AMTEPSFOöraBmDA©3ffiL4B
ZOMER OPRUIMING
DOODEMANS ROTS.
Dinsdag 2 Juli 1929
-DE EEMIANDER*
28e Jaargang No. 2
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND
NOG GEEN SFEER VOOR
ONTWAPENING
V/IE ZULLEN MOETEN
„DIENEN"
GEWELD GAAT
VOOR RECHT!"
Dieven met maskers
•K- N.V. COMPAGNIE LYONNAICE
FEUILLETON.
- ~4;-;
De Vereeniging van Officieren
der Ned. landmacht bijeen
Vergadering te den Bosch
Vrijdagmiddag is te 's-I-Iertogcnbsch de
15e algerneene vergadering van de Ver. van
Officieren van de Xederl. Landmacht be-
bonnen met een openbare bijeenkomst,
waarop kapitein H. C. van der Bijl, voor
zitter der Bossche af dee ling, hoofdbestuur,
afgevaardigden en leden begroette.
De voorzitter, de heer E. H. van den Ak
ker, luit.-kolonël van den Gen. Staf, open
de vervolgens de vergadering met een rede,
waarin hij allereerst het welkom toeriep
aan den luit.-kol. B. W. baron van Dedeni
als vertegenwoordiger van den minster van
Defensie, den burgemeester van s-llerto-
genbosch, den res.-majoor der infanterie
prof. mr. J. C. Kielstra vertegenwoordiger
van de Alg. Ver. van Verlofsofficieren en
den kapitein van den Gen. Staf H. F. M. ba
ron van Voorst tot Voorst als vertegenwoor
diger van de Alg. Roorrisch-Kath. Off. er.
Spr. herinnert er aan, dat het dit jaar
driehonderd jaren geleden is, dat Prins Fre-
derik Hendrik ,.de Stedendwinger", 's-Her-
togenbosch heeft belegerd en genomen. Spr.
brengt een woor dvan hulde aan den Oran
jetelg, die zooveel heeft bijgebracht tot be
vestiging van de Republiek en wiens stad
houderschap zich heeft gekenmerkt door
een ongeleenden bloei op elk gebied.
Sprekende over de algerneene ontwape
ning, merkt spr. op, dat men den oorlog wil
bannen en dat men dit tracht te bereiken
door ontwapening der weermachten.
Ontwapening van de weermachten doet
den strijd niet verdwijnen, omdat de oor
zaak van clen strijd niet wordt weggeno
men.Met afschaffing van de brandweer
wordt brand niet uitgeroeid, met afschaf
fing van politie, justitie cn gevangenissen
verdwijnt niet de misdaad. Met de algernee
ne ontwapening verwijnen niet de tegen
stellingen, de belangestrijd, de onderdruk
king van minderheden, in één woord d»
strijd om het bestaan der volken.
En wanneer men het oog wendt naar Ge
neve en daar volgt op welke onoverkome
lijke bezwaren zelfs een beperking der
bewapeniug stuit, dan zal men wel tot het
inzicht komen, dat langs dien weg een ver
minderde, laat staan een algeheelc ontwa
pening, met te bereiken valt.
Voor wie verstaan wil, spréékt aldaar
zeer duidelijk de wil, dat men niet weiisclit
te beperken.
Het scheppen van een z g. militair lucht
ledig te midden van bewapende staten,roept
groote gevaren te voorschijn in tijden van
spanning. Weerloosheid heeft nog nimmer
en zal ook nooit eerbied afdwingen bij den
tegenstander. Wie van zichzelf een schaap
maakt, wordt opgegeten door de wolven.
De geest, die de volkeren van het heden
voor het allergrootste deel nog beheerscht
is er een van wantrouwen en afgunst. De
bewijzen liggen voor het grijpen.
Begin met den mensch te verbeteren,
want in hem schuilt alle kwaad. Na bijna
-'000 jaren Christendom is het gebod: „Helt
Uw naaste lief gelijk u zelf" nog steeds een
ijdele klank gebleven.
Komende tot het vereonigingsleven, merkt
spr. op, dat het afgeloopen jaar zich ge
kenmerkt heeft door een prettige samen
werking mét de zusterverenigingen.
De tot stand gekomen technische salaris
herziening bracht eenige verlichting, welke
voor velen weer te niet gedaan wordt dooi
bet bereiken van den rang van bezolgdigd
kapitein of majoor zoo uiterst laat ge
schiedt.
In het komende werkjaar zal dit vraag
stuk de volle aandacht van het hoofdbe
stuur hebben.
Wij leven in een tijd. dat langs alle we
gen getracht wordt het gezag en de tucht
te ondermijnen en dit niet alleen in het le
ger doch in de gelieele maatschappij. Met
alle krachten moeten we dit proces tegen
gaan, zoo besluit spr.
Na de rede van den voorzitter, die met
luid applaus werd begroet, sprak de heer
A. van Batenburg, redacteur van het or
gaan van den Nat. Bond tegen Revolutie
„Ik zal handhaven" te Rotterdam, over: de
revolutionnairen inwerking in maatschappij
en leger, een gevaar voor Nederland.
Luit.-kol. Van den Akker dankte den in
leider voor zijn interessante voordracht.
De openbare bijeenkomst werd daarna ge
sloten.
Nadat de thee gebruikt was begon liet
huishoudelijk deel der vergadering.
Tijdens het diner, dat daarop volgde,
bracht het muziekkorps van het regiment
wielrijders een muzikalen groet
De eerste avond werd besloten met een
gezellig samenzijn aan den IJzeren Man, de
Yughtsche badplaats.
Ta/i de lichting'1930 vrij eert deel
van de K, de L en een deel van
de Mvan 1931de H, I.
J en een deel van de K
Een globale voorspelling
Alen meldt ons
Nu de loting voor de lichting 1030 en
1931 is geschied, zijn cr duizenden belang
hebbenden, die gaarne willen weten, waar
zij aan toe zijn.
Men moet echter in het oog houden, dal
de uitslag van de loting wel aan tal van
personen zekerheid geeft omtrent bun met
tertijd te wachten bestemming, maar dat
er bij de letters, waarbij men het einde van
de „dienstplichtige en het begin van de
„vrije" nummers moet zoeken, toch onzo-
kerheid blijft bestaan, zoolang de wijziging
van de Dienstplichtwet nog niet verder
heeft doorgewerkt. Zoo is er ten aanzien
van de vrijstelling wegens brocderdienst
nog het een en ander gewijzigd, waardoor
de uitkomsten van de nieuwe regeling wel
belangrijk kunnen verschillen van die van
de vroegere regeling. F.n als men er dan bij
weet, dat het door elke gemeente of groep
van de gemeenten te leveren aandeel in
de lichting wordt bepaald in evenredigheid
tot het getal ingeschrevenen, na aftrek van
vrijgestelden, afgekeurde», enz., en dat dit
geschiedt naar den toestand op 1 Juli van
het jaar, voorafgaand aan het jaar dei
lichting voor do lichting 1930 dus naar
den toestand op 1 Juli 1929 dan zal men
begrijpen, dat het op dit oogenblik nog wat
vroeg is om voorspellingen te doen.
Niettemin stelt de welwillendheid van
een deskundige ons in staat om enkele me
dedelingen te doen, die eenig denkbeeld
van de te verwachten uitkomsten kunnen
geven.
Volgens een ruwe schatting van het getal
vrijstellingen, afkeuringen enz, zullen or
van de ingeschrevenen voor de lichting 1930
overblijven ongeveer 28.500, maar er moet
dadelijk aan worden toegevoerd, dat hun.
getal ook wel 1000 hooger of 1000 lager
kan zijn. Hel contingent voor deze lichting
bedraagt ruim 24,500, zijnde het in de wet
genoemde' getal van 19,500, vermeerderd
met het getal afgevallene» van de voor
vorige lichting. Van de 23,500 zullen er dan
36 percent noodig zijn om tot gewoon
dienstplichtige bestemd te worden cn li
percent vrijlolcn of liever tot buitengewoon
dienstplichtige bestemd worden. Dit geldt
niet alleen voor het gelieele rijk, maar ook
voor elke gemeente of groep van gemeen
ten.
Enkele steekproeven wijzen uit, dat men
voor de lichting 1930, beginnende bij den
naam Morren (den uitgelote» naam), en
alphabetisch doorgaande tot de met een Z.
beginnende namen cn verder weer bij den
cerstingeschrevene onder de A aanvan
gende, de 86 percent ongeveer bij de letter
K bereikt. Van de ingeschrevenen onder de
K zou dan nog een gedeelte vrijvallen. De
vrijlotende ingeschrevenen zou men dan
vinden in het laatste gedeelte van de letter
M, voorafgaaande aan den naam Morren.
Ook zij, die Morren lieeten, maar wier
voornamen alfabetisch voorafgaan aan
Wijnand Marie, zijn vrij. Zelfs wanneer er
een ingeschrevene mocht zijn, die Wijnand
Marie Morren heel, dan kan deze nóg vrij
zijn, als zijn geboortedatum voorafgaat aan
30 October. Sterker nogindien er twee
van dezen naam zouden zijn, die beiden
op 30 October geboren zijn, dan is er toch
nog één van hen vrij. Voor al dergelijke ge
vallen bestaan vaste regelen.
Voor de lichting 1931 is de schutting nog
moeilijker dan voor de lichting 1930, om
dat met betrekking tot de lichting 1931
nog vrijwel geen enkel gegeven bekend is.
Maar gewoonlijk neemt het getal ingeschre
venen van jaar tot jaar eenigszins toe
liet bedraagt de laatste jaren meer dan
70,000 en daarom kan men er van uitgaan,
dat dit getal voor 1931 niet lager zal zijn
dan voor 1930. Ook in andere opzichten is
er reden om ons voorloopig tc houden aan
de schattingen voor 1930.
Om van den naam Ivcizer af 86 percent
vol te maken, komt men volgens genomen
steekproeven ongeveer terecht bij liet be
gin van de II. Vrij zouden clan zijn de
meesten, wier naam met een Hij begint
verder cle ingeschrevenen onder de 1 en de
J cn dan het gedeelte van de K, vooraf
gaande aan Johannes Petrus Keizer, ge
boren 22 Januari.
Men moet deze voorspellingen als zeer
globaal aanvaarden. Het is volstrekt niet
uitgesloten, dat de definitieve uitkomsten
belangrijk afwijken van liet hier gegeven
beeld.
Reeds is gemeld, dat de beide personen,
wier namen uitgeloot zijn. geboren zijn in
1909. Daar de ingeschrevenen voor de lich
ting 1930 voor het meerendeel geboren zijn
in 1910 on de ingeschrevenen voor cle lich
ting 1931 in 1911, i> de vraag opgeworpen,
hoe dit moet worden verklaard. Het ant
woord luidt, (lat het geboortejaar van ch
bedoelde personen voor de zaak. waar het
nier om gaat, geheel zonder beteekcnïs is
Fr staat in de voorschriften, die deze zaak
regelen, ook uitdrukkelijk vermeld, dat hier
onder geboortedatum liet geboortejaar niet
begrepen wordt. De loling is niet geschied
aan de hand van een register van de liclv
ting 1930 of van de lichting 193], maar van
het Amsterdainsclie register voor de lich
ting 1929. Dit lijkt misschiet) wat vreemd
maar hef is er bij de nieuwe manier van
loten alleen oni le doen, ecu regis Ier te ne
men met een groote verscheidenheid van
namen De minister, heeft krachtens di
voorschriftenhet register van de lichting
1929 aangewezen, maar had evengoed oei
register van tien of twintig jaar geledei
kunnen aanwijzen In beginsel zou men
zelfs een register kunnen nemen, dat. met
den dienstplicht niets te maken heeft, h v
een adresboek, een telefoongids of iels der
gelijks.
Tot hoever liet contingent van de lichting
1930 zal loopon. zal ongeveer eindo Juli as.
bekend kunnen worden. Wellicht kan daar
na ook iets naders worden voorspeld om
trent de lichting 1931
Hr. Mr. HERTOG HENDRIK.
Zaterdag te St. Thomas aan
gekomen.
Blijkens bij het Departement van Defen
sie ontvangen bericht is Hr. Mr. „Hertog
Hendrik" ch-n 29sie Juni le St. Thomas aan
gekomen en dienzelfden dag ten 18 uur
van daar weder vertrokken.
Het schip zal vermoedelijk 2 dezer op Cu
ragao aankomen.
Inbraken in Noord Brabant
Donderdag had zich voor de Rechtbank
te 's-Hertogenbosch te verantwoorden G. P„
geboren te Beieren, monteur te Oss, vvien
ten laste was gelegd, dat hij in den nacht
van 5 op 6 Febr. 1929 te W'aalwijk te zanten
cn in vereeniging met een ander: le. in de
woning van Ch. Klerkx een colbërtcostuum,
een jas en broek en een paar handschoenen
beeft ontvreemd;
2e. op het kantoor van W. Teurlings een
vulpenhouder, een actctascb en plakzegels,
een cn ander onder zijn bereik gebracht
door middel van inklimming.
De man werd geboeid binnengebracht cn
in de zittingzaal streng bewaakt.
Hij is al meer veroordeeld, o.a. door hot
Ilof te Arnhem. „Geweld ging voor recht",
maakte hij nu voor de rechtbank uit!
Ook heeft hij in een krankzinnigenge
sticht. vertoefd, maar daar is hij gaan loo-
pen.
Uit het getuigenverhoor bleek, dat ver
dachte in den vroegen morgen van 6 Febr.
te Waalwijk was gezien; hij nam de tram
naar Den Bosch in gezelschap van De B.
cn Van. G. Dienaangaande gevraagd ver
klaarde hij, dat die twee hem niet aangin
gen; hij wilde alleen over zich zelf verkla
ren.
De drie verdachte personen werden op do
tram ingehaald. Do B. cn Van G. gingen
er vandoor zonder iels mee te nemen. P.
echter greep de zwaar gevulde tasch, die
op het trambalcon stond. Op P. werd o.m.
een hecrencostuum gevonden, dat hij be
weerde, zich in België te hebben laten aan
meten. Maar de firmanaam van een Waal-
vvijksch leverancier stond er in. De eige
naar leende liet trouwens terug. Ook andero
voorwerpen werden herkend.
Het O. M. achtte het wettig en overtui
gend bewijs geleverd. De arrestatie van de
zen verdachte vond spr. ook hierom zoo
van groote beteekenis, omdat van inbraken
cn van dieven met maskers, als waarvan
we heel den winter door in Brabant zoo
angstig veel hebben vernomen, sedert de
gevangenmeming van verdachte, die in het
buitenland li vonnissen achter den rug
heeft, niets meer vernomen werd
De ambtenaar eischic een gevangenisstraf
van vijf jaar met aftrek van het voorarrest.
De verdediger, mr Adelmeyer, sprak de
meening uit. dat hot bewijs niet vaststaat;
overigens refereerde hij zich aan het oor
deel der rechtbank.
Vervolgens stond terecht om 24-jarig ar
beider P. M. den B. uit Oss. <!ie er van ver
dacht wordt', diat hij op 17 Maart 1929 tc
Oss in don goridsini'lswinUel van G. van
Hees heeft ontvreemd ecu groote hoeveel
heid gouden voorwerpen, na zich die arti
kelen onder zijn bereik te hebben gebracht
door een ruit voji dien winkel stuk tc
slaan. De waarde van het gestolcne zou
1500 hebben bedragen.
Van hel gestolen goed is niets terugge
vonden.
De verdachte ontkende met beslistheid.
Vingerafdrukken, die gevonden waren,
klopten met die welke van verdachte geno
men Waren. Dr. Ilesselink uit Arnhem was
zeer pertinent in zijn verklaringen dien
aangaande. Er was geen twijfel mogelijk
aan de absolute waarheid, dat de afdruk
ken van de vingers van verdachte waren
De officier eischte vier jaar gevangenis
straf.
STEMEUS-FEEST.
Neerland s stembiljettelingcn,
Hebben morgen hunnen dag,
Mogen met elkander maken
n Splinternieuwe stembus-slag.
Heel veel is de laatste weken
Aan het kiezerskoor verhaald,
En het weet nou in de puntjes,
Waar-of-Bram-de-nvosterd-haalt
Heel alleen in 't nauwe hokje,
Word het hokje rood gestemd
Kén is. er de uitverkootne
d Andrcn staan dus in hun hemd
Vredig worclt verwoed gevochten
'In het rustig stemlokaal
Om de zege in den kiesstrijd
Voor den Staten Generaal.
Ieder werkt aan d' overwinning
Van zijn eigen candidaat,
In de hoop dat die naar Holland's
Allerbeste Kamer gaat
Pa cn Ma gaan knusjes samen.
Maar hun hechten huw'lijksbnnd
\nders meestal niet te breken
In ons vrije Nederland.
Is liij t kiezen niet voldoende.
Anders gansch hun leven één,
Bij het stemmen blijft het echtpaar
•streng gescheiden en alleen.
Pa heeft nu ook wat te zeggen.
En wat Ma hem ook gebood:
Hij maakt stiekuni in z n hokje
Toch z'n eigen hokje rood.
Morgen kiezen kiezers kiezers,
Die als Kaïïnercandidaat,
Hoopvol wachten op hun „vonnis"
In den Nederlandsehcn Staat
Of hun arbeid huiv mot reden
Na de Jcies-trijd vreugde geeft,
of wel dat hij mag gaan lachen
Als ,,eeo-boer-die-,,kiespijn' -heeft"
St'Qint het stemrecht V lot stemmer,
Stemt dan stemmig door Uw stem,
Laat Uw stem-stem stemmend hooren,
Stemrechl-slqmpliclit. Stemmers, stem!
GR'OEGIlOE.
(Alle rechten voorbehouden.)
De verdediger mr. Bloemarts vroeg vrij
spraak wegens gebrek aan bewijs.
Verdachte verklaarde nog eens, dat hij
den diefstal niet hacl gepleegd.
De uitspraak in beide zaken werd bepaald
op 11 Juli.
NIJMEEGSCnr. HUISHOUDSCHOOL.
Een nieuwe directrice.
Hel. bestuur der Nijraecgsche Huishoud
en Kookschool heeft met ingang van 1
Sept. eervol ontslag verleend aan de Direc
trice mej. ITuizinga cn met ingang van dien
datum benoemd tot Directrice mej. Herwig,
leerares aan de Huishoudschool tc Gro
ningen.
101-JARIGE OVERLEDEN.
Tc Kloosterzaude is do oudste inwoner
van Zeeland overleden. Op* 23 Juni was hij
101 jaar geworden.
IN EEN MIJNSCHACHT GEVALLEN.
De arbeider Rakcns is in de mijn „Lau
ra' te Kerkrade van groote hoogte in een
schacht gevallen. De dood bleek onmiddel
lijk te zijn ingetreden. Het slachtoffer laat
een vrouw en twee kinderen achter.
<rc*)
UTRECHTSCHHWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
ITet is met uw leven, als met oen geld
stuk: .het heeft eerst waarde, als gij het
verstandig uitgeeft.
A. PIERSOX.
Naar het Engelsch van
A. T. OUILLERCOUCH.
12
„Oom Loveday zal straks aankomen. ITij
kijkt uit naar de kap ik wil zeggen naar
dien zeeman cn zei dat hij later hier zou
komen".
„Hoe zag die man er uit7'
Op die vraag kon ik het haast niet langer
uithouden. Aan den eenen kant mijn doods
angst voor den kapitein cn aan den ande
ren haar bedroevende verbazing; met hel
verlangen dat de aarde mij zou verzwelgen.
Plotseling scheen er een vreeselijk vermoe
den bij mijn moeder op te komen.
„Jasper! Jasper! het kan toch niet je
kunt toch niet bedoelen dat het zijn schip
was?"
..Neen moeder, neen! Met vader 1? alles
«soed. Hij zei geloof ik dat het zijn
schip niet was
„O, Goddank' Maar je houdt iels voor
mij vei borgen. Wat is het? Lieve Jasper,
wat heb je verzwegen?"
„Moeder, ik geloof dat het de „Mary Ja
ne" was. Maar het was niet vaders schip.
Met vader is alles goed. Maar moeder, vraag
mij niets meer, oom Loveday zal u alles
vertellen. En ik ben niet wel, moeder Ik
denk
Te weinig slaaji cn de opwinding \au
dien morgen hadden mij uitgeput. Moeder
bedwong haar verlangen c-r nog meer van
le hooren en bracht nnj zorgzaam naar bed;
zij dacht dat ik oververmoeid was, toch
vreesde zij nog iets meer dan dat.
Ik lag dien geheelen morgen in bed, maar
kon niet slapen. De wraak van dien vreeso-
lijkcn man scheen het kleine kamertje en
de gelieele atmosfeer te vervullen met af
schuw en schrik. „Ik kom soms in bed bij
hen cn soms achter hen aan wanneer ze
niet omkijken". Die woorden klonken nog
steeds in mijn ooren cn konden niet ge
smoord worden door de dekens cn als ik
begon te soezen, slopen kan men het nog
niet noemen, dan weerklonk dat afschuwe
lijke lied weer in mijn ooren:
„De duivel nam z'n deel dat hij vond
Zing hoera! hij wacht nu op jou!
op die eigenaardige wijs gezongen en dan
schrikte ik plotseling op en iedere spier
van mijn lichaam leek te dansen op dat
akelige wijsje.
Eindelijk, tegen een uur of twaalf, sliep
ik in, maar het was een onrustige slaap,
want in mijn droom zag ik al'es en hoorde
is ieder geluid, dat herhaald werd nog fan
tastischer en akeliger dan tevoren. De Doo-
demans Rots verhief zich uit een zee van
bloed, waaruit honderden spookachtige ge
zichten oprezen en ieder gezicht geleek op
het verwrongen gelaat van John of van den
kapitein. Overal zag ik bloed, op hun hemd,
hun gezicht, hun handen in piassen op de
rots, in strepen op het schuim der golven.
De zon scheen flauw door een bloedrooden
nevel 011 de golven, de kermende geluiden
der zeemeeuwen, de echo der klippen, her
haalden steeds datzelfde lied cloor één dui-
velsche stem aangeheven-
„Zing hoera! hij wacht nu op jou!"
Terwijl ik lag te woelen in mijn bed, ge
folterd door dat afschuwelijk schrikbeeld in
mijn oogen cn ooren, stierf het geluid lang
zamerhand weg door het zachte gemurmel
van twee welbekende stemmen cn ik sloeg
de oogen op en zag mijn moeder cn oom
Loveday voor mijn bed staan.
„De jongen is wat koortsig", zei mijn
oom; „hij is zijn schrik nog niet te boven".
„Stil! 11 ij wordt wakker antwoordde
mijn moeder en toen ik de oogen opendeed
boog zij zich over mij heen en kuste mij.
Hoe onuitsprekelijk lief was die kus na de
nachtmerrie van mijn droom!
„Lieve Jasper, ben jenu beter? Blijf nog
wat liggen cn probeer nog wat te slapen".
Maai ik wou dolgraag weien wat. oom
Loveday te vertellen had, ik ging opzitten
cn begon hem uit te vragen. Maar het was
niet veel bijzonders, ofschoon hij veel om
haal van woorden gebruikte cn het dus al
heel wat leek. Het kwam ongeveer op het
volgende neer:
„Er was één lijkje a. ngespoe'.d het
lijkje van een heel klein kind, dat bij het
Polkimbrastrand was aangespoeld. Dit zou
een hulpmiddel zijn om een onderzoek in
te stellen; de lijkschouwer zou 'smiddags
uit Penance komen met een tolk om den
vreemden zeeman te ondervragen, die een
Griek scheen te wezen. Men had niet veel
van hem begrepen cn hij liet niet veel los,
maar hij scheen te kennen te geven dat het
schip uit het zuidwesten tegen de Doode-
mans Rots was aangeslagen; de achterzijde
was stuk gestagen en toen verdwenen in
het diepe water. Het moest gedurende den
vloed gebeurd zijn, want er werd een groo
te hoeveelheid koffie cn mandenwerk ge
vonden op de kust, waar bij vloed de zee
over land stroomt. Hieruit maakte men op
dat het onheil geschied was omstreeks vier
uur in den morgen; mijn moeder en ik ke
ken elkaar aan, want wij herinerden ons
beiden dat het omstreeks dien tijd was ge
weest dat wij dien woesten wanhoopskreet
gehoord hadden. Het diende nergens toe te
ti achten inlichtingen te verkrijgen bij dien
Griek zonder tolk en ook was er niets op
de kleertjes van het kind dat ons iets wij
zer kon maken.
In de pastorie had men den vreemdeling
van kleeren en voedsel voorzien; hij zou
dien middag ondervraagd worden. Tot nu
toe wist men den naam van het schip nog
niet.
Toen dit punt besproken werd, keek mijn
moeder mij weer aan cn ik was doodsbang,
dat ze mij weer wat vragen zouden over de
„Marv Jane", maar gelukkig haalde oom
Loveday er den Toren van Babel weer bij
en putte daaruit verschillende diepzinnige
overdenkingen. Moeder zag wel, dat ik
geen verklaring wou of kon geven, ze licht
te dus en zweeg.
Maar toon oom Loveday ontbeten had en
opstond en aankondigde, dat hij weg moest,
om bijtijds tegenwoordig te zijn bij het on
derzoek, vroeg mijn moeder tot onze groote
verbazing, of ze mee mocht gaan. Oom ver
moedde niets van haar doodsangst, hij lach
te er eerst om en haalde Salomo aan, d»
weinig vertrouwen had in de wijsheid van
een vrouw en hij ging daarin zoo ver, dal
ik mij afvroeg wat tante Loveday. wel ge
zegd zou hebben als hij zulk een onderwerp
had durven aanroeren in tegenwoordigheid
van zulk een verstandige vrouw. Toen hij
echter zag, dat mijn moeder niet van haar
plan was af le brengen, gaf hij eindelijk toe
en stelde zijn wagentje tot haar beschik
king. Tot haar verbazing vroeg ik of ik ook
mee mocht gaan en na eenige bezwaren
kreeg ik mijn zin. Zoo gingen wij allen op
reis naar Polkimbra, achter het goed door
voede paardje van oom Loveday.
Er stond een klein troepje menschcn voor
de deur van het Schippersherbergje, toen
wij aankwamen. De coroner scheen pas ge
komen te zijn en het onderzoek kon dus da
delijk beginnen. In dien tusschen tijd was
het publiek reeds druk bezig niet. veronder
stellingen ten beste te geven. Zij gingen
echter uit den weg voor mijn oom; bij zul
ke gelegenheden was hij een persoon van
gewicht, het kostte dan ook geen moeite
toegang te krijgen naar de Roode Kamer,
waar het onderzoek zou plaats hebben.
Toen wij de gang doorliepen, verschrikte
ik geweldig door den papegaai van den
waard, het dier leek meer dan ooit op tan
te Elisabeth on riep maar steeds „de heela
bemanning verloren! de heele bemanning
verloren! God zij ons genadig!" Zijn harde
scherpe stem klonk in mijn ooren, toen de
deur openging ei wij tegenover den coroner
stonden.
(Wordt vervolgd).