AMERSFOCffilBCH DAÖELAB KONINGIN EMMA TE AMSTERDAM feuilleton! De Plaatsvervanger Dinsdag 11 Juni 1929 27e Jaargang No. 288 GEDACHTENISVIERING IN DE NIEUWE KERK WERKNEMERSEISCHEN INGEWILLIGD .deeemlander: ten rede van burgemeester De Vlugt Indrukwekkende plechtigheid Men meldt ons uit Amsterdam, 10 Juni. In de nieuwe kerk had hedenmorgen de Plechtige Gedachtenisviering plaats van het feit, dat Koningin Emma vóór een halve eeuw in ons vaderland kwam. Voor deze ge legenheid waren uit het groote kerkgebouw de banken verwijderd en was voor het koor hek e.en podium opgericht, bestemd voor de Koninklijke familie cn .het hof. Achter het koorhek hing een donkerblauw veloyrs kleed, waardoor het daarachter gelegen ge deelte van het gebouw werd afgesloten. De voorzijde van dit podium was afgezet met rose hortensias. Ook voor het orgel was een tribune opgericht voor de 06 musici van het concertgebouw-orkest en de - 100 zangers en zangeressen van Toonkunst. Ook hier bloemen en planten, zoo ook ora de pi laren. Het kerkgebouw maakte een feeste- Jijken indruk. In de ruimte, die verkregen Mas door het wegnemen van de banken wa ren ruim 1800 stoelen gezet. Tegen elf uur was reeds een groot deel dezer plaatsen door de genoodigden be zet. Het zijn zij, die bijgedragen hebben aan het „Huldeblijk" dat in de namiddag aan Koningin Emma zal worden aangebo den. Langzamerhand worden ook de zetels bestemd voor de officieele personen ingeno men. Hiervoor waren genoodigd de minis ters van staat, leden van gedeputeerde sta ten van Noord Holland, de burgemeesters .van d,e groote steden, de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer der Staten Gene- laal, de te Amsterdam wonende leden van •Eerste1, en. Tweede Kamer, de leden van het cprpe consulaire, do leden an. den alge- raeencn Kerkeraad en van de kerkelijke copimissies. Om elf uur ruiachen de eerste orgelklanken door het gebouw. Het i3 de bekende organist A.W. Rijp, die het voor deze gelegenheid aangebrachte orgel uit 'Amersfoort bespeeld. Om half twaalf wordt het plotseling stil in het gebouw.'Aan den ingang van het ge bouw werden zij welkom.geheetcn door de commissie voor de Gedachtenisviering, mr. G. Vissering, C. G. Vattier Kraane, mr. F. Xielstra, L. H. de Jong'Schouwenburg,'Bre- ('a KJeynenberg Dr. F. J. Los en Ds. G. Mangvelt. Hier'werden ook bloemen aangeboden aan de Koningin Moeder; de Koningin en dc prinstes door de jonge dames Maria den Tex, Lientje Mibergen Santhagens en Ja- comiraa de Jong Schouwenburg. Als de Ko ninklijke familie naar hare plaatsen .wan delt, H. M. de Koningin Moeder ditmaal als eerste, praeludeert het orgel het Wilhel- mujs en is ieder opgestaan. Zoodra de vor stelijke personen hun zetels hebben bereikt vallen orkest en zangers onder- leiding van Dr. Willem Mengelberg in met het Wilhel mus uit dén Nederlandschon „Gedenck Clinck" van Valerius bewerkt' door Willem Mengelberg. Twee coupletten worden gezon gen. Wanneer de laatste woorden van hei laatste couplet zijn verklonken heeft Ds. A. G. H. van Hoogenhuyzen den kansel be klommen. waar hij ora Gods zegen voor het Koninklijk Huis bidt. v. Als dan het koor gezongen heeft: O onvergeetb're stond •;,i~ O, dag rvan zielsverblijding Hoe werd het aloud/verbond v Gesterkt door hooge wijding Nu daal op 't vorstelijk hoofd Heel Neerland's vreugd en eer Jl" Een rijker zegen weer! Zoo wórdt God's naam geloofd. heeft de burgemeester van Amstedam, de heer W. de Vlugt het spreekgestoelte betre den, dat opgericht is links van de Konink lijke familie tot het uitspreken van de gq- dachtenis rede, als tolk van do burgerij van de hoofdstad. In deze rede zegt de heer de Vlugt, dat Amsterdam het als een heerlijk voorrecht beschouwt in dezen tijd van her denking te huldigen en van haar dankbare toegenegenheid te doen blijken. Na er aan herinnerd te hebben, dat het een halve eeuw geleden is, dat Koningin Emma Arolsen verliet om haar nieuwe vaderland te betre den zegt spr. dat wel zeer verscheiden aard de gevoelens moeten zijn geweest, die Ko ningin Emma toen hebben bezield. Spr. weet niet welken indruk do ontvangst plechtigheid, die hij beeft beschreven, op bare Majesteit heeft gemaakt, noch welke herinnering zij heeft medegenomen uit den tocht door de in luisterrijke feestdos ge tooide stad, toen Zij toegejuichd door dui zenden. deze inkomste tot een ware triumf- tocht heeft zien uitgroeien. Spr. kent dien indruk niet, maar waar het hart beter en directer verstaat dan het verstand dikwerf vermag, kan spr. raden, dat hare Majesteit, zoo jong nog en open voor het schoone le ven heeft gevoeld, dut het duizendvoudig welkom, Haar die dagen op velerlei wijze toegeroepen, inderdaad een oprechte afspie geling was van de hartelijke gevoelens, waarmede de gansche bevolking dezer stad haar nieuwe Vorstin tegemoet trad. Burgemeester dc Vlugt herinnert dan aan een plechtige stond in het zelfde Kerkge bouw in 1879, die veel overeenkomst heeft met deze maar ook groote verschillen Da taak, welke het God behaagd heeft op-Uw schouders te leggen, zoo vervolgt spr.,'Was zeer zwaar. Spr. schetst dan de vier func ties. die Hare Majesteit bij het Nederland» sche vólk onvergetelijk hebben gemaakt. Eerst als Koningin en Gemalin van Wil lem lil. Vervolgens als regentes, als moeder en tenslotte als Koningin Moeder. De burgemeester eindigde zijn dere al dus: Ik veroorloofde mij den gang van Uwer Miijesteits leven te vergelijken met denschoonen boog van den dag. In den blanken morgen kwam Uwe Majesteit in Nederland; jong, open voor de rijke moge lijkheden. welke de toekomst voor U bevat te. De middag, de sterke, ademrijke middag, stelde U voor een zware taak groote vreugde en voldoening, maar ook donker ieed zijn Uw deel geweest. •Stil-aan is het rijpe-middagtij overgegle- cïen'.in den gulden avond. Onmerkbaar. Men kan niet zeggen,' dit "is nog middag en dat is reeds van'den avond. Met het zinkèn van de zon en het lengen van de schadu wen is ook het licht veranderd, getemperd; de kleuren zijn dieper geworden en schoo ner. De 'inspannende arbeid is gedaan: het is de tijd van stilte en bezinning. Het is de tijd van het kalme inzicht. Het is de tijd, die ons nader brengt tot God. Nog heeft het licht een gouden gloed en langen tijd kan hot duren, eer deze diepe glans gaat wijken voor de zilveren sche mering, eer Gods sterren opengaan in het cdepe grondelooze firmament. Moge de hel dere avondzon nog lang Uw Majesteit over hellijnen met haar-heldere licht. En wan neer in deze levensayondstemming in deze plechtige ure van rustige overdenking, Uwe Majesteit, zich de ernstige vraag stelt: „Ben ik.niet te kort geschoten; kan'ik tevreden zijn over mijn dag?" Majesteit moge dan het antwoordt uit andere monden klinken! Dat dan Uw volk het geve in woorden van dien gevoelden dank, dat dan,Uw volk hier. en evenzoo het.U zegge in.de daden. En moge Uwe Majesteit dit antwoord heden dezen in de hulde, welke in deze gewijde stonde op deze plaats zoo rijk aan historie, Neer- lands Hoofdstad U brengt; Uwe Majesteit raoge het lezen in de feesttooi der straten In de blijde stemming, die jong en oud ver vult, in de toejuichingen welke U ten deel vallen; in. het duizendvoudig aangeheven, telkens weer opnieuw ontroerende Wilhel mus; Uwe Majesteit moge het lezen in de oogen van Uw volk, dat U liefheeft. Na deze indrukwekkende woorden hief Willem Mengelberg weer dc dirigeerstok op en klonk door liet ruime kerkgebouw de sopraanstem van Mevrouw Jo van IJzer Vincent, die de aria uit Handel's Samson zong, begeleid door het orkest. Het was daarna wederom ds. van Hoogenhuyzen, die een dankgebed uitsprak. Men naderde nu het einde van deze plechtigen stond, die ieder,-welke hem meemaakte, lang in het geheugen zal blijven. Nog eenmaal was het woord aan orkest en zangers om het „Hal leluja" van Handel te vertolken. Onmiddel lijk daarop zette het orkest in het Wilhelmus en zongen allen het Mijn schilt en de be trouwen Syt gij o God, mijn Heer. Onder de tonen van het orgel verliet daarop de Koninklijke Familie het Kerkgebouw. Deze plechtige Gedachtenisviering werd uitgezonden door Philip's Radio naai- vele plaatsen in de stad, waar bijna overal aan talrijk publiek aanwezig was. Echter ook in het verre Indië heeft men deze kerk dienst kunnen volgen, daar hij ook daar heen werd uitgezonden. Nader meldt men ons: Op den Dam was het hedenmorgen zeer druk. Te ongeveer half twaalf kwam de eerewacht der infanterie in het geweer. Pre cies half twaalf schreed de Koninklijke Fa milie naar het kerkgebouw. Voorop liepen twee kamerheeren, daarop volgden de Ko ningin-Moeder en de Koningin, waarachter zich aansloten de Prins en de Prinses, ge volgd door de dames en hoeren van het Hof. Een hartelijk gejuich steeg op uit de dichte menigte, dat aanhield tot do Ko ninklijke Familie het Kerkgebouw was bin nengegaan. Men meldt ons uit Amsterdam: Gistermiddag om half vijf is de „Commis sie voor de aanbieding van het Huldeblijk" ten paleize ontvangen, waar zij aan II. M. de Koningin-Moeder het huldeblijk der Am- sterdamsche burgerij heeft aangeboden. Het huldeblijk bestaat uit drie prachtige al bums, met 32 aquarellen van, Amsterdam- sche stadsgezichten, vervaardigd door Am- sterdamsche kunstenaars. De Voorzitter der Commissie, de heer mr. G. Vissering, heeft naar ons wordt mede gedeeld vóór de aanbieding van het hulde blijk een toespraak tot Hare Majesteit ge houden. waarin hij namens do burgerij van Amsterdam eerbiedigen dank bracht aan de Koningin-Moeder voor hare onverzwakte toewijding. ITet huldeblijk aanbiedende, zeide de heer Vissering het volgende: „Als herinnering aan de heugelijke herdenking van deze 50- jarige periode zou onze. commissie het op hoogen prijs stellen, uit naam \an de bur gerij van de hoofdstad in al hare gezindten en lagen nog een stoffelijk geschenk aan Uwe majesteit te mógen aanbieden, be staande uit een cassette met een 32 aquarel len, allen van. schilders in Amsterdam wo nende en weergevende oudere en nieuwere gedeelten van deze stad. De cassette is ontworpen door den archi tect Nieuwenhuys en uitgevoerd door de firma Janssen. Mocht Uwe Majesteit bij wijlen een oog wil len staan in deze collectie aquarellen, dan hopen wij, dat U daarbij in gedachte zult willen houden, dat dit geschenk mede een uiting is- van den grooten eerbied voor Uwe persoon en van groote erkentelijkheid voor Uwe zegenrijke en daadwerkelijke be langstelling gedurende meer dan vijftig jaren in het lot van zwakken en misdeel- den getoond. De commissie acht, het een zeer eervolle, maar vooral ook een zeer dankbare taak uit naam van de burgerij van Aras erdam. Uw e Majesteit deze hulde te betuigen, en wil daarbij den wensch uit te spreken, dat U nog langen tijd gespaard moge worden, in de eerste plaats voor Uwe familie, maar stellig ook voor de zeer velen in den lande, die met zooveel eerbied en liefde tot U op zien". De Koningin-Moeder aanvaardde met het uitspreken van Haren dank aan de Amster- d am sche burgerij het kostbare souvenir. H. M. de Koningin-Moeder heeft daarop dank gezegd voor de hartelijke woorden tot Haar gesproken. Hare Majesteit was er diep door getroffen, dat de burgerij der Hoofd stad Ilaar niet alleen hulde heeft willen brengen, maar ook een stoffelijke herinne ring aanbiedt aan deze zoo heugelijke en gelukkige dagen. II. M. stelde het op den' hoogsten prijs W weten, dat dit waardevolle geschenk een blijk is van de Haar toegedragen gevoelens uit alle kringen van Amsterdam's burgerij en het verheugt Haar hieraan te kunnen toevoegen, dal geen geschenk Haar méér had kunnen verblijden, dan juist deze aqua rellen van in Amsterdam wonende schil ders, vervat in een cassette, door, Amster- damsche kunstenaars ontworpen en uit gevoerd. Deze stadsgezichten zullen niet al leen dierbare herinneringen levendig hou den, maar ook een blijvend beeld geven van het Amsterdam van heden. II. M. ver zocht aan allen, dis er toe medewerkten Haar deze vreugde te bereiden. Haar meest diepgevoelden, innigen dank over te bren gen. Moge Amsterdam, zoo besloot de Ko ningin-Moeder, onder Gods zegen in bloei en welvaart toenemen tot heil van zijn ge- heele bevolking en tol welzijn van ons dier baar vaderland. HET BLOKSCHRIFT. Tentoonstelling to Rotterdam. In het Museum voor Ouders cn Opvoeders aan den 's-Gravendijkwal te Rotterdam wordt dezer dagen een tentoonstelling ge opend van verschillend materiaal," dat bo- trekkirig heeft op de bekende methode van het blokschrift waarover den laatsten tijd zooveel te doen is geweest. De heer P. Bak- kum. een der samenstellers van de metho de, is persoonlijk aanwezig om belangstel lenden inlichtingen te verstrekken. DE OUDE VINK. Het bekende café-restaurant „De 0ud9 Vink" aan den Haagweg nabij Leiden is door den tegen woord igen exploitant, den heer A. P. Varkevisser, gekocht voor f28.600 liet cafc zal dus niet verdwijnen. Het visschersconfiict plotseling geëindigd Na een hernieuwde conferentie tusschen vertegenwoordigers der Reedersvereeniging en der arbeidersorganisaties is, zooals reeds gemeld, de staking in het visscherijbedrijf te Scheveningen opgeheven. De eisehen der werknemers, neerkomend op 1.95 pet. gage per matroos buiten den schipper, 20 graai loon, zes weken zieken geld cn nietruitvaren op Zondag in buiten- landsche havens, zijn door de reeders inge willigd, tenzij bijzondere omstandigheden dit onmogelijk maken. Vóór de staking ontving een matroos 1.81 pet. gage en f 18 graailoon, terwijl ge- eischt werd hij de staking 2 pet. 1 UIT DE STAATSCOURANT. Voornaamste Kon. Besluiten enz., nit de Staatscourant van hedenavond. Op verzoek met ingang van 1 Oct. 1929 eervol ontslagen Jhr. D. P. M. Graswinckcl als districtscommandant, tevens inspecteur der Rijks Veld wacht. Benoemd tot ridder in de Oranje Nassau Orde Jhr. Graswinckel districtscommandant tevens inspecteur der Rijksveldwacht te Utrecht BRIEVENBUS IN ANDERHALF JAAR NIET GELICHT 2 a 300 brieven gevonden Men meldt ons uit Amsterdam Aan de linkerzijde van de vestibule van het Centraal Station bevindt zich een deur. »velke rood geschilderd is. In deze deur is een gleuf, waarachter een brievenbus hangt. Een dezer dagen begaf zich een bediende van eeii handelskantoor met een brief, wel ke bestemd was voor den chef van het douanekantoor, naar genoemde deur cn de poneerde den brief in den gleuf. Toen het antwoord op dit schrijven na een dag of veertien maar steeds uitbleef, stelde de patroon een onderzoek iy. Plet bleek toen, dat de betreffende bus de laat ste anderhalf jaar niet meer werd gelicht. Vóór dien tijd werd zij geregeld nagekeken door den chef van het treinpersoneel, die echter is overleden. Zijn opvolger nu schijnt van het bestaan van deze bus niets af tc weten. Bij opening werden een 2 a 300 brieven, briefkaarten en ansichtkaarten, die allo be hoorlijk waren gefrankeerd, gevonden, meest afkomstig van buitenlanders, die den gleuf hebben aangezien voor een brieven bus der posterijen. De poststukken zijn ter beschikking van de posterijen gesteld. EEN GEWONDE WERKWILLIGE BEDRIJFSLEIDER. Unfair optreden van Zaandam- sche stakers. Men meldt uit Zaandam aan de Msb.. De werkwillige bedrijfsleider P. der firma van Wessem Co., had Zondagavond op het perron te Amsterdam het ongeluk zijn been te kneuzen, zoodat hij na aankomst met den laatsten trein naar Zaandam, zich met een taxi naar huis wilde laten bren gen. Als een vliegend vuurtje was het onge val ter kennis gekomen bij de bij het sta tion postende stakgrs, die den gerequireer- den chauffeur bewerkten, om den werkwil lige niet te vervoeren, wat ook gelukte. In- tusschen was dr. van Dam ter plaatse geko men, die het gekneusde been spalkte en bet raadzaam oordeelde, dat hij per ziekenauto naar huis werd gebracht. Dc chauffeur van den ziekenauto weigerde eveneens den pa tiënt te vervoeren. Daarop heeft de politic over het stationsplein een charge uitge voerd, om de in het nachtelijk uur steeds aangroeiende menigte uiteen te drijven. Met. een ziekenauto van de garage Hooft is do heer P. tenslotte naar huis vervoerd, waar hij eerst om half drie aankwam. EEN ONVERANTWOORDELIJKE AUTOMOBILIST Verschillende aanrijdingen. lri den nacht van Zaterdag op Zondag heeft op de Ilooftskade te Den Haag een ernstige aanrijding plaats gehad. Omstreeks 2 uur kwam een auto, bestuurd door een chauffeur, die onder invloed van sterken drank was, in botsing met een lan taarnpaal. waardoor doze afknapte. Hierna werd de 28-jarige koopman v. II., op zijn fiets, aangereden en kwam zoodanig terecht, dat hij het bewustzijn verloor cn naar het ziekenhuis door den Geneeskun digen Dienst werd overgebracht. Het bleek, dat hij een hersenschudding bekomen had. Hoewel hij nog niet bij ken nis was gekomen, was zijn toestand gister morgen bevredigend. Vervolgens botste de wagen tegen een boorn en kwam hierdoor tot stilstand, echter niet nadat drie boomen beschadigd waren. De politie heeft den onverantwoordelijken automobilist in bewaring gesteld. Wie het beste wil, moet vaak het bitterste Verdragen. LAVATER. 3 V 4 door RICHARD MARSH, yrij naar het Engelsch door C. M. G. de W. „Ik, zal beginnen", zei hij eindelijk, „liee- leraaal van voren af aan, ofschoon het aï heel. laat is en je al lang naar bed ïnoest zjjn." „Ik vind volstrekt niet, dat ik eerder haar bed moest gaan dan iemand anders. En in het midden van een verhaal begin nen'zou ik volstrekt nooit toestaan, vooral niet als het een interessant verhaal is." Er speelde een glimlachje om haar mooie mondje cn haar oogen schitterden; het was merkwaardig hoe jong en lief zij er uitzag met haar blozende wangen. „Ik ben geboren onder den naam - van John Barry, mijn vader was pachter en we woonden te Nottingham. Mijn moeder stierf toen ik nog een klein kind was en mijn vader volgde haar toen ik twaalf jaar was. Op veertienjarigen leeftijd liep ik al weg van de menschen, die aangesteld waren, om voor mij te zorgen. Aangesteld, ja maar ze deden het niet. Ik ging op mijn eigen houtje aan boord van een schip; ik had nog nooit te veren de zee gezien. Maar ik had spoedig genoeg van het zeemansleven on later ach. later heb ik allerlei baan tjes gehad. Ik heb er nooit een lijst van ge maakt, maar ik heb van alles geprobeerd. Jk' heb soms geld verdiend, maar dan ook weer verloren. Soms had ik een goed le ventje en dan weer honger, soms was ik be paald netjes gekleed en dan weer had ik bijna geen kleeren,aan 't lijf. Maar te mid den van al mijn wederwaardigheden en. el lende is de vroolijkheid er altijd in geble ven," „Datwil ik wel gelooven; den eersten keer, dat ik je zag, heel beneden op straat, lachte je; dat je mij daar in zulk een toe stand zag staan en toch lachte, ja, dat is een bewijs dat je dat lang kon volhouden. 'En nu lach je weer!" „Nu is er werkelijk wel reden om te lachen. Op dit oogenblik voel ik mij als - ik zal je straks wel vertellen als wat, en misschien doe ik dan nog wat meer dan vertellen." Het blosje op haar wangen werd een weinig donkerder. Zouden die woorden de oorzaak daarvan zijn? Hij ging voort: „Eindelijk, na allerlei avonturen, die ik je misschien eenmaal ver tellen zal „Ja zeker, daar za*l ik wel voor zorgen." „Bevond ik mij in de streek van Klondyke bij de gouddelvers. De rijkdom aan goud was voorbij: ik trof het niet, ik had haast niets gevonden. Eens op een nacht viel er iets tegen de deur van mijn hut aan. De hut en de claim hadden behoord aan ie mand anders. die het zaakje al lang had opgegeven, in wanhoop. Het lag wat afgele gen die claim: er kwam zelden bezoek. Toen ik naar buiten ging, om te kijken wat het was, struikelde ik over een man, die vlak voor den drempel op den grond lag: hij was dronken, smoordronken. Hoe hij het aangelegd had om zoover te komen was mij een'raadsel, dat hij nooit heeft kunnen oplossen. Ik nam hem op en hield hem dien nacht in de hut." „Was het een vreemdeling?" „Ja hij zag er lang niet aantrekkelijk uit: ik heb nog nooit .zoo'n afzichtelijke vent gezien, vuii, slordig, met heel vieze kleeren. *8 Morgens vertelde hij mij dat hij White heette. Een paar maal was hij weer dron ken en zijn geheugen speelde hem parten, want dan zei hij dat hij Carter heette. Hij had allerlei namen als je hem gelooven wou, maar men hoefde niet zoo heel snugger te zijn om te begrijpen, dat hij zijn echten naam nooit genoemd had. Je kunt er om lachen, maar we werden een paar kame raden." „Dus dan was hij toch zoo heel kwaad niet?" Het gebaar, dat hij maakte, was mis schien bedoeld een overtreffende trap uit te drukken. „Mijn eerste indruk was duizendmaal be neden de waarheid. Hij was in alle opzich ten een van de ergste soort die ik ooit ont moet heb." „Hoe kwam je er dan toe kameraad met hem te worden? Was je soms eenigszins een verwante ziel „Ik heb altijd voorlfefde gehad voor kreupele honden. Want ei- zit altijd nog wel iets goeds in de menschen, die de kluts zijn kwijt geraakt. Ik heb den man ronduit de waarheid gezegd, telkens weer als ik hem ontmoette; meer dan eens heb ik hem om zijn ooren geslagen en toch verdroeg of.duldde ik hem; hij was zulk een onge lukkige,. hopelooze vent! Ik kon zoo'n mede lijden met hem hebben, dat ik haast van hem begon te houden." „Het lijkt mij onbegrijpelijk; ik geloof dat de smaak van een mensch soms even merk waardig is als zijn manier van doen." „Hij was meestal doodsangstig. En dan bedronk hij zich weer om dien angst te ver geten. Dag en nacht was hij bang voor iets. Maar ik kon hem niet laten merken dat ik dit begreep en hij liet er nooit iets van los, tot op zekeren avond." De spreker zweeg hft was of hij alles weer voor zich zag en alsof hij zich de ge beurtenissen in goede volgorde wilde her inneren. Betty keek naar hem. Op dat oogenblik zat zij boven op haar voeten op den stoel. Hij stond bij de deur, vlak tegen over haar. Men kon zien, dat zij levendig belang stelde in het verhaal. „Ik had een kwaden dag gehad, inder daad verscheidene kwade dagen, ja zelfs kwade weken. Ik was bepaald van plan de zaak op.te geven en het ergens anders te gaan beproeven. Zoover ik het beoordeelen kon, zat daar geen goud voor iemand, en voor mij zeker niet. Ik zat mijn pijp te roo- ken en na te denken wat ik nu eens pro- beeren zou, toen hij binnenkwam. Ilij was nuchter voor zijn doen. Hij was nooit heele- maal nuchter, maar nu toch beter dan ooit. „Jack", zei hij, „hoe zou je het vinden, cis je eens over een heele stapel geld te be schikken had. niet van die beetjes, zooals die gekken hier stapels noemen, maar een massa, hondorden, duizenden Ik lachte „Als je weer een dollar van mij te leen komt vragen, dan spijt het mij wel, ik kan het niet doen de bank is gesprongen." „Waarom zou ik jou een dollar te leen vragen ik heb genoeg, kijk maar." Hij liet mij enkele stukjes papier zien, die mij bepaald een raar gevoel gaven. Tiet waren banknoten op de Bank van Engeland. „Daar heb je vijfhonderd pond, 't is voor Jou." „Voor mij Wat bedoel je daarmede V" Toen begon hij het mij te vertellen. Talbot moest wel twee of driemaal dc ka mer op en neer loopen, voor hij bedaard genoeg was om het verhaal voort te zetten. Betty zij niets; daar het niet gemakkelijk was hem op zijn wandelingen goed te vol gen, ging zij op de armleuning van den stoel zitten. „Hij deed mij dien eersten avond een vreemd verhaal en ik kon hem niet geloo ven, tenminste niet voordat hij mij bewijzen gegeven had en toen geloofde ik nog niet alles. Met hem was 't. moeilijk te weten wat leugen en wat waarheid was. Hij zei dat hij mij een verkeerden naam had opgegeven, maar dat was niets; niemand gaf daar zijn waren naam op. Hij zei dat hij Talbot heet te, Percival Talbot en hij had een oom, die in Cornwall is woonde op een buitengoed, Monniksland genaamd. Een mooie plaats zei hij, met een groot huis en allerlei won derlijke dingen. Zijn oom was gestorven dit bleek uit de brieven, die hij mij liet zien. o.a. een van een advocatenkantoor in Londen. Die oom had hem al zijn geld na gelaten. Ook daarvan leverden de brieven het bewijs. Het vreemde gedeelte kwam la ter." Weder zweeg hij, alsof hij poogde zijn denkbeelden goed te regelen, in juiste volg orde. Uit haar groote aandacht zag men duidelijk, dat Betty's belangstelling niet verminderd was". „Het is niet gemakkelijk alles te vertel len precies zooals het gebeurde, met die oogen van jou, die mijn hart doen bonzes „Wat meen je daarmee Ik doe niets aan Je hart. Als je er nog maar een hebt." fWordt vervolgd.^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5