BHD DE TEEKENEN DER TIJDEN ZOMER OPRUIMING DOODEMANS ROTS. ,LHirondelle' Langesiraat 16jlS CHRISTELIJK- SOCIALE GEZINDHEID EEN BRUTAAL OPLICHTER 'N ONBEREIKBARE BRAND N.V. COMPAGNIE LYONNAISE, FEUILLETON. C OSTUUMS MUTSEN MANTELS SCHOENTJES MATTEN LAKENS HANDSCHOENEN legging, noch van de eene, noch van de andere zijde, kan sprake zijn". mogelijk te werk te gaan, en geone per soonlijke neigingen te laten praevaleeren. Dat is een groot voorrecht voor Kroon en Volksvertegenwoordiging beiden. Wie dus door verkeerde inlichtingen maakt dat van den gewonen weg wordt afgeweken, laadt eene zware verantwoordelijkheid op zich, en daarom is het zeer wenschelijk, dat deze zaak (ot klaarheid kome. Misschien gaat ieder bij deze vergissing wij uit, en dat hopen wij, maar wij kunnen met Hamlet zeggen: How now, a rat; er gebeuren toch in de laatste jaren dingen in de Christelijk- Historische partij, waarvan een de Savor- nin Lohman de mogelijkheid zou hebben geloochend, reden waarom het maar geluk kig is, dat deze groote staatsman ze niet heeft beleefd". Handel in cocaïne Zichzelf bij de politie gemeld In Mei j.l. kwam bij den autohandelaar J. U. in do Rui venstraat te Rotterdam de 21- jarige koopman C. W. v. C. die een auto van 2000 gulden wilde koopen. Hij had niet genoeg geld om den wagen direct te betal- len, doch dit was geen bezwaar. De autohandelaar die zijn klant blijkbaar vertrouwde vond het goed wanneer eerst 700 gulden op den wagen betaald werd en dat de overige 1300 gulden met rente in termijnen zouden worden voldaan. Tot zoover is deze koop dus geenszins vermeldenswaard, haast iedereen kan te genwoordig op deze wijze een auto koopen. v. C. echter had dezen koop niet gesloten omdat hij een auto noodig had, doch. zoo schrijft De Maasbode, alleen daar hij con tant geld wilde hebben, om met een vriend naar Duitschland te gaan cn daar een han del in cocaïne te beginnen, waarmede hij schatten hoopte te verdienen. Hij verkocht daarop den auto zoo spoe dig mogelijk in Voorburg voor 1600 gulden, voldeed de direct verschuldigde 700 gulden met dit geld en ging met de rest op reis. De handel in cocaïne ging echter .niet voor den wind, zoodat hij de verdere ter mijnen niet kon voldoen en na ruzie te hebben gekregen met zijn vriend, naar Rot terdam terugkwam, zinnend op een ander middel om zijn verplichtingen tegenover den autohandelaar niet in den steek te la ten. Daarom wendde hij zich tot de nieuwe Rotterdamsche Auto-Mij. aan den Coolsin- gel, die ook automobiüen op afbetaling levert en kocht daar een duren nieuwen wagen. Ook deze werd zoo spoedig mogelijk te gelde gemaakt, het eerst benoodigde geld werd betaald en met de rest, ongeveer 1600 gulden ging van C. een vroolijk leven tje beginnen, eerst in Antwerpen, toen in Frankrijk, en Duitschland cn tenslotte zelfs in Noord-I talie. Nu is 1600 gulden een aardige duit, maar die toch voor een royalen toerist als van C. al te spoedig opraakte. De man wist, toen hij aan zijn laatste honderd gulden toekwam, niets beters te doen dan naar Holland terug te reizen en heeft zich tenslotte platzak bij de politie in Rotterdam gemeld. Hij is natuurlijk opgesloten, maar de au toleveranciers zullen van hun geld vermoe delijk weinig terug zien. Bovendien zijn de wagens voor zulk een redelijken prijs verkocht, dat terugkoopen voor de leveranciers geen voordeel zal op leveren. TROUWBOEKJES BIJ HET AANVRAGEN VAN ONDERSTEUNING. Antwoord van B. en W. van Amsterdam op vragen van mevr. Tilanus. Op de vragen van het raadslid mevr. Tilanus inzake het overleggen van trouw boekjes bij het aanvragen van ondersteu ning hebben B. en W. van Amsterdam ge antwoord, dat inderdaad het trouwboekje bij een dergelijke aanvrage rnoet worden overgelegd. Aan twee afdeelingen van liet gem. Bu- in het hoofd heeft gekregen terug te ko men hier in Bombay. Er zijn te Madras schepen genoeg". „Maar Colliver is niet een man orn juist den kortsten weg te kiezen tusschen twee punten. En waarom zou hij niet nog eens te Bombay terugkomen „Nu, in ieder geval, ik zal op mijn hoede zijn". Die achterdocht ter wille van mij is bepaald een manie geworden bij mijn gast heer. Ik vond het maar het beste hem niet tegen te spreken en trachtte toen hem voor zijn groote vriendelijkheid te bedanken. „Praat daar niet meer van", viel hij mij in de rede. „Ik was u wel eenige voldoe ning verschuldigd dat ik mij met deze zaak bemoeid heb of liever dat ik er in betrok ken werd. Het is een ernstig geval, weet u, voor een geacht rechtsgeleerde, te helpen en mij te bemoeien met dit krankzinnig onderzoek; en om je de waarheid te zeg gen, Trenoweth, van het eerste oogenblik af dat ik je zag had ik sympathie voor je, enZeg nu maar geen woord meer meer alsjeblieft De oogen van mijn vriend stonden vol tranen. Ik stond op, drukte hem stilzwij gend de hand cn ging naar mijn kamer. 26 November. Ik ben vertrokken. Ik zit dit te schrijven in mijn hut, alleen Colliver heeft een andere hut gekregen op mijnheer Sanderson's uitdrukkelijk ver zoek. Hij zag Colli ver vandaag voor het eerst op de kade en nam mij ter zijde om mij op het laatste oogenblik nog eens te waarschuwen tegen dien vent met zijn dui- velsehe oogen. Toen ik op het dek stond en het kleine, stijve mannptje daar zag staan wuiven, totdat hij verdween tusschen de menigte en Bombay langzamerhand voor mijn oogen wegzonk, dacht ik met wee reau voor Maatschappelijke» Steun is het voorgekomen, dat de bij de steunaanvra gen overgelegde trouwboekjes, voordat deze aan de rechthebbenden werden teruggege ven, van het stempel van genoemd bureau werden voorzien. Uit het feit, dat dit slechts hij twee af deelingen geschiedde, blijkt reeds, dat dit niet wegens een algemeen voorschrift ge beurde en zonder onze voorkennis ge schiedde. Zoodra dit gebruik ter kennis van B. en W. kwam en dat -was reeds vóórdat mevr. Tilanus bovenstaande vragen tot hen had gericht, is opdracht gegeven de trouwboek jes niet meer van een stempel te voorzien. De brandweer moest cr naartoe geroeid worden Zij koo alleen met emmers water werken Een brand, die voor de Ameterdamsche brandweer onbereikbaar is, behoort tot de groote uitzonderingen. Gisteravond heeft zulk een brand gewoed in een loods van den tuinder Cor Harte, in den Sloterpolder. Het alarm was, dat brand zou zijn uitgebroken in de Warrnondstraat, oen der nieuwste straten bij den Sloterpol der. Toen de brandweer daar verscheen met twee motorspuiten en de polderspuit, bleek haar, dat noch met de brandweer voertuigen, noch te voet, de brand kon worden bereikt. De loods, waarin de brand was ontstaan, bevond zich in den polder cn was omgeven door water van de Sloter- vaart. In roeibootjes, waarmede de burgers spoedig te hulp kwamen, werden de brand weerlieden naar de plaats van den brand gebracht. Zij konden echter geen behoorlijk uitgerust brandbluschinateriaal medene- men, vandaar dat zij zich slechts van em mers water konden bedienen, die op het vuur werden geworpen. De loods waarin slechts broeiramen en rietmatten waren, brandde echter fel, met geen mogelijkheid was het vuur in de loods te beperken. De brandweer geholpen door tuinders be paalde zich ertoe, het belendende huis van den tuinder Harte nat te houden, en tegen het vuur te beschermen. Verder werd de brandende loods, die binnen een uur een ruïne was met. hakbijlen omver ge haald. Ongeveer half acht was de brand weer dezen ongewonen brand meester. DE LEIDSCHE SCHOUWBURG. De sluiting afgewend. In den Leidschen Raad is opnieuw aan de orde gekomen het voorstel van de meerder heid van het college van B. en W. om aan de Leidsche Schouwburgvereeniging een be drag voor eens ad 10.000 uit te keeren, teneinde in den Schouwburg centrale ver warming aan te brengen en verder nood zakelijke voorzieningen te treffen in ver band met brandgevaar. (Een minderheid in het college wilde deze aangelegenheid aan het particulier initiatief overlaten). In de vorige vergadering werd het voor- s,tel aangehouden ten einde nog nadere ge gevens over den financieelen toestand der vereeniging te bekomen. Nadat verschillende leden het woord had den gevoerd, werd een voorstel-Manders (subsidie tot een maximum van 10.000) aangenomen met 17 tegen 14 stemmen. Het voorstel van B. en W. werd ten slotte aangenomen met 19 tegen 12 stemmen (te gen alleen c.h. en a.r moed hoe weinig kan9 er zou wezen dat ik hem ooit in mijn leven zou weerzien. De stem van Cqlliver die naast mij stond, wek te mij uit mijn overpeinzingen. „Een dwaas mannetje, die vriend van u... hij is een en al ontroering en is doodsbang het te toonen. Heeft hij u een dienst bewe zen „Ja, dat zal waar zijn, een grooteren dienst kan een man een ander niet bewij zen." G December. Nooit zal ik vergeten hoe Ceylon, het land van mijn belofte, zich uit de nevelen aan mijn oog begon te ver- toonen. Ik was vroeg in den morgen op het dek gekomen om het land langzamerhand te zien verschijnen. Ik had mijn oogen naar het Oosten gerichtde grauwe duisternis ging heel langzaam over in bleek grijs en vertoonde een lange, smalle streep, zooals men wel op prentenbijbels ziet afgebeeld, oprijzend naar één middelpunt. Toen leek het mij of de zon in een oogwenk was op gegaan en of als door een tooverslag alles veranderde ïd een kust begroeid met pal men, en zich langzaam verhief tot groene hellingen en hooge heuvels. Er zweefden nog wel wolkjes aan de lucht, maar de zee en de kust straalden van het gouden zon licht. De lucht was zoo helder dat ik het roode zand aan de kust en de lichte stam men der boomen kon onderscheiden. En daar lag Colombo met zijn witte huizen, die duidelijk te onderscheiden waren. De zon stond reeds hoog aan den hemel toen de loods aan boord kwam en toen wij de haven binnen kwamen, was de stad reeds overtogen van het stille namiddag licht. Ik keek naar beneden en zag een langen, deftigen heer in een bootje zitten Ik antwoordde zoo goecl als ik kon bij al DR. J. TH. DE VISSER Het noenmaal van den Neder- landschen Journalistenkring. Aan het noenmaal, dat de Nederlandsche Journalistenkring a.s. Zaterdag in Hotel Paulez te 'sGravenhage aanbiedt aan dr. J. Th. de Visser, oud-minister van Onder wijs, Kunsten en Wetenschappen, zal deze een rede houden over het onderwerp: „Staatkundige partijen en parlementaire herinneringen". BladeD van allerlei richting zullen zich aan dezen maaltijd doen vertegenwoordi gen. VELE LAATSTEN, DIE DE EERSTEN WILLEN ZIJN..... De r.-k. lijst in Noord-Hol land en Friesland. Op de r.-k. candidalenlijst voor de ver kiezing van leden der Eerste Kamer in groep III (Noord-Holland en Friesland) was het aftredende lid de heer W. Fransen Jzit, to Leeuwarden, op een zoodanig plaats ge komen, dat zijn herkiezing uitgesloten moest worden geacht. De heer Fransen heeft, naar het Leeuw. Nwsbl. meldt, nu aanleiding gevonden, de door de wet gecischte verklaring, waarbij hij zich met de plaats op de ingediende can- didatenlijst zou vereenigen, niet te teeke nen, waardoor zijn naam van die lijst wordt afgevoerd. Ook de heer H. Brouwer, te Hilversum, voorzitter van het Diocesane R.K. Werklie denverbond, die als no. 5 op de lijst was geplaatst (na den heer M. Visser, te Leeu warden), heeft gemeend voor de candida- tuur te moeten bedanken. ROZENTENTOONSTELLING IN DEN HAAGSCHEN DIERENTUIN. Voor de eerste maal Naaldwijk aanwezig. Het bestuur van „Nos Jungunt Rosea" heeft in een persconferentie enkele mede- deelingen gedaan over de a.s. Vrijdag te openen rozententoonstelling in den Dieren tuin. Wegens het overlijden van den voor zitter der vereeniging, jhr. Mock, enkele weken geleden, is de opzet der expositie zeer vereenvoudigd. Elke feestelijkheid zal thans achterwege blijven. Voorts is besloten de zaaJindeelinjr'overzichtelijker te maken en deze in analogie met de Rotterdamsche tentoonstelling van onlangs in te richten. Voor de eerste maal zal op de tentoon stelling ook het Westland vertegenwoor digd zijn en wel door Naaldwijk. Verschil lende nog nimmer geëxposeerde rozensoor- ten zullen er te zien zijn. Tn totaal wor den er 48 inzendingen verwacht. Ook di verse zaken, die in artikelen op het gebied van tuinbouw handelen, zullen voorwerpen uitstallen. De opening der tentoonstelling zal a.s. Vrijdag om 12 uur geschieden door den heer I. G. J. Kakebeeke, rijksinspecteur van het landbouwonderwijs. „OUDE KUNST". Wordt weer voortgezet. Het in de na-oorlogsjaren opgeheven maandblad Oude Kunst zal in September weder worden voortgezet onder redactie van Dr. N. G. van Huffel te Utrecht, in uitgaaf bij den uitgever S. W. Melcliior, te Amersfoort. AUDIËNTIE MIN. VAN FINANCIËN. De gewone audiëntie van den minister van Financiën zal op Maandag 22 Juli a.s. niet plaats hebben. het geweld om mij heen, toen klom de heer het schip op en stelde zich voor als mijn heer Eversleigh, aan wien mijnheer San derson mij had aanbevolen. Ik had er geen idee op dat er eenige afspraak voor mij ge maakt was bij mijn aankomst te Colombo. Ik vertel het u als een nieuw bewijs van de vriendelijkheid van den heer Sander son. Weliswaar had de heer Sanderson mij dGn avond van deze kennismaking gezegd, dat hij het adres van dezen heer aan Mar gery zou schrijven, dan wist hij zeker dat ik haar brief daar kon ontvangen, maar behalve dat wist ik er niets van. De heer Eversleigh gaf mij heel hartelijk de hand en tot mijn onuitsprekelijke vreugde over- handige hij mij een brief van mijn dierbare vrouw. Ik zeg tot mijn onuitsprekelijke vreugde want geen woorden zijn in staat je te zeg gen, lieve vrouw, met welke gevoelens ik je brief las toen het bootje mij naar de kade bracht. Hoe vaak had ik mij afgevraagd gedurende de lange uren van mijn herstel hoe jij en Jasper dezen moeilijken tijd zoudt doormaken en mijn zwakheid ver- vvenscht, die mij zoo lang van u verwijderd hield. Geduld, lieveling, het duurt nu niet lang meer. Ik vergat over Colliver te spreken. Hij is zoo aardig en onverschillig als altijd ge weest gedurende de geheel© reis. Ik kan werkelijk geen een reden vinden om de vermoedens van den heer Sanderson te deelen. In de drukte van het aan land gaan miste ik hem en ik had niet eens ge legenheid gehad hem naar zijn plannen te vragen. Maar ik zal hem zeker wel over een paar dagen zien. (Wordt vervolgd). De AR. Rotterdammer xvenscht Mr. Ruys de Beerenbrouck succes Waarom adviseerde Schokking en niet Dr. de Visser De (ajiti-rev.) „Rotterdammer" schrijft: „Zij ligt dunkt ons, geheel in de lijn van de stembus, deze opdracht van II. M. de Koningin aan mr. Ruys de Beerenbrouck, een kabinet samen te stellen, steunend op de rechterzijde. En, het spreekt evenzeer van zelf, dat wij niets liever willen zien, dan dat de heer Ruys slaagt in deze opdracht, welke hij verzocht heeft in beraad te mogen houden. Niet alleen om deze opdracht, maar ook om den persoon verheugen wij ons. Het zou mogelijk kunnen zijn, zich een krachtiger persoon te denken dan de heer Ruys of schoon kracht ook nog lang niet alles is in het leven maar een meer eerlijker, on- haatzuchtiger. tactischer. uitsluitend in den goeden zin dan, Nederlander vindt men niet gemakkelijk. Daarbij, neen 191S verge ten wij niet zoo vlug, in staat in moeilijke oogenhlikken, het gezag hoog te houden. De taak, waarvoor de heer Ruys zich thans ziet geplaatst, kan zeker niet licht worden genoemd. Om een parlementair ka binet roepen de meesten, maar rnocht het er een worden, steunend oo de rechterzij de. zoo is de liefde hij menigeen wes" Na eenige „Seitenhiebe" naar de liberale groep gaat het a.-r. blad aldus voort: „Er zal, wij schreven dit direct na den uitslag der stembus, veel zelfoverwin ning gevraagd worden van de leiders der drie partijen. Maar dat mag toch verwacht worden in 's lands belang! Of het woord coalitie al dan niet zal wor den gebruikt, doet er niet toe. Maar een goed-omschreven program, waarop steun verzekerd is, zal noodig zijn. November 1925 heeft ook wat geleerd. Geheel onduidelijk sprak de stembus in tweeërlei opzicht toch zeker niet. In de eerste plaats, dat de meerderheid van het Nederlandsche volk wenscht vast gehouden te zien aan de Christelijke begin selen in het volksleven. En in de tweede plaats om nu een woord te gebruiken uit de eerste periode van mr. Ruys, zal mosten worden gelet op de teekenen der tijden, en wil toch niemand reactie? Bevordering van 's lands welvaart, drin gend noodig om onze sterk groeiende bevol king een bestaan te kunnen geven, dient gepaard te gaan met het hebben van een open oog voor de sociale behoeften van de volksmassa. Christelijk-sociaal in dien zin, dat het geheel aldus wordt gesterkt. Al de drie rechtsche partijen zullen, ho pen wij, uit de stembus voor zich deze con clusie gemaakt hebben. Ook de christelijk- historischen en de anti-revolutionairen, al Ls men van linksche zijde er als de kippen hij om hen, ja hen vooral, thans er zijn ook andere tijden als conservatief voor te stellen. Dat het verschillend inzicht, hetwelk hier en daar gevonden wordt ten opzichte van de in Nederlandsch-Indië te volgen po litiek, de samenstelling van een kabinet uit de rechterzijde onmogelijk zou maken, is te zot, om te kunnen gelooven. Wij althans nemen dit niet aan van de rechtsche voor mannen. Om voor Indië te komen tot goede politiek is allereerst in Nederland samen werking noodig. Daarna kan gezocht naar overeenstemming omtrent Indië. Van op- „Het Vaderland", het liberale IJaagsche blad heeft al te kennen gegeven, dat het de kans van den heer Ruys om als kabinets formateur te slagen niet bijster groot acht. Dat de heer Ruys de opdracht in beraad houdt is volgens „Het Vaderland" zeker meer dan de formaliteit „In zooverre is de opdracht aan Ruys de Beerenbrouck ook goed, omdat zijn „be raad" slechts kort behoeft te we en. Hi} is nourri dans le sérail en zal genoeg reeds uit zijne samensprekingen met Heemskerk, De Visser en Nolens kunnen opmaken om te weten tot welk resultaat zijne pogingen kunnen leiden. Wij noemen hier den naam van dr. De Visser, en allicht vraagt een van onze le zers of dat geen vergissing is, en of dat niet dr. Schokking moet wezen. Wij mee- nen echter met zekerheid te weten, dat dr. De Visser vooralsnog voorzitter is van de Christelijk-Historische club in de Tweede Kamer, en dat. de heer Schokking, als hij voorzitter mocht worden niet vóór Septem ber als zoodanig optreedt. Men vergete toch niet, dat alle leden van de Tweede Kamer die niet terugkomen, lid van de Ka mer blijven tot den derden Dinsdag in September. Dit alles zou futiele quaestie wezen, als er niet iets zeer .bijzonders gebeurd ware. De Kroon heeft toch de voorzitters van de thans bestaande Kamerfracties om advies over de crisis tot zich laten komen, te we ten de heeren Albarda, Marcharit, Van Gijn, Nolens, Heemskerk en... Schokking. Dat wil zeggen dat van alle Kamerfracties de voorzitters zijn gevraagd, behalve, van de Christelijk-Historische Kamerfractie. Dat is al heel zonderling, en wij hadden eerst ge dacht dat wij hier te doen hadden met een lapsus van het kabinet van de Koningin, wij zijn allen, al werken wij nog zoo goed, per slot van rekening maar feilbare men- schen, en zoo zou het mogelijk geweest zijn dat de fout gemaakt was naar aanleiding van het feit, dat gepubliceerd was dat dr. Schokking eenige kans had om dr. De Vis ser op te volgen als voorzitter van de Ka merfractie. Maar daarover denkende von den wij dat niet aannemelijk. Gesteld toch, dat dr. Schokkink uitgenoodig zou zijn door de Kroon, in zijne hoedanigheid van voorzitter der Christelijk-Historische Ka merfractie. dan zou hij zich gehaast heb ben aan het kabinet van de Koningin mede te deelen, dat niet hij, maar dr. De Visser voorzitter van de fractie is. Daarvoor ken nen wij den heer Schokking te goed. Wij hopen steeds den politieken tegenstander volkomen recht te laten wedervaren: als Schokking wezenlijk als leider van de fractie de uitnoodiging gekregen heeft om zich naar het Huis ten Bosch te bege ven, en zich die dualiteit heeft laten aan leunen. zou hij eene daad hebben begaan, die wij liever niet (jualificeeren. en nog maals, liij is daartoe niet in staat... „Het kan ook niet wezen, dat dr. De Visser niet geraadpleegd is. omdat hij vrij willig uit de Kamer gaat, want de heer Van Gijn heeft wel de eer gehad op hot Huis ten Bosch te worden geroepen, on verkeert in dezelfde situatie. Indien daar mee gerekend ware, zou niet de heer Schok king, maar de vice-voorzitter van de Chris telijk-Historische Kamerfractie ten Hove zijn geroepen, en dat is de heer Snoeck Henkemans, en aan diens paraatheid om van advies te dienen zal wel niemand ooit hebben getwijfeld. Wie meent, dat wij met dit alles eene zaak van geringe beteekenis zouden aanra ken, vergist zich. Wij verheugen ons sinds meer dan een halve eeuw in de meest nauwgezette zorg van de Kroon om bij ad viezen over eene crisis zoo constitutioneel UTRECHTSCHEWEG 10 - TEL. 179 - AMERSFOORT Naar het Engelsch van A. T. QUILLER-COUCH. 23 November. Ik ben eens naar het schip gaan kijken; een heel aardige hut is voor mij bestemd. Maar wat mij zeer ver baasde, ik ontmoette Colliver, die het schip ook kwam bekijken. Hij was zeer ver raat mij te zien en dacht dat ik al lang in Engeland zat. Ik vertelde hem dat ik John Railton ontmoet had en hij antwoordde: „O ja, ik heb hem in dienst genomen. Wij gaan samen naar Ceylon, want ik heb nu op 't oogenblik lang genoeg in Indië rond gereisd. Ik ben mijn broer te Trlchinopoly een bezoek gaan brengen en ben pas te Bombay terug. Ongelukkig verklaart de ka pitein van de „Campaspe", dat hij mij niet mee kan nemen, dus ik dien te wachten". Ik legde hem uit waarom de kapitein bezwaar maakte tegen het gezelschap van Railton. „O. wat dat betreft", antwoordde hij, „Railton kan wel later volgen; maar hij is een hand'go kerel en kan van veel dienst zijn zonder er betaling voor te eischen". Wij spraken er dus over met kapitein Dodge, die geen bezwaar maakte nog een passagier mee te nemen en hij kon het wel schikken met Railton, ook als ik dat graag had „Maar", voegde hij er bij, „mijnheer Sanderson had hem speciaal gezegd, dat ik een hut alleen moest hebben, omdat ik pas ziek geweest was. Aldus werd de zaak afgesproken. Mijnheer Sanderson was volstrekt niet ingenomen met deze afspraak, toen ik hem vertelde, dat ik een hutgenoot zou krijgen. Hij deed allerlei vragen omtrent Colliver en vroeg met groote belangstelling, of ik hem iets van mijn plannen had meegedeeld Dit was volstrekt niet het geval, en, zoo vertelde ik aan mijn gastheer, Colliver had niet de minste belangstelling getoond voor mijn plannen. Mr. Sanderson antwoordde daar niet veel op en vroeg wanneer ik nog eens zou leeren voorzichtig te zijn en voeg de er bij dat voor de meeste menschen één slag op het hoofd voldoende was, maar ik had er zeker meer noodig. Ik moet toe stemmen dat, hoe aangenaam gezelschap Colliver mocht wezen, ik toch eigenlijk lie ver alleen op dat avontuur was afgegaan. Maar ik kon de uitnoodiging niet weer in trekken zonder onbeleefd te zijn en ik moest hern dankbaar wezen dat hij mij zulk een aangename heenreis bezorgd had. Daarenboven, wij scheidden in Colombo toch van elkaar. 25 November. Ik schrijf dit op (voor het laatst op Indisch grondgebied) vlak voor ik naar bed ga. Morgen vertrek ik per „Campaspe" naar Colombo. Maar ik kan Bombay niet verlaten zonder nog eens terug te komen qp mijnheer Sandersons groote beleefdheid. Van avond toen wij voor het laatst samen zaten op het balcon van Craigie Cottage, verklaarde ik dat mijn hart te vol was om te kunnen spreken. Mijn gastheer scheen over andere dingen te denken, want hij zei „Een bezoek gebracht bij zijn broer te Trichinopolv, niet waar En pas terugge keerd Ik wou wel eens weten waarom hij

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1929 | | pagina 6