AMERSFOÖETSWDAOTj® KONINKLIJK AAN AMSTERDAM Maison de Jager Zn. AARDBEIENGEBAKJES VRUCHTENBONBONS feuilleton! De Plaatsvervanger Vrijdag 14 Juni 1929 27e Jaargang No. 291 DE LAATSTE DAG K.L.M. VLIEGTUIG DOET EEN NOODLANDING DOOR DE LUCHT NAAR INDIE EEN ONVOORZICHTIG TRAMBESTUURDER <r (.DE EEMLANDER? Naar de Ned. Scheepsbouw Mij. j en de Opleidingsschool voor Chr. Maalsch. Arbeid Rijtoer door de slad Men meldt ons uit Amsterdam van 13 'Juni: Vandaag vertoeven de Koningin, de Prin ses en de Prins nog in de hoofdstad. De Hooge Gasten hebben dezen laatsten dag van Hun verblijf benut, eerst tot het bezichtigen van het bedrijf der Nederland- sche Scheepsbouw Mij. en vervolgens tot het afleggen van een bezoek aan de „Op leidingsschool voor Christelijk Maatschap- pelijken arbeid" aan de De Lairessestraat. Om tien uur precies in den ochtend werd de hofauto bestegen, waarmede gereden werd naar de De Ruyterkade. Daar lag de salonboot „Marken" gereed, die de Konink lijke Familie met gevolg naar de nieuwe werf van de Nederlandsche Scheepsbouw maatschappij voer. Op den steiger, links van do hellingen, waar de beide directeuren, de heeren D. én H. Goedkoop de Koninklijke bezoekers verwelkomd werden door de twee dochter tjes van den heer II. Goedkoop bloemen aangeboden. De Hooge bezoekers begaven zich eerst naar het kantoor, waar statistisch mate riaal werd vertoond cn door deskundigen werd uitgelegd. Daarna werd eene wandeling gemaakt over de werf, waarbij in oogenschouw wer den genomen de machinefabriek en de timmerwerkplaats. Vervolgens passeerden de vorstelijke personen de montage-afdeeling en het be drijf der staalbewerking, om verder tus- schen de hellingen I en II door den Y-kant te boreiken. Aan den voorkant langs de helling ston den de auto's gereed, waarmede na afloop van de bezichtiging een rijtoer in de nieu we buurten benoorden het Y werd ge maakt. Om half drie werd langs1 een omweg in auto's naar de opleidingsschool voor Chris telijk Maatschappelijken arbeid aan de De Lairessestraat gereden, waar om drie uur de Koninklijke Familie arriveerde en daar verwelkomd werd door den heer mr. dr. C. F. Schoch, voorzitter en mejuffrouw Klinkert, directrice. Door Dientje de Vrijer en Ans Haverman, leerlingen der school, werden bloemen aan geboden. De Koninklijke Bezoekers bezochten alle onderwijsvertrekken, waar de lessen op de gewone wijze voortgang vonden. Na afloop van het bezoek aan de ver schillende lokaliteiten verscheen de Konin gin in de aula, waar alle kinderen zich in middels verzameld hadden en Hare Ma jesteit toezongen: „De Heere zegene en be hoede U" van Cath. van Rennes. De heer Schoch zette daarop met een enkel woord het doel en de geschiedenis van de school uiteen. Aan deze uiteenzetting ontleenen wij het volgende: De in 1900 opgerichte opleidingsschool voor Christelijk Maatschappelijken Arbeid, in de wandeling Ocma genaamd, is een school met internaat voor meisjes van 12- tot 18-jarigen leeftijd, een hoogere meisjes school, wier leerplan gericht is op het leven in den volsten zin des woords. Haar doel is hiermede eigenlijk reeds uit gedrukt: Zij beoogt het jonge meisje door intellectueel onderwijs, gepaard met prac- tische vorming veelzijdig voor te bereiden, dat haar een plaats in het leven is gewaar borgd en zij strak3, zoowel in het gezin, als op het terrein van allen socialen arbeid, met name dat der ziekenverpleging, kin derverzorging, onderwijs en opvoeding in administratievcn arbeid en nog veel meer een gewcnschte kracht zal blijken te zijn. De O.C.M.A. tracht haar doel te bereiken door onderwijs te geven in de vakken eener Meisjes H.B.S., waarbij o.a. veel zorg wordt besteed aan moderne talon, door op leiding in huishoudkunde, waschbehande- ling cn koken met voedingsleer; door voor bereidende opleiding tot maatschappelijk werk, zooals fróbelcursus met practisch werk op de fröbelschool, eenigen arbeid in kinderbewaarplaats, tehuizen voor school gaande kinderen, eenige wijkwerk onder leiding van diakonessen enz. Ook wordt vrij ruime plaats toegewezen aan handenarbeid, handwerken, costuum- naaicn cn verbandleer. Het einddiploma kan na vijf jarigen stu die verkregen worden en is in vele verhon-, dingen een groote aanbeveling. De Koninklijke Bezoekers onderhielden zich met de bestuurders, die aan Hare Ma jesteit voorgesteld werden en verlieten na ook nog de tcntoonsteling van het prac tisch werk der leerlingen bezichtigd te heb ben omstreeks kwart voor vier de school. Men meldt ons uit Amsterdam Het bezoek van de koninklijke familie aan de hoofdstad behoort weer tot het ver leden. Tegen half zes gistermiddag ver schenen voor het laatst de hofrijtuigen op den Dam voor het paleis. Om denzelfden tijd arriveerde het eere-escorte der huzaren uit Amersfoort. Het was even over half zes, toen de eere-wacht der mariniers in het geweer kwam; in deze oogenblikken bracht de heer J. Vincent vanuit den paleistoren vaderlandsche wijsjes ten gehoore. Honder den nieuwsgierigen waren op den Dam sa mengestroomd om bij het vertrek aanwezig te zijn. Weldra klonken de commando's cn even later zette zich onder luide hoera's der me nigte en onder het spelen der Marinekapel het met twee paarden bespannen gala-rij tuig, dat van den rooden bok werd bereden, in beweging. Vriendelijk groetend reden de koningin, de prins, die admiraalsuniform droeg cn de prinses, langs de juichende rnenschenmassa over het Damrak naar het Station. Ook daar stonden achter de afzet ting honderden belangstellenden, wier go juich over het geheele plein schalde, toen de koninklijke stoet, voorafgegaan en 'ge sloten door het eere-escorte der huzaren, het Stationsplein opzwenkte en even latei het galarijtuig onder den overdekten ingang naar de koninklijke wachtkamer stilhield. Tot precies één minuut voor liet vertrek van den trein van 5 uur 51, waarin het sa lonrijtuig der koningin was gehaakt, ver bleef het koninklijk gezin iff de wachtka mer, waar o.m. aanwezig waren de burge meester, de heer W. de Vlugt, de heer Hen driks, waarnemend commissaris der ko ningin in Noord-Holland, generaal Quanjer. overste Rouffaert, de plaatselijke comman dant, kapitein ter zee Ruhl, ondercomman dant der marine in de hoofdstad en ir. J. A Kalff, directeur der Ned. Spoorwegen. Toen het vorstelijk gezelschap op het per- ron trad, dat voor een gedeelte was afgezet onderhield de koningin zich een oogenblik met den heer Versteeg, hoofdcommissaris van politie te Amsterdam. Op het perron waren ook aanwezig de heeren Bakker, hoofdinspecteur bij de verkeerspolitie en Muller, chef van het Centraal Station. Bij den ingang van het koninklijk rijtuig nam prins Hendrik, die nog te Amsterdam blijft, afscheid van de koningin en van de prin ses. Vóór de trein, precies op tijd, vertrok, sprak hare majesteit nog even met burge meester De Vlugt. Achter de houten afzetting op het perrou was een vrij talrijk publiek getuige van het vertrek. MARINESLOEPEN OP EEN PLAAT GELOOPEN. Twee marinesloepen, die van Vlissingen naar Breskens onderweg waren, zijn op eet» plaat geloopen. Een van de twee was spoe dig weer vlot, doch om de andere vlot te maken, moesten an manschappen zich te water begeven om de sloep los te duwen. Daarna is men naar Breskens doorgevaren DE WERF TE HELLEVOETSLUIS. Nieuwe vragen van het Kamerlid Hiemstra. liet Tweede Kamerlid Hiemstra heeft den minister van defensie gevraagd: 1. Is het juist, dat tijdens of na de be sprekingen met de directeuren van de Rijks werven cn den directeur van scheepsbouw, vermeld in het antwoord van den minister cp door mij op 28 Mei 1929 ingezonden vra gen, door deze directeuren een schriftelijk rapport aan den minister is uitgebracht, waaruit zou moeten blijken, dat de werf te Hellevoetsluis wel rendabel is te maken? 2. Mocht het antwoord op vraag 1 be vestigend luiden, is de minister dan bereid de Kamer met dit rapport in kennis to stellen? Op de Hilversumscbe Meent Men meldt ons uit Bussum Gistermiddag heeft het K.L.M. vliegtuig. gGmerkt D. N., komende van Malmó, op weg naar Amsterdam en bestuurd door den piloot Soer, op de Hilversumsche meent, nabij Bussum, een noodlanding moeten ma ken wegens een motor-defect. De landing verliep vlot. De 7 passagiers cn de post konden de reis vervolgen in een inmiddels uit Sohiphol gearriveerd vliegtuig. Het K.t L. M. vliegtuig, dat morgen zal worden gerepareerd, wórdt door de Kon. marechaussee bewaakt De eerste particuliere passagiers De directeur van het Algemeen Indische Dagblad De Preangerbode. mr. C. W. Worm- ser, vertrekt dezer dagen in gezelschap van den nieuw-aangcstelden redacteur van zijn blad mra W. J. B. Versfeit naar Ned.-Inüië, en wel voor zoover mogelijk per vliegtuig De heeren zullen gebruik maken van den vliegdienst der Britèche Royal Air Mail, die hen in acht vliegdagen van Parijs naar Karachi brengt. Verder is de luchtverbin- ding nog niet uitgestrekt zoodat de rest van de reis als volgt gemaakt wordtper trein van Karachi naar Calcutta (8 dagen), en per boot van Calcutta naar Batavia (14 da gen). Mr. Wormser en zijn reisgenoot zijn de eerste passagiers die de reis naar Ned.-Indië langs den luchtweg ondernemen, voor zoo ver deze thans is opengesteld voor particu lier verkeer. GRENADIERS EN JAGERS. De Koningin bij de jubileum feesten. De Koningin is voornemens een gedeelte der a.s. jubileumfeesten der grenadiers cn jagers bij te wonen. Zwaar lichamelijk letsel door schuld Twee maanden voorwaardelijk geëischt Gisteren heeft voor de Haagsclie Recht bank terecht gestaan de conducteur der H. T. M., L. van der H.f terzake van het veroorzaken van dood, subs, zwaar licha melijk letsel, door schuld. In den avond van Zondag 18 November j.l., omstreeks 10 uur, was verdachte conducteur op een mo torwagen van lijn 8, welke op dat uur gaan de in de richting van het II. S.-station, stopte bij de halte SpuiBierkade. Uit den aanhangwagen stapte een 74-jarige vrouw, wonende in de Maasstraat. Verdachte zou toen door ontijdig afhellen den bestuurder het sein tot vertrek hebben gegeven. Bij het wegrijden der tram is de oude vrouw komen te vallen. Blijkens verklaring van twee doktoren bekwam het slachtoffer een ernstige breuk van de linker bovenarm. Zij is daarna ge- ruimen tijd bedlegerig geweest cn toen is, mede tengevolge van haar hoogen leeftijd, een trombose ontstaan, welke ten slotte op 3 Januari jl. den dood tengevolge heeft gehad. Uit het getuigenverhoor bleek verder, dat de conducteur van den aanhangwagen niet had afgebeld. Verdachte had daarop moe ten wachten. Verdachte daarentegen zeide overtuigd te zijn, dat zijn collega had afgebeld. Ook heeft hij nog uitgekeken, of er nog iemand uitstapte. Hij zag echter niets. De mogelijkheid wérd geopperd, dat ver dachte in de war gebracht kan zijn door het afbellen van een tram, gaande in an dere richting, welke aan de overkant ge stopt had. Het waargenomen door mr. Blok, meende, dat verdachte zeer onvoorzichtig gehandeld heeft door af te bellen, zonder de absolute zekerheid te hebben, dat van zijn eigen aanhangwagen daartoe het sein was gegeven. Wanneer hij bovendien nog uitgekeken zou hebben, moet dat zeer on oplettend zijn gebeurd, anders zou hij zeker de oude vrouw, die zeer langzaam uitstap te, hebben moeten zien. De doodsoorzaak achtte Spr. in te verwij derd verband staan met de gevolgen van de aanrijding, om het veroorzaken van dood door schuld bewezen te achten; wel staat echter het veroorzaken van zwaar lichame lijk letsel door schuld vast. Mede in verband met de antecedenten van den verdachte, eischte Spr. ten slotte een gevangenisstraf van 2 maanden voor waardelijk met een proeftijd van 3 jaren. Mr. Van Stipriaan Luïcius, verdachte'» raadsman, uitte een woord van deernis je gens de nabestaanden van het slachtoffer. Hij sloot zich overigens aan bij de meening van het O. M., dat hier geen sprake kan zijn van het veroorzaken van dood door schuld. PI. wees er vervolgens op, dat verdachte reeds gedurende 8 jaren dag na dag op de tram staat. En iederen dag weer moet die tram honderden keeren stoppen. Is het dan te verwonderen, dat zoo'n man zich eens een keer vergist? Integendeelde, meende PI. En wanneer dat nu eens gebeurd, dan mag men toch nooit spreken, dat er in een dergelijk geval sprake is van g r o v e schuld. PI. concludeerde dan ook tot vrij spraak. Subs, sloot hij zich aan hij den eisch van het O. M. Uitspraak 27 dezer. OP STAP. Op de Waalkade te Nijmegen heeft de po litie gisternacht vijf broertjes van G15 jaar aangetroffen, die van Meurs (Duitsch- land) op weg waren naar een tante te Amsterdam. KLEINE KOPPEL-JAMMER. (Alle rechten voorbehouden). Lange tijd staan aan de „Koppel" Hopen steencn op de „ka" En het is constant een janboel Vrees'hjk, zonder wederga. Nu die steencn op den weg staan, Staan ze leelijk in den weg. Wanneer komt dien weg eens vrij daar En haalt men die steencn weg? Zeker 't is een losplaats, 'k weel het. Maar het wordt, nu al te gek. Want de losplaats „Kleine Koppel" Komt als opslagplaats in trek. Lang reeds toeven heel gewichtig Lastig door standvastigheid, Ileele rijen harde klinkers, Het vaak druk verkeer ten spijt. Als die steencn moeten wachten Waarom plaatst men niet kordaat 't Gansche busje dan een poosje Ook eens in de Langestraat? Waarom altijd aan de „Koppel"? Heet hel daar geen Amersfoort? Wonen daar misschcn geen mcnschcn, Scliatkist-spekkers, enzoovoort? Laat de schepen lading lossen, Zet het daar maar aan de kant, Aanvoer brengt ons arbeid cn ook Geeft het leven in het land! Doch bewaar ons voor een bende Zoo men 't thans aldaar aanschouwt En zorg dat niet weken lang daar Alles maar wordt „opgebouwd"! Als men zoo in Rotterdam deed, Bleef er in de gansche Stad ITeusch geen centimeter ruimte Waar een mensch een kansje had! Los de schepen! Los de lading! Doe het zoo als 't u belieft. Maar „los" ook de „Kleine Koppel" En wat spoedig alsjeblieft! GROEGROE. HET DRAMA TE GROOTEGAST Vrouw Wobbes voor de rechtbank Voor de rechtbank te Groningen is he den Vrouw Wobbes, de vrouw die bij Wijkstra woonde, 6 maanden gevangenis straf geëischt wegens het zorgeloos ach terlaten van haar 6 kinderen. Vrouw Wobbes had geen verdediger. De uitspraak is bepaald op 20 Juni. EEN NEDERLANDSCHE BURGEMEES TER IN AMRIKA Men meldt uit Hillegom aan de Volks krant; Onze plaatsgenoot de heer James Keur, lid der firma Keur en Zonen alhier, vertrok enkele jaren geleden naar Amerika, in het belang der firma. In het dorpje Flowerville had hij veel succes en hij is er thans bur gemeester. Flowerville is een klein plaatsje en de villa cn kantoren van de firma vor men er het belangrijkste deel. Het merk waardige is, dat de lieer Keur in clcn bloei tijd duizenden menschen naar zijn dorp weet te trekken, waar hij dan tienduizenden bollen van hyasinthen en tulpen op artistike wijze heeft uitgeplant. Langestraat 56 Telef. 115. Al wat u niet wijzer en niet beter maakt, zij in uw oog niets. door RICHARD MARSH. Vrij naar het Engelsch door C. M. G. do W. 70 „En toen ging je zeker naar Sicilië „Ja. Van de reis behoef ik je niet veel te vertellen. Wij hadden een draadlooze te legrafie aan boord; ik zond hem bericht op welken dag en welk uur ik waarschijn lijk verwacht kon worden. Toen ik in Pa lermo aankwam was hij daar niet; ik ging naar het hotel te Messina, vanwaar zijn brief was afgezonden en hoorde daar, dat hij al meer dan een week dronken in bed gelegen had. Het geld had hem zeker geen goed gedaan. Eén blik was voldoende om mij daarvan te overtuigen. Vroeger kon hij zich alleen bedrinken als hij geld had, nu kon hij het steeds voortzetten en dat had hij blijkbaar gedaan. Hij had natuurlijk weer hetzelfde te vertellen als vroeger; nu ik meer van hem wist dan vroeger begreep ik dat zijn woorden meer waarheid behels den dan ik toen gedacht had." Weer liep Talbot de kamer op en neer; nu hij aan een moeilijk gedeelte van zijn verslag was gekomen moest hij even naden ken. „Hij zei, dat hij zich niet op straat durfde vertoonen; haast dorst hij de kamer niet te verlaten. Er waren menschen in de buurt die hem al heel onaangenaam hadden be handeld en het zou nog wel erger worden als ze er kans toe zagen. Het was alles mijn schuld; hij had nooit naar Europa moeten komen. Hij wou naar een der Zuidelijke staten van Amerika gaan en daar leven als een heer de laatste jaren van zijn le ven, stil en vreedzaam. Ik had hem dat be let, want ik had hem gedwongen naar Euro pa terug te keeren. Hij gaf mij een couvert over. Dat was zijn testament, zei hij; hij zou zeker niet langer dan een paar weken leven als hij voortging, zooals ik hem nood zaakte te doen en als ik na zijn dood zou bezitten wat ik niet hebben wou, dan zou ik misschien tevreden zijn en het bewust zijn hebben, dat ik hem gedood had. Het was nonsens, dat alles. Hij was niet geheel dronken, maar toch nog suf van de vorige dagen en weken misschien, zoodat het hem niet schelen kon wat hij zei. Zijn toestand was ellendig en toen hij ook nog in tranen uitbarstte, bezweek ik en stemde toe. Toen ik zijn kamer uitging en naar de mijne liep, begreep ik, dat hij zijn gang maar moest gaan. Ik ging naar bed, viel In slaap en toen was het of de aarde ver ging. Ik werd wakker en begreep langza merhand dat de aardbeving een gedeelte van Messina verwoest had alsof het een kaartenhuis was. Je weet de rest". HOOFDSTUK XXXI. Zeg nu: goeden nacht. Zij zat op den arm van haar stoel. Zij stond op en ging op den stoel zelf zitten, van waar zij den man tegenover haar aan schouwde. Hij stond niet ver van haar af en keek niet haar aan, maar iets, dat hij voor zich scheen te aanschouwen met een merkwaardige schittering in zijn oogen. Zij vroeg: „Was dat niet toen je mij 's morgens op het balcon zag staan?" „Ja, op dat oogenblik begon ik eerst recht tot herinnering te komen. En toen dat be gon, ging het vrij snel. Je zult lachen „Je zegt voortdurend, dat ik zal lachen, maar dat heb ik nog in 't geheel niet ge daan". „Ik geloof, dat ik van dat eerste oogen blik af aan toen ik je daar op het balcon zal staan, verliefd op je geworden ben". „Dat is onzin!" „Toen 't mij gelukt was bij je te komen, was ik doodelijk van je. Toen ik naast je op straat stond, had ik mij zelf al plechtig beloofd, dat je mijn vrouw zou worden, of nooit iemand anders". „Ik heb nooit zoo iets onzinnigs gehoord, ik heb je al gezegd, dat je onzinnig was Zelfs toen al". „Dat deed mijn besluit vast staan, de be paalde overtuiging dat jij mijn vrouw zou worden. Ik nam in eens het besluit en ver telde het je". „Je zei, dat je Percival Talbot heette en dat was niet waar". „Dat was juist het vreemde van de zaak. De oorspronkelijke eigenaar van dien naam was zoo verlangend zijn zin te krijgen en alle moeilijkheden van mijn pad weg te ruimen, dat hij, al voor dat ik aangekomen was, mijn naam had laten veranderen en alle noodzakelijke maatregelen had geno men, door een hoofdelijke acte, zooals men dat in Amerika noemt, waardoor mijn naam John Barry veranderd was in Percival Talbot. „Bedoel je dat hij dit deed zonder je voorkennis? Maar dat moest niet, is het wel?" „Voordat ik met je naar de kerk ging, zelfs voordat ik een huwelijksvolmacht aan vroeg, heb ik het geheele geval aan den rechter medegedeeld cn kreeg de verzeke ring, dat ik het recht had den naam van Percival Talbot te dragen." Het was een zucht van verlichting, die men hoorde van het jonge vrouwtje. „Waarom heb je mij dat niet eerder ver teld?' „Hoe lang was het na onze eerste ont moeting, dat ik je vertelde hoe ik heette?" „Ja, maar niet lang daarna zeiden andere menschen dat je niet zoo heette. En som migen hielden dat vol. Als je eens wist hoe vaak ik mij afgevraagd had of ik wel 't recht had mij te onderleekenen als Betty Talbot on hoe vreeselijk ik dat vond. En toch, weet je. niettegenstaande alles wat de menschen zeiden, in je tegenwoordigheid of achter je rug en je gedrag was dikwijls zeer on rustbarend heb ik je altijd vertrouwd, lat eerste oogenblik, toen je mij het leven gered hebt cn ik naast je stond in die half verwoeste straat, was er iets dat mij zeide: naast dien man zul je je altijd veilig voe len. Was dat niet vreemd?" „Dan is de waarheid zeker vreemd, want. zoover een mensch dat zeggen kan, je zult je altijd veilig voelen." „Maar in sommige opzichten ik moet het je wel zeggen in dit uur van bekente nissen heb je me teleurgesteld." „Bijvoorbeeld?" „Ja, dat is moeilijk uit te leggen." „Probeer maar, ik heb ook moeilijkheden te overwinnen gehad. Dat zal je ook wel." „Je zei, dat je mij liefhebt. Ik wist na tuurlijk wel, dat het bespottelijk is over zoo iets te praten als men elkaar pas een paar uur kent, maar toch, nadat je het mij gezegd had, was ik niet voorbereid op het geen volgde." „Heb ik ooit iets gedaan of gezegd, dat je kon doen vermoeden, één enkel oogen blik, dat ik je niet liefhad?" „Ach. dat hangt maar af van de manier waarop je zoo iets beschouwt. Het was niet zoozeer wat je zei als wat je niet zei, wat je deed, als wat je niet deed. Het was vol komen in orde zoolang wij niet getrouwd waren, maar daarna was je afschuwe lijk „Hoe dan?" „Dat zal ik je niet vertellen als je het niet weet. Eén ding kan ik je wel zeggen, ik heb altijd begrepen, dat het de gewoon te is voor een echtgenoot zijn vrouw een kus te geven, tenminste in dt> consistorie kamer wanneer het register geteekend is. Ik weet wel zeker, dat het dwaze domi- neetje dacht: er is iets heel merkwaardigs in dit heele huwelijk, toen je niet de min ste neiging gevoelde om mij een kus te geven." „Een heel natuuilijke grief!" „O neen, een grief volstrekt niet. Het be wijst alleen, dat je er geen lust in had!" „En denk je dan dat iederen keer, als een man een vrouw niet kust, het alleen is omdat hij er geen lust in heeft?" „Ja, dat kan ik niet zeker weten. Maar sedert wanneer is het de gewoonte, dat een man van zijn echtgenoot spreekt als „een vrouw"? Is zij voor hem niet d e vrouw, de eenige vrouw ter wereld, en mag hij niet met haar omgaan, binnen de gren zen van het natuurlijke, zooals hij wil?" /Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 13