Vruchten-Koekjes en Bonbons
D00DEMANS ROTS.
Vrijdag 12 Juli 1929
AM ËRSFOOKTSCH DAGBLAD
..DE EEMIANDERL'
28e Jaargang Na. 11
1 BINNENLAND.
EEN SLUWE POGING TOT
OPLICHTING
DE PREDIKBEURTEN VAN
DEN V.P.R.O.
Thaos 27000 leden
$Ék
N.V. COMPAGNIE LYONNAISE
ZOMER OPRUIM5NG
II
DE BEDREIGING VAN
GOOILUST
Kininedampen schadelijk
Maison de Jager Zn.
en Chocolade Nootjes.
FEUILLETON.
Hel Persbureau Var. Dias de
Jape aan een schandelijke
misleidin
Eeo valsch bericht over
de Trustee
Op den 19cn Juli werd door het persbu
reau Vaz Dias het bericht verspreid, dat op
de algemeene vergadering der Nederland-
sche Maatschappij voor Scheepvaart, Han
del cn Nijverheid een voorstel zou worden
ingediend ter overlegging aan de Trustee
tot wijziging der Trust-overeenkomst van
15 April 192-i. Aan obligatiehouders van 7
obligaties Furness-Stokvis 1920 zoi? dan
toestemming worden verzocht, tot verlaging
■san den rentevoet der obligaties tot &1/s
Mocht dit voorstel worden aangenomen,
zoo zal de maatschappij in staat zijn door
haar sterk verbeterde financieel© positie
aan te vangen met de nakomingen liarer
verplichtingen voortspruitende uit boven
bedoelde overeenkomst. Aan dit bericht was
een begeleidend schrijven toegevoegd op
briefpapier oogenschijnlijk afkomstig van
bovengenoemde firma. ITet bureau bleek de
dupe te zijn. geworden van een schandelijke
poging tot misleiding, daar bij navraag bij
de maatschappij bleek, dat bij haar om
trent een dusdanig voorstel niets bekend
was. Intusschcn hebben tal van mcnschcn
ter beurze er ernstige schade door geleden
De zaak werd in handen gesteld van de
politic. Ilct is haar gelukt klaarheid in deze
zaak te brengen Met groot beleid hebben
commissaris Heeroma en de rechercheur
De Bas hier gewerkt. Door medewerking
van de pers heeft zich bij den commissaris
aangemeld de drukker, die het briefpapier
vervaardigd heeft. Het was een Amster-
damsche firma,. Dezo drukker kon echter
den naam van zijn opdrachtgever niet ge
ven, omdat hij inderdaad in de veronder
stelling was dat het briefpapier bestemd
was voor de Nederlandsehe Mij. voor
Scheepvaart, Handel cn Nijverheid, te meer
daar het een groote order was. Een als heer
gekleed persoon, die het bestelde, -had .ook
de drukproef gehaald. Wèl kon hij een vol
ledig signalement van hern geven. Met uit
signalement in handen is de rechercheur
De Bas erop uitgetrokken naar verschillen
de plaatsen in ons land cn werd ook te
Amsterdam een onderzoek ingesteld. Dit al
les bracht echter geen resultaten. Woens
dagavond werd de man op straat herkend
en aangehouden. Het bleek te zijn een af-
deelingschef van een groote financieele fir
ma te Amsterdam, hij woont in het Gooi,
doch Woensdagavond heeft de commissaris
Heeroma, met bovengenoemden rechercheur
nog een huiszoeking gedaan. De man ont
kende iets met de zaak te maken te hebben.
Gistermorgen is bij de firma huiszoeking
gedaan en 's middags trokken de politie
autoriteiten nogmaals naar de woning in
het Gooi, omdat de verdachte, die weer op
vrije voeten was, gistermorgen zich had
ziek gemeld en niet op zijn kantoor was
a èrschenen. Bij het tweede bezoek aan zijn
woning heeft hij bekend inderdaad het be
richt te hebben geschreven en verzonden.
Uit zijn bekentenis bleek, dat hij langza
merhand een vrij groote positie had loopen
in stukken in de Nederlandsehe Mij. voor
Scheepvaart, Handel en Nijverheid. Op die
stukken moest worden bijgestort, wat hem
in moeilijkheden bracht, want door mis
lukte speculaties had hij reeds vele verlie
zen geleden. Toen is hij op het denkbeeld
gekomen door middel van een valsch be
richt zich te redden. Om aan briefpapiei
van de bovengenoemde maatschappij te ko
men schreef hij, als obligatiehouder een
brief, waarop hij antwoord ontving. Dit
briefpapier liet hij te Amsterdam nadruk
ken. Een van deze nagemaakte vellen
■briefpapier gebruikte hij voor het geven
van het v&lscho bericht saa het Persbureau
Vaz Dias, met verzoek dit bericht tc ver
spreiden. Voor den verdachte is de toeleg
goed gelukt, want bij het onderzoek ten
kantore is gebleken, dat hij een aanzien
lijken post van de betrokken stukken had
verkocht. Aan commissaris Heeroma en den
rechercheur De Bas mag dank worden ge
bracht, dat zij op zulk een energieke wijze
aan deze. pijnlijke zaak een einde hebben
gemaakt. De justitie zal de zaak nu verder
ter hand nemen.
Wanverhoudingen in de verdeeling:
ie veel Remonstranten.
De Vrjjz. Protest. Radio-Omroep heeft te
Amsterdam haar jaarvergadering gehouden
onder presidium van mej. dr. N. Bruining.
Uit het jaarverslag van den secretaris, cis.
E. D. Spelberg, bleek dat het afgeloopen
jaar en ook het eerst halfjaar van 1929 een
sterken aanwas van leden heeft gebracht.
Het ledental is op dit oognnblik tot bijna
27.000 gestegen. Met spanning wordt uitge
zien naar de komende beslissingen van den
..Radio-Raad".
Ds. II. van Lunzen (Hoorn) merkte naar
aanleiding van dit verslag op, dat bij velen
in den lande, ondanks allen lof, dien men
gaarne aan het ijverige bestuur toebrengt,
een paar ernstige grieven aanwezig zijn. De
voor den V.P.R.O. optredende sprekers wor
den te weinig gekozen uit het gansche
land, te veel uit een beperkten kring cn te
weinig in redelijke verhouding tot den om
vang der kerkgenoolschnppelijke schakee
ringen. In het bijzonder is dat het geval
t. a. v. de preekbeurten. Men behoeft niet
op een „goudschaaltje" te wegen, om toe
te geven dat er in dezen wanverhoudingen
zijn. In 1928 had de srroep der Vrijzinnige
Ned. Hervormden bij de V. P. R. O.-preek
beurten één radio-prediker op iedere 50.000
tot haar behoorende zielen. Voor de Re
monstranten was de verhouding één radio
prediker van hun kerkgenootschap op iede
re 2000 zielen. In 1929 was het tot op heden
voor de Vrijz. Hervormden één op de hon-
derduizend voor de Remonstranten één op
de 2500. Verder denke men er meer om dat
het voor de genoemde massale groep en
voor de vele rechtzinnige Hervormden, die
(te g'fwenschte luisteraars zijn, gewenscht is
zooveel mogelijk bij de kerkdiensten te la
ten zingen uit de Psalm- en Gezangbundels.
Ook het gemiddelde peil der uitzendingen
is voor den gemiddelden hoorder veel te
lioog. Het vrij-protestantisme heeft de kans
om zich door de radio te populariseeren.
d. w. z. in breeder contact met de groote
massa Ie komen.
Ds. W. Klaasseïi (Hoorn) sloot zich bij
dit betoog aan. Ook sprak hij over het'mu-
sicale gedeelte der uitzendingen, waarin
z.i. te weinig afwisseling is. Waarom wordt
UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT
niet aan meer vrenz. protest, musici gelegen
heid gegeven hun bijdragen aan deze uit
zendingen te geven?
Ds. T. W. Boers (Abbekerk) onderstreept
het beloog der vorige sprekers. Ds. D. Mul
der (Westwoud) eveneens.
Laatstgenoemde waarschuwde er tegen,
de waan te wekken, dat alleen „specialitei
ten" cn dan dikwijls „grootestads-speciali-
teiten" het kunnen.
Het bestuur zeide ernstige overweging
der geopperde wonscben toe. In 1929 zal dc-
bedoèlde verhouding der sprekers zich wij
zigen in de gewenschle richting. De secre
taris sprak van veel omroep-technische be
zwaren, die in velerlei oorzaak waren van
de nu besproken onderdeden van hel V.P.
R. O.-beleid.
Mr. Keuskamp deed als penningmeester
rekening en verantwoording over 1928.
In liet bestuur worden bij enkele candi-
daatstelling herkozen: dr. N. A. Bruining
cn ds. E. D. Spelberg. (Hsbld.).
DE GEREFORMEERDEN EN DE TOGA.
Geen leervrijhoid, wèl kleer-
vrijheid.
Over de toga, die blijkbaar in de Gerefor
meerde Kerken allengs meer in gebruik
komt, schrijft prof. dr. II. II. Kuyper in De
Heraut:
„Een ambtsgewaad in eigenlijken zin is
zulk oen toga natuurlijk niet; dan zou het
dragen daarvan door de kerk moeten zijn
voorgeschreven, gelijk dit in de Roomsche
kerk met het priesterkleed geschiedt. Er
bestaat in dit opzicht nog al groote vrijheid
in onze kerken.
Toen de oude ds. Gispen eens was uitge-
noodigd op een conferentie van Hervormde
predikanten en daar niet verscheen in de
gekleede jas en met. de witte das, die des
tijds nog als het pastorale costuum be
schouwd werd, kwam een der synodale
broeders tol hern cn voegde hem min of
meer verwijtend toe: „Broeder Gispen,
durft ge zóó gekleed in onzen kring te ver
schijnen?'" waarop ds. Gipen hem zeer sne
dig moet hebben geantwoord: „Waarde
broeder, in uw kerk bestaat. 1 eer vr ij-
hei d, in onze kerk k 1 e e r v r ij h e i d."
Of de anecdote waar is, weet ik niet,
maar wel dat die kleervrijheid bij ons be
staat. Dat zij in de practijk wel eens let
zonderlinge gevolgen leidt, willen wij hier
mede niet ontkennen. Er mag ecnerzijds
een gevaar bestaan, dat men door liet dra
gen van een toga weer aan een zekere
ambtelijke hoogheid uiting zal geven, niaar
daartegenover staat het niet minder groo
te gevaar, dat een predikant om toch maar
„heel gewoon" op den kansel te zijn. ver
schijnt met een colbertpak, een licht ge
streepte pantalon, een fel gekleurde das,
waarbij alle stemmigheid cn deftigheid
wordt gemist.
De bezwaren welke tegen liet dragen van
de toga worden ingebracht, zijn in den re
gel, dat een zeer hierachisch streven op
deze wijze aan den dag treedt; de toga is
dan een ambtsgewaad, terwijl het dragen
van zulk een ambtsgewaad in strijd zou
zijn niet do gelijkheid der abmtsdragers en
der geloovigcn onder het Nieuwe Testa
ment".
HOLLANDSCHE KAAS IN ENGELAND.
Vragen in het Lagerhuis.
Naar uit Londen geseind wordt, vroeg
Rener in het Lagerhuis of de minister van
Landbouw, met liet oog op de geringe voe
dingswaarde van niet-volvette kaas cn de
groote hoeveelheden daarvan, die uit Hol
land en elders worden ingevoerd cn tegen
lager prijs als kaas worden verkocht,
stappen wilde doen om deze kaas duidelijk
kenbaar te maken als niet-volvette kaas.
Addison, van het departement van Land
bouw, antwoordde dat de regeering haar
aandacht voortdurend aan den verkoop
van de niet-volvette kaas bleef schenken.
Een nieuwe wetgeving, als het voorstel dat
Rener deed, inhield, kon op het oogenblik
echter niet worden verantwoord.
'Als teeltplaats van wisents
cenig in zijn soort.
De voorzitter van het Internationale Ge
nootschap tot instandhouding van den
Wisent, dr. K. Priemel, directeur van den
dierentuin te Frankfort, heeft, naar de N.
R. Ct. meldt, den volgenden brief aan de
Nederlandsehe regeering geschreven:
Een van de schoonste natuurparken, die
op het punt stond een gewichtige teelt-
plaats te worden voor liet aan onze zorgen
toevertrouwde natuurmonument: den wi
sent (het grootste in 't wild levendjo zoog
dier dat in Europa voorkomt) wordt ern
stig bedreigd door het plan van de vesti
ging van een industrieels onderneming.
Het betreft liier het wereldberoemde groote
natuurpark van onzen eere-voorzitter, den
bekenden natuurliefhebber, dierenfokker
en plantenkweeker F. E. Blaauw te 'sGra-
veland. Slechts de stichting van den over
leden Friedrich Falz-Fein in de Zuid-Rus
sische steppen, liet dierenpark Askania No
va, cn het dierenpark van den hertog van
Bedford, Woburn Abbey, kunnen in Euro
pa met Gooilust worden vergeleken, doch
dezo bezitten niet de eigenaardige eigen
schappen wat klimaat cn bodom betreft,
die Gooilust heeft, zoodat dit Hollantfsche
park eenig in zijn soort genoemd mag wor
den. Ik persoonlijk ken dit paradijsachtig
schoone oord al meer dan twintig jaren,
evenals de moesten van mijn collega's, de
directeuren van de diergaarden in Midden-
Europa. Nooit liebbcn wij, wanneer wij
Nederland en België bezochten, nagelaten
dit park te bezoeken cn telkens weer heb
ben wij zijn heerlijke, zeldzame dieren- en
plantenverzamelingen alsook het meester
schap in teeltkennis van den eigenaar be
wonderd en er ideeën opgedaan, die voor
ons vale van waarde waren.
Het spreekt dan ook vanzelf, dat toen in
het jaar 1923 de Internationale Gesellschaft
zur Erliallung des Wisents was opgericht
die nu ongeveer achthonderd leden telt
in twintig staten in Europa, Amerika en
Azië en welke bijna alle vooraanstaande
organisaties en overheidslichamen, die
zich met natuurbescherming bezighouden,
omvat getracht werd op Gooilust een
teeltplaats voor wisents in te richten. Hier
mede is ecnige jaren geleden een begin
gemaakt. Het verlies van de teeltplaats zou
dus een zware slag zijn voor onzen arbeid.
Zoo de ontworpen kininefabriek in de
onmiddellijke nabijheid van het natuur
park tot stand komt, dan zouden de door
dat bedrijf ontwikkelde .dampen er heen
gedreven door de daar veelvuldig voorko
mende zuidwestelijke winden evenals het
afvalwater zonder eenigen twijfel de kost
bare en uit een wetenschappelijk oogpunt
niet te vervangen dieren- en plan
tenverzamelingen zoodanig bedreigen, dat
het voortbestaan nog nauwelijks mogelijk
zal zijn.
De Intern. Gesellscli. enz. richt dan ook
tot u het dringende verzoek, onmiddellijk
stappen te willen doen om te voorkomen,
dat de ontworpen kininefabriek cn in de
toekomst ook andere industrieelo onderne
mingen in de nabijheid van Gooilust
zullen worden opgericht.
Alleen dan zal het mogelijk zijn dit be
roemde teelt- en studieoord en tevens een
der schoonste gebieden van Nederland in
stand te houden tot nut van de wetenschap
cn als een van de mooiste bezienswaardig
heden van uw schoone land.
CENTRALE VAN NEDERLANDSCH
OVERHEIDSPERSONEEL (C.N.O.P.).
In de dezer dagen gehouden hoofdbe
stuursvergadering van de Centrale van Ne-
derlandsch Overheidspersoneel (C.N.O.P.)
maakte de Pensioenwet 1922 een zeer ern
stig punt van discussie uit.
„DE STICHTSCHE HEUVEL".
Wakk're mannen, nljv're handen
Bouwenden in „mooi Amersfoort" I t
Dat heel langzaam promoveert tot
Holland's glorie, 't schoonste oord,
Op het allermooiste puntje 7
Van ons schoone oude stad, J
Een gebouw, waarvoor men vroeger S
Durf, nóch moed, nóch reden had. f
Tusschen 't frissche groen verscholen 1
Pronkend in modernen trant V
Roept „De Stichtsche Heuvel" gasten
Naar haar gastvrij restaurant.
Wat door Amersfoortscho werkers
Is met kracht gepropageerd J
Is 't wat in „De Stichtsche Heuvel"
Nu met nadruk culmineert
Langzaam groeit door aller actie
Ons zoo vricnd'lijk Amersfoort
Als de plaats der zomerweelde
't Ideaal vacantie-oord!
'n Aanwinst is „Do Stichtsche Heuvel"
Die men makkTijk onderschat
Want het is een deel der welvaart
Onzer wonderschoono stad.
't Is een deel der groote glorie
Met een mooi cn rijk verschiet
Amersfoort wordt in ons landje
In haar genro favoriet!
Onze roemrijke historie
Leeft in gulden waarheid voort
Doch liet Amersfoort van lieden
Brengt een nieuwen roem weer voort!
't Is „De Stichtsche Heuvel" die ons
Menschen van het lieden leert
Dat liet schoons uit oude tijden
Voortleeft! Nóg bestaat! Vermeert
Oude poorten, oude wallen
Spreken nóg den oudheid taal
In „De Stichtsche Heuvel" zien wc
Een modernen zegepraal!
GROEGROE.
(Alle rechten voorbehouden).
Algemeen was men van oordeel, dat
daarin nog vele leemten bestaan, welko
dringend voorziening behoeven.
Beslotei^ werd te ijveren voor de navol
gende wijzigingen.
a. Wettelijke regeling premievrij-pen
sioen.
b. ITet pensioen voor elk jaar in aanmer
king komenden dienst te bepalen op 2 per
cent van de middelsom der daarvoor in
aanmerking komende pensioengrondsla
gen.
c. Invoering van het zuster-moederpen-
siocn.
d. Herstel van het vervroegd ouderdoms
pensioen.
e. Regeling pensionneering van echtpa
ren.
f. Regeling om pensioengerechtigde amb
tenaren ter voorkoming van blijvende in
validiteit op kosten van het Pensioenfonds
in een inrichting genees- of heelkundige
behandeling te doen ondergaan.
De secretaris, de heer A. Kooiman, zal op
het in September a.s. te houden congres
over deze punten een referaat houden, ter
wijl deze wenschen voorzien van uitvoerige
toelichtingen, over ecnige dagen in druk
zullen verschijnen.
Langestraat 56 Telef. 115.
Naar het Engelscb van
A. T. QUILLER-COUCH.
Hij was klerk geweest op een kantoor, maar
zijn oude patroon (wiens naam ik mij niet
meer herinner) was gestorven en zijn op-
volger scheen een lastig humeur te hebben
cn daar hij genoeg geld had overgespaard
om een paar jaar te luieren, had hij'lust
gekregen in reizen; hij had Bombay tot
doel van zijn reis bestemd, ten deele uit
begeerte de wonderen van Indië te aan
schouwen én ook om zijn broeder een be-
^zoek te brengen, die daar een baantje had
M bij de Oost-Indische Compagnie. Hij had op
dat oogenblik niets te doen en bood aan
mij het schip te laten zien en beweerde dat
als het naar mijn smaak was, ik er ter wille
van de Compagnie ook passage op kon ne
men. IIij was zoo aangenaam in den om
gang. dat ik van de gelegenheid gebruik
maakte want het was een gelukje voor
mij. Het schip beviel ons best en kapitein
Carey zag er zoo fatsoenlijk en eerlijk uit,
'dat de afspraak spoedig zonder eenig be
zwaar gemaakt werd. Ik was van plan naai
de „One and All" terug te keeren, maar
ik moest eerst eens informeeren naar den
naam van dezen nieuwen vriend.
Hij heette Simon Colliver en woonde, zei-
de hij, in Stoke, waar hij nog even naar toe
moest om toebereidselen te maken voor zijn
'overhaast vertrek, maar eerst raaclde hij
mij aan mijn bagage uit de „One and All"
weg te halen (de herberg trouwens viel
niet mee) en te laten overbrengen naar
„Welkom thuis", een kleine, maar nette
inrichting, waar ik mij op mijn gemak zou
gevoelen cn die niet veraf gelegen was van
de „Golden Wave". De afstand tot het eer
ste hotelletje was op zich zelf zoo ver niet
maar 't was toch een heel eind, als men
het vijf of zes maal per dag moest doen;
en daarenboven had ik wel lust in de ver
huizing, toen ik hoorde, dat de waard vah
de „Welkom thuis" van plan was als ma
troos mee te varen op hetzelfde schip. Mijn
nieuwe kennis bracht mij naar het huis,
het zag er van buiten onooglijk uit, maar
het was zindelijk van binnen en na een
kort overleg met John Railton stemde de
waard er in toe mij onder dak te nemen
totdat de „Golden Wave" het anker zou
lichten. Nadat wij met-ons drieën een glaas
je gedronken hadden, om de afspraak te
bezegelen, vertrok hij en betuigde zich zeer
Ie verheugen een medereiziger gevonden
1e hebben, die zoo zeer in zijn smaak viel,
zooals hij beweerde.
Ik moet zeggen dat ik niet bijzonder in
genomen was met John Railton; hij leek
rnij een norsch soort man te zijn en hij hield
veel te veel van de flesch. Maar ik zag
hem niet veel, nadat hij mij mijn kist
gebracht had uit de andere herberg.
Zijn vrouw wachtte mij op een bijzon
der lieve vrouw, maar bitter bedroefd of
bezorgd over het gebrek van haar man
Toch had zij hem lief, dat ziet men wet
meer, dat een vrouw een bruut lief heeft
en het deed haar verdriet, dat hij heen
ging. En toen ik dien avond opmerkte, dat
haar oogen rood zagen van het schreien
en ik een woord sprak over het aanstaand
vertrek van haar m,an, keek zij mij een
oogenblik verbaasd aan en begreep niet,
hoe ik dat weten kon, „want", zei ze, „het
besluit was zoo plotseling opgekomen, dal
zij zelfs het zich niet kon verklaren. Zij
gaf echter toe, dat het verstandig was, cn
Jack was een beste zeeman, voegde zij er
bij en zij had altijd wel verwacht, dat hij
haar op een goeden dag alleen zou laten".
Zij maakte zich het meest ongerust voor
haar dochtertje, een kind van zeven jaar,
het was verkeerd voor het kind in een
herberg altijd de ruwe taal en manieren
van zeelui te hooren. Ik troostte haar zoo
goed ik kon en ik twijfel niet, of de afwe
ziglieid van haar man zal haar minder
zwaar zijn gevallen, dan zij verwachtte.
De „Golden Wave" lichtte het anker den
6en Februari en kwam na een vervelende
reis van 103 dagen den 21sten Mei Ie Bom
bay aan. Op de hoogte van de Kaap de
Goecle Hoop hadden wij tegenwind gehad.
Ik zag Simon Colltver niet veel voor ons
vertrek, ofschoon hij, naar ik hoor, twee
maal in de „Welkom thuis" kwam, om mij
te spreken, maar beide keeren was ik niet
thuis. Daar ik de eenige andere passagier
was, sprak ik hem aan boord heel dikwijls
en ik moet bekennen, dat ik hem een ver
makelijk man vond. Wij wandelden vaak
bij inooi maanlicht 's avonds of 's nachts
op het dek heen en weer of keken, als de
lucht donker was, naar het ontelbare aan
tal sterren, waarvan Col li ver heel veel wist
te vertellen.
Soms zong hij vreemde liedjes, die ik nooit
meer gehoord had, op een wijs die ik ver
moed dat hij zelf gemaakt had; ik weet
niet, waarom dat vermoedon bij mij op
kwam Mij had een krachtige stem een
heldere tenor, volkomen zuiver cn aange
naam, ik heb opgemerkt dat er matrozen
waren, die bepaald diep onder den indruk
stonden te luisteren en tranen in de oogen
kregen als hij zong van liefde en vaderland.
Soms echter waren het vreemde, geheim
zinnige woorden, de stem was altijd prach
tig of hij sprak of zong, altijd die mooie
klank. Ik vroeg hem eens waarom hij niet
getracht had fortuin te maken, door in het
publiek op te treden. Maar dan lachte hij
en antwoordde, dat hij nooit zou willen of
kunnen zingen volgens de regelen der kunst
hij wou nooit genoodzaakt worden te zin
gen, hoe zijn stemming ook was en dan
voor een publiek, waar hij niets om gaf.
Ik weet niet waarom ik zoo lang blijf stil
staan' bij dien buitenge wonen man. Toeval
lig had ik hem voor een korten tijd op mijn
levensweg ontmoet, nu zijn die wegen weer
uiteengeloopen en zal ik hem waarschijn
lijk nooit weerzien. Ik heb tot nu toe een
heel kalrn leventje gehad en ik ben niet
vaak in aanmerking gekomen met buiten
gewone menschen, maar ik betwijfel of er
velen zijn zooals Simon Colliver. Het is een
volmaakt raadsel voor rnij. Dat zulk een
man met zulk een begaafdheid (want behal
ve zijn bewonderenswaardige kennis van
alledlei dingen en zijn prachtige stem heeft
hij een uitgebreide kennis van vreemde ta
len, dat zulk een man zeg ik, het niet ver
der gebracht heeft dan tot den rang van
kantoorklerk, is iets onbegrijpelijks in mijn
oogen. Maar van zijn verleden heeft hij mij
nooit iets verteld wel luisterde hij met
aandacht wanneer ik sprak van Lantrig
en van Margery en Jasper thuis. ITij was
niet nieuwsgierig naar het doel van mijn
reis, hij vroeg er ten minste niet naar.
Trouwens het lot of de opinie van zijn ka
meraden scheen hem niets te kunnen sche
ten. Ik zal hem waarschijnlijk nooit meer
ontmoeten, maar toen ik hem vaarwel zei.
was het met een gevoel yan spijt, want ik
had nooit in mijn leven zulk een boeiend
menscli ontmoet.
Zooals ik reeds zei, op onze reis hadden
geen bijzondere gebeurtenissen plaats, of
schoon voor mij alles merkwaardig was
ik was immers nooit verder geweest dan
Pedn.-Glas. Maar over die dingen wil ik
nu maar niet spreken. Alleen een woord
over die wonderlijke stad Bombay. Toen
ik op een na den laatsten avond op het
dek stond en de wonderen van die stad
aanschouwde, de hooge tempels die tegen
de prachtige lucht afstaken, toen was ik
zonderling ontroerd en mijn hart zwol bij
de gedachte dat de wonderen van dat
schoone land aan mijn voeten lagen en ik
kon niet slapen van opgewondenheid. Maar
toen ik gistermorgen voet aan wal zette,
wist ik in het eerste oogenblik waarlijk niet
van schrik, waar ik naar toe moest gaan.
Het was net een tooneel uit de comedie-
vertooning, waar wij samen eens naar toe
zijn geweest op een Kerstmis te Plymouth.
Ik met mijn Cornwalliser oogen vond alles
even wonderlijk en ik moest lachen als ik
bedacht wat ze zouden zeggen als ze te
Polkimbra kwamen. Ja, ik moest wel be
denken, dat ik al even misplaatst was in
Bombay, ofschoon ze misschien niet eens
op mij zouden letten in zulk een groote
handelsstad. Toen ik over de markt liep,
zag ik allerlei slag van menschen: Hindoes,
Joden. Arabieren, Maleiers en Negers pas-
seercle-n mij. Mijnheer Elihu Sanderson is
zoo vriendelijk geweest mij eenigen van
dio nationaliteiten te leeren onderscheiden,
maar toen kende ik ze nog niet uit elkaar,
ik dacht dat het allemaal Indiërs waren,
ofschoon ik niet begreep hoe ze er zoo ver
schillend uitzagen.
(Wordt yferyolgd}.