februari door brand verwoeste stadhuis van onder het puin nog twee groote ijs klompen zijn te voorschijn gebracht. AUTOBOTSING TE LISSE. Alle zes inzittonden gewou<L Gisteravond heeft bij de Lisserbrug te Lisse een ernstige autobotsing plaats ge had. Een auto, waarin do heer J. D. Postma, architect te Deventer, en zijn chauffeur ge zeten waren is bij het uitwijken voor een wielrijder, opgereden tegen een van den anderen kant komende auto uit den Haag. waarin de hoofdredacteur van de Corinthian met een heer en twee dames gezeten waren. Eerstgenoemde auto, een Buick, werd na genoeg geheel vernield. De andere een Chandler zeer ernstig beschadigd. Beide dames werden door de schok onder de zit ting gewrongen. Alle inzittenden der beide auto's werden gewond, echter niet ernstig. Zij zijn door Dr. Blok verbonden. Een der auto's, die op de tramrails terecht kwam, veroorzaakte stagnatie in het tramverkeer. Volgens ooggetuigen treft geen der beide autobestuurders schuld. PHILIPS GLOEILAMPENFABRIEKEN Plannen tot bouw eenor fa* briek in Oostenrijk. Volgens de „Neue Freie Pressé" koestert Philips Gloeilampen Fabrieken het voor nemen, in Oostenrijk een fabriek te bouwen voor radioartikelen. Met de daar te ver vaardigen artikelen zal de markt in Oos tenrijk cn op den Balkan worden verzorgd. Stille deelneming maar haar echtheid moet boven bedenking zijn is de beste troost. JEAN PAUL. door RICHARD MARSH. Vrij naar bet Engelsch door C M. G. de W. „En heb je hem nooit weergezien sedert fiat oogenblik." „Alleen in mijn droomen; maar ik zal hem weeerzien." „En het kindje, leeft dat nog". „Dat is dood en begraven, het ligt hier op het kerkhof; 't was een aardig jongetje. Ik denk dat zijn vader wel teruggekomen was om hem te komen zien als hij was blij ven leven, ofschoon hij heel boos was toen bij hem voor het eerst zag". „Heb je een portret van je man?" „Ik heb er geen noodig?" „Lijkt dit op hem?" Betty liet haar een portret kijken. Zij keek er onverschillig naar, alsof het haar in het geheel niet interesseerde. Toen liep tij stil zwijgend naar de deur. Betty keek haar na en herhaalde haar vraag. „Herinnert dit portret je niet aan Je man?" Zij lette er niet op, alsof de vraag haar niet aanging. En tot Phoebé voegde zij er bij: „Denk je dat ze mij begrijpt? Laat jij het haar eens zien cn tracht antwoord van haar te krijgen". Phoebé ging naar den ingang van het huis met de photografie in de hand. „Ju dith, kijk eens, zeg me of het op je man gelijkt. De dame denkt dat zij hem kent en zal je misschien kunnen zeggen waar hij is. Is dit een portret van hem?" Nog steeds onverschillig bekeek zij het portret; toen ging ze naar buiten. Haar antwoord kon moeilijk meer raadselachtig geweest zijn. „Het kan zijn dat hij het is het kan ook zijn dat hij het niet is." „Dat was alles wat men uit haar kon krijgen. Toen het meisje haar het portret teruggaf kon Betty van haar standpunt beschouwd, niet anders zeggen dan: „Het is een vrouw waar je wanhopig van wordt." Judith begon op zingenden toon te her halen. Als het ware een versje, dat zij van buiten geleerd had, dezelfde verklaring, die zij hun reeds gegeven had. „Zijn naam is Percival Percival Tal bot. Iedereen kent den naam van mijn man en weet alles van hem af. Hij is een heer en woont in het groote huis; je kunt het zien als je op den heuvel gaat staan heel duidelijk kun je het zien. Het heet „Monniksland." HOOFDSTUK XXIX. De Markies van Polhurston. En voordat de drie kwartier om was had Talbot het hek opengemaakt en stond te wachten op zijn vropw en het dienstmeis je. Hij ging het hek uit en keek naar links cn recht» alsof hij niet reoht wist van wel ken kant zij zouden komen. Toen ging hij eens iets probeeren. Hij stak den sleutel in het gat en trachtte hem om te draaien. Toen hij zag dat het gelukte trok hij het hek te hard dicht, zoodat hij zich zelf bui tengesloten had. Hij stak den sleutel er weer ip en het hek ging open. Dus het resultaat van de proef was bevredigend. „Ik zou niet weten hoe ze mij er buiten •kunnen houden, wanneer ik er in wil ko men, zoolang ik dezen sluetel heb, tenzij zij het slot verminken. Maar het slot is zoo uitstekend gemaakt en het is zoo ver nuftig in het soliede staal bevestigd, dat ze daar veel moeite m^e zouden hebben Ze moeten een barricade opwerpen, of mij met geschut verwelkomen, anders ben ik heer cn meester van den toestand, zoolang ik dezen looper in mijn bezit heb." Terwijl hij met de handen in de zakken stond te wachten en te peinzen, zag hij een heer aankomen op het pad links, en die heer werd hoe langer hoe meer een voorwerp van zijn belangstelling, hoe meer hij naderde. Het was ontegenzeggelijk een heer, die daar kwam aanwandelen, zwaai ende met zijn wandelstokje, dat aan een gebogen handvat aan zijn vinger hing. Het was niet een soort man, dien men ver wachten zou in dit afgelegen hoekje van de wereld. Hij nam zijn groen vilthoedje af toen hij naderbij kwam en sprak den heer Talbot aan met een zeer muzikale slein. En hij nam een sigaret uit zijn mond met zijn linkerhand. „Het spijt mij zeer, dat ik u moet lastig vallen, maar ik ben juist overgevaren over de rivier van een plaats Passage ge naamd in een veerboot je, cn de veer man gaf mij inlichtingen, die ik niet heel duidelijk vond. Ik zoek een huis „Mon niksland" genaamd." ..Heeft de veerman u niet gezegd, dat het huis niet gemakkelijk te vinden is De vreemdeling lachte alsof do heer Tal bot zich schuldig gemaakt had aan het zeggen van een grap. „Hij zei mij wel zoo iets, en om u de waarheid te zeggen, ik verwachtte niet het te vinden, dat is te zeggen er dicht bij te komen. Dat zou geloof ik een heele toer zijn. Maar ik wou er toch wel wat van we ten, ook van de ligging. Kunt u mij soms inlichtingen geven „Mag ik uw vraag met een vraag beant woorden Waarom wenscht u bijzonderhe den te weten over Monniksland De vreemdeling vereerde den spreker met wat men een brutalen blik zou kunnen noemen, alsof hij wel eens wou weten wat de man bedoelde toen lachte hij weer als of hij het opnieuw als een grap beschouwde. „Ach, het kan mij nfet schelen het u te vertellen, als u het graag weten wilt. Het is geen geheim. Ik geloof, dat daar een man woont. Talbot genaamd." „Hoe is zijn vóórnaam Na eenig nadenken blies de vreemdeling een rookwolkje uit. „Ik zie, dat u goed op de hoogte is van de geschiedenis van deze plaats. Ik heb ge hoord, dat de oude Reginald dood is." „Heeft u hem gekend „Ja, in eenig opzicht wel zooals men zulk soort mensehen kent. De man, dien ik bedoel, heet Percival. 't Is de neef van den ouden man." „Moet u hem spreken Heeft u zaken mei. hem De vreemdeling keek hern ditmaal, niet zonder reden, aan alsof hij zich afvroeg wat die man nu nog te tangen kon hebben. „Mijn waarde heer, indien ik bij toeval zaken had af te doen met den heer in quaestie, uat gaat u dat eigenlijk aan?" ,,'t Gaat mij in zooverre wel aan ik ben Percival Talbot." „Is u Percival Talbot Is dat werkelijk zoo De vreemdeling keek, en dezen keer niet zonder reden, alsof hij zich afvroeg wat die vent nu weer zou vragen. Hij deed nu let* zeer zonderlings. Hij keerde zich om, alsof hij om de een of andere reden den ander niet in zijn gezicht wou zien. Nog steeds in die positie vroeg hij, alsof hij opzette lijk over iets anders wou spreken „Ik ben geheel de richting kwijt geraakt toen ik hier naar toe kwam. Ik geloof, dat de rivier de Heiford daar ligt?" „Ja, dat is zoo." „Indien dat zoo is, dan is daar, er was daar ten minste vroeger een huis, rechts van hier, een hoeve Penance genaamd." „Ik geloof, dat u gelijk hebt." Er was iets vreemds in den toon van beider stemmen. Men voelde, dat er meer achter zat dan men aan de oppervlakte zag verschijnen. „O, ik weet zeker, dat ik gelijk heb. Ik heb deze streek vroeger heel goed gekend." „Hoe komt het dan, dat u vergeten wan wat er op Monniksland gebeurd# t" Het scheen dat de vreemdeling deze vraag niet gehoord had. Hij gaf er geen antwoord op. „Er woonde vroeger op Penance een fa milie Luscullion. Ze hadden een dochter Judith. Zulk een mooi meisje ontmoet men niet dikwijls. Ik ben benieuwd hoe het met haar is afgeloopen. U heeft zeker nooit van Judith Luscullion gehoord „Waarom vraagt u dat?" /Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 9