AMERSFOOKTSCH DAGBLAD
f BINNENLAND.
ZOMER OPRUIMING
D00DEMANS ROTS.
Donderdag 11 Juli 1929
28e Jaargang No. 10
TEGEN OEKININEFABRIEK
BIJ GOOILUST
HET BIOSCOOPCONFLICT
IN HET ZUIDEN
AUTO IN ELKAAR
GEDRUKT
BOEFJES IN DE STAD VAN
HET BOEFJE
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
BENOEMING VAN PROF.
DE ZWAAN
DE KABINETSFORMATIE
FEUILLETON.
OF. FFMï ANDER'
Heemschut wendt zich tot
de Koningin
De Bond „Heemschut heeft zich tolH.M.
de Koningin gewend in haar hoedanigheid
al3 beschermvrouwe van „Heemschut" met
het dringend verzoek te willen verhinde
ren, dat in de nabijheid van „Gooilust" de
kininefabriek zal worden gebouwd.
Elf gemeenten met 20
bioscopen erbij
betrokken
Openbare vergadering
Het aantal bij het bioscoopconflict in het
Zuiden betrokken gemeenten is weer met
twee toegenomen. In Roosendaal en 's Her
togenbosch zijn alle bioscoop-exploitaties
stopgezet, evenals dit reeds voordien het
geval is geweest in de gemeenten Sittard,
Maastricht, Venlo, Kerkrade, Spekholzer-
heide. Eindhoven, Tilburg. Waalwijk en
Oosterhout. In deze elf gemeenten zijn in
totaal 25 bioscopen met daarbij behoorende
cabarets en -andere vermaaksinrichtingen
gesloten.- I-Iet ligt ..in het voornemen van
het hoofdbestuur van den Nederlandschen
Bioscoopbond op Vrijdag 19 Juli a.s. in de
Stadsschouwburg te Tilburg een openbare
vergadering te beleggen, waar de stand van
het conflict zal worden uiteengezet door
de heeren D. Hamburger Jr. en A. de Hoop,
respectievelijk voorzitter en administrateur
van den Nederlandschen Bioscoopbond, als
mede door den heer F. L. D. Strengholt,
vice-Voorzitter der bedrijfsafdeeling film
verhuurders van dien Bond.
De bondsvoorzitter zal speciaal de aan
dacht vragen voor de besluiten van het In
ternationaal Bioscoopcongres te München.
-waar dit zich onvoorwaardelijk voor een
Rijkskeuring, dus zonder een gemeentelijke
nakeuring, iioeft uitgesproken.
PROF. DR. G. J. HERRING.
Vijf en twintig jaar predikant.
Prof. dr. G. J. Heering, hoogleeraar aan
het Remonstr. Seminarium te Leiden, is bij
na vijf en twintig jaar geleden, op 24 Juli
1904, predikant geworden, te Oude Wete
ring. Hij stond later resp. to Dordrecht
(1007—1913) en te Arnhem (1913—1917) en is
sinds 25 April 1917 hoogleoraar.
DRENTSCHE STOOMTRAM.
Antwoord op vragen van don
heer Moltmaker.
Op vragen \an den heer Moltmaker be
treffende de oprichting van een ziekenfonds
en de vorming van een raad van beroep
door de directie der Eerste Drentsche Stoom
tramweg-Maatschappij heeft minister Van
der Vegte geantwoord
De directie der N. V. Eerste Drentsche
Stoomtramweg-Maatschappij heeft toege
zegd spoedig ontwerpreglementen voor een
ziekenfonds en voor oen raad van beroep
aan mij ter goedkeuring te zullen inzenden;
aan die toezegging is. voor zooveel laatst
bedoeld ontwerp betreft, onlangs voldaan.
Vijf inzittenden
gewond
Onder het dorp Voorst bij een kromming
van den weg is een luxe-auto van den heer
J. H. uit Enschede in botsing gekomen met
een vrachtauto uit Beekbergen. De vijf in
zittenden van de luxe-auto, twee heeren
en drie dames, werden gewond. Eén der
dames werd bij een in de nabijheid wonen
den geneesheer binnengedragen. De luxe
auto werd geheel in elkaar gedrukt. De
vrachtauto kantelde, waarbij een vrouw,
die naa-st den chauffeur zat, litht gewond
werd. Het ongeval gebeurde op een gevaar
lijk punt. namelijk daar, waar de Loenen-
scheweg op den Rijksstraatweg uitkomt.
Een complot van diefjes
ontdekt van 10
lot 10 jaar
Knikkers en zuurballen als
ruilmiddel
Enkele dagen geleden ontdekte een be
woonster van het Noordelijk stadsgedeelte
te Rotterdam, dat haar 10-jarig zoontje een
doosje isolatieband verstopt liad op den zol
der. Het zoontje zei, het te hebben gekregen
van een 11-jarig kameraadje. De moeder,
die dacht, dat de jongens niet eerlijk aan
het doosje waren gekomen, waarschuwde
de politie, die een onderzoek instelde, waar
bij men al spoedig tot de ontdekking kwam,
dat er in dat stadsgedeelte een heel complot
van jongens van tien tot dertien jaar be
stond, welke jongens herhaaldelijk kleine
diefstallen plegen en het gestolene ónder
elkaar verkwanselen.
In den Zwaanhals ligt een pakhuis van
den koopman M. uit 's-Gravenhage, die in
dat pakhuis een grobte partij artikelen van
allerlei aard heeft opgeslagen. De jongens
hadden het vooral op dit pakhuis voorzien.
Geregeld wisten zij ongemerkt het pakhuis
binnen te komen, waarna zij er van alles
stalen. Zoo zijn er een schrijfmachine, rol
len closetpapier, pakken schuurpapier, sta
pels vetvrij papier, zakken, mappen, rollen
isolatieband e. d. gestolen. Er werd in deze
artikelen druk handel gedreven en de prij
zen waren afhankelijk van de grootte van
den gestolen voorraad. Toen de politie het
bestaan van het complot ontdekte, stond de
koers van schuurlinnen op 10 knikkers per
vel, rolletjes garen werden voor een cent
per stuk verkocht en isolatieband werd ver
handeld voor acht zuurballen de rol.
Reeds is een zeer groot aantal jongens
gehoord, maar het is nog niet mogelijk ge
bleken, achter de geheele waarheid te 'ko
men, doordat de jongens hardnekkig elkaar
blijven beschuldigen en steeds weer nieuwe
daders aanwijzen, welke op hun beurt weer
andere namen noemen. Het onderzoek
wordt voortgezet.
UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
tjlb
Verschuiving van Vrijzinnig
naar Ethisch-orthodoxe
richting
Een korte biografie
Men meldt ons uit Leiden
Prof. dr. J. de Zwaan, hoogleeraar in de
uitlegging van het Nieuwe Testament aan
de Rijksuniversiteit te Groningen, benoemd
tot opvolger van prof. dr. H. Windisch aan
de Rijksuniversiteit te Leiden, werd 26 Juni
18S3 te 's-Gravenhage geboren en deed, na
vijf klassen van het gymnasium aldaar te
hebben doorloopen, staatsexamen A tot toe
lating aan de universiteit. Hij werd te Lei
den als student in de theologie ingeschre
ven. Reeds als student bewerkte hij do
grammatica van het Nieuwe Testament
van prof. E. D. Burton. Hij promoveerde te
Leiden in 1909 tot doctor in dö theologie, op
proefschrift getiteld: 2 Petrus en Juda
tekstuitgave met inleidende studiën en
textueele commentaar. In 1912 werd hij bui
tengewoon hoogleeraar te Leiden, welk
ambt hij aanvaardde met een oratie over
de beleekenis van de studie van Oostersch
Christendom. In 1915 werd hij benoemd tot
gewoon hoogleeraar te Groningen, hij aan
vaardde dit ambt met een rede over Chris
tendom en Oricntalisme. Verschillende pu
blicaties zijn van zijn hand verschenen.
Door de benoeming van prof. de Zwaan
is de leerstoel voor uitlegging van het Nieu
we Testament van vrijzinnig in ethisch
er thodoxe richting veranderd.
„KOMENDE VAN HET BIJZONDER
ONDERWIJS'
Beiióemingskvccstie in
Amsterdam
land, gezonken, tengevolge van de golfslag
van eenige sleepbooten, welke ter hoogte
van den kop van de Rijnhaven voeren. De
Krimpen a/d. J^ek III, welke steenkolen
inhad, voer met de luiken open. Het schip
zonk snel en de parlevinker van de Wijn
gaard, die toevallig in de buurt was. heeft
met groote moeite schipper Eerland, die
alleen aan boord was, weten te redden. De
havendienst heft op de plaats, waar het
schip is gezonken, een wrakteeken gezet.
VECHTENDE POLITIEAGENTEN
Een agent „met gesloten karakter'
hanteert een bierfleschje
Ontstemming rechts
Bij voordracht van 21 Juni 1929 zijn doot
B. en W. van Amsterdam twee dubbeltallen
ingediend ter vervulling der vacatures van
twee gemeentelijke inspecteurs van het on
derwijs in de hoofdstad. Op een dezer voor
drachten staat als no. 1 de naam van den
beer G. P. Vrijburg, hoofd eener neutrale
bijzondere school te Utrecht, als tweede dr.
J. C van der Does, leeraar aan de Christe
lijke 5-jange H. B. S.
Voor de tweede vacature werd een dub
beltal ingediend met de namen van do hee
ren J. J. Feringa, hoofd eener openbare
school als eerste, A. Hollaar, openbaar on
derwijzer, als tweede.
Met deze voordracht is niets bijzonders
aan de hand. wel met de andere.
Toen dr. Van der Does had gesolliciteerd,
is in het college van B. en W. besproken of
hij. als komende van het bijzonder onder
wijs, als eerste kon worden geplaatst op de
voordracht \oor gemeentelijk onderwijs-in-
specteur.
Naar wethouder Ketelaar den heer Van
der Does heeft medegedeeld, werd die vraag
met vier tegen drie stemmen ontkennend
beantwoord. Zoo kwam de naam van dr.
Van der Does als tweede op de voordracht.
Het Handelsblad verneemt nu, dat iti recht-
sche raadskringen ontstemming heerscht
over dezen gang van zaken en daaraan
uiting zal worden gegeven, zoodra bedoelde
benoemingsvoordracht aan de orde is.
EEN BOOT OP DE NIEUWE MAAS
GEZONKEN.
Gisteravond is op de rivier de Nieuwe
Maas, ter hoogte van de Wilhelminakade,
de Krimpen a/d. Lek III, schipper Eer-
Voor den politierechter te Amsterdam
stond gisteren terecht een politie-agent, die
op 21 Mei j.l. een collega in het posthuis
aan het Droogbak met een bierfleschje op
het hoofd heeft geslagen. De getroffene
werd met hersenschudding naar het gast
huis gebracht, waar hij eenigen tijd werd
verpleegd. Thans is hij in zooverre her
steld, dat hij weer lichten diénst doet. De
verdachte, een Fries, verklaart niet te we
ten, dat hij dc daad heeft gedaan. De man
dien hij getroffen heeft, had de gewoonte
hem steeds te prikkelen met allerlei din
gen. Ook op den bewusten avond had hij
wat te zeggen op het brood, dat hij at en
toen schijnt de verdachte plotseling in woe
de te zijn ontstoken. Getuigen verklaren,
dat hij plotseling een bierfleschje nam en
daarmee zijn collega op het hoofd sloeg.
Door getuigen a décharge worden verkla
ringen afgelegd, dat beide agenten goed be
kend staan. De verdachte is een man met
een gesloten natuur, die niet veel zegt, de
andere iemand nog al rad van tong.
Het O. M. is het een raadsel, dat de ver
dachte zich zoo heeft kunnen vergeten over
zulke kleine dingen. Hij neemt aan dat ver
dachte langen tijd is geprikkeld, maar dat
mag toch geen aanleiding zijn om in zulk
een wilde drift te ontsteken. De Officier
vindt het feit heel ernstig. Er i3 hier mis
handeling met zwaar lichamelijk letsel als
gevolg. Ilij kan daarbij niet met een geld
boete volstaan en vraagt drie maanden ge
vangenisstraf. maar gezien de omstandig
heden wil Spr. die vragen voorwaardelijk
met een proeftijd van drie jaar.
De verdediger van den verdachte, mr. de
Vrieze, vindt het feit ook tamelijk ernstig,
maar men moet het beschouwen in het
licht der omstandigheden. Daarbij mag
men niet vergeten, dat de verdachto een
Fries is, dus iemand niet een gesloten ka
rakter. Pleiter gaat dan in den breede de
omstandigheden na en meent dat zijn client
'op liet oogenblik dat hij zijn daad bedreef,
zijn verstandelijke vermogens kwijt was.
Op dien grond zou hij kunnen vrijgespro
ken worden. Pleiter vraagt echter een ge
ringe straf, voorwaardelijk.
De politierechter zegt dat de ten laste-
legging is bewezen en dat zwaar lichame
lijk letsel het gevolg is geweest. Het feit is
ernstig, en daarom heeft Spr. gedacht aan
onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Tijdens
het verhoor is hij echter tot andere gedach
ten gekomen en staat nu tusschen geld
boete en een voorwaardelijke straf.
Die geldboete moet hoog zijn en dan treft
hij ook het gezin van verdachte. Daarom
zal hij overeenkomstig den eisch een voor
waardelijke straf vragen. Echter moet bekl.
zijn verontschuldigingen aanbieden aan
den getroffene. Tenslotte vraagt Spreker 3
maanden gevangenisstraf voorwaardelijk
met een proeftijd van één jaar.
DE MOORD TE MUNTENDAM.
De dader tot vijf jaar
veroordeeld.
De rechtbank te Winschoten heeft van
daag F. S. uit Muntendam wegens moord,
op 20 Maart gepleegd op Bronno Feiken.
veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf.
De eisch was negen jaar.
M. ontvangt de voorzitters der
Tweede Kamerfracties.
II. M. de Koningin heeft gister lil ver
band met do kabinetscrisis op Iluis ten
Bosch ter conferentie ontvangen: de voor
zitters der Tweede Kamerfracties, van de
S.D.A.P., van den Vrijheidsbond en van den
Vrijz.-Dcm. Bond, onderscheidenlijk ir. Al*
barda, dr. v. Gijn en mr. Marchant.
Naar wij vernemen zal geen aanwijzing
van don kabinetsformateur tegemoet kun
nen worden gezien vóór dat allo adviezen
der door de Koningin te raadplegen
Staatslieden ontvangen en door H. M. over
wogen zijn.
HET S.S. ROTTERDAM WORDT
GEMODERNISEERD.
Betere passagiers-accommodatio
Al dadelijk tijdens en kort na de proef
tochten van de Statendam doken er hard
nekkige geruchten op dat de Holland
Amerika Lijn bij de werf Wilton een tweede
schip van deze grootte had besteld, welk
bericht door de directie van de recderij werd
tegengesproken.
Naar vernomen wordt, ligt het wel in do
bedoeling het stoomschip Rotterdam, thans
het op een na grootste schip van de H. A. L.
grondig onderhanden lo nemen. In den a.s.
winter zal het schip gedurende ca. 6 maan
den uit de vaart worden genomen om bij
de werf Wilton grondig te worden gemo
derniseerd. De Rotterdam heeft nog steeds
den naam van een voortreffelijk schip te
zijn. Alleen is de accommodatie voor de pas
sagiers niet meer zoo als men deze op de
vele nieuwere oceaanreuzen aantreft. Hier
in zal nu een groote verandering komen.
Vele hutten worden vergroot en er zal een
groot aantal badkamers worden bijgebouwd
Voorts zal het geheele schip worden voor
zien van stroomend warm en koud water.
Ook zal aandacht worden besteed aan de
aankleeding en inrichting van de salons en
andere verblijven. In het begin van 1930 zal
de geheel gemoderniseerde Rotterdam weer
de gebruikelijke toeristenreis rond de Mid-
dellandsehe Zee maken. De Statendam zal
m dien tijd waarschijnlijk enkele cruises
naar West-Indic overnemen.
SCHIPPER OVERBOORD GESLAGEN EN
VERDRONKEN.
Dinsdagavond is te Hoek van Holland aan
gekomen de motorloggér Marie VI 49, die
van de hnringvisscherij op de Noordzee is
teruggekeerd, omdat Zaterdagmorgen om
acht uur de schipper R. Bot overboord is
geslagen. De man was drie weken geledon
voor de tweede maal gehuwd; hij had vijf
kinderen.
LEGATEN
De heer E. ten Cato Fennema. te Sneek
overleden, heeft 3000 vermaakt aan den
kerkeraad der Doopsgezinde gemeente ter
plaatse, ten behoeve van de Doopsgezinde
armen aldaar, en eveneens 3000 ten be
hoeve van het predi.kantenfonds dier ge
meente.
VALSCH ENGELSCH GELD.
Op aanwijzing van een kellner is te Hoek
van Holland aangehouden do varensgezel
A. v. N. Uit 's-Gravenzande, die j.l. Zondag
in een strandtent een valsch Eng. pondstuk
in betaling heeft gegeven. Volgens zijn zeg
ge heeft Lij er op verschillende plaatsen ze
ven uitgegeven, die hij uit Engeland had
meegebracht.
Naar het Engelsch van
L A. T. OUILLKR—COUCH.
20
Oom Loveday straalde van trots over zijn
eigen schranderheid. Ilij beantwoordde mijn
bewonderende aandacht met een beschei
den wuiven met de hand en ging toen voort
plechtig tc kuchen als iemand die een troef
kaart wil uitspelen.
„Zooals ik zeg, Jasper, die vent moet een
bepaald doel gehad hebben om hem van
de kantoorkruk af te halen en mee op zee
te gaan, een vast beraamd plan en uit het
geen wij nu van den man weten, een godde
loos plan? Op de Rots, zeg je, beschuldigde
bij John Railton, dat hij een zeker testa
ment. in zijn bezit had. Je vader vertrok
uit Engeland met een testament in zijn be
zit. Dit is merkwaardig, om niet een erger
woord te gebruiken, heel merkwaardig;
Ir.aai Ik zie niet in hoe wij dit in verband
kunnen brengen niet Simons plotselinge
liefhebberij voor de zee. want hij kon met
geen mogelijkheid gehoord hebben van
Amos Trenowellis testament."
„U en tante waren de eenige waarmee
vader er over gesproken heeft."
„Ja juist, en je vader (vergeef mij Jasper)
\va9 geen dwaas en liep zijn plan niet rond
te bazuinen door de straten van Plymouth
toen hij passage nani F.n toch is het heel
merkwaardig. Je vader is in Plymouth aan
boord gegaan en die twee schavuiten gingen
ook te Plymouth aan boord niet dat
daar zooveel merkwaardigs in is; honder
den menschen gaan daar iedere week aan
boord en wij hebben niets aan te merken
gehad toen Simon en John vertrokken
zij kunnen best aan boord gegaan zijn voor
dat je vader kwam. Maar Jasper, kijk, \yat
maak je daaruit op?"
Ik boog mij over den brief heen, waar
mijn ooms vinger heemvees en las „Hij
zegl, dat je er goed aan gedaan hebt te
gaan W a v e."'
„Welnu oorri?"
„Wel jongen, wat niaak je daaruit op?"
„Ik kan er niets uit opmaken."
„Niet? Je ziet dat eene woord „Wave".
„Ja".
„Hoe heettf. het schip, waar je vader ot»
uitzeilde?"
„De „Golden Wave.""
„Juist, de „Golden Wave".Nu wat maak
je» daaruit od?"
„Oom zat achterover in zijn stoel geleund
en keek mij over zijn bril aan met een
gezicht of hij de hoogste troef had uitge
speeld en uitkijkt, welken indruk dat
maakt. Een zekér bewustzijn van verdien
ste en verwachting van goedkeuring be
zielde hem. Zijn doorzicht deed mij versteld
staan, hij zag het en dat mishaagde hern
niet. Nadat hij eenigen tijd gewacht had
voegde hij er bij
„Ik kan mij natuurlijk vergissen, rnaar
het is merkwaardig. Ik geloof niet. dat ik
mij vergis, wanneer ik opmerk wat het be
wijst. Het bewijst ten eerste, dat deze twee
schavuiten, want schavuiten waren het at
lebei. zooals wij moeten aannemen, niette
genstaande het droevige uiteinde van John
Railton: het bewijst, zeg ik. dat die twee
met je vader aan boord waren. Zij kwamen
met hem naar huis terug, leden schipbreuk
en je vaders lijk werd gevonden ver
moord. Een bewijs, een gering bewijs mis
schien, maar toch opmerkenswaardig, dat
duidt op hen. Als nu bewezen kon worden,
dat zij wisten, bij hun vertrek of reeds eer
der, van je vaders voornemen, dan zou het
ons helpen. En naar mijn idee bewijst deze
brief, dat het een of andere booze plan de
reden is geweest, waarora zij aan boord
gingen. Wat denk je daarvan?"
Oom Loveday schraapte zijn keel en keek
mij weer aan met een zekeren trots op zijn
diagnose. Wij zwegen eenigen tijd, een stil
te, die alleen werd verstoord door het plas
sen van water in de keuken.
„Lieve hemel!" zei mijn oom, „is die
vrouw aan het baden? Komaan Jasper/wat
denk je er van?"
„Ik vind, dat wij liever in het blikken
doosje moesten kijken."
„SapperlootEr zit toch wat bij dien jon
gen Ik was dat doosje heelemaal verge
ten."
De doos was ongeveer negen centimeter
lang en 6 breed en ongeveer 6 diep. Het blik
was gevlekt door het zeov;ater, maar het
deksel zat er stevig op en zat vast met een
grendel en een pen. Oom Loveday haalde er
de pen uit en lichtte met moeite het deksel
op. Er lag een stevig opgerold pak papieren
in, onbeschadigd naar het scheen. Ilij haal
de ze eruit, streek ze glad en deed ze
voorzichtig open.
Toen hij het handschrift herkende, liet
hij de hand zakken en zonk achterover in
zijn stoel.
„Lieve hemel!"
Wat is er oom?"
..Het is het schrift \an je vader."
Ik keek naar dit laatste bewijs, dat de
zee aan de kust had geworpen en las
„Dagboek van Ezechiel Trenoweth van
Lantrig."
HOOFDSTUK VIII.
Bevat het eerste gedeelte van mijn vaders
dagboek; zijn ontmoeting met den heer Elihu
Sanderson van Bombay; en mijn grootvaders
manuscript.
Het was inderdaad mijn vaders dagboek,
op zoo wonderbaarlijke wijze voor ons be
houden. Toen wij dit levenloos getuigenis
zaten aan te staren, twijfel ik niet of ons
beider harten waren vervuld met diepen
eerbied voor de alziende Voorzienigheid.
Niet veel meer dan vier en twintig uur ge
leden was mijn vader den drempel van zijn
huis binnengedragen en nu was zijn stem
uit de stilte van een andere wereld tot ons
doorgedrongen om ons het geheim van zijn
dood te openbaren. Het duurde wel eenige
minuten voordat oom Loveday zijn stern in
zoover kon beheerschen om mij dit kost
baar handschrift voor te lezen. In eenvou
dige, onopgesmukte taal luidde de verwon
derlijke geschiedenis aldus
„23 Mei 1S48. Gehoorzamende aan de op
dracht vervat in mijn vaders testament,
heb ik een bezoek gebracht aan den lieei
Elihu Sanderson, ambtenaar van de Oost»
Indische Compagnie op hun hoofdbureau
te Bombay en daar ik van hem een eenigs-
zins vreemde mededeeling 'ontving in mijn
vaders handschrift, heb ik het noodig ge
oordeeld om hiervan een kort verslag te
geven evenals van de belangrijkste gebeur
tenissen van mijn reis, niet alleen om mijn
geheugen later behulpzaam te zijn indien
mijn leven gespaard wordt ora rustig ir»
Lantrig le sterven, maar eveneens omdat
ik hiertoe genoodzaakt ben door eenige zon
derlinge aanwijzingen, waarvan in deze me
dedeeling wordt melding gemaakt. Ofschoon
ik er zelf geen reden voor zie, er schijnt ge
wezen te worden op ernstige gevaren, zoo
wel voor 't lichaam als voor de ziel; en
daarom is het mijn plicht, daar ik een ge
liefde vrouw en zoontje achter gelaten heb,
zulke voorzorgen te nemen, opdat in geval
van ongeval de goddelijke Voorzienigheid
mij ten minste een middel aan de hand mo
ge doen om hen van mijn lot op de hoogte
te brengen. Daarom betreur ik mijn nala
tigheid daarmee van mijn vertrek af aan
niet begonnen te zijn; maar zoo ver ik be-
oordeelen kan is mijn reis tot nu toe voor
spoedig geweest en zonder merkwaardige
gebeurtenissen. Toch wil ik in het kort me-
dedeelen wat ik er mij van herinner, voor
dat ik voet aan wal zette en tc Bombay
aankwam, ik hoop dat niets gewichtigs mij
ontgaan is.
Den 3en Februari ben ik van Lantrig ver
trokken, per postkoets naar Plymouth,
waar ik geslapen heb in de „Een en al",
ons Cornwalliser motto. Den volgenden ring
nam ik passage naar Bombay op de „Gol
den Wave", kapitein Jack Carey, ik hoor
de dat het schip over twee dagen zou uit
zeilen. Ik was van plan geweest, indien ik
geen geschikt schip vond, naar Bristol te
gaan. waar veel meer handel gedreven
wordt; maar ik trof het bijzonder goed, toen
ik met 'n heel onderhoudenden vreemdeling
kennis maakte, die onmiddellijk verklaarde
toen mijn omstandigheden vertelde, dat
ik het bijzonder goed getroffen had, want
hij zelf had ook informaties ingewonnen
met hetzelfde plan en had een schip gevon
den dat bijna onmiddellijk vertrekken zou.
rr- r vv.-r w- (Wordt vervolgd),