HET WETSONTWERP INZAKE DE FINANCIEELE VERHOUDING 'N ONGELUKKIG TIJDSTIP HUGO NOLTHENIUST Een rijke geest DE STATENDAM HEEFT MACHINESCHADE CONCENTRATIE VAN DEN MIDDENSTAND Bijeenkomst te Amsterdam DE MAASBRUG TE MAASTRICHT Stopgezette herstellingen EEN BEELDHOUWER 70 JAAR Huldiging van Eduard Jacobs RUK ES GEMEENTES Beperking der gemeentelijke bewegingsvrijheid gevreesd De uitkeeringen uit het gemeentefonds Verschen.cn is het Voorloopig Verslag der Eerste lvaraer over het ontwerp tot her ziening van de financieele verhouding tus schen het Rijk en de gemeenten en wij ziging van eenige bepalingen der Provin ciale wet en der Gemeentewet. Hieraan wordt ontleend, dat zeer vele leden van oordeel waren, dat het tijdstip waarop dit ontwerp is ingediend, te weten in het laatste jaar der loopende parlemen taire periode,* al heel ongelukkig was ge kozen. Dat de Regeering, ondanks het naderen de einde dezer periode, tot indiening van een zoo belangrijk ontwerp als het onder havige, is overgegaan, werd door verschil lende leden eer geprezen dan veroordeeld, en dat met een bcroeu op den onhoudbaren tinancièèlcn toestand, waarin tal \an ge meenten gaandeweg zijn komen te verkee- ren. Deze leden waren van oordeel, dat er geen overwegend bezwaar tegen kan be staan, het ontwerp nog gedurende dit zit tingsjaar af te doen. Het moge waar zijn, dat de gevolgen van liet ontwerp nog niet in allen deele kunnen worden overzien, vast staat naar hun meening, dat het be langrijke verbetering zal brengen cn uit stel onverantwoordelijk zou zijn. Of de wijze, waarop de Regeering in bet ontwerp haar oordeel tracht te bereiken in alle opzichten cn aan allen bevrediging zal schenken, zal eerst later bij de toepassing duidelijk blijken. Uiteraard zijn teleurstel lingen daarbij geenszins uitgesloten. Maar vast staal, naar de mecning van vele leden, dat do beginselen, die aan het ontwerp ten grondslag liggen, volkomen juist moeten worden geacht cn dat later blijkende klei nere of grootere fouten in de uitwerking daarvan zullen kunnen en moeten worden weggenomen bij wetswijziging. Andere leden konden de voorgestelde re geling geenszins toejuichen en maakteu er de Regeering juist een verwijt van, dat zij zich er niet heeft toe bepaald voor te stel len een billijke vergoeding te geven aan de gemeontcn voor de kosten door baar gemaakt ten behoeve van het Rijk. rij algemeen was men het er over eens, dat de afstand van de hoofdsom der per- >oneele belasting en van het overgroot© doel van de hoofdsom der grondbelasting aart de gemeente viel toe te juichen. Ook de afschaffing der forensenbelasting vond van verschillende zijden instemming, 3l werd door sommige leden betreurd, dat tengevolge van het amendement—Oud de belasting der vvoonforenscn weder is inge voerd. Of deze afschaffing echter houdbaar zal biijken, werd door enkele leden botvvij» leid, mede wijl die h i. het metterwoon ver laten van de werkgemeente zal bevorderen. Verder vreesden enkele leden zeer, dat de totale belastingdruk zal stijgen, door dat de gemeenten genoopt zullen worden Igroutere uitgaven te doen. Sommige leden achtten eone bepaling noodzakelijk, dat na de aanneming van I dit ontwerp geen nieuwe lasten voor uit voering van wütteri, die nationale voorzie ningen bcoogen of nationale doeleinden I v\ilien verzorgen ,-vveer op de gemeenten zullen worden gelegd-. Slechts zulk een vaste waarborg zou een grondslag kunnen zijn, waarop ecne goede financieele verhou ding tusschen Rijk en gemeenten kan wor den opgebouwd. Nu die volledig ontbreekt, waren deze leden van meening, dat dit wetsontwerp niet als oene regeling van vrij langen duur kan worden beschouwd Van andere zijde werd uiteengezet, dat om een goede regeling van de financieele verhouding tusschen het Rijk en de ge meenten te verkrijgen, ecne splitsing tus schen de uitgaven der gemeenten had moe ien zijn gemaakt, namelijk in die uitga ven, welke door de gemeenten worden ge daan ten algemeenen nutte, cn zij dus doen als orgaaji van de Rijksregeering, en die, velke zij doen geheel in haar eigen huis houdelijk belang. Alleen de laatstgenoemde uitgaven behoorden dan ten laste van iedere gemeente afzonderlijk te komen, Ier- wijl de uitgaven ten algemeenen nutte door het Rijk zouden moeten worden betaald of vergoed. Door bet ontwerp wordt bereikt, dat een belangrijk bedrag, dat vroeger aan gemeen tebelasting werd opgebracht, moest worden besteed voor bet doen van uitgaven haai* door Rijkswetten in het belang van het land opgelegd,^.thans uit Rijksbelastingen zal worden betaald. N oor deze eerste schrede nu op eon huns inziens bedenkelijke» weg. meenden som mige leden met klem te moeten waar schuwen. Zij wezen er op, dat de thans voorgestane gelijkmaking, op het gebied >an belastingdruk niet9 beeft te maken met df regeling der financieele verhouding tus schen het Rijk en de gemeenten. Naar laatstgenoemde regeling wordt sedert lange jaren vurig verlangd en ecne eenigszins ovorhaaste behandeling daarvan ware met een beroep op de noodtoesiand der ge meenten Ie verdedigen. Er is echter vol gen» deze leden volstrekt geen reden thans 'er wille daarvan overhaast over te gaan lot eene poging de belasting gelijk te ma lven Daartegen moet te meer ernstig ver- et worden aangeteekend, omdat gelijke be i*Miugdruk in het gehcele land ecne schro melijke onbillijkheid zou zijn voor de in gezetenen van tal van plattelandsgemeen ten. Dat bij aanneming van dit wetsontwerp de groote verschillen tusschen de gemeen telijke belastingen in de onderscheidene gemeenten tot het verleden zouden gaan bohooren, werd door een aantal leden ont kend. Een lid vvenschle uitsluitend principieel» beschouwingen te geven over het karakter der wet. Voor hem is bet wetsontwerp eene ernstige aantasting van de beleekcnis van de gemeente al3 volgens liem, voornaamste orgaan voor het maatschappelijk leven. Dat lid was van meening, dat. wie het eigen bestuur der gemeente niet wil onder mijnen, in de beperking van baar bewe gingsvrijheid niet verder mag gaan dan in Nederland, behoudens enkele uitzonderin gen. tot nu toe werd gegaan. Eene korte karakteriseering van het wetsontwerp is. dat. het den gemeenten in hare belastingheffing een keurslijf aan- logt. De gemeenten worden in veel sterkere mate dan onder do beslaande Gemeente wet, beperkt in de bevoegdheid tot belas tingheffing. Dit lid zag de beperking' van de Nedcr- landsche gemeenten in het heffen van ge meentelijke belastingen ter dekking van ge meentelijke uitgaven, welker noodzakelijk heid voor den gemeenteraad vaststaat, als ingaande tegen de maatschappelijke ont wikkeling. Afschaffing van do gemeentelijke inkom stenbelasting en vervanging daarvan door een gemeentefondsbelasting met de daar op te heffen opcenten, kwam sommigen le den verwerpelijk voor. Sommige leden meenden, dat dit wets ontwerp met zijn tarief voor de gemeente fondsbelasling en de 50 opcenten op de vermogensbelasting aanleiding zal geven tot verkwisting. Dat tarief kwam' hun veel te hoog voor. Wat de financieele gevolgen van het wetsontwerp voor de gemeenten betreft, vroegen vele leden zich af. hoe hoog de uitkeeringen uit het gemeentefonds aan de verschillende gemeenten zullen zijn. wan neer dit wetsotwerp tot stand komt en hoe hot op den duur met die uitkeeringen zal gaan. In verband hiermede werden een aantal vragen gesteld, o,a. of de Regeering een opgave kan verstrekken van het be drag, hetwelk iedere gemeente zou toeko men en het bedrag, dat haar zal worden toegewezen. Naar de meening van één lid, heeft tij dens de behandeling van het wetsontwerp de financieele verhouding tusschen het Rijk de gemeenten ten voordeele van Rijk en ten nadeele van de gemeenten een wijziging ondergaan van ongeveer 10.000.000. n.l. ƒ3.600.000 minder garantie uit en G.700.000 meer baten voor het Gemeentefonds. Dit lid meende, dat de uitkeering uit het ge meentefonds voor een aantal gemeenten belangrijk zou kunnen tegenvallen en hij waarschuwde tegen de opvatting, dat in dat geval verhooging van de opbrengst van de personoele belasting uitkomst zou kun nen geven. Verschillende leden waren van oordeel, dat dit wetsontwerp, waarbij in sterke ma te de bewegingsvrijheid der gemeenten wordt beperkt, als een aantasten van de autonomie der gemeenten is te beschou wen. Het gevolg kan zijn, dat kleine ge meenten of gemeenten van middelbare grootte, die voor sociale voorzieningen niet een zoo voorname plaats innemen, wellicht zullen worden gebaat, doch dat de groote gemeenten er door in de klem geraken. Andere leden ontkenden, dat de gemeen telijke autonomie wordt aangetast. Vrijheid van belastingheffing der gemeenten heef* trouwens nooit bestaan. Vele leden gaven uiting aan hun leed wezen, dat het gehcele forenvraagstuk niet grondig is opgelost. Wagner apostel stenaar scheppend kun: criticus u De heer Hugo Nolthenius is in het Dia- konessenhuis te Haarlem, naar hij ver pleegd werd, overleden. Met den dood van Hugo Nolthenius wordt een leven afgesloten, dat voor de ontwikkeling der Nederlandsche muziek want als zoodanig zal hij wel het aller eerst in de herinnering blijven voortleven van groote beteekenis is geweest en eeu bepaalde „periode" daarin heeft vertegen woordigd. In biografiën wordt Hugo Nolthenius aangeduid als een „auto didact', een „self made man". Geboren in 1818, werd hij na afgelegde studie, leeraar in Latijn en Grièksch aan het Stedelijk Gymnasium te Utrecht, en in deze kwaliteit zal hij door menigeen met piëteit en in dankbare herin nering worden herdacht. Zijn muzikale vor ming dankte hij aan mr. TI. Violta en Jos Cramer, die hem viool-onderricht gaven en aan Anton Averkump, clie hem inwijdde in de zangkunst. Van 187677 was hij dirigent van de zangvereeniging F.uphonie' to Amsterdam, in 1S79—SO von ..Calliope' ie Naarden-Bus- sum en van J8SS—91 van de Wagnervereeni- ging te Utrecht. Mei de vermelding van deze laatste functie komen wij als vanzelf lot datgene, waardoor Nolthenius zijn groote vermaard heid en beteekenis in het muzikale leven van Nederland heeft verkregen: zijn Wag- nei-apostelschap. Ilij heeft in ons land ge streden voor de juiste "erkenning van Wagner; met Henri Violin behoorde hij tot de oudste Wagnerianen ten onzent. Maar ook voor de erkenning van eigen kunst en kunstenaars heeft liij niet warmte geijverd. Hij vond daartoe gelegenheid in liet door hem in 1891 met S. van Milligen opgerichte Weekblad voor Muziek, dat liij verder van 1895 tot 1910, toen het oplreld ie bestaan, alleen heeft geredigeerd. Nolthenius was vaardig uiet de pen en heeft voortreffelijk journalistiek werk ge leverd. De critieken die hij jaren lang voor het Ulrechlsch Dagblad heeft geschreven, hebben daarvan kunnen getuigen. Aan een vlotten en onderhoudenden stijl paarde zich een puntige inhoud. Ook als scheppend kunstenaar is Nolthe nius vruchtbaar geweest. Achtereenvolgens verschenen van hem een 60-tal liederen en eenige kleinere koorwerkjes. Voor de aller eerste opvoering in den lande van Vondel s Lucifer in lÓOi door het Studentcntooneei te Utrecht heeft Nolthenius de muziek ge schreven. Eveneens componeerde hij de muziek voor de „Philoctetes" van Sophocles (1910). Vele jaren is Nolthenius 1ste secretaris geweest van de afdeeling Utrecht der Maat schappij tot bevordering der Toonkunst, welke afdeeling hij ook in het hoofdbestuui vertegenwoordigde. Hij was voorzitter dei commissie tot wetsherziening van ge noemde maatschappij, die eindelijk na veel tegenwerking in 1906 tot stand is gekomen, on voorzitter van de Examen-regellngscom- missie. Ook sedert hij met pensioen te Laren gevestigd was. is hij ijverig blijven deelnemen aan de werkzaamheden van hel hoofdbestuur en juist dezer dagen hij het eeuwfeest \an Toonkunst werd nog die werkzaamheid onder moer en iri "t bizon- der besteed aan een betere opleiding van hen, die in de Lagere School zingen en mu ziek te onderwijzen hebben dodr de re geering onderscheiden iuet de toekenning van het officierskruis dor Oranje Nassau- orde. Tevens lieeft de voorzitter jhr van Beresteyn toen aan den heer Nolthenius de eerste gietpenning uitgereikt voor zijn ver dienstelijken arbeid voor de M. t. b. cl. T. Tol het laatst zijner dagen is Nolthenius vol activiteit en met onverzwakten geest blijven belangstellen in het leven in zijn veie verschijnselen. Onder anderen heeft ook het vegetarisme in hem een warm voor stander gehad. Nolthenius was een man met een warm voelend hart. Zijn streven is geweest zoo veel mogelijk te helpen, van dienst te zijn met wat hij had en dat uit een algemeen menschelijk plicht- cn verantwoordelijk heidsgevoel. Terecht is hij een zegenende" persoonlijkheid genoemd De verassching van het stoffelijk over schot zal Woensdagmiddag op Westerveld geschieden, na aankomst van treip 13.16 Mei aanzienlijke vertraging le Rotterdam aangekomen Het vertrek ondervindt geen stagnatie Men meldt ons uit Rotterdam Het nieuwe schip van de Holland—Ame rika Lijn de „Statendam is gisteren met aanzienlijke vertraging van de tweede reis naar Amerika teruggekeerd, tengevolge van machinesehadc. Het schip, dat tusschen 7 en S uur des morgens had moeten terug- keereti, ariveerde hier eerst des middags omstreeks i uur. Naar wij vernemen is het schip Zaterdag avond om 9 uur uit Boulogne sur Mer \ei- trokken. Ongeveer een uur na liet vertrek deed zich de eerste sloornis aan de ma chines voor. De passagiers hebben hiervan niets anders bemerkt dan een lichte schok. Een der turbines is blijven functioneeren. zoodat het schip daarmede de reis naar Rotterdam heeft kunnen voortzetten. Men heeft het evenwel niet raadzaam geacht op eigen kracht den Waterweg op te varen. Toen het schip bij clen Waterweg aankwam, is hot voor anker gegaan en heeft om sieepboot-assistentie gevraagd. De sleepboo- tcn „Poolzee". „Zwartezee„Rozenburg" en .Blankenburg van L. Smit en Co.'s inter nationalen sleepdienst zijn daarop uitgeva ren en zijn om 11 uur bij de ..Statendam" aangekomen. Er is op tij gewacht tot 12 uur, waarna de „Statendam" naar Rotterdam is opgesleept. De aard van de ernstige scha de aan de machines is nog niel bekend. Naar wij nader vernemen, moet de ma- chineschade bestaan uit een defect aan een van de beide schroefassen. Het schip heeft ue verdere reis dus niet één werkende schroei' gemaakt, hetgeen natuurlijk de be stuurbaarheid niet ten goede is gekomen. Vandaar dat voor den mond van den Wa terweg. waar het manoeuvreeren toch altijd al lastig is, evenals in don Waterweg zelf, sleepbootassistentie is ingeroepen. In koevere de Statendam gedurende lan gen tijd uit de vaart zal moeten \vo«den genomen, valt nu nog niet te zeggen. P.'n reparatie aan de schroefas kan goiuimon tijd duren. Het is jammer, da' de pech zich voordoet, vooral met hei oog op dvolgen de reis. die reeds geheel volgeboekt was, Hot aantal passagiers, dat de Statendam op deze reis naar Europa vervoerde, was buitengewoon groot: het waren niet min der dan 243 eerste klas-passagiers IMJ twee de klas en 171 toeristen. Bovendien had de Holland—Amèri,ka-lijn aan 45 prv-< non ;lo gelegenheid gegeven iL „wc-riende passa giers" naar Europa •aan. twvni «t bo vendien nóg drie s'.jw-o way's a m boord war'ên. die n:. :i op de uitreis in*een slorp Ik d ontdekt n welke nu door -L Amen kaansche immigratie-autoriteiten met hei- zelfde schip werden teruggestuurd. Met het oog op het coiiüoleeren dor pa sen, dat, wanneer het in Rotterdam bij ;i in komst zou plaats hebben, belangrijke ver traging in het debarkeeren tengevolge zou hebben, is een inspecteur van de Jïcilcr- damsche rivierpolitie het schip tegemoet gereisd, cn Vrijdagnacht in Plymouth reeds aan boord gegaan. Hij heeft den odicelen Zaterdag noodig gehad voor het ontroiee- ren der papieren, doch de passagio kon den bij aankomst in Rotterdam, cank /.».i 'lezen maatregel, nu onmiddellijk doorn i- zen. Waar zij reeds verscheidene uren vr- traging hadden door dp macliihè&chade, was luip deze maatregel dus wel zeer wel kom Geen vertraging in het vertrek Naar de directie van de Holland—Anie- :ika-lijn ons mededeelt is liet machine- defect aan de „Statendam" van niet zeei ernstigen aard, zoodat hel binnen eenige ,;agcn hersteld kan zijn In ieder geval zal de ..Statendam' Vrijdag a.s. op den gewonen tijd volgens de afvaart lijst van Rotterdam naar Amerika vertrekken, aangezien het verlek door het defect in geen geval stag natie zal ondervinden Een krachtige centrumpartij in S'ederland noodig? In een dezer dagen te Amsterdam gehou den bijeenkomst van middenstanders, waar onder vertegenwoordigers van midden standspartijen die met de a.s. verkiezingen een lijst hebben Ingediend, is. naar de N.R.Ct. meldt, door een comité lot concen tratie van den middenstand de vraag in be spreking gebracht of de lijd niet .gekomen is dat in Nederland een krachtige centrum partij gevormd dient te worden Alle aanwezigen stemden met het plan in, waarop besloten werd de constitueercnde vergadering onmiddellijk na de \erkiezin gen te houden. Tot de publicatie van de navolgende motie werd besloten De \ergadering van middenstanders van alle richtingen, van oordeel, dat vooruit gang in welvaart, beschaving cn ware de mocratie alleen mogelijk is door emanci patie van den Middenstand, waaronder zij verstaat alle werkers mei hoofd of hand, in landbouw, nijverheid, handel, weten schap en kunst, die door persoonlijke eigen schappen van bekwaamheid aanleg cn ka rakter. in slaat zijn tot zelfstandigen arbeid, dat daartoe allereerst noodig is; a. politieke en maatschappelijke weer baarheid door hechte aaneensluiting van alle middenstanders: h. beëindiging van elke verspilling van middenstandssteun aan de in ieder opzicht voor ons volk verderfelijke sectarische po litiek c. Aermijding van onderlinge geschillen, gevolgen van te verwijderen wanverhou dingen; spreekt den ernsligcn wcnscli uit, dat 1. alle bestaande partijen cn verecnigin« gen van middenstanders zich in een orga nisatie vereenigen, zij het desgewnsclit voorloopig in federatief verband. 2. alle middenstanders bij de a.s. verkie zingen zullen handelen alsof het sub 1o. genoemde reeds bestaat en hun slem uit sluitend uitbrengen op midden,standspar- lijen. DE KON. FAMILIE NAAR AROLSEN. II.M. de Koningin-Moeder zal 17 dezer vergezeld van II.M de Koningin on Prinses Juliana, voor eenige dagen naar \rolsen gaan om een bezoek te brengen aan dei: vorst en de vorstin van Waldeck EERSTE KAMER. Mr. J. van Best aanvaardt zijn benoeming niet. Bij het Centraal Stembureau voor (le ver kiezing an de leden der Eerste Kamer is uit België telegrafisch bericht ingekomen van mr J. van Best, dat hij zijn benoeming tot lid dei Eerste Kamer niet aanneemt. HET EEUWFEEST VAN TOONKUNST. Een thé in bet Kol. Instituut.- Tweede feostconcort. Nadat de .Toonkunst -afgevaardigden Vrijdagmiddag de gasten van het gemeen tebesiuur van Amsterdam waren geweest op een boottocht door de haven, heeft Za terdagnamiddag de voorzitter van de af deeling Amsterdam, de heer Dildok van Meel. hun een iliee aangeboden in hel Ko loniaal Instituut Zaterdagavond had in liet Concertgebouw het tweede feeslconcert plaats onder leiding van dr. Willem Mengelberg. Dezelfde auto r: teilen als Woensdagavond waren aan we zig. ook minister Waszink. Mede woonde Prins Hendrik het concert bij. Aan liet eind van de uitvoering van Mahlers achtste Sym plionie is aan den leider door de aahwezi gen ecne grootsche ovatie gebracht, terwijl de dames solisten; Mia Pcltenburg, Jo van IJzer— Vincent, Di Moorlag. Margaret Mal- zenauer cn Hon a Durigo met bloemen werden gehuldigd. Ook «le heeren solisten Louis van Tulder. Hermann Schey, Alfred Fischer cn de heer H. I. den Hertog, die liet jongenskoor dirigeerde deelden in de hulde. Gisteravond wercl de jubileumviering be sloten met een feestavond, hoofdzakelijk voor het kooi in hei Concerigebouw, waar bij een grooie poppenkast met levende fi guren weicl vertoond. lie fundamenten onderspoeld Men sein. ons uit Maastricht: L)e Maasbrug te Maastricht die in eigen beheer door d n Rijkswaterstaat hersteld zou worden is gebleken zoodanig onder spoeld cn weggespoeld te zijn dat de her stellingen waarmee reeds een aanvang was gemaakt plotseling zijn stopgezet. Het plan tot herstel zal nu geheel moeten wor den gewijzigd terwijl de beslaande defini tieve plannen zeer zeker niet tot uitvoering zullen komen alvorens de nieuwe tweede brug in de Maas zal zijn afgebouwd'. Verder rneldt men ons nog dat geconsta teerd is dat onder de fundamenten der brug zeer bedenkelijke uitspoelingen zijn geconstateerd welke een diepte zouden heb ben van meer dan 12 M. De beeldhouwer K. Jacobs is Zaterdag op zijn zeventigsten verjaardag in intiemen kring te Laren gehuldigd. Een commissie bestaande uit mej. AmenL Co Brccman en D. llarkema, heeft namens een negentig vrienden een afgietsel gekocht van zijn La renschc boerinnefiguur. Dit beeld werd in het bijzijn van den schilder te zijnen huizo aan clen burgemeester van Laren aangebo den. ter plaatsing in het eerlang te stich ten gemeentelijk museum In zijn toespraak weer de burgemeester jhr. II. L. M. van Nis- pen tot Sevcnaoi op den grootcn eenvoud cn bijna angstvalligen schroom van den beeldhouwer, die desondanks tot erkenning is gekomen. Ook do schilder Co Breeman sprak woorden van gelukwens,ch namens de Larenschc vrienden, terwijl bloemen, tele grammen cn brieven de belangstelling uit vele oorden les lands vertolkten. De Gooi- cn Eemlander vertelt het vol gende omtrent (te loophaan van Eduard Ja cobs: Oorspronkelijk opgeleid voor kantoor, voelde Eduard Jacobs zich tot liet beeld houwen, dat liij tot zijn 21ste jaar als lief hebberij beoefende, zóó aangetrokken, dat hij het kantoor verliet cn zijn roeping vol gende. het ongewisse loven van den artiest inging. Alles moest hij nog leeren, dat be sefte hij, en daarom stelde hij zich in 1882 onder leiding van den beeldhouwer Bossche waar hij zijn eerste technische opleiding kreeg, terwijl hij zijn tecken- studies bij den bekenden illustrator en teekenaar Witkamp te Amsterdam maakte. Een jaar later trok hij naar Brussel naar de Académie Royal des Beaux Arts. Reeds in 1888 verwierf hij met zijn Schoo- verbinder den Prix de Rome, die hem in staat stelde de werken te Parijs, Florence, Rome, Napels en Pompei te bestudecren. In 1S91 vestigde hij zich als beeldhouwer te Watergraafsmeer. Maar uit de weinige appreciatie, die zijn werk ondervond, be greep hij. dat zijn vorming nog niet vol tooid was cn dat hij de vastheid en gedeci deerdheid nustc, die zijn werk blijvende richting moest geven. En dus trok hij er weer op uit, naar Leipzig en Londen en verschillende centra van kunst, waardoor zijn later werk veel aan rijpheid zou win nen. Ton slotte vestigde Eduard Tacobs zich in 1903 in Laren. In dit milieu voelde hij zich eerst recht thuis en werd zijn werk geapprecieerd. Hier schiep hij dan ook zijn typische Larenschc figuren en werd hom de gelegenheid geboden zijn kunst dienst baar te maken aan liet belang van het al gemeen. Achtereenvolgens ontstonden in opdracht van de gemeente Laren het mo nument ter nagedachtenis van den grootcn Mauve, n.l. de pomp op den Brink, en de Van Wulvenbank aan de Koesweerd cn in opdracht van de gemeente Amsterdam de Justus van Maurikbank in het Oosterpark le Amsterdam. Van de vele personen, wier beeltenis hij in steen vereeuwigde, zoowel in portret, als m reliefs, noemen wij den toonkunstenaar Alphons Piepenbroek, prof. Hugo de Vries, dr C. .T. K van Aalst en den heer S. P. van Eeglien. Zijn laat ste portret is dc marmeren plaquette van ir. Muysken, in leven directeur van Werk spoor. Naast vele bustes en plaquettes ver vaardigde Eduard Jacobs verscheidene grafmonumenten, oa. voor mevr. Wilhel- mina van der Horst\an der Lugt Mel- sert. Ook vele groote bouwwerken werden versierd met zijn beeldhouwwerk, zooals het vercenigingsgebouw Liefdadigheid naar Vermogen te Amsterdam Thans is hem opgedragen dc vervaardiging van het beeld houwwerk aan de portiek van het Diaco- ncssenhuis Ir I trecht VECHTPARTIJ TE AMSTERDAM Met een mes gestoken. Men meldt ons uit Amsterdam: In een café op den hoek van de Ruys- daal kade en de van Uatadestraat ontstond op Zaterdagnacht een vechtpartij, die op straat wercl voortgezet. De politie, die ge waarschuwd werd, trof hij haar komst de vechtende niet meer aan. Echter op de Ceintuurbaan op den hoek van de Dusart- stiaat vond zij een man badende in zijn bloed. Hij had een messteek in de buik. Het bleek bii onderzoek, dat hij bij de vechtpartij was tegenwoordig geweest en (lus na gestoken te zijn nog een neind was doorgeloopcn. De rnan is naar het binnen gasthuis gebracht en dadelijk geopereerd. Zijn toestand is ernstig ITij kon door de politie nog niet worden gehoord. Intus- schen heeft deze het onderzoek voortgezet. Op dit oogenblik is de dader nog niel aan gehouden.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 7