«SHEÖSFOÖKTSCH DAGD1AB DE RECHTSCHE PERS EN DE KABINETS FORMATIE ZOMER OPRUIMING D00DEMANS ROTS. Dinsdag 16 Juli 1929 .DE EEMLANDEft-j 28e Jaargang No. 14 HINDERNISSEN EN OVER EENSTEMMING N.V. COMPAGNIE LYONNAISE ZEVEN WONINGEN AFGEBRAND Ook een postkantoortje in vlammen GROOTE BOSCHBRANDEN OP DE VELUWE FEUILLETON. PERSO VERZICHT L)c Standaard icijsl op de moeilijkheden van hel financieels vraagstuk In verband niet de aan jhi. Ruys do Beerenbrouck verstrekte opdracht om een Kabinet te formeel en, steunende op de rechterzijde, schrijft „De Standaard". „Wij zijn van oordeel, dal de nu ver strekte opdracht moet worden toegejuicht. Men kan nu wel zeggen, hetgeen in som mige persorganen metterdaad geschiedde, dat zulk een opdracht niét reëel geacht moest worden, omdat de L -II candidafen tijdens de verkiezingscampagne hebben na gelaten dit perspectief voor hunne kiezers bloot te leggen, maar dit argument is (och van geringe beteekenis. Ze hebben ook het omgekeerde niet nadrukkelijk gezegd en zich dus een groote' mate van vrijheid voor behouden. Bovendien zijn we van oordeel, dat het eindresultaat der verkiezingen niet .veel anders geweest zou zijn, indien de C.-H. zich duidelijker uitgesproken hadden. [Wellicht zouden wij dan enkele duizenden stemmen meer hebben gehad en de C.-H. een gelijk aantal minder 't Zou zelfs zeer de vraag zijn, of het aantal zetels er wijzi ging door zou hebben ondergaan. Maar (en slotte kunnen wij dit alles Slechts als bijzaak zien. De hoofdvraag is en blijft, of men, "ter behoudenis van ons constitutioncel-par- lemenlair leven, op een normaal parlemen tair Kabinet wil aansturen, ja dan neen! Voor ons is de beantwoording dier vraag niet moeilijk. Wij laten een zeer beslist ja booren „Nu zijn er theoretisch wel is waar twee oplossngen denkbaar, maar practisch geiboven we, dat er maar één is: een Kabi net steunende op de Rechterzijde. Daarom is het juist gezien, dat deze op lossing beproefd wordt. Wat intusschen allerminst zeggen wil, dat de proefnemng slagen zal. Want. het zou tot niets dienon om het te verbergen, er zullen bijzonder groote moeilijkheden te' overwinnen zijn. Op' één ervan wijst het blad, namelijk het financieele vraagstuk „Het budgelaire perspectief is niet gun stig. Minister De Geer koesterde de hoop, dat de door hem voorgestelde en inmiddels aangenomen maatregelen \an verschillen den aard gedekt zouden kunnen worden uit de normale toeneming der middelen. Wij achten dit uitgesloten. Veeleer mee nt-n we, dat men in 1931 voor een tekort zal komen te staan, ook al wordt geen enkele nieuwe maatregel, die geld moet kosten voorgesteld. Komen er echter enkele van zulke nieuwe maatregelen bij, dan wordt dat tekort aanzienlijk cn zit men weer midden in moeilijkheden van de minst aangename soort. Want men vergete niet, dat hier en daar groote verwachtin gen gewekt zijn. Het zal dus eer. eerste eisch zijn, dat men 'op dit punt beide oogen open houdt cn alleen op scherp accoord is zee gaal. Er zijn meer punten, die zorgvuldige be spreking zullen eischen, maar die behoeven we hier niet nader aan te duiden. Alleen mogen we riog wel eens zeggen, dat geen enkel Kabinet op onzen steun zou kunnen rekenen, dat niet met beslistheid positie zou kiezen in zake de handhaving van de Christelijke grondslagen van ons volksle ven. De ontkerstening van ons volk. die zich niet in hel minst ook openbaart in de oiitzedelijking der volksmassa, roept oiu een krachtig optreden der Overheid, en een Ministerie, dat ons op dit punt geen voldoening zou schenken, zou van Anti revolutionairen geen steun ontvangen. Nu zijn we omtrent dit laatste bij Jhr. teuys vrij gerust. Vooral als hij voor de betrokken Departementen goede medewer kers weet Ie vinden. Maar in hel financieel beheer bleek in het verleden zijn sterkste zijde niet te lig gen En daarom zal bet gewenscht zijn ditmaal hieraan bijzondere aandacht te schenken. Wij, Antirevolutionairen, hebben zeker geen aanleiding om er naar (e ver langen, dat we nog eens een tweede maal betrokken zouden worden bij de reddering van den financieelen toestand, als het weer eens mis liep. „D e Nederlander'1 betoogt dat in pa raatheid tot verdediging van onze natio nale zelfstandigheid en tot handhaving van sezonde sociaal-economische politiek, de drie groepen der Rcchterzzijde één waren. Dan gaat het blad voort „Bij het vormen van een kabinet, steu nend op bepaalde groepen, kan echter niet worden volstaan mei éénheid in het be strijden; er moet ook eenheid, blijken in opbouw en voortbouw, na welgelukte af wending van het gevaar. Hier staat de aan gewezen kabinetsformateur voor zeer moei lijke vragen. Wij willen niet gaan snuffelen in de uitvoerige verkiezingsmanifesten der drie Rechtsche groepen. Er zijn punten van overeenstemming, maar er zijn zeker ook ounten van verschil. Als wij de terreinen overzien, op welke, in de komende vier jaren, waarschijnlijk de meest belangrijke beslissingen zullen val len, dan blijkt op twee terreinen van groot meeningsverschil. óp het torrein der buitenlandsche poli tiek, speciaal ten aanzien der verhouding tot België, vreezen wij niet voor sprekende tegenstellingen. Daartoe zou zich, omtrent inhoud en loon van het jongste regeerings- memorandum aan Belgié, in Nederland meer meeningsverschil hebben moeten openbaren, dan thans het geval was. Moeilijker wordt het op het terrein der Koloniale politiek. Hier staan Roomschen en Christelijk-Historischen, in groote meer derheid. achter het voorzichtig en vooruit ziend regeerin2sbeleid van minister en gouverneur-generaal. Het jongste geschrift en de parlementaire redevoeringen van den heer Colijn duiden echter od afwijkende meening in het A.-R. kamp Bezwaarlijker nog wordt het op sociaal terrein. De tegenstelling: ..behoudend en vooruitstrevend" biedt hier niet de groote moeilijkheid. Althans. zoowel in de Roomsch-Katholieke Staatspartij, als in de Christelijk-Historische Unie, maakte de uitbouw tot Christelijke Volkspartij on miskenbaar vordering. De moeilijkheid ligt hier in de toenemende overtuiging, aan Christelijk-Historische zijde, dat er ge\aar UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT dreigt voor onze nationale volkskracht, in dien de gedachte der verbizondering d.i. der splitsing naar kerkelijke en gods dienstige onderscheiding werd doorge voerd in die mate, als dit door Roomschen en anti-revolutionairen wordt bepleit. Met afstemmen van de subsidie voor eene afzonderlijke Roomsche Handelshoo- geschool te Tilburg, naast of tegenover de voor-allen toegankelijke school te Rotter dam, was geen toevalligheid. Het was re sultaat van wèl-overwogcn principieel be zwaar. Hier liggen hindernissen op den weg van den kabinetsformateur Toch doet de uitdrukking „steunende op de Rechterzijde" ons volk niet vreemd aan. Geleerden mogen er om lachen, machti gen mogen er minachtend de schouders over ophalen, de rechtsche groepen zelf mogen hare onvolkomenheid cn zwakheid erkennen (och leeft in ons volk het be sef. dat er voor het volksleven groote waarde ligt in de gehoorzaamheid aan Gods geboden Het geloof, dat aan de be oefening dezer gehoorzaamheid zegen ver bonden is voor het volksleven, leeft (zij het in onderscheiden ontwikkeling) bij de drie politieke groepen der Rechterzijde. Er ligt een sterke drang tot oplossing der problemen zoowel voor het persoonlijk leven als voor het volksleven, in allerlei belangen en eischcn. die het leven zelf op werpt. Maar sterker dan al deze belangen cn eischcn is de kracht der gehoorzaam heid aan normen en geboden, gesteld door hooger Macht dan mcnschelijke wijsheid. Tegenover de vele stemmen, die luide verkondigen, dat het Christendom zijne waarde, als grondslag voor het verrichten van daden, verloor, schijnt het bijna over moedig of onnooze! in deze waarde te blijven geloovcn. En toch. zal dit geloof de voorwaarde zijn voor de eenig-mgoelijke parlementaire op lossing van de (hans-bestaande kabinets crisis". ])c Jordaan van Amby' In het dorp Amby in de nabijheid van Maastricht gelegen, brak gistermiddag te omstreeks 2 uur door pnbekende oorzaak brand uit in een blok van zeven huizen. Het huizencomplex draa&t in den volks mond de naam van „Jordaan van Amby". De zeven woningen, waaron der het postkantoortje, werden een prooi der vlammen. Het grootste ge deelte van het huisraad kon worden ge red, behalve een deel, dat zich op de bo venverdiepingen bevond. Persoonlijke on gelukken kwamen niet voor. De Maastrichtsche brandweer was spoe dig met een stoomspuit ter plaatse. Onge veer half zes was de brand in zooverre ge- bluscht, dat gevaar voor uitbreiding was \oorkomen. Verzekering dekt gedeeltelijk de schade. ITet blok buizen behoorde toe aan den lieer Van Subel. Zij werden bewoond door de familie's Klisters, Braken, Muller, Klis sen (de kantoorhouder van het postkan toor) Kuiper en de wed. Perron. DE TORPEDOBOOTEN Z. 5 EN Z. 6. Blijkens een aan het departement van defensie ontvangen bericht zijn ITr. Ms. torpedobooten Z. 5 cn Z. U 15 Juli van Go tenborg vertrokken. Ongeveer -100 Hectaren verbrand. Tusschen Hoenderloo en Woeste Hoeve Tusschen Hoenderloo en Woeste Hoeve heeft Zondagmiddag een zware boschbrand gewoed. Omstreeks 3 uur in den middag stegen plotseling zware rookkolommen op Het bleek al spoedig dat in de buurtschap Keienberg, liggende plm. 12 K. M. van Apeldoorn, uitgestrekte bosschen een prooi der vlammen werden. De brand woedde tusschen de Keienberg cn Hoenderloo Er is ongeveer 400 hectaren bosch verbrand. De brand is, door nog on bekende oorzaak, ontstaan aan l fietspad van Beekbergen naar Hoenderloo De ver brande bosschen waren van dr. J Ooster te Beekbergen, mevrouw Van Schayk, Den Maag en van baron Van der Ilorch van Verwolde te Eefde. De brandweercorpsen van Uclielen, De Eendracht, Apeldoorn, Eefde cn Loet*en waren uitgerukt. Een 50-tal cadetten der K. M. A. uit de Harskamp hielpen even eens mee. Behalve de rijks- en gemeente-poli tie was ook de hoofdopzichter van de Heide- Moatschappij aanwezig. Groot was do me dewerking der pension-gasten uit de om geving bij het blusschingswerk. Ook in rle buurt van het Uddelermeer zijn vele hectaren bosch verbrand. Deze brand is gebluscht door de manschappen van de remonte-depót Mi Hingen. MILITAIRE MUTATIES. De kapitein I. Engers van het 22ste regi ment infanterie is met ingang van 1 October 1929 overgeplaatst bij het Ode regiment in fanterie te Breda. De kapitein P. Keg van het 3de regi ment is met ingang van 15 Juli 1929 be noemd tot adjudant van het korp. De eerste-luitenant C. F. J. Boers van het 20ste regiment infanterie is overgeplaatst bij de s2de compagnie hospitaal-soldaten te Utrecht. De majoor J. J. Wittermans van het 9e regiment infanterie is met ingang van 1 Augustus 1929 op non-activiteit gesteld krachtens art. 70, punt 5, van de Bevorde- ringswet voor de landmacht 1902. De majoor K. Boet van het 11de regi ment infanterie is met ingang van 1 Augus tus 1929 overgeplaatst bij het 9de regiment infanterie, met bestemming voor de functie van hoofdinstructeur bij het korps. HET HUIS TEN BOSCH. Het paleis Huis Ten Bosch is-van af lie den, wederom tot nadere aankondiging te bezichtigen. ONDERSCHEIDINGEN. Bij K. B. is toestemming verleend tot het aannemen le 'Nan de versierselen van Offi cier der Orde van de Kroon van België en van Ridder le klasse der Orde van St. Olaf van Noorwegen, aan J. Warner, lid van het Nederlandsch Olympisch Comité te Zwolle; 2e van de benoeming tot „Officier de l'In- struction publique" aan mevr. J. IT. M. Beu kers, geboren van Ogtrop te Amsterdam. Vanwege de N.V. Textile-Export Co. I. L. Lassen wordt medegedeeld: De zich in liquidatie bevindende Jacob en Richter cn Siegmund Strauss Jr. Vereingte Spitzenhauser A. G. Berlin und Frankfurt am Main, is met ingang van 1 Juli gesplitst in Jacob en Richter. Berlijn en Siegmund Strauss Jr. A. G.t Frankfurt, van welke laat ste de naamlooze vennootschap Textile-Ex port Co. J. L. Lassen, Den Haag. de meer derheid der aandeelen heeft overgenomen. ALTIJD PRIJS. Alle rechten voorbehouden). Stel U voor: van één der Uwen Zegt de arts: ,,'t Js T.B.C. Naar de lighal. Dat brengt moog'lijk, Weer herstel, genezing mee". U gaat hoopvol Snformeeren. Doch dan zegt 1 het bestuur: "t Gaat niet door gebrek aan ruimte." Goede raad cn hulp blijkt duur. Wachten tot er eindlijk plaats komt. Als men U berichten gaat: „Stuurt U Uw patient", o, dank eens Dat het dan is juist te laat De „Vereen'ging er besrijding De gevreesde T.B.C Deelt ons Zaterdag in 't „Dagblad" In een klein berichtje mee, Dat de ruimte voor patiënten In de toekomst schiet te kort En terecht vindt hij het noortig, Dat dit kwaad verholpon wordt. Ze tracht door een loterijtje, Jn dit euvel te voorzien. En vraagt daarom „Koop een lootje, öruve Amersfoortsche Hén!" Ik zou zeggen, ieder doet dat t Blijft een absolutcn eisch In dit loten-loterijtje Is een nietje ook een prijs. Als ge onverhoopt, moet vragen Als hier boven is bedoeld. Zeg dan eens hoe rijk, gelukkig, U zich bij het antwoord voelt, Als men zegt: „Zendt Uw patient maar, Plaatsgebrek is hier voorbij. Dank zij het hulpvaardig off'ren Van de Stadsche burgerij!" Ook al hebt g'een niet getrokken. Krijgt ge hier nog het bewijs, Dat het lot, met dat van and'ren Gaf den allerhoogsten prijs!! GROEGROE. UIT DE STAATSCOURANT. Voornaamste Kon. besluiten enz. uit de Staatscourant. Toegekend de eeremedaille Oranje Nas- sau-orde in zilver aan Jan v. Goudszwaard, te Stroodorp, gem. VVissekerker. voorwer ker bij het landbouwbedrijf Steenhoven al daar; in brons aan C. de Graaf, landarbeider op de boerderij Landlust te Strook-Kolhoorn, gem. Barsingerhorn. Toegekend de eeremedaille in de orde van Oranje-Nassau in zilver aan J. van Goudszwaard te Stroodorp, gemeente Wisse- kerke, voorwerker bij het landbouwbedrijf „Steenhove" aldaar; in brons aan C. de Graaf, landarbeider op de boerderij „Landlust" te Strook-Holhoorn, gemeente Barsingerhorn. J. FOLKERTS. t IJveraar voor het onderling verzekeringssysteem. Te 's Gravenhage is in den ouderdom van 76 jaar overleden de heer J. Folkerts, oprichter cn directeur der Eerste Neder- landsche Onderlinge Paarden- en Veever- zekemig Maatschappij, gevestigd te s-Gra- venhago. Een ziekbed van enkele dagoti maakte een einde aan zijn werkzaam leven. De overledene, die een groot deel van zijn leven geijverd heeft voor het onderlinge verzekeringssysteem, richtte in 1900 boven genoemde maatschappij op, waarvan hij vanaf de oprichting de directie voerde. De begrafenis zal Donderdag plaats heb ben op Oud Eik cn Duinen. Naar het Engelscb van I A. T. QUILLICR COUCH. C-I „ITij zal de misdaad uer vaderen bezoe ken aan de kinderen tot in het derde en vierde geslacht" (Bij dit zonderlinge docu ment was een brief gevoegd door een an dere hand geschreven) „Er is geen twijfel •an of de Robijn die nu in liet bezit is van den heer Amos Trenoweth de echte Groote Robijn is waarvan de reiziger Marco Polo melding maakt Maar wat er ook van zij, ik weet, want ik heb het met eigen oogen gezien, dat de steen van onschatbare waar de is. van een zeldzame kleur en veel groo- ter dari eenige robijn dien ik ooit gezien heb Van dien steen wordt melding ge maakt. behalve door de schrijvers, door den heer Trenoweth genoemd, door den monnik Jordanus 'in de 11e eeuw', die vermeldt „hij is zoo groot dat rncn hem niet in zijn gesloten hand kan nemen En zoo zou ik nog tal van getuigenissen kun nen noemen, alle even verwonderlijk De heer Trenoweth is zoo verstandig ge weest hem aan geen enkelen juwelier te laten zien Het is de grootste steen dien ik ooit heb aanschouivd. En de Boeddhapries ter van wien de heer Trenoweth den steen ontvangen heeft betuigt, dat. pr geen twij fel aan is of het is „De groote Robijn van Ceylon. F. Toen ik alles gelezen had, sloeg ik de oogen op pji zag dat mr. Sanderson mij aandachtig aankeek. „Welnu?", zei hij. Ik schoof liet perkament naar hem toe en stopte mijn pijp. Ilij las alles heel lang zaaro door zonder een spier te vertrekken; toen gaf hij liet mij terug maar sprak nog steeds geen woord. „Welnu?" vroeg ik na eenig stilzwijgen. „Wat denkt u er van?" „Wel, in de eerste plaats dat mijn vader een wonderlijk eerlijk man was cn de uwe, mijnheer Trenoweth. een zeer onverstan dig man. En ten tweede, dat u even onver standig is als hij en het is een^eluk voor u. dat ik even eerlijk ben als nnjn vader." Ik lachte. ..Ja. ge kunt lachen; maar let op mijn woorden, mijnheer Trenoweth U heeft iets in uw rnam'vat doen dat v.- trouwen wekt en dat trekt mij in u aan; maar het zou mij zeer verwonderen als u ooit dien robijn in handen kreeg". HOOFDSTUK IX. Bevat het tweede deel van m ij n vaders dagboek, een voortzet ting v a n z ij n avonturen op het eiland C e y 1 o n V 29 September ISIS. Het is wel vreemd dat ik den dag na mijn vaders opdracht ge lezen te hebben, mij zeer ter neergeslagen gevoelde en in den toestand gebracht waar in ik nu nog verkeer. Maar liet is zoo. En nu, vier maanden nadat ik begonnen ben dit dagboek te schrijven, ben ik nauwelijks in staat een pen vast te houden om voort te gaan met mijn verslag. Zoover ik mij herinner, want mijn hoofd is soms droevig in de war. gebeurde het op de volgende ma nier. Nadat ik den 23sten Mei een groot gedeelte van den dag had besteed met schrijven van mijn journal en met mijn eersten brief aari mijn lieve vrouw, wan delde ik in den lekker koelen avond naar de stad om mijn brief op de post te doen. Dat deed ik en ik wou terugkeeren naar bet huis van mijnheer Sanderson, maar bleef even staan om de zon te zien onder gaan in die prachtige golf van Bengalen. Ik leunde over een muurtje en keek uit naar de zee en de met palmen begroeide oevers, toen plotseling de zon overging in een vurige vlam: de lucht werd zwaar cn ik zag bloed en toen wist ik niets meer. Ik was moorddadig van achteren aangeval len. Ik werd gevonden naar alle waar schijnlijkheid dood. met een heel leelijke zigzag wond op mijn schedel, mijn zakken waren opengescheurd (of de moordenaar dat gedaan had of de inboorlingen, die mij gevonden hadden, is onzeker) eindelijk werd er onderzoek naar mij gedaan en ik werd naar het huis van den heer Sander son gebracht, die zich ongerust had ge maakt en onderzoek naar mij liet doen; eerst één maand, toen wertl het twee maan den. scheen mijn leven aan een zijden draad te hangen cn mijn herstel heb ik al leen aan den heer Sanderson te danken, die altijd even vriendelijk voor mij was en de leedersle zorgen voor mij had Maar dit alles heb ik pas later vernomen. Op 't oogenblik kan ik niet meer schrijven. 3 October. Ik word langzamerhand be ter Mijn denkvermogen komt langzaam te rug. nadat, de koorts ten gevolge van de wond verminderde. Ik denk bijna den ge heelen dag na waf. de reden geweest zou zijn van dezen moorddadigen aanval, maar kan er nog geen oorzaak voor vinden. Stelen kan het doel niet geweest zijn, want ik zie er niet uit als een rijk man. Mijnheer San derson heeft een vermoeden, maar ik kan het op dat punt niet met hem eens zijn, want niemand, behalve wij beiden, wist iets van mijn vaders manuscript. In ieder geval is het maar een geluk, dat ik het in de kist heb gelegd met dit dagboek, voor dat ik een wandeling ging doen naar Bom bay Margery heeft mijn brief nu zeker al ontvangen, mijnheer Sanderson was zoo verstandig te wachten tot na den afloop van mijn ziekte er haar niets van te vertel len en haar niet ongerust te maken. Nu be hoeft zij er niets van le weten voordat wij elkaar weerzien. 2i O c t o b e r. Mijnbeer Sanderson is een e» al goedheid voor mij: ais ik zijn broeder geweest was. hij zou niet meer bezorgd kunnen wezen. Maar hij blijft er bij den aanval in verband te brengen met den grooten Robijn van Ceylon: bet is zeker een merkwaardige samenloop van omstan digheden. dat dit duistere hoofdstuk in mijn levensgeschiedenis onmiddellijk volgt op mijn vaders waarschuwing, maar dat is ook alles wat men er van zeggen kan. Hem trachten le overtuigen zal ik maar op geven. 31 October. Ik ben nu veel beter Mijn krachten en mijn geheugen komen langza merhand weer terug. Ik ben blij dat ik dat zeggen kan. Eerst was het of ik mij niets van mijn vorig leven herinneren kon. maar nu herinner ik mij alles tot op het oogen blik van den aanval. Van, hetgeen er daar na is gebeurd weet ik niets meer, dat is wel een tijdsverloop van drie maanden Ik kan nu een klein beetje loopen. mijnheer Sanderson beeft een paar keer een tochtje met mij gedaan Het is wel vreemd, maar ik dacht zeker dat ik gisteren John Rail ton zag loopen. Ik heb mij waarschijnlijk ver gist. maar toen verbaasde het mij niet dat hij nog hier was, daar ik mij dien tusschen- tijd van drie maanden niet herinnerde. Als het John Railton geweest is. heeft hij ze ker werk gekregen in Bombay; maar het is een schande dat hij zijn arme vrouw zoo lang alleen laat. Ik doe helaas niet veel heter, maar de hemel weet hoe graag ik weg wou gaan, doch mijnheer Sander son wil er op 't oogenblik nog niets van hooren. Hij heeft mij beloofd een schip voor mij le zoeken, zoodra hij denkt dat ik in staat ben mijn reis voort le zetten. 4 Novembe r. Ik heb mij toch niet ver gist. Het was John Railton dien ik gezien heb op de Apollo Band. Ik heb hem van daag ontmoet toen hij daar bijna op de zelfde plek rondliep en ik heb met hem gesproken, maar het schijnt dat hij mij niet verstond. Ik wou hem vragen naar mijn vriend Colliver, ik geloof dat hij al even weinig van hem af weet als ik. Mijnheer Sanderson zegt dat ik over een week wel voldoende hersteld zal zijn om op reis te gaan Ik hoop het. want dat wachten hin dert mij vreeselijk. 21 November Eindelijk heeft mijnheer Sanderson een schip voor mij gevonden. Ik moet over vijf dagen naar Colombo met den schoener „Campaspe": de kapitein is een vriend, een zakenvriend van mijn gast heer Ik zal de eenige passagier wezen en mijnheer Sanderson heeft kapitein Dodge een volledige opdracht gegeven om voor mij te zorgen. Maar ik gevoel mij nu sterk ge noeg en tot alles in staat. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 5