WIJNHANDEL J. A. SCHOTERMAN Zn.
Gewas 1924 St. Emilion f 1.40 f 56.-
UTR.STRAAT 17 Gevestigd 1878 - TELEFOON 145
BANKLOOPER BEROOFD
AUTO OVERRIJDT TWEE
JONGENS
GERAFFINEERDE TRUC
MEER KENNIS OMTRENT
DE INDIËN
Humorhoekje
BIJZORDEO AAiMBEVOLEM per flesch per anker
Beiden overleden
Een troepje A. J. C.'ers fietste gisteren
van Groningen naar Havelte, toon zij on
derweg werden ingehaald door een auto.
bestuurd door- den heer Kolewijn. Een der
Jongens, de 15-jarige J. Fyken, verloor de
beheersching over zijn stuur en kwam te
vallen. Daarbij greep hij zijn buurman, de
18-jarige F. Houwen, die ook kwam te val
len. Beiden werden door de auto overre
den. Een hunner werd op slag gedood, de
ander werd naar het ziekenhuis te Assen
overgebracht, waar men door operatief in
grijpen trachtte hem in het leven te hou
den, hetgeen echter niet mocht gelukken.
De boringen ie Twekkelo.
Naar de Telegraaf verneemt, is Donder
dagavond te tien uur bij de boorinstallatie
te Twekkelo de eerste boorkern met zout
naar boven gebracht, welke is gehaald
van een diepte van 305 Meter.
Thans heeft de Kon. Ned. Zoutindustrie
te Boekelo aanleiding gevonden, den Rijks
hoofdingenieur van den mijnbouw te waar
schuwen.
1500 GESTOLEN.
Do dader gepakt.
Uit een directiekeet bij een werk op den
Deelenschen weg te Arnhem, waar juist het
geld voor uitbetaling aan de te werk ge
stelde werkloozen was opgeborgen, is een
bedrag van vijftien honderd gulden ont
vreemd. Van den diefstal wordt verdacht
een recidivist, die gisteravond te Apeldoorn
is gearresteerd en die nog gevangenisstraf
moet ondergaan wegens de bekende aan
randing van wethouder Meyer te Arnhem.
PROF. DR. W. H. KEESOM.
Naar De Tijd verneemt, heeft de Pause
lijke Academie van Wetenschappen te
Rome, prof. dr. W. H. Keesom, hoogleeraar
in de natuurkunde aan. de Leidsehe Uni
versiteit, benoemd tot gewoon lid dier Aca
demie.
DE UITVOERING DER
ZIEKTEVERZEKERING.
Een commissie geïnstalleerd.
De minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid heeft gisteren aan zijn departement
geinstalleerd een commissie, bestaande uit
twee onbezoldigde leden van den Verzeke
ringsraad, twee voorzitters van den Raad
van Arbeid en het bezoldigd lid van den
Verzekeringsraad mr. Werker, tevens voor
zitter der commissie, welke tot taak heeft
den minister van advies te dienen bij de
voorbereiding van de maatregelen ter uit
voering der ziekteverzekering, in het bij
zonder voor zoover die maatregelen betrek
king hebben op de uitvoering dier verzeke
ring door de Raden van Arbeid.
Naar wij voorts vernemen is aan het De
partement van Arbeid, Handel on Nijver
heid in gevorderden staat van voorberei
ding de samenstelling van het college van
toezicht op de bedrijfsverenigingen, welke
voor de uitvoering der verzekering zullen
worden toegelaten en de regeling van taak
en werkwijze van dat college.
KANAAL AXEL—HULST.
Het lid der Tweede Kamer, de heer Kor-
tenhorst heeft aan den Minister van Water
staat gevraagd of deze in staat en bereid is
mede te deelen in welk stadium de voorbe
reiding der plannen tot het graven van het
kanaal Axel—Hulst zich bevindt en welke
beslissing de Minister daaromtrent heeft
genomen.
DE HEER HENDRIX BEDANKT ALS
GEDEPUTEERDE.
Zijn plaats op de lijst voor de
Eerste Kamer.
Naar de Telegraaf verneemt zal de heer
J N. II e n d r i x, die door de Noord-Hol-
landsche R. K. Statenfractie nummer één
is geplaatst op de candidatcnlijst voor de
Eerste Kamer, zoodat zijn verkiezing vast
staat, in verband hiermede ontslag nemen
als lid van gedeputeerde Staten van Noord-
Holland en voorzitter van den Raad van
Toezicht op de provinciale bedrijven. De
heer Hcndrix vervult deze functies sedert
1919. De functies van lid der Eerste Kamer
en lid van Gedeputeerde Staten voor de
zelfde provincie zijn volgens de wet onver-
eenigbaar.
Een weldoener der menschheid
Closet-, in plaats van bankpapier
Omtrent het geval van oplichting waar
van wij reeds met een enkel woord melding
maakten, en waarvan een Hagenaar de
dupe is geworden, meldt men ons nog het
volgende:
Donderdag heeft een heer, die tijdelijk te
's-Gravcnhage verblijf houdt, bij do Haag-
sche politie aangifte gedaan, dat hij het
slachtoffer geworden is van een geraffi
neerde oplichterij.
Bedoelde heer was eenigen tLid in Londen
en had daar kennis gemaakt met een Jong-
menscb van Canadeesche origine.
Daar beide eenzaam waren, werd over
eengekomen samen Londen te bekijken en
er gezamenlijk eenige gezellige dagen
door te brengen.
Op een zekeren dag wandelden beiden
langs de Theems en stonden het Cleopatra-
monument te bewonderen. Door eon sa
menloop van omstandigheden kwamen zij
in gesprek met een bejaarden heer, die zich
bij hen aansloot en met z'n drieën zouden
zij zich nog korten tijd in de Engelsche
hoofdstad amuseeren.
Het oude heertje kwam al spoedig voor
den dag met een verhaal, volgens hetwelk
hij de erfgenaam zou zijn van een reusach
tig vermogen, dat hij maar behoefde te
gaan halen om het in zijn bezit te hebben.
Hij staafde zijn beweringen door aan zijn
metgezellen een krantenuitknipsel te laten
lezen waarin de erfgenamen opgeroepen
werden voor een vermogen van 600.000
pond sterling.
Hij vond dit kapitaal echter veel te groot
voor een alleenloopend persoon. Volgens
zijn zeggen, zou hij niet weten wat er mee
te beginnen. Daarom had hij het plan op
gevat zijn vermogen te verdeelen onder de
armen. En nu was zijn verzoek of zijn
beide vrienden hem daarbij behulpzaam
wildon zijn.
Beiden stemden toe.
De oude heer stelde daarop voor, dat hij
zou beginnen met aan elk 1000 pond te ge
ven, dat zij naar eigen inzicht zouden ver
deelen. Voor hun bemiddeling zouden zij
elk 100 pond ontvangen.
Met deze regeling gingon beide personen
accoord.
Een zekerheid, dat zij de 1000 pond inder
daad onder de armen zouden verdeelen,
verlangde de oude heer niet. Hun woord op
handslag gegeven, was hem voldoende.
Maar hij zou het wel een sympathieke
geste vinden, als beiden hem een bedrag
gaven, dat tegelijk met de 1000 pond voor
de armen en de 100 pond belooning zou
teruggegeven worden.
Een en ander zou als volgt plaats hebben.
Beiden zouden opgeven, waar zij het be
drag wenschten te ontvangen In hun te
genwoordigheid zou het dan per aangetee-
kenden brief worden verzonden naar het
adres dat zij wenschten en waar zij het
later zouden kunnen afhalen.
Het door hen gestorte bedrag dat dan
louter een formaliteit was zou gelijktij
dig ingesloten worden.
Op een middag kwamen de drie weldoe
ners der menschheid bijeen in een der Lon-
densche café's. De enveloppen waren ge
schreven; één voor Berlijn, waar de Cana
dees heenging en één voor Don Haag,
waar de andere vreemdeling heen zou
gaan.
In bijzijn van de betrokken personen
stopte de oude heer een stapeltje bankpa
pier, dat volgens zijn zeggen 1100 pond
inhield, in elke der enveloppen.
De Canadees en de ander heer deden er
uit hun portefeuille nog een aanzienlijk
bedrag bij, de enveloppen werden dichtge
maakt en gezamenlijk ging men naar het
postkantoor, waar de beide brieven als
„aangeteekend" werden afgegeven.
Den volgenden dag vertrok de heer naar
Nederland. Donderdagochtend arriveerde
hij in Den Haag en begaf zich naar het
postkantoor om den aangeteekenden brief
af te halen, welke inmiddels reeds aange
komen was. Hij verkeerde in de stellige
overtuiging, daarin te vinden het bedrag
dat hij gezien had dat er in gedaan was,
nl. 1000 pond voor de armen. 100 pond voor
hem en nog het bedrag door hem zelf ge
fourneerd.
Wie zal echter zijn verbazing schetsen,
toen bleek, dat de brief niets anders be
vatte dan closetpapier.
Door den een cf anderen handigen truc
waren de brieven verwisseld, en was een
brief met waardeloozen inhoud afgegeven,
terwijl de brief met het bankpapier ver
moedelijk in handen is van het oude heer
tje, dat zich met den Canadees wel vroolijk
gemaakt zal hebben over de goedgelovig
heid en onnoozelheid van den heer.
GELDERLANDS BELANG BIJ
AMSTERDAM-RIJN.
Rapport van den Hoofdinge
nieur van den Prov. Waterstaat
In aansluiting op het rapport, dat dooi
den hoofdingenieur van den Provincialen
Waterstaat aan Ged. Staten van Gelder
land is uitgegeven over de gevolgen voor
de Betuwe wanneer een kanaalverbinding
Arasterdam-Rijn volgens bet z.g. Gelder-
sche Valleiplan tot stand komt, is thans
eon uitvoerig rapport verschenen en aan de
Prov. Staten overgelegd van dezen hoofd
ambtenaar, waarin hij de voor- en nadee-
len voor Gelderland van deze verbinding
uiteenzet. De hoofdingenieur komt hierin
zoo lezen wij in de Tel. tot de conclusie,
dat de provincie Gelderland, hoewel in niet
onbelangrijke mate betrokken bij de vraag
hoe de nieuwe Rijnscheepvaartverbinding
voor Arasterdam zal worden gekozen, in het
tegenwoordig stadium van het vraagstuk
bezwaarlijk stelling kan nemon voor één
van een van de voorgestelde oplossingen
met terzijdestelling van de andere. De voor-
en nadeden zijn van onderling zeer ver
schillenden aard. Zij kunnen daardoor
moeilijk met elkaar worden vergeleken en
betreffen bovendien zeer .verschillende on-
derdeelen van de provincie. Naar de mee
ning van den hoofdingenieur bestaat er
voor de Staten alle aanleiding om den
voortgang der zaak met belangstelling te
blijven volgen en er is wellicht aanleiding
om de verschillende belanghebbende b.v.
do K. v. IC. en Betuvvsche ICanaalvereeni-
ging e.d. uit te noodigen, haar bijzondere
bolangcn duidelijker te belichten. De hoofd
ingenieur meent bij de regeering een be
paalde keuze kenbaar te maken.
'Algemeene vergadering van
„Oost en West''
Behoefte aan Groot Nederlanders
Zaterdag kwam de Vereenlglng „Oost en
West" in jaarlijksche algemeene vergade
ring te Breda bijeen. Na de officieele ont
vangst door het gemeentebestuur had de
vergadering onder groote belangstelling
plaats. Aanwezig waren, behalve het
hoofdbestuur, het afdeelingsbestuur van
Breda, afgevaardigden uit andere afdee-
lingen en vele leden der vereeniging uit
Breda en van elders, zoowel dames als hee-
ren, o. w. generaal Snijders.
De algemeene voorzitter, de heer R. Zuij-
derhoff, opende de vergadering met een
rede, waarin hij allereerst hulde bracht
aan de nagedachtenis van mevr. do dotialr.
jhr. Clifford Koek van Breugel-Roelofs. in
leven voorzitster der afd. Breda en eerelid
der vereeniging, om daarna den aanwezi
gen een hartelijk welkom toe te roepen, in
zonderheid generaal Snijders
Na de mededeeling. dat uit het jaarver
slag zal blijken dat de vereeniging zich mag
verheugen in toenemenden voorspoed, waar
zij nu reeds meer dan 30 jaren de banden
tusschen Nederland en de Indien tracht te
versterken en met bescheiden middelen
reeds veel in die richting mocht tot stand
brengen, vervolgde spreker zijn rede aldus;
Ons volk kent de Indiën bijkans niet Van
de Indien, zonder welke Nederland een on
belangrijk staatje zou zijn. leeren onze kin
deren op de lagere school veel te weinig
en op de middelbare onvoldoende. Het is
de plicht der Regeering hierin verbetering
te brengen. Doch doordat de Regeering tot
nu toe bijna uitsluitend bestaat uit man
nen, wier gedachten gezichtskring zich
hoofdzakelijk tot het grondgebied in Euro
pa beperkt, blijft die verbetering uit. Kende
ons volk de Indien beter, het zou niet toe
laten dat zijn Regeering aldus ware samen
gesteld. Maar juist doordat ons volk de In
dien niet goed kent, komt er in de samen
stelling van onze Regeering ten deze geen
verandering en juist doordat deze uit
blijft, leert ons volk de Indiën niet beter
kennen. Een cirkelgang dus. Wel beijveren
zich particulieren, waaronder onze vereeni
ging. om meer kennis onder ons volk om
trent de Indien te verspreiden, doch zulks
moet, over het algemeen, lapwerk blijven,
wijl de grondslag, die door het onderwijs
gelegd moet worden, niet stevig genoeg is.
Is het niet beschamend voor de Regeering,
dat meer kennis van de Indién aan de on
derwijzers bijgebracht wordt door een parti
culiere instelling, het Comité voor Indische
Lezingen en Leergangen? Dit comité, waar
bij ook de Vereeniging „Oost en West" is
aangesloten, kan intusschen bij gebreke van
ruime geldmiddelen zijn werk slechts op
bescheiden schaal verrichten.
Wat valt nu te doen, zoo vroeg spreker
verder. In de eerste plaats van particuliere
zijde doorgaan met. meer kennis van de In
dien onder ons volk te brengen. In dit
verband kan spreker mededeelen, dat de
financiën van de vereeniging dit jaar niet
toelieten over te gaan tot de uitgave van
het boekje over Onze Indiën, dat de ver
eeniging voornemens is onder de leerlingen
van de hoogste klassen van de lagere scho
len in het geheele land te doen verspreiden.
Het volgende jaar hoopt het bestuur daartoe
in staat te worden gesteld.
Wat overigens te doen valt, is dit: het
publiek te overtuigen van de noodzakelijk
heid dat er in de Regeering meer mannon
komen, die voldoende oog hebben voor de
belangen van het Rijk in zijn geheel. In
de eerste plaats ware die eisch te stellen
aan dengene, die aan het hoofd van het de
partement van Onderwijs zal komen te
staan. Maar ook voor andere portefeuilles
ware zooveel mogelijk om te zien naar
Groot-Nederlanders. Meer kans bestaat er
dan ook, dat zich geen incidenten meer zul
len voordoen gelijk aan hot onlangs gebeur
de op Curaqao, waardoor niet alleen het
aanzien van Nederland werd geschaad,
doch tevens gevaar voor internationale ver
wikkelingen ontstond.
Alvorens over te gaan tot de agenda,
stelde de voorzitter, onder luiden bijval,
voor, een telegrafische betuiging van aan
hankelijkheid aan IT. M. de Koningin en
Haar Huis te doen uitgaan.
Achtereenvolgens kwamen in behandeling
het jaarverslag, de rekening en verant
woording 1928 met het rapport der commis
sie. die belast was met het nazien dier re
kening welke in orde was bevonden en
de begrooting 1929, alle welke bescheiden
behoorlijk werden toegelicht.
Het hoofdbestuur werd voor het gehou
den beheer gedechargeerd, de verschillen
de functionarissen bedankt voor het door
hen verrichte, terwijl de leden der verifi
catiecommissie herbenoemd werden.
De periodiek aftredende hoofdbestuursle
den, t. w. de heeren R. Zuyderhoff, alg.
voorzitter, F. H. A. van der Brugh. alg.
secretaris, F. Logeman (lid van het dagel.
bestuur), mr. J. Huges (Arnhem), J. Franke
(Groningen) en J. A. van Hamel (Leiden)
werden allen bij acclamatie herkozen.
IN KOKEND WATER GEVALLEN.
Een VA jarig kind. wonende te Zunder-
florp, is eenige dagen geleden in een ketel
met kokend water gevallen. Dezer dagen
is het aan de bekomen brandwonden in
het Binnengasthuis overleden.
--T-.--r.T--
v--'7^ -.'•'L-Jr.'.V-
„Je geldof ik schiet je kapot
Vier jaar geeischt EU
Voor de rechtbank te 's-Hertogenbosch
heeft terecht gestaan een 24-jarig arbeider
uit Eindhoven, wion ten laste was gelegd,
dat hij op 13 Maart te Best een bedrag van
850, toebehoorende aan do Incasso Bank
te Eindhoven, heeft ontvreemd. Tegen den
wissellooper A. Vervest, die het geld bij
zich had in een tasch, had hij geweld ge
pleegd. In de eene hand had de slraatroo-
vor een revolver, in de andere hand eon
mes. Na Vervest toegevoegd te hebben: „Je
geld of ik schiet jo kapot!" stak hij hem
met het mes en ontrukte hem de geldtascb.
De overval geschiedde nabij de beruchte
nederzetting „De Ploeg".
Bij het uitvoerige getuigenverhoor bleek,
dat de roover berkend werd door een bult
op het voorhoofd.
De aangevallene had een steek aan het
voorhoofd bekomen.
Verdachte ontkende De banklooper moest
zich bepaald in den persoon vergist heb
ben!
Het O.M., waareenomon door ihr. mr.
Van Asch van Wijck, herinnerde in zijn re
quisitoir aan de geschiedonis van „De
Ploeg", waar de „bult" ook bij betrokkon
was. Bij een inbraak heeft de man eens
met een revolver op een veldwachter ge
schoten. in verband waarmee hij door de
rechtbank te Alkmaar tot een jaar gevan
genisstraf is veroordeeld
De officier achtte het ten laste gelegde
volkomen bewpzen en wees er noar op dat
verdachte mede bedorven is door het lezen
van boeken, waarin de misdaad wordt ge
leerd.
Hij requireerde vier jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mr. E van Zinnicq Berg-
mann. Den Bosch, pleitte vrijspraak en
verzocht verd op vrije voelen te stollen.
Na In raadkamer te zijn geweest weiger
de de rechtbank de invrijheidstelling on
bepaalde de uitspraak op 27 Juni.
EEN KUNSTCENTRALE.
Bebouwing van hot terrein van
het Paleis v. Volksvlijt.
De heer J. J. N. Ex ter, vroeger directeur
van het voormalige Gebouw voor Beelden
de Kunst in de Vondelstraat te Amsterdam
heeft een adres aan B. on W. dier gemeen
te gericht, waarin hij zijn plan uiteenzet
om op het vrijgekomen terrein op het Fre-
deriksplein een Kunstcentrale op te richten
waarvoor de iieer Jan de Meijer, architect
B. N. A. het bouwplan ontwierp.
De Kunstcentrale zal omvatten: een
schouwburg met duizend plaatsen, een con
certzaal met zevenhonderd plaatsen, ten
toonstellingszalen en permanente weef- en
batikafdeelingen.
De heer Exter is van oordeel, dat het par
ticulier initiatief hier geen taak heeft, maar
dat de stad de instelling moet doen bou
wen.
De heer Jan de Meijer zegt in zijn toelich
ting tot het bouwplan o.a., dat de tooneel-
diepte 20 m. zal zijn. Op den beganen grond
zijn café's met terrassen en showrooms ge
projecteerd.
In verband met het stadsbeeld is de rooi
lijn van het gebouw 33 m. achteruit ge
plaatst
Hr. Ms. KORTENAER.
Te Willemstad blnnongeloopen
Volgens bij het Departement van Defensie
ingekomen telegram, is Hr. Ms. torpedo-
bootjager „Kortenaer" in den nacht van 20
op 21 Juni voor Curacao gekomen, heeft
voor de haven gekruist en is des ochtends
ten C uur de haven van Willemstad binnen-
geloopen.
H. COLIJN 00 JAAR.
Tal van gelukwenschon.
Zaterdag vierde de heer H. ColJjn, leider
der A R. partij en lid der Eerste Kamer,
zijn OOsten verjaardag. Ter gelegenheid
daarvan bereikten hem tal van tele
grafische on schriftelijke gelukwenschon
uit alle oorden des lands, niet het minst
uit de A.R. kringen.
P. F. FRUYTIER. t
Oud-lid der Tweede Kamer.
In den ouderdom van 77 jaar is te Hon-
tenlsse overleden de heer P. F. Fruytier.
oud-lid van do Tweede Kamer.
Fruvtier was op 1 Februari 1852 gebo
ren. Hij was opgeleid voor den landbouw.
Tot 1885 is hij dan ook praktisch land
bouwer geweest. In September 1901 werd
hij lid van do Tweede Kamer, waarin hij
tot do verkiezingen in 1922 zitting had. Ja
renlang maakte hij deel uit van het col
lege van Ged. Staten van Zeeland. Bij ver
schillende polders en waterschappen be
kleedde hij betrekkingen en voorts js hij
ontvanger van Hontenisse geweest.
De heer Fruytier was ridder in de orde
van den Nederlandschcn Leeuw cn offi
cier in de Kroonorde van België-
(Maasb.)
HET EINDHOVEN'S OVERWEGVRAAG-
STUK
Een oplossing gevonden.
Naar „De Morgen" verneemt heeft de
Directie der Nederlandsche Spoorwegen
zich vereenigd met een project tot om
bouw, in dit geval hoogbouw, van het sta
tion met terreinen te Eindhoven. De over
wegen nabij de stad zouden allo vervallen,
waardoor dus het overwegvraagstuk is op
gelost.
Naar men het blad nog mededeelde
wordt de uitvoering van dit project be
groot op 21 miliioen,
HIJ „Vond Je het boek aardig dat ik Je leende
ZD ..O. opwindend l Je had er zoo'n hoop brieven in achter
gelaten als bladwijzers". .(Passing Show).
BRAND TE ROTTERDAM.
Houten werkplaats in asch
gelegd.
Gistermiddag te omstreeks 5 uur is brand
ontstaan in een houten werkplaats van de
Maatschappen voor scheeps- cn werktuig
bouw „Feyenoordaan de Piekstraat. In
de werkplaats stonden twee smidsen waar
op vuur smeulde De smidsen waren Zater
dag nog gebruikt Waarschijnlijk tenge
volge van de wind is het vuur in de smid
sen aangewakkerde!» daardoor is do brand
ontstaan Het vuur greep sterk om zich
heen. zoodat de geheele werkplaats uit
brandde De brandweer heeft het blus
schingswerk verricht met in totaal vijt
stralen, waarvan er eenigen op de brand
leiding van de fabriek, anderen op de wa
terleiding en op de pomp waren gekoppeld.
Na ongeveer twee uur was men hot vuur
meester.
DROEVIG ONGEVAL TE ROTTERDAM.
Een ongolukklgo sprong.
Gisteren is de 46-jarige K. Noordeweer uit
de Beverstraat te Rotterdam bij de Galak-
melkproductenfabriek aan de Piekstraat
van een Meter hooge stelling gespron
gen. De man kwam daarbij neer op een
rechtopstaande bezemsteel die hem een 30
A 40 c.M. in de buikholte drong. Per auto
van don G.G.D. is hij naar het ziekenhuis
vervoer en daar ter verpleging opgenomen
HET EERSTE ZOUT BOVEN GEBRACHT.
TROPENKÓLLER.
Gelijke monniken, gelijke kappen!..
Het Tweede Kamerlid de heer Duys
heeft den minister van Koloniën de vol-
gonde vragen gesteld:
Is het juist, dat dezer dagen in Ned.-
Indiö een luitenant tot drie jaar gevange
nisstraf door den krijgsraad werd veroor
deeld, omdat deze een inlander, die tijdens
een palrouilletoeht uit de veldflesch van
dien officier had gedronken, heeft ver
inoord, door hem met het hoofd omlaag
aan zijn teenen op te hangen?
Is het juist, dat omgekeerd verschillende
inlanders niet tot drie jaar gevangenis
straf, maar ter dood werden veroordeeld
en gebracht, omdat zij eveneens een ander
van het leven hadden beroofd, ook wan
neer dit geschiedde op minder wreede en
barbaarsche wijze.
Indien de minister op beide vragen be
vestigend moet antwoorden, is de minister
dan bereid mede te deelen ,of hij niet'van
meening is. dat de op deze inlanders toe
gepaste doodstraf wel in schrille tegen
stelling staat tot bovengenoemde veroor
deeling tot drie jaar gevangenisstraf, en
acht hij het, gezien zulk een verschil in
straffen, niet noodzakelijk, ten spoedigste
ook de doodstraf voor inlanders af te
schaffen?
Is de minister niet van meening, dat
zulk verschil in straffen, wanneer het een
Europeaan of een inlander geldt, bij uit
stek geëigend is den geest van verzet te
gen ons bewind in Ned.-Indië op volko
men begrijpelijke wijze aan te wakkeren?