AMOJSFOOKTSCH DAGDIA® De Plaatsvervanger Donderdag 6 Juni 1929 -DE eemlandeb: 27e Jaargang No. 284 TWEEDE BLAD. BINNENLAND VERSCHERPING VAN HET VISSCHERS- CONFLICT FEUILLETON. Het eeuwfeest van Toonkunst 'Jhr. van Beresteyn houdt de gedachr tenisredeVerleden en Medaille voor Noithenius Jhr. Mr. Dr. E. VAN BERESTETN. Men meldt ons uit Amsterdam: Het eeuwfeest van de maatschappij tot bevordering der toonkunst, is gistermid dag ingezet met een plechtige bijeenkomst, u.l. de honderdste algemeene vergadering in de aula der gemeente-universiteit. De minister \an Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, de heer H. A. M. Was zink en vele andere genoodigde autori teiten,, alsmede ver schillende buiten- landscbe gezanten, uit Amerika, Bel- gieDuitschland Engeland. Frankrijk cn Oostenrijk woon den de feestvergade- ring bij. De feestrede word uitgesproken door den Voorzitter van Toonkunst, Jhr. Mr. Dr. E. van Bere- steijn, die een terug blik wierp op den Bt'geloopen weg, waai na bij zich rekenschap gaf van de wijze waarop de jubileerende maatschappij de op haar genomen taak beeft vervuld. Medegedeeld werd, dat tot leden van ver dienste zijn benoemd de navolgende perso nen: E. S. Labouchère, Mr. A. .1. Labouchère. H. J. D. C. van Dokkum. Mevr. J. Beu kers van Ogtrop, Jacques Urlus, Mevr. de Haan—Manifarges, Jul. C. Bunge, Cath. yan Rennes, Cornelie van Zanten. De volgende leden uit het buitenland ■werden tot leden van verdienste benoemd: Prof. Guido Acller, E. Humblot, Prof. Leo Kestenberg, Jos. Jongen, Prof. Edward Dent, Gerald Cooper, Ottorino Respighi, Rubin Goldmark. Nadat de voorzitter van de Mij. tot be- ordering der Toonkunst, jlir. mr. dr. E. A. van Beresteijn, de feestrede had beëin digd nam de minister van onderwijs het woord. Toen minister Waszink het ma gistrale gedenkboek der Maatschappij ter •hand nam, werd hij getroffen door den ti- ,tel „Honderd Jaren Muziekleven in Ne derland". Om na te gaan of deze titel niet getuigt xan overschatting moet men zich .voorstellen hoe diep liet muziekleven in Nederland ten tijde van de oprichting dei- Maatschappij was gezonken. Als men na gaat hoe het muziekleven in dien tijd echter is opgekomen, dan moet men \an een wonder spreken. Dat in elke eenigszlris groote stad eenmaal per week een goed muziekstuk werd ingestudeerd onder lei ding van een deskundig musicus, en op deze wijze in het geheele land goede mu ziekcentra werden geschapen, is een werk, dat moeilijk te hoog kan worden geschat. Naar aanleiding van een passage in de rede van den voorzitter, dat men van over heidswege wel van goeden wille is, maar zich geen financieele offers wilde getroos ten, merkte de minister op, dat hij in hot begin van zijn loopbaan heeft medegewerkt aan de oprichting van een commissie, waaraan ook de Maatschappij heeft mede gewerkt. Deze commissie zal binnenkort rapport uitbrengen cn spr. hoopt, dat dit rapport een redelijke basis zal geven, waar op de regeering het muziekonderwijs zal kunnen organiseeren. Spr. bracht de Maat schappij nogmaals de gelukwenschrn der regeerLng over en meende, dat aan de waardeering voor het werk der bestuur ders wel het best uiting werd gegeven door de opdracht uit te voeren van Hare Majesteit de Koningin, wie het behaagd had, den heer Dudok van Heel te benoe men tot Ridder in de Orde van den Neder- landschen Leeuw, den heer S. Dresden, di recteur van het Amsterdamsche Conserva torium en den heer Noithenius tot Officier in de Orde van Oranje Nassau, den alge meen secretaris der Maatschappij Paul Cronheim tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau, terwijl aan mejuffrouw Fricks, die 40 jaar aan het Toonkunstkoor verbonden is, de zilveren eere-medaille, verbonden aan de Orde van Oranje-Nassau, was verleend. Onder applaus reikte de minister de eere- teekenen uit. Do beer Dudok van Heel dankte den minister mede namens de andere gedeco reerden voor de bewezen eer en zeide, deze belooning te zullen beschouwen als een aansporing om verder te gaan op den weg. dien men gevolgd bad tot bevordering der Toonkunst. De heer Ketelaar, wethouder van kunst zaken te Amsterdam, braebt de gelukwen- scken over van Burgemeester De Vlugt, die wegens Raadszitting niet zelf aanwe zig kon zijn. Professor Adler uit Weenen. met applaus begroet, brengt ook namens de Duitsche gasten zijn gelukwcnschen over en her innert er aan, dat reeds bij het begin dei- Maatschappij Oostenrijkers hebben deelge nomen aan de door de Maatschappij uitge schreven prijsvraag naar de verdienste van Nederlanders in de muziek. Onvergetelijk zijn voor spr. de Mahlerfeesten 9 jaar gele den te Amsterdam gevierd. De Maatschappij tot bevordering dei- Toonkunst is een cultuurinstelling van den eersten rang en spr. wenscht baar toe nog veel voor muziekkunst, te kunnen doen en nog veel nuttig werjj te mogen verrichten „per secula saeculorum". De Fransche senator Humblot het woord vei krijgende, achtte Toonkunst een instel ling, aan welke hot. geheele internationale muziekleven dankbaarheid verschuldigd is. Frankrijk zal zich steeds blijven herinne ren de verschillende uitvoeringen, die Toonkunst op magistrale wijze bij ver schillende gelegenheden in Frankrijk heeft gegeven. Geen Fransche musicus van be- teekenis, die Toonkunst niet kont. De naam Mengelberg is bekend over de Ne- derlandsche grenzen en spr. achtte het een eer, dat zijn landgenoot Pierre Monteux zoo nauw verbonden is geweest aan hel Amsterdamsch Concergebouworkcst en het Toonkunstkoor. De voorzitter, jhr. mr. Van Beresteijn, reikte vervolgens met een kort woord aan de nieuwbenoemde leden van verdienste een oorkonde uit. Namens do prijsvraagjury deelde clr. Wagenaar mede, dat de jury, bij wie 109 in zendingen waren ingekomen, den prijs van 2500 had toegekend aan de inzending en- der het motto: „Nil Mortale Sonans", een compositie voor orkest en koor, getiteld „Weinlese". Bij opening van de enveloppen bleek, onder luid applaus, de inzender te zijn dr. Rudolf Mengelberg. Vervolgens deed de secretaris der Maat schappij, dr. Cronheim, voorlezing van oen ingekomen brief van den heer Dudok^van Heel, waarin deze mededeelde, een bedrag ter beschikking te stellen voor een fonds, onder beheer van het Toonkunstbestuur, van welks rente aan talentvolle jonge kun stenaars, steun verstrekt zal kunnen wor den. De heer Van Beresteijn had een pen ning in zilver en brons ter beschikking ge steld voor diegenen, die zich t.a.v. de Maat schappij bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt. Als blijk van belangstelling in het jubi leum van Toonkunst had H.K.II. Prinses Juliana door haar kamerheer doen ro?>1e- deelen. dat zij een aantal dezer medailtes in goud had laten vervaardigen en ter be schikking van het bestuur der Maatschap pij had gesteld. Eenstemmig baJ hot be stuur besloten, de eerste medaille toe te kennen aan het buitengewoon verdienste lijk lid Noithenius. Een telegram van ge- lukwensch was ingekomen van Z. K. II. Prins Hendrik. Namens een aantal vrienden van jhr. Van Beresteijn bood de heer Dudok van Heel den heer en mevr. Van Beresteijn een door den kunstschilder Tholen geschilderd portret van den heer Vin Beresteijn aan, waarvoor deze ontroerd dankte. Daarna bestond er gelegenheid het be stuur der Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst te feliciteeren. Behalve Z.Exc. minister Waszink en den Amster- damschcn wethouder Ketelaar, merkten wij onder de aanwezigen op den oud-gouver neur-generaal van Nederlandsch-Indiê Fook, den heer Ch. Boissevain, den burge meester van Utrecht, den Jieer Fockema Andreae, den kamerheer van H.M. de Ko ningin-Moeder en vele bekende figuren uit de muziekwereld. ARBEIDER GEDOOD ONDER EEN BETONNEN PLAAT. De 41-jarige gebuwde arbeider A. B. te Louneker, werkzaam aan de Kon. Zandindu- strie Boekelo, geraakte Dinsdag, naar „De Tijd" meldt, onder een betonnen plaat, die men voor het doen van herstellingen op palen had opgesteld. De plaat kantelde en B. werd zoo ernstig verwond, dat hij kort na het ongeval aan dc gevolgen overleed. Hij laat een vrouw met 7 kinderen achter. NEDERLANDSCHE ZIJDETEELT- VEREENIGING. Dezer dageu te Arnhem opgericht. Op initiatief cn met medewerking van den heer A. van Itallie te Den Haag en in samenwei king met de Ncderlandsche Hei demaatschappij te Arnhem is tot stand ge komen en opgericht de „Nederlandsche Zijdeteeltvereeniging De vereeniging beoogt als zoodanig voor zich zelf geen onkel financieel voordeel. IleL doel dezer vereeniging is in de eer ste plaats het invoeren en bevorderen van zijdeteeit in geheel Nederland om dezen tak van nijverheid tot bloei te brengen, om den leden een bijverdienste te verschaffen, ter bevordering van de welvaart van ons land. Voor het lidmaatschap wordt mini mum 3 per jaar b6taald. Het geven van adviezen voor de teelt cn de aanplanting geschiedt geheel kosteloos. De Nederlandsche Heidemaatschappij te Arnhem verleent, ten behoeve van de leden der genoemde Vereeniging, kosteloos hore: bemiddeling bij de aanschaffing van zijde rupseitjes en moerbeiplanten zij geeft eveneens hare tusschenkomst bij den afzet en verkoop van den betreffenden geprodu- ceerdenden coconoogst, zonder hiervan eenig financieel voordeel te .genieten Getracht wordt in verschillende plaatsen van ons land afdeelingon te forrneeren met eigen besturen. DE RELLETJES TE FINSTERWOLDE. De hoor Schaper wenscht een onderzoek. De heer Schaper heeft aan den minister van Justitie de volgende vlagen gesteld: Is de minister bereid, ten spoedigste een ernstig cn onpartijdig onderzoek in te stel len naar hetgeen voorviel in den avond van Dinsdag 2$ Mei j.i. te Finsterwolde, toen de marechaussee een aantal schoten loste op de bevolking, waarbij de persoon van F.ltjo Sirnèns doodelijk werd gewond? Wil de minister, zoo noodig in overleg met zijn ambtgenooten van Binnenlandsche Zaken en Landbou\v en van Defensie, maat regelen treffen, dat door politie cn mare chaussee niet noodeloos tot bloedvergieten wordt overgegaan? Wil de minister aan de Kamer mededee- ling doen van de resultaten van zijn onder zoek en van de bevelen, door hem in dezen te doen of gedaan? Dc recdcrs bereiden zich voor op (en langdurige staking Het haventerrein door dc politie afgezet De staking onder de Scheveningsche ha- ringvisschers heeft thans een geheel ander aanzien gekregen. Met alle gemoedelijkheid is het thans gedaan, conferenties hebben niet meer plaats, het gaat nu hard tegen hard. De reeders hebben besloten niets meer toe te geven. Zij mecneii tot het uiterste ge gaan te zijn. De reeders ontvingen gisteren bericht van de schippersverecniging, dat de schippers bereid zijn een kwart procent van hun loon te laten vallen, dat dan ten goede zal komen aan de overige beman ning om zoodoende mede te werken aan be ëindiging van het conflict. Van reeders- zijde wijst men erop, dat door verschillen, de toezeggingen, door de reeders gedaan, de loonen der matrozen zouden bedragen 25% pet., terwijl 26 pel. geëischt wordt. Onder die 25% pet. is het monteursgeld inbegre pen. De reeders wijzen erop, dat de bonders hoegenaamd niets hebben laten vallen en ook met betrekking tot dit kleine verschil niet wensehen tegemoet te komen. In reederskringen bereidt men zich voor op een langdurige staking, die verscherping van het conflict rnet zich zal brengen. Het schijnt thans uitgesloten te zijn, dat de schippers nog_aan liet werk zullen gaan. Gistermorgen is een aanvang gemaakt met het bergen a an netten en zeilen. De ree ders moesten zelf deze werkzaamheden ver lichten. omdat zij zeer weinig medewerking hadden. Slechts werden zij geholpen door een paar plaatsknechten en zeilmakers. Deze laatsten hebben gistermiddag het werk niet hervat, omdat zij door de stakers, die in grooten getale kwamen opdagen, werden tegengehouden. Het haventerrein was ge heel door de politie afgezet. Het bestuur van de schippersverecniging is gisterochtend op bezoek geweest bij de stakingsleiding cn tracht in zekeren zin bemiddelend op te treden. Van deze bemid deling wordt geen resultaat verwacht. De burgemeester geeft zijn bemiddelingspogingen op. In verband met de staking in het Sche veningsche visscherijbedrijf b£ve<stigde do burgemeester, mr. Patijn, dat., de reeders zijn bemiddelingsvoorstel hadden aanvaard en dat de matrozen het hadden verworpen. De burgemeester heeft thans zijn bemid- delingstaak neergelegd en doet geen ver dere pogingen ten deze. UIT DE STAATSCOURANT. Met ingang van 10 Juni benoemd tot controleur van den arbeid F. J. van Lohnis te Eindhoven, P. de Korte te Utrecht; S. A. G. Nikken te Rotterdam; F. M. de Winter te Utrecht; F. Hooghiemstra te Amster dam Renooy te Wormerveer; D. Breet Jr. te Arnhem; C. de Bie te Utrecht; L. ter Veld te Groningen; D. de Gooijer te Zwijn- drecht en II. A. Korstjcns te Hilversum, en zijn zij werkzaam gesteld respectievelijk in het le, 2e, 3e, ie, 5e, 6e, 7e, Se. 9e, 10e en 11e district en arbeidsinspectie, respect, der standplaats Maastricht, Breda, Rotter dam, Utrecht, Amsterdam, Haarlem, Arn hem, Deventer, Groningen, Dordrecht cn 's Gravenhage. Te rekenen vail 1 Januari 1929 benoemd tot hoofd der chernisch-bacteriologisclie af- deeling van het rijksbureau voor drinkwa tervoorziening Dr. A. Maszink, scheikundig bacterioloog aan dat bureau. Benoemd tot ridder der Oranje-Nassau- WAAR GEBEURD. Ik fok uit puur liefhebberij, Al jaren wat konijnen. En daar het oudste ouderpaar Ten slotte rnoet verdwijnen, Kocht ik hier aan den Soesterweg Een nieuw konijnenpaartje. Te zaam in écne mand en dan Per fiets in reed'lijk vaartje Naar huis! (dat 's in de binnenstad). Maar even zou 't stagneeren, Want 'k moet natuurlijk op dien weg Den overweg passeeren. En joist vóór ik de Spoorbaan daar Al fietsend krijg te pakken, Laat men fatsoenlijk en beleefd De afsluitboomen zakken! Toen 'k eind'lijk thuiskwam was het „feest". Men had mij loopen zoeken Gevraagd, gebeld, geïnformeerd In alle, alle hoeken. Men vroeg zelfs of 'k 't konijnenpaar In Spanje was gaan halen. Want men begreep maar niet waar oi Ik zóó had loopen dwalen! Doch alle onrust week direct Toen ik weer kwam verschijnen, En met me torste in de mand Het keurig paar konijnen. Maar toen het mandje open kwam, Toen stond ik stom verslagen. Raadt u eens hoeveel diertjes daar In zachte hooi-bed lagen? Zes stuks, behalve 't ouderpaar!!!! Weet u hoe 't is gekomen? Zóó lang stond 'k b*ii den Soesterweg Voor dichte afsluitboomen!!! GROEGROE. (Alle rechten voorbehouden). orde mr. A. K. M. G. baron van Oldeneei tot Oldenzeel, president van de St. Vincen- tius-vereeniging te Oosterhout en F. J. A. Verhoef, vice-president van de stichting Schietbaan lfovius te 'sGravenhage benoemd tot ridder in de orde van de Ned. Leeuw J. Dudok van Heel, voorzitter van de aid. Amsterdam van de Maatij tot Bevordering der Toonkunst te Amsterdam; tot officier in de orde van Oranje Nas sau S. Dresden, directeur van het Amster damsch Conservatorium tó Amsterdam cn I-I. F. J Noithenius. lid van het Hoofdbe stuur en voorzitter der afdeelmg Laren Blaricum der maatschappij tot Bevordering van Toonkunst te Laren (N.H.); tot ridder in de orde van Oranje Nassau dr. P. M. Cronheim algemeen secretaris van clc Maatij tot Bevordering van Toonkunst te Amsterdam. toegekend de zilveren eere-medaille der Oranje Nassau Orde aan Mejuffr. E. 1L Vrickx geboren van Os te Amsterdam. toegekend de gouden eere-medaille aan G. Schrijber le Den Haag, assistent chef van beweging bij de N.V. Gemengd bedrijf llaag- sche Tramw. Maatschappij. Bij Kon. besluit is op verzoek eervol ont slagen de reserve-majoor voor speciale diensten bij de infanterie M. C. R. van Ga meren; is rnet 2 Aug. eervol ontslagen de reser ve-majoor P. S. Hartogh Heys van Zoute- veen. van het 4e reg. inf., en tot reserve majoor benoemd bij dit regiment; is eervol ontslagen de reserve-officier van gezondheid 2e kl. H. D. Muller. Bij Kon. besluit is op verzoek eervol ontslagen met 1 October P. Willemse te Veenhuizen als dlstrictsbouwkundige bij den Rijksgebouwendienst. Bij Kon. besluit is op verzoek eervol ontslacen met 1 October P. E. Bredée als schoolopziener L. O. in de inspectie Rotter dam; Laat hem, die gij liefhebt, niet lijden; na bun dood zullen zij zich zeker wreken. Carmeu Sylva. door RICHARD MARSH. Vrij naar het Engelsch door C M. G. de W. f4 „Ja, zoo is het! Duidelijk genoeg! Wat een handige oude kerel! Uit den weg, laat mij er door, en als de deur open is, jongens dan handen thuis. Als de deur open is, gaat niemand binnen behalve ik. Ik zal in bet volle licht blijven staan, ge kunt zien dat ik geen kunsten uithaal. Maar aan de- "en kant van de deur blijven, als je blieft." De mannen gingen op zij om hem door tb laten. Hij ging naar het uiteinde van de kamer, waar hij gestaan had toen Talbot de kamer voor het eerst betreden had. Hij raakte iets aan dat zeker een veer was. De kamer had paneelen wanden van den vloer tot het plafond, met wit geverfd hout werk. Een klein eindje van het paneel, dat men achteruit kon duwen als op een heng sel, kwam «jen sleutelgat te voorschijn. Hij stak er een sleutel ln, een van de vele uit zijn sleutelring, het paneel ging achteruit en men zag een deur van een safe, zwart en groen geschilderd. „Zie zoo heeren, dit is de ingang tot het Roovershol, waarin rijkdommen genoeg verborgen zijn om wie weet hoeveel mil- lionnairs te maken; het is alles het onze, ofschoon het niet veel scheelde of wij had den er niets van gekregen. En nu dat „Se sam, open u." Misschien weet een uwer be ter dan onze geachte vriend Herbert wat dat beteekent. Ge ziet die acht ronde plek jes; er zijn zes-en-twin tig letters achter ieder van die plekjes, ze loopen op een soort klos: je draait zc rond. Hier is ecu A en een B cn een C je begrijpt het wel. Je moet trachten de juiste letter in een van die plekjes te krijgen; je begrijpt wat een werk! Sedert den dood van den ouden man heb ik iederen dag voor die deur gestaan en telkens weer geprobeerd do letters op hun plaats te krijgen en ik betwijfel of ik het ooit gedaan had gekregen zonder dat papier. Nu »s het dood gemakkelijk." Hij kreeg den naam Percival. „Maar nu de klok. Er zijn twee manieren." En ook dit legde hij hun uit. „Wat maken ze die din gen tegenwoordig toch kunstig! Maar je moet er maar geld voor uitgeven! Deze brandkast zijn Roovershol, zooals hij het gewoonlijk noemde heeft heel wat tijd gekost, het bouwen heeft tijden geduurd en schatten gekost. De mannen, die de kamer gebouwd hebben, stonden er voor in. dat de,brandkast niet anders dan met behulp van veel dynamiet opengemaakt kon wor den. Dus zonder die oplossing van de com binatie waren wij er nooit ingekomen. Maar kijk nu eens hoe prachtig eenvoudig als het gaat." Hij koos twee sleutels uit don sleutelbos. „Met don een gaat het deksel op, aldus: hier hebben wij het sleutelgat, wij draaien even aan en al de sloten gaan gelijk open het is verwonderlijk hoe mooi zij bewe gen. En de brandkast is open. Aldus." Eva's verklaring werd met de grootste aandacht gevolgd, hetgeen het. nog onge lukkiger maakte, dat de practijk niet zoo gemakkelijk ging als de theorie. Hij had de proeve ingeleid op een bijkans dramatische wtjze; des te betreurenswaardiger was dat de uitvoering volkomen mislukte. Het praktisch-eenvoudige, zooals hij het ge noemd had, was duidelijkdoor zijn af wezigheid: de sloten bewogen niet zoo ge makkelijk als zij behoorden te doen. ZIJ bewogen zelfs in het geheel niet; hij kon den sleutel totaal niet omdraaien; hoe lan ger hij probeerde hoe onbewegelijker bleef het slot. „Wat mankeert er aan dat ding?" vroeg de heer Farrell. „Wat er aan mankeert?" vroeg John Eva met een vuurrood gezicht. „Alles is ver keerd, dat mankeert er aan. Wij zijn voor den gek gehouden, óf door dezen mooien mijnheer, óf door den oude; wat er daar op dat papiertje staat is evenmin de sleutel tot het geheim, als ik het ben. En ik wed om een mooi ding, dat hij er meer van weet." HOOFDSTUK XXVIÏ. Mijnheer Talbot's verklaring. De mannen keerden hun gezicht van de brandkast naar Talbot, met eenigszins ver anderde gelaatsuitdrukking. Een oogenblik te voren wachtten zij vol spanning de be kroning af van hun wenschen en verlan gens. Nu was dat alles veranderd in teleur stelling; booze blikken werden op Talbot geworpen, een boosheid, die ieder oogen blik in woestheid kon overgaan. „Ben je er zeker van Eva", vroeg mr. Her- bert. dat de sleutel niet wil omdraaien"? „Volkomen zeker. Ik zeg u, hij heelt ons voor den gek gehouden „Maar hoe kan hij dat gedaan hebben? Dat begrijp ik niet". „Heb je getooverd met dat papiertje voor dat je het ons gaf?" I)it zeggende keek Farell Talbot aan of hij lust had hem eon klap te geven. „Tooveren ligt meer in uw lijn dan in de mijne, getuige uw handen". „Houd op met die grappen. Ik zal ze jc weldra betaald zetten. Wat heb je met dat papier gedaan nadat je het, zooals je zegt, gevonden hebt?" „Ik heb het altijd onder mijn berusting gehad. Ik heb er niets aan gedaan, ik niet en niemand anders. Het is precies eender uit mijn handen gegaan als het er in geko men is". „Dan heeft de oude man zekëV een grap met ons uitgehaald,'daar was hij toch zoo verzot op. Met ous of met zijn neef. En later toch met ons, want hij begreep wel, dat zijn neef later met ons te doen zou krijgen. Of de sleutel tot het geheim is met hem begra ven. Of wij zullen hem nog vinden". Hier kwam de advocaat tegen op. „Daar ben ik nog zoo zeker niet van. Ik heb idéé, dat er nog meer achter zit en dat onze vriend daarvan afweet. Ik heb hem oplet tend nagegaan. Terwijl Eva ons zijn inte ressante lezing van de zaak ten beste gaf, merkte ik op hoe het onzen vriend amuseer de. Toen hij aan het werk was, merkte ik, hoe het hem steeds meer plevier verschafte hoe zekerder en meer overtuigend Eva ons alles demonsteerde Ik vroeg mij zelf af of hij een loopje met ons neemt en waarin dat spelletje bestond. Nu geloof ik, dat ik het begin te begrijpen". In eens viel Eva in de heftigste bewoor dingen uit. „Als wij hem dooclranseldcn dan had hij niet meer dan hij verdiende. Als ik denk aan al de kunsten, die liij met. mij heeft uit gehaald, dan voel ikMaar waar dient al dat praten voor?" Hij trad een schrede nader. „Wat heb je met dat papier uitge voerd?" De kalmte van den een vormde een aller grappigst contrast met de opgewondenheid van den ander. „Dat heb ik al gezegd niets." „Ik weet wel wat je gezegd hebt. Wat ik weten wou is, wat achter die woorden zit. Aan wien heb je dat papier laten zien?" „Aan niemand." „Heb je er nog zoo een? Heb je een an der papier met een anderen sleutel? Wat zat er nog meer in die enveloppe?" „Ik heb geen anderen sleutel; zoover ik weet bestaat er geen ander papier. Er was niets in die enveloppe?" „Waar zit hem dan het bedrog? Ik weet zeker, dat er bedrog in het spel is ik zou er een eed op willen doen; ik zie het aan je blik, ik ruik het, ik hoor het. Zoo zeker als ik leef sta je daar inwendig te lachen, om dat je denkt ons aan het lijntje te hebben en je lacht ons in je vuistje uit. Ik zeg je nog eens. wat zit er achter?" „Maak je toch niet zoo opgewonden voor niets. Lr zit geen bedrog achter. Wat je in je woede naoogt veronderstellen, ik heb alle reden te gelooven dat dit de eenigo sleutel is lot de combinatie, die Reginald Talbot heeft nagelaten." „Wist u dat dit de sleutel was voordat ge ons vanavond het papier hebt gegeven?'' Het was Wilson, die deze vraag deed. Wil son, die hem zoo 't kon met nog scherper oogen opnam dan de overigen. (Wordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5