AMBRSFOÖKIS OH DAGBLAD Maakt Uw Limonades zelf! CEMENT. DOODEMANS ROTS. Zaterdag 22 Juni 1929 «DE EEMLANDEÏT 27e Jaargang No. 298 DERDE BLAD. BINNENLAND DE TOESTAND OP CURACAO Men kan thans op zichzelf passen Essences voor Limonades a 35 ct. per flacon. A. v. d. WEG. LANGESTRAAT 23 DE WACHTERSWONING WORDT AFGEBROKEN Het standpunt van den minister IN DEN TREIN BEROOFD Voor ruim f 7000 GEEN OPZETTELIJKE FRAUDE A. N. HINDRIKS Handel in Bouwmaterialen FEÜSLLETOM. Een proclamatie van den gouverneur Naar uit Willemstad wordt geseind, heeft de gouverneur van Curacao een proclama tie aan de burgers uitgevaardigd, waarin hij hun dank brengt voor de samenwerking om den toestand na den inval door de Ve- nezolanen meester te worden. In een tweede proclamatie verzoekt de gouverneur aan alle vreemdelingen op het eiland vreedzaam aan hun werk te blijven on zich te onthouden van openbare verga deringen en samenscholingen op straat. Met de troepen die reeds per stoomschip zijn aangekomen en het oorlogsschip dat de volgende week wordt verwacht, heeft men het gevoel dat hot eiland in de toe komst in staat zal zijn op zich zelf te pas sen. Opleiding voor den Politic- dienst te Curasao. Bij Ministerieele Beschikking van 18 Juni 1929 is een regeling vastgesteld voor oplei ding van vrijwilligers met bestemming voor den politiedienst te Curacao. Zij die hiervoor een verbintenis wenscher aan te gaan, moeten zich per ongezegelde aanvraag richten tot den Commandant van het Korps Politietroepen (Bureel Antwerp- schestraat 18, Scheveningen). Het verdient aanbeveling in dat verzoek reeds dadelijk te vermelden: datum en jaar van geboorte, of men al dan niet als gehuwde wcnscht te vertrekken, de lichaamslengte, en het le geronderdeel waarbij men heeft gediend. Alleen zij die als dienstplichtige gediend hebben, dan wel bij den vrijwilligcn Land storm een rang behaalden worden toegela ten; voorts moet men een lengte hebben van 1.665, (blootvoets gemeten), lichamelijk ge schikt zijn, aan enkele eischen van alge meene ontwikkeling voldoen en van goed gedrag zijn, geen vonnis hebben ondergaan cn ook niet ter beschikking van de Regee ring zijn gesteld. De opleiding heeft plaats te Nieuwersluis. HET BEDREIGDE GOOILUST. Een protest van de Interna tionale Wisent-Gesollschaft. De Internationale Wisent-Gesellschaft heeft zich tot H.M. de Koningin gewend met het dringend verzoek om te willen ver hinderen, dat „Gooilust", het bekende landgoed van den heer Blaauw, te 's-Gra- vcnland, ten gronde zal gaan. Deze weten schappelijke vereeniging, welke zetelt te Frankfurt a. M., heeft zich ook door be middeling van den consul-generaal te l-'rankfurt a. M. en onzen gezant te Berlijn met de Neclerlandsche regeering in verbin ding gesteld om de internationale weten schap voor het verlies van „Gooilust" te bewaren. BRAND OP HET SINGEL TE AMSTERDAM. In een schilderswerkplaats. Men meldt ons uit Amsterdam Op het Singel 274 bij de Gasthuismolcn- steeg brak gistermiddag door onbekende oorzaak brand uit. Ilij ontstond op de twee de verdieping aan den voorkant, waar de schilderswerkplaatst is gevestigd van den heer H. van Willigenburg. De vlammen TEL, 217. sloegen weldra uit en zware rookwolken trokken langs het Singel. Honderden men- schen kwamen toeloopen om van den brand getuige te zijn. Inmiddels was ook de brandweer met veel materiaal ter plaatse gekomen. Binnen enkele minuten waren een viertal stralen uitgelegd. Twee werden op het vuur gericht vanaf de belendende perceelen, een werd gelegd over den mc- chanischen ladder cn een binnen het per ceel. Heel spoedig was de brandweer het vuur meester. Het vertrek twee hoog voor brand de uit, evenzoo een kamer drie hoog ach ter, waarheen het vuur zich lang een trap een weg had gebaand. Andere gedeelten van het perceel kregen watersphade. Ter beveiliging van den overweg bij Rilland- Bath missie van onderzoek in zake de veiligheid op openbare, niet afgesloten overwegen is vermeld (bl.z. 8), wordt het uizicht van den weg op den spoorweg voldoende geacht, zoodat voor liet weder doen bewaken van den overweg geen voldoende aanleiding be- stuat. Het zou niet juist zijn alleen op grond van den omvang van een ongeval weder tot bewaking te doen overgaan van den overweg, waarop die aanrijding plaats vond, indien deze, wat het uitzicht cn den aard van het verkeer betreft, aan de eischen voldoet. Wel zal worden bevorderd, dat de nabij den overweg gelegen wachterswoning, wel ke in dit geval eenigszins misleidend heeft gewerkt, zal worden afgebroken. Een diamanthandelaar het slacht' offer De heer De Muralt had de volgende schriftelijke vragen gesteld betreffende een aanrijding op den onbewaakten overweg nabij Rilland-Bath. Is het den Minister bekend, dat op 19 Mei j.l. op den onbewaakten overweg nabij Rilland-Bath een auto gegrepen werd door een trein, waardoor op gru welijke wijze twee kinderen met hun beide ouders het leven werd benomen Is het vermoeden juist, dat deze vree- selijke ramp wellicht niet zou zijn voor gekomen, indien de overweg bewaakt was geweest en de Minister intijds ge volg had gegeven aan den aandrang, door ondergeteekende daartoe uitge oefend in de vergadering der Eerste Kamer van 25 April 1928 om dien over weg weer te doen bewaken Acht de Minister gelet op elders voorgekomen ongevallen het, met ondergeteekende, niet zeer goed moge lijk, dat door een dergelijke aanrijding een maillrein derailleert met de ont- zetende gevolgen van dien Is de Minister alsnog bereid den be trokken overweg weer te doen bewa ken De heer Van der Vegte, Minister van Wa terstaat heeft hierop het volgende geant woord 1. Deze vraag wordt bevestigend beant woord. Hoewel afsluiting en bewaking, blij kens de ervaring, geen afdoend middel zijn tegen aanrijdingen op overwegen en het ijden door gesloten overwegboomen zelfs in steeds meerdere mate voorkomt, kan re den bestaan voor het vermoeden, dat dit droevig ongeval niet zou hebben plaats ge grepen. indien de overweg bewaakt ware geweest. 3. De mogelijkheid dat een raailtrein hij een aanrijding van een automobiel, hetzij op een bewaakten of op een onbewaakten overweg ontspoort, kan niet ontkend wor den de kans daarop schijnt echter, ook blijkens verloop van reeds voorgekomen aanrijdingen, uiterst gering en in zooverre bij bewaakte grooter dan bij onbewaakte, dat bij gene de aangereden sluitboom een nieuwe bron van gevaar vormt. 4. Zooals ook in het verslag van de com- OPLICHTING. Gepleegd met een oangetcekenden brief. Iemand die tijdelijk te den Haag vertoeft, heeft daar bij de politie aangifte gedaan, dezer dagen te Londen slachtoffer te zijn geworden van een sluwe oplichtersstreek. Hij had zich laten bewegen, per aangetee- kende brief geld naar den Haag te zenden aan zijn eigen adres en toen hij aan hel llaagsche postkantoor zijn bried kwam ha len, bleek de brief inplaats van eenige Engelsche ponden, slechts waardeloos pa pier te bevatten. Zoogenaamde Engelsche vrienden hadden de brieven verwisseld. MINISTER KAN NAAR DRENTE. Men meldt ons uit Emmen: Minister Kan is voornemens a.s. Maandag zich naar Drente te begeven. De minister zal n.l. te Emmen de eerste spade in den vrond steken voor de werkzaamheden ten behoeve eener fabriek voor de N.V. Breierij „Het Klaverblad", die van de Gemeente Emmen de noodige gronrl heeft aangekocht Aan deze plechtigheid wordt een officieel karakter gegeven, daar de totstandkoming van een groot bedrijf voor deze gemeente van groote beteekenis moet worden geacht. DE EERSTE KAMERVERKIEZINGEN. Candidaten der Chr. Kisl. Unie. In de op 12 Juni j.l. te Breda gehouden bijeenkomst der bij de ChrG Hist. Unie aan gesloten leden der Provinciale Staten van Noord-Brabant, Limburg, Utrecht en Zee land, zijn naar de „Ned.meldt, tot candi daten voor de a.s. verkiezing van leden der Eerste Kamer der Sta ten-Generaal gesteld 1 Jhr. mr. B. C. de Savornin Lohman, te Utrecht, aftredend; 2. J. J. Wallien, te Breskens; 3. mr. dr. F. W. J. Frowëiii, te Eijs-Wittem; 4. C. Dane Gzn., te Willem stad; 5. mr. dr. Kolff te Geldermalsen DE EERSTE BETUWSCHE MEIKERSEN. Te Eist zijn Donderdag door de firma Bal tussen de eerste Betuwsclie meikersen via Vlissingen naar Engeland gezonden. De volgende week worclt overal met den pluk begonnen. De oogst belooft overvloedig te worden HET LANDGOED AMPSEN. Bij den dezer dagen te Lochum gehouden verkoop van een gedeelte van liet. landgoed Ampsen van wijlen mr. A. J. baron van Xagell van Ampsen werd verkocht 40 H.A. met 28 boerderijen voor ruim 1 raillioen gulden. Verschillende boeren hadden een combinatie gemaakt cn een massa voot ruim 700.000 werd door deze combinatie gekocht, zoodat de meeste boeren op hun oude plaats kunnen blijven wonen, zij het dan ook duurder dan tot nu toe. („N.R.Ct.") Donderdag heeft in den trein Antwerpen— Amsterdam een brutale berooving plaats gehad. Een 25-jarige diamanthandelaar, wonen de in Antwerpen, stapte gistermiddag te Bergen-op-Zoom in den trein, om zich voor zaken naar Amsterdam te begeven. Hij had een aantal ruwe diamanten bij zach, welke in papieren zakjes aan do bin- nenzijde van zijn vest verborgen waren. Volgens zijn verklaringen was hij niet al leen in de coupé geweest, doch had met nog een persoon de reis gemaakt. De jonge man was in slaap gevallen en werd eerst wakker, toen de trein reeds in de omgeving van Haarlem was. Tot zijn ontsteltenis bemerkte hij, dat zijn vest opengesneden was en de diaman ten, welke een waarde hadden van ruim ƒ7000, waren gestolen. Bij zijn ontwaken was zijn mede-reiziger verdwenen. In Haarlem stelde hij oogenblikkelijk het treinpersoneel van het gebeurde in kennis en eveneens de politie. Een aanvankelijk onderzoek in den trein had echter geen resultaat. De Haarlemsche politie heeft echter de zaak in handen voor verder onderzoek. De kwestie bij den vuilafvoer te den Haag De gemeeete we! benadeeld Men meldt ons uit den Haag: Zooals bekend is, wordt er sinds gerui- rnen tijd door de politie in den Haag een uitgebreid onderzoek ingesteld naar moge lijke fraude, welke gepleegd zijn bij den vuilafvoer van den Haag naar Nootdorp en waarbij de gemeente den Haag voor een niet-onaanzienlijk bedrag benadeeld zou zijn. In verband met geruchten hieromtrent werd in den zomer van het vorige jaar aan de politie door B. en W. opgedragen contrólê uit te oefenen op het vervoer per schuit van het Haagsche vuil. Deze contróle had dan ook regelmati; plaats. F.enigen tijd geleden verschenen echter in De Telegraaf opzienbarende artikelen over de fraude, welke gepleegd zou zijn en on geveer tegelijkertijd werd er bij de justitie een klacht ingediend betreffende deze zaak door mr. Nöthorn, de advocaat, die bekend geworden is uit de verschillende kwesties, welke ontstaan zijn in verband met. de cor ruptie onder gasdirecteuren. Hierop droeg de officier van justitie de politie op een politioneel onderzoek in te stellen naar mogelijke onregelmatigheden. Een der inspecteurs lieeft toen deze zaak ter hand genomen. Een groot aantal ge tuigen meer dan 100 personen zijn verhoord. Onder meer is het personeel van den aannemer, die het vuil vervoerde, over deze zaak gehoord. Een uitvoerig proces-verhaal zal dezer dagen aan de justitie worden toegezonden, die dan beoordeelen moet in hoeverre er termen zijn deze kwestie verder ter hand te nemen. Naar verluidt zou van een opzettelijke fraude niets gebleken zijn; wel zouden de contróle en het toezicht op het vervoer edurende vele jaren te wenschen hebben elaten, zoodat de gemeente inderdaad be nadeeld is. Groote Koppel 11 - Tel. 1135 GROOTE BRAND TE DEN BOSCH Passementfabriek verwoest Gistermorgen te ongeveer elf uür heeft een groote brand de passementfabriek van de Fa. Ilirdes en Zonen aan het ITinkha- nereinde te Den Bosch verwoest. De brand weer, die onder leiding van opperbrand- meester W. Mulder spoedig ter plaatse was en met twaalf stralen van de motorwagens en op de waterleiding hot vuur aantastte, kon ondanks haar harde werken niet ver hinderen, d£.t de fabriek totaal uitbrandde. De schade loopt in de duizenden en wordt gedeeltelijk door verzekering gedekt. liet bedrijf zal stopgezet moeten worden. Te half een hedenmiddag was het vuur nog niet gebluscht. De brand is ontstaan in de droogkamer. NOODLOTTIGE VAL. De 47-jarige opperman Hendrik de Kruik" van Hinderdam, gem. Nederhorst den Berg, werkzaam aan de Vechtbrug te Weesp, viel met zijn hoofd op een steen, waardoor hij zoodanige verwondingen kreeg, dat hij spoe dig daarna stierf. Hij laat een vrouw met zes kinderen na. DIEFSTAL VAN ELECTRISCHE ENERGIE. Een echtpaar veroordeeld. De Vijfde Kamer der rechtbank te Am sterdam heeft uitspraak gedaan in de zaak van den 39-jarigcn schilder cn zijn 36-jarige echtgenoote, die terecht hebben gestaan ter zake dat zij op \erschillcnde tijden in den loop van 1927 cn 1928 in hun gemeenschap pelijke woning aan de Karei du Jardinstraat te Amsterdam hoeveelheden electrische en ergie hebben weggenomen,, toebelloorcnd aan de gemeente Amsterdam. De rechtbank legde op grond van voort» gezellen diefstal den man zes maanden en de vrouw vier maatklen gevangenisstraf op. De rechtbank oyorvvoog in haar vonnis dat het feit een zeer ernstig karakter draagt, maar dat zij bij het vaststellen van de straf rekening heeft gehouden met de omstan digheid, dat de vrouw" blijkbaar gehandeld heeft onder invloed van den man en voorts met het feit dat man en vrouw wegens het misdrijf van abortus in hooger beroep door het gerechtshof veroordeeld zijn tot resp. een jaar en zes maanden en acht maanden gevangenisstraf. DE AFGEBRANDE RIJSTPELLERIJ. Het bedrijf naar Zwijndrecht. De rijstpellerij der firma v Schaarden burg, aan de Nassaukade te Rotterdam, die eenige maanden geleden is afgebrand, zal ter plaatse niet weder worden opgebouwd. De firma verplaatst het grootste deel van haar bedrijf naar Zwijndrecht RECHTERLIJKE MACHT. Naar men m de N. R. Ct. meldt, zal jhr. mr. F. E. M. do Roy van Zuydewijn, onlangs benoemd tot substituut officier van justitie bij de rechtbank te Breda ter vervanging van mr. J. F. IToeffelraan, die te Rotterdam werd benoemd, deze benoeming niet aan nemen. Jhr. mr. de Röy van Zuidewijn, thans ambtenaar van hel OM. bij de kantonge rechten te Breda, Oosterhout cn Zevenber gen, zou voornemens zijn, binnenkort uit de rechterlijke macht te treden. Het is niet dc -vraag hoe den tijd door te komen, maar hoe hent nuttig te besteden. Naar het Engelsch van A. T. QUILLER—COUCH. De langdurige zomer ging over in een schitterende en gouden September-maand en stierf langzamerhand weg als 't ware in een sluier van grijze lucht, en dc tijd van spanning was bijna voorbij. Ook in Sep tember was de lucht wolkenloos en de zee bijna doodstil, maar in October kwam het ongunstige weer en een koude zuidwesten wind, die van dag tot dag toenam in hevig heid, totdat hij eindelijk op den avond van 11 October in een waren storm overging. Mijn moeder was de laatste dagen al meer en meer lusteloos geworden en maakte zich bezorgd over den toenemenden wind en zij had dien avond vrij wat moeite om kalm te blijven zitten afwachten. Ik herinner mij, dat toen de storm buiten woedde en aan de beugels der deur rukte, terwijl de regen neerstroomde en de takken der hoo rnen tegen de ruiten aansloegen, ik bij haar nederknielde voor het keukenvuur en eind jes las uit mijn geliefkoosd boek, dat zij mij wilde verklaren wanneer de storm soms even bedaarde- Ik herinner mij dat ik dien avond zeer onder den indruk was cn moeder mij het punt waarover ik tobde had verklaard, wij over de terugkomst van vader begonnen te praten en tevergeefs trachten ons zelf ge rust te stellen bij iedere stormachtige wind vlaag cn bespraken, dat zijn schip nog met geen mogelijkheid zoo dicht bij kon wezen (en dat was voor het eerst een reden tot vreugdel, maar zeker door windstilte aan de westkust van Afrika lag; en eindelijk lachten wij bijna (God vergeve het ons) om het idéé, dat hij naar huis zou komen ter wijl er zulk een storm woedde vlak vooi Lantrig. En dan luisterde ik naar prachtige verhalen over Oost-Indië en over de won dere dingen dié men daar vinden kon cn wij vroegen ons af of vader een papegaai zou meebrengen en of het er een zijn zou als die in de Schippersherberg te Polkim- bra. En zoo pratende ging ik naar bed en droomde van mijn boek en van papegaaien en van de Schippersherberg in de stad Man- soul, alsof geen booze geesten daar huilen gierden en zee en lucht samen lieten koken in hun Jieksenketels. Hoe lang ik geslapen heb kan ik niet zeg gen; maar ik werd wakker door het flikke ren van een kaars in mijn oogen en ik zag mijn moeder, heelemaal in 't wit, voor mijn bed slaan met akelige, doodsangstige oogen. „Jasper, Jasper, word wakker en luister!" Ik denk dat ik nog half sliep maar ik keek haar aan met verbijsterde oogen cn wist niet goed of dit vizioen werkelijkheid was of een deel van mijn zonderlinge droo- men. „Jasper, in vredesnaam, word wakker." Die woorden waren zoo vol doodsangst, dat ik mijn slaperigheid ineens afschudde en overeind zat in mijn bed, volkomen wak ker cn starende naar de vreemde verschij ning. Mijn moeder zag doodsbleek, zij beef de zoo dat de kandelaar heen en weer trilde in haar hand en vreemde schaduwen aftee- kende tegen den wand. „O Jasper, luister, luister." Ik luisterde maar hoorde niets dan het kletsen van zeeschuim en regen tegen de ra men en boven dat alles uit het geloei van den storm; nu kermend als een levend we zen in doodsangst dan weer luider en bul derend, zoodat liet geheele huis van onder tot boven schudde en trilde cn langzaam stierf het geluid weg met snikken en zuch ten alsof de doodsangst van miRioenen ge folterde zielen door den storm werd voort gedragen. „Moeder, ik hoor niets anders dan den storm". „Niets anders dan den storm! O, Jasper, weet je zeker dat je niets anders hoort?" „Niets anders, moeder, maar dat is al erg genoeg". Dit scheen haar wat rust te geven; maar toch bibberde zij nog en hield ze haar adem in bij iederen rukwind. De storm scheen steeds in hevigheid toe te nemen en woed de nu zoo vreeselijk ulsof de dag van het Laatste Oordeel gekomen was en de aarde verdelgd zou worden. Minuten lang luis terden wij zonder een woord te spreken, bijna onbewegelijk, maar wij hoorden niets dan de woedende elementen; het was trou wens niet te denken dat eenig geluid ge hoord zou kunnen worden boven zulk een geraas uit. Eindelijk sprak ik tot mijn moe der en zei: „Lieve moeder, het is niets anders dan de storm, U dacht aan vader cn dat maak te u zenuwachtig. Gp weer naar bed, het is hier zoo koud en doe jlw best te gaan slapen. Wat meende u dn ar straks te hoo- ren?" „Lieve Jasper, je bent een best kind en ik geloof wel dat je gelijk hebt, want je kunt niets hooren en ik hoor nu ook niets. Maar, o Jasper, het was zoo vreeselijk en ik meende het zoo duidelijk te hooren; of schoon ik durf wedden, dat het o hemel! daar lioor ik het weer! luister, luister!" Ditmaal hoorde ik het duidelijk en zon der éênigen twijfel en toen ik hoorde was het of ik mijn bloed in mijn aderen voel de verstijven. Een schril geluid en duidelijk hoorbaar boven het loeien van den storm uit, die op dat oogenblik een weinig bedaard was, klonk een langgerekt gejammer, of liever een gil, alsof verscheidene menschenstem- men langzaam opstegen als een hartstoch telijke smeekbede om de barmhartigheid des hemels en wegstierf in een snik, een huiveringwekkende wanhoop toen de woes te storm opnieuw losbarstte met een kreet zonder weerga hier op aarde en toch stel lig cn zeker een menschelijke kfeet; een kreet, die mij nog heden ten dage in de ooren klinkt en tot mijn dood toe zal blij ven klinken. Ik sprong uit bed. wierp het raam open en keek naar buiten. De wind sloeg het natte zeeschuim in mijn gezicht en over mijn dun nachtgewaad en dreef af over den heuvel. Ik keek uit en luisterde, maar hoorde of zag niets; geen blauw licht cn trouwens geen enkel licht; geen kreet, geen schot of noodsignaal niets dan het huilen van den wind die de zee beukte, het slaan van de branding tegen de kust en al les rondom zwarte en ondoordringbare duisternis. De storm sloeg de lat uit mijn hand, toen ik het raam dicht deed, en sloeg er met kracht tegen aan. Ik keerde mij om en zag mijn moeder aan. Zij was voorover op de knieën gevallen, met de armen op het bed, zij sprak niet, verroerde zich niet, zoo dat ik dadelijk een doodsangst kreeg dat ze dood was. Ik kon niets anders doen op dat oogenblik dan haar bij haar naam roepen en probeeren haar op te richten, dat dier bare hoofd in de eerste plaats, dat slap naar beneden hing. Bedenk dat ik toen pas acht jaar oud was en nog nooit iemand gezien had die was flauw gevallen. Het is geen wonder dat ik dacht dat zij dood was. Hoe lang dat geduurd heeft kan ik niet zeggen, maar tot mijn groote vreugde hief moeder eindelijk het hoofd op en keek mij aan met zulk een vreemden blik, een blik waarin de schrik en afschuw terug keerden, naar mate zij zich alles weer her innerde „O Jasper, wat zou het geweest zijn? Wat zou het toch geweest zijn?" Helaas! Ilc wist het niet en toch scheen ik het maar al te goed te begrijpen. De kreet klonk nog in mijn ooren en had een weerklank in mijn hart, terwijl toch een inwendige stem mij zeide, dat het een droom geweest was en ik wenschte niets liever dan naar die stem te luisteren. „Jasper, zeg, het kan toch niet Zij zweeg toen zij mij zag en het vreese- lijke vermoeden werd sterker en vervulde ons geheel en verlamde alles binnen in ons. Ik wilde antwoorden, maar wendde mijn hoofd af. Mijn moeder viel weer op de kniecn, zij schreide, zij bad, zij jammerde wanhopig, terwijl de storm buiten bleef voortwoeden en de zee haar doodslied zong. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 9