AMBRSFOÖKIS OH DAGBLAD
Maakt Uw Limonades zelf!
CEMENT.
DOODEMANS ROTS.
Zaterdag 22 Juni 1929
«DE EEMLANDEÏT
27e Jaargang No. 298
DERDE BLAD.
BINNENLAND
DE TOESTAND OP
CURACAO
Men kan thans op
zichzelf passen
Essences voor Limonades a 35 ct. per flacon.
A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23
DE WACHTERSWONING
WORDT AFGEBROKEN
Het standpunt van
den minister
IN DEN TREIN BEROOFD
Voor ruim f 7000
GEEN OPZETTELIJKE
FRAUDE
A. N. HINDRIKS
Handel in Bouwmaterialen
FEÜSLLETOM.
Een proclamatie van den gouverneur
Naar uit Willemstad wordt geseind, heeft
de gouverneur van Curacao een proclama
tie aan de burgers uitgevaardigd, waarin
hij hun dank brengt voor de samenwerking
om den toestand na den inval door de Ve-
nezolanen meester te worden.
In een tweede proclamatie verzoekt de
gouverneur aan alle vreemdelingen op het
eiland vreedzaam aan hun werk te blijven
on zich te onthouden van openbare verga
deringen en samenscholingen op straat.
Met de troepen die reeds per stoomschip
zijn aangekomen en het oorlogsschip dat
de volgende week wordt verwacht, heeft
men het gevoel dat hot eiland in de toe
komst in staat zal zijn op zich zelf te pas
sen.
Opleiding voor den Politic-
dienst te Curasao.
Bij Ministerieele Beschikking van 18 Juni
1929 is een regeling vastgesteld voor oplei
ding van vrijwilligers met bestemming
voor den politiedienst te Curacao.
Zij die hiervoor een verbintenis wenscher
aan te gaan, moeten zich per ongezegelde
aanvraag richten tot den Commandant van
het Korps Politietroepen (Bureel Antwerp-
schestraat 18, Scheveningen). Het verdient
aanbeveling in dat verzoek reeds dadelijk
te vermelden: datum en jaar van geboorte,
of men al dan niet als gehuwde wcnscht te
vertrekken, de lichaamslengte, en het le
geronderdeel waarbij men heeft gediend.
Alleen zij die als dienstplichtige gediend
hebben, dan wel bij den vrijwilligcn Land
storm een rang behaalden worden toegela
ten; voorts moet men een lengte hebben van
1.665, (blootvoets gemeten), lichamelijk ge
schikt zijn, aan enkele eischen van alge
meene ontwikkeling voldoen en van goed
gedrag zijn, geen vonnis hebben ondergaan
cn ook niet ter beschikking van de Regee
ring zijn gesteld.
De opleiding heeft plaats te Nieuwersluis.
HET BEDREIGDE GOOILUST.
Een protest van de Interna
tionale Wisent-Gesollschaft.
De Internationale Wisent-Gesellschaft
heeft zich tot H.M. de Koningin gewend
met het dringend verzoek om te willen ver
hinderen, dat „Gooilust", het bekende
landgoed van den heer Blaauw, te 's-Gra-
vcnland, ten gronde zal gaan. Deze weten
schappelijke vereeniging, welke zetelt te
Frankfurt a. M., heeft zich ook door be
middeling van den consul-generaal te
l-'rankfurt a. M. en onzen gezant te Berlijn
met de Neclerlandsche regeering in verbin
ding gesteld om de internationale weten
schap voor het verlies van „Gooilust" te
bewaren.
BRAND OP HET SINGEL TE
AMSTERDAM.
In een schilderswerkplaats.
Men meldt ons uit Amsterdam
Op het Singel 274 bij de Gasthuismolcn-
steeg brak gistermiddag door onbekende
oorzaak brand uit. Ilij ontstond op de twee
de verdieping aan den voorkant, waar de
schilderswerkplaatst is gevestigd van den
heer H. van Willigenburg. De vlammen
TEL, 217.
sloegen weldra uit en zware rookwolken
trokken langs het Singel. Honderden men-
schen kwamen toeloopen om van den brand
getuige te zijn. Inmiddels was ook de
brandweer met veel materiaal ter plaatse
gekomen. Binnen enkele minuten waren
een viertal stralen uitgelegd. Twee werden
op het vuur gericht vanaf de belendende
perceelen, een werd gelegd over den mc-
chanischen ladder cn een binnen het per
ceel.
Heel spoedig was de brandweer het vuur
meester. Het vertrek twee hoog voor brand
de uit, evenzoo een kamer drie hoog ach
ter, waarheen het vuur zich lang een trap
een weg had gebaand. Andere gedeelten
van het perceel kregen watersphade.
Ter beveiliging van den overweg
bij Rilland- Bath
missie van onderzoek in zake de veiligheid
op openbare, niet afgesloten overwegen is
vermeld (bl.z. 8), wordt het uizicht van den
weg op den spoorweg voldoende geacht,
zoodat voor liet weder doen bewaken van
den overweg geen voldoende aanleiding be-
stuat. Het zou niet juist zijn alleen op
grond van den omvang van een ongeval
weder tot bewaking te doen overgaan van
den overweg, waarop die aanrijding plaats
vond, indien deze, wat het uitzicht cn den
aard van het verkeer betreft, aan de
eischen voldoet.
Wel zal worden bevorderd, dat de nabij
den overweg gelegen wachterswoning, wel
ke in dit geval eenigszins misleidend heeft
gewerkt, zal worden afgebroken.
Een diamanthandelaar het slacht'
offer
De heer De Muralt had de volgende
schriftelijke vragen gesteld betreffende een
aanrijding op den onbewaakten overweg
nabij Rilland-Bath.
Is het den Minister bekend, dat op 19
Mei j.l. op den onbewaakten overweg
nabij Rilland-Bath een auto gegrepen
werd door een trein, waardoor op gru
welijke wijze twee kinderen met hun
beide ouders het leven werd benomen
Is het vermoeden juist, dat deze vree-
selijke ramp wellicht niet zou zijn voor
gekomen, indien de overweg bewaakt
was geweest en de Minister intijds ge
volg had gegeven aan den aandrang,
door ondergeteekende daartoe uitge
oefend in de vergadering der Eerste
Kamer van 25 April 1928 om dien over
weg weer te doen bewaken
Acht de Minister gelet op elders
voorgekomen ongevallen het, met
ondergeteekende, niet zeer goed moge
lijk, dat door een dergelijke aanrijding
een maillrein derailleert met de ont-
zetende gevolgen van dien
Is de Minister alsnog bereid den be
trokken overweg weer te doen bewa
ken
De heer Van der Vegte, Minister van Wa
terstaat heeft hierop het volgende geant
woord
1. Deze vraag wordt bevestigend beant
woord.
Hoewel afsluiting en bewaking, blij
kens de ervaring, geen afdoend middel zijn
tegen aanrijdingen op overwegen en het
ijden door gesloten overwegboomen zelfs
in steeds meerdere mate voorkomt, kan re
den bestaan voor het vermoeden, dat dit
droevig ongeval niet zou hebben plaats ge
grepen. indien de overweg bewaakt ware
geweest.
3. De mogelijkheid dat een raailtrein hij
een aanrijding van een automobiel, hetzij
op een bewaakten of op een onbewaakten
overweg ontspoort, kan niet ontkend wor
den de kans daarop schijnt echter, ook
blijkens verloop van reeds voorgekomen
aanrijdingen, uiterst gering en in zooverre
bij bewaakte grooter dan bij onbewaakte,
dat bij gene de aangereden sluitboom een
nieuwe bron van gevaar vormt.
4. Zooals ook in het verslag van de com-
OPLICHTING.
Gepleegd met een oangetcekenden
brief.
Iemand die tijdelijk te den Haag vertoeft,
heeft daar bij de politie aangifte gedaan,
dezer dagen te Londen slachtoffer te zijn
geworden van een sluwe oplichtersstreek.
Hij had zich laten bewegen, per aangetee-
kende brief geld naar den Haag te zenden
aan zijn eigen adres en toen hij aan hel
llaagsche postkantoor zijn bried kwam ha
len, bleek de brief inplaats van eenige
Engelsche ponden, slechts waardeloos pa
pier te bevatten. Zoogenaamde Engelsche
vrienden hadden de brieven verwisseld.
MINISTER KAN NAAR DRENTE.
Men meldt ons uit Emmen:
Minister Kan is voornemens a.s. Maandag
zich naar Drente te begeven. De minister
zal n.l. te Emmen de eerste spade in den
vrond steken voor de werkzaamheden ten
behoeve eener fabriek voor de N.V. Breierij
„Het Klaverblad", die van de Gemeente
Emmen de noodige gronrl heeft aangekocht
Aan deze plechtigheid wordt een officieel
karakter gegeven, daar de totstandkoming
van een groot bedrijf voor deze gemeente
van groote beteekenis moet worden geacht.
DE EERSTE KAMERVERKIEZINGEN.
Candidaten der Chr. Kisl. Unie.
In de op 12 Juni j.l. te Breda gehouden
bijeenkomst der bij de ChrG Hist. Unie aan
gesloten leden der Provinciale Staten van
Noord-Brabant, Limburg, Utrecht en Zee
land, zijn naar de „Ned.meldt, tot candi
daten voor de a.s. verkiezing van leden der
Eerste Kamer der Sta ten-Generaal gesteld
1 Jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman, te
Utrecht, aftredend; 2. J. J. Wallien, te
Breskens; 3. mr. dr. F. W. J. Frowëiii, te
Eijs-Wittem; 4. C. Dane Gzn., te Willem
stad; 5. mr. dr. Kolff te Geldermalsen
DE EERSTE BETUWSCHE MEIKERSEN.
Te Eist zijn Donderdag door de firma
Bal tussen de eerste Betuwsclie meikersen
via Vlissingen naar Engeland gezonden. De
volgende week worclt overal met den pluk
begonnen. De oogst belooft overvloedig te
worden
HET LANDGOED AMPSEN.
Bij den dezer dagen te Lochum gehouden
verkoop van een gedeelte van liet. landgoed
Ampsen van wijlen mr. A. J. baron van
Xagell van Ampsen werd verkocht 40 H.A.
met 28 boerderijen voor ruim 1 raillioen
gulden. Verschillende boeren hadden een
combinatie gemaakt cn een massa voot
ruim 700.000 werd door deze combinatie
gekocht, zoodat de meeste boeren op hun
oude plaats kunnen blijven wonen, zij het
dan ook duurder dan tot nu toe. („N.R.Ct.")
Donderdag heeft in den trein Antwerpen—
Amsterdam een brutale berooving plaats
gehad.
Een 25-jarige diamanthandelaar, wonen
de in Antwerpen, stapte gistermiddag te
Bergen-op-Zoom in den trein, om zich voor
zaken naar Amsterdam te begeven.
Hij had een aantal ruwe diamanten bij
zach, welke in papieren zakjes aan do bin-
nenzijde van zijn vest verborgen waren.
Volgens zijn verklaringen was hij niet al
leen in de coupé geweest, doch had met
nog een persoon de reis gemaakt.
De jonge man was in slaap gevallen en
werd eerst wakker, toen de trein reeds in
de omgeving van Haarlem was.
Tot zijn ontsteltenis bemerkte hij, dat
zijn vest opengesneden was en de diaman
ten, welke een waarde hadden van ruim
ƒ7000, waren gestolen.
Bij zijn ontwaken was zijn mede-reiziger
verdwenen.
In Haarlem stelde hij oogenblikkelijk het
treinpersoneel van het gebeurde in kennis
en eveneens de politie.
Een aanvankelijk onderzoek in den trein
had echter geen resultaat.
De Haarlemsche politie heeft echter de
zaak in handen voor verder onderzoek.
De kwestie bij den vuilafvoer
te den Haag
De gemeeete we! benadeeld
Men meldt ons uit den Haag:
Zooals bekend is, wordt er sinds gerui-
rnen tijd door de politie in den Haag een
uitgebreid onderzoek ingesteld naar moge
lijke fraude, welke gepleegd zijn bij den
vuilafvoer van den Haag naar Nootdorp
en waarbij de gemeente den Haag voor een
niet-onaanzienlijk bedrag benadeeld zou
zijn.
In verband met geruchten hieromtrent
werd in den zomer van het vorige jaar
aan de politie door B. en W. opgedragen
contrólê uit te oefenen op het vervoer per
schuit van het Haagsche vuil.
Deze contróle had dan ook regelmati;
plaats.
F.enigen tijd geleden verschenen echter in
De Telegraaf opzienbarende artikelen over
de fraude, welke gepleegd zou zijn en on
geveer tegelijkertijd werd er bij de justitie
een klacht ingediend betreffende deze zaak
door mr. Nöthorn, de advocaat, die bekend
geworden is uit de verschillende kwesties,
welke ontstaan zijn in verband met. de cor
ruptie onder gasdirecteuren.
Hierop droeg de officier van justitie de
politie op een politioneel onderzoek in te
stellen naar mogelijke onregelmatigheden.
Een der inspecteurs lieeft toen deze zaak
ter hand genomen. Een groot aantal ge
tuigen meer dan 100 personen zijn
verhoord. Onder meer is het personeel van
den aannemer, die het vuil vervoerde, over
deze zaak gehoord.
Een uitvoerig proces-verhaal zal dezer
dagen aan de justitie worden toegezonden,
die dan beoordeelen moet in hoeverre er
termen zijn deze kwestie verder ter hand
te nemen.
Naar verluidt zou van een opzettelijke
fraude niets gebleken zijn; wel zouden de
contróle en het toezicht op het vervoer
edurende vele jaren te wenschen hebben
elaten, zoodat de gemeente inderdaad be
nadeeld is.
Groote Koppel 11 - Tel. 1135
GROOTE BRAND TE DEN BOSCH
Passementfabriek verwoest
Gistermorgen te ongeveer elf uür heeft
een groote brand de passementfabriek van
de Fa. Ilirdes en Zonen aan het ITinkha-
nereinde te Den Bosch verwoest. De brand
weer, die onder leiding van opperbrand-
meester W. Mulder spoedig ter plaatse was
en met twaalf stralen van de motorwagens
en op de waterleiding hot vuur aantastte,
kon ondanks haar harde werken niet ver
hinderen, d£.t de fabriek totaal uitbrandde.
De schade loopt in de duizenden en wordt
gedeeltelijk door verzekering gedekt. liet
bedrijf zal stopgezet moeten worden. Te
half een hedenmiddag was het vuur nog
niet gebluscht. De brand is ontstaan in de
droogkamer.
NOODLOTTIGE VAL.
De 47-jarige opperman Hendrik de Kruik"
van Hinderdam, gem. Nederhorst den Berg,
werkzaam aan de Vechtbrug te Weesp, viel
met zijn hoofd op een steen, waardoor hij
zoodanige verwondingen kreeg, dat hij spoe
dig daarna stierf. Hij laat een vrouw met
zes kinderen na.
DIEFSTAL VAN ELECTRISCHE ENERGIE.
Een echtpaar veroordeeld.
De Vijfde Kamer der rechtbank te Am
sterdam heeft uitspraak gedaan in de zaak
van den 39-jarigcn schilder cn zijn 36-jarige
echtgenoote, die terecht hebben gestaan ter
zake dat zij op \erschillcnde tijden in den
loop van 1927 cn 1928 in hun gemeenschap
pelijke woning aan de Karei du Jardinstraat
te Amsterdam hoeveelheden electrische en
ergie hebben weggenomen,, toebelloorcnd
aan de gemeente Amsterdam.
De rechtbank legde op grond van voort»
gezellen diefstal den man zes maanden en
de vrouw vier maatklen gevangenisstraf
op. De rechtbank oyorvvoog in haar vonnis
dat het feit een zeer ernstig karakter draagt,
maar dat zij bij het vaststellen van de straf
rekening heeft gehouden met de omstan
digheid, dat de vrouw" blijkbaar gehandeld
heeft onder invloed van den man en voorts
met het feit dat man en vrouw wegens het
misdrijf van abortus in hooger beroep door
het gerechtshof veroordeeld zijn tot resp.
een jaar en zes maanden en acht maanden
gevangenisstraf.
DE AFGEBRANDE RIJSTPELLERIJ.
Het bedrijf naar Zwijndrecht.
De rijstpellerij der firma v Schaarden
burg, aan de Nassaukade te Rotterdam, die
eenige maanden geleden is afgebrand, zal
ter plaatse niet weder worden opgebouwd.
De firma verplaatst het grootste deel van
haar bedrijf naar Zwijndrecht
RECHTERLIJKE MACHT.
Naar men m de N. R. Ct. meldt, zal jhr.
mr. F. E. M. do Roy van Zuydewijn, onlangs
benoemd tot substituut officier van justitie
bij de rechtbank te Breda ter vervanging
van mr. J. F. IToeffelraan, die te Rotterdam
werd benoemd, deze benoeming niet aan
nemen.
Jhr. mr. de Röy van Zuidewijn, thans
ambtenaar van hel OM. bij de kantonge
rechten te Breda, Oosterhout cn Zevenber
gen, zou voornemens zijn, binnenkort uit
de rechterlijke macht te treden.
Het is niet dc -vraag hoe den tijd door te
komen, maar hoe hent nuttig te besteden.
Naar het Engelsch van
A. T. QUILLER—COUCH.
De langdurige zomer ging over in een
schitterende en gouden September-maand
en stierf langzamerhand weg als 't ware
in een sluier van grijze lucht, en dc tijd van
spanning was bijna voorbij. Ook in Sep
tember was de lucht wolkenloos en de zee
bijna doodstil, maar in October kwam het
ongunstige weer en een koude zuidwesten
wind, die van dag tot dag toenam in hevig
heid, totdat hij eindelijk op den avond van
11 October in een waren storm overging.
Mijn moeder was de laatste dagen al meer
en meer lusteloos geworden en maakte zich
bezorgd over den toenemenden wind en
zij had dien avond vrij wat moeite om kalm
te blijven zitten afwachten. Ik herinner
mij, dat toen de storm buiten woedde en
aan de beugels der deur rukte, terwijl de
regen neerstroomde en de takken der hoo
rnen tegen de ruiten aansloegen, ik bij haar
nederknielde voor het keukenvuur en eind
jes las uit mijn geliefkoosd boek, dat zij
mij wilde verklaren wanneer de storm
soms even bedaarde-
Ik herinner mij dat ik dien avond zeer
onder den indruk was cn moeder mij het
punt waarover ik tobde had verklaard, wij
over de terugkomst van vader begonnen te
praten en tevergeefs trachten ons zelf ge
rust te stellen bij iedere stormachtige wind
vlaag cn bespraken, dat zijn schip nog met
geen mogelijkheid zoo dicht bij kon wezen
(en dat was voor het eerst een reden tot
vreugdel, maar zeker door windstilte aan
de westkust van Afrika lag; en eindelijk
lachten wij bijna (God vergeve het ons) om
het idéé, dat hij naar huis zou komen ter
wijl er zulk een storm woedde vlak vooi
Lantrig. En dan luisterde ik naar prachtige
verhalen over Oost-Indië en over de won
dere dingen dié men daar vinden kon cn
wij vroegen ons af of vader een papegaai
zou meebrengen en of het er een zijn zou
als die in de Schippersherberg te Polkim-
bra. En zoo pratende ging ik naar bed en
droomde van mijn boek en van papegaaien
en van de Schippersherberg in de stad Man-
soul, alsof geen booze geesten daar huilen
gierden en zee en lucht samen lieten koken
in hun Jieksenketels.
Hoe lang ik geslapen heb kan ik niet zeg
gen; maar ik werd wakker door het flikke
ren van een kaars in mijn oogen en ik zag
mijn moeder, heelemaal in 't wit, voor mijn
bed slaan met akelige, doodsangstige oogen.
„Jasper, Jasper, word wakker en luister!"
Ik denk dat ik nog half sliep maar ik
keek haar aan met verbijsterde oogen cn
wist niet goed of dit vizioen werkelijkheid
was of een deel van mijn zonderlinge droo-
men.
„Jasper, in vredesnaam, word wakker."
Die woorden waren zoo vol doodsangst,
dat ik mijn slaperigheid ineens afschudde
en overeind zat in mijn bed, volkomen wak
ker cn starende naar de vreemde verschij
ning. Mijn moeder zag doodsbleek, zij beef
de zoo dat de kandelaar heen en weer trilde
in haar hand en vreemde schaduwen aftee-
kende tegen den wand.
„O Jasper, luister, luister."
Ik luisterde maar hoorde niets dan het
kletsen van zeeschuim en regen tegen de ra
men en boven dat alles uit het geloei van
den storm; nu kermend als een levend we
zen in doodsangst dan weer luider en bul
derend, zoodat liet geheele huis van onder
tot boven schudde en trilde cn langzaam
stierf het geluid weg met snikken en zuch
ten alsof de doodsangst van miRioenen ge
folterde zielen door den storm werd voort
gedragen.
„Moeder, ik hoor niets anders dan den
storm".
„Niets anders dan den storm! O, Jasper,
weet je zeker dat je niets anders hoort?"
„Niets anders, moeder, maar dat is al
erg genoeg".
Dit scheen haar wat rust te geven; maar
toch bibberde zij nog en hield ze haar adem
in bij iederen rukwind. De storm scheen
steeds in hevigheid toe te nemen en woed
de nu zoo vreeselijk ulsof de dag van het
Laatste Oordeel gekomen was en de aarde
verdelgd zou worden. Minuten lang luis
terden wij zonder een woord te spreken,
bijna onbewegelijk, maar wij hoorden niets
dan de woedende elementen; het was trou
wens niet te denken dat eenig geluid ge
hoord zou kunnen worden boven zulk een
geraas uit. Eindelijk sprak ik tot mijn moe
der en zei:
„Lieve moeder, het is niets anders dan
de storm, U dacht aan vader cn dat maak
te u zenuwachtig. Gp weer naar bed, het
is hier zoo koud en doe jlw best te gaan
slapen. Wat meende u dn ar straks te hoo-
ren?"
„Lieve Jasper, je bent een best kind en
ik geloof wel dat je gelijk hebt, want je
kunt niets hooren en ik hoor nu ook niets.
Maar, o Jasper, het was zoo vreeselijk en
ik meende het zoo duidelijk te hooren; of
schoon ik durf wedden, dat het o hemel!
daar lioor ik het weer! luister, luister!"
Ditmaal hoorde ik het duidelijk en zon
der éênigen twijfel en toen ik hoorde was
het of ik mijn bloed in mijn aderen voel
de verstijven.
Een schril geluid en duidelijk hoorbaar
boven het loeien van den storm uit, die op
dat oogenblik een weinig bedaard was,
klonk een langgerekt gejammer, of liever
een gil, alsof verscheidene menschenstem-
men langzaam opstegen als een hartstoch
telijke smeekbede om de barmhartigheid
des hemels en wegstierf in een snik, een
huiveringwekkende wanhoop toen de woes
te storm opnieuw losbarstte met een kreet
zonder weerga hier op aarde en toch stel
lig cn zeker een menschelijke kfeet; een
kreet, die mij nog heden ten dage in de
ooren klinkt en tot mijn dood toe zal blij
ven klinken. Ik sprong uit bed. wierp het
raam open en keek naar buiten. De wind
sloeg het natte zeeschuim in mijn gezicht
en over mijn dun nachtgewaad en dreef af
over den heuvel. Ik keek uit en luisterde,
maar hoorde of zag niets; geen blauw licht
cn trouwens geen enkel licht; geen kreet,
geen schot of noodsignaal niets dan het
huilen van den wind die de zee beukte, het
slaan van de branding tegen de kust en al
les rondom zwarte en ondoordringbare
duisternis. De storm sloeg de lat uit mijn
hand, toen ik het raam dicht deed, en sloeg
er met kracht tegen aan. Ik keerde mij om
en zag mijn moeder aan. Zij was voorover
op de knieën gevallen, met de armen op het
bed, zij sprak niet, verroerde zich niet, zoo
dat ik dadelijk een doodsangst kreeg dat ze
dood was. Ik kon niets anders doen op dat
oogenblik dan haar bij haar naam roepen
en probeeren haar op te richten, dat dier
bare hoofd in de eerste plaats, dat slap
naar beneden hing. Bedenk dat ik toen pas
acht jaar oud was en nog nooit iemand
gezien had die was flauw gevallen. Het is
geen wonder dat ik dacht dat zij dood was.
Hoe lang dat geduurd heeft kan ik niet
zeggen, maar tot mijn groote vreugde hief
moeder eindelijk het hoofd op en keek
mij aan met zulk een vreemden blik, een
blik waarin de schrik en afschuw terug
keerden, naar mate zij zich alles weer her
innerde
„O Jasper, wat zou het geweest zijn? Wat
zou het toch geweest zijn?"
Helaas! Ilc wist het niet en toch scheen
ik het maar al te goed te begrijpen. De
kreet klonk nog in mijn ooren en had een
weerklank in mijn hart, terwijl toch een
inwendige stem mij zeide, dat het een
droom geweest was en ik wenschte niets
liever dan naar die stem te luisteren.
„Jasper, zeg, het kan toch niet
Zij zweeg toen zij mij zag en het vreese-
lijke vermoeden werd sterker en vervulde
ons geheel en verlamde alles binnen in ons.
Ik wilde antwoorden, maar wendde mijn
hoofd af. Mijn moeder viel weer op de
kniecn, zij schreide, zij bad, zij jammerde
wanhopig, terwijl de storm buiten bleef
voortwoeden en de zee haar doodslied
zong.
(Wordt vervolgd).