KINDERRUBRIEK anzénsfodX Rubriek van Oom Karei x x Een Meevaller VAN ALLES WAT VOOR DE KLEINTJES TEEKENPLAATJE ;De vorige week heb ik jelui beloofd, dal ik je nu zou vertellen, hoe het met de raadselwedstrijd is afgeloopen. Xu, dat was geen gemakkelijk werkje. Er waren ver schillende neefjes en nichtjes die tot het einde toe de goede oplossingen hadden ge vodden. In de eerste weken zijn er natuur lijk al enkelen afgevallen, maar het aan tal van hen, die tot en met de laatste raad sels goede oplossingen hadden ingezonden, viel me nog heel erg mee. Xu ja, er waren er wel die eens een klein schrijffout ie had den gemaakt of die een andere oplossing hadden gegeven dan de officieelg, maar die toch eigenlijk ook wel goed was, maar dat waren toch geen ernstige fouten. Doch er kan maar een „Kampioen zijn", dus moest er worden gelooi. liet bleek, dat ons nich tje „Balsemicntje" de gelukkige was ge worden. Die heet dus in het vervolg geen Balsemicntje meer, maar „T\ a m p i o e n" en moet haar briefjes in het vervolg ook met. dien naam onderteekenen. Andere, ook goede oplossingen kwamen binnen van Meidoorn, Zonnestraaltje, Piepkuiken, Wo- dan en Ivaverblad. Die maken dus voor de volgende keer een goede kans. Xu is me al.gevraagd wat voor wedstrijd or nu komt. En ik moet je eerlijk zeggen, dat weet ik nog niet. In ieder geval is dat wa de zomervacantie. Want nu krijgen je lui het natuurlijk allemaal druk op school met repetities enz. en dat gaat natuurlijk voor kinderkrant, vóór raadsels en zelfs vóór een wedstrijd. Na de vacant ie zullen we dus weer eens over -wat nieuws gaan denken. Hier volgen nu eerst weer de: RAADSELS. De oplossingen van de vorige week. De oplossingen van de vorige raadsels waren: I. Dinsdag met.'de woorden D, kit. An nie, Dinsdag, Dadel, ham, G. II. tezamen met de woorden t, vel, le ien, tezamen, emmen, jet, n. Deze week is de prijs gewonnen door „Wodandie hem a.s. Maandag aan ons bu reau kan komen afhalen. NIEUWE RAADSELS. I Mijn geheel is een spreekwoord van 15 woorden c-n 17 letters. 17, 1G, 2, 10 is niet leelijk. 17>, 3, 7, 12 is een lichaamsdeel, 1, 2, li, S is een daad. G, 11, 6, 13, 5 is een bloem. 0, 16, 11, 15 is niet bitter. 1 is een medeklinker. (Ingez. door Zon neroosje.) X X X X XXXXXXXXXXXXX X X X X X Op de kruisjeslijn komt de naam van iets waar het op het o ogenblik om gaat. Op de 1ste rij een medeklinker. Op de 2e rij iets voor de boterham. Op de Öe rij is een deel van een huis Op do ie rij zijn visschen. Op de 5e rij een hoofdstad van één onzer provinciën. Op de Ge rij hadden de bakkers en ige» tijd geleden. Op de 7e rij het gevraagde woord. Op de Se rij is geen uitslaande brand. Op de 0e rijdt zeer vlug. Op de 10e rij vindt men in de steden. Op de 11e rij iels waar men water in kookt. Op de 12e .rij is een soort omheining. Op de J3e rij is een medeklinker. (Ingez. door Cupido.) door AMBER. Frits zat wat hij noemde „in de rats:'. Oorn Karei was bij hen gelogeerd en dat was op zichzelf natuurlijk prettig genoeg. Maar,- in het begin van de volgende week zou hij met hem naar hel circus gaan. Dat was al evenmin iets om over „in de rats' te zitten. IntegendeelWat hein echter zoo benauwde was, dat zijn vader hem zeker niet zou laten gaan, als hij deze week een „briefje" meebracht. Een „briefje" kreeg je op zijn school mee, als je per week drie of meer slechte aan- leekeningen in het klasseboek had staan. En Frits had er al twee te pakken. Xu was het weliswaar Zaterdag en zelfs het twee de lesuur van den morgen, zoodat de schoolweek bijna om was, maar het derde uur had hij aardrijkskunde De les ging over de nieuwe, na den oorlog ontstane landen: Estland, Letland. Litauen en Po len, Maar dat was dan ook wel zoowat het eenige, wat Frits er van afwist, want hij had zijn zaakjes niet geleerd. Hij was gis teravond met oom Karei gaan dammen, die hem altijd drie schijven vóórgat en dan nog bijna steeds won. Gisteravond had zijn SP oom echter een partij verloren. Daar was Frits wat trotsch op! Maar toch was het stom van hem ge weest, die les rliet te leeren, Je zou zien, dat hij juist een beurt kreeg; hij had er in een heclcn tijd geen gehad. En dan kreeg hij natuurlijk onvoldoende, en een derde aanteekening, en een briefje. En dan zou hij niet naar hel circus mogen gaan met oom Karei. Frits keek eens naar buiten, waar een schijnbaar eeuwigdurende regen staag uit de laaghangende wolkeu neersiepelde. Akc-| iig weer! Alles was akelig vandaag en die regen hoorde bij zijn stemming. Waarom had hij die les ook niet geleerd? vroeg hij z.icli voor de zooveelsle maal af. Nu was het. Ie Iaat, nu ging liet niet meer. 11ij keek nogmaals het raam uit. Op straat fietste een slagersjongen met opzet door de grootste plassen, dat het water hoog opspatte. Die hoefde geen aarcliijks- kunde-lessen te kennen. Maar of hij de vol gende week ook naar het circus zou gaan? Waarsclinlijk evenmin als Frils. Hemeltje, daar ging do bel al! Het twee de uur was om en nu kwam de aard rij ks- kunde-les. Kon hij mijnheer maar met iets aan het lachen maken. Dan zag hij wel eens een slechte beurt door de vingers. Je kreeg dan wel een onvoldoende in zijn aanteekcn- boekje. maar hij zette je dan soms niet in het klasseboek. Zoo, daar begon de les al. Eerst kreeg Willem van Veen een beurt; over Estland. Die wist natuurlijk alles weer. Daar zou hij, brits, des te erger hij afsteken. Als mijn heer tenminste eerst nog maar een ander oen beurt gaf. Maar nee hoor! Frits van Dalen," zei mijnheer, „kom jij eens voor de kaart." Langzaam stond Frits uit zijn bank op en met Jood in zijn schoenen en zeer weinig aardrijkskundige kennis in zijn hoofd begaf hij zich naar het hord, waaraan de kaart was opgehangen. „Zoo," zei mijnheer, „wat was je vorige cijfer ook weer?" F.n hij keek in zijn aan- teekenbookje. „Hm! Niet zoo erg best. Maar enfin, het zal vandaag wel beter gaan hè?" Ik ben bank van niet. Ik zou tenminste niet weten wat U me zou kunnen vragen, wat ik wist," dacht Frits. Maar dat zei hij natuurlijk niet. Hij bromde maar zoowat. „Van Veen heeft een prachtige voordracht gehouden over Estland," begon mijnheer toen weer „Vertel jij ons nu eens iets over het volgende land. Ploe heet dat ook weer?" „Litauen," antwoordde Frits. „Nee jongen," wees mijnheer hem terecht. „Dat is Letland. Ik zal jullie een ezels bruggetje leeren om de volgorde van die Baltische landen nooit meer te vergeten. Die liggen namelijk van Oost naar West precies alphabetisch: Estland, Letland, Li tauen, Polen. Dat is dus makkelijk genoeg. Het volgende land is dus ook niet Litauen, maar Letland. En vertel jij ons nu eens, Van Dalen, hoe de hoofdstad van Letland heet." Frits keek naar buiten, naar den regen en de plassen, en zweeg. Hm! Je wou misschien liever iets van Litauen vertellen, dat je dat zoo eerst noemde?" bedacht de leeraar. „Hoe heeft dan de hoofdstad van Litauen? Frits staarde nog altijd naar den regen buiten en bleef zwijgen. Wat had hij ook moeten zeggen? Hij wist niets. Nauwelijks hoorde hij, wat mijnheer vroeg en tot. hém doordringen deed de vraag heelemaal niet. „Zoo, dat weet je dus ook al niet? Hop komt dat. zoo? Les weer niet geleerd? En waarom niet? Nu, zeg eens wat!" Wat moest Frils zeggen? Mij had geen enkel excuus. „Xu? drong mijnheer aan. „Het regende zoo", zei Frits verstrooid en schrok meteen. Wat zei hij nu voor on zin? Dat kwam' natuurlijk omdat hij al door naar dien regen buiten had gekeken. Maar wat had dat er nu mee te maken? Doch hoorde hij goed? Lachte mijn heer? Ja, warempel, hij schaterde het uit! „Die is uitstekend, die is werkelijk uitste kend!" lachte hij. „Begrijpen jullie, wat hij bedoelt, jongens? Dit geestige, waar helaas niet al te vlijtige jongmensch leert zijn lessen, als liij 's morgens door liet park naar school wandelt. Maar vanmorgen regende het zoo hard en toen kon hij natuurlijk zijn schrift niet openhouden, liet is werkelijk een prachtig excuus! Ga maar gauw zitten, deugniet en weetniet. Je krijgt natuurlijk een onvoldoende beurt genoteerd, maar ik zal je voor ditmaal maar eens niet in het klasseboek schrijven, vanwege je grappige openhartigheid. Frils liep naar zijn bank terug en toen hij weer op zijn plaats ging zitten en be greep, dat hij nu met oorn Ivarel naar het circus zou mogen gaan, zuchtte hij bij zichzelf: „Gossie, wat een meevaller!" Antwoord op de Strikvraag uit 't vorige nummer. Grootvader, vader en zoon gingen naar de markt en kwamen ieder met een koe thuis, want grootvader en vader waren de twee vaders en vader cn zoon waren de twee zoons. Opg cf/e. Lees eens vlug, wat hieronder .staat: Aardappelveld Bietenveld Korenveld Beneveld. BEHENDIGHEIDSSPEL. Dit spelletje kan gespeeld worden met kastanjes, knikkers, aardappelen, peperno ten. eigenlijk met alle mogelijke voorwer pen, als er maar op gelet wórdt, dat deze dingen door de hals van een flesch kun nen, die een voorname plaats in lipt. spel inneemt. Verder moeten de vorowerpjes, waarmee men het spel speelt, gemakkelijk met eenu lepel kunne worden opgeschept. Plaats een tafeltje tegen een wand, waar een spiegel hangt; of zet een spiegel neer op een tafeltje, dat legen den muur steunt. In ieder geval moet liet zoo ingericht wor den, dat de tafel in den spiegel weerkaatst wordt. Op de tafel wordt nu een flesch neergezet; dicht daarbij legt men op een hoopje do voorwerpen waarmee men speelt. Daarna nog een lepel cn alles is gereed. Er kunnen een onbepaald aantal^inde- ren meedoen en ieder heeft op zijn beurt lot taak met den lepel de kastanjes, peper noten of andere voorwerpen, in de flecsh te doen. Doch daarbij mag niet naar dc flesch op liet tafeltje gekeken worden. Ieder kind. dat voor het tafeltj'e komt staan, mag al leen maar in den spiegel zien cn op die manier controleercn of de voorwerpen in dc flesch komen. Ieder die ondervonden heeft hoe lastig: hel is, voor drié spiegel een das of een haar lint te strikken, zal begrijpen dat dit kunst je nog lang niet meevalt. Elk medespeler krijgt een zeker aantal minuten, en wie in dien tijd de meeste voorwerpen in de flesch weet te werpen, is winnaar. In een stad hier ver vandaan Wonen niets dan Ganzen, Jong cn jolig Snatervolk. Maar ook gcoote Hanzen. Eiken morgen gaat de jeugd In een Ganzennjtje En voorzien van boekcntasch, Griffels en een leitje, Naar de school van Meestér Gak In het Ganzenstraatje. Vóór de school staat Meester al; Hij maakt graag een praatje. Meester is een heel knap man, Leert den Gansjes lezen, Schrijven, zingen, rekenen En gehoorzaam wezen. Hij geeft les 't is heusch niets vreemd! In het Ganzenlaaltje. Zeg, wou j' ook bij hem op school? Voor een enkel maaltje? Als de Gansjes gaan naar huis In hun Ganzen rijtje, Wacht hun Moeder hen al op Vlak bij 't groene weitje. T Ganzen volkje heeft veel trek, Moeder geeft hun grasjes; Om te drinken wijst zij hun 'n Sloot en een paar plasjes. Neen, ik zou toch lang niet graag 'n Gansje willen wezen, Want dan zou 'k de Menschcntaal Vast niet kunnen lezen! Gras en ongekookt nog wel! Zou 'k niet kunnen eten! Ik zou daarom nooit, neen nooit! 'n Gansje willen heeten. Mocht ik ooit eens in mijn droom Naar die stad verdwalen, Och, beloof me dan vooral, Dat je mij komt halen. En mij weer bij Moeder brengt. 'k Wil geen Gansje wezen. Liever ga ik maar naar school Om te leeren lezen. Deze boerderij met omgeving kunnen cle jrooteren onder, jullie gemakkelijk op ruit- luiken, vensterbank fcn deur groen. jespapier nateekenen. De kleineren mogen II o o i b e r g: boven licht bruin; haar op dun, doorschijnend papier over- onder geel. trekken, maar moeten daarbij de ruitjes Lucht blauw, weglaten. Sik: wit. Staat alles keurig op het papier, dan gaan Weitje: licht groen, we het geheel kleuren en wel: II u i s j e: dak geèl (onderste stuk rechts rood); schoorsteen grijs; muren wit; Tad vóór 't huis: geel. Perkjes: wit en rood. gras er omheen groen. Hekje: bruin. Boo m e n: stam groenbruin; bladeren groen. VOOR DE KLEINTJES DE LENTE. Uil Sprookjesland kwam Lente aan, Die lieve Tooverfee; Voor eiken boom en eiken struik, Bracht zij haar kleurtjes mee. Zij werden wit cn leertjes groen En ook wel roze-rood! Een vogeltje werd toen zoo blij, Dat 't plots'ling luidkeels floot! Mariotje cn haar kleine zus, Met kleurtjes op de wang, Die luisterden te zamen naar Dat liefelijk gezang. HETTY BOREL*. CORRESPONDENTIE. Wipneus. Welbedankt voor het re cept, Ik zal wel eens aan mijn vrouw vra gen, of ze het klaar wil maken. W i I d z a n g. Dat is zeker een tijd ge leden. Wie weet wat voor een zwemster je nog wordt. Je vindt het zeker reuze fijn, hè. Vinkje Veel plezier, hoor. Als het maar mooi weer is. Dat is goed. W o d a n. Doe maar goed je best. W o u (11 o o p e r. Fijn, ik zou best mee willen. Daar ga je clan zeker den geheelen dag op loopen. Speurder. Dan zijn er zooveel nich tjes cn neefjes die niet mee kunnen doen. Broek. Lekker, heb je ze al gegeten. Prettig dat je het boek mooi vond. Go ud fazant. Wat is dat voor een schoon verhaal, ik zal het maar niet in de courant zetten, vind je wel? Balsemientjé. Het is bepaald koud. Wat gezellig, ik hoop dat je veel ple zier zult hebben. Dat herinner ik me nog Maandroosje. Ik heb wel wat roodband plaatjes voor je cn wat er over is zet ik wel in de krant. Pepijn de Korte. In deze tijd kan ik me best begrijpen, dat het wel eens las tig is. M e 1 k b e k j e. Ik hoop het ook voor je. Veel succes. Graag. Karrekiet. Ja, het is niets lekker. Ben je naar Barneveld geweest? Alleen als er iets is voor het hoekje. Kwik. Je brief was zeker te laat vo rige week. Ja, mooi is dat, hè. Ik lieb ze ook in mijn tuin staan. Op het oogenblik ook. Z o n n e r o o s j e. Ik ben er ook dol op, jammer dat er zoo weinig lijd voor is. Ja, ik heb het zelf. Ik zal eens kijken, hoor. Dat is een groot geheim, ik ken jelui tocli ook niet? Welbedankt. Cupido Ben jij eens even verwend? Is hij al cle lucht in geweest. R o z e k n o p. Ik hoop het ook. Leuk hè, zoo'n tentoonstelling. Ik zou het je niet nadoen. Ce as ar. Ben je nu weer beter? Het was jammer. Bengel. Veel plezier, hoor. B r u i n o o g. Gelukkig maar do! het niets ergers is. Fijn hè. Chrysant. Dat is dus afgesproken. Meel graag. C 1 y v i a. Wat zal ik een lange brief van je krijgen, als de vacantia achter den rug is. Want clan heb je zeker, veel te schrijven. OOM KAREL.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 12