De Plaatsvervanger
Maandag 10 Juni 1929
-DE eemlaisder:
27e Jaargang No. 29
KONINGIN EMMA TE AMSTERDAM
life
AMSTERDAM'S HULDE
AAN KONINGIN EMMA
DRUKTE OP DAM
EN OMGEVING
Een vaandelgroet
TWEEDE BLAD.
FËUILLETÖÜL
Dc intocht in Amsterdam 1879.
Hartelijke ontvangst van onze bc=
minde vorstin
Men meldt ons uit Amsterdam van Za
terdag. In de eerstvolgende dagen /.al in
dc hoofdstad des Rijks herdacht worden,
dat llare Majesteit Koninginmoeder voor
een halve eeuw geleden in ons land kwam.
Een aantal feestelijkheden zullen plaats
hebben. De stad is niet in feestdos
gestoken, alleen langs den korten in-
tochsweg en op den Dam zijn hoogo
masten geplaatst met oranje vanen en vlag
gen.
In den loop van de morgen zijn II. M
de Koningin, Z. K. H. Prins Hendrik en
I-I. I\. II. Prinsese Juliana per auto ten
paleize gearriveerd. Er heerschte toen reeds
eenige drukte op den Dam en omgeving,
want dc politie-agentcn in groot tenue met
den helm op in grooter getale dan anders
aanwezig, hadden de kleine steentjes vóór
het paJeis vrijgehouden.
Allerwegen in den omtrek waren de vlag
gen uitgestoken, zoodat Dam en Damrak
.een fleurigen. feestelijkcn indruk maakten
Reeds vroeg begon de politie ruimte te
maken op liet Damrak om aan de ongeveer
200 verecnigingen met hun vaandels gele
genheid te geven zich op ie stellen langs
den rand van het trottoir.
Om ongeveer twee uur \ertrok de Ivo
iiinklijke familie met groot gevolg naar het
Centraal Station om Haar Koninklijke
Moeder en Grootmoeder aan het station te
{Verwelkomen.
Op het perron waren daar ook aanwezig
rde Burgemeester en de wethouders, de
«waarnemende commissaris der Koningin
.van Noord-Holland, vertegenwoordigers van
Land- en Zeemacht, benevens de leden van
de commissie uit de burgerij voor den in
tocht.
Om half drie reed de Koninklijke trein
het station binnen, terwijl door het Amslèr-
damsche Politie Muziekgezelschap onder
leiding van Hub. Rygersberg het Wilhelmus
Werd gespeeld.
De Koningin was met den Prins en de
Prinses intusschen op het geopende portier
toegetreden. Zij verwelkomden Haar Moe
der en Grootmoeder hartelijk. De Burge
meester, de heer W. de Vlugl, heette Hare
^Majesteit hartelijk welkom in Amsterdam.
Nadat Koningin Emma zich nog eenige
^ogenblikken op hel perron met de verschil
lende autoriteiten had opgehouden ging het
gezelschap de Koninklijke wachtkamer bin
nen. Hier werden door de jongedames
iTruusje van Eeghen, JuMu de Jong Schou
wenburg en Wilhelmina Telders ann Ko
ningin-Moeder de Koningin en de Prinses
bloemen aangeboden.
Toen het Hooge Gezelschap de wachtka
mer verliet stonden 16 weesmeisjes van acht
verschillende gezindten langs de trap, waar
op zij bloemen strooiden voor .de Koningin-
Moeder uit. Aan den uitgang van liet sta
tion stond de Senaat van hel Studenten
corps met hun vaandel en 16 dispuutgezel
schappen geschaard, als eerste groet van
aankomend geslacht. Een luid gejuich steeg
op toen Koningin-Enima buiten het station
kwam mi plaats nam in dc ivoren calèche,
getrokken door zes paarden, bereden 5 la
doumont met een voorrijder.
Eenige oogcnblikken later zette de stoet
zich langzaam in beweging door de overstel
pende menschenmassa. Voorop reed een
eere-escorto huzaren. Hierop volgde de Ko
ninklijke Familie. Koningin Emma wuifde
steeds vriendelijk terug, wanneer weer een
luid hoezee werd aangeheven. Achter het rij
tuig reed het tweede gedeelte van het eere-
escortc.
Bij de brug van het Damrak kwam de
stoet aan de daar opgestelde verecnigingen.
De vaandels, die ongeveer om de tien meter
waren opgesteld, brachten den vaandelgroet,
waarna zij zich achter den zich stapvoets
voortbevvegenden stoet, aansloten. Zoo kwam
de stoet op den Dam, die voor een groot deel
afgezet was. door de politie. Daar hadden
zich, behalve de eere-wacht opgesteld de
Kon. Mannen Znngverecniging Apollo' en
de Kon. Liedertafel „Zang en Vriendschap"
uit Haarlem.
De verecnigingen, die langs het Damrak
'geschaard hadden -gestaan en zich bij den
stoet hadden aangesloten, stelden zich nu op
achter de beide zangv erecnigingcn met bare
vaandels voorop.
Toen de Koninklijke Familie op den Dam
kwam speelde de marinemuziek van de eere
wacht hel Wilhelmus. Nauwelijks waren de
tonen van ons volkslied verklonken of de
balcondeuren gingen open en verscheen
H.M. dc Koningin-Moeder, gevolgd door Ko
ningin Wilhelmina, Prins Hendrik en Prin
ses Juliana.
De vaandels wuifden cn toen het gejuich
zich wat had gelegd hief de dirigent van de
vier honderd zangers zijn clirigeerstaf op en
klink plechtig over den Dam
„Wilhelmus van Nnssoue
Den tck van Duytschen bloet"
gevolgd door
„Mijn schilt en mijn betrouwen
„Syt ghy, o Godt, myn Heer'
begeleidt door de stafmuziek van de Kon.
Nederlandsche Marine.
Hierna volgde onder groote aandacht van
den geheel met publiek gevulden Dam nog
de koraal'/a'ng „Dankt allen God den Heer
vervolgens „Wilt lieden nu treden'' uit Va
lerius' Gcdvm k-Clanck, ons .Ylaggelied" en
tot slot „Ons llollaiulsch".
Na afloop brachten de vaandels opnieuw
hun groet en onder groot gejuich van de me
nigte en minzaam gewuif van de Koninklij
ke Familie, trok deze laatste zich terug in
het grijze paleis.
Hierop begon do aftocht door de Paleis
straat en nauwelijks een kwartier later had
de I)am het aanzien, zooals hij dit heeft bij
alle Koninklijke Bezoeken.
Gistermiddag zijn de Koningin-Moeder,
de Koningin, Prinses Juliana en Prins
Hendrik met groot gevolg uitgereden voor
het maken van een grooten rijtoer, waarbij
van open rijtuigen werd gebruik gemaakt.
Te twee uur precies had het vertrek plaats
en de zon, welke zich gisteren bij den in
tocht niet liad laten zien, zond thans haar
gouden licht in milde overdaad over den
kleurigen stoet. Een talrijk publiek was op
den Dam bijeengestroomd, ook in de bin
nenstad was de belangstelling, vooral van
de jeugd, bijzonder groot. Het eerste deel
van den toer, welke het Rijksmuseum tot
doel had. ging om. langs Utrechtschestraat,
lieerengracht, Reguliersgracht. Fokke Si-
monszstraat, Vijzelgracht,' Weteringstraat,
Weteringschans, Leidscheplein, Vondel
straat, Tesselschadestraat, Roemer Vis-
scherstraat naar het Vondelpark. In de
Naar een leekening uil dien lijd.
meeste straten waren de balcons mei bloe
men en tapijten versierd cn uit tal van
vensters woei de driekleur en het oranje-
blanje-bleu. In de Fokke Simonszstraat
stonden tal van leden der Buurtvereeniging
„Prinses Juliana" om hun vaandel ge
schaard, hun gejuich gold vooral de Prin
ses,. overigens viel het op dut dc belang
stelling der meesten uitging naai de grijze
vorstin; bet geroep; „Leve de Koningin-
Moeder!" klonk allerwegen. Bijzonder druk
was het in het Vondelpark. Voorts hadden
honderden en nog eens honderden bij het
Rijksmuseum aan den kant der Uobberna-
slraat een goed plaatsje gezocht Eeri
ennthousiast gejuich steeg op toen het Kon.
rijtuig voor den ingang der tentoonstelling
„Hellas en Rome" stilhield. Daar werden
de vorstelijke personen ontvangen door den
heer II J. Schaap voorzitter van het Kon.
Oudheidkundig Genootschap en door de
heeren A. J. J. Ph ITaas. F. P. Bodenheim,
J. van Eek, jhr. G. C. Six en mej. M. M.
Bottenhaim. alle bestuursleden van dit Ge
nootschap. Namens de tentoonstellingscom
missie was aanwezig de heer W. Speyei
Jongejuffrouw Johanna Bodenheim bood
de Koningin bloemen aan. jongejuffrouw
Alwine Bodenheim deed dit aan de Ko
ningin-Moeder, terwijl de kleine jonker Six
Prinses Juliana een ruiker offreerde. De
Koningin-Moeder, Haar dochter, kleindoch
ter en de Prins werden resp. rondgeleid
door de heeren Haas, Schaap, jhr. Six en
Van Eek. Na afloop der bezichtiging werd
door een zestal jongedames thee aange
boden.
Toen de vorstelijke personen hun hand-
teekening in het register hadden geschre
ven, werd de rijtoer voortgezet. Langs ver
schillende straten werd de Weesperstraat
bereikt, waar de geheele Joodsche bevol
king op de been was. ïn deze straat cu
op het J. I). Meijer plein zag men, zoover 't
opg reikte, één deinende menschenzee Te
genover de Ned. Isr. Synagoge hield liet
Kon. rijtuig stil. Bij de Synagoge was op
gesteld het koor van de ..Joodsche Stem"
onder leiding van Jacob Hamel, welk koor
was aangevuld met kinderen van alle
Joodsche scholen en weeshuizen te Am
sterdam. Forsch en zuiver klonk het ge
luid der honderden stemmen, die het lied
„Van 'n gouden Koninginne!" ten gehoorc
brachtén, waarvan de woorden cn muziek
i esp. geschreven zijn door den rabbijn
dr. M. de Hond en Jacob Hamel. Na dit
lied, dat op de vorstelijke personen een
diepen indruk maakte, werd de eerst»
strofe van het Wilhelmus gezongen. Het
geheel was bedoeld als een hulde aan het
Vorstelijk gezin, speciaal aan de Koningin-
Moeder ter gelegenheid \an haar 00-jarig
staatsburgerschap. Onder oorverdoovenct
gejuich der menigte zette de stoet zich na
de hulde weer in beweging en werd, in
afwijking van het officieelo programma,
langs Geldersche kade cn Oosterdokskade
naar do Ruyterkade gereden, langs het
vroolijke, zich in zonlicht badende Y met
zijn vele gepavoiseerde schepen. Voor de
brandweerkazerne stonden, terwijl de al
armklok luidde, de braridvvachts als stram
me militairen, even later brachten de Jan
tjes \an de torpedojagers Z 5 en Z 6, die
gemeerd liggen aan den steiger van Van
Es en Van Ommeren, liet eere-saluut aan
het Vorstelijk gezin. Hetzelfde herhaalde
zich kort daarna, ditmaal was het saluut
afkomstig van de bemanningen van Hr. Ms.
„Hertog Hendrik" en van een tweet.il on-
derzeeboolen, welke tezamen op het buiten-
Y lagen gemeerd. De stoet bevond zich op
dat oogenblik op de terreinen van de Hol
landAmerika Lijn. Via het Westelijk Via
duct bereikten de rijtuigen ten slotte het
dichtbevolkte Damrak en het was half vijf,
toen het Kon. rijtuig voor den ingang van
het Paleis stilhield. Vóór het Kon. Gezin
zich terugtrok, had het van de duizend
koppige menigte, welke het geheele Dam
plein vulde, een ovatie in ontvangst te
nemen.
HET EXTRA SUBSIDIE AAN HET
RESIDENTIE-ORKEST.
Een vorstelijke gilt van parti
culiere zijde voor liet pensioen
fonds.
In-de vergadering van l i December 1028
besloot de Raad aan het Residentie-Orkest
lot wederopzegging, doch uiterlijk tot en
met het jaar 1048, jaarlijks te verlecncn een
subsidie van f30,000 naast het gebruike
lijke subsidie van f77,000.
Dit nieuwe suOTidie werd verleend onder
voorwaarden van een pensioenregeling vooi
weduwen en weezen van leden cn gepen-
oionneerde leden van net Residentie-orkest
Volgens berekening is voor het verkrij
gen van deze pensioenregeling gedurende
20 jaren een storting van f 48,400 jaarlijks
noodig. Het aangenomen voorstel legde het
Residentie-Orkest dus de verplichting op,
naast hot gemeentelijk subsidie van elders
te voorzien in een jaarlijksche storting in
het fonds groot IS, 100.
Het bestuur van liet Residentie-Orkest
Heeft aan B. en W. medegedeeld niet in
staat te zijn deze jaarlijksche storting bijeen
te brengen. De geheele pensioenregeling zou
daarmede weder op losse schroeven zijn ko
men te staan, ware het niet, dat het be
stuur tevens heeft medegedeeld door een
toezegging van particuliere zijde in staat
(e zijn gesteld een bedrag van f 100,000 in
tiet te vormen pensioenfonds te storten.
Bij berekening is gebleken, dat door deze
gift een pensioenregeling als bedoeld in het
bovenaangehaald raadsbesluit mogelijk is
wanneer het extra subsidie van J 30,000
jaarlijks, door de gemeente werd toegezegd
niet uiterlijk tot cn met bet jaar lOiS, docb
tot en met 1955.
B. en W. zijn van mcening, dat het wel
t© verantwoorden is, wanneer de gemeente,
vooral nu van particuliere zijde opnieuw
groote offers gebracht worden in het be
lang van het behoud van het orkest, haar
reeds gedane toezeggingen uitstrekt lot cn
met 1955.
LOSZITTENDE GEVELS
Gevolg van de vorst.
Gistermorgen zou men aan perceel Over
toom 350 te Amsterdam een piano ophij-
schen. Toen het zware meubelstuk eenige
meters van den grond was, vielen een paar
steencn uit clcn gevel. Men heeft toen de
piano weer laten zakken en de brandweer
'gewaarschuwd. Deze constateerde, dat de
topgevel los zat, vermoedelijk tengevolge
van de strenge vorst van den afgeloopcn
winter. De brandweer heeft een gedeelte
van den gevel afgebroken. Ook de naast
liggende geveltoppen bleken los te, zitten.
Daarvoor is de bouwpolilie gewaarschuwd.
EEN GOED BEGIN IS HET HALVE WERK.
Politiek g'organiseerdcn.
Kwamen knusjes bij elkaar.
Praten saam, in stillen vrede
Over 't naadTend stern-gevaar.
Hoe verschillend ook van richting.
Deze wcnsch bleek algemeen:
„Tegen brute Stadsontsiering!"
Men was „broeders". Men was een.
Geen geklodder op de muren,
Wat ons Statische schoon verstoort,
Neen! Men wilde saam bewaren
't Eigen stadje: Amersfoort!
Heusch we mogen wel waordcercn.
Dat men bier zoo eensgezind
Blijk geeft dat men boven alles
't VriondTijk vaderstadje mint.
Ilulde, brave politiekers,
d'Inzet der verkiezingsstrijd
Hebt ge na wat overleggen
Door Uw mooi besluit gewijd.
Amersfoort mag zich verblijden
Nu de Stadspolitiek
Zoo 't belang van allen zochten.
In volmaakte harmonie
C.II., A.R., Vrijheidsbonders
R.K. cn S.D.A.P.,
Dit besluit brengt voor U allen
Ongetwijfeld zegen mee.
Wat deez' heeren propageeren,
Welke richting, welke lijn,
Duid'lijk blijkt dat ze voor alles
Eerstens „AMERSFOORTER" zijn!!
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden.)
STAND VAN DE KERSEN EN BESSEN)
Een overzicht d.d. 30 Mlci.
Het onderstaand overzicht betreffende
den stand der kersen en bessen op 30 Mei is,
onder medewerking der Rijksluinbouwcon-
sulentcn, samengesteld naar gegevens, ver
strekt door de correspondenten der directie
van den landbouw.
De bloeitijd van de meeste kersensoorten
is dit jaar samengevallen, zoodat voldoen
de kruisbestuiving kon plaats vinden. De
stand der vroege kersen is dientengevolge
goed tot zeer goed. Echter is de droogte
oorzaak, dat vele jonge vruchtjes afvallen,
terwijl verder in de Over-Betuwe en in dft
omgeving van Uden schade wordt oudera
vonden door vreterij van de trekmade.
De late kersen staan in Limburg vrij goed.
Men neemt daar aan. dat tie korte tijd, ge
durende welken de bijen dé-Toornen in de
bloeiperiode hebben gevlogen, daarop van
invloed is geweest. Elders is de stand goed
tot zeer goed.
Ook bij de bessen wordt ten gevolge van
de droogte ruien waargenomen. Do kruis
bessen cn zwarte bessen hebben op verschil
lende plaatsen in den afgeloopcn winter
nogal geleden. Sommige kweekers zijn zelfs
voornemens de struiken na de pluk te
rooien. Van beide soorten is de stand vrij
goed; in Zeeland blijven de zwarte bessen
nog daarbeneden. In het Rijk van Nijme
gen hebben de zwarte bessen van rondknop
te lijden.
De roode cn witte bessen beloven goed tot
zeer goed. (St.Ct.)
FELLE BRAND TE ELARICUM.
Villa tolaal uitgebrand.
Hedenmiddag omstreeks één uur ontstond
ecu felle brand in liet rusthuis van den heer
Bleekerode op de Iluizerhoog tc Blaricum.
In een uur tijds was de kapitale villa totaal
uitgebrand. De oorzaak is onbekend. De
schade, welke plrn. 40.000 bedraagt, wordt
door verzekering gedekt.
Het ware bezit aan een overtuiging moet
Jblijken uit clen 'overtuigingsmoed.
door
RICHARD MARSII.
iVrij naar het Engelsch door C. M G. de W.
67
Hij zal ons vertellen wal wij weten
moeten, hoe wij die deur moeten open-
krijgen. We zullen de waarheid uit hem
krijgen, als was het met beete ijzers op
zijn handen als hij niet anders wil c-n Ms
hij het gezegd heeft, later, dan zullen wij
Zien. Maar dit beloof ik je, je zult nooit
trotsch zijn op je echtgenoot, wanneer wij
met hem afgerekend hebben. Haal die
vrouw van hem vandaan En nu man, je
hebt je dei tig seconden gehad denk maar
niet dat dit dit meisje ie kan redden.
Voor de laatste maal, hoe moet die deur
Opengemaakt worden,?"
„Uw bedreigingen, mijnheer Claude Her-
bert, maken dat ik sla te trillen op mijn
beenen.'Daar zag hij niet naar uit. maar
dat is tot. daaraan toe. „Liever dan gevaar
te loopen aan zulk een vreeselijk lot te zijn
blootgesteld, zal ik mij haasten niet alleen
om u de geheimen van het slot mede te clee-
Jen, doch ik zal het u tqonen en lie wij zen
dat ik gelijk heb, door zelf de deur voor u
0])cn te doen
Zijn vrouw, die naast liem stond, wierp
hem een smeekenden blik toe, waarop hij
niet scheen te letten. Hij liep naar de deur
van de safe het voorwerp van aller blik
ken.
i ,,Nu niet weer een van die grappen, of
het zal jc berouwen", waarschuwde Eva.
„Ditmaal zal ik geen grap uithalen, John
Eva, dat zal je zien. Hoe zou ik dat kunnen,
terwijl ge allen om mij heen staal én mij
met zulke vriendelijke oogen aankijkt. Eet
op! Stilte! Let goed op! De klok is volko
men in orde; hij moest, zoo als ge ziet, op
twaalf uur gezet worden, s nachts of over
dag, dat doet ei niet toe. De stand der let
ters was verkeerd: er moeten twee woorden
staan inplaats van cén. Mr. Claude Herbert
let vooral goed op. D-e-a-r- (lieve), dat is
het eene. W-i-f-e (vrouw) dat is het tweede;
daar heb je liet cn daar heb je don sleutel
lof. het letterslot. Ik steek den sleutel in liet
slot en ge ziet hoe gemakkelijk hij om
draait; de safe is open. de ingang tol het
Rooverhol."
Toen hij dit zeide ging dc deur open. En
toen de deur begon te bewegen 'was er een
voorwaurtsche beweging onder de mannen
in de kamer, welke echter tof stilstand
kwam toen de groote deur open viel on men
een man aan den ingang zag staan in het
uniform van een inspecteur yan politie. Van
al de verrassingen van dien nacht was dit
nog de grootste. Talbot wees op den onge-
wcnschien persoon cn zeide: „Heeren, in
specteur *Iac Car thy van 'i Departement
van Politie; ik geloof dat sommigen hem
evengoed kennen als liij u kent. Pén oogen
blik heeren, ge hebt nog niet alles gezien
wat er te /ion is. Mr. Herbert, nir Wilson,
John K\a wilt u optreden als commissie
van onderzoek on met mij het Roovershol
binnentreden? Betty, vrouwtje, ga je ook
mee?" Zij kwam dadelijk naar hem toe, met
schitterende oogen. „Ik moet u even zeggen,
heeren. dat toen de deur openging er tege
lijkertijd een bel klonk, waarvan u zeker
wel gehoord hebt; toen die bel weerklonk
is een groot aantal van uw vrienden, van
de politie, die spéciaal voor deze gelegen
heid in Cornwallis zijn opgeroepen, het
grondgebied van Monniksland binnengeko
men; ik geloof dat zij builen reeds staan te
wachten. Inspecteur Mac Garthy, mag ik
u verzoeken een waakzaam oog te houden
op deze heeren, terwijl ik het Roovershol
binnenga.'"
De toon van den 'nspe.ct.eui' was koel.
„Dut moogt ge: dn mannen kennen mij."
Zeer 'egen hun zin deden de drie mannen
wat hun verzocht werd; zij volgden Talbot,
toew hij hen voorging. „Ge hebt het Roo
vershol willen biQpengaan. nu zal het ge
schieden."
De gebeurtenissen van de laatste oogcn
blikken hadden hen tenminste tijdelijk be
roofd van hun weerstandsvermogen.
liet vertrek, waarin zij zich bevonden,
was zeer groot, zooals John Eva reeds ge
zegd hacl: liet was blijkbaar een zeer bui
tengewoon type van een safe cn men mag
er bijvoegen een van buitengewonen om
vang. Het was duidelijk merkbaar, dat er
ergens lucht vandaan kwam, zelfs toen de
deur dicht was; de atmosfeer was wel warm,
maar niet onaangenaam duf. In het mid
den v;iil den vloer stond een ledikant cn in
dat bed lag een man onder de dekens, met
zijn hoofd op hooge kussens: toen hij ze
zag naderen keek hij "c aan met zijn reeds
stervende oogen.
.Hoe gaal het?.' vroeg Talbot, toen hij
voor t bed stond.
Een tweede man zat naast het bed, een
jonge man, wiens gezond gelaat en heldere
oogen getuigden van levenskracht, die de
andere verloren had.
„U komt nog juist bijtijds hel einde na-
dei t.
Mij sprak fluisterend, toch scheen de ster
vende het te verstaan. Met heesche stem,
die klonk als de echo van een andere stem,
zei hij:
„Ja het einde nadert en het is
goed.
Hij keek van den een naar clen ander met
zijn doffe oogen en vestigde die op een ge
zicht dat hij herkende.
„Kijk, dat is John Eva! Eva jou oude
brombeer Waar is Judith?"
Toen zij binnenkwamen stond achter in
het vertrek een gedaante een vrouw. Toen
hij sprak kwam zij naderbij; het was de
vrouw uit Penance. Zij zag ei' heel aftders
uit dan vroeger. Zij droeg nu een eenvou
dig, net coséuum, van donkerblauwe stof,
inplaats van de vodden van vroeger. En ze
bad kousen en schoenen aan. Haar haar
was netjes opgemaakt, als een gouden
kroon rondom haar hoofd. De vage blik was
uit haar oogen verdwenen en toen zij de
stem van den man hoorde ging zij vlug naar
hem toe en een stralende blik vertoonde
zich in haar oogen. Zij knielde naast het
bed cn boog zich over hem heen en zij
was schoon.
„Kus mij."
Met zeer zwakke stem werden die woor
den uitgesproken; toch waren ze duidelijk
hoorbaar voor het groepje dat rond om hem
stond. Voor de vrouw, die daar op haar
knieën lag. was het een engelenstem. Zij
raakte zijn lippen aan met de hare. En toen i
sprak hij:
„Zeg. dat je mij vergiffenis
schenkt."
Op dat oogenblik dacht zij misschien, dat
zij de waarheid sprak; wanneer een vrouw-
liefheeft, herinnert zij zich niets clan haar
liefde
Nog eens begon hij te spreken cn nu tot
den man dien wij kennen als Percival
Talbot.
..Oude vriend dat is mijn vrouw
zal je voor haai zorgen
„Alsof ze mijn eigen vrouw was," en ik
spreek ook uit naam van mijn vrouw."
„Trouwe ziel!"
Het was de vrouw, op de knieën voor het
bed, die dit zijde. Een zonderlinger opvat
ting van de waarheid kon nauwelijks wor
den uitgesproken. En het hoofd van den ge
storven man viel neder op zijn borst.
„John Eva. herkent ge dezen man?"
„Dat is de neef van den ouden heer: zeker
herken ik hem ik heb hem opgepast en
verzorgd. En dan te moeten denken, dat go
getracht hebt u zelf voor hem te doen door
gaan."
„Dat heb ik nooit gedaan; ik heb gezegd,
daf ik Percival Talbot ben van Monniks
land en dot ben ik."
HOOFDSTUK XXX.
D;év bekentenis.
Man cn vrouw waren samen in het ver
trek, dat tot nu toe het slaapvertrek van
mevrouw' was geweest. Zij schenen beiden
ecnigszins rusteloos te zijn, hetgeen zich bij
hem openbaarde in ec-n neiging om voort
durend de kamer op en. neer te Joopen; Zij
bepaalde zich tot een armstoel, waarin zij
steeds verwisselde van houding.' nu eens
zat zij zeer behoorlijk met haar voeten op
den grond, dan eens met haar voeten bo
ven op den stoel cn dan weer eens op den
arm van baar fauteuil.
/Wordt vervolgd.)