Marijke KONINKLIJKE WELDADIGHEID ZOMER OPRUIMING D00DEMANS ROTS. DEOVERVALOPCURACAO Zijn mandaat ter beschikking DE VROUWENHULDE AAN KONINGIN EMMA TREINONGEVAL TE ROTTERDAM Verschenen/ Cissy vanMarxveldt N.V. COMPAGNIE LYONNAISE FEUILLETON. npv'ï?"!?. KON. BEZOEK AAN GRONINGEN Een tocht door de provincie Te 9.30 uur gistormorgen is de Konink lijke familie met haar gevolg in 6 auto's uitgereden om een bezoek te brengen aan de provincie Groningen. De tocht ging over Zuidhorn en Grijpskerk naar den zeedijk Zoutkamp—Rittershoek, waar de landaan winning werd bezocht, vervolgens via Zout kamp naar Vierhuizen, waar een proefveld werd bezocht, daarna via Ulrum, Leens, AVehe, Baflo, Warffum, XJsquert, naar Uit huizen. Op de Menkemaborgh werd het noenmaal gebruikt. Over Eppenhuizen, Loppersum, Garrels- weer en ten Boer werd naar Groningen te ruggereden, waarna regelrecht naar het .station werd gereden. Te 10.15 uur n.m. vond op het Be Quick Stadion de gala-voorstelling plaats van het openluchtspel „Antigone", van W. Hasen- clever. De regie heeft Adr. Hooykaas, de muziek is gecomponeerd door Kor Kuiler. Aan dit openluchtspel werken pl.m. 300 personen mee. Gistermiddag te kwart over vijf hebben de Koninklijke Gasten Groningen weer verlaten. Een geweldige menschenmassa had zich op den weg naar het station en bij het station verzameld om de Konink lijke Familie nog even te zien. Voor het hek voor het stationsgebouw verdrongen zich honderden om nog een laatstcn blik te slaan op den koninklijken trein, toen deze langzaam het station uit- stoomde. VENEZUELA EN CURASAO. Geruststellende verzekeringen. Het Gezantschap der Vereenigde Staten van Venezuela in Nederland spreekt de be richten omtrent het bestaan van een toe stand van onrust in Venezueala op de meest besliste wijze tegen. Alles wat mocht wor den ondersteld of beweren omtrent het be staan van een revolutionairen toestand in Venezuela is jammerlijk uit de lucht gegre pen. De pogingen van Gabaldon en Urbino zijn snel onderdrukt en de publieke opinie steunt volkomen en beslist de Regeering der Republiek. DE HERTOG HENDRIK. Op Curasao aangekomen. Blijkens een bij het departement van de fensie ontvangen telegram is Hr. Ms. Her tog Hendrik gisterochtend op Curasao aan gekomen. NALATENSCHAP-TOOROP. Aan den staat geschonken. Mevr. Ch. Toorop heeft de literaire na latenschap van wijlen haar vader, den schilder J. H. Toorop (bevattende zijn brief wisseling, boeken en tijdschriftartikelen, die op hem betrekking hebben, aanteeke- ningen van zijn hand enz.) aan den Staat der Nederlanden ten geschenke gegeven, ter plaatsing in de Koninklijke Biblio theek. UIT DE STAATSCOURANT. Bevorderd tot officier der Oranje-Nassau Orde met de zwaarden de kapitein-luite nant ter zee P. Post Uiterweer. Benoemd tot notaris te Wijk bij Duur stede A. ten Noever de Brauw, candidaat- not-aris aldaar. Benoemd tot rechter in de Rechtbank te 's-Gravenhage mr. H. Haga, than9 idem te Haarlem; te Amsterdam mr. P. H. Smith, advocaat en procureur te Arnhem, tevens rechter-plaatsvervanger in de rechtbank aldaar; te Groningen mr. H. J. E. Engel- kens, thans idem te Winschoten; lot sub stituut-griffier in het gerechtshof te 's-Gra- venhage mr. H, Seret Opzoomer, than9 substituut-griffier bij de rechtbank te s-Gravenhage. Op verzoek eervol ontslagen met ingang van 1 Augustus 1929 P. H. W. Hoffman als plaatsvervangend lid der bijzondere com missie voor georganiseerd overleg in zaken rakende de departements ambtenaren en het daarmee gelijk te stellen personeel. Bevorderd tot officier in de Oranje-"Nas- sau Orde Mr. II. de Visser, voorzitter van het bestuur van het museum van oudheden voor provincie en stad Groningen. Op verzoek eervol ontslagen met dank W. van Sas als plaatsvervangend lid van het hoofdstembureau voor de verkiezing van leden der Tweede Kamer in de kies kring 1. Benoemd als zoodanig mi*. Quint, Hoofd commies ter gemeentesecretarie te 's-Her- togcnbosch. Wederom tijdelijk benoemd aan de R.H. B.S. te Oud-Beyerland. tot leeraar M. M. Bartelse en benoemd tot tijdelijk leeraar H. IJ. D. Lammers te Utrecht. Het schriftelijk verslag van den Gouverneur. Naai' het Ned. correspondcntieburoau v. Dagbl. bij informatie vernam, wordt het schriftelijk verslag van den gouverneur van Curasao betreffenden den bekenden overval ongeveer 10 dezer hier verwacht. Eigener beweging heeft intusschen de gou verneur Ir. Fruytier bij voorbaat telegra fisch zijn mandaat ter beschikking van de Regeering gesteld voor het geval het door hem gevoerde beleid niet wordt goedge keurd. Te verwachten is, dat de regeering hieromtrent geen beslissing zal nemen al vorens den heer Fruytier zoo noodig in de gelegenheid te hebben gesteld zijn rapport mondeling toe te lichten. VERPLETTERD. Maandagmiddag was de 36 jarige arbeider H. B. D. op het terrein der firma Wilton met eenige arbeiders bezig ijzeren staven, elk van een gewicht van 500 K.G. te lossen van een lorrie. De man kwam te struikelen waarbij hij een der staven op het hoofd kreeg. Dit werd geheel verpletterd. De man was op slag dood. DOOR EEN STIER DE BORSTKAS INGEDRUKT. Doodelijk ongeval te Holland- scheveld. Roelof ten Hoorn, stalbediende van den heer Arend Metselaar, te Hollandscheveld, was Zaterdag bezig met het afmeslcn van den veestal. Naar het schijnt heeft de over igens makke stier zich weten te ontdoen van den halster, zonder dat ten Hoorn zulks heeft bemerkt. De stier heeft hem opzijn horens genomen, tegen den muur gekwakt en met de horens de borstkas van den man ingedrukt. Dr. P. Muntendam, te Hollandscheveld, te hulp geroepen, constateerde ernstige in wendige kneuzingen, waaraan Ten Hoorn kort daarop is bezweken. De ongelukkige was 65 jaar en reeds jaren bij genoemden werkgever werkzaam. (Tel.) ROZENTENTOONSTELLING TE DEN HAAG. Builenlandscho deelneming aan de jury. Het bestuur der vereeniging ter bevorde ring der rozenteelt „Nos Jungunt Rosae" heeft behalve een 19-tal Nederlandsche ro zen-specialisten en bloemisten nog de na- vermelde buitenlandsche rozen-specialisten uitgenoodigd, zitting te nemen in de jury: Alex Dickson, dir. of Alex Dickson and Sons Ltd, Rosegrowers Newtonards, Co. Down, North Ireland; Peter Lambert Ro- senschulen. Trier (Deutschland); Wilh. Kordes Jr., Rosenschulen, Sparrishoop (Holstein); A. Op de Beeck, Rozenkw., Put- ten (België); George van Oost, voorz. der Belg. Rozenver., Gent; M. Silvestre, voorzit ter der Fransche Rozenver., Lyon. Het bedrag uit Nederland bestemd voor de verzorging van lichamelijk gebrekkige kinderen. Vele giften voor Indië s -400 gulden ten bate van patiënten van de Gouvernemerts-Leprozerie Chatillon (Su riname); t 200 gulden ten bate van patiënten van de Gouverneuients-Leprozerie op Curasao. Aan de gelden welke door het Comité van de Vrouwen uit Nederland en uit het Bui tenland, alsmede uit Oost- en West-Indië ter beschikking van H.M. de Koningin-Moe der zijn gesteld ter gelegenheid van H.M.'s Jubileum, vermeerderd met de, na de ont vangst daarvan gekweekte rente, zal door Hare Majesteit do navolgende bestemming worden gegeven. Iste. Het bedrag door de Nederlandsche vrouwen hier te lande en in het buiten land geschonken, zal door H.M. in zijn ge heel worden besteed aan een door H.M. in het leven te roepen Stichting, voor verple ging en opleiding van-, alsmede onderwijs aan Lichamelijk Gebrekkige Kinderen van Nederlandsche Nationaliteit. 2de. Wat het geldsbedrag betreft, door de vrouwen uit Indic ter beschikking van Hare Majesteit gesteld, zoo heeft H. M besloten om daarvan de navolgende schen kingen te doen: a 25,000 gulden ten bate van de Vereen voor Ziekenverpleging in N.-I. te Batavia; b 10,000 gulden ten bate van de Centr. Ver. tot Bestrijding van de Tuberculose in N.-I. (Sanatorium Pat jet); c. 10,000 gulden ten bate van Leprozen- inrichtingen van de Samenwerkende zen ding op Sumatra; d 10,000 gulden ten bate van den Phi- lantr. en Maatsch. Arbeid van de R.-K. Mis sie op Borneo en Nieuw-Guinea; e 10,000 gulden ten bate van den Phil cn Maatsch. Arbeied van het Leger des Heils in N.-I.; f 10,000 gulden ten bate van het te stich ten ziekenhuis en sanatorium in de Mina- hassa (Celebes); g 5000 gulden ten bate van de Witte- Kruis-kolonie (mevr. Van Emmerik) te Sa- latiga; h 5000 gulden ten bate van de opvoe dingsgestichten Oranje-Nassau (P. v. d Steur) te Malang; I 5000 gulden ten bate van de opvoe dingsgestichten van de zending te Soeka- hoeml; k 5000 gulden ten bale van de Vereeni ging tot verbetering van het Lot der Blin den te Bandoeng; 1 5000 gulden ten bate van de Leprozen- inrichting „Dono Redjo" te Klaten; m 4000 gulden ten bate van de Jan Pie- térsz. Coenstichting te Batavia; n 3000 gulden ten bate van de Leprozen- inrichting „Majella-stichting" in Suriname: o 3000 gulden ten bate van de Leprozen- inrichting „Bethesda" in Suriname; ff 1500 gulden ten bate van het R.-K. Ziekenhuis op Curasao; r 1000 gulden ten bate van het Groene Kruis-ziekenhuis op Curasao; Huisje van de posterijen vernield door een goederenwagen Over het stootblok beeogeduwd Gisteravond te omstreeks half zeven werd op het station D.P. op spoor 39 trein 3177, welke om 6.38 naar Nijmegen vertrekt, klaargezet. De machinist heeft blijkbaar zijn vaart te weinig ingehouden en daar door is hij op een tegen een stootblok staanden leegen goederenwagen gereden, welke wagen over het stootblok werd heen- geduwd. Tengevolge hiervan is de goede renwagen legen de pui van een gedeelte lijk uit steen en gedeeltelijk uit hout op getrokken gebouwtje, van de posterijen te recht gekomen. Het gedeelte van dit ge bouwtje, waartegen de wagen is aange- stooten, is grootcndeels vernield. De stee- nen werden uit hun voegen gerukt, het hout werd versplinterd. Het geheele ge bouwtje is ontzet en vrijwel alle ruiten zijn verbrijzeld. Er bevond zich op het cogen- blik van het ongeluk niemand in het ge bouwtje. De goederenwagens waren ernstig be schadigd één van de assen werd totaal af gerukt, terwijl gedeelten van den wagen werden versplinterd. Van het laatste rij tuig van de klaargezette trein, werd het eerste compartiment, een derde klasse cou pé ingedrukt. Van dezen laatstcn wagen zijn ook de buffers vernield. Doordat men onmiddellijk met het op- ruimingswerk is begonnen, kon de trein op tijd vertrekken, en doordien het onge luk op een dood spoor is gebeurd, heeft de verdere dienst geen stagnatie ondervon den. Persoonlijke ongelukken hebben zich niet voorgedaan. DS. P. BRUINING. Na 55 jaar met emeritaat. Na een diensttijd van ruim 55 jaar, waar van de laatste negen jaar te Krommenie dijk, en slechts onderbroken door een rust periode van -Ua jaar, heeft Zondagmiddag ds. P. Bruining na verkregen emeritaat zijn ambt als voorganger bij de Ned. Herv. kerk neergelegd. De thans 70-jarige, nog zeer krasse, afge treden predikant gaat, volgens de N.R.Ct., te Gorssel (Gld.) wonen, waar hij als leider van de afdeeling van den Protestantenbond hoopt werkzaam te kunnen zijn. TWEE NIEUWE WEGWIJZERS. Goed work van den A.N.W.B. Door de steeds voortgaande zorgen van den A.N.W.B. Toeristenbond voor Neder land zijn wederom twee wegwijzers ge plaatst. Een aan de hooge brug te Vreeswijk, ter aanduiding van den weg naar Wijk bij Duurstede en een bij den brug tusschen de Lunetten 3 en l aan den weg naar Houten. Herhaaldelijk kwam het voor dat op beide plaatsen verkeerd werd gereden of naar den weg werd gevraagd. Aan dit euvel is thans tegemoet gekomen. het nieuwe boek van dè In iedemi Botkhandei f Gebonden f 2.90. Uitg. ValkhoK 1 Co-Amersfoort HET GRAF VAN COMENIUS Een comité tot verbetering der omgeving De navolgende heeren hebben zich tot een comité vereenigd teneinde de omgeving van het graf van Comenius in een beteren toestand te brengen: Dr. J. Th. de Visser, oud-minister van onderwijs, eere-voorzit- ter; prof. dr. J. H. Gunning, Hilversum, voorzitter; prof. dr. H. Brugmans, Amster dam: mr. Chr. P. van Eeghen, directeur Ned.-Ind. Handelsbank, Amsterdam: A. A. Kok, secretaris van Heemschut, Araster dam; F. Eringa, inspecteur L. O., Hilver sum; prof. dr. J. Lindeboom, Groningen; prof. dr. J. Waterink, hoogleeraar Vrije Universiteit, Amsterdam; M. P. van Wet- tum, burgemeester van Naarden; R. A. B. Oosterhuis, arts, secretaris, Amsterdam. Dit voorloopig comité zal binnenkort nog met eenige leden, voornamelijk uit de krin- een van het onderwijs, tot een definitief co mité worden uitgebreid. Het graf lag oorspronkelijk binnen het doophek der voormalige Waalsche kerk. Na opheffing der Waalsche gemeente, in 1819, bij besluit van Koning Willem I, bleef het interieur der kerk behouden tot 1861, in welk jaar de ruimte bij de belendende ka zerne „Het Weeshuis" werd getrokken. Al le grafzerken, die in 1861 nog aanwezig waren, werden bij de verbouwing verwij derd en ook verder bjeef in het inwendige van het gebouw niet aan de oude bestem ming herinneren. Jaren lang werd de plaats van het graf aangewezen in de arrestantenkamer, tot ten vorigen jare uitgemaakt werd, dat niet daar, doch in het meest Zuid-Oostelijk gele gen deel der kerk, dicht bij den muur het graf te vinden was. Het ligt daar, deels onder de kamer der hoofdwacht, deels on der de kleernakerswerkplaats. De treurige toestand wekte in de laatste jaren de erger nis van landgenoot en vreemdeling, vooral van den uit Tsiecho-Slowakije komenden bezoeker. In Tsjecho-Slowaaksche kringen, waarin men reeds lang den toestand, zooals deze thans is, betreurt, zal dan ook de oprich ting van het comité en zijn werkzaamheid zeker met ingenomenheid worden begroet. INBREKERS GEVAT. Zondag j.l. is tijdens de afwezigheid 'der bewoners ingebroken in de woning van den heer II. in de Vrankkolonie te Heerlen. De dieven namen acht honderd gulden mede benevens een gouden horloge. Rijksveld wachters en marechaussee zijn er thans in geslaagd de daders op te sporen. Het zijn Duttöchers, waarvan twee woonachtig zijn te Heerlen en twee te Hoensbroek. Het ge- stolcne bevond zich nog in hun bezit. UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT Wij zullen alleen heengaan van de aarde en vergeten worden; doch het goede, dat wij gedaan hebben, zal blijven voortleven. Naar het Engelsch van fA. T. QUILLER-COUCH. Ï3 Ik geloof, dat de heele Roode Kamer van de schippersherberg vol was; en daar het onbeduidendste gerechtelijk onderzoek op zijn minst de tegenwoordigheid van twaalf man vereischt, moet het er aardig vol ge weest zijn. Maar zoodra ik mijn voeten over den drempel gezet had, was er voor raij maar één gezicht, maar één paar oogen, maar één verschrikkelijke gedaante, één dien ik mij bewust was, één dien ik vrees de. Ik zag hem dadelijk en hij zag mij; maar behalve dat zijn ureede oogen schit terden en zijn lippen een oogenblik spier wit werden en strak, hij verried geenszins, dat hij zich mijn tegenwoordigheid bewust werd. De lijkschouwer en rechtsgeleerde was aan het woord, toen wij binnenkwamen, maar zijn stem klonk voor mij uit de verte. Oom Loveday legde getuigenis af; ik heb een flauwe herinnering van twee zijner glimmende knoopen, maar van niets meer. Toen werd Jonathan de kustwachter op geroepen. Hij had gezien of verbeeldde zich te zien een schip in nood dicty bij Gue Graze; hij had geen licht gezien en ook geen noodsignaal gehoord; in de stad Li zard had hij het meegedeeld. Er waren vuurpijlen opgelaten en de klippen waren- nauwkeurig onderzocht tot Pyg toe, maar er was niets gevonden of gezien. De man nen waren op den terugweg toen zij een matroos die zeker schipbreuk geleden had, gevonden hadden met een kleinen jongen, Jasper Trenowcth, dicht bij de „Geldkreek" Ik schrikte toen ik mijn naam hoorde noemen en voor de tweede maal sedert ik de kamer in was voelde ik als 't ware dat de oogen van den vreemdeling op mij ge vestigd waren. En tevens voelde ik mijn moeders hand de mijne drukken en ik be greep, dat zij dien blik had opgemerkt. Het was of het benauwd werd in de ka mer en de muren schenen dichter bij raij te komen toen Jonathan met zijn eentonige stem het sombere verhaal voortzette. De middagzon scheen vlak op het raam, zoo dat het gloeiend heet werd in de kamer, maar ik voor mij voelde en zag niets an ders dan een paar oogen. De stemmen klonken in mijn ooren als in een droom: het krassen van pennen, het schuifelen van voeten klonken in mijn ooren als het ver wijderd gemurmel van de zee, totdat de lijkschouwer riep: „Georgio Rhodojani." Toen was ik dadelijk klaar wakker, het was of al mijn spieren gespannen werden. Weer voelde ik die ondervragende oogen, weer klemde mijne moeder mijn hand vast, toen de vreemdeling opstond en met een zachte, muzikale stem zijn verklaring af legde. En de verklaring van Georgio Rho dojani, Grieksch matroos, vertaald door den tolk Jacopo Rousapoulos, luidde aldus „Mijn naam is Georgio Rhodojani. Ik ben een Griek en ben mijn geheele leven op zee geweest. Ik was matroos aan boord van het schip dat den vorigen nacht is vergaan op uw afschuwelijke kust. I-Iet schip behoorde thuis te Bristol en was op weg naar huis. maar ik weet noch deu naam van het schip noch den naam van den kapitein." Iedereen was verbaasd over deze zonder linge mededeeling. Ik zelf wist niet wat ik hoorde: dezelfde man die van morgen zoo vloeiend en zangerig Engelsch gesproken had, nu een vreemde taal te hooren spre ken waar ik niets van begreep, vervulde mij rnet de grootste verbazing. Toen hij de vorbaasde oogen der toe schouwers zag, gaf de getuige rustig ver klaring van de zaak. „Dit verwondert u, maar ik ben een Griek en kan die moeilijke woorden niet uitspre ken. Ik kwam te Colombo aan boord, daar de kapitein geen matrozen genoeg aan boord had. Ik had schipbreuk geleden op een Hollandsch schip dat van Java op weg was naar Dordrecht en strandde op Ceylon; daar zocht ik werk. Daardoor is het niet zoo vreemd, dat ik er zoo weinig van weet en mijn mond kan uw Engelsche taal niet uitspreken. Maar als ge mij een lijst van uw schepen wilt laten zien dan zal ik den naam wel aanwijzen." Ik hoorde het ritselen van papieren, een lijst van Oost-Indié-vaarders werd hem voorgelegd; haastig liet hij zijn vingers er over heengaan. Plotseling klaarde zijn ge zicht op: „Dat is het! dit is de naam van het schip dat vannacht vergaan is!" De lijkschouwer nam het papier en las langzaam den naam: „Jarnes and Elisa beth" uit Bristol. Kapitein Antonius Merry- dew." „Ja, dat is het. Dit kind was het kind van den kapitein, en is op reis geboren. Er wa ren achttien man aan boord, een Engelsche jongen en de vrouw van den kapitein. Het kind is geboren op de hoogte van de kust van Afrika. Wij zeilden uit van Colombo dert 22sten Juli, met een lading koffie en suiker. Twee dagen geleden waren wij bij een groote havenplaats waarvan ik den naam niet meer weet; maar gistermorgen vroeg waren wij in de buurt van wat jullie noemt Lizard. De wind was Zuid-West en dreef ons naar die afschuwelijke baai. Te gen den avond werd het een echte storm. De kapitein was ziek geweest, den geheelen tijd sedert wij de Golf van Biscaye gepas seerd waren. Wij heschen geen signalen en wisten niet wat wij doen moesten, want de kapitein was ziek en de stuurman dron ken. Hij begon te schreeuwen toen wij een stoot kregen. Ik alleen kwam op de kluif fok terecht en sprong in zee. Wat er met de anderen gebeurd is kan ik niet zeggen, ik weet het niet, maar ik kwam op de rots terecht, waar ge mij vanmorgen gevonden hebt. Het schip was in een oogenblik ge zonken. Ik hoorde de menschen bitter schreien, maar de stem van den stuurman was luider dan een van de anderen. De ka pitein was natuurlijk beneden, en zijn vrouw en kind ook toen ik ze het laatste gezien heb, maar zij kon wel op het dek gekomen zijn. Ik was tweemaal bijna verdronken, maar het lukte mij er weer boven op te ko men. Pas toen de dag aanbrak wist ik dat ik op het vasteland was aangekomen en toen klom ik naar het strand." Bij het aanhooren van deze vreemde ge schiedenis weet ik niet wie er het meest van onder den indruk was. De mannen van het gerecht waren geboeid door de zachte stem van den spreker, zoowel als door de geheimzinnigheid omtrent het schip en het wegzinken daarvan, zonder dat iemand er getuige van geweest was; zij zalen voor overgebogen en luisterden met groote aan dacht ademloos schier. Mijn moeder kon haar oogen niet van den vreemdeling af houden. Toen hij aarzelde den naam van het schip te noemen, werden haar lippen wit van spanning, maar bij het hooren van den naam „de James en Elisabeth" zonk zij te rug in haar stoel en fluisterde: „Goddank!" Ik begreep dus wat zij gevreesd had en hoe ongerust zij zich gemaakt had. Ik zelf wist niet wat ik er van denken moest, ik ver trouwde mijn ooren niet. Ik wist zeker dat een gedeelte van het verhaal een leugen was; maar hoeveel? En de „Mary Jane" dan? Ik keek om mij heen. Stilte volgde op de laatste woorden van Rhodojani. Zelfs de lijkschouwer wist een oogenblik niet wat hij er van denken moest; maar hoe on waarschijnlijk de verklaring van den man ook mocht wezen, er was niemand die hem kon tegenspreken; ik alleen, en hadden zo dat maar geweten, kon dezen duivelschen man tegenspreken: hadden ze het maar ge weten, ik. een kind waar niemand op lette. De rechtsgeleerde deed een paar vragen cn herhaalde de verklaring in korte woor den. Weer verviel ik in een toestand van droomerige ongevoeligheid en ik hoorde de jury de gewone uitspraak doen: „Omgeko men door een ongelukkig toeval". En toen mijn moeder met mij de kamer uitging hoorde ik Joe Roscorla, een der Juryleden, zeggen: „Vervloekt zijn al die vreemdelin gen! Ik vertrouw ze geen van allen!" Toen de deur achter ons dichtviel en ik eindelijk die doordringende oogen niet meer zag, klonk een. schelle kreet van den papegaai door bet huis: „De geheele bemanning verloren! God zij hen genadig!" x £Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 6