AMEDSFÖÖEÏSCHBAGMAD DOODEMANS ROTS. BINNENLAND, Prijsvermindering Hoeden. Donderdag 20 Juni 1929 27e Jaargang No. 296 TWEEDE BLAD. VIJFTIEN JAAR GEEISCHT N.V. COMPAGNIE LYONNAISE, .DE EEMIANDER- De Ulvcnhoutsche moordzaak voor de rechtbank Doodslag eo brandstichting Voor de Arrondissementsrechtbank te Breda is gister begonnen de zaak tegen J. F. M. en M. de V., beiden verdacht van den gruwelijken moord te UI venhout. leder der verdachten is gedagvaard tezamen en in vereeniging, althans afzonderlijk in ecu woning, bewoond door Petrus van der Burgt, opzettelijk dezen van der Burgt van het leven heeft beroofd door hem, terwijl hij op het bed lag, met een harrl voor werp slagen en stompen op het hoofd toe te brengen, waardoor een twaalftal won den aan de linkerzijde van het hoofd zijn ontstaan. Daarna hebben zij het bed, waarop ge melde van der Burgt zich bevond, in brand gestoken. Althans hebben zij in de woning brand gesticht en zoodoende Petrus v. d Burgt opzettelijk van het leven beroofd, doordat hij daardoor in brand geraakte en gedeeltelijk is verbrand. De brandwonden strekten zich uit van de linkerkuit van de knie tot aan de en kels. Door de brandwonden zijn giftige stoffen vanuit het verbrande been opgeno men, die geleid hebben tot een zeer korre lige zwelling, die den dood tengevolge had. Deze doodslag is gevolgd, vergezeld en voorafgegaan van de wederrechtelijke toe- rigening van een portemonnaie met geld, ioebehoorende aan den verslagene. De doodslag werd gepleegd met het oo, merk om de uitvoering van den diefstal voor te bereiden of gemakkelijker te ma ken of orn zich bij betrapping straffeloos heid of het bezit van het wederrechtelijk \etkregene te verzekeren. Voor de behandeling van de roofmoord zaak bestond groote belangstelling. Aangevangen werd met het verhoor van den verdachte C. Vught. Deze herhaalde niet zijn ontkenning voor den rechter-com- missaris, maar antwoordde op -herhaalde vragen van den president, dat hij niets te verklaren heeft. De getuigen-deskundigen dr. Gommers, dr. Hulst uit Leiden en dr. Houben uit Breda gaven vervolgens een omstandig verhaal hunner bevindingen, welke zeer bezwarend waren voor den verdachte. Hierna werden verschillende getuigen, buren van het slachtoffer, gehoord. Tot deze getuigen behoorde o.a. Maria D., die verklaarde, op de bedstede in het kosthuis van den verdachte een revolver te hebben gevonden, waarmee, volgens verklaringen van dr. Houben. het slachtoffer zou zijn bewerkt. Toen zij het wapen aan Vught liet zien, schrok deze. Vervolgens werd de kostbaas van ver dachte gehoord, die zeer verwarde verkla ringen over de revolver aflegde. Na voortgezet getuigenverhoor eischte het O. M. 15 jaar gevangenisstraf. UIT DE STAATSCOURANT. Op verzoek eervol ontslagen met ingang van 1 Juli onder dankbetuiging voor in rechterlijke betrekkingen bewezen diensten jhr. dr. J. G. Gratama als raadsheer in het gerechtshof Arnhem; benoemd tot ridder iu de orde van den Nederlandschen Leeuw jhr. dr. Gratami raadsheer in het gerechtshof te Arnhem; op verzoek eervol ontslagen met ingang van 1 Juli met dankbetuiging voor de goede bewezen diensten J. Bcakker als commissaris van politie te Apeldoorn en als commissa- ri van rijkspolitie; op verzoek eervol ontslagen met dank jhr. J. P. Hofstede als lid van het college van Regenten voor de gevangenissen in Gro ningen; benoemd tot rechterplaatsvervanger in de rechtbank Amsterdam mr. A. A. Hingst advocaat cn procureur te Amsterdam; op verzoek eervol ontslagen met dank prof. mr. baron d'Aulnis de Bourouill te Utrecht als lid der centrale commissie voor statistiek; idem met ingang van 1 Juli met dank voor de langdurige diensten als burgemees ter bewezen H. G. Servatius als burgemees^ ter van Smilde; idem. met dank jhr. G. J. du Cellice Mul ler als plaatsvervangend lid van het hoofd stembureau voor de verkiezing van leden der Tweede Kamer in de kieskring IS en benoemd als zoodanig A. J. H. Ilaghorn, ontvanger der directe belastingen en lid van den gemeenteraad te Maastricht. DE EEUWIGE VACATURE. Weer een nieuw Eerste Kamer lid dat bedankt. In de gistermiddag gehouden openbare zitting van het Centraal Stembureau voor de benoemd-verklaring van de leden dei- Eerste Kamer is in de vacature, ontstaan door het niet aannemen van zijn benoe ming lot. lid dier Kamer door mr. J. van Best, tot lid der Eerste Kamer benoemd verklaard de heer los. E. A. M. Meyring. Zooals reeds eerder gemeld, zal ook de heer Meyring zijn benoeming niet aanvaarden. DE BRAND IN DE OLIETANK TE VLISSINGEN. BANKETBAKKERSVEREENIGING Dc algemeene vergadeiicg ie Leiden De oorzaak nog onbekend. Men meldt ons uit Vlissingen: De brand in de olietank, welke staat op de terreinen van de Scheepsbouwmaat schappij „De Schelde", duurt nog steeds voort. De tank, die een inhoud heeft van 40 M3., wordt gebruikt voor een spantoven. Het blusschingswerk vordert slechts lang zaam. De brandweer bestrijdt het vuur met veel materiaal en houdt zich vooral bezig met het nathouden van de belendende go- bouwen. liet dak van een der gebouwen heeft ook \latn gevat, doch door het krach tig optreden van de brandweer heeft men uitbreiding kunnen \oorkomen. Omtrent de oorzaak tast men nog in hot duister. EERSTE KAMERVERKIEZINGEN. Bepaald op Vrijdag 26 Juli. Bepaald is dat in de provincies Noord- Brabant, Zeeland, Utrecht, Limburg, Noord- Ilolland cn Friesland de stemming over de iu die provincies ingeleverde lijsten van candidaten en over de daarop voorkomende candidalen voor de verkiezing van leden der Eerstp Kamer der Staten-Generaal zal plaats hebben op Vrijdag 26 Juli 1929. MOTORONGELUK. Tc Tfeesch bij Oss had een ernstig motor ongeluk plaats. De heer v. d. L. uit Oss, met als duorijdster mej. S. eveneens uit Oss, reden in groote vaart tegen een met paard bespannen wagen. Beiden werden van den motor geslingerd, waarbij v. d. L. zijn been brak en verschillende wonden bekwam. Mej. S. kreeg een herschenschud- ding. De motor is totaal vernield. UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT Gisteren en heden werd te Leiden gehou den de algemeene jaaidijksche vergadering van de Nederlandschc Banketbakkersver- ecniging. In de „Harmonie werd Maandag avond een begroetingsamunkomst gehou den en gistermorgen weid een aanvang ge maakt met het officieel gedeelte in een zaal van het café rest. „Zomerzorg". De verga dering stond onder leiding van den voor zitter den heer W. Berkhoff uit Amsterdam die een kort welkomstwoord sprak, speciaal tot de 18 Fransche en 2 Duitsche collega's. De voorzitter van de Leidschc afdeeling do heer Jac. Sput, heette daarna de aanwezi gen namens zijn afdeeling hartelijk welkom in de sleutelstad. De dames en heeren die niet aan liet congres deelnamen verlieten daarna, toen nog het vaandel- en congres- lied was gezongen de vergadering om ver schillende bezienswaardigheden te gaan bezichtigen. Aan het jaarverslag over 1928 ontleenen we dat het aantal afdeelingen bleef 18 en het aantal leden 837 bedroeg tegen 817 in bet jaar daarvoor. Den secretaris den heer W. G. van Veer uit Utrecht werd hartelijk dank gebracht om zijn uitnemend verslag. De heer J. \V. Deerik de penningmeester uit Sneek bracht financieel verslag uit. De rekening sloot met een bedrag van 856.44%. De penningmeester werd gede chargeerd. Goedgekeurd werden bei verslag van de commissie van het Officieel Orgaan, van het bestuur van het Vereenigings- en Plaat singsbureau en zijn contróle-commissie van de vakschool en van de historische com missie, alle opgenomen in het jaarboekje 1929. De aftredende leden van hel bestuur, de heeren J. W. Hilbron uit Rotterdam, J. M. Polak uit Den Maag en M. M. Weyl uit Den Bosch werden als zoodanig herkozen. De heeren \V. Eerstman cn N. H. Jager werden herkozen als leden van het Ver eenigings- en plaatsingsbureau, de heer J. G. Meerman als lid van het bestuur van de vakschool, de heer H, A. Aalders als lid van de reclamecoramissie. Zonder bespreking werd goedgekeurd een voorstel van het hoofdbestuur om aan de afdeeling Gelderland toe te siaan officieele vakwedstrijden te organiseeren, zulks in af wijking van het reglement. De volgende jaarvergadering zal in Rot terdam worden gehouden. Bij de rondvraag werd nog uitvoerig ge sproken over de al of niet vvenschelijkheid om ook broodbanketbak^krs als lid van de vereeniging toe te laten. Het bestuur zal te dezer zake rapport uitbrengen. Des middags werd een vergadering ge houden van het vveduvvenfonds. De dag van heden zou worden besteed voor de bezichtiging van Leiden's omstre ken. CENTRAAL ISR. WEES- EN DOOR- GANGSHUIS TE LEIDEN. Hot nieuwe gebouw offi cieel in gebruik genomen. Dinsdagmiddag is het nieuwe gebouw van hef Centraal Israëlietisch Wees- en Door gangshuis aan de Cronesteinkade te Lei den officieel in gebruik genomen in tegen woordigheid van den. burgemeester van Leiden, den heer Van de Sande Bakhuy- zen; den gemeente-secretaris, mr. Van Stryen, de wethouders Reimeringer, Tcpe, Splinter cn Goslinga; de heeren Van Gel der, Hirsch cn Vredenburg, resp. opperrab bijn in Zeeland, Overijssel en Gelderland en van afgevaardigden van verschillende Jooiiscbe en andere weeshuizen. De voorzitter der bouwcommissie, de heer L. Levisson. droeg met een korte rede liet nieuwe gebouw over aan den voorzit ter van het college van regenten prof. dr. L. Palache, die er in zijn openingsrede aan herinnerde, dat door velen ook door niet-geloofsgenooten, is bijgedragen voor dit nieuwe gebouw. De zuil der weldadig heid. een van do drie. waarop het Jodem dom heet te rusten staat nog zoo krachtig als ooit. Spr. bracht in het bijzonder dank aan de architecten, de heeren B. Buurman te Leiden en J. Oesterberg te Amsterdam, on aan de leden der bouwcommissie, ter wijl hij eerbiedige hulde bracht aan de na gedachtenis van mevr. Speyer—Rosen berg. de schenkster van het eerste gesticht op de Stille Rijn. De eere-voorzitter, de heer T. Maarsen, opperrabbijn te 's-Gravenhage, hield daar na de feestrede, waarin hij uitvoerig schetste de Joodsche zorg voor het zwakke cn onverzorgde kind door alle eeuwen heen. Spr. hoopte dat de stichting goede burgers en trouwe aanhangers van het oude Jodendom zou kweeken en zijn bede luidde: O. moge Uw oog geopend zijn over dit buis des daags en des nachts. De heer Is. Leman bood vervolgens een gedenkboek aan. waarna verschillende per sonen regenten geluk wensebten met de opening van het nieuwe gebouw o.a. de burgemeester van Leiden mr. Van de San- de Bakhuyzen Regina Freund on een zoontje van prof. Palache onthulde vervol gens twee gedenksteenen in de vestibule. Bij de rondwandeling door het gebouw werden de verschillende zalen ingewijd, o.a. de Leidsche zaal. geheel ingericht door een comité uit de Leidsche burgerij, door den voorzitter van dit comité, den wet houder Goslinga, Het nieuwe gesticht, dat zich kenmerkt door grooten eenvoud naast een bijzonder praktische inrichting, biedt plaats voor 56 kinderen, 28 jongens cn 28 meisjes Bouw en inrichting hebben ongeveer 100.000 gekost. EEN OLIETANK IN BRAND. Op het terrein van „De Schelde". Men seint ons uit Vlissingen: Hedenmiddag tegen half 4 is een olie tank staande op de terreinen van „De Schelde" door onbekende oorzaak inbrand geraakt. De zeer dichte rookwolken maken het onmogelijk de tank te naderen en be moeilijken^ het werk der Brandweer, die tegen de vlammen weinig kan uitrichten. GIFT VOOR NEERBOSCH De Weesinrichting te Neerbosch heeft van iemand die onbekend wenscht te blij ven een gift van 1000 ontvangen. KOLONIALE RESERVE NAAR CURASAO Gistermiddag orn vijf uur is per stoom schip Amsterdam van den Kon. West-Indi- schcn Maildienst van Amsterdam naar Cu rasao vertrokken, een detachement kolo niale reserve, groot 50 man. met inbegrip van drie onderofficieren, onder bevel van den eersten luitenant der infanterie, L. F. Weyerman. In vier dagen tijd had de Maat schappij in een der vrijgehouden laadruim ten eene tijdelijke accomodatie gemaakt: een eetzaal, hutten met kribben, waschgelegen- heden, douches, electrische verlichting enz. Zelfs de graraophoon ontbrak niet zoo meldt de N. R. Ct. Bij het vertrek uit Nijmegen had majoor Barcndsen de mannen reeds toegesproken cn gisteren kwam bij aan boord om hen, uit naam van den minister van koloniën, goede reis te wenschcn. Waarschijnlijk blijft het deta chement 9 maanden op Curacao. DE HERTOG HENDRIK. Te Dolgada aangekomen. Blijkens bij het departement van De fensie ontvangen telegram is Hr. Ms. „Her tog Hendrik" op uitreis naar Curasao heden to Ponta Delgada aangekomen. DOOR EEN AUTO AANGEREDEN. De 15-jarige A. W., die op den Stations weg te Dordrecht werd aangereden door een vrachtauto cn o. a. met een hersen schudding in het ziekenhuis moest worden opgenomen, is gisterenmiddag zonder bij konnis te zijn gekomen, overleden. OP HEETEROAAD BETRAPT Drie bekende inbrekers gearresteerd. Een schoenenmagazijn overhoop gehaald Men meldt ons uit Amsterdam: De politie heeft in den afgeloopen nacht een goeden slag geslagen door drie bekende inbrekers op heeterdaad te betrappen. Gis teravond laat hebben zij zich aan de zijde van de Spuistraat toegang verschaft tot de schoenenmagazijnen van de firma Bloch en Stibbe. Een viertal rechercheurs, onder lei ding van inspecteur Joosten hebben toen het gebouw onder bewaking genomen. Zij hebben lang geduld moeten oefenen, want eerst in den vroegen morgen werd huu wachten beloond. Tegen zes uur verscheen een auto. Toen hierin de buit, die gereed was gemaakt, zou vervoerd worden hebben de rechercheurs Jansen, de Boer, Gerdenbroek cn Helder man ingegrepen. Onder verzet maakten zij zich meester van drie mannen. Deze zijn overgebracht naar het bureau Warmoes straat. Het bleek daar, dat men met drie bekende inbrekers had te doen. In het gebouw van de firma Bloch en Stibbe waar vroeger ook reed9 werd inge broken, was heel wat overhoop gehaald. Lessenaars en kasten waren opengebroken. Men had bij het werk ook een sigaartje ge rookt en tenslotte waren acht groote pak ken gereed gemaakt, ieder bevattende ecni- ge dozijnen schoenen. De politie meent in deze drie mannen de daders te hebben gearresteerd van de meeste inbraken die in den laatstcn tijd hier ter stede zijn gepleegd. OCTROOI-KWESTIE. De rechtbank te Arnhem, uitspraak doende in de zaak tegen den heer H., ge wezen directeur van de Gloeilampenfa briek Aravalves te Arnhem, die terecht heeft gestaan wegens het schenden van octrooien, waarop de N.V. Philips' Gloei lampenfabrieken te Eindhoven recht zeide te hebben, heeft de zaak teruggewezen naar den rechter-commissaris voor het in stellen van een nieuw onderzoek. DE GEMEENTE-SECRETARIS VAN WYCHEN VRIJGESPROKEN. De rechtbank te Arnhem heeft den ge meente-secretaris van Wychen, den heer K., die terecht stond wegens knevelarij, in zijn ambt gepleegd, vrijgesproken. DOODELIJK ONGELUK. Dinsdagmorgen reed de 17-jarige tuin dersknecht ten K. te Apeldoorn op de fiets naar zijn werk. Op den Kanaaldijk kwam hij door onbekende oorzaak in botsing met een met paard bespannen voertuig. De wielrijder viel en stond dharna uit eigen beweging weer op om direct onder hevige pijn ineen te zinken. Waarschijnlijk heeft hij een trap van het paard gekregen, want hij had een ernstige wonde in zijn buik. In het ziekenhuis is hij een paar uren latei- overleden. AUDIëNTIE. De gewone audiëntie van den minister van Financien zal op Maandag 21 Juni a.s. niet plaats hebben. DE RETOURCOMMISSIE IN HET GASBEDRIJF. De Hooge Raad heeft verworpen het cassatieberoep van J. v. W., vroeger direc teur van het gasbedrijf te Nijkerk, die we gens het aannemen van giften van leveran ciers tot 1 maand gevangenisstraf is ver oordeeld door het Hof te Arnhem, welk arrest gewezen werd bij bevestiging van een vonnis der rechtbank te Zwolle. Iedere rede schijnt ijdel en nietig, zoodra haar de daad geen kracht geeft. DEMOSTHENES. FEUILLETON. Naar het Engelsch van A. T. QUILLER-COUCH. Dit was het testament op dik perkament papier geschreven met wonderlijke letters, zonder getuigen of eenige formaliteiten. F.n ik geloof dat mijn vader zoo verstandig was het aan niemand te laten zien, rnaar kalm zijn gewone leventje voortzette en op zijn hoeve werkte zooals hij het jaren gedaan had zoolang de oude man nog loef de. Langzamerhand echter leefde mijn va der niet langer zoo eenzaam en afgezon derd, als hij gedaan had tijdens het leven van den ouden man. Hij keek ten minste uit naar een vrouw, eerst wel is waar heel schuchter totdat hij op een Zondagmor gen in de kerk te Polkimbra in de don kere oogen keek van Margery Freethv. Dat naar de kerk te Polkimbra ging, wekte le ergernis op van de kleine gemeente, waartoe hij behoord had. Of die ergernis alleen daaruit voortkwam zullen wij in het midden laten; de eigenaar van Lantrig was in dien tijd ook nog ongetrouwd. Het is evenmin noodzakelijk u te vertellen hoe geregeld Margery en Ezechiel naar de kerk gingen en hoe vaak hun oogen, ojigeslagen uit het gebedenboek, elkander ontmoetten. Laat het u voldoende zijn te vernemen. Jat Margery aan het eind van het jaar het aanzoek van Ezechiel niet afsloeg en spoe dig daarna voor goed haar intrek nam op Lantrig. De eerste jaren van hun huwelijksleven zijn zeer gelukkig geweest, zooals ik ten minste opmaak uit de stille vreugde, waar mee mijn moeder altijd over die jaren sprak. Ook geloof ik, dat mijn eerste ver schijning op deze aarde meer genot ver oorzaakte dan ik later ooit heb geg?\en. God schcnke mij daarvoor vergiffenis. Maar niet lang nadat ik vier jaar oud was geworden begon alles tegen te loopen. Eerst vergingen twee schepen, waar mijn vader aandeelen aan had; daarna werd het vee door een ziekte aangetast en van de kudde bleef heel weinig over. Eindelijk ging de bank, waar mijn vader zijn gold in had, op de flesch en wij waren nog wel niet straatarm, maar we bezaten geen vee meer en hadden geen geld om ander te koopen en er zat niets anders op dan hel vooruitzicht Lantrig te moeten verkoopen. Het was in dien tijd, zooals ik later hoor de van mijn moeder, dat men over het tes tament van Amos Trenoweth begon te denken. Zij, de arme ziel. had nooit te vo ren over dat testament hooren spreken en haar hart bloedde toen zij las van de ge \aren voor lichaam en ziel, waarop daar in gedoeld werd. Daarbij kwam, dat haar zeer geliefde broeder het leven verloren had in een storm in de nabijheid van dt Kaap de Goede Hoop, zoodat zij de zee al tijd beschouwde als een wreede en gevaar lijke vijand en zij huiverde bij de gedachte dat zulk een ramp ook het leven van haar Ezechiel bedreigde. Dit was de reden, dat de tranen en beden der jonge vrouw twe* jaar lang baar man van de reis weerhiel den; maar na \erloop van dien tijd toen de zaken hoe langer hoe meer achteruit gin gen en men er zeer tegen op zag Lantrig te verkoopen, terwijl hij niet anders wist dan de schatten lagen gereed wanneer men er maar naar ging zoeken, hadden èn armoede èn de wensch van mijn vader de overhand. En met tranen in de oogen gaf mijn moeder haar toestemming en er werd besloten, dat mijn vader de reis zou onder nemen cn dezen Elihu Sanderson te Bom bay zou gaan opzoeken. En wanneer hij slaagde, den huize Trenoweth van zijn ondergang redden. Maar hij wachtte totdat het ongunstigste gedeelte van den winter voorbij was en nadat hij ons beiden had aanbevolen aan de zorg van zfjn tante Eli sabeth Loveday uit Lizard en ons van zoo veel geld had voorzien als hij met moge lijkheid kon krijgen (en veel was het waar lijk niet) vertrok hij op een somberen mor gen in Februari naar de haven van Ply mouth en zeilde van daar uit met het goe de schip „De gouden Golf' om zijn erfenis in handen te krijgen. HOOFDSTUK II. Waarin wordt medegedeeld hoe mijn vader vertrok, om den schat te zoeken en hoe mijn moeder een kreet hoorde in den nacht. Zoo zeilde mijn vader dus uit. Met het testament en een bijbeltje in zijn jersey vastgenaaid; dat was voor de veiligheid. Een vreemder uitrusting voor het opspo ren van aardsche schatten kan men zich moeilijk denken. En de groote ijzeren sleutel hing onaangeroerd aan den balk, terwijl de spinnen elkander verdrongen, om hun webben er omheen te spinnen, omdat zij wel wisten, dat dit de eenige plek in heel Lantrig was, waar zij voor moeders bezem veilig waren. Aan die spinnen zijn mijn eerste herinneringen verbonden, want het beeld van mijn vader is slechts zeer vaag; hij staat mij onduidelijk voor den geest als een groote, blonde man met kolossale schouders en wonderlijke grijze oogen, die nu eens de strenge uitdrukking aannamen, die hij van Amos geërfd had en u dan weer vol liefde aanzagen. Ook heb ik een flauwe herinnering van een varken, Eleazar ge naamd (waarom heb ik nooit geweten), dat op een nacht over de klip heenviel en het heele huis wakker maakte door zijn gillen. Maar dit vermeld ik alleen, omdat het ge beurde, zooals ik later vernomen heb, vóór het vertrek van mijn vader en zonder eenig ander verband met mijn verhaal. Wij leidden daar te Lantrig zeker een heel stil leven, zooals de meeste bewoners van de Westkust. Nu herinner ik mij mijn moeder, zooals ze rustig haar gang ging, om met ons schraal inkomen rond te komen. Zij was een vrouw, die heel zachtjes liep en ook zachtjes praatte met een lage, muzikale stem, zooals ik nooit weer zal hooren. Maar ik herinner mij haar het best in de kerk, wanneer zij knielde en bad voor haar echt genoot, en ook in het Vereenigingshuis, waar zij ook nu en dan heenging meer om tante Elisabeth genoegen te doen, dan voor haar eigen bevrediging. Want de gods dienst, die daar verkondigd werd, was te somber voor haar stille smart; en vaak heb ik een blik van akeligen schrik in baar oogen zien komen, wanneer de jonge pre-, dikant het gezang opgaf en de van ijver blakende gemeente weeklagend zong. „Te midden van het leven zijn wij in doodsgevaar, O strek uw arm uit om ons te redden. Uit den oproerigen storm des levens, Uit de woest bruisende golven." een lied dat door do visschersbevolking zeer toepasselijk werd gevonden. En waar lijk als men hoorde met welk een zalving dat woord op-roe-rig werd uitgezongen met alle kracht der longen en met rollen de letters, dan was het werkelijk indruk wekkend. Maar mijn moeder verbleekte en sidderde en greep mijn hand vast in de hare, alsof ik haar kon redden uit de schipbreuk, terwijl ik menigmaal werd aangegrepen door het gezang en lustig meezong, daar ik de beteekenis der woor den niet ten volle begreep en evenmin haar doodelijken angst. „Het was altijd mijn vaders wensch ge weest dat ik een „geleerde" zou worden, hetgeen in die dagen en in onzen kring wou zeggen dat ik zou leeren lezen en schrijven zonder veel moeite. Daarom leg de mijn moeder er zich in de eerste plaats op toe mij de letters van het alfabet te lee* ren uit het oude a, b, c-boek van Lantrig. Ik heb dat a. b, c-boek nog: „Bedekt met doorschijnend hoorn Om de letters te beschermen tegen natte vingers". (Wordt vervolgd.)'

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5