HET WETSONTWERP INZAKE DE
FINANCIEELE VERHOUDING
'N ONGELUKKIG TIJDSTIP
HUGO NOLTHENIUST
Een rijke geest
DE STATENDAM HEEFT
MACHINESCHADE
CONCENTRATIE VAN
DEN MIDDENSTAND
Bijeenkomst te
Amsterdam
DE MAASBRUG TE
MAASTRICHT
Stopgezette herstellingen
EEN BEELDHOUWER 70 JAAR
Huldiging van Eduard Jacobs
RUK ES GEMEENTES
Beperking der gemeentelijke
bewegingsvrijheid
gevreesd
De uitkeeringen uit het
gemeentefonds
Verschen.cn is het Voorloopig Verslag der
Eerste lvaraer over het ontwerp tot her
ziening van de financieele verhouding tus
schen het Rijk en de gemeenten en wij
ziging van eenige bepalingen der Provin
ciale wet en der Gemeentewet.
Hieraan wordt ontleend, dat zeer vele
leden van oordeel waren, dat het tijdstip
waarop dit ontwerp is ingediend, te weten
in het laatste jaar der loopende parlemen
taire periode,* al heel ongelukkig was ge
kozen.
Dat de Regeering, ondanks het naderen
de einde dezer periode, tot indiening van
een zoo belangrijk ontwerp als het onder
havige, is overgegaan, werd door verschil
lende leden eer geprezen dan veroordeeld,
en dat met een bcroeu op den onhoudbaren
tinancièèlcn toestand, waarin tal \an ge
meenten gaandeweg zijn komen te verkee-
ren. Deze leden waren van oordeel, dat er
geen overwegend bezwaar tegen kan be
staan, het ontwerp nog gedurende dit zit
tingsjaar af te doen. Het moge waar zijn,
dat de gevolgen van liet ontwerp nog niet
in allen deele kunnen worden overzien,
vast staat naar hun meening, dat het be
langrijke verbetering zal brengen cn uit
stel onverantwoordelijk zou zijn.
Of de wijze, waarop de Regeering in bet
ontwerp haar oordeel tracht te bereiken in
alle opzichten cn aan allen bevrediging zal
schenken, zal eerst later bij de toepassing
duidelijk blijken. Uiteraard zijn teleurstel
lingen daarbij geenszins uitgesloten. Maar
vast staal, naar de mecning van vele leden,
dat do beginselen, die aan het ontwerp ten
grondslag liggen, volkomen juist moeten
worden geacht cn dat later blijkende klei
nere of grootere fouten in de uitwerking
daarvan zullen kunnen en moeten worden
weggenomen bij wetswijziging.
Andere leden konden de voorgestelde re
geling geenszins toejuichen en maakteu er
de Regeering juist een verwijt van, dat zij
zich er niet heeft toe bepaald voor te stel
len een billijke vergoeding te geven aan
de gemeontcn voor de kosten door baar
gemaakt ten behoeve van het Rijk.
rij algemeen was men het er over eens,
dat de afstand van de hoofdsom der per-
>oneele belasting en van het overgroot©
doel van de hoofdsom der grondbelasting
aart de gemeente viel toe te juichen.
Ook de afschaffing der forensenbelasting
vond van verschillende zijden instemming,
3l werd door sommige leden betreurd, dat
tengevolge van het amendement—Oud de
belasting der vvoonforenscn weder is inge
voerd. Of deze afschaffing echter houdbaar
zal biijken, werd door enkele leden botvvij»
leid, mede wijl die h i. het metterwoon ver
laten van de werkgemeente zal bevorderen.
Verder vreesden enkele leden zeer, dat
de totale belastingdruk zal stijgen, door
dat de gemeenten genoopt zullen worden
Igroutere uitgaven te doen.
Sommige leden achtten eone bepaling
noodzakelijk, dat na de aanneming van
I dit ontwerp geen nieuwe lasten voor uit
voering van wütteri, die nationale voorzie
ningen bcoogen of nationale doeleinden
I v\ilien verzorgen ,-vveer op de gemeenten
zullen worden gelegd-. Slechts zulk een
vaste waarborg zou een grondslag kunnen
zijn, waarop ecne goede financieele verhou
ding tusschen Rijk en gemeenten kan wor
den opgebouwd. Nu die volledig ontbreekt,
waren deze leden van meening, dat dit
wetsontwerp niet als oene regeling van vrij
langen duur kan worden beschouwd
Van andere zijde werd uiteengezet, dat
om een goede regeling van de financieele
verhouding tusschen het Rijk en de ge
meenten te verkrijgen, ecne splitsing tus
schen de uitgaven der gemeenten had moe
ien zijn gemaakt, namelijk in die uitga
ven, welke door de gemeenten worden ge
daan ten algemeenen nutte, cn zij dus doen
als orgaaji van de Rijksregeering, en die,
velke zij doen geheel in haar eigen huis
houdelijk belang. Alleen de laatstgenoemde
uitgaven behoorden dan ten laste van
iedere gemeente afzonderlijk te komen, Ier-
wijl de uitgaven ten algemeenen nutte door
het Rijk zouden moeten worden betaald of
vergoed.
Door bet ontwerp wordt bereikt, dat een
belangrijk bedrag, dat vroeger aan gemeen
tebelasting werd opgebracht, moest worden
besteed voor bet doen van uitgaven haai*
door Rijkswetten in het belang van het
land opgelegd,^.thans uit Rijksbelastingen
zal worden betaald.
N oor deze eerste schrede nu op eon huns
inziens bedenkelijke» weg. meenden som
mige leden met klem te moeten waar
schuwen. Zij wezen er op, dat de thans
voorgestane gelijkmaking, op het gebied
>an belastingdruk niet9 beeft te maken met
df regeling der financieele verhouding tus
schen het Rijk en de gemeenten. Naar
laatstgenoemde regeling wordt sedert lange
jaren vurig verlangd en ecne eenigszins
ovorhaaste behandeling daarvan ware met
een beroep op de noodtoesiand der ge
meenten Ie verdedigen. Er is echter vol
gen» deze leden volstrekt geen reden thans
'er wille daarvan overhaast over te gaan
lot eene poging de belasting gelijk te ma
lven Daartegen moet te meer ernstig ver-
et worden aangeteekend, omdat gelijke be
i*Miugdruk in het gehcele land ecne schro
melijke onbillijkheid zou zijn voor de in
gezetenen van tal van plattelandsgemeen
ten.
Dat bij aanneming van dit wetsontwerp
de groote verschillen tusschen de gemeen
telijke belastingen in de onderscheidene
gemeenten tot het verleden zouden gaan
bohooren, werd door een aantal leden ont
kend.
Een lid vvenschle uitsluitend principieel»
beschouwingen te geven over het karakter
der wet. Voor hem is bet wetsontwerp eene
ernstige aantasting van de beleekcnis van
de gemeente al3 volgens liem, voornaamste
orgaan voor het maatschappelijk leven.
Dat lid was van meening, dat. wie het
eigen bestuur der gemeente niet wil onder
mijnen, in de beperking van baar bewe
gingsvrijheid niet verder mag gaan dan in
Nederland, behoudens enkele uitzonderin
gen. tot nu toe werd gegaan.
Eene korte karakteriseering van het
wetsontwerp is. dat. het den gemeenten in
hare belastingheffing een keurslijf aan-
logt.
De gemeenten worden in veel sterkere
mate dan onder do beslaande Gemeente
wet, beperkt in de bevoegdheid tot belas
tingheffing.
Dit lid zag de beperking' van de Nedcr-
landsche gemeenten in het heffen van ge
meentelijke belastingen ter dekking van ge
meentelijke uitgaven, welker noodzakelijk
heid voor den gemeenteraad vaststaat, als
ingaande tegen de maatschappelijke ont
wikkeling.
Afschaffing van do gemeentelijke inkom
stenbelasting en vervanging daarvan door
een gemeentefondsbelasting met de daar
op te heffen opcenten, kwam sommigen le
den verwerpelijk voor.
Sommige leden meenden, dat dit wets
ontwerp met zijn tarief voor de gemeente
fondsbelasling en de 50 opcenten op de
vermogensbelasting aanleiding zal geven
tot verkwisting. Dat tarief kwam' hun veel
te hoog voor.
Wat de financieele gevolgen van het
wetsontwerp voor de gemeenten betreft,
vroegen vele leden zich af. hoe hoog de
uitkeeringen uit het gemeentefonds aan de
verschillende gemeenten zullen zijn. wan
neer dit wetsotwerp tot stand komt en hoe
hot op den duur met die uitkeeringen zal
gaan. In verband hiermede werden een
aantal vragen gesteld, o,a. of de Regeering
een opgave kan verstrekken van het be
drag, hetwelk iedere gemeente zou toeko
men en het bedrag, dat haar zal worden
toegewezen.
Naar de meening van één lid, heeft tij
dens de behandeling van het wetsontwerp
de financieele verhouding tusschen het Rijk
de gemeenten ten voordeele van Rijk en ten
nadeele van de gemeenten een wijziging
ondergaan van ongeveer 10.000.000. n.l.
ƒ3.600.000 minder garantie uit en G.700.000
meer baten voor het Gemeentefonds. Dit
lid meende, dat de uitkeering uit het ge
meentefonds voor een aantal gemeenten
belangrijk zou kunnen tegenvallen en hij
waarschuwde tegen de opvatting, dat in
dat geval verhooging van de opbrengst van
de personoele belasting uitkomst zou kun
nen geven.
Verschillende leden waren van oordeel,
dat dit wetsontwerp, waarbij in sterke ma
te de bewegingsvrijheid der gemeenten
wordt beperkt, als een aantasten van de
autonomie der gemeenten is te beschou
wen. Het gevolg kan zijn, dat kleine ge
meenten of gemeenten van middelbare
grootte, die voor sociale voorzieningen niet
een zoo voorname plaats innemen, wellicht
zullen worden gebaat, doch dat de groote
gemeenten er door in de klem geraken.
Andere leden ontkenden, dat de gemeen
telijke autonomie wordt aangetast. Vrijheid
van belastingheffing der gemeenten heef*
trouwens nooit bestaan.
Vele leden gaven uiting aan hun leed
wezen, dat het gehcele forenvraagstuk niet
grondig is opgelost.
Wagner apostel
stenaar
scheppend kun:
criticus u
De heer Hugo Nolthenius is in het Dia-
konessenhuis te Haarlem, naar hij ver
pleegd werd, overleden.
Met den dood van Hugo Nolthenius
wordt een leven afgesloten, dat voor de
ontwikkeling der Nederlandsche muziek
want als zoodanig zal hij wel het aller
eerst in de herinnering blijven voortleven
van groote beteekenis is geweest en eeu
bepaalde „periode" daarin heeft vertegen
woordigd.
In biografiën wordt Hugo Nolthenius
aangeduid als een „auto didact', een „self
made man". Geboren in 1818, werd hij na
afgelegde studie, leeraar in Latijn en
Grièksch aan het Stedelijk Gymnasium te
Utrecht, en in deze kwaliteit zal hij door
menigeen met piëteit en in dankbare herin
nering worden herdacht. Zijn muzikale vor
ming dankte hij aan mr. TI. Violta en Jos
Cramer, die hem viool-onderricht gaven en
aan Anton Averkump, clie hem inwijdde in
de zangkunst.
Van 187677 was hij dirigent van de
zangvereeniging F.uphonie' to Amsterdam,
in 1S79—SO von ..Calliope' ie Naarden-Bus-
sum en van J8SS—91 van de Wagnervereeni-
ging te Utrecht.
Mei de vermelding van deze laatste
functie komen wij als vanzelf lot datgene,
waardoor Nolthenius zijn groote vermaard
heid en beteekenis in het muzikale leven
van Nederland heeft verkregen: zijn Wag-
nei-apostelschap. Ilij heeft in ons land ge
streden voor de juiste "erkenning van
Wagner; met Henri Violin behoorde hij tot
de oudste Wagnerianen ten onzent. Maar
ook voor de erkenning van eigen kunst en
kunstenaars heeft liij niet warmte geijverd.
Hij vond daartoe gelegenheid in liet door
hem in 1891 met S. van Milligen opgerichte
Weekblad voor Muziek, dat liij verder van
1895 tot 1910, toen het oplreld ie bestaan,
alleen heeft geredigeerd.
Nolthenius was vaardig uiet de pen en
heeft voortreffelijk journalistiek werk ge
leverd. De critieken die hij jaren lang voor
het Ulrechlsch Dagblad heeft geschreven,
hebben daarvan kunnen getuigen. Aan een
vlotten en onderhoudenden stijl paarde zich
een puntige inhoud.
Ook als scheppend kunstenaar is Nolthe
nius vruchtbaar geweest. Achtereenvolgens
verschenen van hem een 60-tal liederen en
eenige kleinere koorwerkjes. Voor de aller
eerste opvoering in den lande van Vondel s
Lucifer in lÓOi door het Studentcntooneei
te Utrecht heeft Nolthenius de muziek ge
schreven. Eveneens componeerde hij de
muziek voor de „Philoctetes" van Sophocles
(1910).
Vele jaren is Nolthenius 1ste secretaris
geweest van de afdeeling Utrecht der Maat
schappij tot bevordering der Toonkunst,
welke afdeeling hij ook in het hoofdbestuui
vertegenwoordigde. Hij was voorzitter dei
commissie tot wetsherziening van ge
noemde maatschappij, die eindelijk na veel
tegenwerking in 1906 tot stand is gekomen,
on voorzitter van de Examen-regellngscom-
missie. Ook sedert hij met pensioen te
Laren gevestigd was. is hij ijverig blijven
deelnemen aan de werkzaamheden van hel
hoofdbestuur en juist dezer dagen hij het
eeuwfeest \an Toonkunst werd nog die
werkzaamheid onder moer en iri "t bizon-
der besteed aan een betere opleiding van
hen, die in de Lagere School zingen en mu
ziek te onderwijzen hebben dodr de re
geering onderscheiden iuet de toekenning
van het officierskruis dor Oranje Nassau-
orde. Tevens lieeft de voorzitter jhr van
Beresteyn toen aan den heer Nolthenius de
eerste gietpenning uitgereikt voor zijn ver
dienstelijken arbeid voor de M. t. b. cl. T.
Tol het laatst zijner dagen is Nolthenius
vol activiteit en met onverzwakten geest
blijven belangstellen in het leven in zijn
veie verschijnselen. Onder anderen heeft
ook het vegetarisme in hem een warm voor
stander gehad.
Nolthenius was een man met een warm
voelend hart. Zijn streven is geweest zoo
veel mogelijk te helpen, van dienst te zijn
met wat hij had en dat uit een algemeen
menschelijk plicht- cn verantwoordelijk
heidsgevoel. Terecht is hij een zegenende"
persoonlijkheid genoemd
De verassching van het stoffelijk over
schot zal Woensdagmiddag op Westerveld
geschieden, na aankomst van treip 13.16
Mei aanzienlijke vertraging le
Rotterdam aangekomen
Het vertrek ondervindt
geen stagnatie
Men meldt ons uit Rotterdam
Het nieuwe schip van de Holland—Ame
rika Lijn de „Statendam is gisteren met
aanzienlijke vertraging van de tweede reis
naar Amerika teruggekeerd, tengevolge
van machinesehadc. Het schip, dat tusschen
7 en S uur des morgens had moeten terug-
keereti, ariveerde hier eerst des middags
omstreeks i uur.
Naar wij vernemen is het schip Zaterdag
avond om 9 uur uit Boulogne sur Mer \ei-
trokken. Ongeveer een uur na liet vertrek
deed zich de eerste sloornis aan de ma
chines voor. De passagiers hebben hiervan
niets anders bemerkt dan een lichte schok.
Een der turbines is blijven functioneeren.
zoodat het schip daarmede de reis naar
Rotterdam heeft kunnen voortzetten. Men
heeft het evenwel niet raadzaam geacht op
eigen kracht den Waterweg op te varen.
Toen het schip bij clen Waterweg aankwam,
is hot voor anker gegaan en heeft om
sieepboot-assistentie gevraagd. De sleepboo-
tcn „Poolzee". „Zwartezee„Rozenburg" en
.Blankenburg van L. Smit en Co.'s inter
nationalen sleepdienst zijn daarop uitgeva
ren en zijn om 11 uur bij de ..Statendam"
aangekomen. Er is op tij gewacht tot 12 uur,
waarna de „Statendam" naar Rotterdam is
opgesleept. De aard van de ernstige scha
de aan de machines is nog niel bekend.
Naar wij nader vernemen, moet de ma-
chineschade bestaan uit een defect aan een
van de beide schroefassen. Het schip heeft
ue verdere reis dus niet één werkende
schroei' gemaakt, hetgeen natuurlijk de be
stuurbaarheid niet ten goede is gekomen.
Vandaar dat voor den mond van den Wa
terweg. waar het manoeuvreeren toch altijd
al lastig is, evenals in don Waterweg zelf,
sleepbootassistentie is ingeroepen.
In koevere de Statendam gedurende lan
gen tijd uit de vaart zal moeten \vo«den
genomen, valt nu nog niet te zeggen. P.'n
reparatie aan de schroefas kan goiuimon
tijd duren. Het is jammer, da' de pech zich
voordoet, vooral met hei oog op dvolgen
de reis. die reeds geheel volgeboekt was,
Hot aantal passagiers, dat de Statendam
op deze reis naar Europa vervoerde, was
buitengewoon groot: het waren niet min
der dan 243 eerste klas-passagiers IMJ twee
de klas en 171 toeristen. Bovendien had de
Holland—Amèri,ka-lijn aan 45 prv-< non ;lo
gelegenheid gegeven iL „wc-riende passa
giers" naar Europa •aan. twvni «t bo
vendien nóg drie s'.jw-o way's a m boord
war'ên. die n:. :i op de uitreis in*een slorp
Ik d ontdekt n welke nu door -L Amen
kaansche immigratie-autoriteiten met hei-
zelfde schip werden teruggestuurd.
Met het oog op het coiiüoleeren dor pa
sen, dat, wanneer het in Rotterdam bij ;i in
komst zou plaats hebben, belangrijke ver
traging in het debarkeeren tengevolge zou
hebben, is een inspecteur van de Jïcilcr-
damsche rivierpolitie het schip tegemoet
gereisd, cn Vrijdagnacht in Plymouth reeds
aan boord gegaan. Hij heeft den odicelen
Zaterdag noodig gehad voor het ontroiee-
ren der papieren, doch de passagio kon
den bij aankomst in Rotterdam, cank /.».i
'lezen maatregel, nu onmiddellijk doorn i-
zen. Waar zij reeds verscheidene uren vr-
traging hadden door dp macliihè&chade,
was luip deze maatregel dus wel zeer wel
kom
Geen vertraging in het vertrek
Naar de directie van de Holland—Anie-
:ika-lijn ons mededeelt is liet machine-
defect aan de „Statendam" van niet zeei
ernstigen aard, zoodat hel binnen eenige
,;agcn hersteld kan zijn In ieder geval zal
de ..Statendam' Vrijdag a.s. op den gewonen
tijd volgens de afvaart lijst van Rotterdam
naar Amerika vertrekken, aangezien het
verlek door het defect in geen geval stag
natie zal ondervinden
Een krachtige centrumpartij in
S'ederland noodig?
In een dezer dagen te Amsterdam gehou
den bijeenkomst van middenstanders, waar
onder vertegenwoordigers van midden
standspartijen die met de a.s. verkiezingen
een lijst hebben Ingediend, is. naar de
N.R.Ct. meldt, door een comité lot concen
tratie van den middenstand de vraag in be
spreking gebracht of de lijd niet .gekomen
is dat in Nederland een krachtige centrum
partij gevormd dient te worden
Alle aanwezigen stemden met het plan in,
waarop besloten werd de constitueercnde
vergadering onmiddellijk na de \erkiezin
gen te houden.
Tot de publicatie van de navolgende motie
werd besloten
De \ergadering van middenstanders van
alle richtingen, van oordeel, dat vooruit
gang in welvaart, beschaving cn ware de
mocratie alleen mogelijk is door emanci
patie van den Middenstand, waaronder zij
verstaat alle werkers mei hoofd of hand,
in landbouw, nijverheid, handel, weten
schap en kunst, die door persoonlijke eigen
schappen van bekwaamheid aanleg cn ka
rakter. in slaat zijn tot zelfstandigen arbeid,
dat daartoe allereerst noodig is;
a. politieke en maatschappelijke weer
baarheid door hechte aaneensluiting van
alle middenstanders:
h. beëindiging van elke verspilling van
middenstandssteun aan de in ieder opzicht
voor ons volk verderfelijke sectarische po
litiek
c. Aermijding van onderlinge geschillen,
gevolgen van te verwijderen wanverhou
dingen;
spreekt den ernsligcn wcnscli uit, dat
1. alle bestaande partijen cn verecnigin«
gen van middenstanders zich in een orga
nisatie vereenigen, zij het desgewnsclit
voorloopig in federatief verband.
2. alle middenstanders bij de a.s. verkie
zingen zullen handelen alsof het sub 1o.
genoemde reeds bestaat en hun slem uit
sluitend uitbrengen op midden,standspar-
lijen.
DE KON. FAMILIE NAAR AROLSEN.
II.M. de Koningin-Moeder zal 17 dezer
vergezeld van II.M de Koningin on Prinses
Juliana, voor eenige dagen naar \rolsen
gaan om een bezoek te brengen aan dei:
vorst en de vorstin van Waldeck
EERSTE KAMER.
Mr. J. van Best aanvaardt zijn
benoeming niet.
Bij het Centraal Stembureau voor (le ver
kiezing an de leden der Eerste Kamer is
uit België telegrafisch bericht ingekomen
van mr J. van Best, dat hij zijn benoeming
tot lid dei Eerste Kamer niet aanneemt.
HET EEUWFEEST VAN TOONKUNST.
Een thé in bet Kol. Instituut.-
Tweede feostconcort.
Nadat de .Toonkunst -afgevaardigden
Vrijdagmiddag de gasten van het gemeen
tebesiuur van Amsterdam waren geweest
op een boottocht door de haven, heeft Za
terdagnamiddag de voorzitter van de af
deeling Amsterdam, de heer Dildok van
Meel. hun een iliee aangeboden in hel Ko
loniaal Instituut
Zaterdagavond had in liet Concertgebouw
het tweede feeslconcert plaats onder leiding
van dr. Willem Mengelberg. Dezelfde auto
r: teilen als Woensdagavond waren aan we
zig. ook minister Waszink. Mede woonde
Prins Hendrik het concert bij. Aan liet eind
van de uitvoering van Mahlers achtste Sym
plionie is aan den leider door de aahwezi
gen ecne grootsche ovatie gebracht, terwijl
de dames solisten; Mia Pcltenburg, Jo van
IJzer— Vincent, Di Moorlag. Margaret Mal-
zenauer cn Hon a Durigo met bloemen
werden gehuldigd. Ook «le heeren solisten
Louis van Tulder. Hermann Schey, Alfred
Fischer cn de heer H. I. den Hertog, die liet
jongenskoor dirigeerde deelden in de hulde.
Gisteravond wercl de jubileumviering be
sloten met een feestavond, hoofdzakelijk
voor het kooi in hei Concerigebouw, waar
bij een grooie poppenkast met levende fi
guren weicl vertoond.
lie fundamenten onderspoeld
Men sein. ons uit Maastricht:
L)e Maasbrug te Maastricht die in eigen
beheer door d n Rijkswaterstaat hersteld
zou worden is gebleken zoodanig onder
spoeld cn weggespoeld te zijn dat de her
stellingen waarmee reeds een aanvang was
gemaakt plotseling zijn stopgezet. Het
plan tot herstel zal nu geheel moeten wor
den gewijzigd terwijl de beslaande defini
tieve plannen zeer zeker niet tot uitvoering
zullen komen alvorens de nieuwe tweede
brug in de Maas zal zijn afgebouwd'.
Verder rneldt men ons nog dat geconsta
teerd is dat onder de fundamenten der
brug zeer bedenkelijke uitspoelingen zijn
geconstateerd welke een diepte zouden heb
ben van meer dan 12 M.
De beeldhouwer K. Jacobs is Zaterdag op
zijn zeventigsten verjaardag in intiemen
kring te Laren gehuldigd. Een commissie
bestaande uit mej. AmenL Co Brccman en
D. llarkema, heeft namens een negentig
vrienden een afgietsel gekocht van zijn La
renschc boerinnefiguur. Dit beeld werd in
het bijzijn van den schilder te zijnen huizo
aan clen burgemeester van Laren aangebo
den. ter plaatsing in het eerlang te stich
ten gemeentelijk museum In zijn toespraak
weer de burgemeester jhr. II. L. M. van Nis-
pen tot Sevcnaoi op den grootcn eenvoud
cn bijna angstvalligen schroom van den
beeldhouwer, die desondanks tot erkenning
is gekomen. Ook do schilder Co Breeman
sprak woorden van gelukwens,ch namens de
Larenschc vrienden, terwijl bloemen, tele
grammen cn brieven de belangstelling uit
vele oorden les lands vertolkten.
De Gooi- cn Eemlander vertelt het vol
gende omtrent (te loophaan van Eduard Ja
cobs:
Oorspronkelijk opgeleid voor kantoor,
voelde Eduard Jacobs zich tot liet beeld
houwen, dat liij tot zijn 21ste jaar als lief
hebberij beoefende, zóó aangetrokken, dat
hij het kantoor verliet cn zijn roeping vol
gende. het ongewisse loven van den artiest
inging. Alles moest hij nog leeren, dat be
sefte hij, en daarom stelde hij zich in 1882
onder leiding van den beeldhouwer
Bossche waar hij zijn eerste technische
opleiding kreeg, terwijl hij zijn tecken-
studies bij den bekenden illustrator en
teekenaar Witkamp te Amsterdam maakte.
Een jaar later trok hij naar Brussel naar
de Académie Royal des Beaux Arts.
Reeds in 1888 verwierf hij met zijn Schoo-
verbinder den Prix de Rome, die hem in
staat stelde de werken te Parijs, Florence,
Rome, Napels en Pompei te bestudecren.
In 1S91 vestigde hij zich als beeldhouwer
te Watergraafsmeer. Maar uit de weinige
appreciatie, die zijn werk ondervond, be
greep hij. dat zijn vorming nog niet vol
tooid was cn dat hij de vastheid en gedeci
deerdheid nustc, die zijn werk blijvende
richting moest geven. En dus trok hij er
weer op uit, naar Leipzig en Londen en
verschillende centra van kunst, waardoor
zijn later werk veel aan rijpheid zou win
nen. Ton slotte vestigde Eduard Tacobs
zich in 1903 in Laren. In dit milieu voelde
hij zich eerst recht thuis en werd zijn werk
geapprecieerd. Hier schiep hij dan ook zijn
typische Larenschc figuren en werd hom
de gelegenheid geboden zijn kunst dienst
baar te maken aan liet belang van het al
gemeen. Achtereenvolgens ontstonden in
opdracht van de gemeente Laren het mo
nument ter nagedachtenis van den grootcn
Mauve, n.l. de pomp op den Brink, en de
Van Wulvenbank aan de Koesweerd cn in
opdracht van de gemeente Amsterdam de
Justus van Maurikbank in het Oosterpark
le Amsterdam. Van de vele personen, wier
beeltenis hij in steen vereeuwigde, zoowel
in portret, als m reliefs, noemen wij den
toonkunstenaar Alphons Piepenbroek,
prof. Hugo de Vries, dr C. .T. K van Aalst
en den heer S. P. van Eeglien. Zijn laat
ste portret is dc marmeren plaquette van
ir. Muysken, in leven directeur van Werk
spoor. Naast vele bustes en plaquettes ver
vaardigde Eduard Jacobs verscheidene
grafmonumenten, oa. voor mevr. Wilhel-
mina van der Horst\an der Lugt Mel-
sert. Ook vele groote bouwwerken werden
versierd met zijn beeldhouwwerk, zooals
het vercenigingsgebouw Liefdadigheid naar
Vermogen te Amsterdam Thans is hem
opgedragen dc vervaardiging van het beeld
houwwerk aan de portiek van het Diaco-
ncssenhuis Ir I trecht
VECHTPARTIJ TE AMSTERDAM
Met een mes gestoken.
Men meldt ons uit Amsterdam:
In een café op den hoek van de Ruys-
daal kade en de van Uatadestraat ontstond
op Zaterdagnacht een vechtpartij, die op
straat wercl voortgezet. De politie, die ge
waarschuwd werd, trof hij haar komst de
vechtende niet meer aan. Echter op de
Ceintuurbaan op den hoek van de Dusart-
stiaat vond zij een man badende in zijn
bloed. Hij had een messteek in de buik.
Het bleek bii onderzoek, dat hij bij de
vechtpartij was tegenwoordig geweest en
(lus na gestoken te zijn nog een neind was
doorgeloopcn. De rnan is naar het binnen
gasthuis gebracht en dadelijk geopereerd.
Zijn toestand is ernstig ITij kon door de
politie nog niet worden gehoord. Intus-
schen heeft deze het onderzoek voortgezet.
Op dit oogenblik is de dader nog niel aan
gehouden.