AMERSFOCffilBCH DAÖELAB
KONINGIN EMMA
TE AMSTERDAM
feuilleton!
De Plaatsvervanger
Dinsdag 11 Juni 1929
27e Jaargang No. 288
GEDACHTENISVIERING IN
DE NIEUWE KERK
WERKNEMERSEISCHEN
INGEWILLIGD
.deeemlander:
ten rede van burgemeester
De Vlugt
Indrukwekkende plechtigheid
Men meldt ons uit Amsterdam, 10 Juni.
In de nieuwe kerk had hedenmorgen de
Plechtige Gedachtenisviering plaats van het
feit, dat Koningin Emma vóór een halve
eeuw in ons vaderland kwam. Voor deze ge
legenheid waren uit het groote kerkgebouw
de banken verwijderd en was voor het koor
hek e.en podium opgericht, bestemd voor
de Koninklijke familie cn .het hof. Achter
het koorhek hing een donkerblauw veloyrs
kleed, waardoor het daarachter gelegen ge
deelte van het gebouw werd afgesloten. De
voorzijde van dit podium was afgezet
met rose hortensias. Ook voor het orgel
was een tribune opgericht voor de 06 musici
van het concertgebouw-orkest en de - 100
zangers en zangeressen van Toonkunst. Ook
hier bloemen en planten, zoo ook ora de pi
laren. Het kerkgebouw maakte een feeste-
Jijken indruk. In de ruimte, die verkregen
Mas door het wegnemen van de banken wa
ren ruim 1800 stoelen gezet.
Tegen elf uur was reeds een groot
deel dezer plaatsen door de genoodigden be
zet. Het zijn zij, die bijgedragen hebben
aan het „Huldeblijk" dat in de namiddag
aan Koningin Emma zal worden aangebo
den. Langzamerhand worden ook de zetels
bestemd voor de officieele personen ingeno
men. Hiervoor waren genoodigd de minis
ters van staat, leden van gedeputeerde sta
ten van Noord Holland, de burgemeesters
.van d,e groote steden, de voorzitters van de
Eerste en Tweede Kamer der Staten Gene-
laal, de te Amsterdam wonende leden van
•Eerste1, en. Tweede Kamer, de leden van het
cprpe consulaire, do leden an. den alge-
raeencn Kerkeraad en van de kerkelijke
copimissies. Om elf uur ruiachen de eerste
orgelklanken door het gebouw. Het i3 de
bekende organist A.W. Rijp, die het voor
deze gelegenheid aangebrachte orgel uit
'Amersfoort bespeeld.
Om half twaalf wordt het plotseling stil
in het gebouw.'Aan den ingang van het ge
bouw werden zij welkom.geheetcn door de
commissie voor de Gedachtenisviering, mr.
G. Vissering, C. G. Vattier Kraane, mr. F.
Xielstra, L. H. de Jong'Schouwenburg,'Bre-
('a KJeynenberg Dr. F. J. Los en Ds. G.
Mangvelt.
Hier'werden ook bloemen aangeboden aan
de Koningin Moeder; de Koningin en dc
prinstes door de jonge dames Maria den
Tex, Lientje Mibergen Santhagens en Ja-
comiraa de Jong Schouwenburg. Als de Ko
ninklijke familie naar hare plaatsen .wan
delt, H. M. de Koningin Moeder ditmaal als
eerste, praeludeert het orgel het Wilhel-
mujs en is ieder opgestaan. Zoodra de vor
stelijke personen hun zetels hebben bereikt
vallen orkest en zangers onder- leiding van
Dr. Willem Mengelberg in met het Wilhel
mus uit dén Nederlandschon „Gedenck
Clinck" van Valerius bewerkt' door Willem
Mengelberg. Twee coupletten worden gezon
gen. Wanneer de laatste woorden van hei
laatste couplet zijn verklonken heeft Ds.
A. G. H. van Hoogenhuyzen den kansel be
klommen. waar hij ora Gods zegen voor het
Koninklijk Huis bidt.
v.
Als dan het koor gezongen heeft:
O onvergeetb're stond •;,i~
O, dag rvan zielsverblijding
Hoe werd het aloud/verbond v
Gesterkt door hooge wijding
Nu daal op 't vorstelijk hoofd
Heel Neerland's vreugd en eer
Jl" Een rijker zegen weer!
Zoo wórdt God's naam geloofd.
heeft de burgemeester van Amstedam, de
heer W. de Vlugt het spreekgestoelte betre
den, dat opgericht is links van de Konink
lijke familie tot het uitspreken van de gq-
dachtenis rede, als tolk van do burgerij van
de hoofdstad. In deze rede zegt de heer de
Vlugt, dat Amsterdam het als een heerlijk
voorrecht beschouwt in dezen tijd van her
denking te huldigen en van haar dankbare
toegenegenheid te doen blijken. Na er aan
herinnerd te hebben, dat het een halve eeuw
geleden is, dat Koningin Emma Arolsen
verliet om haar nieuwe vaderland te betre
den zegt spr. dat wel zeer verscheiden aard
de gevoelens moeten zijn geweest, die Ko
ningin Emma toen hebben bezield. Spr.
weet niet welken indruk do ontvangst
plechtigheid, die hij beeft beschreven, op
bare Majesteit heeft gemaakt, noch welke
herinnering zij heeft medegenomen uit den
tocht door de in luisterrijke feestdos ge
tooide stad, toen Zij toegejuichd door dui
zenden. deze inkomste tot een ware triumf-
tocht heeft zien uitgroeien. Spr. kent dien
indruk niet, maar waar het hart beter en
directer verstaat dan het verstand dikwerf
vermag, kan spr. raden, dat hare Majesteit,
zoo jong nog en open voor het schoone le
ven heeft gevoeld, dut het duizendvoudig
welkom, Haar die dagen op velerlei wijze
toegeroepen, inderdaad een oprechte afspie
geling was van de hartelijke gevoelens,
waarmede de gansche bevolking dezer stad
haar nieuwe Vorstin tegemoet trad.
Burgemeester dc Vlugt herinnert dan aan
een plechtige stond in het zelfde Kerkge
bouw in 1879, die veel overeenkomst heeft
met deze maar ook groote verschillen Da
taak, welke het God behaagd heeft op-Uw
schouders te leggen, zoo vervolgt spr.,'Was
zeer zwaar. Spr. schetst dan de vier func
ties. die Hare Majesteit bij het Nederland»
sche vólk onvergetelijk hebben gemaakt.
Eerst als Koningin en Gemalin van Wil
lem lil. Vervolgens als regentes, als moeder
en tenslotte als Koningin Moeder.
De burgemeester eindigde zijn dere al
dus:
Ik veroorloofde mij den gang van
Uwer Miijesteits leven te vergelijken met
denschoonen boog van den dag. In den
blanken morgen kwam Uwe Majesteit in
Nederland; jong, open voor de rijke moge
lijkheden. welke de toekomst voor U bevat
te. De middag, de sterke, ademrijke middag,
stelde U voor een zware taak groote
vreugde en voldoening, maar ook donker
ieed zijn Uw deel geweest.
•Stil-aan is het rijpe-middagtij overgegle-
cïen'.in den gulden avond. Onmerkbaar.
Men kan niet zeggen,' dit "is nog middag en
dat is reeds van'den avond. Met het zinkèn
van de zon en het lengen van de schadu
wen is ook het licht veranderd, getemperd;
de kleuren zijn dieper geworden en schoo
ner. De 'inspannende arbeid is gedaan: het
is de tijd van stilte en bezinning. Het is de
tijd van het kalme inzicht. Het is de tijd,
die ons nader brengt tot God.
Nog heeft het licht een gouden gloed en
langen tijd kan hot duren, eer deze diepe
glans gaat wijken voor de zilveren sche
mering, eer Gods sterren opengaan in het
cdepe grondelooze firmament. Moge de hel
dere avondzon nog lang Uw Majesteit over
hellijnen met haar-heldere licht. En wan
neer in deze levensayondstemming in deze
plechtige ure van rustige overdenking, Uwe
Majesteit, zich de ernstige vraag stelt: „Ben
ik.niet te kort geschoten; kan'ik tevreden
zijn over mijn dag?" Majesteit moge dan het
antwoordt uit andere monden klinken! Dat
dan Uw volk het geve in woorden van dien
gevoelden dank, dat dan,Uw volk hier. en
evenzoo het.U zegge in.de daden. En moge
Uwe Majesteit dit antwoord heden dezen
in de hulde, welke in deze gewijde stonde
op deze plaats zoo rijk aan historie, Neer-
lands Hoofdstad U brengt; Uwe Majesteit
raoge het lezen in de feesttooi der straten
In de blijde stemming, die jong en oud ver
vult, in de toejuichingen welke U ten deel
vallen; in. het duizendvoudig aangeheven,
telkens weer opnieuw ontroerende Wilhel
mus; Uwe Majesteit moge het lezen in de
oogen van Uw volk, dat U liefheeft.
Na deze indrukwekkende woorden hief
Willem Mengelberg weer dc dirigeerstok
op en klonk door liet ruime kerkgebouw
de sopraanstem van Mevrouw Jo van IJzer
Vincent, die de aria uit Handel's Samson
zong, begeleid door het orkest. Het was
daarna wederom ds. van Hoogenhuyzen, die
een dankgebed uitsprak. Men naderde nu
het einde van deze plechtigen stond, die
ieder,-welke hem meemaakte, lang in het
geheugen zal blijven. Nog eenmaal was het
woord aan orkest en zangers om het „Hal
leluja" van Handel te vertolken. Onmiddel
lijk daarop zette het orkest in het Wilhelmus
en zongen allen het Mijn schilt en de be
trouwen Syt gij o God, mijn Heer. Onder
de tonen van het orgel verliet daarop de
Koninklijke Familie het Kerkgebouw.
Deze plechtige Gedachtenisviering werd
uitgezonden door Philip's Radio naai- vele
plaatsen in de stad, waar bijna overal aan
talrijk publiek aanwezig was. Echter ook
in het verre Indië heeft men deze kerk
dienst kunnen volgen, daar hij ook daar
heen werd uitgezonden.
Nader meldt men ons:
Op den Dam was het hedenmorgen zeer
druk. Te ongeveer half twaalf kwam de
eerewacht der infanterie in het geweer. Pre
cies half twaalf schreed de Koninklijke Fa
milie naar het kerkgebouw. Voorop liepen
twee kamerheeren, daarop volgden de Ko
ningin-Moeder en de Koningin, waarachter
zich aansloten de Prins en de Prinses, ge
volgd door de dames en hoeren van het
Hof. Een hartelijk gejuich steeg op uit de
dichte menigte, dat aanhield tot do Ko
ninklijke Familie het Kerkgebouw was bin
nengegaan.
Men meldt ons uit Amsterdam:
Gistermiddag om half vijf is de „Commis
sie voor de aanbieding van het Huldeblijk"
ten paleize ontvangen, waar zij aan II. M. de
Koningin-Moeder het huldeblijk der Am-
sterdamsche burgerij heeft aangeboden. Het
huldeblijk bestaat uit drie prachtige al
bums, met 32 aquarellen van, Amsterdam-
sche stadsgezichten, vervaardigd door Am-
sterdamsche kunstenaars.
De Voorzitter der Commissie, de heer mr.
G. Vissering, heeft naar ons wordt mede
gedeeld vóór de aanbieding van het hulde
blijk een toespraak tot Hare Majesteit ge
houden. waarin hij namens do burgerij van
Amsterdam eerbiedigen dank bracht aan de
Koningin-Moeder voor hare onverzwakte
toewijding.
ITet huldeblijk aanbiedende, zeide de heer
Vissering het volgende: „Als herinnering
aan de heugelijke herdenking van deze 50-
jarige periode zou onze. commissie het op
hoogen prijs stellen, uit naam \an de bur
gerij van de hoofdstad in al hare gezindten
en lagen nog een stoffelijk geschenk aan
Uwe majesteit te mógen aanbieden, be
staande uit een cassette met een 32 aquarel
len, allen van. schilders in Amsterdam wo
nende en weergevende oudere en nieuwere
gedeelten van deze stad.
De cassette is ontworpen door den archi
tect Nieuwenhuys en uitgevoerd door de
firma Janssen.
Mocht Uwe Majesteit bij wijlen een oog wil
len staan in deze collectie aquarellen, dan
hopen wij, dat U daarbij in gedachte zult
willen houden, dat dit geschenk mede een
uiting is- van den grooten eerbied voor
Uwe persoon en van groote erkentelijkheid
voor Uwe zegenrijke en daadwerkelijke be
langstelling gedurende meer dan vijftig
jaren in het lot van zwakken en misdeel-
den getoond.
De commissie acht, het een zeer eervolle,
maar vooral ook een zeer dankbare taak
uit naam van de burgerij van Aras erdam.
Uw e Majesteit deze hulde te betuigen, en wil
daarbij den wensch uit te spreken, dat U
nog langen tijd gespaard moge worden, in
de eerste plaats voor Uwe familie, maar
stellig ook voor de zeer velen in den lande,
die met zooveel eerbied en liefde tot U op
zien".
De Koningin-Moeder aanvaardde met het
uitspreken van Haren dank aan de Amster-
d am sche burgerij het kostbare souvenir.
H. M. de Koningin-Moeder heeft daarop
dank gezegd voor de hartelijke woorden tot
Haar gesproken. Hare Majesteit was er diep
door getroffen, dat de burgerij der Hoofd
stad Ilaar niet alleen hulde heeft willen
brengen, maar ook een stoffelijke herinne
ring aanbiedt aan deze zoo heugelijke en
gelukkige dagen.
II. M. stelde het op den' hoogsten prijs W
weten, dat dit waardevolle geschenk een
blijk is van de Haar toegedragen gevoelens
uit alle kringen van Amsterdam's burgerij
en het verheugt Haar hieraan te kunnen
toevoegen, dal geen geschenk Haar méér
had kunnen verblijden, dan juist deze aqua
rellen van in Amsterdam wonende schil
ders, vervat in een cassette, door, Amster-
damsche kunstenaars ontworpen en uit
gevoerd. Deze stadsgezichten zullen niet al
leen dierbare herinneringen levendig hou
den, maar ook een blijvend beeld geven
van het Amsterdam van heden. II. M. ver
zocht aan allen, dis er toe medewerkten
Haar deze vreugde te bereiden. Haar meest
diepgevoelden, innigen dank over te bren
gen. Moge Amsterdam, zoo besloot de Ko
ningin-Moeder, onder Gods zegen in bloei
en welvaart toenemen tot heil van zijn ge-
heele bevolking en tol welzijn van ons dier
baar vaderland.
HET BLOKSCHRIFT.
Tentoonstelling to Rotterdam.
In het Museum voor Ouders cn Opvoeders
aan den 's-Gravendijkwal te Rotterdam
wordt dezer dagen een tentoonstelling ge
opend van verschillend materiaal," dat bo-
trekkirig heeft op de bekende methode van
het blokschrift waarover den laatsten tijd
zooveel te doen is geweest. De heer P. Bak-
kum. een der samenstellers van de metho
de, is persoonlijk aanwezig om belangstel
lenden inlichtingen te verstrekken.
DE OUDE VINK.
Het bekende café-restaurant „De 0ud9
Vink" aan den Haagweg nabij Leiden is
door den tegen woord igen exploitant, den
heer A. P. Varkevisser, gekocht voor f28.600
liet cafc zal dus niet verdwijnen.
Het visschersconfiict plotseling
geëindigd
Na een hernieuwde conferentie tusschen
vertegenwoordigers der Reedersvereeniging
en der arbeidersorganisaties is, zooals reeds
gemeld, de staking in het visscherijbedrijf
te Scheveningen opgeheven.
De eisehen der werknemers, neerkomend
op 1.95 pet. gage per matroos buiten den
schipper, 20 graai loon, zes weken zieken
geld cn nietruitvaren op Zondag in buiten-
landsche havens, zijn door de reeders inge
willigd, tenzij bijzondere omstandigheden
dit onmogelijk maken.
Vóór de staking ontving een matroos
1.81 pet. gage en f 18 graailoon, terwijl ge-
eischt werd hij de staking 2 pet.
1
UIT DE STAATSCOURANT.
Voornaamste Kon. Besluiten
enz., nit de Staatscourant
van hedenavond.
Op verzoek met ingang van 1 Oct. 1929
eervol ontslagen Jhr. D. P. M. Graswinckcl
als districtscommandant, tevens inspecteur
der Rijks Veld wacht.
Benoemd tot ridder in de Oranje Nassau
Orde Jhr. Graswinckel districtscommandant
tevens inspecteur der Rijksveldwacht te
Utrecht
BRIEVENBUS IN ANDERHALF
JAAR NIET GELICHT
2 a 300 brieven
gevonden
Men meldt ons uit Amsterdam
Aan de linkerzijde van de vestibule van
het Centraal Station bevindt zich een deur.
»velke rood geschilderd is. In deze deur is
een gleuf, waarachter een brievenbus hangt.
Een dezer dagen begaf zich een bediende
van eeii handelskantoor met een brief, wel
ke bestemd was voor den chef van het
douanekantoor, naar genoemde deur cn de
poneerde den brief in den gleuf.
Toen het antwoord op dit schrijven na
een dag of veertien maar steeds uitbleef,
stelde de patroon een onderzoek iy. Plet
bleek toen, dat de betreffende bus de laat
ste anderhalf jaar niet meer werd gelicht.
Vóór dien tijd werd zij geregeld nagekeken
door den chef van het treinpersoneel, die
echter is overleden. Zijn opvolger nu schijnt
van het bestaan van deze bus niets af tc
weten.
Bij opening werden een 2 a 300 brieven,
briefkaarten en ansichtkaarten, die allo be
hoorlijk waren gefrankeerd, gevonden,
meest afkomstig van buitenlanders, die den
gleuf hebben aangezien voor een brieven
bus der posterijen.
De poststukken zijn ter beschikking van
de posterijen gesteld.
EEN GEWONDE WERKWILLIGE
BEDRIJFSLEIDER.
Unfair optreden van Zaandam-
sche stakers.
Men meldt uit Zaandam aan de Msb..
De werkwillige bedrijfsleider P. der firma
van Wessem Co., had Zondagavond op
het perron te Amsterdam het ongeluk zijn
been te kneuzen, zoodat hij na aankomst
met den laatsten trein naar Zaandam, zich
met een taxi naar huis wilde laten bren
gen. Als een vliegend vuurtje was het onge
val ter kennis gekomen bij de bij het sta
tion postende stakgrs, die den gerequireer-
den chauffeur bewerkten, om den werkwil
lige niet te vervoeren, wat ook gelukte. In-
tusschen was dr. van Dam ter plaatse geko
men, die het gekneusde been spalkte en bet
raadzaam oordeelde, dat hij per ziekenauto
naar huis werd gebracht. Dc chauffeur van
den ziekenauto weigerde eveneens den pa
tiënt te vervoeren. Daarop heeft de politic
over het stationsplein een charge uitge
voerd, om de in het nachtelijk uur steeds
aangroeiende menigte uiteen te drijven. Met.
een ziekenauto van de garage Hooft is do
heer P. tenslotte naar huis vervoerd, waar
hij eerst om half drie aankwam.
EEN ONVERANTWOORDELIJKE
AUTOMOBILIST
Verschillende aanrijdingen.
lri den nacht van Zaterdag op Zondag
heeft op de Ilooftskade te Den Haag een
ernstige aanrijding plaats gehad.
Omstreeks 2 uur kwam een auto, bestuurd
door een chauffeur, die onder invloed van
sterken drank was, in botsing met een lan
taarnpaal. waardoor doze afknapte.
Hierna werd de 28-jarige koopman v. II.,
op zijn fiets, aangereden en kwam zoodanig
terecht, dat hij het bewustzijn verloor cn
naar het ziekenhuis door den Geneeskun
digen Dienst werd overgebracht.
Het bleek, dat hij een hersenschudding
bekomen had. Hoewel hij nog niet bij ken
nis was gekomen, was zijn toestand gister
morgen bevredigend.
Vervolgens botste de wagen tegen een
boorn en kwam hierdoor tot stilstand, echter
niet nadat drie boomen beschadigd waren.
De politie heeft den onverantwoordelijken
automobilist in bewaring gesteld.
Wie het beste wil, moet vaak het bitterste
Verdragen. LAVATER.
3 V 4 door
RICHARD MARSH,
yrij naar het Engelsch door C. M. G. de W.
„Ik, zal beginnen", zei hij eindelijk, „liee-
leraaal van voren af aan, ofschoon het aï
heel. laat is en je al lang naar bed ïnoest
zjjn."
„Ik vind volstrekt niet, dat ik eerder
haar bed moest gaan dan iemand anders.
En in het midden van een verhaal begin
nen'zou ik volstrekt nooit toestaan, vooral
niet als het een interessant verhaal is."
Er speelde een glimlachje om haar mooie
mondje cn haar oogen schitterden; het was
merkwaardig hoe jong en lief zij er uitzag
met haar blozende wangen.
„Ik ben geboren onder den naam - van
John Barry, mijn vader was pachter en we
woonden te Nottingham. Mijn moeder stierf
toen ik nog een klein kind was en mijn
vader volgde haar toen ik twaalf jaar was.
Op veertienjarigen leeftijd liep ik al weg
van de menschen, die aangesteld waren, om
voor mij te zorgen. Aangesteld, ja maar
ze deden het niet. Ik ging op mijn eigen
houtje aan boord van een schip; ik had
nog nooit te veren de zee gezien. Maar ik
had spoedig genoeg van het zeemansleven
on later ach. later heb ik allerlei baan
tjes gehad. Ik heb er nooit een lijst van ge
maakt, maar ik heb van alles geprobeerd.
Jk' heb soms geld verdiend, maar dan ook
weer verloren. Soms had ik een goed le
ventje en dan weer honger, soms was ik be
paald netjes gekleed en dan weer had ik
bijna geen kleeren,aan 't lijf. Maar te mid
den van al mijn wederwaardigheden en. el
lende is de vroolijkheid er altijd in geble
ven,"
„Datwil ik wel gelooven; den eersten
keer, dat ik je zag, heel beneden op straat,
lachte je; dat je mij daar in zulk een toe
stand zag staan en toch lachte, ja, dat is
een bewijs dat je dat lang kon volhouden.
'En nu lach je weer!"
„Nu is er werkelijk wel reden om te
lachen. Op dit oogenblik voel ik mij als -
ik zal je straks wel vertellen als wat, en
misschien doe ik dan nog wat meer dan
vertellen."
Het blosje op haar wangen werd een
weinig donkerder. Zouden die woorden de
oorzaak daarvan zijn?
Hij ging voort: „Eindelijk, na allerlei
avonturen, die ik je misschien eenmaal ver
tellen zal
„Ja zeker, daar za*l ik wel voor zorgen."
„Bevond ik mij in de streek van Klondyke
bij de gouddelvers. De rijkdom aan goud
was voorbij: ik trof het niet, ik had haast
niets gevonden. Eens op een nacht viel er
iets tegen de deur van mijn hut aan. De
hut en de claim hadden behoord aan ie
mand anders. die het zaakje al lang had
opgegeven, in wanhoop. Het lag wat afgele
gen die claim: er kwam zelden bezoek.
Toen ik naar buiten ging, om te kijken
wat het was, struikelde ik over een man,
die vlak voor den drempel op den grond
lag: hij was dronken, smoordronken. Hoe
hij het aangelegd had om zoover te komen
was mij een'raadsel, dat hij nooit heeft
kunnen oplossen. Ik nam hem op en hield
hem dien nacht in de hut."
„Was het een vreemdeling?"
„Ja hij zag er lang niet aantrekkelijk uit:
ik heb nog nooit .zoo'n afzichtelijke vent
gezien, vuii, slordig, met heel vieze kleeren.
*8 Morgens vertelde hij mij dat hij White
heette. Een paar maal was hij weer dron
ken en zijn geheugen speelde hem parten,
want dan zei hij dat hij Carter heette. Hij
had allerlei namen als je hem gelooven wou,
maar men hoefde niet zoo heel snugger te
zijn om te begrijpen, dat hij zijn echten
naam nooit genoemd had. Je kunt er om
lachen, maar we werden een paar kame
raden."
„Dus dan was hij toch zoo heel kwaad
niet?"
Het gebaar, dat hij maakte, was mis
schien bedoeld een overtreffende trap uit
te drukken.
„Mijn eerste indruk was duizendmaal be
neden de waarheid. Hij was in alle opzich
ten een van de ergste soort die ik ooit ont
moet heb."
„Hoe kwam je er dan toe kameraad met
hem te worden? Was je soms eenigszins
een verwante ziel
„Ik heb altijd voorlfefde gehad voor
kreupele honden. Want ei- zit altijd nog
wel iets goeds in de menschen, die de kluts
zijn kwijt geraakt. Ik heb den man ronduit
de waarheid gezegd, telkens weer als ik
hem ontmoette; meer dan eens heb ik hem
om zijn ooren geslagen en toch verdroeg
of.duldde ik hem; hij was zulk een onge
lukkige,. hopelooze vent! Ik kon zoo'n mede
lijden met hem hebben, dat ik haast van
hem begon te houden."
„Het lijkt mij onbegrijpelijk; ik geloof dat
de smaak van een mensch soms even merk
waardig is als zijn manier van doen."
„Hij was meestal doodsangstig. En dan
bedronk hij zich weer om dien angst te ver
geten. Dag en nacht was hij bang voor iets.
Maar ik kon hem niet laten merken dat ik
dit begreep en hij liet er nooit iets van los,
tot op zekeren avond."
De spreker zweeg hft was of hij alles
weer voor zich zag en alsof hij zich de ge
beurtenissen in goede volgorde wilde her
inneren. Betty keek naar hem. Op dat
oogenblik zat zij boven op haar voeten op
den stoel. Hij stond bij de deur, vlak tegen
over haar. Men kon zien, dat zij levendig
belang stelde in het verhaal.
„Ik had een kwaden dag gehad, inder
daad verscheidene kwade dagen, ja zelfs
kwade weken. Ik was bepaald van plan de
zaak op.te geven en het ergens anders te
gaan beproeven. Zoover ik het beoordeelen
kon, zat daar geen goud voor iemand, en
voor mij zeker niet. Ik zat mijn pijp te roo-
ken en na te denken wat ik nu eens pro-
beeren zou, toen hij binnenkwam. Ilij was
nuchter voor zijn doen. Hij was nooit heele-
maal nuchter, maar nu toch beter dan ooit.
„Jack", zei hij, „hoe zou je het vinden, cis
je eens over een heele stapel geld te be
schikken had. niet van die beetjes, zooals
die gekken hier stapels noemen, maar een
massa, hondorden, duizenden Ik lachte
„Als je weer een dollar van mij te leen komt
vragen, dan spijt het mij wel, ik kan het
niet doen de bank is gesprongen."
„Waarom zou ik jou een dollar te leen
vragen ik heb genoeg, kijk maar." Hij
liet mij enkele stukjes papier zien, die mij
bepaald een raar gevoel gaven. Tiet waren
banknoten op de Bank van Engeland.
„Daar heb je vijfhonderd pond, 't is voor
Jou."
„Voor mij Wat bedoel je daarmede V"
Toen begon hij het mij te vertellen.
Talbot moest wel twee of driemaal dc ka
mer op en neer loopen, voor hij bedaard
genoeg was om het verhaal voort te zetten.
Betty zij niets; daar het niet gemakkelijk
was hem op zijn wandelingen goed te vol
gen, ging zij op de armleuning van den
stoel zitten.
„Hij deed mij dien eersten avond een
vreemd verhaal en ik kon hem niet geloo
ven, tenminste niet voordat hij mij bewijzen
gegeven had en toen geloofde ik nog niet
alles. Met hem was 't. moeilijk te weten wat
leugen en wat waarheid was. Hij zei dat hij
mij een verkeerden naam had opgegeven,
maar dat was niets; niemand gaf daar zijn
waren naam op. Hij zei dat hij Talbot heet
te, Percival Talbot en hij had een oom, die
in Cornwall is woonde op een buitengoed,
Monniksland genaamd. Een mooie plaats
zei hij, met een groot huis en allerlei won
derlijke dingen. Zijn oom was gestorven
dit bleek uit de brieven, die hij mij liet
zien. o.a. een van een advocatenkantoor in
Londen. Die oom had hem al zijn geld na
gelaten. Ook daarvan leverden de brieven
het bewijs. Het vreemde gedeelte kwam la
ter."
Weder zweeg hij, alsof hij poogde zijn
denkbeelden goed te regelen, in juiste volg
orde. Uit haar groote aandacht zag men
duidelijk, dat Betty's belangstelling niet
verminderd was".
„Het is niet gemakkelijk alles te vertel
len precies zooals het gebeurde, met die
oogen van jou, die mijn hart doen bonzes
„Wat meen je daarmee Ik doe niets aan
Je hart. Als je er nog maar een hebt."
fWordt vervolgd.^