AMEDSFÖÖEÏSCHBAGMAD
DOODEMANS ROTS.
BINNENLAND,
Prijsvermindering Hoeden.
Donderdag 20 Juni 1929
27e Jaargang No. 296
TWEEDE BLAD.
VIJFTIEN JAAR GEEISCHT
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE,
.DE EEMIANDER-
De Ulvcnhoutsche moordzaak
voor de rechtbank
Doodslag eo brandstichting
Voor de Arrondissementsrechtbank te
Breda is gister begonnen de zaak tegen J.
F. M. en M. de V., beiden verdacht van den
gruwelijken moord te UI venhout. leder
der verdachten is gedagvaard tezamen en
in vereeniging, althans afzonderlijk in ecu
woning, bewoond door Petrus van der
Burgt, opzettelijk dezen van der Burgt van
het leven heeft beroofd door hem, terwijl
hij op het bed lag, met een harrl voor
werp slagen en stompen op het hoofd toe
te brengen, waardoor een twaalftal won
den aan de linkerzijde van het hoofd zijn
ontstaan.
Daarna hebben zij het bed, waarop ge
melde van der Burgt zich bevond, in brand
gestoken. Althans hebben zij in de woning
brand gesticht en zoodoende Petrus v. d
Burgt opzettelijk van het leven beroofd,
doordat hij daardoor in brand geraakte en
gedeeltelijk is verbrand.
De brandwonden strekten zich uit van
de linkerkuit van de knie tot aan de en
kels. Door de brandwonden zijn giftige
stoffen vanuit het verbrande been opgeno
men, die geleid hebben tot een zeer korre
lige zwelling, die den dood tengevolge had.
Deze doodslag is gevolgd, vergezeld en
voorafgegaan van de wederrechtelijke toe-
rigening van een portemonnaie met geld,
ioebehoorende aan den verslagene.
De doodslag werd gepleegd met het oo,
merk om de uitvoering van den diefstal
voor te bereiden of gemakkelijker te ma
ken of orn zich bij betrapping straffeloos
heid of het bezit van het wederrechtelijk
\etkregene te verzekeren.
Voor de behandeling van de roofmoord
zaak bestond groote belangstelling.
Aangevangen werd met het verhoor van
den verdachte C. Vught. Deze herhaalde
niet zijn ontkenning voor den rechter-com-
missaris, maar antwoordde op -herhaalde
vragen van den president, dat hij niets te
verklaren heeft.
De getuigen-deskundigen dr. Gommers,
dr. Hulst uit Leiden en dr. Houben uit
Breda gaven vervolgens een omstandig
verhaal hunner bevindingen, welke zeer
bezwarend waren voor den verdachte.
Hierna werden verschillende getuigen,
buren van het slachtoffer, gehoord. Tot
deze getuigen behoorde o.a. Maria D., die
verklaarde, op de bedstede in het kosthuis
van den verdachte een revolver te hebben
gevonden, waarmee, volgens verklaringen
van dr. Houben. het slachtoffer zou zijn
bewerkt. Toen zij het wapen aan Vught liet
zien, schrok deze.
Vervolgens werd de kostbaas van ver
dachte gehoord, die zeer verwarde verkla
ringen over de revolver aflegde.
Na voortgezet getuigenverhoor eischte
het O. M. 15 jaar gevangenisstraf.
UIT DE STAATSCOURANT.
Op verzoek eervol ontslagen met ingang
van 1 Juli onder dankbetuiging voor in
rechterlijke betrekkingen bewezen diensten
jhr. dr. J. G. Gratama als raadsheer in het
gerechtshof Arnhem;
benoemd tot ridder iu de orde van den
Nederlandschen Leeuw jhr. dr. Gratami
raadsheer in het gerechtshof te Arnhem;
op verzoek eervol ontslagen met ingang
van 1 Juli met dankbetuiging voor de goede
bewezen diensten J. Bcakker als commissaris
van politie te Apeldoorn en als commissa-
ri van rijkspolitie;
op verzoek eervol ontslagen met dank
jhr. J. P. Hofstede als lid van het college
van Regenten voor de gevangenissen in Gro
ningen;
benoemd tot rechterplaatsvervanger in
de rechtbank Amsterdam mr. A. A. Hingst
advocaat cn procureur te Amsterdam;
op verzoek eervol ontslagen met dank
prof. mr. baron d'Aulnis de Bourouill te
Utrecht als lid der centrale commissie voor
statistiek;
idem met ingang van 1 Juli met dank
voor de langdurige diensten als burgemees
ter bewezen H. G. Servatius als burgemees^
ter van Smilde;
idem. met dank jhr. G. J. du Cellice Mul
ler als plaatsvervangend lid van het hoofd
stembureau voor de verkiezing van leden
der Tweede Kamer in de kieskring IS en
benoemd als zoodanig A. J. H. Ilaghorn,
ontvanger der directe belastingen en lid
van den gemeenteraad te Maastricht.
DE EEUWIGE VACATURE.
Weer een nieuw Eerste Kamer
lid dat bedankt.
In de gistermiddag gehouden openbare
zitting van het Centraal Stembureau voor
de benoemd-verklaring van de leden dei-
Eerste Kamer is in de vacature, ontstaan
door het niet aannemen van zijn benoe
ming lot. lid dier Kamer door mr. J. van
Best, tot lid der Eerste Kamer benoemd
verklaard de heer los. E. A. M. Meyring.
Zooals reeds eerder gemeld, zal ook de heer
Meyring zijn benoeming niet aanvaarden.
DE BRAND IN DE OLIETANK TE
VLISSINGEN.
BANKETBAKKERSVEREENIGING
Dc algemeene vergadeiicg
ie Leiden
De oorzaak nog onbekend.
Men meldt ons uit Vlissingen:
De brand in de olietank, welke staat op
de terreinen van de Scheepsbouwmaat
schappij „De Schelde", duurt nog steeds
voort. De tank, die een inhoud heeft van
40 M3., wordt gebruikt voor een spantoven.
Het blusschingswerk vordert slechts lang
zaam. De brandweer bestrijdt het vuur met
veel materiaal en houdt zich vooral bezig
met het nathouden van de belendende go-
bouwen. liet dak van een der gebouwen
heeft ook \latn gevat, doch door het krach
tig optreden van de brandweer heeft men
uitbreiding kunnen \oorkomen. Omtrent de
oorzaak tast men nog in hot duister.
EERSTE KAMERVERKIEZINGEN.
Bepaald op Vrijdag 26 Juli.
Bepaald is dat in de provincies Noord-
Brabant, Zeeland, Utrecht, Limburg, Noord-
Ilolland cn Friesland de stemming over de
iu die provincies ingeleverde lijsten van
candidaten en over de daarop voorkomende
candidalen voor de verkiezing van leden
der Eerstp Kamer der Staten-Generaal zal
plaats hebben op Vrijdag 26 Juli 1929.
MOTORONGELUK.
Tc Tfeesch bij Oss had een ernstig motor
ongeluk plaats. De heer v. d. L. uit Oss,
met als duorijdster mej. S. eveneens uit
Oss, reden in groote vaart tegen een met
paard bespannen wagen. Beiden werden
van den motor geslingerd, waarbij v. d. L.
zijn been brak en verschillende wonden
bekwam. Mej. S. kreeg een herschenschud-
ding. De motor is totaal vernield.
UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
Gisteren en heden werd te Leiden gehou
den de algemeene jaaidijksche vergadering
van de Nederlandschc Banketbakkersver-
ecniging. In de „Harmonie werd Maandag
avond een begroetingsamunkomst gehou
den en gistermorgen weid een aanvang ge
maakt met het officieel gedeelte in een zaal
van het café rest. „Zomerzorg". De verga
dering stond onder leiding van den voor
zitter den heer W. Berkhoff uit Amsterdam
die een kort welkomstwoord sprak, speciaal
tot de 18 Fransche en 2 Duitsche collega's.
De voorzitter van de Leidschc afdeeling do
heer Jac. Sput, heette daarna de aanwezi
gen namens zijn afdeeling hartelijk welkom
in de sleutelstad. De dames en heeren die
niet aan liet congres deelnamen verlieten
daarna, toen nog het vaandel- en congres-
lied was gezongen de vergadering om ver
schillende bezienswaardigheden te gaan
bezichtigen.
Aan het jaarverslag over 1928 ontleenen
we dat het aantal afdeelingen bleef 18 en
het aantal leden 837 bedroeg tegen 817 in
bet jaar daarvoor.
Den secretaris den heer W. G. van Veer
uit Utrecht werd hartelijk dank gebracht
om zijn uitnemend verslag.
De heer J. \V. Deerik de penningmeester
uit Sneek bracht financieel verslag uit.
De rekening sloot met een bedrag van
856.44%. De penningmeester werd gede
chargeerd.
Goedgekeurd werden bei verslag van de
commissie van het Officieel Orgaan, van
het bestuur van het Vereenigings- en Plaat
singsbureau en zijn contróle-commissie van
de vakschool en van de historische com
missie, alle opgenomen in het jaarboekje
1929.
De aftredende leden van hel bestuur, de
heeren J. W. Hilbron uit Rotterdam, J. M.
Polak uit Den Maag en M. M. Weyl uit
Den Bosch werden als zoodanig herkozen.
De heeren \V. Eerstman cn N. H. Jager
werden herkozen als leden van het Ver
eenigings- en plaatsingsbureau, de heer J.
G. Meerman als lid van het bestuur van
de vakschool, de heer H, A. Aalders als lid
van de reclamecoramissie.
Zonder bespreking werd goedgekeurd een
voorstel van het hoofdbestuur om aan de
afdeeling Gelderland toe te siaan officieele
vakwedstrijden te organiseeren, zulks in af
wijking van het reglement.
De volgende jaarvergadering zal in Rot
terdam worden gehouden.
Bij de rondvraag werd nog uitvoerig ge
sproken over de al of niet vvenschelijkheid
om ook broodbanketbak^krs als lid van de
vereeniging toe te laten. Het bestuur zal
te dezer zake rapport uitbrengen.
Des middags werd een vergadering ge
houden van het vveduvvenfonds.
De dag van heden zou worden besteed
voor de bezichtiging van Leiden's omstre
ken.
CENTRAAL ISR. WEES- EN DOOR-
GANGSHUIS TE LEIDEN.
Hot nieuwe gebouw offi
cieel in gebruik genomen.
Dinsdagmiddag is het nieuwe gebouw van
hef Centraal Israëlietisch Wees- en Door
gangshuis aan de Cronesteinkade te Lei
den officieel in gebruik genomen in tegen
woordigheid van den. burgemeester van
Leiden, den heer Van de Sande Bakhuy-
zen; den gemeente-secretaris, mr. Van
Stryen, de wethouders Reimeringer, Tcpe,
Splinter cn Goslinga; de heeren Van Gel
der, Hirsch cn Vredenburg, resp. opperrab
bijn in Zeeland, Overijssel en Gelderland
en van afgevaardigden van verschillende
Jooiiscbe en andere weeshuizen.
De voorzitter der bouwcommissie, de
heer L. Levisson. droeg met een korte rede
liet nieuwe gebouw over aan den voorzit
ter van het college van regenten prof. dr.
L. Palache, die er in zijn openingsrede
aan herinnerde, dat door velen ook door
niet-geloofsgenooten, is bijgedragen voor
dit nieuwe gebouw. De zuil der weldadig
heid. een van do drie. waarop het Jodem
dom heet te rusten staat nog zoo krachtig
als ooit. Spr. bracht in het bijzonder dank
aan de architecten, de heeren B. Buurman
te Leiden en J. Oesterberg te Amsterdam,
on aan de leden der bouwcommissie, ter
wijl hij eerbiedige hulde bracht aan de na
gedachtenis van mevr. Speyer—Rosen
berg. de schenkster van het eerste gesticht
op de Stille Rijn.
De eere-voorzitter, de heer T. Maarsen,
opperrabbijn te 's-Gravenhage, hield daar
na de feestrede, waarin hij uitvoerig
schetste de Joodsche zorg voor het zwakke
cn onverzorgde kind door alle eeuwen
heen. Spr. hoopte dat de stichting goede
burgers en trouwe aanhangers van het
oude Jodendom zou kweeken en zijn bede
luidde: O. moge Uw oog geopend zijn over
dit buis des daags en des nachts.
De heer Is. Leman bood vervolgens een
gedenkboek aan. waarna verschillende per
sonen regenten geluk wensebten met de
opening van het nieuwe gebouw o.a. de
burgemeester van Leiden mr. Van de San-
de Bakhuyzen Regina Freund on een
zoontje van prof. Palache onthulde vervol
gens twee gedenksteenen in de vestibule.
Bij de rondwandeling door het gebouw
werden de verschillende zalen ingewijd,
o.a. de Leidsche zaal. geheel ingericht door
een comité uit de Leidsche burgerij, door
den voorzitter van dit comité, den wet
houder Goslinga,
Het nieuwe gesticht, dat zich kenmerkt
door grooten eenvoud naast een bijzonder
praktische inrichting, biedt plaats voor 56
kinderen, 28 jongens cn 28 meisjes Bouw
en inrichting hebben ongeveer 100.000
gekost.
EEN OLIETANK IN BRAND.
Op het terrein van „De Schelde".
Men seint ons uit Vlissingen:
Hedenmiddag tegen half 4 is een olie
tank staande op de terreinen van „De
Schelde" door onbekende oorzaak inbrand
geraakt. De zeer dichte rookwolken maken
het onmogelijk de tank te naderen en be
moeilijken^ het werk der Brandweer, die
tegen de vlammen weinig kan uitrichten.
GIFT VOOR NEERBOSCH
De Weesinrichting te Neerbosch heeft
van iemand die onbekend wenscht te blij
ven een gift van 1000 ontvangen.
KOLONIALE RESERVE NAAR CURASAO
Gistermiddag orn vijf uur is per stoom
schip Amsterdam van den Kon. West-Indi-
schcn Maildienst van Amsterdam naar Cu
rasao vertrokken, een detachement kolo
niale reserve, groot 50 man. met inbegrip
van drie onderofficieren, onder bevel van
den eersten luitenant der infanterie, L. F.
Weyerman. In vier dagen tijd had de Maat
schappij in een der vrijgehouden laadruim
ten eene tijdelijke accomodatie gemaakt: een
eetzaal, hutten met kribben, waschgelegen-
heden, douches, electrische verlichting enz.
Zelfs de graraophoon ontbrak niet zoo
meldt de N. R. Ct. Bij het vertrek
uit Nijmegen had majoor Barcndsen de
mannen reeds toegesproken cn gisteren
kwam bij aan boord om hen, uit naam van
den minister van koloniën, goede reis te
wenschcn. Waarschijnlijk blijft het deta
chement 9 maanden op Curacao.
DE HERTOG HENDRIK.
Te Dolgada aangekomen.
Blijkens bij het departement van De
fensie ontvangen telegram is Hr. Ms. „Her
tog Hendrik" op uitreis naar Curasao heden
to Ponta Delgada aangekomen.
DOOR EEN AUTO AANGEREDEN.
De 15-jarige A. W., die op den Stations
weg te Dordrecht werd aangereden door
een vrachtauto cn o. a. met een hersen
schudding in het ziekenhuis moest worden
opgenomen, is gisterenmiddag zonder bij
konnis te zijn gekomen, overleden.
OP HEETEROAAD BETRAPT
Drie bekende inbrekers
gearresteerd.
Een schoenenmagazijn overhoop
gehaald
Men meldt ons uit Amsterdam:
De politie heeft in den afgeloopen nacht
een goeden slag geslagen door drie bekende
inbrekers op heeterdaad te betrappen. Gis
teravond laat hebben zij zich aan de zijde
van de Spuistraat toegang verschaft tot de
schoenenmagazijnen van de firma Bloch en
Stibbe. Een viertal rechercheurs, onder lei
ding van inspecteur Joosten hebben toen
het gebouw onder bewaking genomen. Zij
hebben lang geduld moeten oefenen, want
eerst in den vroegen morgen werd huu
wachten beloond.
Tegen zes uur verscheen een auto. Toen
hierin de buit, die gereed was gemaakt, zou
vervoerd worden hebben de rechercheurs
Jansen, de Boer, Gerdenbroek cn Helder
man ingegrepen. Onder verzet maakten zij
zich meester van drie mannen. Deze zijn
overgebracht naar het bureau Warmoes
straat. Het bleek daar, dat men met drie
bekende inbrekers had te doen.
In het gebouw van de firma Bloch en
Stibbe waar vroeger ook reed9 werd inge
broken, was heel wat overhoop gehaald.
Lessenaars en kasten waren opengebroken.
Men had bij het werk ook een sigaartje ge
rookt en tenslotte waren acht groote pak
ken gereed gemaakt, ieder bevattende ecni-
ge dozijnen schoenen.
De politie meent in deze drie mannen de
daders te hebben gearresteerd van de meeste
inbraken die in den laatstcn tijd hier ter
stede zijn gepleegd.
OCTROOI-KWESTIE.
De rechtbank te Arnhem, uitspraak
doende in de zaak tegen den heer H., ge
wezen directeur van de Gloeilampenfa
briek Aravalves te Arnhem, die terecht
heeft gestaan wegens het schenden van
octrooien, waarop de N.V. Philips' Gloei
lampenfabrieken te Eindhoven recht zeide
te hebben, heeft de zaak teruggewezen
naar den rechter-commissaris voor het in
stellen van een nieuw onderzoek.
DE GEMEENTE-SECRETARIS VAN
WYCHEN VRIJGESPROKEN.
De rechtbank te Arnhem heeft den ge
meente-secretaris van Wychen, den heer
K., die terecht stond wegens knevelarij, in
zijn ambt gepleegd, vrijgesproken.
DOODELIJK ONGELUK.
Dinsdagmorgen reed de 17-jarige tuin
dersknecht ten K. te Apeldoorn op de fiets
naar zijn werk. Op den Kanaaldijk kwam
hij door onbekende oorzaak in botsing met
een met paard bespannen voertuig. De
wielrijder viel en stond dharna uit eigen
beweging weer op om direct onder hevige
pijn ineen te zinken. Waarschijnlijk heeft
hij een trap van het paard gekregen, want
hij had een ernstige wonde in zijn buik. In
het ziekenhuis is hij een paar uren latei-
overleden.
AUDIëNTIE.
De gewone audiëntie van den minister
van Financien zal op Maandag 21 Juni a.s.
niet plaats hebben.
DE RETOURCOMMISSIE IN HET
GASBEDRIJF.
De Hooge Raad heeft verworpen het
cassatieberoep van J. v. W., vroeger direc
teur van het gasbedrijf te Nijkerk, die we
gens het aannemen van giften van leveran
ciers tot 1 maand gevangenisstraf is ver
oordeeld door het Hof te Arnhem, welk
arrest gewezen werd bij bevestiging van
een vonnis der rechtbank te Zwolle.
Iedere rede schijnt ijdel en nietig, zoodra
haar de daad geen kracht geeft.
DEMOSTHENES.
FEUILLETON.
Naar het Engelsch van
A. T. QUILLER-COUCH.
Dit was het testament op dik perkament
papier geschreven met wonderlijke letters,
zonder getuigen of eenige formaliteiten. F.n
ik geloof dat mijn vader zoo verstandig
was het aan niemand te laten zien, rnaar
kalm zijn gewone leventje voortzette en
op zijn hoeve werkte zooals hij het jaren
gedaan had zoolang de oude man nog loef
de. Langzamerhand echter leefde mijn va
der niet langer zoo eenzaam en afgezon
derd, als hij gedaan had tijdens het leven
van den ouden man. Hij keek ten minste
uit naar een vrouw, eerst wel is waar heel
schuchter totdat hij op een Zondagmor
gen in de kerk te Polkimbra in de don
kere oogen keek van Margery Freethv. Dat
naar de kerk te Polkimbra ging, wekte
le ergernis op van de kleine gemeente,
waartoe hij behoord had. Of die ergernis
alleen daaruit voortkwam zullen wij in
het midden laten; de eigenaar van Lantrig
was in dien tijd ook nog ongetrouwd. Het
is evenmin noodzakelijk u te vertellen hoe
geregeld Margery en Ezechiel naar de kerk
gingen en hoe vaak hun oogen, ojigeslagen
uit het gebedenboek, elkander ontmoetten.
Laat het u voldoende zijn te vernemen. Jat
Margery aan het eind van het jaar het
aanzoek van Ezechiel niet afsloeg en spoe
dig daarna voor goed haar intrek nam op
Lantrig.
De eerste jaren van hun huwelijksleven
zijn zeer gelukkig geweest, zooals ik ten
minste opmaak uit de stille vreugde, waar
mee mijn moeder altijd over die jaren
sprak. Ook geloof ik, dat mijn eerste ver
schijning op deze aarde meer genot ver
oorzaakte dan ik later ooit heb geg?\en.
God schcnke mij daarvoor vergiffenis.
Maar niet lang nadat ik vier jaar oud was
geworden begon alles tegen te loopen.
Eerst vergingen twee schepen, waar mijn
vader aandeelen aan had; daarna werd
het vee door een ziekte aangetast en van
de kudde bleef heel weinig over. Eindelijk
ging de bank, waar mijn vader zijn gold
in had, op de flesch en wij waren nog
wel niet straatarm, maar we bezaten geen
vee meer en hadden geen geld om ander te
koopen en er zat niets anders op dan hel
vooruitzicht Lantrig te moeten verkoopen.
Het was in dien tijd, zooals ik later hoor
de van mijn moeder, dat men over het tes
tament van Amos Trenoweth begon te
denken. Zij, de arme ziel. had nooit te vo
ren over dat testament hooren spreken en
haar hart bloedde toen zij las van de ge
\aren voor lichaam en ziel, waarop daar
in gedoeld werd. Daarbij kwam, dat haar
zeer geliefde broeder het leven verloren
had in een storm in de nabijheid van dt
Kaap de Goede Hoop, zoodat zij de zee al
tijd beschouwde als een wreede en gevaar
lijke vijand en zij huiverde bij de gedachte
dat zulk een ramp ook het leven van haar
Ezechiel bedreigde. Dit was de reden, dat
de tranen en beden der jonge vrouw twe*
jaar lang baar man van de reis weerhiel
den; maar na \erloop van dien tijd toen de
zaken hoe langer hoe meer achteruit gin
gen en men er zeer tegen op zag Lantrig
te verkoopen, terwijl hij niet anders wist
dan de schatten lagen gereed wanneer
men er maar naar ging zoeken, hadden èn
armoede èn de wensch van mijn vader de
overhand. En met tranen in de oogen gaf
mijn moeder haar toestemming en er werd
besloten, dat mijn vader de reis zou onder
nemen cn dezen Elihu Sanderson te Bom
bay zou gaan opzoeken. En wanneer hij
slaagde, den huize Trenoweth van zijn
ondergang redden. Maar hij wachtte totdat
het ongunstigste gedeelte van den winter
voorbij was en nadat hij ons beiden had
aanbevolen aan de zorg van zfjn tante Eli
sabeth Loveday uit Lizard en ons van zoo
veel geld had voorzien als hij met moge
lijkheid kon krijgen (en veel was het waar
lijk niet) vertrok hij op een somberen mor
gen in Februari naar de haven van Ply
mouth en zeilde van daar uit met het goe
de schip „De gouden Golf' om zijn erfenis
in handen te krijgen.
HOOFDSTUK II.
Waarin wordt medegedeeld hoe mijn
vader vertrok, om den schat te
zoeken en hoe mijn moeder
een kreet hoorde in
den nacht.
Zoo zeilde mijn vader dus uit. Met het
testament en een bijbeltje in zijn jersey
vastgenaaid; dat was voor de veiligheid.
Een vreemder uitrusting voor het opspo
ren van aardsche schatten kan men zich
moeilijk denken. En de groote ijzeren
sleutel hing onaangeroerd aan den balk,
terwijl de spinnen elkander verdrongen, om
hun webben er omheen te spinnen, omdat
zij wel wisten, dat dit de eenige plek in heel
Lantrig was, waar zij voor moeders bezem
veilig waren. Aan die spinnen zijn mijn
eerste herinneringen verbonden, want het
beeld van mijn vader is slechts zeer vaag;
hij staat mij onduidelijk voor den geest als
een groote, blonde man met kolossale
schouders en wonderlijke grijze oogen, die
nu eens de strenge uitdrukking aannamen,
die hij van Amos geërfd had en u dan weer
vol liefde aanzagen. Ook heb ik een flauwe
herinnering van een varken, Eleazar ge
naamd (waarom heb ik nooit geweten), dat
op een nacht over de klip heenviel en het
heele huis wakker maakte door zijn gillen.
Maar dit vermeld ik alleen, omdat het ge
beurde, zooals ik later vernomen heb, vóór
het vertrek van mijn vader en zonder
eenig ander verband met mijn verhaal. Wij
leidden daar te Lantrig zeker een heel stil
leven, zooals de meeste bewoners van de
Westkust. Nu herinner ik mij mijn moeder,
zooals ze rustig haar gang ging, om met
ons schraal inkomen rond te komen. Zij
was een vrouw, die heel zachtjes liep en
ook zachtjes praatte met een lage, muzikale
stem, zooals ik nooit weer zal hooren. Maar
ik herinner mij haar het best in de kerk,
wanneer zij knielde en bad voor haar echt
genoot, en ook in het Vereenigingshuis,
waar zij ook nu en dan heenging meer om
tante Elisabeth genoegen te doen, dan voor
haar eigen bevrediging. Want de gods
dienst, die daar verkondigd werd, was te
somber voor haar stille smart; en vaak
heb ik een blik van akeligen schrik in baar
oogen zien komen, wanneer de jonge pre-,
dikant het gezang opgaf en de van ijver
blakende gemeente weeklagend zong.
„Te midden van het leven zijn wij in
doodsgevaar,
O strek uw arm uit om ons te redden.
Uit den oproerigen storm des levens,
Uit de woest bruisende golven."
een lied dat door do visschersbevolking
zeer toepasselijk werd gevonden. En waar
lijk als men hoorde met welk een zalving
dat woord op-roe-rig werd uitgezongen
met alle kracht der longen en met rollen
de letters, dan was het werkelijk indruk
wekkend. Maar mijn moeder verbleekte en
sidderde en greep mijn hand vast in de
hare, alsof ik haar kon redden uit de
schipbreuk, terwijl ik menigmaal werd
aangegrepen door het gezang en lustig
meezong, daar ik de beteekenis der woor
den niet ten volle begreep en evenmin haar
doodelijken angst.
„Het was altijd mijn vaders wensch ge
weest dat ik een „geleerde" zou worden,
hetgeen in die dagen en in onzen kring
wou zeggen dat ik zou leeren lezen en
schrijven zonder veel moeite. Daarom leg
de mijn moeder er zich in de eerste plaats
op toe mij de letters van het alfabet te lee*
ren uit het oude a, b, c-boek van Lantrig.
Ik heb dat a. b, c-boek nog:
„Bedekt met doorschijnend hoorn
Om de letters te beschermen tegen natte
vingers".
(Wordt vervolgd.)'