AMERSFOOKTSCE BAGB1AÖ
De Plaatsvervanger
Woensdag 29 Mei 1929
-DE EEMIAISDER"
27e Jaargang No. 277
OOST-INDIE
Indië verliest een goed
vriend
CONGRES LYCEUMCLUBS
BINNENLAND
BELGIE ANTWOORDT DE
VOLGENDE WEEK
FEUILLETON.
KAREL WIJ BRANDS TE
RUSTEN GELEGD
Bij leefde en stierf
moederziel alleen
placht te strijden waar hij onrecht zag. Hij
behoorde tot ons, want er is altijd één ding,
dat Journalisten vereeriigt, en dat is de
liefde voor hun vak. Spreker wijdde nog
enkele woorden aan de nagedachtenis van
Karei Wijbrands.
Namens de stichting Indisch Bronbeek-
getuigde de heer Sandkuyl, hoofdvertegen
woordiger van de Bataafsche Petroleum
Maatschappij, van dc zeer diepe gevoelens,
die dit plotselinge, tragische heengaan bij
de oud-strijders gewekt heeft, en van de ge
voelens, die deze oud-strijders de nagedach
tenis toedragen van hem, die voor hen
heeft gestreden.
Tenslotte sprak de heer P. Plas namens
de familie een kort woord van dank.
Allen, die bij deze plechtigheid het woord
voerden, waren diep geroerd
I
Batavia, 28 Mei. (Aneta). De begrafe
nis van den door een auto-ongeluk om het
leven gekomen directeur van het Nieuws
van den Dag v. N.-I., Karei Wijbrands, is
geworden tot een diep aangrijpende plech
tigheid. Een schat van kransen werd aan
gebracht en het stoffelijk overschot werd
gevolgd door een oneindigen stoet van rij
tuigen, zoodat het verkeer langs den weg,
dien de stoet naar het kerkhof nam, moest
worden stopgezet. Op het kerkhof was een
enorme schare belangstellenden uit alle
kringen van de samenleving. Alle journa
listen van Batavia waren aanwezig, voorts
de plaatselijke commandant, luitenant-ko
lonel Troostwijk, die in opdracht van den
legercommandant het leger vertegenwoor
digde, voorts de chef van den marinestaf
kapitein ter zee II. M. Manikus, de burge
meester van Batavia mr. Meyroos, het ge-
heele corps consulaire vertegenwoordigers
van vreemde mogendheden en een groot
aantal personen uit de wereld van het
bankwezen, de handel, de scheepvaart, en
de industrie.
Als eerste spieker trad bij de groeve naar
voren de heer Mulder, hoofdredacteur van
het Nieuws van den Dag, die in treffende
bewoordingen zijn overleden chef herdacht
"Wijbrands zoo zeide spreker was als
het ware een bonk leven. Zijne belangstel
ling voor de dingen was hevig en geweldig
en hij uitte die in een zoo typische stijl,
dat hij, schrijvende, eigenlijk sprak. Dit
was het gevolg van de overvloed van leven
dat in hem was en, die hij als vanzelf in
woorden uitte. Wijbrands bezit het geheim
van het scheppende woord, en hij sprak in
zijne artikelen. Het Indo-Europeesch Ver
bond ontstond onder den machtigen invloed
van zijn woord en zoo schiep hij ook In
disch Bronbeek. Wijbrands blijft voor ons
Jtven, zoo eindigde spreker, en wij blijven
hem altijd dankbaar het lichtend voorbeeld,
dat hij ons nalaat. Hij ruste in vrede.
Vervolgens sprak de heer D. W. Berrelty,
^directeur van Aneta, speciaal namens het
Soer. Handelsblad en De Locomotief. Spre
ker gelooft namens alle collega's, jong en
oud, vriend en vijand, te getuigen, wanneer
hij uitdrukking geeft aan de diepe versla
genheid, die dit heengaan bij hen heeft ver
wekt. Spreker brengt hulde aan den pio
niersarbeid, dien Wijbrands op journalis
tiek gebied heeft verricht, en hij acht het
voldoende te verklaren, dat Wijbrands met
hoofd en schouderen boven ons allen uit
stak. Maar bovendien aldus spreker
verliest Indie in Wijbrands een goed vriend,
die steeds moederziel alleen lieeft geleefd,
cn nu moederziel alleen gestorven is. Spre
ker eindigde met de woorden „Lieve grijze
makker, slaap zacht.'
De volgende spreker was mr. Van Dijk,
uit Soekaboemi, een der oudste vrienden
van den ontslapene. Mr. Van Dijk zeide,
dat hij gedurende een kwarteeuw lief en
leed met Wijbrands tezamen heeft gedeeld,
maar in den laatsten tijd ontzaglijk meer
leed dan lief. Ook de strijder Wijbrands
zoo zeide spreker zal weieens naar rust
verlangd hebben cn hij is er van overtuigd,
dat zijn vriend Karei in vrede zal rusten.
De heer W. U. van Meurs, hoofdredacteur
van de Java-bode. huldigde namens de Ba-
taviasche journalisten dc journalistieke ta
lenten van den overledene. Wijbrands
ROTTERDAMS HAVENBELANGEN
Een studiecommissie
Naar wij vernemen, zullen de ministers'
van Waterstaat, van Binncnlandsclie Za
ken cn Landbouw en van Arbeid, Handel
en Nijverheid een commissie instellen voor
een onderzoek naar de wijze, waarop zoo
noodig niet toepassing van art. 194 der
Grondwet, de havenbelangen van Rotter
dam en omgeving het best kunnen worden
behartigd. Die instelling is zoo spoedig te
verwachten.
DE BRAND BIJ DE NED. KUNSTZIJDE
FABRIEK.
Opnieuw aan 't woeden
De brand in de vuilnisbelt op het terrein
van de N'ederlandsclie Kunstzijdefabriek
die. zooals wij reeds gemeld hebben. Vrij
dag i-> ontstaan, woedt nog steeds voort
Zondagmiddag sloegen de vlammen op
nieuw hoog op en de wind dreef het vuur
in de richting van de opslagplaats van de
Shell, zoodat dc brandweer krachtig moest
optreden om den voortgang van het vuur
althans in die richting, te stuiten. Tot 8
uur heeft men met 6 stralen gewerkt. Gis
teren ontstond opnieuw brand, zoodat de
brandweer den geheelcn dag in dc weer is
geweest om te ttrachten het vuur, dat diep
onder 't vuil voortwoedt. te dooven.
DE SLUIZEN DER WELSPREKENDHEID.
Maandagmiddag heeft burgemeester De
Vlugt geconfereerd met het seniorencon
vent uit den Amsterdamschen Raad over
het schema, door hem aan de voorzitters der
fracties gezonden aangaande een beknopter
behandeling van de raadsdebatten in het al
gemeen en van die van de begrooting in het
bijzonder.
Van de fractieleiders ontbrak alleen de
heer Wijnkoop.
Ruim twee uren hebben de beraadslagin
gen geduurd; tot een beslissing ter zake is
de bijeenkomst niet gekomen. Bepaald werd,
dat na de vacantia wederom over betzelfde
onderwerp zal worden geconfereerd, dan
speciaal over de regeling bij de aanstaande
begrootingsdebatten.
De burgemeester sprak den wensch uit.
door do fractieleiders te zullen worden ge
steund, indien zijnerzijds ook in het ver
volg wordt gepoogd den tweeden termijn bij
eenig debat zooveel mogelijk in le perken.
De voorzitters verklaarden geen voor
standers te zijn van onnoodig rekken van
de debatten. (Hbld.)
KON. CONSERVATORIUM.
Naar de „Avondpost"' verneemt is als
opvolger van André Spoor aan het Kon.
Conservatorium voor Muziek te Den Haag
benoemd de heer Herman van der Veght,
leerling van den heer Hofmeester en later
van Carl Flesch, thans le concertmeester te
Stuttgart.
internationale bijeenkomst
te den Haag
Begroetiogsavond
Van 27 tot 31 Mei wordt in het Clubgf»
bouw voor Vrouwen te den Haag het Zesdp
Internationaal Congres van Lyceumclubs
gehouden
Gister werd het congres geopend met
een huishoudelijke vergadering, welke om
10 uur aanvangt.
Maandag was er ontvangavond.
Een groot aantal dames was hierbij tegen
woord ig.
De afgevaardigden uit de verschillende
landen. Engeland, Frankrijk, Oostcnrijk-
Italiê, Zweden en Duitschland werden allen
met hun eigen volkslied begroet.
Tot slot werd het Wilhelmus gezongen
De presidente van het comité van ont
vangst, mevr. E. Patijn-De Brauw, hield
vervolgens in de Engelsche taal een wel
komstrede.
Vervolgens zeide spr., dat dit congres
reden geeft tot trots cn tot blijdschap. Trots
omdat 't toont den vooruigang van de po-
siie van de vrouw in de beschaafde landen,
\reugde omdat het ook een bewijs is van
de beteekenis van het internationaal ver
keer tusschen vrouwen
Inderdaad, vervolgde mevr. Patijn, wij
mogen in het algemeen gesproken zeggen,
dat de grootste kracht van den man is, zijn
intellect, maar de grootste kracht van de
vrouw is haar gevoel cn haar intuïtie. Wij
kunnen dus zeggen, dat het internationaal
verkeer tusschen mannen wellicht leidt tot
een internationale toenadering, maar het in
ternationaal verkeer tusschen vrouwen
rnoet brengen een internationaal „elkaar
begrijpen".
Daarbij mogen wij bedenken, dat inter
nationale liefde, welke het paradijs is, dat
wij allen hopen binnen te gaan, slechts kan
ontstaan uit het „elkaar begrijpen".
Spr. eindigde met de hoop uit to spreken
dat de vreemde gasten zich in ons land en
speciaal in het clubgebouw mogen thuisge
voelen, cn dat dit congres nog in veler ge
dachten moge blijven voortleven als het bo
gin van een nieuwe, goedo vriendschap
Het verdere van den avond werd op ge
zellige wijze doorgebracht. Medewerking
werd verleend door de dames Timmermans.
I. Maas Geesteranus, Bijleveld en M. Kroeze
Ook werden ecnige tableaux vivants ver
toond, welke betrekking hadden op de
schilderkunst in de verschilcnde eeuwen.
BEZUINIGINGSCOMMISSIE.
Verslag over 1928.
In het verslag over 1928 van de Bezuini-
gingscomrnissie wordt uitvoerig mededee-
ling gedaan betreffende het verschil van
meening tusschen den minister en de com
missie betreffende haar positie en die van
de Centrale Reorganisatiecommissie. Ten
slotte is de bezuinigingscommissio na lang
durige mondelinge en schriftelijke onder
handelingen met den minister-president
gekomen met een voorstel, waarin is uitge
gaan van het beginsel dal het eigenlijke on
derzoek naar bezuinigings-mogelijkheden
cn de efficiëntie van het ambtelijke appa
raat wordt opgedragen aan een Regeerins-
orgaan i. c. de Centrale reorganisatie-com
missie, terwijl de Bezuinigingscommissie
de controleerende en adviseerende niet amb
telijke instantie vormt.
Bij het einde van het verslagjaar waren
de besprekingen der Bezuigingscommissie
met de Regeering nog niet beëindigd.
liet komt de commissie noodzakelijk voor,
dat algemeene regels gesteld worden, voor
alle departementen geldende, opdat alle
diensten, door Rijksorganen bewezen, vol
gens dezelfde grondslagen beoordeeld en
dienovereenkomstig vergolden worden.
Hieruit volgt dus, dat alle aan dorden door
het Rijk bewezen diensten betaald moeten
worden, zij het. ook, dat in sommige, be
paaldelijk te omschrijven, gevallen het be
lang der zaak zal vereischen, van dit be
ginsel afstand te doen.
Geleidelijke verkoop van alle domeingoe
deren, welke niet voor den publieken
dienst noodig zijn, dus ook van de land-
bouwdomeinen in West Noord-Brabant, ver
dient naar de ineening van de commissie
aanbeveling. De opbrengst zou alleen ter
bestrijding van buitengewone uitgaven ge
bezigd moeten worden.
De interdepartementale commissie inzake
de organisatie van het wapen der genie zet
te in het verslagjaar haren arbeid voort en
hoopt, dezen binnenkort te kunnen Vol
tooien.
Nog steeds niets nieuws over
eventueele publicatie
Een Hbld.-correspondent telefoneert uit
Londen:
De Brusselsche correspondent van de
„Times" verneemt, dat de technische af-
deelingen van de ministeries van Buiten-
landsche Zaken, Openbare Werken en Ma
rine bezig ztjn de laatste hand te leggen aan
het antwoord, dat de Belgische regeering
zal geven op de Nederlandsche nota inzake
de Schelde-quaestie en de herziening dei-
verdragen van 1839. Het antwoord zal de
volgende w eek aan den Nederlandschen ge
zant te Brussel worden overhandigd. Het
behandelt alle opgeworpen punten in bij
zonderheden en zal te verstaan geven, dat,
België, wanneer rechtstreekscho overeen
stemming tusschen beide landen niet kan
worden verkregen, de aangelegenheid zal
voorleggen aan den Raad van den Volken
bond en haar zoodoende op een internatio
naal niveau zal plaatsen. De onderhande
lingen over de publicatie der gewisselde do
cumenten duren voort tusschen de beide re
geeringen.
Naar verluidt zal België aan deze docu
menten eenige annexen toevoegen, die er
op berekend zouden zijn, een helder licht te
werpen op de onderhandelingen. Het is nog
niet bekend, wanneer de publicatie zal ge
schieden.
DE VEREENIGING „REMBRANDT",
Een plan voor een millioen.
De vereeniging „Rembrandt' tot behoud
en vermeerdering van kunstschatten in Ne
derland hield gistermiddag te Amsterdam
hare algemeene ledenvergadering in de
zaal van het Oudheidkundig Genootschap
in het Rijksmuseum.
Bij den aanvang der vergadering herdacht
de secretaris, de heer J. P. de Josselin de
Jong, met weemoed en tevens vervuld van
de grootste dankbaarheid, hetgeen door
den op 13 November 192S overleden voor
zitter, den heer M. P. Votite. voor de \eree-'
niging is gedaan.
De voorzitter, de heer L. Heldring, deed
daarop eenige medcdeelingen over het plan
van het Nationaal Comité, dat zich ondei
eere-voorzitterschap van den minister van
onderwijs en onder voorzitterschap van
•len heer mr. Ch. P. van Eeghen, heeft ge
vormd. Dit comité tracht de voreeniging
.Rembrandt" le helpen aan een grooter
stamkapitaal dan waarover liet thans be
schikt. Het tegenwoordig stamkapitaal (vol
gens de balans ruim ƒ85,000) en ook de
contributies zijn onvoldooende voor (ie ver
eeniging om haar taak te vervullen.
ITet plan xan het Comité is nu binnen het
verloop van een jaar een kapitaal van een
millioen bijeen tc brengen. Weliswaar zal
het plan met het fatale millioen niet staan
of vallen, doch het comité meent toch, dat
„T MINaHASCA BLOL'fflrjt.
Bij liet „Irigoionder, slu*' van het
„Amersfoortsche Min*basta-comité", voor
komende in hei Dagbladvan 25 dezer.
Holland maakt* Minahassu.
Door een eed van plich'. en trouw,
Schenkend bijstand .bh beschaving,
Gnder 't Neêrlandsch Roöd-Wit-Blauw,
Tot een „HollnndschMinahasso,
Met eon Nederland&chcn geest.
Waar de arbeid onzer Vaad'ren
Steeds een zegen is geweest!
Eens werd dat verbond gesloten.
Neerland, Minahassa één.
En door licfd' cn werkkracht groeide
Wat eerst onbereikbaar scheen.
Mannen met enorme wilskracht,
Ondanks tegenstand en strijd,
Hebben alles, zelfs hun leven,
Dikwijls den cultuur gewijd!
Ons is thans de taak gelaten,
Om dit werk, zoo grootsch cn schoon.
Door gezamenlijke actie,
Nu te kronen ni6t een kroon.
Die 't symbool is van onz' liefde,
Die getuigt dat men 't waardeert,
Dat het Hollandsch Minahassa
Op zijn Nederlandsch floreert!
Onlangs mochten we herdonken
't Jubileum van deez' „band"
Waardoor 't rijke Minahassa
Werd een Indisch „Nederland"!
En natuurlijk daarbij hoort ook
Een voortreffelijk „cadeau",
Wat ons volk als Hollandsch volk doet
Deed ze nimmer nog „zoo-zoo."
Bij dit machtig jubileum,
Op zichzelf een unicum,
Bouwt ons volk in Minahassa
Thans een Sanatorium!
Amersfoort t is toch natuurlijk
Heeft ook reeds haar comité.
Ook wij kunnen werken voor het
Minahassa"-jubilé.
En men roept per advertentie,
Werkers op voor deze zaak.
Ik zou zeggen: „Stadgenootcn.
Hou u goed cn ken uw taak
Amersfoort, voor dezen arbeid.
Mag niets van uw kracht te loor
Werkt voor 't Minahassa-bloempjc,
Stadgenootcn, WERKERS VOOR!
GROEGROE
(Allo rechten voorbehouden).
een half millioen ten minste bijeengebracht
moet worden, wil het niet beneden zijn taak
blijven.
Een kunstminnaar heeft bereids 7 50,000
toegezegd, wanneer het millioen bereikt
wordt. Ingeval slechts een half millioen
wordt bijeengebracht, zal de schenking van
dezen kunstminnaar f25,000 bedragen.
De rente van het te verkrijgen stamkapi-
taaal zal gebruikt worden voor de bestrij
ding van de kosten, verbonden aan de ver
werving voor openbare musea, terwijl bet
kapitaal ook aangewend zal worden voor
financiering van aankoopen van groole
kunstwerken.
Namens bet dagelijkscb bestuur wekte de
heer E. Heldring het kunstminnend publiek
in Nederland op het plan van het Nationaal
Comité te steunen.
Nadat de bestuursverkiezing was gehou
den, waarbij de heer J. P. lvrusernan tot
secretaris werd gekozen, werd Sir Henri
Deterding met algemeene stemmen tot eore-
lid van de vereeniging ..Rembrandtbe
noemd.
Wie waarlijk gelooft cn in oprechtheid
liefheeft, bezit in zijn hart oen beginsel
van eeuwige kracht, eeuwige jeugd en
eeuwige vreugde.
door
RICHARD MARSH.
Vrij naar het Engelsch door C. M. G. de W.
f,7
HOOFDSTUK XXV.
Een n i e u w e r w e t s c h o vrouw.
„Phoebé!"
Het meisje keek op van haar naaiwerk
toen mevrouw de kamer binnenkwam. Zij
werd, tenminste tijdelijk, beschouwd als
'iet dienstmeisje van mevrouw. Het was
een bedaard meisje, mot goede manieren
en ze had de gewoonte alleen te spreken
als het noodig was. Het ionge vrouwtje
beschouwde haar gaarne niet alleen als
dienstmeisje, maar ook als gezelschapsjuf
frouw. Misschien begrepen' zij elkander
zonder woorden te gebruiken, hetgeen we!
meer gebeurt tusschen twee vrouwen. Het
was mogelijk, dat er ook sympathie be
stond tusschen die twee, zonder dat zij er
over praten.
Mevrouw Talbct was geagiteerd, alsof zij
een aanval had van haar zenuwendio
ge'apitaerdheid nn.:n tc9 hoe meer zij haar
best deed zich zelf te h*-be?r?(hen. Den
geheelen dag had zij bezigheid gezocht,
maar zij kon niets vinden. Zij was begon
nen met lezen. Zij had het eene hoek voor
en het andere na opgenomen, maar zo
wierp ze beurtelings alle weer weg. Zij
had een wandelingetje geprobeerd in het
park, locn weer geschreven, vellen vol, zij
zelf wist ternauwernood wat ze schreef en
dan scheurde ze het papier weer kapot ln
een bui van woede, hetgeen een oogen-
blikkcljjke aanval van woede scheen te
zijn.
„Phoebé, zou je graag getrouwd zijn
Het was een dwaze vraag aan een jong
meisje. Phoebé keck even op en zag toen
weer naar haar werk; zij werkte altijd,
ledigheid scheen iets onmogelijks voor
haar te zijn. Zij scheen over een antwoord
na te denken het was niet onnatuurlijk
dat zij op zulk een vraag niet voorbereid
was. Maar mevrouw was wat ongeduldig.
„Maar Phoebé, je zit daar alsof je je
tong verloren hebt. Ik heb nooit, een huls
met zulke stilzwijgende menschen gezien.
Als ik niet iemand vind om mee te praten,
dan gebeurt er wat." Zij zei niet wat er
gebeuren zou, maar ging haastig voort:
„Heb je gehoord, wat ik je vraag? Zou je
graag getrouwd zijn
„Als het niet met een verkeerden man
was, dan wel. Maar niet met Joe Savers
b.v."
„Wat heb je tegen Joe Sayers? Is het
alleen omdat hij leelijk is en knorrig en
akelig'? Ik verzeker je. dat er mannen ztjn
die schijnen te denken, dat het niet noo
dig is om iets anders te wezen dan akelig.
Maar a propos, waar is hij? Ik heb hem
niet weergezien na dien eersten keer.'
„Hij doet gewoonlijk niet veel goeds, die
.Toe Sayers; u kunt zeker zijn, dat hij de
een of andere kwade streek uithaalt als
je niet weet waar hij is. Ik denk. dat hij
met oom het een of ander plan bedenk."
„Wat bedoel je met het een of ander
plan
„Er liangt iets in de lucht. Voelt u het
niet? Ik wel. Ik heb de „Monnik" al zoo
lang gekend, dat ik er een soort van voor
gevoel van heb. Er wordt bepaald iets op
touw gezet, dat voor iemand kwaad kan
afloopen. En het zal niet lang meer duren
ook."
..Geloof je dat werkelijk? Ik heb zelf ook
zoo'n onaangenaam gevoel, net als jij cn
ik kan liet niet van mij afzetten. Phoebé,
ik moet je een vraag doen cn je moet er
onenhartig op antwoorden, net of wij twee
zusters waren. Je kent die vrouw in Pe
nance. die Judith. Denk je, dat het mijn
man is. die met haar getrouwd is?"
liet meisje sloeg de oogen op en hield
ze ditmaal op mevrouw Talbot's gelaat
gevestigd; heel verwonderd keek ze.
..Dat denkt u toch niet Dat is het toch
niet. dat u kwelt
„Hoe weet je dat er iets is dot mij hin
dert
„Dat is gemakkelijk tc zien
Phoebé's antwoord was in woorden ge
huld, waarop de ander absoluut niet voor
bereid was. Zij sprak op zeldzaam ernsll-
gen toon.
„Zegt uw eigen hart u dat niet Kunt
u niet diep genoeg in zijn hart kijken
Hij is niet een man, die een vrouw iets
zou voorliegen. Hij doet u evenmin onrecht
aan als u hem. Ilij vertrouwt u geheel en
al; vertrouwt li hem niet?"
..Hoe kan je dat weten dat hij mij geheel
vertrouwt. Dat lijkt in 't geheel zoo niet.
Hij vertelt mij niets. Ik heb hem allerlei
gevraagd, over dingen die ik moet weten,
die ik recht heb te weten en hij geeft er
geen antwoord op."
Phoebé zag haar meesteres aan alsof zij
verbaasd was over haar hetfigheid toen
sloeg zij de oogen neer en begon stilzwij
gend te naaien, een houding, die Betty
blijkbaar boos maakte.
„Je bent een heel lastig persoontje, Phoe
bé. Ik weet niet wat ik gezegd heb dat je
boos gemaakt heeft: 't is net of ik iets
verkeerds gezegd heb.'
Het antwoord van het meisje beduidde
niet veel. „Als ik gezegd had, wat ik op
mijn lippen had, dan zou u boos op mij
wezen."
„Geneer je als jo blieft niet om mijn ge
voelens. Zeg alles wat je wilt, liever dan
steeds dien draad op en neer te balen, als
of je een automaat bent. Ik sta er op dat
je zegt wat je op je lippen had."
„Ik wou zeggen, mevrouw, dat als 't mijn
man was dan zou ik hem vertrouwen en
hem geen vragen doen, indien hij zooveel
van mij hield als uw man van u houdt."
Het bloed vloog het jonge vrouwtje naar
de wangen. „Phoebé. hoe durf je zoo iets
zeggen. Wat meen je ik had geen idee
dat je zoo iets zou zeggen, neen, dan had
ik je niet laten uitspreken. Maar daar je
het nu eenmaal gezegd hebt, hoe weet je
dat hij mij lief heeft?"
„Iedere gek kan dat zien."
„Je gebruikt zonderlinge woorden. Ik
begrijp niet welken grond je hebt om
zulke dingen te zeggen. Veronderstel dat
ik het niet zien kan."
„U kunt het wel." Nogmaals keek het
meisje van haar naaiwerk op en er was
iets in haar blik dat Betty deed schrikken.
„Wou u zeggen, dat u niet zien kunt wan
neer een man u liefheeft, en uw eigen man
nog wel? Ach, dat is duidelijk genoeg. Er,
is niets in de wereld waar uw man meer
om geeft dan om u. Er is niets dat hij niet
voor u zou willen doen, daar ben ik zeker
van. ITet is om uwentwil, dat hij geen ant
woord geeft op uw vragen, cn misschien
ligt hij er 's nachts over te tobben. Hij kan
u voor uw bestwil niet meer. vertellen.
Voor u zou hij alles, dood en verderf voor
zich zelf in het aangezicht durven zien; hij
denkt over niets anders dan u plezier te
doen. Omdat u niet gelukkig is, voelt hij
zich diep ongelukkig."
„Hoe weet je, dat ik niet. gelukkig ben?"
.,U zou heel anders wezen als u het wel
was."
„En hoe weet je dat hij ongelukkig is?"
„Dat zal hij net zoo lang blijven totdat u
hem gezegd hebt, dat u veel van hem
houdt."
„Phoebé, je vertelt den grootst mogelij
ken onzin. Bespottelijk! Als ik had kun
nen denken, dat je zulke dingen zou zeg
gen, had ik jo zeker niet lastig gevallen. Ik
heb kort geleden gelezen, dat rnenschen
uit de middenklasse van dc maatschappij
alleen verliefd worden."
„De map, die dat boek geschreven heeft,
beteekent niet veel; dat weet u zelf wel."
„Ach, denk maar niet dat ik zooveel van
die dingen weet. Maar wat je van mijn
heer Talbot gezegd hebt bewijst alleen hoe
weinig je een karakter beoordeelen kuDt.
Er is geen greintje gevoel in mijnheer Tal
bot en ik twijfel of hij om mij evenveel
geeft als om een sigaar."
„U zult het beter begrijpen als u hem
verloren hebt."
„Verloren? Zal ik hem dan verliezen?"
„Dat zal misschien zoo lang niet meer
duren."
/Wordt vervolgd.)