TEGEN VERDACHTE 31|2 JAAR GEEISCHT
F. Bosman - Kamp 8
HET REQUISITOIR VAN
HET 0. M.
G. Drieënhuizen
J. S. v. d. Werf
Meubelen en Kinderwagens
GYMNASTIEKSCHOENEN
W, Steenbeek&Zn L™ïnlrn?'5'8
E. J. KRAUSE
H. ZWAN, Hof 22
Drogisterij „DE ASPERIN"
Bezoekt Café „De Oranjeboom"
H. JEKEL
Leusderweg 101
PROCES LIE BERM AN N
In hoeverre mag Liebermann
zich beroepen op juridische
adviezen
Medepïegen van bedriegelijke
bankbreuk
De zesde dag van het strafproces tegen
Salomon Liebermann vangt onder weinig
belangstelling aan met het verhoor van
dr. H. Friedmann uit Helsingfors, den Fin-
Bchen raadsman van den verdachte.
Het verhoor geschiedt in de Duitsche taal,
waarbij de heer de Jong als tolk fungeert
Nadat dr. Friedmann den eed heeft afge
legd als getuige en als deskundige, vraagt
de verdediger, mr. Giltay Veth hem, of des
kundige zijn meening kenbaar wil maken
over de vraag, of bij Liebermann bij de geïn
crimineerde transacties en handelingen pro
ductieve bedoelingen hebben voorgezeten, of
dat hij, wat mr. Veth noefnde, „den kant
van roof wilde opgaan."
Alvorens dezo vraag te beantwoorden,
geeft deskundige een uitvoerige uiteenzet
ting van het aandeel, dat hij in de organi
satie van de verdediging heeft gehad. In
.verband daarmede verklaarde dr. Fried
mann, dat hij tenslotte zijn verschijnen toch
noodzakelijk achtte, waar gebleken is, dat
de Nederlandsclie advocaten, in wier ad
vies Liebermann steeds vertrouwen heeft
géhad, hem thans in den steek hebben ge
laten.
Dan tot de vraag van mr. Veth komende,
wijst deskundige er op dat in Oost-Europa
het geld duur is, met het gevolg dat men-
schen uit die landen zich bij voorkeur naar
het Westen en naar Amerika wenden. Lie
bermann nu wenschte zaken met Amerika
te doen en daarvoor had hij een Holland-
schen handelsnaam noodig. Naar dr. Fried-
mann's overtuiging heeft Liebermann niet
van den aanvang af het plan gehad de
Bank te plunderen. Van boos opzet is dan
z. i. ook geen sprake.
Ilierna vraagt mr. Giltay Veth aan des
kundige of het z. i. objectief mogelijk was,
dat Liebermann's plannen het uitleenen
in Oost-Europa van in Amerika opgenomen
geld voor verwezenlijking vatbaar waren
en, subjectief gesproken, of Liebermann aan
de mogelijkheid daarvan kon gelooven.
Dr. Friedmann merkt op, dat het er voor
Liebermann vooral op aankwam, of hij over
machtige relaties beschikte. Desk. kan daar
over niet oordeelen. Deskundige weet niet of
verdachte in staat zou zijn goedkoop geld
tot groote bedragen te verkrijgen, doch aan
den anderen kant zou het zeker niet on
mogelijk zijn het geld, waarover verdachte
beschikte, tegpn liooge rente in Oost-Euro
pa uit te zetten. Deskundige herinnert er
voorts aan dat hij Liebermann herhaaldelijk
in de gevangenis te Helsingfors heeft be
zocht en hij heeft in zijn gesprekken met
verd. den indruk gekregen, dat Liebermann
zelf eerlijk overtuigd was van de verwezen
lijking zijner plannen; zijn fantasie grens
de bij tijden aan het waanzinnige. Op de
verdere vraag van mr. Veth of uit de ver
dere transacties van Liebermann diens aan-
vankelijko bedoelingen kunnen worden
afgeleid, antwoordt dr. Friedmann dat Lie
bermann niet in staat is een behoorlijke
conversatie te voeren of een behoorlijken
brief te schrijven. Er is in zijn gedachten-
gang absoluut geen methode. Zijn „ja" is
nooit volkomen „ja", zijn „neen" geen
„neen".
Mr. Veth: „Geraakt Liebermann gemakke
lijk onder invloed van anderen?"
Deskundige beantwoordt deze vraag be
vestigend; Liebermann lijdt aan den eenen
kant aan een geweldige zelfoverschatting
en aan den anderen kant heeft hij in ver
band met zijn Russische mentaliteit al
gauw een minderwaardigheidsgevoel, dat
hem hoog doet opzien tegen menschen, die
een hooggeplaatste positie, een titel e. d.
hebben.
Mr. Veth vraagt dan welken invloed de
omstandigheid, dat Liebermann steeds
door advocaten werd bijgestaan, op zijn
handelingen kan hebben gehad.
Desk. antwoordt dat een situatie, (dati
rechtsgeleerden buiten schot blijven en de
cliënt, die in vertrouwen op hen heeft ge-l
handeld, alleen in staat van beschuldiging
wordt gesteld; in Riga niet licht zou kun
nen voorkomen. Het feit, dat men gehan
deld heeft op advies van rechtsgeleerden,
pleit daar zeer voor de goede trouw.
Dr. Friedmann antwoordt voorts op een
verdere vraag van mr. Veth, dat, toen Lie
bermann naar .Holland kwam, hij, wat zijn
rechtsbewustzijn betreft, geen starre grens
behoefde te trekken tusschcn transacties
met handelsbanken of met hypotheekban
ken.
Tenslotte vraagt mr. Veth of er in be
paalde kringen in Finland sympathie voor
Liebermann is geweest.
Desk. antwoordt dat dit inderdaad zoo
is. Zoo heeft Liebermann's vrouw mede
lijden weten op te wekken, ook zag men
in zijn vlucht een tragedie. Men beschouw
de hem niet, zooals in de Hollandsche
kranten steeds naar voren is gebracht, als
de groote zwendelaar uit Oost-Europa, die
geheel Nederland er tusschen nam, docb
meer als do vreemdeling, die in handen
gevallen is van slechte West-Europeesche
elementen.
Mr. Reilingh, de officier, vraagt dan of
er in de Randstaten een wettelijk verbod
bestaat om hypotheken aan een hypotheek
bank te onttrekken.
Dr. Friedmann antwoordt, dat, voor zoo
ver hem bekend, de Randstaten zulk een
verbod niet kennen; volgens het Finsche
recht zeker niet.
De zitting wordt hierna tot twee uur ge
schorst. Dan is het woord aan het O.M.
Na de pauze is het woord aan het O. M.,
mr. G. Reilingh Wzn., voor het houden van
zijn requisitoir. Dit feit veroorzaakt een
merkbare opleving van de belangstelling,
de advocatenbanken zijn thans vrij dicht be
zet, terwijl de publieke tribune geheel is
gevuld.
Op de gereserveerde plaatsen merken wij
voorts op mrs. G. J. Salm en A. S. van
Nierop, die in het faillissement der „Veen-
dammer" als curatoren optraden. Ook zijn
aanwezig de getuigen Meynema, Möhring
en Spanjersberg.
Wat de zaak zelve betreft, wijst de offi
cier er op dat het denkbeeld, wat de prijs
bepaling van de „Veendammer" aandeelen
betreft, niet is uitgegaan van verdachte,
maar van vader en zoon Woltman. Dit is
een punt uit het eerste tijdperk der onder
handelingen, dat ten gunste van Lieber
mann pleit en dat hij niet onvermeld wil
laten. Echter heeft verd. later geweten dat
een millioen activa aan de „Veendammer"
zou worden onttrokken, zonder dat er een
tegenprestatie was.
Spr. komt dan tot het tweede tijdperk der
onderhandelingen. Op 10 Juni heeft toen
tusschen verd. en W. het onderhoud plaats
gehad, waarbij besloten werd den koopprijs,
op een ton na, geheel in activa te voldoen.
Voor spr. staat het vast, dat dit voorstel
van Liebermann is uitgegaan.
Kort na dit onderhoud in hotel Wiemar
heeft de heer Smits er op gewezen, dat
zulks niet aanging zonder behoorlijke te
genprestaties. En onmiddellijk antwoordde
toen Liebermann: „O, er is een borgtocht
van Van den Toorn!
Verd. heeft toen belastingbiljetten ge
toond en met deze feiten kan, naar spr.
meent, alleszins worden aangenomen dat
het voorstel van betaling van meer dan 2
millioen in activa van Liebermann afkom
stig was. Nu is de vraag: wist Liebermann
dat de toestand cler „Veendammer" reeds
lang niet meer rooskleurig was? Lieber
mann heeft de balans, die niet gunstig was,
geheel anders uitgelegd, met verd.'s oordeel
over verschillende posten is spr. het eens,
met dat over andere echter allerminst. Bij
de berekening van de baren der Bank had
hij absoluut niet het obligo mogen mee
rekenen.
Echter komt dan het kardinale punt: de
Beleggingmaatschappij „Noord-Holland",
waarin de „Veendammer" alle aandeelen
had en waaraan verd. een overwaarde
heeft toegekend van ruim een millioen
gulden. Verd. heeft alle mogelijke redenen
gehad om te veronderstellen, dat zulks to
taal onjuist was; zoo hebben de Woltmans
hom duidelijk gezegd, dat de Beleggings
maatschappij een stroppenmaatschappij
was. De Woltmans hebben Liebermann zeer
zeker een'gunstig beeld opgehangen van de
waarde der „Veendammer" in Juni 1927,
echter hebben zij van de Beleggingmaat
schappij geen enkel goed woord gezegd. Een
beroep van Liebermann op de overwaarde
in deze maatschappij gaat dan ook aller
minst op. En in zijn bekende „rondzend
brief" aan zijn medewerkers heeft verd.
duidelijk laten uitkomen dat er in de „Veen
dammer" eon kleine negen millioen activa
waren, tegen negen millioen passiva.
Dit doet wel de deur dicht
Verdachte wist dus dat het bedrag dor
passiva grooter was dan het bedrag der
activa en dat door onttrekking van activa
de belangen der pandbriefhouders ernstig
geschaad zouden worden.
Verd. beroept zich dan op een borgtocht
van den heer Van den Toorn, als zekerheid.
Van den Toorn zegt zelf dat er maar één
borgstelling is geweest., n.l. die onder het
kassierscontract; andere getuigen waren
niet gedecideerd in hun verklaringen betref
fende de borgtochtkwestie. Gedecideerd wa
ren alleen verdachte zelf en mr. Schür-
mann; echter staan hun verklaringen lijn
recht tegenover elkaar. Want mr. Schiir-
mann hield vol dat de borgtocht diende ten
behoeve der „Veendammer", terwijl Lieber
mann zegt dat de borgtocht was voor de
„Discontobank". Spr. wil niet absoluut ver
werpen, dat er een afzonderlijke borgstel
ling is geweest, doch als zij er is geweest,
he.eft zij waarschijnlijk dienst gedaan voor
eenige dagen. Spr. wijst er dan op, na de
geldelijke waarde d.ezer borgtocht in twij
fel te hebben getrokken, dat het bestaan er
van alleen van eenig belang zou zijn ge
weest indien deze borgstelling gekomen en
bleven ware in handen van het bestuur der
„Veendammer", en dat is niet geschied.
Ter verdere rechtvaardiging van zijn plan
nen beroept Liebermann zich op zijn plan
nen -betreffende de „Atlas Hypotheekbank".
Uitvoerig tracht spr. aan te toonen, mede
aan de hand van een desbetreffend rapport,
dat bij behandeling der zaak niet in het
debat is geweest, dat het Liebermann met
deze plannen geen ernst is geweest. Boven
dien waren do „Atlas"-plannen reeds weer
vroeg van de baan, gezien immers het feit,
dat half Juni 1927 reeds onderhandelingen
over den verkoop der „Veendammer" wer
den gevoerd met Schim van der Loeff.
Spr. zegt dan: in hoeverre mag de ver
dachte zich beroepen op de adviezen der
rechtsgeleerden? In dit verband merkt pl.
op. dat Liebermann meer wist van de Dis
contobank dan de advocaten zelf cn dat de
afspraak van betaling der aandeelen in
activa geheel buiten de raadsleden is om
gegaan. Maar overigens waren deze advo
caten niet zoozeer de adviseurs, maar zijn zij
meer de medewerkers in het slechte en het
afkeurenswaardig geweest.
Spr. acht het tenlastegelegde, wat de
hoofd transactie betreft, bewezen. Hij wijst
er op, dat Möhring door het Hof is ver
oordeeld cn hoe zeer spr. met Möhring
deernis heeft, moet hij toch opmerken dat
deze zich gemakkelijk liet overhalen. Het
beste lijkt het spr., Liebermann in de eer
ste plaats te vcroordeelen wegens m e d o-
pl e g e n van de door Möhring gepleegde
bedriegelijke bankbreuk, subs, voor uitlok
king daarvan. Spr. komt dan tot het ge
beurde na de groote transactie. Liebermann
is voortgegaan met het onttrekken van
waarden aun de „Veendammer" gedurende
de maanden Juni, Juli, Augustus, Septem
ber en October 1927. Wel heeft hij bedragen
teruggestort, hij deed dit echter om te zor
gen dat er geen schandaal kwam.
Spr. citeert verschillende uitlatingen van
Liebermann, waaruit valt op te maken dat
Liebermann al dat onttrokken geld als zijn
eigendom beschouwde en niet aan de be
langen der pandbriefhouders dacht.
Het sterkste bewijs, dat de belangen der
pandbriefhouders willens cn wetens wer
den benadeeld, ligt wel in het sluiten van
de contracten met Van Dam en Kok inzake
aflossing en overname van hypotheken der
„Veendammer Hier is nog sterker sprake
van bedriegelijke bankbreuk. Möhring is
van deze feiten door het Hof vrijgesproken,
maar spr. zou Liebermann te dezer zake
veroordeeld willen zien wegens medepïe
gen in het licht van de sedert het vorige
jaar aan den dag gekomen feiten. Spreker
brengt hierna het contract-Paardenkoopcr
ter sprake. Liebermann had moeten be
grijpen, zegt spr., dat dit contract niet uit
voerbaar was, te dier zake kan hij zich on
mogelijk op goede trouw beroepen. Ook
Paardenkooper was niet instaat, de „Veen
dammer" te redden en zeker niet in zes
maanden.
Tot de strafmaat komende wijst spr. er
op dat de wetgever, die op deze feiten een
maximum van zes jaren heeft gesteld, wel
nimmer heeft kunnen denken dat een der
gelijk misdrijf, als thans is gepleegd, ooit
zou kunnen plaats vinden. Zeker zou verd.
dan ook een straf van zes jaar verdienen
echter moet spr. het aandeel van verdachte
vergelijken met dat van de anderen. Wie
de hoofddader is geweest, Liebermann of
W. Sr. is moeilijk uit te maken. In elk ge
val staat vast dat het plan, om de prijs der
aandeelen geheel in activa te voldoen, van
Liebermann is uitgegaan. Bovendien heeft
W. de verdere totale afbraak van de Bank
niet kunnen voorzien, die komt op rekening
van dezen verdachte en hierdoor is zijn
aandeel zwaarder. Spreker zal echter re
kening houden met hetgeen door den psy-
chater dr. Overbeek en door den Finschen
rechtsgeleerde dr. Friedmann omtront den
persoon van Liebermann naar voren is
gebracht en ook wil spr. in aanmerking
nemen het feit dat Liebermann een zwaai'
jaar achter den rug heeft, waarin hij op
alle mogelijke manieren is afgeperst cn
geplunderd. Maar vooral wil spr. laten
gelden het feit dat Liebermann van het be
gin tot het einde der transacties is bijge
staan door menschen van allerlei ambten
en beroepen, die helaas niet strafrechtelijk
zijn te hereiken. Als die menschen andere
adviezen hadden gegeven, zou de ramp
niet zulk een omvang hebben aangenomen.
Onder groote spanning in de zaal eischte
de officier de veroordeeling van Lieber
mann tot drie jaar en zes maanden
gevangenisstraf, met aftrek van de preven
tieve hechtenis. Schijnbaar onbewogen
hoorde Liebermann dezen eisch aan.
De president schorste hierna de zitting
tot Woensdag a.s. Mr. Giltay Veth, de ver
dediger, zal dan zijn pleidooi houden.
ONZE RIJWIELNIJVERHEID IN 1928
Stijgende productie, dalende
prijzen
De Nederlandsclie rijwielindustrie is in
verband met het zeer belangrijke gebruik
aat de Nederlanders maken van het rijwiel
van beteekenis. Nu gegevens over 1928 ter
beschikking zijn gekomen daarover een en
kel woord.
De rijwielfabriekcn met een productie
van meer dan 500 rijwielen per jaar had
den einde 1928 in dienst 2432 personen, te
gen 1594 einde 1924.
De toeneming der productie ziet er aldus
uit: in 1921 63.500; in 1925 121.200, in 1926
152.400, in 1927 181.500 cn in 1028 205.200. De
toeneming van 1927 op 1928 bedraagt 16.4
pCt. De waarde van deze rijwielen met en
zonder banden bedroeg in 1928 10.764.700.
Het publiek interesseert zich uiteraard in
de eerste plaats voor den prijs van het rij
wiel, welnu, de door de fabrieken gemaakte
gemiddelde prijs voor een rijwiel met ban
den is in 1928, evenals in een aantal voor
afgaande jaren, wederom gedaald en be
draagt 52.90.
1-Ioe deze prijs jaar op jaar is gedeeld
blijkt uit het volgende overzicht: (fabrieks
prijzen).
jaar gem. prijs. jaar gem. prijs
1921 f 113.80 1925 62.60
1922 f 8S.90 1926 61.10
1923 75.40 1927 f 54.90
1924 69.40 1928 52.90
Tenslotte kan uit de cijfers betreffende de
rijwielfabricage en die nopens den in- en
uitvoer van frames het aantal in Nederland
vervaardigde rijwielen dat voor binnen- en
buitenlandsch verbruik ter beschikking is
gekomen benaoerd worden.
De cijfers luiden:
Jaar Rijwielen
1922 108.700 stuks
1923 112.700 stuks
1924 129.800 stuks.
1925 203.900 stuks.
1926 257.200 stuks.
1927 307.5(10 stuks.
1028 370.400 stuks
De stijging in deze aantallen is zéér be
langrijk.
De belangsttHing voor het stalen ros is
er dus wel en in toenemende mate.
EEN MAGNETISEUR.
De kantonrechter te Alkmaar heeft uit
spraak gedaan in de verzetzaak van J. F. v.
d. P. uit Amsterdam, die terecht had gestaan
terzake van het zonder noodzaak geneeskun
dig behandelen van twee patiënten te Lim-
men. Hij had geen geneesmiddelen toege
diend. De eisch was geweest ƒ300 of 200
dagen en ƒ200 of 100 dagen. De kantonrech
ter had hem destijds veroordeeld tot ƒ25 of
12 dagen en 10 of 10 dagen. Tegen dit von
nis, dat bij verstek was gewezen, was ver
dachte in verzet gekomen en op de vorige
zitting hield zijn verdediger, mr. Rits uit
Amsterdam, een uitvoerig pleidooi ten gun
ste van de zoogenaamde magnetiseurs.
Do kantonrechter heeft thans verdachte
veroordeeld zonder toepassing van straf, uit
overweging dat hij kan begrijpen, dat som
mige menschen van de geneeskracht van
een magnetiseur gebruik willen maken en
omdat verdachte in de onderhavige gevallen
zich had onthouden van het toedienen van
geneesmiddelen of het verrichten van han
delingen, die met het magnetisme niets te
maken hebben.
NEDERLAND IN DEN VREEMDE
De jaarlijltsche vergadering
te Boskoop
Zaterdag heeft de vereeniging Nederland
in den Vreemde haar jaarlijkscho vergade
ring to Boskoop gehouden. Om 10 uur ver
trok men per autobus van Leiden naarBós-
koop door het typische Hollandsche land
schap langs de molen van Rembrandt nabij
Koudekerk.
Om 11 uur is het gezelschap ontvangen
door het gemeentebestuur van Boskoop,
waarbij de burgemeester, de heer P. A. Co-
lijn, een rede hield.
De burgemeester wees er o.m. op, dat de
weinige welwillendheid, welke zich aan de
andere zijde van onze grens ten opzichte
van de Bosköopsche artikelen openbaart
voor het overgroote deel te wijten is aan het
protectionistisch streven, hetwelk zich over
al openbaart.
Hiertegen is voortdurende strijd noodig,
want op niet minder dan 30 landen drijft
Boskoop zijn handel. Deze handel is niet
van plaatselijke, maar van nationale betee
kenis.
De boomkweekerij wordt t'eeds meer dan
vier eeuwen te Boskoop beoefend. Zij ver
schaft bij een oppervlakte van 800 H.A. aan
7200 personen een bestaan, dit is zes maal
meer per H.A. dan in landbouwstreken het
geval is
Ten slotte riep de burgemeester den aan
wezigen dames cn heeren een hartelijk wel
kom toe en wenschte hun verder een pret-
tigen dag.
De voorzitter van de vereeniging, de heer
P. J. de Kanter, beantwoordde deze tcde.
Hierna heeft het gezelschap in groepen
ingedeeld onder deskundige leiding een be
zoek gebracht aan de verschillende boom-
kweekerijen.
Vervolgens is in hotel Klaassen de koffie
gebruikt.
Na afloop hiervan is in den tuin van dit
hotel de algemeene vergadering gehouden.
De voorzitter, de heer P. J. de Kanter,
sprak een kort openingswoord en wees er
op, dat de vereeniging zich geregeld blijft
uitbreiden. De vereeniging kan werken tot
verbetering van do verhouding tusschen de
volken. Met een enkel woord haalde hij de
Curaqaosche geschiedenis aan. Dan alleen
kan men met opgeheven hoofden verder
gaan, zoo zeide hij, wanneer maatregelen
worden getroffen, dat dergelijke incidenten
niet meer kunnen voorkomen. (Applaus).
Bij acclamatie zijn herkozen de heeren P.
J. de Kanter, dr. M. do Hartogh, dr. Joseph
Cuypers en F. K. J. Heringa.
Vervolgens is het gezelschap per boot
naar Gouda vertrokken, het gemeentebe
stuur heeft het daar ontvangen.
Hierna werden de gebrandschilderde
kerkramen van de groote kerk bezichtigd,
waarop men zich aan een maaltijd in hotel
de Zalm vereenigde.
LOTING VOOR DE MILITIE.
Wie voor de lichtingen 1930 en
1931 zullen loten..
De minister van Defensie heeft benoemd
in de commissie, bedoeld in art.' 10 tweede
lid der Dienstplichtwet, voor het houden
van de loting voor de lichtingen 1930 en
1931: tot lid, tevens voorzitter, den heer mr.
R. W. J. C. de Menthon Bake, raadsheer in
den Hoogen Raad, te 's Gravenhage; tot zijn
plaatsvervanger den heer mr. S. K. D. M.
van Lier, advocaat en notaris te 's Graven
hage; tot leden de heeren M. Belzer, gene-
raal-majoor, lid van het Hoog Militair Ge
rechtshof, te 's Gravenhage, cn Th. Sanders,
directeur van de Staatsloterij te 's Graven
hage; tot hun plaatsvervangers onderschei-
delijk den heer J. G. Leverland, gepension-
neerd generaal-majoor te 's Gravenhage, en
den heer P. de Ridder, oud-administrateur
ter gemeentesecretarie van Rotterdam, te
Rotterdam; tot secretaris den heer P. A.
Ravelli, hoofdcommies bij het departement
van Defensie, te 's Gravenhage, en tot ad
junct-secretaris den heer J. A. L. Vervloet,
boekhouder bij de Staatsloterij, te 's Gra
venhage.
DE ALKMAARSCHE STADSTRAM
VERDWIJNT.
Zaterdag a.s. de laatste rit.
In een gehouden algemeene vergadering
van de N.V. Alkmaarsche stadstram is tot
liquidatie van de vennootschap besloten. Tot
liquiditeur is benoemd de heer W. C. Bos
man.
Zaterdag a.s. zal de tram zijn laatsten rit
doen. Ten dienste van het stadsverkeer blijft
dan over de bus, die onlangs in dienst is ge
steld.
Onthoudt deze adressen
R. Berkenbosch
yoJIL'al voorheen C. J. Prins
Hofleverancier8'0011 "3eschuit- en Banketbakker
ütrechtscheweg 7. Tel. 891
Poelier
Krommestraat 7
Tel. 750
Lavendelstraat 11. TeL 949
Orgel-, Piano- en Muziekhandel
Atelier Serré
Utr. wog 40 Tel. 371
Fotohandel voor Amalenrs.
Lijsten.
J. VISSER
UtfR. WEG 55. TEL. 551.
Je adres voor fijne vleeschwaren
Het fijnste rook vleesch 20 cent per ons.
E. v. EIJKELENBORG
Leusderwep 107.
Kruidenierswaren Comestibles
Fijne vleesch waren
vind! U nergens goedkooper als bij ons
No 22 27 28 34 36 42
I 1.10 t 1.55 f 1.75
elk paar gegarandeerd.
Electro-Techni8ch* Bureau
Soesterweg 29 Tel. 680
Boter. Kaa3. Eieren, Ver. Zuivelfabriek
„Juliana Achterveld"
Voor plaatsen in deze
ADRES SENLIJST
viage men inlichtingen aan de admini stralie van het Amersfoortsch Dagbled.
TeL 513.
Leusderweg 93. Tel. 651.
Drogerijen en Chemicaliën.
Prima consumptie.
Billijke prijs.
Electrische piano. Gezellig zitje.
Aanbevelend J. v. SCHAICK.
Schoen- en Lederhandel
Annex Schoenmakerij