WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn. Gewas 1924 St. Emilion f 1.40 f 56.- EEN WERKZAAM LEVEN AFGESNEDEN D00DEMANS ROTS. DE HEER H. DE WILDE OVERLEDEN INTERPELLATIE-COLIJN CLEMENTE EISCH TEGEN MAGNETISEUR UTR.STRAAT 17 - Gevestigd 1878 - TELEFOON 145 ,L'Hirondelle' - W. K. VAN ROSSVM WEER EEN AUTO IN DE BLAAK FRANSCHE PERSSTEM LUIT. EVERTS' GRAF BIJ BAGDAD De schrijver van standaardivcrk over de A. R. Partij 8Y2 jaar wethouder van den Haag Op 75-jarigen leeftijd is te s-Gravenhage overleden de heer II. de Wilde, oud-wethou der van Den Haag, oud-lid der Provinciale Staten en Gedep. Staten van Zuid-Holland, oud-voorzitter van het provinciaal comité van anti-rev. kiesvereenigingen in Zuid- Holland. De overledene werd 15 Dec. 1853 te Tho- Ien geboren en begon op 30-jarigen leeftijd zijn politieke loopbaan als journalist. Het eerste openbare optreden van den heer De Wilde viel in 187S in de dagen van het volkspetitionnement. Zijn eerste artikelen als journalist publiceerde hij in het Nieuws- en Advertentieblad voor Goes, waaruit la ter het Anti-Rev. dagblad De Zeeuw gebo ren werd. De heer De Wilde, die behoorde tot hen die in 1879 de eerste Deputatenvergadering meemaakten, was mede een der oprichters .van de afd. van Patrimonium in Goes. In 1SS3 ving de ontslapene zijn journalis tieke loopbaan aan als redacteur van de Oranjevaan, aldus het Vaderl. De heer De Wilde was secretaris van het Prov. comité der A.-R. Partij in Utrecht. Na Utrecht bewerkte de heer De Wilde met zijn groote propagandistische kracht de pro vincie Gelderland. In 1890 kwam de ontslapene naar 's Gra- venhage, waar hij naast wijlen dr. W. G. Sraitt optrad als redacteur van De Bood schapper, later van De Hollander. In laatst- genoemd jaar volgde hij den heer J. C. Fa- bius, den lateren inspecteur van het Lager Onderwijs, als Kameroverzichtschrijver van De Standaard op, wat hij tot 1907 bleef en waarin hij ook gaarne gelezen Haagsche brieven schreef. In Zuid-Holland was de heer De Wilde mede een der oprichters van het Prov. comité der A.-R. Partij, dat hij van 191S tot bijkans aan zijn dood als voorzitter heeft gediend. De heer De Wilde was de eerste A.-R. die voor het district Middelharnis zitting nam in de Prov. Staten van Zuid-Holland. Een jaar tevoren kreeg hij ook zitting in den gemeenteraad, waar hij de A.-R. Kiesver- eeniging van 18911907 als secretaris en tot voor enkele jaren als voorzitter diende. In Nov. 1907 koos de Raad hem als wet houder. In de Prov. Staten heeft de heer De Wilde zich bijzonder geïnteresseerd voor de vraag stukken van vakonderwijs en krankzinni genwezen. De heer De Wilde, die met bijkans alge- meene stemmen in 1907 als vijfde wethou der gekozen werd, zag zich de portefeuille van sociale zaken toegewezen. We mogen hier allereerst memoreeren het werkliedenreglement voor het gemeente- personeel, dat het vaderschap van den ont slapene draagt. In zijn 814-jarig wethouder schap kwamen ook de reorganisatie der Gemeentereiniging, de nieuwe pensiocnver- ordening, het ambtenarenreglement, de Eerste Hulpdienst, de geneeskundige Ar menzorg, de decentralisatie van de Bank van Leening, de bouw van een tweede zie kenhuis, de vuilverbranding en de ontsmet- tingsdienst tot stand. Verder mag hier herinnerd worden aan den arbeid van den heer De Wilde in het Steuncomité 1914 en voor de onbehuisden, die nu in de Kessler-stichting een tehuis hebben, dat in Europa eenig in zijn soort is. Wethouder De Wilde bracht eenheid in de behandeling van de sociale aangelegenhe den met den wethouder als trait d'union tusschen gemeente en Arbeidsbeurs, Werk loosheidsfonds, Steuncomité, enz. Als ambtenaar van den Burgerlijken Stand schreef de overledene H. K. H. Prin ses Juliana in de geboorteregisters onzer gemeente. In Juli 1916 kozen de Prov. Staten van Zuid-Holland, waarin de overledene bijkans 28 jaar zitting had tot 1919 voor het district Middelharnis en nadien voor 's Gra- venhage den heer De Wilde tot lid van het college van Ged. Staten, zulks als op volger van wijlen den heer H. Ch. Vegtel. Als gedeputeerde heeft de heer De Wilde zich eveneens zeer verdienstelijk gemaakt voor het vakonderwijs, het krankzinnigen wezen en het 1 Jan. 1917 van kracht ge worden werkliedenreglement. Ook heeft de ontslapene zich op zooveel ander gebied verdienstelijk gemaakt. Voor Patrimonium was hij een zeer overtuigd verdediger, vooral toen de scheuring ont stond, waaruit een afd. van den Chr. Nat. Werkmansbond geboren werd. Tal van jaren was hij ook voorzitter van de commissie van beheer der ongedeelde Ger. kerk. al hier. Onder zijn presidium verrezen Noor- der- en Nieuwe Zuiderkerk. De ontslapene was bestuurslid van de Chr. Kweekschool en van 19081914 cn van 19171928 voor zitter van de vereeniging De Elout v. Soe- terwoudeschool. Verder bekleedde hij het voorzitterschap van de Staatscommissie voor de Rijkswerklieden cn van de Huur- commissie, terwijl hij deel uitmaakte van de commissie voor de gem. studiebeurzen cn van die voor de Rijksbeurzen. De heer De Wilde is de schrijver van het populaire standaardwerk „De A.-R. partij en haar program van beginselen", een boek dat reeds 6 drukken beleefde. Verdei verschenen van zijn hand behalve tal van brochures en kleinere geschriften „Niet af geweken", een geschrift, waarin Kuyper's werk aan Groen's beginselen werden ge toetst cn „dr. A. Ivuyper in zijn beteekenis voor de politieke ontwikkeling van het Ned. volk", dat. drie drukken beleefde. Zijn jongste geschrift, nog maar kort geleden verschenen, is getiteld „Om de vrijheid" en kan een populaire studie worden genoemd over art. 36 der Ned. Geloofsbelijdenis. De heer De Wilde was ridder in de orde van den Ned. Leeuw en in de orde van Oranje-Nassau. Tot op lioogen ouderdom is de heer De Wilde, die bij gelegenheid van zijn 70sten verjaardag door vriend cn tegenstander op hartelijke wijze is gehuldigd, frisch cn krachtig gebleven. Een ernstige kwaal, waarvoor hij tever geefs in het buitonland genezing zocht, heeft hem nu in betrekkelijk korten tijd ten grave gesleept. De begrafenis van het stoffelijk over schot zal a s. Vrijdag geschieden in het fa miliegraf op Nieuw Eik cn Duinen. De stoet vertrekt on» half twaalf uur van het woonhuis aan de Valkenboschlaan. Over eenkomstig den wensch van den heer Do Wilde zullen aan het graf geen toespraken worden gehouden. Alleen zal dr. K. Dijk te voren aan het sterfhuis een rouwdienst leiden. De Eerste Kamer staat een inters pellatie toe op morgens ochtend De kwestie in Curacao Hedenmiddag vergaderde de Eerste Ka mer. De heer Colijn (A.R.) vraagt in verband met de mededeelingon van de Regeering aan de pers over de gebeurtenissen op Cura cao en in verband met het antwoord, dat de Regeering heden gegeven heeft op sprekers schriftelijke vragen, mondeling nadere in lichtingen aan de Regeering te mogen vra gen De heer Men dels (S.D.) had bezwaren tegen het toestaan daarvan, op grond dat de Kamer nog geen kennis heeft kunnen nemen van het schriftelijk antwoord op de vragen van den heer Colijn De Voorzitter deelt mede, dat het antwoord van de Regeering den leden zou bereiken tegen 3 uur. De heer de Vos van S t e e n w ij k (C. H.) merkte op, dat de interpellatie ook zou kunnen gaan over andere zaken dan in het antwoord zijn vermeld en drong aan op het toestaan der interpellatie. Deze wordt daarna zonder stemming toegestaan en zal morgen te 11 uur wor den gehouden. Vele patiënten vonden bij zijn bes handeling baat Een principieele kwestie Voor het Amsterdamsche Gerechtshof heeft terechtgestaan een magnetiseur uit Haarlem, wien te laste was gelegd dat hij in deze gemeente, zonder te zijn toegelaten tot de uitoefening van de geneeskunst, buiten noodzaak het beroep van genees kundige als bedrijf heeft uitgeoefend, al thans geneeskundigen raad of hijstand heeft verleend. Te dier zake was \erd. op 1 Augustus door het Kantongerecht te Haarlem ver oordeeld tot twee maal f 300.boete, subs. 2 maal 10 dagen hechtenis; 13 December d.a.v. maakte de Haarlemsche Rechtbank er 2 maal f 30 of twee maal 10 dagen van. Hierna hield de Iïooge Raad zich met deze kwestie onledig cn dit hoogste rechtscol lege verwees de zaak naar het Amster damsche Gerechtshof. Verd. verklaarde op vragen van presi dent mr. Smit dat hij de mcnschcn, die met hun kwalen en kwaaltjes bij hem komen, nooit de inllusie bijbrengt, dat hij hen genezen zal, hij kan hun alleen rust geven en dat zegt lnj hun dan ook voor uit. Een vrouw, die aan de maag sukkelde cn ondanks de behandeling van haar dok ter niet beter was geworden, verklaarde —als getuige gehoord dat zij bij den magnetiseur baat had gevonden voor haar kwaal. Zoo verklaarde ook een 19-jarig meisje, dat last had van hoofdpijn en hartkloppingen. Beide getuigen deelden mede dat verd. hen niet over genezen had gesproken, ook had er geen onderzoek plaats gehad, maar verd. was alleen afge gaan op hun verklaringen. Beide vrouwen hadden zich op een rustbank moeten uit strekken cn verd. had toen zijn handen boven hun lichaam bewogen zonder hen aan te raken. De advocaat-generaal, mr. A. baron Van Harinxma thoe Slooten, was van meening dat de behandeling, door verd. aange wend, wel degelijk geneeskundigen bij stand kan worden genoomd. Bij de pa tiënten toch heeft het bewustzijn voocge-. zeten, dat ze genezen zouden worden. "Ton gunste van verd pleit echter dat hij slechts een gering honorarium twee kwartjes of een gulden per behandeling berekende en het feit voorts, dat de pa- tienten baat gevonden hebben, wijst er op dat het hier een serieus geval betreft en niet ecu van oplichterij. Dat alles recht vaardigt een minder strenge toepassing van straf. Spr. eischte vernietiging van het vonnis van het kantongerecht en ver oordeeling van verd. tot 2 maal f 30 boe te, subs. 2 maal 10 dagen, overeenkomstig het vonnis der Haarlemsche Rechtbank. De verdediger, mr. Groen uit Haarlem, wees er op dat het hier een principieele kwestie betreft; verd. toch meent, dat de feiten, zooals ze door hem zijn begaan, niet strafbaar zijn en dus vrijspraak zal moeten volgen. PI. betoogde dat de Hooge Raad onder geneeskundigen bijstand het bewerkstelligen van genezing verstaat en daarvan is in het onderhavige geval geen sprake. De strekking van verd.s handelin gen is dat hij door zijn uitstralende kracht, welke hij put uit natuurlijke ga ven, zijn patiënten verlichting brengt in hun lijden, zonder hen echter te genezen. Dat is de taak van den geneesheer cn verd. geeft zich daar allerminst voor uit. PI. concludeerde tot vrijspraak. Uitspraak 27 Juni as. Naar het Engelsch van A. T. QUILLER-COUCH. EERSTE DEEL. Eet zoeken naar den grooten Robijn. HOOFDSTUK I. Het zonderlinge tostament van mijn groot* vader Amos Trenoweth. Welke aanspraak dit verhaal ook moge maken op de aandacht des lezers, aan schoonheid van stijl of beschrijving kan die niet worden toegeschreven. Het is een eenvoudig verhaal, eenvoudig meegedeeld; mij dunkt dat het verschrikkelijke der feiten geen opsiering noodig had. Ik, Jas per Trenoweth kan geen aanspraak ma ken als een weldoener der lezers be schouwd te worden, zooals zoo menig schrijver. Maar ik, Jasper Trenoweth, ben zoo vrij te veronderstellen dat mijn ge schiedenis niet zonder belangstelling ge lezen zal worden en dat wel om twee redenen. Het behelst het laatste hoofdstuk (de hemel geve dat het het laatste mag wezen) van de lotgevallen van een zeer merkwaardigen edelsteen, niet meer of minder dan de Groote Robijn van Ceylon; en het licht ten minste gedeeltelijk den sluier op, waarachter eenige jaren een zeker geheim der zee verborgen is geweest. Wat de moraal betreft, die moet de lezer zelf zoeken in hetgeen volgt. Om u alles duidelijk te maken moet ik meer dan een halve eeuw teruggaan en beginnen met het zonderlinge en onver klaarbare testament, gemaakt in het jaar onzes Heeren 1837 door mijn grootvader Amos Trenoweth. uil I.antrig in het graaf schap Cornwallis. De ude hofstede, de be zitting der Trenoweth's. zoo lang men zich heugt het erfdeel der familie en misschien nog wel langer, bevindt zich op eenige mij len ten N.W. van Kaap Lizard, onvoldoen de beschut voor de windvlagen van den Atlantischcn Oceaan door een haag van tamarisken, op de noordelijke punt van een kleinen, zandigen inham, vroeger door smokkelaars onveilig gemaakt, maar nu bezocht door de vreedzame visschers van Polkimbra. In mijn grootvaders tijd echter, indien de verhalen ten minste waarheid bevatten, werd er "s nachts een groote hoe veelheid cognac en kostbare kant aange voerd, die in de kelders en magazijnen van Lantrig verdwenen. Er loopt zelfs een ver haal (voor de waarheid kan ik niet instaan) van een strijd tusschen mijn grootvaders logger en een zeker schip tegen den smok kelhandel, en van een schot van een on bekende, dat den ambtenaar in het hart trof. Maar dit geheele verhaal is in een geheimzinnig waas gehuld; ik zou er dan ook geen melding van maken wanneer het niet eenig licht wierp op het plotseling verdwijnen van mijn grootvader, niet lang daarna. Waar hij naar toe is gegaan, weet nie mand met zekerheid te zeggen. Sommigen zeggen dat hij deel nam aan den strijd te gen de Franschen; maar toen hij twintig jaar later plotseling terugkwam sprak hij weinig van gevechten op zee, of eigenlijk hij sprak nergens van en niemand durfde hern veel vragen te doen, want toen hij terugkwam was hij een ernstig en stil zwijg' nd man geworden, men zou zei','en niet rijk, maar ook zonder behoefte of ver langen naar rijkdom, en 111 ieder gevnj niet geneigd om zijn vertrouwen aan de menschen te geven. Zijn vader was in dien tusschen tijd overleden, daardoor kwarn hij rustig in het bezit van de hoeve, zorgde voor zijn zwakke moeder met de grooistf oplettendheid en trouwd-j na haar dood met een dochter der Triggs. uit Mullyon. Uit dat huwelijk werd mijn vader geboren. Ezechiel Trenoweth. Ik heb reeds te kennen gegeven en ik vrees dat het de waarheid was, dat mijn grootvader een onstuimige, veel bewogen jeugd heeft gehad en voor niemand ver vaard was. Voor zijn terugkomst schijnt hij echter door den een of ander te zijn bekeerd en in die overtuiging, te zijn be vestigd door de prediking van een zekeren Jonathan Wilkins, een methodistisch rond reizend prediker, die de kunst verstond zieltjes te winnen. Zooals men kan ver wachten van een man als mijn grootvader, was het een somber, vreugdeloos geloof, dat hem vervulde rnet angst voor het toe komstige vagevuur en doordrongen van de zondigheid van het menschdom. Maar zijn geloof was zonder twijfel oprecht, want zijn vrouw Philippa geloofde er in en de eigenaar van Lantrig en zijn vrouw waren tot aan hun dood de steunpilaren van het huis der samenkomst te Polkimbra. Na deze bekeering legde hij zich zelf een zeer strenge levenswijze op en vertoonde zich zelden onder de menschen. In deze som bere zelfkastijding stierf hij den 27sten October 1837 en liet slechts één persoon na die hem betreurde, zijn zoon Ezechiel, een sterke cn flinke jongeling van twee en twintig jaar. BIJZONDER AANBEVOLEN per flesch per anker 16/18 LANGESP RAAT. Uitgebreide sorteering HOEDEN MANTELS DEUX PIECES REGENMANTELS Geen persoonliike ongelukken Om ruim 8 uur gisteravond op de Noord- blaak te Rotterdam opnieuw een auto in het water gereden. Gelukkig is ditmaal het ongeval zonder persoonlijke ongelukken af- geloopen. De auto, een vrachtwagen, die beladen was met 2100 K.G. aardappelen, en be stuurd werd door den 39-jarigen J. Eeu- wijk uit Schiedam is in botsing gekomen met een motorwagen van lijn 17. Door den schok is de bestuurder het beheer over de stuurinrichting kwijt geraakt en tusschen de boomen door het water ingereden, waarbij de auto over den kop sloeg. Ijlings toegeschoten schippers slaagden er in den bestuurder cn een 10-jarig jongetje, dat naast hem zat, to redden. Het knaapje was reeds bewusteloos, doch kon door kunstmatige ademhaling worden bijgebracht. De bestuurder bleek geen ernstig letsel te hebben bekomen. Beiden zijn ter onderzoek naar het zie kenhuis aan den Coolsingel overgebracht. gegeven van zeer goeden wil om tot een vaste overeenkomst met zijn nabuur te ge raken. 't Heeft niets verzuimd om een eer volle transactie te vergemakkelijken. En toch zooals de zaken nu staan, ziet men niet, door welke middelen en op welke ar gumenten men zou kunnen komen tot een nieuwe onderhandeling, met hoog op goe den uitslag. Moet het geschil aan internationale ar bitrage worden onderworpen - want 't be treft hier verdragen, waarvan België en Nederland niet de eenige onderteekenaars zijn, dan zit er naar 't schijnt, niet an ders op dan den Volkenbond ter hulp te roepen. Deze zou misschien den weg kun nen effenen voor een oplossing, die de rechten en belangen van beide landen be hoorlijk eerbiedigt. Wat de Temps zegt over de gewisselde stukken De „Ternps" besluit haar beschouwing over de tusschen Nederland en België ge wisselde stukken als volgt: 't ls te vreezen, dat dit-geschil, dat loopt over kvvestien, die voor de economische ontwikkeling van beide landen van aller hoogst belang zijn, zal leiden tot een ern stige malaise in de betrekkingen tusschen de twee natiën, die geroepen zijn in goede verstandhouding mot elkaar te leven cn die logischerwijze op elk gebied zouden moeten samenwerken. De weigering van de Eerste Kamer om een accoord te ratificee- ren, dat door de Nederlandsche regeering van dien tijd als bevredigd werd be schouwd, immers, op haar volle verant woordelijkheid had zij erover onderhandeld en het gesloten, was een politieke fout. Van toen af werd in Nederland de open bare meening door zekere campagnes in beroering gebracht, terwijl men bet in Bel gië betreurde, te moeten constateeren, dat België bij iedere nieuwe onderhandeling zijne eischen heeft gematigd, terwijl Ne derland de zijne verhoogde Dit alles moet zeer ongunstig werken, waa.r het geldt, sterke, duurzame grondslagen te leggen voor vertrouwvolle betrekkingen tusschen twee volken welker vriendschap van be lang is voor den algemeenen vrede in het Westen. Wanneer men de onderhandelingen na gaat, die in de tien laatste jaren werden gevoerd, en het oog vestigt op den huldi gen stand van het probleem, kan men niet ontkennen, dat Belgie tot nu toe blijk heeft Overbrenging van de ascb naar Nederland Naar de Tel. uit Bagdad verneemt ligt 't in de bedoeling, om het stoffelijk overschot van den vliegofficier Everts, bij het onge luk met een der vliegbooten te Bagdad ge dood, niet eerder dan het volgend jaar naar Nederland over te brengen. Het kan zijn, dat de crematie hier plaats vindt en de asch met een vliegmachine naar Neder land wordt overgebracht, maar een defini tieve beslissing is nog niet ontvangen. Het plan, om een gedenkteeken op het graf te plaatsen, is dan ook nog niet uitge voerd. Inmiddels rust Everts op het Britsche militaire kerkhof te Hinaidi, het vlieg kamp van de „RoyarATr Force", ongeveer acht mijl van Bagdad. Onlangs is het kerk hof met groote piëteit ingericht, en het is als een mooie tuin, te midden van de woestijn rondom. Het graf van officier-vlie ger Everts is gelegen aan een beschaduw den hoek op eenigen afstand van een lange reeks kruisen, welke de laatste rustplaats aangeven van honderden Engelsche sol dalen en vliegers. Versche bloemen worden er op gelegd door de Engelsche kamera den. EEN BOEK VAN PROF. VERAART? „Klassenstrijd" in de R. K, Staatspartij. De „Voorw." weet te vertellen, dat het lid der Tweede Kamer, prof. Veraart, die in verband met den „klassenstrijd" in de R. K. Staatspartij nu uitvalt, een boek van zijn parlementaire ervaringen heeft geschreven. Het blad vertelt ervan: „De bedoeling was, dat dit boek nog vóór de verkiezingen zou verschijnen, maar er schijnen machten aan het werk te zijn ge weest, die dit onheil verhinderd hebben. Immers thans staat het vast, naar wij ver nemen, dat het boek óf in het geheel niet zal verschijnen, óf althans pas 11a de ver kiezingen, wanneer het geen kwaad meer kan." Na zijn dood werd onder zijn pap-eren mijn grootvaders testament gevonden: men kan zich moeilijk een zonderlinger en ver bazingwekkender document voorstellen, te meer daar in dit geval een testament ab soluut niet noodzakelijk was. daar or slechts één zoon op de erfenis aanspraak kon maken. De menschen vermoedden dat hij in tl ie sombere jaren van afzondering cn zelfkastijding vervolgd werd door her irmering aan een zondig en misschien mis dadig verleden en zij voorspelden dat Amos Trenoweth niet kon sterven zonder beken tenis te hebben afgelegd van zijn misdaden Ja. aan den eenen kant hadden zij gelijk, den aard van den mcnsch in aanmerking genomen, maar ongelijk daar zij het ka rakter van mijn grootvader absoluut niet konden. Het testament was gedateerd „15 Juni 1837" en luidde als volgt „Ik Amos Trenoweth uit Lantrig, kerspel Polkimbra en graafschap Cornwallis voel, dat in dit jaar 1837 mijn krachten vermin deeren en dat het uur nadert waarop ik zal worden opgeroepen om rekenschap te geven van mijn vele en groote zonden, neem hierbij maatregelen voor mijn dood en ook voor mijn zoon Ezechiel, en de na komelingen die misschien uit zijn huwe lijk geboren worden. Aan dezen mijn zoon Ezechiel geef en vermaak ik de hoeve en het huis te Lantrig met al mijn aardsrhs bezittingen en voeg daarbij mijn ernstige verwachting, dat deze nalatenschap vol doende zal wezen om hem en zijn nakome lingen in Godvreezendheid en tevreden heid te doen leven, wetende hoeverre deze boven rijkdom en begeerlijkheid des vlee- sches te verkiezen is. Maar evenzoo de wis selvalligheid der aardsche goederen ken nende, beveel en verzoek ik hierbij tevens dat indien hij of zijn nakomelingen tot ar moede komen te vervallen, hij, het hoofd der familie Trenoweth. oprecht en strikt mijn laatste wilsbeschikkingen zal gehoor zamen. Hij moet een schip nemen en naar Bombay in Indié gaan, naar het huis van Elihu Sanderson Esquire of zijn erfgena men. daar persoonlijk mijn laatste wilsbe schikking en testament overhandigen be nevens den Bijbel, die ligt in de derde lade van mijn lessenaar en stipt gehoorzamen en de opdracht ten uitvoer brengen die ge noemde EJihu Sanderson of zijn erfgena men hem zullen geven. Ook beveel ik cn verzoek met bedreiging van den vloek van een stervende, dat de ijzeren sleutel die hangt aan den middel- sten balk in de voorkamer, niet zal worden aangeraakt of bewogen voordat hij, die deze taak onderneemt, zal zijn terugge keerd en den drempel van Lantrig zal zijn overgestapt, nadat hij de gegeven voor schriften en bevelen zal hebben ten uit voer gebracht. En verder dat de voornoem de taak niet lichtvaardig maar slechts bij dringende noodzakelijkheid zal worden on dernomen. Dit zeg ik, daar ik alle gevaren ken, zoowel geestelijke als wereldsche, die iemand kunnen bedreigen; ik ben zelf im mers op het punt geweest naar lichaam en ziel ten onder te gaan, hetgeen Chris tus in Zijn Genade moge verhinderen. Aldus mijn ziel ontheven hebbende van een groote en drukkende zorg, beveel ik mijn ziel aan God, voor Wiens rechterstoel ik weldra geroepen zal worden, ik de groot ste zondaar cn toch niet zonder hoop op vergiffenis om Christus wil. AMOS TRENOWETH". (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 6