S&M ED'SFCDOKTSCH DAGBiAB De Plaatsvervanger Donderdag 30 Mei 1929 27e Jaargang No. 278 BINNENLAND ONTPLOFFING AAN B00R0 Een debat in den raad .DE EEMLANDER-v DE PRINS TE DEN HELDER Z. K. H. maakt eeo oefeDiog mede op de „Korlenaer Dinsdagavond Ie 1S.31 arriveerde Prins Hendrik te Den ilelder voor liet medema- ken van een oefening van Hr. Ms. tor pedojager „Kortenaer", betreffende het in schieten van een nieuw type torpedo's. De Prins werd aan het station ontvan gen door den vice-admiraal I. .1. Quant, commandant van de marine, den burge meester van Den Helder en den garni zoenscommandant, majoor Ridder van Rap- pard. Per auto begaf hot gezelschap zich naar het directiegebouw der marine, alwaar in de groote ontvangzaal door admiraal Quant oen diner werd aangeboden. Aan dezen maaltijd zaten mede aan de commandan ten der schepen en maritieme inrichtingen in Den Helder met hun dames, de officie ren, werkzaam ter directie to Den Helder met hun dames, de garnizoenscomman dant en de burgemeester van Den Helder. Tijdens dezen maaltijd werd door het stafmuziekcorps een concert gegeven in den voortuin van het directiegebouw. Admiraal Quant riep zijn lioogon gast liet welkom namens de marine toe en be tuigde hem dank voor dit bewijs van be langstelling en sympathie aan de marine. Met een heildronk op de welvaart en den voorspoed der koninklijke familie, gevolgd door bet spelen van het „Wilhelmus door «Ie aanwezigen staande aangehoord, eindig de de admiraal zijn koi te toespraak. Va afloop van den maaltijd begaf de Prins zich naar de Marineclub, waar met verschillende marine-officieren nader kon nis werd gemaakt. Va den nacht ten huize van admiraal Quant te hebben doorgebracht, zou de Prins zich hedenmorgen aan boord van den torpedojager Kortenaer' begeven, welke na afloop der lanceeroefeningcn zal op stormen naar A msterdarii. Daar zal de Prins om ongeveer half vijt aankomen Schip gezonken; schipper ernstig gewond Gistei morgen heeft aan boord van do motorboot „Schiedam schipper Verboom, liggende in de Lange Haven te Schiedam een ontplofing plaats gehad. De schipper was in de machinekamer bezig den motor aan te zetten, toen deze plotseling ont plofte. Er werd een groot gat in het schip geslagen, dat onmiddellijk begon te zinken. De schipper werd door rlen luchtdruk tegen den wand van het schip geslagen en kreeg een ernstige hoofdwonde. Door liet open springen van het luik kon de damp en rook ontsnappen, waardoor grooter onheil werd voorkomen. Onmiddellijk werd met lossen van de „Schiedam begonnen. Het vaartuig is geheel gezonken en wordt gein IN BRANDEN TE OMMEN. Gevolg van droogte cn onvoor zichtigheid. Tengevolge van de droogte cn onvoor zichtigheid met vuur. hadden Maandag in de gemeente Omme n verschillende branden plaats, ilie allen een ernstig gevolg had den. 1 de buurtschap Giethem brandde óe boer.] ij, bewoond door B. .J. Warmeliok, tot «1 i grond toe at, evenals te.Lemele de boe; i van W. Bergman. Niets werd ge red.' Eu.i begin van brand werd ontdekt ten huize van G. J. Martens, doch kon met be hulp der omwonenden tijdig worden ge- bluscht. In het \rrierveld brandde door onvoor zichtigheid met lucifers een complex heide ter grootte van ongeveer 150.U00 vierkante meter af. Talrijke hoopon turf gingen ver loren. Eveneens dreigde gevaar voor een grcot bosch cn een boerenwoning, doch de brand kon door tijdig ingrijpen worden ge- bluscht. HET CONFLICT ZAANDAM TE Uitbreiding der staking Aun de hout werven van de N. V. Hout handel v/h. P. Rot Czn. te Westzaan zijn Dinsdag elf vaste arbeiders, meest jonge menschen, in staking gegaan. Omtrent het deelnemen van deze arbeiders aan de staking wordt het volgende gemeld. Kort na het uitbreken van de staking aan de Zaandamsche Houtbedrijven, heeft de stakingsleiding getracht het personeel der firma Rot, dat evenals zijzelve niet ge organiseerd is, in de slaking te betrekken. Deze pogingen zijn evenwel mislukt, daal de loon,en en andere arbeidsvoorwaarden het personeel geen aanleiding gaven aan de staking deel le nemen Xu in do Weslzaansche haven twee voor dc fima Rot bestemde stoomschepen met gezaagd hout door Elburgeis worden gelost hebben de losse arbeiders geweigerd dit hout, wat door de stakingsleiding als be smet ib verklaard, iu de loodsen'op te slaan. Hoewel het vaste personeel der firma van mecning is, dat zij met het opslaan van het hout geen besmet werk verricht, zijn de elf arbeiders niet aan het werk gegaan uit vrees voor molestatie van stakerszijde. Naar Je directie aan het Hbld verklaarde gaat liet lossen van de stoomschepen ge heel buiten haar om. Hiervoor draagt de Scbeepyaartvereeniging „Noord" zorg, die, daar de bootwerkers thans zulks weigeren le doen, hiervoor El burgers in dienst heeft genomen. In de weigering van de bootwer kers cn het. besmet verklaren van het hout, ziet de directie een poging van de stakiugs- lciding om ook haar vcnnooischap in het conflict te betrekken. In de Dinsdagavond gehouden raadsver gadering heeft het communistische raads lid Bosman een motie ingediend, waarin B. cn \Y worden verzocht den inspecteur- titulair in rang terug te stellen, de veld wachters, die liïer er versterking van hel politiecorps zijn gedetacheerd naar bun tand plaats terug te zenden en toe te zien. dat de werkwilligen geen vuurwapenen dragen. Hierop heeft de voorzitter, burge meester K ter Laan, geantwoord, dat de beide eerste vragen het college van B. en M'. niet aan gaan en dat het dragen van vuurwapenen reeds bij de wet verboden is weshalve hij den Raad voorstelt de motie niet in behandeling te nemen. De heer Kelder (S.D.) is van oordeel, dat de Raad een weldaad aan de ingezetenen zou doen. indien zij kon bewerkstelligen, dat de inspecteur-titulair in rang werd teruggesteld. Men mag, aldus de wethouder l'i ins (Y.l).) van een socialistisch burgemeester ver wachten, dat dezen den inspecteur-titulair door hem ander werk te geven, bij de sta kers vandaan zal houden. De heer De Vries (R.K.) is van oordeel, lat de Raad niet in het belang van de stakers handelt als hij hei conflict in dc debatten betrekt. Het voorstel van den burgemeester om :1e motie niet in behandeling te nemen, wordt hierop met 12 tegen 9 stemmen aan- enomen. Eveneens werd afwijzend beschilu op het adres, van bet P. A. S. Zaanstreek, waarin werd verzocht aan dc vverkloozè arbeiders, welke niet in staking zijn cn bij het uitbre ken van het conflict in liet houtbedrijf wa ren. alsnog crisissteun te doen verlecncn. WERING VAN BRANDGEVAAR Verbod van losse patronen en lichte munitie ln verband met de langdurige droogte is door den minister van Defensie bepaald, dat met oog op brandgevaar in bosch cn heideterrein, door de onderdooien der land macht geen schietoefeningen meer gehou den mogen worden, met losse patronen cn met fijn en licht munitie. AANBESTEDINGSNIEUWS Een spoorwegdam bij Duivcn- drccht. Uit Haarlem wordt aan het Ilbld. ge meld Dinsdag is vanwege den hoofdingenieur bij den aanleg van spoorwegverbindingen met de havens West te Amsterdam, aan besteed bet maken van een spoorwegdam lusscben den Amstel en den spoorweg Am sterdam—Utrecht nabij Duivendrecht. Ra ming 1)00.000. Dc laagste inschrijver was de heer D. BTa'nkevoort, te Bloemendaal, met 895,00 MIJNONGELUK. Doodgckneld. Paul Lange, locomotief-machinist op staatsmijn „Marits le Lutterade, is bij «le ondergrondsche werken bekneld geraakt en was onmiddellijk dood. Het slachtoffer, dat te Sitlard woonachtig was, was 40 jaar oud. gehuwd en vader van drie kinderen. Ds. B. P. PLANTENGA t- Oud-Doopsgezind proaikant. liet overlijden wordt gemeld van Ds. B. P. Planicnga, uud-predikant bij de Doops gezinde Gemeente te Haarlem. Hij werd ge boren in 1SG5. werd proponent in 1892, predikant te Meppel in 1893. te M'ormer veer in 1S97, te Arnhem in 1S98 en te Haar lem in 1901. ALS HEETH00FDIGEN HET WARM HEBBEN Een booze dienstmaagd, de in geslagen hoed, de razende meneer, F.et mes en de slagersjongen Warm weer werkt dikwijls onaange naam, zoo vertelt de X. R. Ct., op hot humeur. Er zijn menschen, die normaal al tijd even welwillend, verdraagzaam cn ve govingsgézind zijn, maar die, zoodra de thermometer wat hoog staat, prikkelbaar opvliegen en lievig uitvaren, waardoor zij nog warmer en dus ook nog kwader wor den. Zoodra liet wanner wordt, stijgt liet aantal aangiften bij de politie betreffende beleedigingen en mishandelingen en een statistiek over deze klachten zou aardi parallel loopen /riet den stand van de kwik- kolom in den thermometer. Ter illustratie kan het volgende voorval dienen. Twee jongelui uit Den Haag liepen over de M est Kruiskade te Rotterdam. Een dienstmeisje was bezig de stoep van een huis te boenen en een van de jonge man nen kon aan de verleiding geen weerstand bicden om een klap te geven op het gedeel te van liet dienstmeisje, dat naar de straat was gekeerd... Het dienstmeisje werd boos, pakte haar emmer op en keerde dezen pardoes om over don vrijpostigen Ilage- naarè Om het stortbad nog eenigszins te ontgaan sprong de jongeman achteruit, waardoor li ij tegen een voorkbijgangster hotste. Deze werd op haar beurt kwaad en begon te schelden, hetgeen weer onaange naam werkte op liet humeur van den an deren Hagenaar, die de juffrouw een klap gaf boven op liaar hoed, zoodat haar hoofd deksel tot haar schouders zakte. Dit maak te een voorbij komenden meneer razend on liij gaf den hoed-belager een stomp. Deze trok zijn mes, zwaaide er mee in het rond en verwondde daarbij een totaal onschul dige» slagersjongen, die, zooals het een slagersjongen betaamt, van het eerste be gin af, vol belangstelling was blijven staan kijken. Tegen den man van het mes is pro- ccs-vcrbaal opgemaakt; de slagersjongen, die een onbeduidende wond aan den linker elleboog had, is verbonden. DRIE DIENSTWEIGERAARS IN H00GER BEROEP Tien maanden geëisebt Voor het Hoog Militair Gerechtshof heb ben terecht gestaan de gewoon dienstplich tige soldaten G. A. v. O., \V. II. en J. D., die door den krijgsraad le VHertogenbosch ter zake van opzettelijke ongehoorzaamheid (dienstweigering op principieele gronden) werden veroordeeld, v. O. tot acht, de heide anderen tot tien maanden gevangenisstraf, allen met ontslag uit den militairen dienst, zonder ontzetting van de bevoegdheid om bij do gewapende macht te dienen. Van O. en II. verdedigden zichzelf, ter wijl werd bijgestaan door den hem toe- gcvoegden raadsman mr. J. F. B. Rutgers. Uit de verhooren bleek, dat alle drie de beklaagden gewetensbezwaren tegen bet vervullen van den militairen dienst heb ben en dat geen hunner gebruik wenscht te maken van de hun door de Dienstweige- ringswet geboden gelegenheid om in een anderen tak van staatsdienst te werk te worden gesteld. Omdat het vervullen van dezen dienst langer*duurt dan de eerste oefeningstijd van andere dienstplichtigen beschouwden zij het vervullen van dien dienst als een straf. Op de vraag van den president of zij het niet onbillijk vonden tegenover de dienstplichtigen, die geen be zwaar tegen het vervullen van hun dienst plicht hebben en hiertoe ook herhalings oefeningen moeten verrichten, dat zij als dienstweigeraars in het geheel geen staats dienst zouden hebben te verrichten, ant woorden van O. en H. ontkennend, terwijl D. daarop geen antwoord wist te geven. Van O. eri 1T. meenden, dat de Staat het leclit mist om andere diensten van hen te eischen en merkten op, dat ieder vrij moet zijn. De advocaat-fiscaal wees er in zijn requi- soiloir op. dat deze beklaagden wel willen genieten van de voordeelcn, die de Staat aan allen biedt, als bescherming, onderwijs enz., maar aan den anderen kant zichzelf even boog als de Staat achten en daarom mecnen, dat de Staat geen diensten van hen mag eischen. De advocaat-fiscaal acht te geen termen aanwezig om beklaagde v. O. lienlcr te straffen dan de beide anderen en requireerde mitsdien veroordeeling van dezen beklaagde tot tien maanden gevan genisstraf, terwijl ten aanzien van do beide andere beklaagden bevestiging van bet vonnis van den Krijgsraad werd ge- eischt. Beklaagde v. O. had de redenen, die hem tot dienstweigering hebben geleid, op schrift gesteld en wilde dit geschrift voor lezen, waartegen de president bezwaar maakte. Deze wees er op. dat het Hof van zijn gewetensbezwaren overtuigd is en deze genoegzaam kent. Het Hof wenschte wel te weten, waarom beklaagde niet van de door de Dienslweigeringwet geboden gelegenheid had gebruik gemaakt en had de redcne.n daarvoor thans ook vernomen. Beklaagde wenschte echter te getuigen, waarop de president hem nogmaals mede deelde, dat dit geheel onnoodig was cn dat hij desgevvenscht zijn geschrift aan den griffier kon overleggen, waarvan beklaag de echter geen gebruik wenschte te maken. De verdediger van D. pleitte voor dezen de uiterste clementie. WAAKT TEGEN HEIDE» B0SCHBRAND EN Een waarschuwing vanwege het Staalsboschbeheer De Commissaris der Koningin in de pro vincie Noord-Brabant heeft, in verband met de vele en ernstige boschbranden, waardoor ook zijn gewest dit jaar wordt -geteisterd, voor eenige dagen aan de redacties der Noord-Brabantschc dagbladen verzocht een waarschuwing tegen het brandgevaar in bosschen en heiden op een in het oogloo- pende plaats in hun kolommen le willen opnemen. Aangezien de daarin vervatte wenken ook voor het overige gedeelte van het land van het grootsto belang zijn, drukken wij op verzoek van den directeur van het Staatsboschbeheer do tekst dier waar schuwing hieronder af Brandgevaar bedreigt dagelijks de bos» sclien en heiden in ons gewest. De winter is streng en droog geweest vandaar dat het brandgevaar voel erger is dan in andere jaren. Reeds een belangrijke oppervlakte is kaal gebrand. Zoo wordt onze provincie verarmd, zod ook wordt haar uiterlijk geschonden. De schending van het natuurschoon is soms in geen tientallen jaren te herstellen. Alle weldenkendcn roep ik op tot mede werking aan dö bestrijding van het brand gevaar. Geen vuur, geen brandende sigaren of pij pen, vooral geen brandendo sigaretten in of bij bosschen of heidevelden Volgens de statistiek zijn de meeste bran-i den toe te schrijven aan onvoorzichtigheid. Ouders cn onderwijzers mogen de jeugd waarschuwen. Volwassenen zullen zich zelf het rooken in bosschen en heidevelden hebben te ont zeggen. De veldwachters en politiedienaren zullen gestreng waken tegen overtreding van het rookverbod. Laat allen, wien het welzijn en de schoon heid van Noord-Brabant lief is, als één man optreden tegen het brandgevaar. Het ongerept behoud van onze praebtigo bosschen en heidevelden zal ons aller be looning zijn. DE LUSTRUM-FEESTEN TE GRONINGEN. Het bozoek der Koningin, Uit voering van een nienw stnk van ClaudeL De décors voor „Antlgone". Wij lezen in de N. R. Ct.: Het bericht, dat do Koningin t Juli in Groningen zal komen, hoeft begrijpelijker wijze vorandering gebracht in de plannen, dio het studentencorps vöor den eersten dag der lustrumviering had gemaakt Reeds de groote drukte, die er dien dag zal heerschen, noopte daartoe. De lustrum-week belooft een voorstelling \au „Protée" van Claudel, met muziek van Milhaud. De uitvoering van „Protée" is een première. Milhaud was in den tijd, dat hot stuk geschreven werd (n.l, in 1926) secre taris van Claudel, die toen gezant was in Rio de Janeiro. Ook het openluchtspel Antigone wordt muzikaal begeleid. De Weensche componist Karl Iliess componeerde er de muziek voor. Ilier neemt de muziek evenwel lang zulk een groote plaats niet in als bij „Protée". De Groninger Fré Drost, heeft de reclame plaat voor het openluchtspel ontworpen in de moderne kunstrichting, die men „Neue Sachlichkeit" noemt. Ook de ontwerpen voor het décor van het openluchtspel zijn gereed. Hierbij was de moeilijkheid, dat men een zoogenaamd acoustiek décor wilde hebben, dus een décor, dat het geluid terug kaatst. Men heeft dit ge wenscht om geen gebruik te moeten maken van luidspre kers, die het geluid vervormen. Niet dc vreugde, die u wordt hire id, maar slechts die, welke gij anderen' bereid, kan u waarlijk gelukkig maken FEU8LLETOW. door RICHARD MARSH. Vrij naar het Eugelsch door C. M. G. do W. OS Pliocbé, wat bedoel je?" Het meisje keek haar vast in de oogen. „Denkt u dan, omdat mijn oom zich zoo lang heeft stilgehouden, dat hij dc zaken maar zoo zal laten gaan? Er gebeuren din gen hier in huis, waar ik niets van be grijp, maar zoo zeker ais ik hier zit, er wordt kwaad beraamd tegen uw man. Ik heb dingen opgemerkt cn gehoord, 's nachts zoowel als overdag. U niet En iederen morgen, als ik wakker word, zeg ik bij mijzelf: „Mat zouden ze vannacht met mijnheer Talbot gedaan hebben?" „Je stelt, je de verschrikkelijkste dingen voor; ik denk ook soms dat ik 's nachts geluiden hoor, alsof er menschen voorbij- loopén." „Er loopen bepaald menschen voorbij." „Wat voor menschen?" Ik denk. dat ik het wel begrijp, maar zeker kan ik bel nret weten Er zijn din gen hier iu huis, die schatten waard zijn. cn mijn oom en zijn vrienden zijn die als hun eigendom beginnen te beschouwen; ik heb het mijn oom zelf hooren zeggen. Uw man heeft hot hun duidelijk gemaakt, «lat hij niet v'aiwplan is hen lnin gang te laten gaan; ze zullen er niets in vinden liem in een gat in den grond te stoppen als ze anders' niet van hem af kunnen komen." „PhoebiM" „M'at ik mij zelf afvraag is: weet hij het? Ik heb meer dan eens getracht hem er voor te waarschuwen, maar hij neemt geen waarschuwingen van mij aan. Ja, ik zeg het nog eens, ik weet zoo zeker als ik hier zit, dat er heel wat gebeuren zal." Later op den dag had Betty een kort, maar vrij zonderling gesprek inet haar man. Zij liep zenuwachtig op het terras heen en weer, toen hij uit de bibliotheek naar haar toekwam. Hij had een sigaar in den mond en wierp die weg toen hij haar zag. „Ik wist niet waar je was; kan ik je even spreken?" „Waarom wierp je jc sigaar weg? Hij was nog niet half op." „Ik dacht dat dat zoo hooi de. „Zoo hoorde! Moet je zoo deftig met mij omgaan? En sedert wanneer is het een on beleefdheid voor ccn man te rooken in tegenwoordigheid van zijn vrouw, wanneer hij weet dat zij er niets tegen heeft?" Haar loon kon niet vriendelijker zijn, al had hij een verwijt verdiend. „liet spijt mij, maar net als het kleine jongetje, ik meende er geen kwaad mee. Maar ik heb op 't oogenblik iets van meer belang tot je te zeggen." „Het lijkt mij zoo lang geleden, dat je iets tegen inij gezegd heb, dat ik er waar lijk verbaasd van ben." Ofschoon' de woorden bestemd waren om bem boos te maken, bleef hij bedaard. „Als je op zulk een stijven toon tegen mij spreekt, dan weet ik waarlijk niet hoé ik het zal aanleggen, te meer daar ik je een gunst te vragen had." „Is het mogelijk, dat ik je een gunst kan bewijzen?" „Betly, je moet nu niet zoo spreken; als je het goerl begreep zou je het werkelijk niet doen." „Maar ik begrijp het niet en, zoover ik het kan beoordeelen, wil je ook liever niet dat ik het begrijp." „Ik ben van plan je het alles te ver klaren. maar ik geloof dat het op 't oogen blik raadzamer is dat je hier vandaan gaat. „Uit de ^lonnik" vandaan gaan Ik vraag je waarom Ga jij ook weg?' „Neen, ik zal blijven." „Dan blijf ik ook." „Bctty, dat moet je niet doen." „Ja, maar ik doe het toch, of je moest mij do deur uitzetten." „Je weet wel dat ik dat niet doen zal, maar je begrijpt het niet." „Ik begrijp, dat mijn plaats is daar waar jij bent je bent mijn man en ik ben je vrouw ofschoon slechts in naam." Ofschoon hij het niet opmerkte trilde zij van het hoofd tot de voeten. Phoebé's woor den klonken nog in haar ooren zo hoorde ze al duidelijker, naarmate hij ernstiger weid. „Ik hoop, dat het maar voor korten lijd zal zijn het afscheid dat we van elkaar moeten nemen, maar waarlijk, je moet heengaan. Ik moet er zelfs op aandringen, op gevaar af dat jc mij verkeerd beoordeelt. En vandaag nog laten we zeggen over een uur Als jo dan klaar kunt zijn Je hoeft niet \ecl bagage mee te nemen Ik heb ol aan Phoebé gezegd, dat zij je koffertje moet pakken Zij wendde zich tot hem in een plotseling opwellende woede. „M7at, heb je aan Phoe be gezegd mijn koffertje te pakken? 1-Ioe durf je?" Hij bleef even bedaard als zij opgewonden was. Het helpt niet of je je boos maakt. De auto staat klaar zoodra je koffertje ge pakt is; ik hoop, dat ik je naar den trein te Falmouth kan brengen als jo rnij dat wilt permitteeren. Ik had plan je Phoebé mee te geven, je kunt dan samen een paar dagen in de stad blijven." „In de stad? Ik dacht, dat er geen trein w as op dit uur. „Ik bestel een expres-trein, dan heb je het gemakkelijk met je beiden. Ik heb al gezegd, «Jat er waarschijnlijk een trein be steld zal worden het zou mij niet verwon deren als hij al klaar staat als je aan het station komt." „Het lijkt wel een samenzwering." Hij keek op zijn horloge. „Is hot goed, dat ik de auto bestel over een uur, of wat vroeger .Je hoeft het in 't geheel niet te doen ik hoop dat je mij begrijpen zult. Precies even goed als jij, meen ik wat ik zeg en toen ik zooeven gezegd heb, dat ik hier niet van daan ga of je moest mij de deur uitzetten, toen meende ik het." Zij had een vaag bewustzijn dat haar tar tende houding hem niet beleedigde, dat zij hem integendeel bepaald genoegen deed. Misschien was haar intuïtie of innerlijke gewaarwording eensklaps scherper gewor den, ofschoon zij daar niets van loonde. De ernst van haar gelieele houding was bijna tot barschheid overgegaan. „Er zijn redenen die bet bepaald nood zakelijk maken dat je doet hetgeen ik ver lang dat je heengaat." „Ik wil het graag geloovcn, maar ik doe het niet." „En als ik zeg dat je moet „Ileel goed, ik hoor het je zeggen. Nu zal je mij zeker weldra opnemen en naar bet hek dragen, ofschoon je mij wel wat zwaar vindt misschien, on dan gooi je mij op den weg. Dat is de eenige manier waarop je mij weg krijgt." „Maar ik verzeker je, dat het gevaarlijk voor je kan wezen hier te blijven." „Je bent nog een ouderwetsch soort man. Die denken, dat, zoo er een vrouw in 't spel is, zij recht hebben alles alleen te mo gen beslissen. Ik ben een nieuwerwetsch soort vrouw cn ik denk er anders over. Je zegt, dat het gevaarlijk voor mij kan wezen hier te blijven heel goed, ik wil dat niet tegenspreken, maar is het voor jou dan niet gevaarlijk „Laat mij er s.v.p. buiten." „Goed als je er mij dan ook buiten houdt" „Dus wat ik graag wou, legt voor jou geen gewicht in de schaal Ik heb geen anderen wensch, dat weet jo heel goed „Dan mij op de straat te zetten." „Betty, als ik je beloof dat je morgen weer thuis kunt komen. Wil je voor van avond het laudgoed verlaten?" „Zie zoo, nu weet ik het het is dus van nacht dat je herrie verwacht." Haar woorden verschrikten hemhij keek haar aan alsof hij er niets van be greep. f Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5