AMTEPSFOöraBmDA©3ffiL4B ZOMER OPRUIMING DOODEMANS ROTS. Dinsdag 2 Juli 1929 -DE EEMIANDER* 28e Jaargang No. 2 TWEEDE BLAD. BINNENLAND NOG GEEN SFEER VOOR ONTWAPENING V/IE ZULLEN MOETEN „DIENEN" GEWELD GAAT VOOR RECHT!" Dieven met maskers •K- N.V. COMPAGNIE LYONNAICE FEUILLETON. - ~4;-; De Vereeniging van Officieren der Ned. landmacht bijeen Vergadering te den Bosch Vrijdagmiddag is te 's-I-Iertogcnbsch de 15e algerneene vergadering van de Ver. van Officieren van de Xederl. Landmacht be- bonnen met een openbare bijeenkomst, waarop kapitein H. C. van der Bijl, voor zitter der Bossche af dee ling, hoofdbestuur, afgevaardigden en leden begroette. De voorzitter, de heer E. H. van den Ak ker, luit.-kolonël van den Gen. Staf, open de vervolgens de vergadering met een rede, waarin hij allereerst het welkom toeriep aan den luit.-kol. B. W. baron van Dedeni als vertegenwoordiger van den minster van Defensie, den burgemeester van s-llerto- genbosch, den res.-majoor der infanterie prof. mr. J. C. Kielstra vertegenwoordiger van de Alg. Ver. van Verlofsofficieren en den kapitein van den Gen. Staf H. F. M. ba ron van Voorst tot Voorst als vertegenwoor diger van de Alg. Roorrisch-Kath. Off. er. Spr. herinnert er aan, dat het dit jaar driehonderd jaren geleden is, dat Prins Fre- derik Hendrik ,.de Stedendwinger", 's-Her- togenbosch heeft belegerd en genomen. Spr. brengt een woor dvan hulde aan den Oran jetelg, die zooveel heeft bijgebracht tot be vestiging van de Republiek en wiens stad houderschap zich heeft gekenmerkt door een ongeleenden bloei op elk gebied. Sprekende over de algerneene ontwape ning, merkt spr. op, dat men den oorlog wil bannen en dat men dit tracht te bereiken door ontwapening der weermachten. Ontwapening van de weermachten doet den strijd niet verdwijnen, omdat de oor zaak van clen strijd niet wordt weggeno men.Met afschaffing van de brandweer wordt brand niet uitgeroeid, met afschaf fing van politie, justitie cn gevangenissen verdwijnt niet de misdaad. Met de algernee ne ontwapening verwijnen niet de tegen stellingen, de belangestrijd, de onderdruk king van minderheden, in één woord d» strijd om het bestaan der volken. En wanneer men het oog wendt naar Ge neve en daar volgt op welke onoverkome lijke bezwaren zelfs een beperking der bewapeniug stuit, dan zal men wel tot het inzicht komen, dat langs dien weg een ver minderde, laat staan een algeheelc ontwa pening, met te bereiken valt. Voor wie verstaan wil, spréékt aldaar zeer duidelijk de wil, dat men niet weiisclit te beperken. Het scheppen van een z g. militair lucht ledig te midden van bewapende staten,roept groote gevaren te voorschijn in tijden van spanning. Weerloosheid heeft nog nimmer en zal ook nooit eerbied afdwingen bij den tegenstander. Wie van zichzelf een schaap maakt, wordt opgegeten door de wolven. De geest, die de volkeren van het heden voor het allergrootste deel nog beheerscht is er een van wantrouwen en afgunst. De bewijzen liggen voor het grijpen. Begin met den mensch te verbeteren, want in hem schuilt alle kwaad. Na bijna -'000 jaren Christendom is het gebod: „Helt Uw naaste lief gelijk u zelf" nog steeds een ijdele klank gebleven. Komende tot het vereonigingsleven, merkt spr. op, dat het afgeloopen jaar zich ge kenmerkt heeft door een prettige samen werking mét de zusterverenigingen. De tot stand gekomen technische salaris herziening bracht eenige verlichting, welke voor velen weer te niet gedaan wordt dooi bet bereiken van den rang van bezolgdigd kapitein of majoor zoo uiterst laat ge schiedt. In het komende werkjaar zal dit vraag stuk de volle aandacht van het hoofdbe stuur hebben. Wij leven in een tijd. dat langs alle we gen getracht wordt het gezag en de tucht te ondermijnen en dit niet alleen in het le ger doch in de gelieele maatschappij. Met alle krachten moeten we dit proces tegen gaan, zoo besluit spr. Na de rede van den voorzitter, die met luid applaus werd begroet, sprak de heer A. van Batenburg, redacteur van het or gaan van den Nat. Bond tegen Revolutie „Ik zal handhaven" te Rotterdam, over: de revolutionnairen inwerking in maatschappij en leger, een gevaar voor Nederland. Luit.-kol. Van den Akker dankte den in leider voor zijn interessante voordracht. De openbare bijeenkomst werd daarna ge sloten. Nadat de thee gebruikt was begon liet huishoudelijk deel der vergadering. Tijdens het diner, dat daarop volgde, bracht het muziekkorps van het regiment wielrijders een muzikalen groet De eerste avond werd besloten met een gezellig samenzijn aan den IJzeren Man, de Yughtsche badplaats. Ta/i de lichting'1930 vrij eert deel van de K, de L en een deel van de Mvan 1931de H, I. J en een deel van de K Een globale voorspelling Alen meldt ons Nu de loting voor de lichting 1030 en 1931 is geschied, zijn cr duizenden belang hebbenden, die gaarne willen weten, waar zij aan toe zijn. Men moet echter in het oog houden, dal de uitslag van de loting wel aan tal van personen zekerheid geeft omtrent bun met tertijd te wachten bestemming, maar dat er bij de letters, waarbij men het einde van de „dienstplichtige en het begin van de „vrije" nummers moet zoeken, toch onzo- kerheid blijft bestaan, zoolang de wijziging van de Dienstplichtwet nog niet verder heeft doorgewerkt. Zoo is er ten aanzien van de vrijstelling wegens brocderdienst nog het een en ander gewijzigd, waardoor de uitkomsten van de nieuwe regeling wel belangrijk kunnen verschillen van die van de vroegere regeling. F.n als men er dan bij weet, dat het door elke gemeente of groep van de gemeenten te leveren aandeel in de lichting wordt bepaald in evenredigheid tot het getal ingeschrevenen, na aftrek van vrijgestelden, afgekeurde», enz., en dat dit geschiedt naar den toestand op 1 Juli van het jaar, voorafgaand aan het jaar dei lichting voor do lichting 1930 dus naar den toestand op 1 Juli 1929 dan zal men begrijpen, dat het op dit oogenblik nog wat vroeg is om voorspellingen te doen. Niettemin stelt de welwillendheid van een deskundige ons in staat om enkele me dedelingen te doen, die eenig denkbeeld van de te verwachten uitkomsten kunnen geven. Volgens een ruwe schatting van het getal vrijstellingen, afkeuringen enz, zullen or van de ingeschrevenen voor de lichting 1930 overblijven ongeveer 28.500, maar er moet dadelijk aan worden toegevoerd, dat hun. getal ook wel 1000 hooger of 1000 lager kan zijn. Hel contingent voor deze lichting bedraagt ruim 24,500, zijnde het in de wet genoemde' getal van 19,500, vermeerderd met het getal afgevallene» van de voor vorige lichting. Van de 23,500 zullen er dan 36 percent noodig zijn om tot gewoon dienstplichtige bestemd te worden cn li percent vrijlolcn of liever tot buitengewoon dienstplichtige bestemd worden. Dit geldt niet alleen voor het gelieele rijk, maar ook voor elke gemeente of groep van gemeen ten. Enkele steekproeven wijzen uit, dat men voor de lichting 1930, beginnende bij den naam Morren (den uitgelote» naam), en alphabetisch doorgaande tot de met een Z. beginnende namen cn verder weer bij den cerstingeschrevene onder de A aanvan gende, de 86 percent ongeveer bij de letter K bereikt. Van de ingeschrevenen onder de K zou dan nog een gedeelte vrijvallen. De vrijlotende ingeschrevenen zou men dan vinden in het laatste gedeelte van de letter M, voorafgaaande aan den naam Morren. Ook zij, die Morren lieeten, maar wier voornamen alfabetisch voorafgaan aan Wijnand Marie, zijn vrij. Zelfs wanneer er een ingeschrevene mocht zijn, die Wijnand Marie Morren heel, dan kan deze nóg vrij zijn, als zijn geboortedatum voorafgaat aan 30 October. Sterker nogindien er twee van dezen naam zouden zijn, die beiden op 30 October geboren zijn, dan is er toch nog één van hen vrij. Voor al dergelijke ge vallen bestaan vaste regelen. Voor de lichting 1931 is de schutting nog moeilijker dan voor de lichting 1930, om dat met betrekking tot de lichting 1931 nog vrijwel geen enkel gegeven bekend is. Maar gewoonlijk neemt het getal ingeschre venen van jaar tot jaar eenigszins toe liet bedraagt de laatste jaren meer dan 70,000 en daarom kan men er van uitgaan, dat dit getal voor 1931 niet lager zal zijn dan voor 1930. Ook in andere opzichten is er reden om ons voorloopig tc houden aan de schattingen voor 1930. Om van den naam Ivcizer af 86 percent vol te maken, komt men volgens genomen steekproeven ongeveer terecht bij liet be gin van de II. Vrij zouden clan zijn de meesten, wier naam met een Hij begint verder cle ingeschrevenen onder de 1 en de J cn dan het gedeelte van de K, vooraf gaande aan Johannes Petrus Keizer, ge boren 22 Januari. Men moet deze voorspellingen als zeer globaal aanvaarden. Het is volstrekt niet uitgesloten, dat de definitieve uitkomsten belangrijk afwijken van liet hier gegeven beeld. Reeds is gemeld, dat de beide personen, wier namen uitgeloot zijn. geboren zijn in 1909. Daar de ingeschrevenen voor de lich ting 1930 voor het meerendeel geboren zijn in 1910 on de ingeschrevenen voor cle lich ting 1931 in 1911, i> de vraag opgeworpen, hoe dit moet worden verklaard. Het ant woord luidt, (lat het geboortejaar van ch bedoelde personen voor de zaak. waar het nier om gaat, geheel zonder beteekcnïs is Fr staat in de voorschriften, die deze zaak regelen, ook uitdrukkelijk vermeld, dat hier onder geboortedatum liet geboortejaar niet begrepen wordt. De loling is niet geschied aan de hand van een register van de liclv ting 1930 of van de lichting 193], maar van het Amsterdainsclie register voor de lich ting 1929. Dit lijkt misschiet) wat vreemd maar hef is er bij de nieuwe manier van loten alleen oni le doen, ecu regis Ier te ne men met een groote verscheidenheid van namen De minister, heeft krachtens di voorschriftenhet register van de lichting 1929 aangewezen, maar had evengoed oei register van tien of twintig jaar geledei kunnen aanwijzen In beginsel zou men zelfs een register kunnen nemen, dat. met den dienstplicht niets te maken heeft, h v een adresboek, een telefoongids of iels der gelijks. Tot hoever liet contingent van de lichting 1930 zal loopon. zal ongeveer eindo Juli as. bekend kunnen worden. Wellicht kan daar na ook iets naders worden voorspeld om trent de lichting 1931 Hr. Mr. HERTOG HENDRIK. Zaterdag te St. Thomas aan gekomen. Blijkens bij het Departement van Defen sie ontvangen bericht is Hr. Mr. „Hertog Hendrik" ch-n 29sie Juni le St. Thomas aan gekomen en dienzelfden dag ten 18 uur van daar weder vertrokken. Het schip zal vermoedelijk 2 dezer op Cu ragao aankomen. Inbraken in Noord Brabant Donderdag had zich voor de Rechtbank te 's-Hertogenbosch te verantwoorden G. P„ geboren te Beieren, monteur te Oss, vvien ten laste was gelegd, dat hij in den nacht van 5 op 6 Febr. 1929 te W'aalwijk te zanten cn in vereeniging met een ander: le. in de woning van Ch. Klerkx een colbërtcostuum, een jas en broek en een paar handschoenen beeft ontvreemd; 2e. op het kantoor van W. Teurlings een vulpenhouder, een actctascb en plakzegels, een cn ander onder zijn bereik gebracht door middel van inklimming. De man werd geboeid binnengebracht cn in de zittingzaal streng bewaakt. Hij is al meer veroordeeld, o.a. door hot Ilof te Arnhem. „Geweld ging voor recht", maakte hij nu voor de rechtbank uit! Ook heeft hij in een krankzinnigenge sticht. vertoefd, maar daar is hij gaan loo- pen. Uit het getuigenverhoor bleek, dat ver dachte in den vroegen morgen van 6 Febr. te Waalwijk was gezien; hij nam de tram naar Den Bosch in gezelschap van De B. cn Van. G. Dienaangaande gevraagd ver klaarde hij, dat die twee hem niet aangin gen; hij wilde alleen over zich zelf verkla ren. De drie verdachte personen werden op do tram ingehaald. Do B. cn Van G. gingen er vandoor zonder iels mee te nemen. P. echter greep de zwaar gevulde tasch, die op het trambalcon stond. Op P. werd o.m. een hecrencostuum gevonden, dat hij be weerde, zich in België te hebben laten aan meten. Maar de firmanaam van een Waal- vvijksch leverancier stond er in. De eige naar leende liet trouwens terug. Ook andero voorwerpen werden herkend. Het O. M. achtte het wettig en overtui gend bewijs geleverd. De arrestatie van de zen verdachte vond spr. ook hierom zoo van groote beteekenis, omdat van inbraken cn van dieven met maskers, als waarvan we heel den winter door in Brabant zoo angstig veel hebben vernomen, sedert de gevangenmeming van verdachte, die in het buitenland li vonnissen achter den rug heeft, niets meer vernomen werd De ambtenaar eischic een gevangenisstraf van vijf jaar met aftrek van het voorarrest. De verdediger, mr Adelmeyer, sprak de meening uit. dat hot bewijs niet vaststaat; overigens refereerde hij zich aan het oor deel der rechtbank. Vervolgens stond terecht om 24-jarig ar beider P. M. den B. uit Oss. <!ie er van ver dacht wordt', diat hij op 17 Maart 1929 tc Oss in don goridsini'lswinUel van G. van Hees heeft ontvreemd ecu groote hoeveel heid gouden voorwerpen, na zich die arti kelen onder zijn bereik te hebben gebracht door een ruit voji dien winkel stuk tc slaan. De waarde van het gestolcne zou 1500 hebben bedragen. Van hel gestolen goed is niets terugge vonden. De verdachte ontkende met beslistheid. Vingerafdrukken, die gevonden waren, klopten met die welke van verdachte geno men Waren. Dr. Ilesselink uit Arnhem was zeer pertinent in zijn verklaringen dien aangaande. Er was geen twijfel mogelijk aan de absolute waarheid, dat de afdruk ken van de vingers van verdachte waren De officier eischte vier jaar gevangenis straf. STEMEUS-FEEST. Neerland s stembiljettelingcn, Hebben morgen hunnen dag, Mogen met elkander maken n Splinternieuwe stembus-slag. Heel veel is de laatste weken Aan het kiezerskoor verhaald, En het weet nou in de puntjes, Waar-of-Bram-de-nvosterd-haalt Heel alleen in 't nauwe hokje, Word het hokje rood gestemd Kén is. er de uitverkootne d Andrcn staan dus in hun hemd Vredig worclt verwoed gevochten 'In het rustig stemlokaal Om de zege in den kiesstrijd Voor den Staten Generaal. Ieder werkt aan d' overwinning Van zijn eigen candidaat, In de hoop dat die naar Holland's Allerbeste Kamer gaat Pa cn Ma gaan knusjes samen. Maar hun hechten huw'lijksbnnd \nders meestal niet te breken In ons vrije Nederland. Is liij t kiezen niet voldoende. Anders gansch hun leven één, Bij het stemmen blijft het echtpaar •streng gescheiden en alleen. Pa heeft nu ook wat te zeggen. En wat Ma hem ook gebood: Hij maakt stiekuni in z n hokje Toch z'n eigen hokje rood. Morgen kiezen kiezers kiezers, Die als Kaïïnercandidaat, Hoopvol wachten op hun „vonnis" In den Nederlandsehcn Staat Of hun arbeid huiv mot reden Na de Jcies-trijd vreugde geeft, of wel dat hij mag gaan lachen Als ,,eeo-boer-die-,,kiespijn' -heeft" St'Qint het stemrecht V lot stemmer, Stemt dan stemmig door Uw stem, Laat Uw stem-stem stemmend hooren, Stemrechl-slqmpliclit. Stemmers, stem! GR'OEGIlOE. (Alle rechten voorbehouden.) De verdediger mr. Bloemarts vroeg vrij spraak wegens gebrek aan bewijs. Verdachte verklaarde nog eens, dat hij den diefstal niet hacl gepleegd. De uitspraak in beide zaken werd bepaald op 11 Juli. NIJMEEGSCnr. HUISHOUDSCHOOL. Een nieuwe directrice. Hel. bestuur der Nijraecgsche Huishoud en Kookschool heeft met ingang van 1 Sept. eervol ontslag verleend aan de Direc trice mej. ITuizinga cn met ingang van dien datum benoemd tot Directrice mej. Herwig, leerares aan de Huishoudschool tc Gro ningen. 101-JARIGE OVERLEDEN. Tc Kloosterzaude is do oudste inwoner van Zeeland overleden. Op* 23 Juni was hij 101 jaar geworden. IN EEN MIJNSCHACHT GEVALLEN. De arbeider Rakcns is in de mijn „Lau ra' te Kerkrade van groote hoogte in een schacht gevallen. De dood bleek onmiddel lijk te zijn ingetreden. Het slachtoffer laat een vrouw en twee kinderen achter. <rc*) UTRECHTSCHHWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT ITet is met uw leven, als met oen geld stuk: .het heeft eerst waarde, als gij het verstandig uitgeeft. A. PIERSOX. Naar het Engelsch van A. T. OUILLERCOUCH. 12 „Oom Loveday zal straks aankomen. ITij kijkt uit naar de kap ik wil zeggen naar dien zeeman cn zei dat hij later hier zou komen". „Hoe zag die man er uit7' Op die vraag kon ik het haast niet langer uithouden. Aan den eenen kant mijn doods angst voor den kapitein cn aan den ande ren haar bedroevende verbazing; met hel verlangen dat de aarde mij zou verzwelgen. Plotseling scheen er een vreeselijk vermoe den bij mijn moeder op te komen. „Jasper! Jasper! het kan toch niet je kunt toch niet bedoelen dat het zijn schip was?" ..Neen moeder, neen! Met vader 1? alles «soed. Hij zei geloof ik dat het zijn schip niet was „O, Goddank' Maar je houdt iels voor mij vei borgen. Wat is het? Lieve Jasper, wat heb je verzwegen?" „Moeder, ik geloof dat het de „Mary Ja ne" was. Maar het was niet vaders schip. Met vader is alles goed. Maar moeder, vraag mij niets meer, oom Loveday zal u alles vertellen. En ik ben niet wel, moeder Ik denk Te weinig slaaji cn de opwinding \au dien morgen hadden mij uitgeput. Moeder bedwong haar verlangen c-r nog meer van le hooren en bracht nnj zorgzaam naar bed; zij dacht dat ik oververmoeid was, toch vreesde zij nog iets meer dan dat. Ik lag dien geheelen morgen in bed, maar kon niet slapen. De wraak van dien vreeso- lijkcn man scheen het kleine kamertje en de gelieele atmosfeer te vervullen met af schuw en schrik. „Ik kom soms in bed bij hen cn soms achter hen aan wanneer ze niet omkijken". Die woorden klonken nog steeds in mijn ooren cn konden niet ge smoord worden door de dekens cn als ik begon te soezen, slopen kan men het nog niet noemen, dan weerklonk dat afschuwe lijke lied weer in mijn ooren: „De duivel nam z'n deel dat hij vond Zing hoera! hij wacht nu op jou! op die eigenaardige wijs gezongen en dan schrikte ik plotseling op en iedere spier van mijn lichaam leek te dansen op dat akelige wijsje. Eindelijk, tegen een uur of twaalf, sliep ik in, maar het was een onrustige slaap, want in mijn droom zag ik al'es en hoorde is ieder geluid, dat herhaald werd nog fan tastischer en akeliger dan tevoren. De Doo- demans Rots verhief zich uit een zee van bloed, waaruit honderden spookachtige ge zichten oprezen en ieder gezicht geleek op het verwrongen gelaat van John of van den kapitein. Overal zag ik bloed, op hun hemd, hun gezicht, hun handen in piassen op de rots, in strepen op het schuim der golven. De zon scheen flauw door een bloedrooden nevel 011 de golven, de kermende geluiden der zeemeeuwen, de echo der klippen, her haalden steeds datzelfde lied cloor één dui- velsche stem aangeheven- „Zing hoera! hij wacht nu op jou!" Terwijl ik lag te woelen in mijn bed, ge folterd door dat afschuwelijk schrikbeeld in mijn oogen cn ooren, stierf het geluid lang zamerhand weg door het zachte gemurmel van twee welbekende stemmen cn ik sloeg de oogen op en zag mijn moeder cn oom Loveday voor mijn bed staan. „De jongen is wat koortsig", zei mijn oom; „hij is zijn schrik nog niet te boven". „Stil! 11 ij wordt wakker antwoordde mijn moeder en toen ik de oogen opendeed boog zij zich over mij heen en kuste mij. Hoe onuitsprekelijk lief was die kus na de nachtmerrie van mijn droom! „Lieve Jasper, ben jenu beter? Blijf nog wat liggen cn probeer nog wat te slapen". Maai ik wou dolgraag weien wat. oom Loveday te vertellen had, ik ging opzitten cn begon hem uit te vragen. Maar het was niet veel bijzonders, ofschoon hij veel om haal van woorden gebruikte cn het dus al heel wat leek. Het kwam ongeveer op het volgende neer: „Er was één lijkje a. ngespoe'.d het lijkje van een heel klein kind, dat bij het Polkimbrastrand was aangespoeld. Dit zou een hulpmiddel zijn om een onderzoek in te stellen; de lijkschouwer zou 'smiddags uit Penance komen met een tolk om den vreemden zeeman te ondervragen, die een Griek scheen te wezen. Men had niet veel van hem begrepen cn hij liet niet veel los, maar hij scheen te kennen te geven dat het schip uit het zuidwesten tegen de Doode- mans Rots was aangeslagen; de achterzijde was stuk gestagen en toen verdwenen in het diepe water. Het moest gedurende den vloed gebeurd zijn, want er werd een groo te hoeveelheid koffie cn mandenwerk ge vonden op de kust, waar bij vloed de zee over land stroomt. Hieruit maakte men op dat het onheil geschied was omstreeks vier uur in den morgen; mijn moeder en ik ke ken elkaar aan, want wij herinerden ons beiden dat het omstreeks dien tijd was ge weest dat wij dien woesten wanhoopskreet gehoord hadden. Het diende nergens toe te ti achten inlichtingen te verkrijgen bij dien Griek zonder tolk en ook was er niets op de kleertjes van het kind dat ons iets wij zer kon maken. In de pastorie had men den vreemdeling van kleeren en voedsel voorzien; hij zou dien middag ondervraagd worden. Tot nu toe wist men den naam van het schip nog niet. Toen dit punt besproken werd, keek mijn moeder mij weer aan cn ik was doodsbang, dat ze mij weer wat vragen zouden over de „Marv Jane", maar gelukkig haalde oom Loveday er den Toren van Babel weer bij en putte daaruit verschillende diepzinnige overdenkingen. Moeder zag wel, dat ik geen verklaring wou of kon geven, ze licht te dus en zweeg. Maar toon oom Loveday ontbeten had en opstond en aankondigde, dat hij weg moest, om bijtijds tegenwoordig te zijn bij het on derzoek, vroeg mijn moeder tot onze groote verbazing, of ze mee mocht gaan. Oom ver moedde niets van haar doodsangst, hij lach te er eerst om en haalde Salomo aan, d» weinig vertrouwen had in de wijsheid van een vrouw en hij ging daarin zoo ver, dal ik mij afvroeg wat tante Loveday. wel ge zegd zou hebben als hij zulk een onderwerp had durven aanroeren in tegenwoordigheid van zulk een verstandige vrouw. Toen hij echter zag, dat mijn moeder niet van haar plan was af le brengen, gaf hij eindelijk toe en stelde zijn wagentje tot haar beschik king. Tot haar verbazing vroeg ik of ik ook mee mocht gaan en na eenige bezwaren kreeg ik mijn zin. Zoo gingen wij allen op reis naar Polkimbra, achter het goed door voede paardje van oom Loveday. Er stond een klein troepje menschcn voor de deur van het Schippersherbergje, toen wij aankwamen. De coroner scheen pas ge komen te zijn en het onderzoek kon dus da delijk beginnen. In dien tusschen tijd was het publiek reeds druk bezig niet. veronder stellingen ten beste te geven. Zij gingen echter uit den weg voor mijn oom; bij zul ke gelegenheden was hij een persoon van gewicht, het kostte dan ook geen moeite toegang te krijgen naar de Roode Kamer, waar het onderzoek zou plaats hebben. Toen wij de gang doorliepen, verschrikte ik geweldig door den papegaai van den waard, het dier leek meer dan ooit op tan te Elisabeth on riep maar steeds „de heela bemanning verloren! de heele bemanning verloren! God zij ons genadig!" Zijn harde scherpe stem klonk in mijn ooren, toen de deur openging ei wij tegenover den coroner stonden. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5