TEGEN VERDACHTE 31|2 JAAR GEEISCHT F. Bosman - Kamp 8 HET REQUISITOIR VAN HET 0. M. G. Drieënhuizen J. S. v. d. Werf Meubelen en Kinderwagens GYMNASTIEKSCHOENEN W, Steenbeek&Zn L™ïnlrn?'5'8 E. J. KRAUSE H. ZWAN, Hof 22 Drogisterij „DE ASPERIN" Bezoekt Café „De Oranjeboom" H. JEKEL Leusderweg 101 PROCES LIE BERM AN N In hoeverre mag Liebermann zich beroepen op juridische adviezen Medepïegen van bedriegelijke bankbreuk De zesde dag van het strafproces tegen Salomon Liebermann vangt onder weinig belangstelling aan met het verhoor van dr. H. Friedmann uit Helsingfors, den Fin- Bchen raadsman van den verdachte. Het verhoor geschiedt in de Duitsche taal, waarbij de heer de Jong als tolk fungeert Nadat dr. Friedmann den eed heeft afge legd als getuige en als deskundige, vraagt de verdediger, mr. Giltay Veth hem, of des kundige zijn meening kenbaar wil maken over de vraag, of bij Liebermann bij de geïn crimineerde transacties en handelingen pro ductieve bedoelingen hebben voorgezeten, of dat hij, wat mr. Veth noefnde, „den kant van roof wilde opgaan." Alvorens dezo vraag te beantwoorden, geeft deskundige een uitvoerige uiteenzet ting van het aandeel, dat hij in de organi satie van de verdediging heeft gehad. In .verband daarmede verklaarde dr. Fried mann, dat hij tenslotte zijn verschijnen toch noodzakelijk achtte, waar gebleken is, dat de Nederlandsclie advocaten, in wier ad vies Liebermann steeds vertrouwen heeft géhad, hem thans in den steek hebben ge laten. Dan tot de vraag van mr. Veth komende, wijst deskundige er op dat in Oost-Europa het geld duur is, met het gevolg dat men- schen uit die landen zich bij voorkeur naar het Westen en naar Amerika wenden. Lie bermann nu wenschte zaken met Amerika te doen en daarvoor had hij een Holland- schen handelsnaam noodig. Naar dr. Fried- mann's overtuiging heeft Liebermann niet van den aanvang af het plan gehad de Bank te plunderen. Van boos opzet is dan z. i. ook geen sprake. Ilierna vraagt mr. Giltay Veth aan des kundige of het z. i. objectief mogelijk was, dat Liebermann's plannen het uitleenen in Oost-Europa van in Amerika opgenomen geld voor verwezenlijking vatbaar waren en, subjectief gesproken, of Liebermann aan de mogelijkheid daarvan kon gelooven. Dr. Friedmann merkt op, dat het er voor Liebermann vooral op aankwam, of hij over machtige relaties beschikte. Desk. kan daar over niet oordeelen. Deskundige weet niet of verdachte in staat zou zijn goedkoop geld tot groote bedragen te verkrijgen, doch aan den anderen kant zou het zeker niet on mogelijk zijn het geld, waarover verdachte beschikte, tegpn liooge rente in Oost-Euro pa uit te zetten. Deskundige herinnert er voorts aan dat hij Liebermann herhaaldelijk in de gevangenis te Helsingfors heeft be zocht en hij heeft in zijn gesprekken met verd. den indruk gekregen, dat Liebermann zelf eerlijk overtuigd was van de verwezen lijking zijner plannen; zijn fantasie grens de bij tijden aan het waanzinnige. Op de verdere vraag van mr. Veth of uit de ver dere transacties van Liebermann diens aan- vankelijko bedoelingen kunnen worden afgeleid, antwoordt dr. Friedmann dat Lie bermann niet in staat is een behoorlijke conversatie te voeren of een behoorlijken brief te schrijven. Er is in zijn gedachten- gang absoluut geen methode. Zijn „ja" is nooit volkomen „ja", zijn „neen" geen „neen". Mr. Veth: „Geraakt Liebermann gemakke lijk onder invloed van anderen?" Deskundige beantwoordt deze vraag be vestigend; Liebermann lijdt aan den eenen kant aan een geweldige zelfoverschatting en aan den anderen kant heeft hij in ver band met zijn Russische mentaliteit al gauw een minderwaardigheidsgevoel, dat hem hoog doet opzien tegen menschen, die een hooggeplaatste positie, een titel e. d. hebben. Mr. Veth vraagt dan welken invloed de omstandigheid, dat Liebermann steeds door advocaten werd bijgestaan, op zijn handelingen kan hebben gehad. Desk. antwoordt dat een situatie, (dati rechtsgeleerden buiten schot blijven en de cliënt, die in vertrouwen op hen heeft ge-l handeld, alleen in staat van beschuldiging wordt gesteld; in Riga niet licht zou kun nen voorkomen. Het feit, dat men gehan deld heeft op advies van rechtsgeleerden, pleit daar zeer voor de goede trouw. Dr. Friedmann antwoordt voorts op een verdere vraag van mr. Veth, dat, toen Lie bermann naar .Holland kwam, hij, wat zijn rechtsbewustzijn betreft, geen starre grens behoefde te trekken tusschcn transacties met handelsbanken of met hypotheekban ken. Tenslotte vraagt mr. Veth of er in be paalde kringen in Finland sympathie voor Liebermann is geweest. Desk. antwoordt dat dit inderdaad zoo is. Zoo heeft Liebermann's vrouw mede lijden weten op te wekken, ook zag men in zijn vlucht een tragedie. Men beschouw de hem niet, zooals in de Hollandsche kranten steeds naar voren is gebracht, als de groote zwendelaar uit Oost-Europa, die geheel Nederland er tusschen nam, docb meer als do vreemdeling, die in handen gevallen is van slechte West-Europeesche elementen. Mr. Reilingh, de officier, vraagt dan of er in de Randstaten een wettelijk verbod bestaat om hypotheken aan een hypotheek bank te onttrekken. Dr. Friedmann antwoordt, dat, voor zoo ver hem bekend, de Randstaten zulk een verbod niet kennen; volgens het Finsche recht zeker niet. De zitting wordt hierna tot twee uur ge schorst. Dan is het woord aan het O.M. Na de pauze is het woord aan het O. M., mr. G. Reilingh Wzn., voor het houden van zijn requisitoir. Dit feit veroorzaakt een merkbare opleving van de belangstelling, de advocatenbanken zijn thans vrij dicht be zet, terwijl de publieke tribune geheel is gevuld. Op de gereserveerde plaatsen merken wij voorts op mrs. G. J. Salm en A. S. van Nierop, die in het faillissement der „Veen- dammer" als curatoren optraden. Ook zijn aanwezig de getuigen Meynema, Möhring en Spanjersberg. Wat de zaak zelve betreft, wijst de offi cier er op dat het denkbeeld, wat de prijs bepaling van de „Veendammer" aandeelen betreft, niet is uitgegaan van verdachte, maar van vader en zoon Woltman. Dit is een punt uit het eerste tijdperk der onder handelingen, dat ten gunste van Lieber mann pleit en dat hij niet onvermeld wil laten. Echter heeft verd. later geweten dat een millioen activa aan de „Veendammer" zou worden onttrokken, zonder dat er een tegenprestatie was. Spr. komt dan tot het tweede tijdperk der onderhandelingen. Op 10 Juni heeft toen tusschen verd. en W. het onderhoud plaats gehad, waarbij besloten werd den koopprijs, op een ton na, geheel in activa te voldoen. Voor spr. staat het vast, dat dit voorstel van Liebermann is uitgegaan. Kort na dit onderhoud in hotel Wiemar heeft de heer Smits er op gewezen, dat zulks niet aanging zonder behoorlijke te genprestaties. En onmiddellijk antwoordde toen Liebermann: „O, er is een borgtocht van Van den Toorn! Verd. heeft toen belastingbiljetten ge toond en met deze feiten kan, naar spr. meent, alleszins worden aangenomen dat het voorstel van betaling van meer dan 2 millioen in activa van Liebermann afkom stig was. Nu is de vraag: wist Liebermann dat de toestand cler „Veendammer" reeds lang niet meer rooskleurig was? Lieber mann heeft de balans, die niet gunstig was, geheel anders uitgelegd, met verd.'s oordeel over verschillende posten is spr. het eens, met dat over andere echter allerminst. Bij de berekening van de baren der Bank had hij absoluut niet het obligo mogen mee rekenen. Echter komt dan het kardinale punt: de Beleggingmaatschappij „Noord-Holland", waarin de „Veendammer" alle aandeelen had en waaraan verd. een overwaarde heeft toegekend van ruim een millioen gulden. Verd. heeft alle mogelijke redenen gehad om te veronderstellen, dat zulks to taal onjuist was; zoo hebben de Woltmans hom duidelijk gezegd, dat de Beleggings maatschappij een stroppenmaatschappij was. De Woltmans hebben Liebermann zeer zeker een'gunstig beeld opgehangen van de waarde der „Veendammer" in Juni 1927, echter hebben zij van de Beleggingmaat schappij geen enkel goed woord gezegd. Een beroep van Liebermann op de overwaarde in deze maatschappij gaat dan ook aller minst op. En in zijn bekende „rondzend brief" aan zijn medewerkers heeft verd. duidelijk laten uitkomen dat er in de „Veen dammer" eon kleine negen millioen activa waren, tegen negen millioen passiva. Dit doet wel de deur dicht Verdachte wist dus dat het bedrag dor passiva grooter was dan het bedrag der activa en dat door onttrekking van activa de belangen der pandbriefhouders ernstig geschaad zouden worden. Verd. beroept zich dan op een borgtocht van den heer Van den Toorn, als zekerheid. Van den Toorn zegt zelf dat er maar één borgstelling is geweest., n.l. die onder het kassierscontract; andere getuigen waren niet gedecideerd in hun verklaringen betref fende de borgtochtkwestie. Gedecideerd wa ren alleen verdachte zelf en mr. Schür- mann; echter staan hun verklaringen lijn recht tegenover elkaar. Want mr. Schiir- mann hield vol dat de borgtocht diende ten behoeve der „Veendammer", terwijl Lieber mann zegt dat de borgtocht was voor de „Discontobank". Spr. wil niet absoluut ver werpen, dat er een afzonderlijke borgstel ling is geweest, doch als zij er is geweest, he.eft zij waarschijnlijk dienst gedaan voor eenige dagen. Spr. wijst er dan op, na de geldelijke waarde d.ezer borgtocht in twij fel te hebben getrokken, dat het bestaan er van alleen van eenig belang zou zijn ge weest indien deze borgstelling gekomen en bleven ware in handen van het bestuur der „Veendammer", en dat is niet geschied. Ter verdere rechtvaardiging van zijn plan nen beroept Liebermann zich op zijn plan nen -betreffende de „Atlas Hypotheekbank". Uitvoerig tracht spr. aan te toonen, mede aan de hand van een desbetreffend rapport, dat bij behandeling der zaak niet in het debat is geweest, dat het Liebermann met deze plannen geen ernst is geweest. Boven dien waren do „Atlas"-plannen reeds weer vroeg van de baan, gezien immers het feit, dat half Juni 1927 reeds onderhandelingen over den verkoop der „Veendammer" wer den gevoerd met Schim van der Loeff. Spr. zegt dan: in hoeverre mag de ver dachte zich beroepen op de adviezen der rechtsgeleerden? In dit verband merkt pl. op. dat Liebermann meer wist van de Dis contobank dan de advocaten zelf cn dat de afspraak van betaling der aandeelen in activa geheel buiten de raadsleden is om gegaan. Maar overigens waren deze advo caten niet zoozeer de adviseurs, maar zijn zij meer de medewerkers in het slechte en het afkeurenswaardig geweest. Spr. acht het tenlastegelegde, wat de hoofd transactie betreft, bewezen. Hij wijst er op, dat Möhring door het Hof is ver oordeeld cn hoe zeer spr. met Möhring deernis heeft, moet hij toch opmerken dat deze zich gemakkelijk liet overhalen. Het beste lijkt het spr., Liebermann in de eer ste plaats te vcroordeelen wegens m e d o- pl e g e n van de door Möhring gepleegde bedriegelijke bankbreuk, subs, voor uitlok king daarvan. Spr. komt dan tot het ge beurde na de groote transactie. Liebermann is voortgegaan met het onttrekken van waarden aun de „Veendammer" gedurende de maanden Juni, Juli, Augustus, Septem ber en October 1927. Wel heeft hij bedragen teruggestort, hij deed dit echter om te zor gen dat er geen schandaal kwam. Spr. citeert verschillende uitlatingen van Liebermann, waaruit valt op te maken dat Liebermann al dat onttrokken geld als zijn eigendom beschouwde en niet aan de be langen der pandbriefhouders dacht. Het sterkste bewijs, dat de belangen der pandbriefhouders willens cn wetens wer den benadeeld, ligt wel in het sluiten van de contracten met Van Dam en Kok inzake aflossing en overname van hypotheken der „Veendammer Hier is nog sterker sprake van bedriegelijke bankbreuk. Möhring is van deze feiten door het Hof vrijgesproken, maar spr. zou Liebermann te dezer zake veroordeeld willen zien wegens medepïe gen in het licht van de sedert het vorige jaar aan den dag gekomen feiten. Spreker brengt hierna het contract-Paardenkoopcr ter sprake. Liebermann had moeten be grijpen, zegt spr., dat dit contract niet uit voerbaar was, te dier zake kan hij zich on mogelijk op goede trouw beroepen. Ook Paardenkooper was niet instaat, de „Veen dammer" te redden en zeker niet in zes maanden. Tot de strafmaat komende wijst spr. er op dat de wetgever, die op deze feiten een maximum van zes jaren heeft gesteld, wel nimmer heeft kunnen denken dat een der gelijk misdrijf, als thans is gepleegd, ooit zou kunnen plaats vinden. Zeker zou verd. dan ook een straf van zes jaar verdienen echter moet spr. het aandeel van verdachte vergelijken met dat van de anderen. Wie de hoofddader is geweest, Liebermann of W. Sr. is moeilijk uit te maken. In elk ge val staat vast dat het plan, om de prijs der aandeelen geheel in activa te voldoen, van Liebermann is uitgegaan. Bovendien heeft W. de verdere totale afbraak van de Bank niet kunnen voorzien, die komt op rekening van dezen verdachte en hierdoor is zijn aandeel zwaarder. Spreker zal echter re kening houden met hetgeen door den psy- chater dr. Overbeek en door den Finschen rechtsgeleerde dr. Friedmann omtront den persoon van Liebermann naar voren is gebracht en ook wil spr. in aanmerking nemen het feit dat Liebermann een zwaai' jaar achter den rug heeft, waarin hij op alle mogelijke manieren is afgeperst cn geplunderd. Maar vooral wil spr. laten gelden het feit dat Liebermann van het be gin tot het einde der transacties is bijge staan door menschen van allerlei ambten en beroepen, die helaas niet strafrechtelijk zijn te hereiken. Als die menschen andere adviezen hadden gegeven, zou de ramp niet zulk een omvang hebben aangenomen. Onder groote spanning in de zaal eischte de officier de veroordeeling van Lieber mann tot drie jaar en zes maanden gevangenisstraf, met aftrek van de preven tieve hechtenis. Schijnbaar onbewogen hoorde Liebermann dezen eisch aan. De president schorste hierna de zitting tot Woensdag a.s. Mr. Giltay Veth, de ver dediger, zal dan zijn pleidooi houden. ONZE RIJWIELNIJVERHEID IN 1928 Stijgende productie, dalende prijzen De Nederlandsclie rijwielindustrie is in verband met het zeer belangrijke gebruik aat de Nederlanders maken van het rijwiel van beteekenis. Nu gegevens over 1928 ter beschikking zijn gekomen daarover een en kel woord. De rijwielfabriekcn met een productie van meer dan 500 rijwielen per jaar had den einde 1928 in dienst 2432 personen, te gen 1594 einde 1924. De toeneming der productie ziet er aldus uit: in 1921 63.500; in 1925 121.200, in 1926 152.400, in 1927 181.500 cn in 1028 205.200. De toeneming van 1927 op 1928 bedraagt 16.4 pCt. De waarde van deze rijwielen met en zonder banden bedroeg in 1928 10.764.700. Het publiek interesseert zich uiteraard in de eerste plaats voor den prijs van het rij wiel, welnu, de door de fabrieken gemaakte gemiddelde prijs voor een rijwiel met ban den is in 1928, evenals in een aantal voor afgaande jaren, wederom gedaald en be draagt 52.90. 1-Ioe deze prijs jaar op jaar is gedeeld blijkt uit het volgende overzicht: (fabrieks prijzen). jaar gem. prijs. jaar gem. prijs 1921 f 113.80 1925 62.60 1922 f 8S.90 1926 61.10 1923 75.40 1927 f 54.90 1924 69.40 1928 52.90 Tenslotte kan uit de cijfers betreffende de rijwielfabricage en die nopens den in- en uitvoer van frames het aantal in Nederland vervaardigde rijwielen dat voor binnen- en buitenlandsch verbruik ter beschikking is gekomen benaoerd worden. De cijfers luiden: Jaar Rijwielen 1922 108.700 stuks 1923 112.700 stuks 1924 129.800 stuks. 1925 203.900 stuks. 1926 257.200 stuks. 1927 307.5(10 stuks. 1028 370.400 stuks De stijging in deze aantallen is zéér be langrijk. De belangsttHing voor het stalen ros is er dus wel en in toenemende mate. EEN MAGNETISEUR. De kantonrechter te Alkmaar heeft uit spraak gedaan in de verzetzaak van J. F. v. d. P. uit Amsterdam, die terecht had gestaan terzake van het zonder noodzaak geneeskun dig behandelen van twee patiënten te Lim- men. Hij had geen geneesmiddelen toege diend. De eisch was geweest ƒ300 of 200 dagen en ƒ200 of 100 dagen. De kantonrech ter had hem destijds veroordeeld tot ƒ25 of 12 dagen en 10 of 10 dagen. Tegen dit von nis, dat bij verstek was gewezen, was ver dachte in verzet gekomen en op de vorige zitting hield zijn verdediger, mr. Rits uit Amsterdam, een uitvoerig pleidooi ten gun ste van de zoogenaamde magnetiseurs. Do kantonrechter heeft thans verdachte veroordeeld zonder toepassing van straf, uit overweging dat hij kan begrijpen, dat som mige menschen van de geneeskracht van een magnetiseur gebruik willen maken en omdat verdachte in de onderhavige gevallen zich had onthouden van het toedienen van geneesmiddelen of het verrichten van han delingen, die met het magnetisme niets te maken hebben. NEDERLAND IN DEN VREEMDE De jaarlijltsche vergadering te Boskoop Zaterdag heeft de vereeniging Nederland in den Vreemde haar jaarlijkscho vergade ring to Boskoop gehouden. Om 10 uur ver trok men per autobus van Leiden naarBós- koop door het typische Hollandsche land schap langs de molen van Rembrandt nabij Koudekerk. Om 11 uur is het gezelschap ontvangen door het gemeentebestuur van Boskoop, waarbij de burgemeester, de heer P. A. Co- lijn, een rede hield. De burgemeester wees er o.m. op, dat de weinige welwillendheid, welke zich aan de andere zijde van onze grens ten opzichte van de Bosköopsche artikelen openbaart voor het overgroote deel te wijten is aan het protectionistisch streven, hetwelk zich over al openbaart. Hiertegen is voortdurende strijd noodig, want op niet minder dan 30 landen drijft Boskoop zijn handel. Deze handel is niet van plaatselijke, maar van nationale betee kenis. De boomkweekerij wordt t'eeds meer dan vier eeuwen te Boskoop beoefend. Zij ver schaft bij een oppervlakte van 800 H.A. aan 7200 personen een bestaan, dit is zes maal meer per H.A. dan in landbouwstreken het geval is Ten slotte riep de burgemeester den aan wezigen dames cn heeren een hartelijk wel kom toe en wenschte hun verder een pret- tigen dag. De voorzitter van de vereeniging, de heer P. J. de Kanter, beantwoordde deze tcde. Hierna heeft het gezelschap in groepen ingedeeld onder deskundige leiding een be zoek gebracht aan de verschillende boom- kweekerijen. Vervolgens is in hotel Klaassen de koffie gebruikt. Na afloop hiervan is in den tuin van dit hotel de algemeene vergadering gehouden. De voorzitter, de heer P. J. de Kanter, sprak een kort openingswoord en wees er op, dat de vereeniging zich geregeld blijft uitbreiden. De vereeniging kan werken tot verbetering van do verhouding tusschen de volken. Met een enkel woord haalde hij de Curaqaosche geschiedenis aan. Dan alleen kan men met opgeheven hoofden verder gaan, zoo zeide hij, wanneer maatregelen worden getroffen, dat dergelijke incidenten niet meer kunnen voorkomen. (Applaus). Bij acclamatie zijn herkozen de heeren P. J. de Kanter, dr. M. do Hartogh, dr. Joseph Cuypers en F. K. J. Heringa. Vervolgens is het gezelschap per boot naar Gouda vertrokken, het gemeentebe stuur heeft het daar ontvangen. Hierna werden de gebrandschilderde kerkramen van de groote kerk bezichtigd, waarop men zich aan een maaltijd in hotel de Zalm vereenigde. LOTING VOOR DE MILITIE. Wie voor de lichtingen 1930 en 1931 zullen loten.. De minister van Defensie heeft benoemd in de commissie, bedoeld in art.' 10 tweede lid der Dienstplichtwet, voor het houden van de loting voor de lichtingen 1930 en 1931: tot lid, tevens voorzitter, den heer mr. R. W. J. C. de Menthon Bake, raadsheer in den Hoogen Raad, te 's Gravenhage; tot zijn plaatsvervanger den heer mr. S. K. D. M. van Lier, advocaat en notaris te 's Graven hage; tot leden de heeren M. Belzer, gene- raal-majoor, lid van het Hoog Militair Ge rechtshof, te 's Gravenhage, cn Th. Sanders, directeur van de Staatsloterij te 's Graven hage; tot hun plaatsvervangers onderschei- delijk den heer J. G. Leverland, gepension- neerd generaal-majoor te 's Gravenhage, en den heer P. de Ridder, oud-administrateur ter gemeentesecretarie van Rotterdam, te Rotterdam; tot secretaris den heer P. A. Ravelli, hoofdcommies bij het departement van Defensie, te 's Gravenhage, en tot ad junct-secretaris den heer J. A. L. Vervloet, boekhouder bij de Staatsloterij, te 's Gra venhage. DE ALKMAARSCHE STADSTRAM VERDWIJNT. Zaterdag a.s. de laatste rit. In een gehouden algemeene vergadering van de N.V. Alkmaarsche stadstram is tot liquidatie van de vennootschap besloten. Tot liquiditeur is benoemd de heer W. C. Bos man. Zaterdag a.s. zal de tram zijn laatsten rit doen. Ten dienste van het stadsverkeer blijft dan over de bus, die onlangs in dienst is ge steld. Onthoudt deze adressen R. Berkenbosch yoJIL'al voorheen C. J. Prins Hofleverancier8'0011 "3eschuit- en Banketbakker ütrechtscheweg 7. Tel. 891 Poelier Krommestraat 7 Tel. 750 Lavendelstraat 11. TeL 949 Orgel-, Piano- en Muziekhandel Atelier Serré Utr. wog 40 Tel. 371 Fotohandel voor Amalenrs. Lijsten. J. VISSER UtfR. WEG 55. TEL. 551. Je adres voor fijne vleeschwaren Het fijnste rook vleesch 20 cent per ons. E. v. EIJKELENBORG Leusderwep 107. Kruidenierswaren Comestibles Fijne vleesch waren vind! U nergens goedkooper als bij ons No 22 27 28 34 36 42 I 1.10 t 1.55 f 1.75 elk paar gegarandeerd. Electro-Techni8ch* Bureau Soesterweg 29 Tel. 680 Boter. Kaa3. Eieren, Ver. Zuivelfabriek „Juliana Achterveld" Voor plaatsen in deze ADRES SENLIJST viage men inlichtingen aan de admini stralie van het Amersfoortsch Dagbled. TeL 513. Leusderweg 93. Tel. 651. Drogerijen en Chemicaliën. Prima consumptie. Billijke prijs. Electrische piano. Gezellig zitje. Aanbevelend J. v. SCHAICK. Schoen- en Lederhandel Annex Schoenmakerij

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 7