WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn.
Gewas 1924 St. Emilion f 1.40 f 56.-
EEN WERKZAAM LEVEN AFGESNEDEN
D00DEMANS ROTS.
DE HEER H. DE WILDE
OVERLEDEN
INTERPELLATIE-COLIJN
CLEMENTE EISCH TEGEN
MAGNETISEUR
UTR.STRAAT 17 - Gevestigd 1878
- TELEFOON 145
,L'Hirondelle' - W. K. VAN ROSSVM
WEER EEN AUTO IN DE
BLAAK
FRANSCHE PERSSTEM
LUIT.
EVERTS' GRAF BIJ
BAGDAD
De schrijver van standaardivcrk
over de A. R. Partij
8Y2 jaar wethouder
van den Haag
Op 75-jarigen leeftijd is te s-Gravenhage
overleden de heer II. de Wilde, oud-wethou
der van Den Haag, oud-lid der Provinciale
Staten en Gedep. Staten van Zuid-Holland,
oud-voorzitter van het provinciaal comité
van anti-rev. kiesvereenigingen in Zuid-
Holland.
De overledene werd 15 Dec. 1853 te Tho-
Ien geboren en begon op 30-jarigen leeftijd
zijn politieke loopbaan als journalist. Het
eerste openbare optreden van den heer De
Wilde viel in 187S in de dagen van het
volkspetitionnement. Zijn eerste artikelen
als journalist publiceerde hij in het Nieuws-
en Advertentieblad voor Goes, waaruit la
ter het Anti-Rev. dagblad De Zeeuw gebo
ren werd.
De heer De Wilde, die behoorde tot hen
die in 1879 de eerste Deputatenvergadering
meemaakten, was mede een der oprichters
.van de afd. van Patrimonium in Goes.
In 1SS3 ving de ontslapene zijn journalis
tieke loopbaan aan als redacteur van de
Oranjevaan, aldus het Vaderl.
De heer De Wilde was secretaris van het
Prov. comité der A.-R. Partij in Utrecht.
Na Utrecht bewerkte de heer De Wilde met
zijn groote propagandistische kracht de pro
vincie Gelderland.
In 1890 kwam de ontslapene naar 's Gra-
venhage, waar hij naast wijlen dr. W. G.
Sraitt optrad als redacteur van De Bood
schapper, later van De Hollander. In laatst-
genoemd jaar volgde hij den heer J. C. Fa-
bius, den lateren inspecteur van het Lager
Onderwijs, als Kameroverzichtschrijver van
De Standaard op, wat hij tot 1907 bleef en
waarin hij ook gaarne gelezen Haagsche
brieven schreef.
In Zuid-Holland was de heer De Wilde
mede een der oprichters van het Prov.
comité der A.-R. Partij, dat hij van 191S tot
bijkans aan zijn dood als voorzitter heeft
gediend.
De heer De Wilde was de eerste A.-R. die
voor het district Middelharnis zitting nam
in de Prov. Staten van Zuid-Holland. Een
jaar tevoren kreeg hij ook zitting in den
gemeenteraad, waar hij de A.-R. Kiesver-
eeniging van 18911907 als secretaris en
tot voor enkele jaren als voorzitter diende.
In Nov. 1907 koos de Raad hem als wet
houder.
In de Prov. Staten heeft de heer De Wilde
zich bijzonder geïnteresseerd voor de vraag
stukken van vakonderwijs en krankzinni
genwezen.
De heer De Wilde, die met bijkans alge-
meene stemmen in 1907 als vijfde wethou
der gekozen werd, zag zich de portefeuille
van sociale zaken toegewezen.
We mogen hier allereerst memoreeren
het werkliedenreglement voor het gemeente-
personeel, dat het vaderschap van den ont
slapene draagt. In zijn 814-jarig wethouder
schap kwamen ook de reorganisatie der
Gemeentereiniging, de nieuwe pensiocnver-
ordening, het ambtenarenreglement, de
Eerste Hulpdienst, de geneeskundige Ar
menzorg, de decentralisatie van de Bank
van Leening, de bouw van een tweede zie
kenhuis, de vuilverbranding en de ontsmet-
tingsdienst tot stand.
Verder mag hier herinnerd worden aan
den arbeid van den heer De Wilde in het
Steuncomité 1914 en voor de onbehuisden,
die nu in de Kessler-stichting een tehuis
hebben, dat in Europa eenig in zijn soort is.
Wethouder De Wilde bracht eenheid in de
behandeling van de sociale aangelegenhe
den met den wethouder als trait d'union
tusschen gemeente en Arbeidsbeurs, Werk
loosheidsfonds, Steuncomité, enz.
Als ambtenaar van den Burgerlijken
Stand schreef de overledene H. K. H. Prin
ses Juliana in de geboorteregisters onzer
gemeente.
In Juli 1916 kozen de Prov. Staten van
Zuid-Holland, waarin de overledene bijkans
28 jaar zitting had tot 1919 voor het
district Middelharnis en nadien voor 's Gra-
venhage den heer De Wilde tot lid van
het college van Ged. Staten, zulks als op
volger van wijlen den heer H. Ch. Vegtel.
Als gedeputeerde heeft de heer De Wilde
zich eveneens zeer verdienstelijk gemaakt
voor het vakonderwijs, het krankzinnigen
wezen en het 1 Jan. 1917 van kracht ge
worden werkliedenreglement.
Ook heeft de ontslapene zich op zooveel
ander gebied verdienstelijk gemaakt. Voor
Patrimonium was hij een zeer overtuigd
verdediger, vooral toen de scheuring ont
stond, waaruit een afd. van den Chr. Nat.
Werkmansbond geboren werd. Tal van jaren
was hij ook voorzitter van de commissie
van beheer der ongedeelde Ger. kerk. al
hier. Onder zijn presidium verrezen Noor-
der- en Nieuwe Zuiderkerk. De ontslapene
was bestuurslid van de Chr. Kweekschool
en van 19081914 cn van 19171928 voor
zitter van de vereeniging De Elout v. Soe-
terwoudeschool. Verder bekleedde hij het
voorzitterschap van de Staatscommissie
voor de Rijkswerklieden cn van de Huur-
commissie, terwijl hij deel uitmaakte van
de commissie voor de gem. studiebeurzen
cn van die voor de Rijksbeurzen.
De heer De Wilde is de schrijver van het
populaire standaardwerk „De A.-R. partij
en haar program van beginselen", een
boek dat reeds 6 drukken beleefde. Verdei
verschenen van zijn hand behalve tal van
brochures en kleinere geschriften „Niet af
geweken", een geschrift, waarin Kuyper's
werk aan Groen's beginselen werden ge
toetst cn „dr. A. Ivuyper in zijn beteekenis
voor de politieke ontwikkeling van het Ned.
volk", dat. drie drukken beleefde. Zijn
jongste geschrift, nog maar kort geleden
verschenen, is getiteld „Om de vrijheid" en
kan een populaire studie worden genoemd
over art. 36 der Ned. Geloofsbelijdenis.
De heer De Wilde was ridder in de orde
van den Ned. Leeuw en in de orde van
Oranje-Nassau.
Tot op lioogen ouderdom is de heer De
Wilde, die bij gelegenheid van zijn 70sten
verjaardag door vriend cn tegenstander op
hartelijke wijze is gehuldigd, frisch cn
krachtig gebleven.
Een ernstige kwaal, waarvoor hij tever
geefs in het buitonland genezing zocht,
heeft hem nu in betrekkelijk korten tijd ten
grave gesleept.
De begrafenis van het stoffelijk over
schot zal a s. Vrijdag geschieden in het fa
miliegraf op Nieuw Eik cn Duinen. De
stoet vertrekt on» half twaalf uur van het
woonhuis aan de Valkenboschlaan. Over
eenkomstig den wensch van den heer Do
Wilde zullen aan het graf geen toespraken
worden gehouden. Alleen zal dr. K. Dijk te
voren aan het sterfhuis een rouwdienst
leiden.
De Eerste Kamer staat een inters
pellatie toe op morgens
ochtend
De kwestie in Curacao
Hedenmiddag vergaderde de Eerste Ka
mer.
De heer Colijn (A.R.) vraagt in verband
met de mededeelingon van de Regeering
aan de pers over de gebeurtenissen op Cura
cao en in verband met het antwoord, dat de
Regeering heden gegeven heeft op sprekers
schriftelijke vragen, mondeling nadere in
lichtingen aan de Regeering te mogen vra
gen
De heer Men dels (S.D.) had bezwaren
tegen het toestaan daarvan, op grond dat
de Kamer nog geen kennis heeft kunnen
nemen van het schriftelijk antwoord op de
vragen van den heer Colijn
De Voorzitter deelt mede, dat het
antwoord van de Regeering den leden zou
bereiken tegen 3 uur.
De heer de Vos van S t e e n w ij k (C.
H.) merkte op, dat de interpellatie ook zou
kunnen gaan over andere zaken dan in het
antwoord zijn vermeld en drong aan op
het toestaan der interpellatie.
Deze wordt daarna zonder stemming
toegestaan en zal morgen te 11 uur wor
den gehouden.
Vele patiënten vonden bij zijn bes
handeling baat
Een principieele kwestie
Voor het Amsterdamsche Gerechtshof
heeft terechtgestaan een magnetiseur uit
Haarlem, wien te laste was gelegd dat hij
in deze gemeente, zonder te zijn toegelaten
tot de uitoefening van de geneeskunst,
buiten noodzaak het beroep van genees
kundige als bedrijf heeft uitgeoefend, al
thans geneeskundigen raad of hijstand
heeft verleend.
Te dier zake was \erd. op 1 Augustus
door het Kantongerecht te Haarlem ver
oordeeld tot twee maal f 300.boete, subs.
2 maal 10 dagen hechtenis; 13 December
d.a.v. maakte de Haarlemsche Rechtbank
er 2 maal f 30 of twee maal 10 dagen van.
Hierna hield de Iïooge Raad zich met deze
kwestie onledig cn dit hoogste rechtscol
lege verwees de zaak naar het Amster
damsche Gerechtshof.
Verd. verklaarde op vragen van presi
dent mr. Smit dat hij de mcnschcn, die
met hun kwalen en kwaaltjes bij hem
komen, nooit de inllusie bijbrengt, dat hij
hen genezen zal, hij kan hun alleen rust
geven en dat zegt lnj hun dan ook voor
uit.
Een vrouw, die aan de maag sukkelde
cn ondanks de behandeling van haar dok
ter niet beter was geworden, verklaarde
—als getuige gehoord dat zij bij den
magnetiseur baat had gevonden voor haar
kwaal. Zoo verklaarde ook een 19-jarig
meisje, dat last had van hoofdpijn en
hartkloppingen. Beide getuigen deelden
mede dat verd. hen niet over genezen had
gesproken, ook had er geen onderzoek
plaats gehad, maar verd. was alleen afge
gaan op hun verklaringen. Beide vrouwen
hadden zich op een rustbank moeten uit
strekken cn verd. had toen zijn handen
boven hun lichaam bewogen zonder hen
aan te raken.
De advocaat-generaal, mr. A. baron Van
Harinxma thoe Slooten, was van meening
dat de behandeling, door verd. aange
wend, wel degelijk geneeskundigen bij
stand kan worden genoomd. Bij de pa
tiënten toch heeft het bewustzijn voocge-.
zeten, dat ze genezen zouden worden. "Ton
gunste van verd pleit echter dat hij
slechts een gering honorarium twee
kwartjes of een gulden per behandeling
berekende en het feit voorts, dat de pa-
tienten baat gevonden hebben, wijst er op
dat het hier een serieus geval betreft en
niet ecu van oplichterij. Dat alles recht
vaardigt een minder strenge toepassing
van straf. Spr. eischte vernietiging van
het vonnis van het kantongerecht en ver
oordeeling van verd. tot 2 maal f 30 boe
te, subs. 2 maal 10 dagen, overeenkomstig
het vonnis der Haarlemsche Rechtbank.
De verdediger, mr. Groen uit Haarlem,
wees er op dat het hier een principieele
kwestie betreft; verd. toch meent, dat de
feiten, zooals ze door hem zijn begaan,
niet strafbaar zijn en dus vrijspraak zal
moeten volgen. PI. betoogde dat de Hooge
Raad onder geneeskundigen bijstand het
bewerkstelligen van genezing verstaat en
daarvan is in het onderhavige geval geen
sprake. De strekking van verd.s handelin
gen is dat hij door zijn uitstralende
kracht, welke hij put uit natuurlijke ga
ven, zijn patiënten verlichting brengt in
hun lijden, zonder hen echter te genezen.
Dat is de taak van den geneesheer cn
verd. geeft zich daar allerminst voor uit.
PI. concludeerde tot vrijspraak.
Uitspraak 27 Juni as.
Naar het Engelsch van
A. T. QUILLER-COUCH.
EERSTE DEEL.
Eet zoeken naar den grooten Robijn.
HOOFDSTUK I.
Het zonderlinge tostament van mijn groot*
vader Amos Trenoweth.
Welke aanspraak dit verhaal ook moge
maken op de aandacht des lezers, aan
schoonheid van stijl of beschrijving kan
die niet worden toegeschreven. Het is een
eenvoudig verhaal, eenvoudig meegedeeld;
mij dunkt dat het verschrikkelijke der
feiten geen opsiering noodig had. Ik, Jas
per Trenoweth kan geen aanspraak ma
ken als een weldoener der lezers be
schouwd te worden, zooals zoo menig
schrijver. Maar ik, Jasper Trenoweth,
ben zoo vrij te veronderstellen dat mijn ge
schiedenis niet zonder belangstelling ge
lezen zal worden en dat wel om twee
redenen. Het behelst het laatste hoofdstuk
(de hemel geve dat het het laatste mag
wezen) van de lotgevallen van een zeer
merkwaardigen edelsteen, niet meer of
minder dan de Groote Robijn van Ceylon;
en het licht ten minste gedeeltelijk den
sluier op, waarachter eenige jaren een
zeker geheim der zee verborgen is geweest.
Wat de moraal betreft, die moet de lezer
zelf zoeken in hetgeen volgt.
Om u alles duidelijk te maken moet ik
meer dan een halve eeuw teruggaan en
beginnen met het zonderlinge en onver
klaarbare testament, gemaakt in het jaar
onzes Heeren 1837 door mijn grootvader
Amos Trenoweth. uil I.antrig in het graaf
schap Cornwallis. De ude hofstede, de be
zitting der Trenoweth's. zoo lang men zich
heugt het erfdeel der familie en misschien
nog wel langer, bevindt zich op eenige mij
len ten N.W. van Kaap Lizard, onvoldoen
de beschut voor de windvlagen van den
Atlantischcn Oceaan door een haag van
tamarisken, op de noordelijke punt van
een kleinen, zandigen inham, vroeger door
smokkelaars onveilig gemaakt, maar nu
bezocht door de vreedzame visschers van
Polkimbra. In mijn grootvaders tijd echter,
indien de verhalen ten minste waarheid
bevatten, werd er "s nachts een groote hoe
veelheid cognac en kostbare kant aange
voerd, die in de kelders en magazijnen van
Lantrig verdwenen. Er loopt zelfs een ver
haal (voor de waarheid kan ik niet instaan)
van een strijd tusschen mijn grootvaders
logger en een zeker schip tegen den smok
kelhandel, en van een schot van een on
bekende, dat den ambtenaar in het hart
trof. Maar dit geheele verhaal is in een
geheimzinnig waas gehuld; ik zou er dan
ook geen melding van maken wanneer het
niet eenig licht wierp op het plotseling
verdwijnen van mijn grootvader, niet lang
daarna.
Waar hij naar toe is gegaan, weet nie
mand met zekerheid te zeggen. Sommigen
zeggen dat hij deel nam aan den strijd te
gen de Franschen; maar toen hij twintig
jaar later plotseling terugkwam sprak hij
weinig van gevechten op zee, of eigenlijk
hij sprak nergens van en niemand durfde
hern veel vragen te doen, want toen hij
terugkwam was hij een ernstig en stil
zwijg' nd man geworden, men zou zei','en
niet rijk, maar ook zonder behoefte of ver
langen naar rijkdom, en 111 ieder gevnj
niet geneigd om zijn vertrouwen aan de
menschen te geven. Zijn vader was in dien
tusschen tijd overleden, daardoor kwarn hij
rustig in het bezit van de hoeve, zorgde
voor zijn zwakke moeder met de grooistf
oplettendheid en trouwd-j na haar dood met
een dochter der Triggs. uit Mullyon. Uit
dat huwelijk werd mijn vader geboren.
Ezechiel Trenoweth.
Ik heb reeds te kennen gegeven en ik
vrees dat het de waarheid was, dat mijn
grootvader een onstuimige, veel bewogen
jeugd heeft gehad en voor niemand ver
vaard was. Voor zijn terugkomst schijnt
hij echter door den een of ander te zijn
bekeerd en in die overtuiging, te zijn be
vestigd door de prediking van een zekeren
Jonathan Wilkins, een methodistisch rond
reizend prediker, die de kunst verstond
zieltjes te winnen. Zooals men kan ver
wachten van een man als mijn grootvader,
was het een somber, vreugdeloos geloof,
dat hem vervulde rnet angst voor het toe
komstige vagevuur en doordrongen van de
zondigheid van het menschdom. Maar zijn
geloof was zonder twijfel oprecht, want
zijn vrouw Philippa geloofde er in en de
eigenaar van Lantrig en zijn vrouw waren
tot aan hun dood de steunpilaren van het
huis der samenkomst te Polkimbra. Na
deze bekeering legde hij zich zelf een zeer
strenge levenswijze op en vertoonde zich
zelden onder de menschen. In deze som
bere zelfkastijding stierf hij den 27sten
October 1837 en liet slechts één persoon
na die hem betreurde, zijn zoon Ezechiel,
een sterke cn flinke jongeling van twee
en twintig jaar.
BIJZONDER AANBEVOLEN
per flesch per anker
16/18 LANGESP RAAT.
Uitgebreide
sorteering
HOEDEN
MANTELS
DEUX PIECES
REGENMANTELS
Geen persoonliike ongelukken
Om ruim 8 uur gisteravond op de Noord-
blaak te Rotterdam opnieuw een auto in
het water gereden. Gelukkig is ditmaal het
ongeval zonder persoonlijke ongelukken af-
geloopen.
De auto, een vrachtwagen, die beladen
was met 2100 K.G. aardappelen, en be
stuurd werd door den 39-jarigen J. Eeu-
wijk uit Schiedam is in botsing gekomen
met een motorwagen van lijn 17. Door den
schok is de bestuurder het beheer over de
stuurinrichting kwijt geraakt en tusschen
de boomen door het water ingereden,
waarbij de auto over den kop sloeg.
Ijlings toegeschoten schippers slaagden er
in den bestuurder cn een 10-jarig jongetje,
dat naast hem zat, to redden.
Het knaapje was reeds bewusteloos,
doch kon door kunstmatige ademhaling
worden bijgebracht.
De bestuurder bleek geen ernstig letsel
te hebben bekomen.
Beiden zijn ter onderzoek naar het zie
kenhuis aan den Coolsingel overgebracht.
gegeven van zeer goeden wil om tot een
vaste overeenkomst met zijn nabuur te ge
raken. 't Heeft niets verzuimd om een eer
volle transactie te vergemakkelijken. En
toch zooals de zaken nu staan, ziet men
niet, door welke middelen en op welke ar
gumenten men zou kunnen komen tot een
nieuwe onderhandeling, met hoog op goe
den uitslag.
Moet het geschil aan internationale ar
bitrage worden onderworpen - want 't be
treft hier verdragen, waarvan België en
Nederland niet de eenige onderteekenaars
zijn, dan zit er naar 't schijnt, niet an
ders op dan den Volkenbond ter hulp te
roepen. Deze zou misschien den weg kun
nen effenen voor een oplossing, die de
rechten en belangen van beide landen be
hoorlijk eerbiedigt.
Wat de Temps zegt over de
gewisselde stukken
De „Ternps" besluit haar beschouwing
over de tusschen Nederland en België ge
wisselde stukken als volgt:
't ls te vreezen, dat dit-geschil, dat loopt
over kvvestien, die voor de economische
ontwikkeling van beide landen van aller
hoogst belang zijn, zal leiden tot een ern
stige malaise in de betrekkingen tusschen
de twee natiën, die geroepen zijn in goede
verstandhouding mot elkaar te leven cn
die logischerwijze op elk gebied zouden
moeten samenwerken. De weigering van de
Eerste Kamer om een accoord te ratificee-
ren, dat door de Nederlandsche regeering
van dien tijd als bevredigd werd be
schouwd, immers, op haar volle verant
woordelijkheid had zij erover onderhandeld
en het gesloten, was een politieke fout.
Van toen af werd in Nederland de open
bare meening door zekere campagnes in
beroering gebracht, terwijl men bet in Bel
gië betreurde, te moeten constateeren, dat
België bij iedere nieuwe onderhandeling
zijne eischen heeft gematigd, terwijl Ne
derland de zijne verhoogde Dit alles moet
zeer ongunstig werken, waa.r het geldt,
sterke, duurzame grondslagen te leggen
voor vertrouwvolle betrekkingen tusschen
twee volken welker vriendschap van be
lang is voor den algemeenen vrede in het
Westen.
Wanneer men de onderhandelingen na
gaat, die in de tien laatste jaren werden
gevoerd, en het oog vestigt op den huldi
gen stand van het probleem, kan men niet
ontkennen, dat Belgie tot nu toe blijk heeft
Overbrenging van de ascb
naar Nederland
Naar de Tel. uit Bagdad verneemt ligt 't in
de bedoeling, om het stoffelijk overschot
van den vliegofficier Everts, bij het onge
luk met een der vliegbooten te Bagdad ge
dood, niet eerder dan het volgend jaar
naar Nederland over te brengen. Het kan
zijn, dat de crematie hier plaats vindt en
de asch met een vliegmachine naar Neder
land wordt overgebracht, maar een defini
tieve beslissing is nog niet ontvangen. Het
plan, om een gedenkteeken op het graf
te plaatsen, is dan ook nog niet uitge
voerd.
Inmiddels rust Everts op het Britsche
militaire kerkhof te Hinaidi, het vlieg
kamp van de „RoyarATr Force", ongeveer
acht mijl van Bagdad. Onlangs is het kerk
hof met groote piëteit ingericht, en het is
als een mooie tuin, te midden van de
woestijn rondom. Het graf van officier-vlie
ger Everts is gelegen aan een beschaduw
den hoek op eenigen afstand van een lange
reeks kruisen, welke de laatste rustplaats
aangeven van honderden Engelsche sol
dalen en vliegers. Versche bloemen worden
er op gelegd door de Engelsche kamera
den.
EEN BOEK VAN PROF. VERAART?
„Klassenstrijd" in de R. K,
Staatspartij.
De „Voorw." weet te vertellen, dat het lid
der Tweede Kamer, prof. Veraart, die in
verband met den „klassenstrijd" in de R. K.
Staatspartij nu uitvalt, een boek van zijn
parlementaire ervaringen heeft geschreven.
Het blad vertelt ervan:
„De bedoeling was, dat dit boek nog vóór
de verkiezingen zou verschijnen, maar er
schijnen machten aan het werk te zijn ge
weest, die dit onheil verhinderd hebben.
Immers thans staat het vast, naar wij ver
nemen, dat het boek óf in het geheel niet
zal verschijnen, óf althans pas 11a de ver
kiezingen, wanneer het geen kwaad meer
kan."
Na zijn dood werd onder zijn pap-eren
mijn grootvaders testament gevonden: men
kan zich moeilijk een zonderlinger en ver
bazingwekkender document voorstellen, te
meer daar in dit geval een testament ab
soluut niet noodzakelijk was. daar or
slechts één zoon op de erfenis aanspraak
kon maken. De menschen vermoedden dat
hij in tl ie sombere jaren van afzondering
cn zelfkastijding vervolgd werd door her
irmering aan een zondig en misschien mis
dadig verleden en zij voorspelden dat Amos
Trenoweth niet kon sterven zonder beken
tenis te hebben afgelegd van zijn misdaden
Ja. aan den eenen kant hadden zij gelijk,
den aard van den mcnsch in aanmerking
genomen, maar ongelijk daar zij het ka
rakter van mijn grootvader absoluut niet
konden.
Het testament was gedateerd „15 Juni
1837" en luidde als volgt
„Ik Amos Trenoweth uit Lantrig, kerspel
Polkimbra en graafschap Cornwallis voel,
dat in dit jaar 1837 mijn krachten vermin
deeren en dat het uur nadert waarop ik
zal worden opgeroepen om rekenschap te
geven van mijn vele en groote zonden,
neem hierbij maatregelen voor mijn dood
en ook voor mijn zoon Ezechiel, en de na
komelingen die misschien uit zijn huwe
lijk geboren worden. Aan dezen mijn zoon
Ezechiel geef en vermaak ik de hoeve en
het huis te Lantrig met al mijn aardsrhs
bezittingen en voeg daarbij mijn ernstige
verwachting, dat deze nalatenschap vol
doende zal wezen om hem en zijn nakome
lingen in Godvreezendheid en tevreden
heid te doen leven, wetende hoeverre deze
boven rijkdom en begeerlijkheid des vlee-
sches te verkiezen is. Maar evenzoo de wis
selvalligheid der aardsche goederen ken
nende, beveel en verzoek ik hierbij tevens
dat indien hij of zijn nakomelingen tot ar
moede komen te vervallen, hij, het hoofd
der familie Trenoweth. oprecht en strikt
mijn laatste wilsbeschikkingen zal gehoor
zamen. Hij moet een schip nemen en naar
Bombay in Indié gaan, naar het huis van
Elihu Sanderson Esquire of zijn erfgena
men. daar persoonlijk mijn laatste wilsbe
schikking en testament overhandigen be
nevens den Bijbel, die ligt in de derde lade
van mijn lessenaar en stipt gehoorzamen
en de opdracht ten uitvoer brengen die ge
noemde EJihu Sanderson of zijn erfgena
men hem zullen geven.
Ook beveel ik cn verzoek met bedreiging
van den vloek van een stervende, dat de
ijzeren sleutel die hangt aan den middel-
sten balk in de voorkamer, niet zal worden
aangeraakt of bewogen voordat hij, die
deze taak onderneemt, zal zijn terugge
keerd en den drempel van Lantrig zal zijn
overgestapt, nadat hij de gegeven voor
schriften en bevelen zal hebben ten uit
voer gebracht. En verder dat de voornoem
de taak niet lichtvaardig maar slechts bij
dringende noodzakelijkheid zal worden on
dernomen. Dit zeg ik, daar ik alle gevaren
ken, zoowel geestelijke als wereldsche, die
iemand kunnen bedreigen; ik ben zelf im
mers op het punt geweest naar lichaam
en ziel ten onder te gaan, hetgeen Chris
tus in Zijn Genade moge verhinderen.
Aldus mijn ziel ontheven hebbende van
een groote en drukkende zorg, beveel ik
mijn ziel aan God, voor Wiens rechterstoel
ik weldra geroepen zal worden, ik de groot
ste zondaar cn toch niet zonder hoop op
vergiffenis om Christus wil.
AMOS TRENOWETH".
(Wordt vervolgd.)