AMERSFOOKTSCH DAGBLAD f BINNENLAND. ZOMER OPRUIMING D00DEMANS ROTS. Donderdag 11 Juli 1929 28e Jaargang No. 10 TEGEN OEKININEFABRIEK BIJ GOOILUST HET BIOSCOOPCONFLICT IN HET ZUIDEN AUTO IN ELKAAR GEDRUKT BOEFJES IN DE STAD VAN HET BOEFJE N.V. COMPAGNIE LYONNAISE BENOEMING VAN PROF. DE ZWAAN DE KABINETSFORMATIE FEUILLETON. OF. FFMï ANDER' Heemschut wendt zich tot de Koningin De Bond „Heemschut heeft zich tolH.M. de Koningin gewend in haar hoedanigheid al3 beschermvrouwe van „Heemschut" met het dringend verzoek te willen verhinde ren, dat in de nabijheid van „Gooilust" de kininefabriek zal worden gebouwd. Elf gemeenten met 20 bioscopen erbij betrokken Openbare vergadering Het aantal bij het bioscoopconflict in het Zuiden betrokken gemeenten is weer met twee toegenomen. In Roosendaal en 's Her togenbosch zijn alle bioscoop-exploitaties stopgezet, evenals dit reeds voordien het geval is geweest in de gemeenten Sittard, Maastricht, Venlo, Kerkrade, Spekholzer- heide. Eindhoven, Tilburg. Waalwijk en Oosterhout. In deze elf gemeenten zijn in totaal 25 bioscopen met daarbij behoorende cabarets en -andere vermaaksinrichtingen gesloten.- I-Iet ligt ..in het voornemen van het hoofdbestuur van den Nederlandschen Bioscoopbond op Vrijdag 19 Juli a.s. in de Stadsschouwburg te Tilburg een openbare vergadering te beleggen, waar de stand van het conflict zal worden uiteengezet door de heeren D. Hamburger Jr. en A. de Hoop, respectievelijk voorzitter en administrateur van den Nederlandschen Bioscoopbond, als mede door den heer F. L. D. Strengholt, vice-Voorzitter der bedrijfsafdeeling film verhuurders van dien Bond. De bondsvoorzitter zal speciaal de aan dacht vragen voor de besluiten van het In ternationaal Bioscoopcongres te München. -waar dit zich onvoorwaardelijk voor een Rijkskeuring, dus zonder een gemeentelijke nakeuring, iioeft uitgesproken. PROF. DR. G. J. HERRING. Vijf en twintig jaar predikant. Prof. dr. G. J. Heering, hoogleeraar aan het Remonstr. Seminarium te Leiden, is bij na vijf en twintig jaar geleden, op 24 Juli 1904, predikant geworden, te Oude Wete ring. Hij stond later resp. to Dordrecht (1007—1913) en te Arnhem (1913—1917) en is sinds 25 April 1917 hoogleoraar. DRENTSCHE STOOMTRAM. Antwoord op vragen van don heer Moltmaker. Op vragen \an den heer Moltmaker be treffende de oprichting van een ziekenfonds en de vorming van een raad van beroep door de directie der Eerste Drentsche Stoom tramweg-Maatschappij heeft minister Van der Vegte geantwoord De directie der N. V. Eerste Drentsche Stoomtramweg-Maatschappij heeft toege zegd spoedig ontwerpreglementen voor een ziekenfonds en voor oen raad van beroep aan mij ter goedkeuring te zullen inzenden; aan die toezegging is. voor zooveel laatst bedoeld ontwerp betreft, onlangs voldaan. Vijf inzittenden gewond Onder het dorp Voorst bij een kromming van den weg is een luxe-auto van den heer J. H. uit Enschede in botsing gekomen met een vrachtauto uit Beekbergen. De vijf in zittenden van de luxe-auto, twee heeren en drie dames, werden gewond. Eén der dames werd bij een in de nabijheid wonen den geneesheer binnengedragen. De luxe auto werd geheel in elkaar gedrukt. De vrachtauto kantelde, waarbij een vrouw, die naa-st den chauffeur zat, litht gewond werd. Het ongeval gebeurde op een gevaar lijk punt. namelijk daar, waar de Loenen- scheweg op den Rijksstraatweg uitkomt. Een complot van diefjes ontdekt van 10 lot 10 jaar Knikkers en zuurballen als ruilmiddel Enkele dagen geleden ontdekte een be woonster van het Noordelijk stadsgedeelte te Rotterdam, dat haar 10-jarig zoontje een doosje isolatieband verstopt liad op den zol der. Het zoontje zei, het te hebben gekregen van een 11-jarig kameraadje. De moeder, die dacht, dat de jongens niet eerlijk aan het doosje waren gekomen, waarschuwde de politie, die een onderzoek instelde, waar bij men al spoedig tot de ontdekking kwam, dat er in dat stadsgedeelte een heel complot van jongens van tien tot dertien jaar be stond, welke jongens herhaaldelijk kleine diefstallen plegen en het gestolene ónder elkaar verkwanselen. In den Zwaanhals ligt een pakhuis van den koopman M. uit 's-Gravenhage, die in dat pakhuis een grobte partij artikelen van allerlei aard heeft opgeslagen. De jongens hadden het vooral op dit pakhuis voorzien. Geregeld wisten zij ongemerkt het pakhuis binnen te komen, waarna zij er van alles stalen. Zoo zijn er een schrijfmachine, rol len closetpapier, pakken schuurpapier, sta pels vetvrij papier, zakken, mappen, rollen isolatieband e. d. gestolen. Er werd in deze artikelen druk handel gedreven en de prij zen waren afhankelijk van de grootte van den gestolen voorraad. Toen de politie het bestaan van het complot ontdekte, stond de koers van schuurlinnen op 10 knikkers per vel, rolletjes garen werden voor een cent per stuk verkocht en isolatieband werd ver handeld voor acht zuurballen de rol. Reeds is een zeer groot aantal jongens gehoord, maar het is nog niet mogelijk ge bleken, achter de geheele waarheid te 'ko men, doordat de jongens hardnekkig elkaar blijven beschuldigen en steeds weer nieuwe daders aanwijzen, welke op hun beurt weer andere namen noemen. Het onderzoek wordt voortgezet. UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT tjlb Verschuiving van Vrijzinnig naar Ethisch-orthodoxe richting Een korte biografie Men meldt ons uit Leiden Prof. dr. J. de Zwaan, hoogleeraar in de uitlegging van het Nieuwe Testament aan de Rijksuniversiteit te Groningen, benoemd tot opvolger van prof. dr. H. Windisch aan de Rijksuniversiteit te Leiden, werd 26 Juni 18S3 te 's-Gravenhage geboren en deed, na vijf klassen van het gymnasium aldaar te hebben doorloopen, staatsexamen A tot toe lating aan de universiteit. Hij werd te Lei den als student in de theologie ingeschre ven. Reeds als student bewerkte hij do grammatica van het Nieuwe Testament van prof. E. D. Burton. Hij promoveerde te Leiden in 1909 tot doctor in dö theologie, op proefschrift getiteld: 2 Petrus en Juda tekstuitgave met inleidende studiën en textueele commentaar. In 1912 werd hij bui tengewoon hoogleeraar te Leiden, welk ambt hij aanvaardde met een oratie over de beleekenis van de studie van Oostersch Christendom. In 1915 werd hij benoemd tot gewoon hoogleeraar te Groningen, hij aan vaardde dit ambt met een rede over Chris tendom en Oricntalisme. Verschillende pu blicaties zijn van zijn hand verschenen. Door de benoeming van prof. de Zwaan is de leerstoel voor uitlegging van het Nieu we Testament van vrijzinnig in ethisch er thodoxe richting veranderd. „KOMENDE VAN HET BIJZONDER ONDERWIJS' Beiióemingskvccstie in Amsterdam land, gezonken, tengevolge van de golfslag van eenige sleepbooten, welke ter hoogte van den kop van de Rijnhaven voeren. De Krimpen a/d. J^ek III, welke steenkolen inhad, voer met de luiken open. Het schip zonk snel en de parlevinker van de Wijn gaard, die toevallig in de buurt was. heeft met groote moeite schipper Eerland, die alleen aan boord was, weten te redden. De havendienst heft op de plaats, waar het schip is gezonken, een wrakteeken gezet. VECHTENDE POLITIEAGENTEN Een agent „met gesloten karakter' hanteert een bierfleschje Ontstemming rechts Bij voordracht van 21 Juni 1929 zijn doot B. en W. van Amsterdam twee dubbeltallen ingediend ter vervulling der vacatures van twee gemeentelijke inspecteurs van het on derwijs in de hoofdstad. Op een dezer voor drachten staat als no. 1 de naam van den beer G. P. Vrijburg, hoofd eener neutrale bijzondere school te Utrecht, als tweede dr. J. C van der Does, leeraar aan de Christe lijke 5-jange H. B. S. Voor de tweede vacature werd een dub beltal ingediend met de namen van do hee ren J. J. Feringa, hoofd eener openbare school als eerste, A. Hollaar, openbaar on derwijzer, als tweede. Met deze voordracht is niets bijzonders aan de hand. wel met de andere. Toen dr. Van der Does had gesolliciteerd, is in het college van B. en W. besproken of hij. als komende van het bijzonder onder wijs, als eerste kon worden geplaatst op de voordracht \oor gemeentelijk onderwijs-in- specteur. Naar wethouder Ketelaar den heer Van der Does heeft medegedeeld, werd die vraag met vier tegen drie stemmen ontkennend beantwoord. Zoo kwam de naam van dr. Van der Does als tweede op de voordracht. Het Handelsblad verneemt nu, dat iti recht- sche raadskringen ontstemming heerscht over dezen gang van zaken en daaraan uiting zal worden gegeven, zoodra bedoelde benoemingsvoordracht aan de orde is. EEN BOOT OP DE NIEUWE MAAS GEZONKEN. Gisteravond is op de rivier de Nieuwe Maas, ter hoogte van de Wilhelminakade, de Krimpen a/d. Lek III, schipper Eer- Voor den politierechter te Amsterdam stond gisteren terecht een politie-agent, die op 21 Mei j.l. een collega in het posthuis aan het Droogbak met een bierfleschje op het hoofd heeft geslagen. De getroffene werd met hersenschudding naar het gast huis gebracht, waar hij eenigen tijd werd verpleegd. Thans is hij in zooverre her steld, dat hij weer lichten diénst doet. De verdachte, een Fries, verklaart niet te we ten, dat hij dc daad heeft gedaan. De man dien hij getroffen heeft, had de gewoonte hem steeds te prikkelen met allerlei din gen. Ook op den bewusten avond had hij wat te zeggen op het brood, dat hij at en toen schijnt de verdachte plotseling in woe de te zijn ontstoken. Getuigen verklaren, dat hij plotseling een bierfleschje nam en daarmee zijn collega op het hoofd sloeg. Door getuigen a décharge worden verkla ringen afgelegd, dat beide agenten goed be kend staan. De verdachte is een man met een gesloten natuur, die niet veel zegt, de andere iemand nog al rad van tong. Het O. M. is het een raadsel, dat de ver dachte zich zoo heeft kunnen vergeten over zulke kleine dingen. Hij neemt aan dat ver dachte langen tijd is geprikkeld, maar dat mag toch geen aanleiding zijn om in zulk een wilde drift te ontsteken. De Officier vindt het feit heel ernstig. Er i3 hier mis handeling met zwaar lichamelijk letsel als gevolg. Ilij kan daarbij niet met een geld boete volstaan en vraagt drie maanden ge vangenisstraf. maar gezien de omstandig heden wil Spr. die vragen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De verdediger van den verdachte, mr. de Vrieze, vindt het feit ook tamelijk ernstig, maar men moet het beschouwen in het licht der omstandigheden. Daarbij mag men niet vergeten, dat de verdachto een Fries is, dus iemand niet een gesloten ka rakter. Pleiter gaat dan in den breede de omstandigheden na en meent dat zijn client 'op liet oogenblik dat hij zijn daad bedreef, zijn verstandelijke vermogens kwijt was. Op dien grond zou hij kunnen vrijgespro ken worden. Pleiter vraagt echter een ge ringe straf, voorwaardelijk. De politierechter zegt dat de ten laste- legging is bewezen en dat zwaar lichame lijk letsel het gevolg is geweest. Het feit is ernstig, en daarom heeft Spr. gedacht aan onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Tijdens het verhoor is hij echter tot andere gedach ten gekomen en staat nu tusschen geld boete en een voorwaardelijke straf. Die geldboete moet hoog zijn en dan treft hij ook het gezin van verdachte. Daarom zal hij overeenkomstig den eisch een voor waardelijke straf vragen. Echter moet bekl. zijn verontschuldigingen aanbieden aan den getroffene. Tenslotte vraagt Spreker 3 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van één jaar. DE MOORD TE MUNTENDAM. De dader tot vijf jaar veroordeeld. De rechtbank te Winschoten heeft van daag F. S. uit Muntendam wegens moord, op 20 Maart gepleegd op Bronno Feiken. veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf. De eisch was negen jaar. M. ontvangt de voorzitters der Tweede Kamerfracties. II. M. de Koningin heeft gister lil ver band met do kabinetscrisis op Iluis ten Bosch ter conferentie ontvangen: de voor zitters der Tweede Kamerfracties, van de S.D.A.P., van den Vrijheidsbond en van den Vrijz.-Dcm. Bond, onderscheidenlijk ir. Al* barda, dr. v. Gijn en mr. Marchant. Naar wij vernemen zal geen aanwijzing van don kabinetsformateur tegemoet kun nen worden gezien vóór dat allo adviezen der door de Koningin te raadplegen Staatslieden ontvangen en door H. M. over wogen zijn. HET S.S. ROTTERDAM WORDT GEMODERNISEERD. Betere passagiers-accommodatio Al dadelijk tijdens en kort na de proef tochten van de Statendam doken er hard nekkige geruchten op dat de Holland Amerika Lijn bij de werf Wilton een tweede schip van deze grootte had besteld, welk bericht door de directie van de recderij werd tegengesproken. Naar vernomen wordt, ligt het wel in do bedoeling het stoomschip Rotterdam, thans het op een na grootste schip van de H. A. L. grondig onderhanden lo nemen. In den a.s. winter zal het schip gedurende ca. 6 maan den uit de vaart worden genomen om bij de werf Wilton grondig te worden gemo derniseerd. De Rotterdam heeft nog steeds den naam van een voortreffelijk schip te zijn. Alleen is de accommodatie voor de pas sagiers niet meer zoo als men deze op de vele nieuwere oceaanreuzen aantreft. Hier in zal nu een groote verandering komen. Vele hutten worden vergroot en er zal een groot aantal badkamers worden bijgebouwd Voorts zal het geheele schip worden voor zien van stroomend warm en koud water. Ook zal aandacht worden besteed aan de aankleeding en inrichting van de salons en andere verblijven. In het begin van 1930 zal de geheel gemoderniseerde Rotterdam weer de gebruikelijke toeristenreis rond de Mid- dellandsehe Zee maken. De Statendam zal m dien tijd waarschijnlijk enkele cruises naar West-Indic overnemen. SCHIPPER OVERBOORD GESLAGEN EN VERDRONKEN. Dinsdagavond is te Hoek van Holland aan gekomen de motorloggér Marie VI 49, die van de hnringvisscherij op de Noordzee is teruggekeerd, omdat Zaterdagmorgen om acht uur de schipper R. Bot overboord is geslagen. De man was drie weken geledon voor de tweede maal gehuwd; hij had vijf kinderen. LEGATEN De heer E. ten Cato Fennema. te Sneek overleden, heeft 3000 vermaakt aan den kerkeraad der Doopsgezinde gemeente ter plaatse, ten behoeve van de Doopsgezinde armen aldaar, en eveneens 3000 ten be hoeve van het predi.kantenfonds dier ge meente. VALSCH ENGELSCH GELD. Op aanwijzing van een kellner is te Hoek van Holland aangehouden do varensgezel A. v. N. Uit 's-Gravenzande, die j.l. Zondag in een strandtent een valsch Eng. pondstuk in betaling heeft gegeven. Volgens zijn zeg ge heeft Lij er op verschillende plaatsen ze ven uitgegeven, die hij uit Engeland had meegebracht. Naar het Engelsch van L A. T. OUILLKR—COUCH. 20 Oom Loveday straalde van trots over zijn eigen schranderheid. Ilij beantwoordde mijn bewonderende aandacht met een beschei den wuiven met de hand en ging toen voort plechtig tc kuchen als iemand die een troef kaart wil uitspelen. „Zooals ik zeg, Jasper, die vent moet een bepaald doel gehad hebben om hem van de kantoorkruk af te halen en mee op zee te gaan, een vast beraamd plan en uit het geen wij nu van den man weten, een godde loos plan? Op de Rots, zeg je, beschuldigde bij John Railton, dat hij een zeker testa ment. in zijn bezit had. Je vader vertrok uit Engeland met een testament in zijn be zit. Dit is merkwaardig, om niet een erger woord te gebruiken, heel merkwaardig; Ir.aai Ik zie niet in hoe wij dit in verband kunnen brengen niet Simons plotselinge liefhebberij voor de zee. want hij kon met geen mogelijkheid gehoord hebben van Amos Trenowellis testament." „U en tante waren de eenige waarmee vader er over gesproken heeft." „Ja juist, en je vader (vergeef mij Jasper) \va9 geen dwaas en liep zijn plan niet rond te bazuinen door de straten van Plymouth toen hij passage nani F.n toch is het heel merkwaardig. Je vader is in Plymouth aan boord gegaan en die twee schavuiten gingen ook te Plymouth aan boord niet dat daar zooveel merkwaardigs in is; honder den menschen gaan daar iedere week aan boord en wij hebben niets aan te merken gehad toen Simon en John vertrokken zij kunnen best aan boord gegaan zijn voor dat je vader kwam. Maar Jasper, kijk, \yat maak je daaruit op?" Ik boog mij over den brief heen, waar mijn ooms vinger heemvees en las „Hij zegl, dat je er goed aan gedaan hebt te gaan W a v e."' „Welnu oorri?" „Wel jongen, wat niaak je daaruit op?" „Ik kan er niets uit opmaken." „Niet? Je ziet dat eene woord „Wave". „Ja". „Hoe heettf. het schip, waar je vader ot» uitzeilde?" „De „Golden Wave."" „Juist, de „Golden Wave".Nu wat maak je» daaruit od?" „Oom zat achterover in zijn stoel geleund en keek mij over zijn bril aan met een gezicht of hij de hoogste troef had uitge speeld en uitkijkt, welken indruk dat maakt. Een zekér bewustzijn van verdien ste en verwachting van goedkeuring be zielde hem. Zijn doorzicht deed mij versteld staan, hij zag het en dat mishaagde hern niet. Nadat hij eenigen tijd gewacht had voegde hij er bij „Ik kan mij natuurlijk vergissen, rnaar het is merkwaardig. Ik geloof niet. dat ik mij vergis, wanneer ik opmerk wat het be wijst. Het bewijst ten eerste, dat deze twee schavuiten, want schavuiten waren het at lebei. zooals wij moeten aannemen, niette genstaande het droevige uiteinde van John Railton: het bewijst, zeg ik. dat die twee met je vader aan boord waren. Zij kwamen met hem naar huis terug, leden schipbreuk en je vaders lijk werd gevonden ver moord. Een bewijs, een gering bewijs mis schien, maar toch opmerkenswaardig, dat duidt op hen. Als nu bewezen kon worden, dat zij wisten, bij hun vertrek of reeds eer der, van je vaders voornemen, dan zou het ons helpen. En naar mijn idee bewijst deze brief, dat het een of andere booze plan de reden is geweest, waarora zij aan boord gingen. Wat denk je daarvan?" Oom Loveday schraapte zijn keel en keek mij weer aan met een zekeren trots op zijn diagnose. Wij zwegen eenigen tijd, een stil te, die alleen werd verstoord door het plas sen van water in de keuken. „Lieve hemel!" zei mijn oom, „is die vrouw aan het baden? Komaan Jasper/wat denk je er van?" „Ik vind, dat wij liever in het blikken doosje moesten kijken." „SapperlootEr zit toch wat bij dien jon gen Ik was dat doosje heelemaal verge ten." De doos was ongeveer negen centimeter lang en 6 breed en ongeveer 6 diep. Het blik was gevlekt door het zeov;ater, maar het deksel zat er stevig op en zat vast met een grendel en een pen. Oom Loveday haalde er de pen uit en lichtte met moeite het deksel op. Er lag een stevig opgerold pak papieren in, onbeschadigd naar het scheen. Ilij haal de ze eruit, streek ze glad en deed ze voorzichtig open. Toen hij het handschrift herkende, liet hij de hand zakken en zonk achterover in zijn stoel. „Lieve hemel!" Wat is er oom?" ..Het is het schrift \an je vader." Ik keek naar dit laatste bewijs, dat de zee aan de kust had geworpen en las „Dagboek van Ezechiel Trenoweth van Lantrig." HOOFDSTUK VIII. Bevat het eerste gedeelte van mijn vaders dagboek; zijn ontmoeting met den heer Elihu Sanderson van Bombay; en mijn grootvaders manuscript. Het was inderdaad mijn vaders dagboek, op zoo wonderbaarlijke wijze voor ons be houden. Toen wij dit levenloos getuigenis zaten aan te staren, twijfel ik niet of ons beider harten waren vervuld met diepen eerbied voor de alziende Voorzienigheid. Niet veel meer dan vier en twintig uur ge leden was mijn vader den drempel van zijn huis binnengedragen en nu was zijn stem uit de stilte van een andere wereld tot ons doorgedrongen om ons het geheim van zijn dood te openbaren. Het duurde wel eenige minuten voordat oom Loveday zijn stern in zoover kon beheerschen om mij dit kost baar handschrift voor te lezen. In eenvou dige, onopgesmukte taal luidde de verwon derlijke geschiedenis aldus „23 Mei 1S48. Gehoorzamende aan de op dracht vervat in mijn vaders testament, heb ik een bezoek gebracht aan den lieei Elihu Sanderson, ambtenaar van de Oost» Indische Compagnie op hun hoofdbureau te Bombay en daar ik van hem een eenigs- zins vreemde mededeeling 'ontving in mijn vaders handschrift, heb ik het noodig ge oordeeld om hiervan een kort verslag te geven evenals van de belangrijkste gebeur tenissen van mijn reis, niet alleen om mijn geheugen later behulpzaam te zijn indien mijn leven gespaard wordt ora rustig ir» Lantrig le sterven, maar eveneens omdat ik hiertoe genoodzaakt ben door eenige zon derlinge aanwijzingen, waarvan in deze me dedeeling wordt melding gemaakt. Ofschoon ik er zelf geen reden voor zie, er schijnt ge wezen te worden op ernstige gevaren, zoo wel voor 't lichaam als voor de ziel; en daarom is het mijn plicht, daar ik een ge liefde vrouw en zoontje achter gelaten heb, zulke voorzorgen te nemen, opdat in geval van ongeval de goddelijke Voorzienigheid mij ten minste een middel aan de hand mo ge doen om hen van mijn lot op de hoogte te brengen. Daarom betreur ik mijn nala tigheid daarmee van mijn vertrek af aan niet begonnen te zijn; maar zoo ver ik be- oordeelen kan is mijn reis tot nu toe voor spoedig geweest en zonder merkwaardige gebeurtenissen. Toch wil ik in het kort me- dedeelen wat ik er mij van herinner, voor dat ik voet aan wal zette en tc Bombay aankwam, ik hoop dat niets gewichtigs mij ontgaan is. Den 3en Februari ben ik van Lantrig ver trokken, per postkoets naar Plymouth, waar ik geslapen heb in de „Een en al", ons Cornwalliser motto. Den volgenden ring nam ik passage naar Bombay op de „Gol den Wave", kapitein Jack Carey, ik hoor de dat het schip over twee dagen zou uit zeilen. Ik was van plan geweest, indien ik geen geschikt schip vond, naar Bristol te gaan. waar veel meer handel gedreven wordt; maar ik trof het bijzonder goed, toen ik met 'n heel onderhoudenden vreemdeling kennis maakte, die onmiddellijk verklaarde toen mijn omstandigheden vertelde, dat ik het bijzonder goed getroffen had, want hij zelf had ook informaties ingewonnen met hetzelfde plan en had een schip gevon den dat bijna onmiddellijk vertrekken zou. rr- r vv.-r w- (Wordt vervolgd),

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5